NL8101288A - Wasdroger. - Google Patents

Description

*· * - 1 -

Wasdroger.

De uitvinding heeft betrekking op een wasdroger voor het drogen van wasgoed, met een door een elektromotor via een tandwielaandrijving en een daarna geschakelde riemaandrijving aangedreven wastrommel.

5 Bij een bekende wasdroger van dit type (Duits

Offenlegungsschrift 2.412.233) is op de motoras van de elektromotor een tandwiel coaxiaal aangebracht voor het aandrijven van een tandwiel waarvan de hartlijn evenwijdig loopt met die van het eerste wiel en dat zijnerzijds 10 weer draaiingsvast is verbonden met een riemschijf, voor het aandrijven van de riem van de riemaandrijving. Een dergelijke constructie is echter duur.

Een doel van de uitvinding is nu om uitgaande van een wasdroger van het bovengenoemd type, de tandwiel-15 aandrijving en de riemaandrijving zodanig uit te voeren en op te stellen, dat een eenvoudiger en goedkopere constructie kan worden gerealiseerd.

Dit doel wordt nu volgens de uitvinding bereikt, doordat de eerste riemschijf, die de riem van de riem-20 aandrijving aandrijft, is aangebracht aan de buitenzijde van ëën der beide legerschilden van het huis van de elektromotor, en dat met deze eerste riemschijf een coaxiaal ten opzichte daarvan aangebracht wrijvingswiel draaiïngs-vast is verbonden, welk wiel zowel tijdens het bedrijfs-25 gereed zijn van de wasdroger alsook tijdens het bedrijf van de wasdroger voortdurend wordt aangedrukt tegen de asparallel ermee lopende motoras van de elektromotor en eveneens aan dit legerschild is aangebracht.

Deze uitvoering van de wielaandrijving, waarbij 30 de motoras zelf het ingaande wiel van de aandrijving vormt, is constructief bijzonder eenvoudig en goedkoop te vervaardigen. Indien verder het wrijvingswiel en de eerste riemschijf zijn aangebracht aan een legerschild van de elektromotor is de nauwkeurige plaatsing van hun 35 gemeenschappelijke draaiïngsas ten opzichte van de draaiingsas van de motor zonder moeilijkheden en met minimale kosten uit te voeren en de afstand tussen deze 8101288 Λ * - 2 - beide draaiïngsassen blijft tijdens het bedrijf constant, omdat ook het leger, waarin de motoras nabij het wrijvingswiel draait, eveneens aan het legerschild is aangebracht. Wanneer, zoals bij voorkeur het geval zal zijn, de afstand 5 tussen de draaiïngsassen van de motor en van het wrijvingswiel instelbaar is, blijft de eenmaal ingestelde afstand eveneens constant.

Bij voorkeur zal het wrijvingswiel direkt naast het eerste legerschild en op geringe afstand daarvan zijn 10 aangebracht, zodat de door het wrijvingswiel op de motoras uitgeoefend kracht in hoofdzaak wordt opgenomen door het in dit legerschild aanwezige leger voor de motoras.

Daardoor is een optimale plaatsing en eventueel instelling van het wrijvingswiel ten opzichte van de 15 motoras mogelijk, waardoor de slijtage van de wrijvingslaag van het wrijvingswiel wordt verminderd en ook de slip van het wrijvingswiel gering wordt gehouden.

Ook wordt hierdoor een hoge bedrijfszekerheid van de wrijvingswiel-aandrijving bereikt. Deze opstelling 20 van de eerste riemschijf is ook constructief bijzonder eenvoudig en goedkoop te vervaardigen.

Bij voorkeur zal er in worden voorzien, dat het wrijvingswiel wordt aangedrukt tevens een naar buiten toe uit het betreffende legerschild stekend deel 25 van de motoras. Hierdoor bevindt het wrijvingswiel zich buiten het motorhuis en is daardoor bijzonder eenvoudig toegankelijk en ook bijzonder goed gekoeld. Dit maakt het ook mogelijk het wiellichaam van het wrijvingswiel, dat de wrijvingsbekleding draagt, als één geheel uit te 30 voeren met de riemschijf, waardoor de vervaardiging nog goedkoper wordt gemaakt en een bijzonder nauwkeurige onveranderlijke in lijn ligging van het wrijvingswiel met de eerste riemschijf automatisch wordt gewaarborgd.

In vele gevallen kan er echter ook in worden 35 voorzien, dat het wrijvingswiel binnen het huis van de elektromotor aan het betreffende legerschild is aangebracht, voor zover in het huis hiervoor voldoende plaats aanwezig is.

