NL8101048A - Xanthenonylesters van fosfor- en fosfonzuren. - Google Patents

Xanthenonylesters van fosfor- en fosfonzuren. Download PDF

Info

Publication number
NL8101048A
NL8101048A NL8101048A NL8101048A NL8101048A NL 8101048 A NL8101048 A NL 8101048A NL 8101048 A NL8101048 A NL 8101048A NL 8101048 A NL8101048 A NL 8101048A NL 8101048 A NL8101048 A NL 8101048A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ethyl
propyl
hours
phosphorothiolothionate
xanthen
Prior art date
Application number
NL8101048A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Velsicol Chemical Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Velsicol Chemical Corp filed Critical Velsicol Chemical Corp
Publication of NL8101048A publication Critical patent/NL8101048A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D311/00Heterocyclic compounds containing six-membered rings having one oxygen atom as the only hetero atom, condensed with other rings
    • C07D311/02Heterocyclic compounds containing six-membered rings having one oxygen atom as the only hetero atom, condensed with other rings ortho- or peri-condensed with carbocyclic rings or ring systems
    • C07D311/78Ring systems having three or more relevant rings
    • C07D311/80Dibenzopyrans; Hydrogenated dibenzopyrans
    • C07D311/82Xanthenes
    • C07D311/84Xanthenes with hetero atoms or with carbon atoms having three bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. ester or nitrile radicals, directly attached in position 9
    • C07D311/86Oxygen atoms, e.g. xanthones
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07FACYCLIC, CARBOCYCLIC OR HETEROCYCLIC COMPOUNDS CONTAINING ELEMENTS OTHER THAN CARBON, HYDROGEN, HALOGEN, OXYGEN, NITROGEN, SULFUR, SELENIUM OR TELLURIUM
    • C07F9/00Compounds containing elements of Groups 5 or 15 of the Periodic Table
    • C07F9/02Phosphorus compounds
    • C07F9/547Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom
    • C07F9/655Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom having oxygen atoms, with or without sulfur, selenium, or tellurium atoms, as the only ring hetero atoms
    • C07F9/6552Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom having oxygen atoms, with or without sulfur, selenium, or tellurium atoms, as the only ring hetero atoms the oxygen atom being part of a six-membered ring
    • C07F9/65522Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom having oxygen atoms, with or without sulfur, selenium, or tellurium atoms, as the only ring hetero atoms the oxygen atom being part of a six-membered ring condensed with carbocyclic rings or carbocyclic ring systems
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N57/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic phosphorus compounds
    • A01N57/02Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic phosphorus compounds having alternatively specified atoms bound to the phosphorus atom and not covered by a single one of groups A01N57/10, A01N57/18, A01N57/26, A01N57/34
    • A01N57/08Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing organic phosphorus compounds having alternatively specified atoms bound to the phosphorus atom and not covered by a single one of groups A01N57/10, A01N57/18, A01N57/26, A01N57/34 containing heterocyclic radicals
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D335/00Heterocyclic compounds containing six-membered rings having one sulfur atom as the only ring hetero atom
    • C07D335/04Heterocyclic compounds containing six-membered rings having one sulfur atom as the only ring hetero atom condensed with carbocyclic rings or ring systems
    • C07D335/10Dibenzothiopyrans; Hydrogenated dibenzothiopyrans
    • C07D335/12Thioxanthenes
    • C07D335/14Thioxanthenes with hetero atoms or with carbon atoms having three bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, e.g. ester or nitrile radicals, directly attached in position 9
    • C07D335/16Oxygen atoms, e.g. thioxanthones
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07FACYCLIC, CARBOCYCLIC OR HETEROCYCLIC COMPOUNDS CONTAINING ELEMENTS OTHER THAN CARBON, HYDROGEN, HALOGEN, OXYGEN, NITROGEN, SULFUR, SELENIUM OR TELLURIUM
    • C07F9/00Compounds containing elements of Groups 5 or 15 of the Periodic Table
    • C07F9/02Phosphorus compounds
    • C07F9/547Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom
    • C07F9/6553Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom having sulfur atoms, with or without selenium or tellurium atoms, as the only ring hetero atoms
    • C07F9/655363Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom having sulfur atoms, with or without selenium or tellurium atoms, as the only ring hetero atoms the sulfur atom being part of a six-membered ring
    • C07F9/655372Heterocyclic compounds, e.g. containing phosphorus as a ring hetero atom having sulfur atoms, with or without selenium or tellurium atoms, as the only ring hetero atoms the sulfur atom being part of a six-membered ring condensed with carbocyclic rings or carbocyclic ring systems

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Biochemistry (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)

Description

* , V1- i~ i
Xanthenonylesters van fosfor- en fosfonzuren.
De uitvinding heeft betrekking op nieuwe chemische verbindingen met de algemene formule 1, waarin R^ en elk onafhankelijk worden gekozen uit halogeen, alkyl, halogeenalkyl, nitro, alkylsulfinyl, alkylsulfonyl en cyano, k en m voorstalen 5 gehele getallen van 0-3, Q wordt gekozen uit zuurstof en zwavel, Y wordt gekozen uit zuurstof en zwavel, R^ wordt gekozen uit alkyl en een groep met de formule la, waarin R,. wordt gekozen uit halogeen, alkyl, halogeenalkyl, nitro en cyano, en n voorstdt een geheel getal van 0-3, R4 wordt gekozen uit alkyl, alkoxy, 10 alkylthio, amino, alkylamino, dialkylamino en een groep met de formule lb, waarin R- wordt gekozen uit halogeen, alkyl, halo-
O
geenalkyl, nitro en cyano en p voorstelt een geheel getal van 0-3, en A en B elk afzonderlijk worden gekozen uit zuurstof en zwavel, waarbij, indien R4 alkoxy voorstelt, een van de groepen 15 A en B zwavel moet zijn.
Deze verbindingen zijn bruikbaar als insecticiden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding worden R^ en R£ elk afzonderlijk gekozen uit halogeen, 20 lager alkyl, h.ger halogeenalkyl, nitro, lager alkylsulfinyl, lager alkylsulfonyl en cyano, stellen k en m gehele getallen van 0-3 voor, wordt Q gekozen uit zuurstof en zwavel, Y gekozen uit zuurstof en zwavel, R^ gekozen uit lager alkyl en een groep met de formule la, waarin R_ wordt gekozen uit halogeen, lager alkyl, 3 25 lager halogeenalkyl, nitro en cyano en n een geheel getal voorstelt van 0-3, wordt R4 gekozen uit lager alkyl, lager alkoxy, lager alkylthio, amino lager alkylamino, di(lager aljyl)amino en een groep met de formule lb, waarin Rg wordt gekozen uit halogeen, lager alkyl, lager halogeenalkyl, nitro en cyano en p voorstelt 30 een geheel getal van 0-3, en worden A en B elk afzonderlijk gekozen uit zuurstof en zwavel, waarbij, indien R4 alkoxy voorstelt, één van de groepen A en B zwavel moet zijn.
De hier gebruikte uitdrukking "lager" heeft be- 8101048 t i - 2 - trekking op een rechte of vertakte koolstofketen met tot 6 koolstof atomen.