Een bijzonder eenvoudige legering voor het 40 wrijvingswiel en de eerste riemschijf wordt verkregen, 8101288 - 3 - I 4 wanneer het wrijvingswiel en de eerste riemschijf draaibaar zijn gelegerd op een tap, die is aangebracht op het betreffende legerschild. Deze tap kan eventueel als één geheel met het legerschild zijn vervaardigd door aangieten 5 ervan of het kan een afzonderlijke tap zijn. Bij voorkeur kan de tap zijn uitgevoerd als een excentrische as, waarvan de astap vastgezet kan worden in een legerboring van het legerschild in verschillende hoekstanden, zodanig dat de afstand tussen de draaiïngsas van het wrijvingswiel en 10 de draaiïngsas van de motoras versteld kan worden. Dit vastzetten van de astap van de excenteras kan op gunstige wijze plaatsvinden, doordat het leger, waarin hij is opgenomen, voor het vastklemmen ervan is uitgevoerd.

Ook andere bevestigingsmogelijkheden komen in aanmerking, 15 bij voorkeur die welke een traploze hoekverstelling van de excenteras toelaten.

Het is ook mogelijk, hoewel meestal constructief iets duurder, er in te voorzien, dat het wrijvingswiel en de eerste riemschijf op één as zijn bevestigd, die 20 in een aan het betreffende legerschild van de elektromotor aangebracht leger voortdurend vrij draaibaar· om zijn langsas is gelegerd. Dit leger kan bij voorkeur een rolleger zijn, dat is bevestigd aan het legerschild. Ook komt echter een glijleger in aanmerking, bij voorkeur een gesinterd 25 leger.

De buitendiameter van het wrijvingswiel zal bij voorkeur groter zijn dan die van de eerste riemschijf.

Dit maakt het ook mogelijk dat de motoras zich uitstrekt tot boven de eerste riemschijf of tot buiten deze riem-30 schijf, waarbij bij voorkeur op het buiten de%eerste riemschijf uitstekende einde een ventilator-schoepenwiel vast zal zijn aangebracht.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de 35 tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht en gedeeltelijke doorsnede toont over de, voor de aandrijving van een wastrommel dienende, elektromotor met wrijvingswiel-aandrijving en riemaandrijving volgens een uitvoerings-40 voorbeeld van de uitvinding; en 8101288 - 4 - fig. 2 een gedeeltelijke doorsnede toont, op vergrote schaal, volgens de lijn II-II van fig. 1.

In fig. 1 is een, in een niet weergegeven huis van een voor het drogen van wasgoed dienende huis-5 houd-wasdroger aangebrachte, elektromotor aangeduid met 10. De motor 10 dient voor het aandrijven van een wastrommel 11, waarin het te drogen wasgoed wordt gebracht en die tijdens het bedrijf om zijn horizontale langsas in tegengestelde richtingen roteert, zodat het erin 10 aanwezige wasgoed intensief wordt doorstroomd door de warme lucht, die dient voor het drogen van het wasgoed.

Deze warme lucht kan vervolgens worden afgevoerd maar ook volgens een circulatieprocëdë worden gedroogd in een condensator en voor het verder drogen van het 15 wasgoed weer naar de wastrommel 11 worden geblazen.

Voor het transport van deze warme lucht kan bij voorkeur een ventilatorschoepenwiel dienen, dat bij 13 door middel van een streep-stiplijn is aangeduid en dat is bevestigd op het linkereinde 15 van de motoras 16 van de elektro-20 motor 10, welk einde uitsteekt buiten het linkerlegerschild 14 van de elektromotor 10.

De elektromotor 10 is voor het aandrijven van de wastrommel 11 daarmee verbonden via een wrijvingswiel-aandrijving, bestaande uit de motoras 16 en een wrijvings-25 wiel 17 en een riemaandrijving bestaande uit de riemschijf 19, een riem 20 en een, coaxiaal met de draaiïngsas van de wastrommel 11 lopend cilindrisch deel 21 van de wastrommel 11. Het einddeel 21 van de wastrommel 11 vormt dus een tweede "riemschijf", waar de riem 20 gedeeltelijk 30 omheen loopt en die een integraal geheel vormt met de wand van de wastrommel ll.

Het op geringe afstand direkt naast het leger-schild 14' aangebrachte wrijvingswiel 17 bezit een wiellichaam 22, op de omtrek waarvan een wrijvings-35 bekleding 23 is bevestigd. Het wiellichaam 22 is bij dit voorkeursuitvoeringsvoorbeeld als ëën geheel gevormd met de riemschijf 19, zodat het wiellichaam 22 tezamen met deze eerste riemschijf 19 bijv. door spuitgieten uit metaal als een enkel constructiedeel goedkoop kan 40 worden vervaardigd terwijl de draaiïngsvaste verbinding 8101288 - 5 - -f en de exacte in lijn ligging is verzekerd en ook de draaiende ondersteuning ervan goedkoop en vereenvoudigd wordt.