De verbindingen volgens de uitvinding kunnen worden bereid door reactie van een verbinding met de formule 2, waar-5 in R^, k en m, Q en Y de boven aangegeven betekenissen bezitten, met een verbinding met de formule 3, waarin R^, R^, A en B de boven aangegeven betekenissen bezitten. Deze reactie kan worden uitgevoerd door oplossen of suspenderen in een inert reactie-medium, zoals acetonitril of tetrahydrofuran, van de verbinding met ~ 10 de formule 2, samen met een zuuracceptor, zoals kaliumcarbonaat of triethylamine. Aan deze oplossing/suspensie wordt vervolgens onder roeren bij een temperatuur van ongeveer 0-40°C de verbinding met de formule 3 toegevoegd. Het reactiemengsel kan gedurende een periode van verscheidene uren na de toevoeging worden geroerd teneinde 15 het volledig aflopen van de reactie te verzekeren, de zuuraccep-tor-zouten kunnen vervolgens worden afgefiltreerd en het gewenste produkt kan onder toepassing van standaardprocedures worden geïsoleerd en gezuiverd.
De verbinding met de formule 2, waarin Y zuurstof . 20 voorstelt, kan worden bereid volgens reactieschema A, waarin Rj, R2, k, m en Q de bovenaangegeven betekenissen bezitten.
De alkoxygroep van de verbinding met de formule 5 kan een willekeurige lagere alkoxygroep zijn, maar is bij voorkeur een methoxygroep. Ook moet de verbinding met de formule 5 25 tenminste één waterstofatoom op de ortho-plaats ten opzichte van de -QH-groep bevatten.
De plaats van de hydroxylgroep van de verbinding met de formule 2 wordt bepaald door de plaats van de alkoxygroep met betrekking tot de -QH-groep van de verbinding met de formule 30 5, zodat deze verbinding wordt gekozen ter verkrijging van een verbinding met de formule 2 met de gewenste structuur. Wanneer echter de beide ortho-plaatsen ten opzichte van de -QH-groep van de verbinding met de formule 5 zijn bezet door waterstofatomen wordt een mengsel van positie-lsomeren van de verbinding met de 35 formule 7 en dus van de verbinding met de formule 2 gevormd.
Deze isomeren kunnen worden gescheiden en het gewenste isomeer van 8101048 sr * η 3 τ de verbinding met de formule 2 kan onder toepassing van in de techniek bekende methodes, zoals gefractioneerde kristallisatie, differentiële solubilisatie, vloeistofchromatografie met hoog scheidingsvermogen en dergelijke, worden geïsoleerd.
5 Bij de uitvoering van de bovengenoemde reacties worden de verbindingen met de formule 4 en 5 opgelost in een inert reactiemedium, zoals 1-pentanol, worden een koperkatalysator (bij voorkeur bereid volgens de methode van P.H. Gore en G.K.
Hughes, Journal of the Chemical Society, 1615 (1959), waarbij 10 koper-metaal wordt geprecipiteerd uit kopersulfaat-oplossing door zinkstof) en kaliumcarbonaat toegevoegd en wordt het mengsel bij de terugvloeitemperatuur van het oplosmiddel gedurende een periode van ongeveer 0,5-8 uren geroerd en verhit.
De behandeling van het niet-gecycliseerde con-15 densatieprodukt, de verbinding met de formule 6, met geconcentreerd zwavelzuur bewerkstelligt de ringsluiting daarvan tot de verbinding met de formule 7. Een inert reactiemedium, zoals acetylchlo-ride, wordt gebruikt en de reactie wordt uitgevoerd bij kamertemperatuur of enigszins verhoogde temperaturen gedurende een 20 periode van ongeveer 0,5-2 uren.
De verbinding met de formule 2 is in de techniek algemeen bekend en kan worden bereid door behandeling van de verbinding met de formule 7, in een inert reactiemedium, zoals tolueen, met watervrij aluminiumchloride bij een temperatuur van 25 80-90°C gedurende een periode van ongeveer 2-4 uren. Chloorwater- stofzuur bij een concentratie van ongeveer 6N wordt vervolgens toegevoegd en het mengsel wordt bij een temperatuur van 80-90°C gedurende een periode van ongeveer 2-4 uren geroerd.
De verbinding met de formule 2, waarin Y zwavel 30 voorstelt, kan worden bereid volgens reactieschema B, waarin , R2, k, m en Q de bovenaangegeven betekenissen bezitten. De verbinding met de formule 7 wordt zonder verdunningsmiddelen gemengd met P2S5 en verhit op een temperatuur van ongeveer 130-140°C gedurende een periode van ongeveer 0,5-4 uren. Het niet-gerea-35 geerde P2S5 verwijderd door hydrolyse met water; de verbin ding met de formule 9 kan vervolgens worden herkristalliseerd 8101048
i V
- 4 - onder gebruikmaking van bijvoorbeeld ethanol. De verbinding met de formule 10 kan worden bereid door behandeling van de verbinding met de formule 9 met watervrij aluminiumchloride als hierboven beschreven voor de bereiding van de verbinding met de formule 2 5 uit de verbinding met de formule 7.
Voorbeelden van verbindingen met de formule 3, die geschikt zijn voor de bereiding van de verbindingen volgens de uitvinding, zijn O-ethyl-S-propylfosforochloridothiolaat, O-ethyl S-propyl fosforochloridothiolothionaat, O-(2.4-dicyano- " 10 fenyl) S-propyl fosforochloridothiolaat, 0-(3.4.5-trichloorfenyl) S-propyl fosforochloridothiolothionaat, S-ethyl S-propyl fosforochloridothiolaat, S-butyl S-pentyl fosforochloridodithiolothio-naat, S-pentyl ethylfosfonochloridothiolaat, S-(3-nitrofenyl) (3-chloorfenyl) fosfonochloridothiolothionaat, 0-(2.3-dimethyl-15 fenyl) S-butyl fosforochloridothiolaat, O-ethyl O-butyl fosforo-chloridothlonaat, 0-(4-chloor-5-methylfenyl) O-propyl fosforo-chloridothionaat, O-ethyl S-propyl fosforochloridothiolothionaat, O-ethyl ethylfosfonochloridothiolaat, O-ethyl N.N-dimethylfosfor-amidochloridaat, S-propyl N.N-diethylfosforamidochloridothiolaat, 20 S-pentyl N.N-dihexylfosforamidothiolothionaat, O-butyl N-butylfosfor-amidochloridaat, S-hexyl fosforamidochloridothiolaat en dergelijke.
Voorbeelden van verbindingen met de formule 4, die geschikt zijn voor de bereiding van de verbindingen volgens 25 de uitvinding, zijn 2-chloorbenzoëzuur, 2-chloor-3-cyanobenzoëzuur, 2- chloor-4.5-dimethylbenzoëzuur, 2,3,5-trichloorbenzoëzuur, 2-chloor- 4- (trifluormethyl) benzoëzuur, 2-chloor-2-methyl-3-ethylsulfinylben-zoëzuur, 2.3.4-trichloor-4-ethylsulfonylbenzoëzuur, 2.4-dichloor- 3- methyl-4-chloor-5-cyanobenzoëzuur, 2-chloor-5-nitrobenzoëzuur 30 en dergelijke.