Bij dit voorkeursuitvoeringsvoorbeeld zijn 5 het wrijvingsdeel 17 en de riemschijf 19 door middel van een enkel kogelleger 24 draaibaar gelegerd op een excentrische tap 25 van een excenteras 26, waarvan de evenwijdig met de langsas van de excentrische tap 25 maar evenwijdig daarmee lopende cirkelcilindrische astap 10 27 draaibaar is gelegerd in een, een leger 28 er voor vormende, doorgangsboring van het rechter legerschild 14' van de elektromotor 10. Hierbij is echter dit leger 28 door een vertikale, er radiaal van aflopende sleuf 29 die eveneens door het legerschild 14' heenloopt, gedeelte-15 lijk aan de omtrekszijde open, zodat de diameter van het leger 28 door middel van een door de sleuf 29 heenlopende spanschroef 30 verkleind kan worden voor het vastklemmen van de astap 27. Deze spanschroef 30 loopt eerst door een gladde cilindrische boring 31 in het legerschild 141 20 met zijdelingse speling en is dan aan de andere zijde van de sleuf 29 geschroefd in een draadboring 32. Uit fig. 2 blijkt zonder meer,dat door het aantrekken van deze spanschroef 30 de astap 27 in de legerboring 28 kan worden vastgeklemd, zodat hij niet meer kan draaien. Na het 25 losdraaien van de spanschroef 30 kan de excentrische as 26 worden verdraaid, zodat hierdoor de afstand tussen de, met de langsas van de excentrische tap 25 samenvallende, draaiïngsas van het wrijvingswiel 17 en de hartlijn van de motoras 16 kan worden versteld door verdraaiing van de 30 astap 27 in het leger 28, totdat het wrijvingswiel 17 met een juiste kracht wordt aangedrukt tegen de motoras. Nadat deze instelling van het wrijvingswiel 17 heeft plaatsgevonden wordt de spanschroef 30 weer vastgetrokken, zodat de excentrische as 26 niet meer kan worden verdraaid. 35 Indien een na-instelling van het wrijvings wiel 17 gewenst of noodzakelijk zou zijn, is dit zonder meer mogelijk doordat men de spanschroef 30 weer losmaakt en de excentrische as 26 in een andere hoekstand draait waarbij het wrijvingswiel 22 weer met een goede druk 40 aanligt tegen de motoras 16, waarna vervolgens de span- 8101288 - 6 - schroef 30 weer wordt aangedraaid.

De riem 20 zal bij voorkeur een POLY-V-riem zijn, die op zijn loopvlak is voorzien van een aantal evenwijdig met elkaar lopende langsgroeven en die een relatief kleine 5 straal van de vlakke ringgroef 19' van de eerste riemschijf 19 toelaat, in welke groef 19' de riem 20 door zijn langsgroeven wordt geleid op de bodem van de ringgroef.

De riem 20 behoeft over dat deel van de omtrek van de wastrommel, dat de tweede "riemschijf" 21 vormt geen 10 zijdelingse geleiding. De tweede "riemschijf" 21 kan bijv. een diameter van 570 mm hebben en de ringgroef 19' van de riemschijf 19 een diameter van 50 mm. Verder kan nog een verend aangedrukte spanrol aanwezig zijn om de riem 20 op spanning te houden, welke rol niet is weergegeven.

15 Bij dit uitvoeringsvoorbeeld loopt het door het legerschild 14' stekende einde 15' van de motoras 16 door de ruimte omvat door de riem 20, waarbij de plaatsing bij voorkeur zodanig is, dat het door de draaiïngsas van de wastrommel 11 en de draaiïngsas van het wrijvingswiel 20 17 bepaalde vlak gaat door de motoras 16, zodat de door de riem 20 op de eerste riemschijf 19 uitgeoefende kracht werkt in een richting waardoor het wrijvingswiel 17 wordt aangedrukt tegen de motoras 16, wat de wrijvende verbinding tussen het wrijvingswiel 17 en de motoras 16 nog verder 25 verbetert.

Het buiten het legerschild 14.' uitstekende deel 15' van de motoras 16 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld verlengd tot buiten het deel 16* waar het wrijvingswiel 17 tegenaan ligt en,eveneens tot buiten de riemschijf 19, 30 zodat op het vrije einde van de motoras een met streep- stiplijnen aangegeven ventilatorschoepénwiel 13' kan worden aangebracht, dat bij voorkeur er voor kan dienen om ingeval dat luchtcirculatie bij de wasdroger wordt toegepast, aan de condensator koelende lucht toe te voeren.