Voorbeelden van verbindingen met de formule 5, die geschikt zijn voor de bereiding van de verbindingen volgens de uitvinding, zijn 2-methoxyfenyl, 2-methoxy-3.4-dichloorfenol, 2-methoxy-4.5-dimethylfenol, 2-methoxy-5-nitrofenol, 2-methoxy-3-35 (trifluormethyl)fenol, 2-methoxy-4-ethy1su1finy1feno1, 2-methoxy-3.5-dicyanofenol, 2-methoxy-3,4.5-tribroomfenol, 2-methoxy-4-ethyl- 8101048 3 * - 5 - sulfonylfenol, 2-methoxy-4-cyanobenzeenthiol, 2-methoxy-3.4-di-nitrobenzeenthiol, 2-methoxy-3-trichloormethyl-4-ethylbenzeen-thiol, 2-methoxy-4-ethylsulfinylbenzeenthiol, 2-methoxy-4-methyl- 5-propylsulfonylbenzeenthiol, 2-methoxy-3.4-dichloorbenzeen-5 thiol, 3-methoxy-4-broomfenol, 3-methoxy-5.6-dinitrofenol, 3-methoxy-4.5-dicyanofenol, 3-methoxy-4-butylsulfinylfenol, 3-methoxy-5-ethyl-6-(trifluormethyl)fenol, 3-methoxy-4-propy1-sulfonylfenol, 2.5-dibroom-3-methoxyfenol, 3-methoxyfenol, 2.4-dichloor-3-methoxybenzeenthiol, 2.5-dicyano-3-methoxybenzeen- 10 thiol, 3-methoxy-5-butylsulfonylbenzeenthiol, 3-methoxy-4.5.6-trichloorbenzeenthiol, 2-trifluormethyl-3-methoxybenzeenthiol, 3'-methaxy-5-butylsulfinylbenzeenthiol, 4-methoxyfenol, 2-chloor- 3- ethyl-4-methoxyfenol, 3-nitro-4-methoxyfenol, 2-(1-ethyl-propyl)-3-cyano-4-methoxyfenol, 2.3-dibutyl-4-methoxyfenol, 15 3-ethylsulf onyl-4-methoxyfenol, 4-methoxy-5-butylsulfonylfenol, 4- methoxy-5-trifluormethylfenol, 2.3-dichloor-5-(2-ethylbuty1)-benzeenthiol, 3-cyano-4-methoxybenzeenthiol, 2-ethyl-3-(trifluormethyl) benzeenthiol, 3-nitro-4-methoxybenzeenthiol, 2-propyl-sulfinyl-4-methoxybenzeenthiol, 3-broom-4-methoxy-5-ethylsulfo- 20 nylbenzeenthiol en dergelijke.
De uitvinding wordt verder toegelicht maar niet beperkt door de volgende voorbeelden.
Voorbeeld I
Bereiding van O.O-diëthyl-O- (xantheen-9-on-2-yl)-fosforothionaat.
25 2-hydroxyxantheen-9-on (1,0 g? 0,0047 mol), 0,0- diëthylfosforochloridothionaat (0,89 g; 0,0049 mol), aceto-nitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (1,94 g; 0,0047 mol) werden gebracht in een glazen reactievat, voorzien vein een mechanische roerder en thermometer. Het reactiemengsel werd vervolgens bij 30 een temperatuur vein ongeveer 40-45°C gedurende een periode van ongeveer 16 uren geroerd. Er werd een precipitaat gevormd en dit werd afgefiltreerd en gewassen met acetonitril en de wasvloeistoffen werden toegevoegd aan het filtraat. Een gelijk volume acetonitril werd toegevoegd aan de gecombineerde acetonitril-oplos- 35 singen en silicagel (2 g) werd toegevoegd en de suspensie werd gedurende een periode van ongeveer 1,5 uren bij kamertemperatuur 8101048 - 6 - i * geroerd. De silicagel werd afgefiltreerd, het filtraat werd behandeld met geactiveerde houtskool, opnieuw afgefiltreerd en het oplosmiddel gestript op een roterende verdamper (70OC, 15 mm Hg), waarbij een bruine olie werd verkregen. Deze olie werd op-5 gelost in een 1:1 mengsel van chloroform/cyclohexaan (16 ml), silicagel (2 g) werd toegevoegd en de suspensie werd gedurende 2,5 uren bij kamertemperatuur geroerd. De silicagel werd afgefiltreerd, gewassen met tolueen en de wasvloeistoffen werden gecombineerd met het filtraat. Het oplosmiddel werd uit het fil- - 10 traat gestript, waarbij het gewenste produkt, O.O-diëthyl-O-(xanthen-9-on-2-yl) fosforothionaat, werd verkregen.
Element-analyse:
Theoretisch: C 56,04 %, H 4,70 %, P 8,50 %
Gevonden : C 55,76 %, H 4,73 %, P 8,5 %.
15 Voorbeeld II
Bereiding van O-ethyl-O-(xanthen-9-on-2-yl)-S-propyl-f osforothiolaat.
2-hydroxyxanthen-9-on (1,4 g; 0,0066 mol) werd gesuspendeerd in methyleenchloride (10 ml) en druppelsgewijze 20 over een periode van ongeveer 5 minuten toegevoegd aan een oplossing van 0»·ethyl S-propyl-fosforochloridothiolaat in methyleenchloride (15 ml), bij een temperatuur van ongeveer 0°C, aanwezig in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. Het reactiemengsel werd vervolgens afgekoeld tot
O
25 ongeveer -65 C en triethylamine (0,67 g) in methyleenchloride (2 ml) werd toegevoegd. Het reactiemengsel werd bij een temperatuur van ongeveer 10°C gedurende een periode van ongeveer 2 uren geroerd. Na de handhaving van de temperatuur op kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 16 uren werd het mengsel ver-30 dund met een gelijk volume methyleenchloride en werd deze oplossing gewassen met koud water (porties van 3-30 ml), gedroogd met fasescheidingspapier, behandeld met geactiveerde koolstof en afgefiltreerd. Het oplosmiddel werd gestript op een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg), waarbij een bruine olie werd verkre-35 gen, die vast werd. Deze olie werd toegevoegd aan 5 volumina diisopropylether en het mengsel werd onder terugvloeikoeling verhit, afgekoeld en afgefiltreerd. De ether werd gestript in een 8101048 roterende verdamper, waarbij een gele olie werd verkregen. De gele olie werd opgelost in een oplosmiddel, bestaande uit 60 volumina chloroform en 40 volumina cyclohexaan. Silicagel (2 g) werd aan deze oplossing toegevoegd en het mengsel werd gedurende 5 een periode van ongeveer 1 uur bij kamertemperatuur geroerd en vervolgens afgefiltreerd. De silicagel werd gewassen met 1,0 ml chloroform/cyclohexaan (volumeverhouding 60:40) en de wasvloei-stoffen werden gecombineerd met het filtraat. Het oplosmiddel werd gedeeltelijk gestript met een roterende verdamper en het 10 concentraat werd gechromatografeerd over een silicagel-kolom onder gebruikmaking van ethylacetaat/cyclohexaan (volumeverhouding 40:60) als elueermiddel. De fracties, bevattende het gewenste prodokt,verden geïdentificeerd door infrarood- en NMR-analyse. Deze fracties werden gecombineerd en het oplosmiddel 15 werd gestript op een roterende verdamper, waarbij het gewenste produkt, 0-ethyl 0-(xanthen-9-on-2-yl) S-propyl-fosforothiolaat, als een lichtgele olie, die bij staan kristalliseerde, werd verkregen.
Elementair analyse: 20 Theoretisch: C 57,13 %, H 5,06 %, P 8,19 %
Gevonden : C 57,13 %, H 5,10 %, P 7,75 %.
Voorbeeld III
Bereiding van O-fenyl-O- (xanthen-9’-on-2-yl) S-propylfosforo-thlolaat.
25 2-hydroxyxanthen-9-on (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kalivmcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. O-fenyl-S-propyl-fosforochloridothiolaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamer-30 temperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt gestript uit het filtraat onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). 35 Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cycloehxaan (volumeverhouding 1:1). Deze oplos- 8101048 - 8 - sing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij 5 men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk 0-fenyl-O-(xanthen-9-on-2-yl)-S-propylfosforothiolaat.
Voorbeeld IV
Bereiding van O-(xanthen-9-on-2-yl)-S-nitrofenyl)-S-propyl-fosforodithiolaat.
10 2-hydroxyxanthen-9-on, (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. S-(4-nitrofenyl)-S-propyl-fosforochloridodithiolaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roe-15 ren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende ver-20 damper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volume-verhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 4 uren en vervolgens, afgefiltreerd. Het oplosmiddel 25 wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk 0-(xanthen-9-on-2-yl) S-(nitrofenyl) S-propylfosforodi-thiolaat.
Voorbeeld V
30 Bereiding van O-ethyl 0-(xanthen-9-on-thion-2-yl) S-propyl-fosforothiolothionaat.
2-hydroxyxanthen-9-thion (1,97 g; 0,009 mol) en acetonitril (120 ml) werden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder, thermometer en terugvloei-35 koeler, en het xantheenthion werd in oplossing gebracht door verhitting onder terugvloeikoeling gedurende een periode van onge- 8101048 r 9 ^ veer 1 uur. De oplossing werd afgekoeld tot kamertemperatuur/ vervolgens behandeld met geactiveerde koolstof, afgefiltreerd en gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. Kaliumcarhonaat (1,2 g) en O-ethyl S- 5 propyl-fosforochloridothiolothionaat (1,74 g) werd toegevoegd aan het reactievat en het mengsel werd bij een temperatuur van o ongeveer 30-35 C gedurende een periode vein ongeveer 24 uren geroerd. Het reactiemengsel werd vervolgens verwarmd tot een temperatuur van ongeveer 50°C en gedurende een periode van nog onge-10 veer 7 uren geroerd. Het reactiemengsel werd afgefiltreerd en het oplosmiddel werd uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg), waarbij een olie werd verkregen. Deze olie werd opgelost in een oplosmiddel, bestaande uit 6,5 volumina chloroform en 93,5 volumina cyclohexaan 15 (40 ml); silicagel (4 g) werd toegevoegd en het mengsel werd gedurende een periode van ongeveer 2,5 uren bij kamertemperatuur geroerd. De oplossing werd af gefiltreerd, het filtraat behandeld met geactiveerde koolstof en weer afgefiltreerd, het oplosmiddel werd gestript op een roterende verdamper, waarbij het gewenste 20 produkt werd verkregen, namelijk O-ethyl O-(xanthen-9-thion-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat Elementair analyse:
Theoretisch: C 52,67, H 4,66, P 7,55 %
Gevonden : C 52,25, H 4,68, P 7,37 %.
25 Voorbeeld VI
Bereiding van O- (xanthen-9-thion-2-yl) -S-ethyl fenylfosfonothio-laat 2-hydroxyxanthen-9-thion (0,01 mol), aceto-nitril (25 ml) en kaliumcarhonaat (0,01 mol) worden gebracht in 30 een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. S-ethyl-fenylfosfonochloridothiolaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertempera tuur en af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat ge 8101048 » τ* J.Q r> stript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volumeverhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel 5 (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij het gewenste produkt wordt verkregen, namelijk 0-(xanthen-9-thion-2-yl) S-ethyl fenylfosfonothiolaat.
10 Voorbeeld VII
Bereiding van O-ethyl O-(xanthen-9-thion-2-yl)-S-propyl-fosforothiolaat 2- hydroxyxanthen-9-thion (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een gla- 15 zen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. O-ethyl-S-propyl-fosforochloridothiolaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 20 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertempera tuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig material ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volumeverhouding 1:1).
25 Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij het gewenste produkt wordt verkregen, namelijk O-ethyl 0-(xanthen-30 9-thion-2-yl) S-propyl fosforothiolaat.
Voorbeeld VIII
Bereiding van O-ethyl 0-(xanthen-9-on-3-yl) S-propyl fosforo-thiolothionaat 3- hydroxyxanthen-9-on (1,48 g; 0,007 mol) en 35 acetonitril (20 ml) werden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. Aan dit mengsel 8101048 , ν- JU. v werden bij kamertemperatuur toegevoegd kaliumcarbonaat (0,97 g, 0,007 mol) en een oplossing van O-ethyl S-propyl-fosforochlorido-thiolothionaat (1,41 g, 0,007 mol) in acetonitril. Het reactie-mengsel werd gedurende een periode van ongeveer 54 uren bij een 5 temperatuur van ongeveer 50°C geroerd. Het reactiemengsel werd afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. De af gefiltreerde vaste stof werd gewassen met acetonitril (10 ml) en de wasvloeistoffen werden gecombineerd met het filtraat. Het gecombineerde filtraat/wasvloeistoffen werden geconcentreerd op een ro-10 terende verdamper, waarbij een geelbruine olie werd verkregen.
Deze olie werd opgelost in aceton (5 ml), cyclohexaan (95 ml) werd toegevoegd en vervolgens werden 5 g silicagel toegevoegd. Het mengsel werd gedurende een periode van 1 uur bij kamertemperatuur geroerd, af gefiltreerd, de silicagel gewassen met aceton/cyclo-15 hexaan (volumeverhouding 5:95), de wasvloeistoffen gecombineerd met het filtraat en het oplosmiddel verwijderd uit het gecombineerde filtraat-wasvloeistoffen op een roterende verdamper, waarbij het gewenste produkt werd verkregen, namelijk O-ethyl 0-(xan-then-9-on-3-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, als een gele olie. 20 Elementair analyse:
Theoretisch: C 54,86 %, H 4,85 %, P 7,85 %
Gevonden : C 55,57 %, H 4,99 %, P 7,41 %.