35 De eerste riemschijf 19 kan tezamen met het wrijvingswiel 22 in vele gevallen ook op doelmatige wijze zodanig worden aangebracht, dat het deel 15* van de motoras niet door de inwendige ruimte van de riem 20 loopt, maar zijdelings buiten de riem 20. Om in dit geval 40 het plaatsen van de riem 20 en eventueel het verwisselen 8101288 - 7 - ervan bij een op het motorasdeel 151 bevestigd ventilator-schoepenwiel 13' mogelijk te maken, is de axiale afstand daarvan tot aan de excentrische as 26 zo groot dat de riem 20 tussen deze excentrische as 26 en het ventilator-5 schoepenwiel 131 kan worden doorgevoerd.

- conclusies - 8101288

Claims (15)

1. Wasdroger voor het drogen van wasgoed, met een door een elektromotor via een tandwielaandrijving en een daarna geschakelde riemaandrijving aangedreven wastrommel, met het kenmerk, dat de eerste 5 riemschijf (19), die de riem (20) van de riemaandrijving (19,20,21) aandrijft, is aangebracht aan de buitenzijde van éên der beide legerschilden (14,14') van het huis van de elektromotor, en met deze eerste riemschijf (19) een coaxiaal ten opzichte daarvan aangebracht wrijvings-10 wiel (17) draaiïngsvast is verbonden, welk wiel zowel tijdens het bedrijfsgereed zijn van de wasdroger alsook tijdens het bedrijf van de wasdroger voortdurend wordt aangedrukt tegen de asparallel ermee lopende motoras (16) van de elektromotor (10) en eveneens aan dit legerschild 15 (14') is aangebracht.

2. Wasdroger volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het wrijvingswiel (17) wordt aangedrukt tegen een naar buiten toe uit het betreffende legerschild (14') stekend deel (16') van de motoras (16) en bij 20 voorkeur direkt naast het legerschild (14') op geringe afstand daarvan is aangebracht.

3. Wasdroger volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat het wrijvingswiel (17) een wiellichaam (22) bezit dat over de omtrek is voorzien van een wrijvings- 25 bekleding (23), welke één geheel vormt met de eerste riemschijf (19).

4. Wasdroger volgens éên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wrijvingswiel (17) en de eerste riemschijf (19) draaibaar zijn gelegerd op 30 een tap, die is aangebracht op het betreffende legerschild.

5. Wasdroger volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de tap een excentrische as (26) is, waarvan de astap (27) voor het verstellen van de stand van de langsas van de excentrische tap (25), die het 8101288 - 9 - wrijvingswiel (17) draagt, in verschillende hoekstanden vastzetbaar is in een leger (28) aan het betreffende leger-schild (14*).

6. Wasdroger volgens conclusie 5,met het 5 kenmerk, dat het leger (28) waarin de astap (27) wordt ondersteund, is uitgevoerd voor het vastklemmen van de astap.

7. Wasdroger volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk, dat het de astap (27) opnemende leger (28) 10 bestaat uit een doorgangsboring door het legerschild (14'), waarbij in deze doorgangsboring radiaal een sleuf (29) uitloopt, die eveneens door het legerschild (14') heengaat, waarbij door deze sleuf (29) een spanschroef (30) loopt voor het vastklemmen van de astap (27).

8. Wasdroger volgens conclusie 1, 2 of 3,met het kenmerk, dat het wrijvingswiel en de eerste riemschijf op ëën as zijn bevestigd, die in een aan het betreffende legerschild van de elektromotor aangebracht leger voortdurend vrij draaibaar om zijn langsas is gelegerd.

9. Wasdroger volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitendiameter van het wrijvingswiel (17) groter is dan die van de eerste riemschijf (19).

10. Wasdroger volgens conclusie 9, m e t het 25 kenmerk, dat de motoras (16) door de ruimte omsloten door de riem heenloopt.

11. Wasdroger volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de riem (20) van de riemaandrijving direkt aanligt op een cilindrisch deel 30 (21) van de wastrommel (11) voor de aandrijving daarvan.

12. Wasdroger volgens conclusie 10 of 11, me t het kenmerk, dat het door de draaiïngsas van de wastrommel (11) en de draaiïngsas van de eerste riemschijf 8101288 V» « - 10 - (191 bepaalde vlak loopt door de motoras (16} van de elektromotor (101.

13, Wasdroger, volgens êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op het nabij het wrijvings- 5 wiel (171 liggende einde van de motoras (16) een ventilator-schoepenwiel (13'1 vast is aangebracht.

14, Wasdroger, volgens êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de motoras (16} ook uit-steékt buiten het verst van het wrijvingswiel (17} verwij- 10 derde legerschild (1.41 van de elektromotor (101/ waarbij op dit uitstekende aseinde een ventilatorschoepenwiel (13) is aangebracht.

15, Wasdroger als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 8101288