Voorbeeld IX
Bereiding van O-ethyl 0-(xanthen-9-on-3-yl) S-(3.5-dichloor-25 fenyl)-fosforothiolothionaat 3-hydroxyxanthen-9-on (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. O-ethyl S-(3.5-dichloorfenyl)fosforothiolothionaat (0,01 30 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode vein ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer o 35-50 C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat 35 · gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer 8101048
V
- 12 - opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volumeverhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het fil-5 traat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij het gewenste produkt wordt verkregen, namelijk O-ethyl
O- (xanthen-9-on-3-yl) -S- (3.5-dichloorf eny 1) f osf orothiolothionaat. Voorbeeld X
Bereiding van 0-(xanthen-9-on-4~yl)-S-fenyl fenylfosfonothido-10 thionaat 4-hydroxyxanthen-9-on, (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. S-fenyl-fenylfosfonochloridothiolothionaat (0,01 mol) in 15 acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt gestript uit het filtraat 20 onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg) . Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volumeverhouding 1:1}. Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens 25 afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk O-(xanthen-9-on-4-yl) S-fenyl fenylf osfonothiolothionaat.
Voorbeeld XI
30 Bereiding van O-ethyl O-(xanthen-9-on-4-yl)-g. 4.6-trlchloorfenyl)-fosfonaat.
4-hydroxyxanthen-9-on (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0f01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer.
35 O-ethyl-(2.4.6-trichloorfenyl) fosfonochloridaat (0,01 mol) in acetonitril (5 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamer- 8101048 - -13 - temperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat 5 gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volumeverhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren 10 en vervolgens af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking vein een roterende verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk O-ethyl O-(xanthen-9-on-4-yl) (2.4.6-trichloorfenyl)fosfonaat.
Voorbeeld XII
15 Bereiding van O-ethyl 0-(3.6-dimethylxanthen-9-on-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat 2-hydroxy-3.6-dimethylcanthen-9-on (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder 20 en thermometer. O-ethyl-S-propyl-fosforochloridothiolothionaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van o ongeveer 35-50 C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot ka-25 mertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volumeverhouding Isl). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silica-30 gel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk O-ethyl 0-(3.6-dimethylxanthen-9-on-2-yl) S-propyl fosforothiolo-35 thionaat.
8101048 - 14 -
Voorbeeld XIII
Bereiding van O- (3.6-dimethylxanthen-9-on-2-yl) S-ethyl (2.6-dicyanofenyl)fosfonotfaiolothionaat.
2- hydroxy-3.6-dimethylxanthen-9-on (0,01 mol), 5 acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. S-ethyl (2.6-dicyanofenyl)fosfonochloridothiolo-thionaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel 10 wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane resi-15 du wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volume- verhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende 20 verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk 0-(3.6-dimethylxanthen-9-on-2-yl) S-ethyl (2.6-dicyanofenyl)-fosfonothiolothionaat.
Voorbedd XIV
Bereiding van 0-hexyl 0-(3-nitroxanthen-9-on-4-yl)-S-(2-methyl-4-25 broomf enyl)fosforothiolothionaat 3- nitro-4-hydroxyxanthen-9-on (0,01 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. O-hexyl S-(2-methyl-4-broomfenyl)fosforochlorido-30 thiolothionaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmid-35 del wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterendejverdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vlucht^; materiaal 8101048 - 15 - ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclo-hexaan (volumeverhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens af gefiltreerd. Het 5 oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk O-hexyl o-(3-nitroxanthen-9-on-4-yl) S-(2-methyl-4-broorafenyl)fosforothiolothionaat.
Voorbeeld XV
10 Bereiding van O-(3-nitroxanthen-9-on-4-yl)-S-ethyl(4-tri-fluormethylfenyl? fosfonothiolothionaat.
3-nitro-4-hydroxyxanthen-9-on (0,01 mol), aceto-nitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en 15 thermometer. S-ethyl (4-trifluormethylfenyl)fosfonochlorido- thiolothionaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd, Het reac-tiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een temperatuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervol-20 gens afgekoeld tot kamertemperatuur en afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/ cyclohexaan (volumeverhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervol-25 gens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking vein een roterende verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk O- (3-nitroxanthen-9~on-4-yl} S-ethyl (4-tri-30 fluormethylfenyl)fosfonothiolothionaat.
Voorbeeld XVI
Bereiding van O-ethyl-O-(4-cyanoxanthen-9-on-3-yl)-4-chloor-fenylfosfonothionaat♦ 1-hydroxyr^T-nitro—6-cyanoxanthen-9-on (0,01 35 mol), acetonitril (25 ml) en kaliumcarbonaat (0,01 mol) worden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische 8101048 f * - 16 - roerder en thermometer. O-ethyl (4-chloorfenyl)fosfonochlorido-thionaat (0,01 mol) in acetonitril (6 ml) wordt druppelsgewijze onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel wordt gedurende een periode van ongeveer 48 uren bij een tempera-5 tuur van ongeveer 35-50°C geroerd. Het wordt vervolgens afgekoeld tot kamertemperatuur en af gefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper (70°C, 15 mm Hg). Het van vluchtig materiaal ontdane residu wordt weer opgelost in 25 ml chloroform/cyclohexaan (volume-10 verhouding 1:1). Deze oplossing wordt vervolgens gesuspendeerd met silicagel (2 g) bij kamertemperatuur gedurende een periode van ongeveer 2 uren en vervolgens afgefiltreerd. Het oplosmiddel wordt uit het filtraat gestript onder gebruikmaking van een roterende verdamper, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, 15 namelijk O-ethyl O-(4-nitro-6-cyanoxanthen-9-on-l-y1) 4-chloor-fenylfosfonothionaat.
Voorbeeld XVII
Bereiding van O-ethyl 0-(thioxanthen-9-on-2-yl)-S-propyl-fosforothiolothionaat.
20 2-hydroxythioxanthen-9-on (2,28 g, 0,01 mol), acetonitril (60 ml) en kaliumcarbonaat (1,38 g, 0,01 mol) werden gebracht in een glazen reactievat, voorzien van een mechanische roerder en thermometer. 0-ethyl S-propyl-fosforochloridothiodothio-naat (2,18 g, 0,01 mol) in acetonitril (3 ml) werd druppelsgewijze 25 onder roeren bij kamertemperatuur toegevoegd. Het reactiemengsel werd gedurende een periode van ongeveer 30 uren bij kamertemperatuur geroerd. Na afloop hiervan werd het reactiemengsel afgefiltreerd en het filtraat werd ter verwijdering van het oplosmiddel gestript onder gebruikmaking vein een roterende verdamper. Het 30 residu werd vervolgens onderworpen aan een kolom-chromatografie onder gebruikmaking van silicagel en een 25:75 mengsel van ethyl-acetaat en cyclohexaan. Het elueermiddel wordt door strippen van oplosmiddel ontdaan, waarbij men het gewenste produkt verkrijgt, namelijk O-ethyl 0-(thioxanthen-9-on-2-yl) S-propylfosforothiolo-35 thionaat als een olie.
8101048 - 17 -
Voorbeeld XVIII
Bereiding van O-ethyl O-(thioxanthen-9-on-2-yl) S-propylfosforo-thiolaat.
2-hydroxythixanthen-9-on (2 g, 0,009 mol), 5 tolueen (25 ml), tetrahydrofuran (25 ml) en triethylamine (0,89 g) werden gebracht in een reactievat, voorzien van roerder en thermometer. Het mengsel werd afgekoeld tot 0°C en O-ethyl-S-propyl-fosforochloridothiolaat (0,009 mol), opgelost in tolueen (16 ml), werd druppelsgewijze onder roeren toegevoegd. Nadat de 10 toevoeging was voltooid liet men het mengsel gedurende de nacht bij kamertemperatuur staan. Het mengsel werd vervolgens afgefiltreerd, door strippen van oplosmiddel ontdaan en het residu onder worpen aan een kolom-chromatografie onder gebruikmaking van een ethylacetaat-cyclohexaan (40:60)-mengsel. Het geëlueerde mate-15 riaal werd door strippen ontdaan van oplosmiddelen, waarbij het gewenste produkt werd verkregen, namelijk O-ethyl 0-(thioxanthen-9-on-2-yl) S-propyl-fosforothiolaat, in de vorm van een olie, die bij staan stolde tot een vaste stof met een smeltpunt van 57-60°C.
20 Verdere verbindingen volgens de uitvinding, diè bereid kunnen worden volgens de procedures van de bovenstaande voorbeelden, zijn O-ethyl 0-(5-trifluormethylxanthen-9-on-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, 0-(2-chloorfenyl) O-(7-ethylsulfo-nylxanthen-9-on-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat), O.O-di-25 propyl 0-(6-butylsulfinylxanthen-9-on-2-yl) fosforothionaat, O-ethyl 0-(2-chloor-7-nitroxanthen-9-on-4-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, 0- (3-nitrofenyl) 0-(2-chloor-6-nitro-7-ethylxanthen-g-on-4-yl) S-propyl fosforothionaat, O-ethyl 0-(3-chloorxanthen-9-on-2-yl) S-propyl fosforothiolaat, O-ethyl O-(xantheen-9-thion-30 2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, O-ethyl 0-(3-chloorxanthen- 9-thion-2-yl) S-propulfosforothiolaat, 0-(3.4-dimethyl-7-cyano-xanthen-9-on-l-yl) S-pentyl S-hexyl fosforothiolothionaat, O-ethyl 0-(4-ethylsulfinyl-8-ethylxanthen-9-on-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat , 0-hexyl 0-(1.4.6.7-tetramethylxanthen-9-on-3-35 yl) S-butyl fosforothiolaat, 0-(2.7-dicyanoxanthen-9-on-4-yl) I : S-ethyl fenylfosfonothiolothionaat, O-ethyl 0-(2-nitro-6.7-di- 8101048 - 18 - chloorxanthen-9-on-2-y1) S-propyl fosforothiolothionaat, 0-(1,4-dimethyl-5.8-dinitroxanthen-9-on-3-yl)-S-ethyl-S-propyl fosforothiolothionaat, 0-(6.7-dimethylxanthen-9-thion-2-yl) S-ethyl S-propyl fosforodithiolothionaat, O-(4-nitro-5-cyano-6-5 chloorxanthen-9-thion-l-yl) S-butyl S-pentyl fosforodithiolothionaat, 0-ethyl O-(1.4-dipropyl-6,7-dichloorxanthen-9-thion-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, 0-methyl 0-(4-cyano-6.7-dichloorcanthen-9-thion-3-yl) S-butyl fosforothionaat, 0-(6.7.8-trimethylxanthen-9-thion-4-yl) S-ethyl S-butyl fosforodithiolaat, 10 0-ethyl 0-(4-trifluormethylxanthen-9-thion-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, O-ethyl 0-(6-ethylsulfonylxanthen-9-thion-l-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, 0-(8-propylsulfinylxanthen-9-thion-2-yl) S.S-dipropyl fosforodithiolothionaat, 0-ethyl 0-(xanthen-9-on-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat, 0-pentyl 15 0-(2-ethyl-6-chloorxanthen-9-on-l-ylJ S-propyl fosforothiolothionaat, 0-ethyl 0-(5-chloorxanthen-9-on-2-yl) N.N-dimethylfosfor-amidaat, 0-(6-methylxanthen-9-on-2-yl) S-butyl N,N-dipentylfosfor-amidothiolaat, 0-(8-ethylsulfinylxanthen-9-on-2-yl) S-hexyl N-propylfosforamidothiolaat, 0-(2-butylxanthen-9-on-2-yl) S-propyl 20 fosforamidothiolothionaat en dergelijke.
Voor de praktische toepassing als insecticiden worden de verbindingen volgens de uitvinding in het algemeen opgenomen in insecticide preparaten, die een inerte drager en een insecticide toxische hoeveelheid van een dergelijke verbinding 25 bevatten. Dergelijke insecticide preparaten of samenstellingen maken het mogelijk de actieve verbinding op geschikte wijze in een willekeurige gewenste hoeveelheid aan te brengen op de door insecten geteisterde plaats. Deze preparaten kunnen vaste stoffen, zoals stuifselmaterialen, korrels of bevochtigbare 30 poeders, of vloeistoffen, zoals oplossingen, aerosolen of emul-geerbare concentraten, zijn.
Stuifsel-materialen kunnen bijvoorbeeld worden bereid door malen en mengen van de actieve verbinding met een vaste inerte drager, zoals talksoorten, kleisoorten, silica's, 35 pyrofylliet en dergelijke. Korrelvormige preparaten kunnen worden bereid door impregnering van de verbinding, gewoonlijk opgelost 8101048 - 19 - in een geschikt oplosmiddel, op en in gegranuleerde dragers, zoals de attapulgieten of de venniculieten, gewoonlijk met een deeltjes-groottetraject van ongeveer 0,3-1,5 mm. Bevochtigbare poeders, die in water en/of olie tot een willekeurige gewenste concentratie 5 van de actieve verbinding kunnen worden gedispergeerd, kunnen worden bereid door opneming van Bevochtiglngsmiddelen in geconcentreer-de stuifselpreparaten.
In sommige gevallen zijn de actieve verbindingen in voldoende mate oplosbaar in gebruikelijke organische oplosmid-10 delen, zoals keroseen of xyleen, zodat zij direct als oplossingen in deze oplosmiddelen kunnen worden gebruikt. Dikwijls kunnen oplossingen van insecticiden worden gedispergeerd onder superatmos-ferische druk als aerosolen. De vloeibare insecticide preparaten, die de voorkeur genieten, zijn echter emulgeerbare concentraten, 15 die een actieve verbinding volgens de uitvinding en als inerte drager een oplosmiddel en een emulgeermiddel bevatten. Dergelijke emulgeerbare concentraten kunnen worden versneden met water en/of olie tot een willekeurige gewenste concentratie van de actieve verbinding ter aanbrenging als spray’s (sproelsels) op de door 20 insecten geteisterde plaats. De in deze concentraten meest algemeen gebruikte emulgeermiddelen zijn niet-ionische oppervlak-actie-ve middelen of mengsels van niet-ionische met anionische opper-vlak-actieve middelen.
Een typisch insecticide preparaat volgens de uit-25 vinding wordt geïllustreerd door het volgende voorbeeld, waarin de hoeveelheden zijn aangegeven in gewichtsdelen.
Voorbeeld XIX
Bereiding van een stuifselpreparaat
Produkt van voorbeeld I 10 30 Poedervormige talk 90
De bovengenoemde bestanddelen worden gemengd in een mechanische maler-menger en worden gemalen totdat een homogeen vrijvloeiend stuifselmateriaal met de gewenste deeltjesgrootte is verkregen. Dit stuifselmateriaal is geschikt voor de direc-35 te aanbrenging op de door insecten geteisterde plaats.
De verbindingen volgens de uitvinding kunnen op 8101048 - 20 - een willekeurige in de techniek bekende wijze als insecticiden worden toegepast. Een werkwijze voor de vernietiging van insecten omvat de aanbrenging op de door insecten geteisterde plaats van een insecticide preparaat, bevattende een inerte drager en, als 5 essentieel actief bestanddeel, in een hoeveelheid, die toxisch is voor de betreffende insecten, een verbinding volgens de uitvinding. De concentratie van de nieuwe verbindingen volgens de uitvinding in de insecticide preparaten zal in sterke mate variëren met het type preparaat en met het doel waarvoor het bestemd is, maar 10 in het algemeen zullen de insecticide preparaten ongeveer 0,05 tot ongeveer 95 gew.% van de actieve verbindingen volgens de uitvinding bevatten. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zullen de insecticide preparaten ongeveer 5-75 gew.% van de actieve verbinding bevatten. De preparaten kunnen eveneens 15 verdere stoffen, zoals andere pesticiden, stabilisators, sprei- dingsmiddelen, desactivators, kleef middelen, plakmiddelen, kunstmeststoffen, activeermiddelen, synergistische middelen en dergelijke, bevatten.
De verbindingen volgens de uitvinding zijn even-20 eens in combinatie met andere insecticiden in de insecticide preparaten als hierboven beschreven bruikbaar. Deze andere insecticiden kunnen ongeveer 5 tot 95 % van de actieve bestanddelen in de insecticide preparaten vormen. De toepassing van combinaties vein deze andere insecticiden met de verbindingen volgens de uit-25 vinding verschaft insecticide preparaten, die meer doeltreffend zijn bij de bestrijding van insecten en dikwijls resultaten geven, die niet bereikbaar zijn met de afzonderlijke preparaten van de afzonderlijke insecticiden. De andere insecticiden, in combinatie waarmee de verbindingen volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt 30 in de insecticide preparaten ter bestrijding van insecten kunnen omvatten gehalogeneerde verbindingen, zoals DDT, methoxychloor, TDE, lindaan, chloordaan, isobenzan, aldrine, diëldrine, hepta-chloor, endrine, mirex, endosulfon, dicofol en dergelijke, organische fosforverbindingen, zoals TEPP, schradan, ethion, parathion, 35 methylparathion, PEN, demeton, carbonfenothionforaat, zinofos, diazinon, malathion, mevinphos, dimethoaat, DBD, ronnel, oxyde- 8101048 \ - 21 - meton-methyl, dicapthon, chlorothion, fosfamidon, naled, fenthion, trichlorofon, DDVP en dergelijke, organische stikstofverbindingen, zoals dinitro-O-cresol, dinitrocyclohexylfenol, DNB, DNP, binapacril, azobenzeen en dergelijke, organische carbamaatver-5 bindingen, zoals carbaryl, ortho 5353 en dergelijke, org-anische zwavelverbindingen, zoals fenothiazine, fenoxathine, lauryl-thiocyanaat, bis(2-thiocyanoethyl)ether, isobornylthiocyano-acetaat en dergelijke, zowel als stoffen die gewoonlijk worden aangeduid als rookmiddelen ("fumigants"), zoals cyaanwaterstof, 10 tetrachloorkoolstof, calciumcyanide, zwavelkoolstof, ethyleen- dichloride, propyleendichloride, ethyleendibromide, ethyleen-oxyde, methylbromide, paradichloorbenzeen en dergelijke.
De verbindingen volgens de uitvinding kunnen eveneens worden gecombineerd met fungicide en nematocide 15 chemische verbindingen onder vorming van pesticide preparaten, die bruikbaar zijn voor bestrijding van fungi en in sommige gevallen grond-nematoden, zowel als insecten. Typische voorbedden van dergelijke fungicide chemische verbindingen zijn ferbam, nabam, zinéb, ziram, thiram, chloranil, dichlon, glyodine, cycloheximide, 20 dinocap, maneb, captan, dodine, PCNB, p-dimethylaminobenzeen-diazo-natriumsulfonaat en dergelijke, terwijl voorbeelden van nematocide verbindingen zijn chloorpicrine, O.O-diethyl 0-(2.4-dichloorfenyl)fosforothioaat, tetrachloorthiofeen, dazomet, dibroomchloorpropaan en dergelijke.
25 De nieuwe verbindingen volgens de uitvin ding kunnen op vele manieren worden gébruikt voor de bestrijding van insecten. Insecticiden, die gebruikt moeten worden als maag-giften of beschermingsmaterialen, kunnen worden aangébracht op het oppervlak, waarop de insecten zich voeden of bewegen. In-30 secten, die gebruikt moeten worden als contactgiften of uit- roeiingsmiddelen, kunnen direct worden aangebracht op het lichaam van het insect, als een residuale behandeling op het oppervlak, waarop het insect kan lopen of kruipen, of als een rookmiddel-behandeling van de lucht, die het insect inademt. In sommige ge-35 vallen worden de verbindingen, die worden aangebracht op de grond of op planten-oppervlakken, opgenomen door de plant en wor 8101048 - 22 - den de insecten systemisch vergiftigd.
De bovengenoemde toepassingsmethodes van insecticiden zijn gebaseerd op het feit dat nagenoeg alle beschadigingen, die door insecten worden aangebracht, een direct 5 of indirect resultaat is van hun pogingen zich voedsel te verschaffen. In feite kan het grote aantal destructieve insecten in het algemeen worden geklassificeerd op basis van hun voedingsgewoonten. Tot de insecten, die op doeltreffende wijze kunnen worden bestreden met de verbindingen volgens de uitvinding, zijn de 10 kauwende insecten, zoals de Mexicaanse boonkever en de zuidelijke legerworm, de borende-zuigende insecten, zoals de erwtluis, de graanbladkever, de huisvlieg, de druivenblad-sprinkhaan, de "chinch" luis (Blissus leucopterus), de "lygus" luis, de oesterschelp- schildluis, de Californische rode schildluis, de Floridase 15 rode schildluis, de zachte schildluis, en muskieten, de inwendige voeders, waaronder borende insecten (boorders), zoals de Europese maisboorder, de perziktwijgboorder en de maisoorwurm, wormen van kalanders, zoals de appelboommot (Laspeyresia pomonella), de alfalfa-kalander, de katoenpluiskalander (Anthonomus grandis), 20 de anjelier pluisworm, de pruim-curculio, de roodgebande bladroller, de meloenworm, de kool-spanrups en de appelworm (appel-made), blad-ganggravers, zoals de appelblad-ganggraver, de berkenblad- ganggr aver en de biet-ganggraver, en galinsecten, zoals de tarwestengelknoopworm en de druif luis. Insecten, die planten aan-25 tasten beneden het oppervlak van de grond, worden geklassificeerd als onderaardse insecten en omvatten destructieve pesten, zoals de wollige appelluis, de Japanse kever, de uiworm (ui-made) en de maiswortelworm.
De hoeveelheid van de actieve verbinding 30 volgens de uitvinding, die moet worden gebruikt voor de bestrijding van insecten, zal afhangen van een verscheidenheid van factoren, zoals het betreffende specifieke insect, de intensiteit van de besmetting, de weersomstandigheden, het type van de omgeving, het type preparaat en dergëlijke de aanbrenging van slechts 35 één of twee ounces actief chemicalie per acre kan bijvoorbeeld geschikt zijn voor de bestrijding van een lichte besmetting met 8101048 - 23 - een insect onder omstandigheden, die ongunstig zijn voor de voeding daarvan, terwijl een pound of meer actieve verbinding per acre nodig kan zijn voor de bestrijding van een zware besmetting met insecten onder omstandigheden, die gunstig zijn voor de ont-5 wikkeling daarvan.
De insecticide activiteit van de verbindingen volgens de uitvinding werd aangetoond via proeven, die werden uitgevoerd op de bestrijding van een verscheidenheid van insecten. De gewenste hoeveelheid van de proefverbinding ( waar-10 bij de co-hoeveelheid wordt bepaald door de aanbrengingsconcentra-tie of aanbrengingshoeveelheid, die moet worden gebruikt bij de latere beproeving) wordt opgelost of gedispergeerd in een oplosmiddel, bestaande uit aceton, bevattende 3,19 g/liter Triton X-155 (geregistreerd handelsmerk) (alkylarylpolyetheralkohol).
15 Wanneer de verbinding is opgelost of gedispergeerd in het aceton worden 4 volumina van de aceton-oplossing of dispersie verdund met 96 volumina gedestilleerd water (indien de te onderzoeken verbinding onoplosbaar is in het aceton of gedestilleerd water kan deze worden gedispergeerd onder gebruikmaking van een weef-20 sel-maler). Proefoplossingen met lagere concentratie kunnen worden bereid door verdunning van oplossingen met hogere concentratie met een verdunningsmiddel, bestaande uit 96 volumina gedestilleerd water en 4 volumina aceton, bevattende 3,19 g Triton X-155 (geregistreerd handelsmerk) per liter.
25 De proef planten, gebruikt bij deze proeven, worden verkregen door planten van de geschikte zaden in gesteriliseerde grond, aanwezig in kunststofpotten met een boven-grond- 2 oppervlak van ongeveer 12,25 inch ( een vierkante pot met een zijde van 3,5 inch). Nadat het zaad is geplant wordt een laag van 30 ongeveer 0,25 inch zand uitgespreid over het top-oppervlak van de grond. De proefverbinding wordt aangebracht nadat de plant een gespecificeerde grootte heeft bereikt.
Voor aanbrengingen op het gebladerte (blad-aanbrengingen) wordt de proefverbinding, opgelost of gedisper-35 geerd in het hierboven beschreven water/aceton-oplosmiddel, als een nevel versproeid op het gebladerte van de proefplanten. De 8101048 - 24 - concentratie van de proefverbinding en de totale hoeveelheid aangebrachte oplossing wordt ingesteld ter verkrijging van de gewenste aanbrengingsconcentraties of -hoeveelheden. De planten laat men vervolgens aan de lucht drogen. Mijten en luizen worden 5 blootgesteld aan de behandelde bladeren, die op de plant zijn achtergebleven. Andere insect-species worden blootgesteld aan behandelde bladeren, die van de plant zijn verwijderd en geplaatst zijn in Petri-schalen, bevattende een stuk vochtig filtreerpapier.
Voor gronddrenk-aanbrengingen wordt de proef-10 verbinding eerst opgelost of gedispergeerd in water/aceton als hierboven beschreven en vervolgens wordt de hoeveelheid oplossing, nodig ter verkrijging van de gewenste aanbrengingshoeveelheid, aangebracht onder gebruikmaking van een pipet, waarbij de oplossing gelijkmatig over de top van de grond in de pot wordt ver-15 deeld. 24 uren na de behandeling worden mijten en luizen blootgesteld aan de bladeren, die zijn achtergebleven op de behandelde planten. Andere insect-species worden blootgesteld aan bladeren, die van de planten zijn verwijderd 24 uren na de behandeling en deze worden geplaatst in Petri-schalen, bevattende een stuk voch-20 tig filtreerpapier.
Bij de directe contact-toepassingen wordt de proefverbinding weer eerst gerecepteerd tot een water/aceton-oplossing, zoals hierboven beschreven, ter verkrijging van de te onderzoeken concentraties. Vervolgens wordt het te onder-25 zoeken insect gedompeld in, besproeid met of' ondergedompeld in de vloeistof en gedroogd, waarna het effect wordt waargenomen.
In de onderstaande tabellen, waarin de proefresultaten zijn aangegeven, zijn de aanbrengingshoeveelheden aangegeven in ppm (delen per miljoen), waarbij de te onderzoeken 30 preparaten ofwel direct op de insecten ofwel als blad-sproeisels op de planten worden aangebracht. Wanneer de aanbrengingshoeveelheden zijn aangegeven in pound per acre zijn de te onderzoeken preparaten aangebracht als grond-drenksels. De procentuele bestrijding is de procentuele sterfte van de onderzochte insec-35 ten.
8101048 - 25 -
Kool-spanrups.
Lima-slaboonplanten ("Bush lima bean plants") (Burpee Variëteit 222), in het tweebladsstadium, worden bij variërende aanbrengingshoeveelheden blootgesteld aan de proef-5 verbinding, die zowel door bladbesproeiings- als gronddrenkings-technieken wordt aangebracht. De bladeren worden van de planten verwijderd (na ongeveer 30 minuten drogen aan de lucht voor de bladbesproeiingsaanbrenging en na 24 uren voor de gronddrenkings-aanbrenging) en geplaatst in Petri-schalen, bevattende een stuk 10 vochtig filtreerpapier. 10 kool-spanrupsen in het tweede "instar" larve-stadium worden geplaatst in elke Petri-schaal en de schaal wordt bedekt. De waarnemingen op de insect-sterfte worden uitgevoerd na een blootstelling van 48 uren. De bij deze proeven verkregen resultaten zijn aangegeven in onderstaande tabel A.
-15 Tabel A
% bestrijding_
Onder- Aaribrengings- zochte hoeveelheid verbin- ppm/A 256 128 64 32 16_.
20 ding_32 16 8 4 2
Produkt van Vb. I 0 - -- -10----
Produkt van Vb. II90 40 ^ 5 0 0 0 0 10 5 5
Produkt van Vb.XVIII 100 100 90 100 70 - - - - - 25 Opm.: (1) gemiddelde van twee proeven (2) levende insecten onvolgroeid.
Zuidelijk legerwormen
Lima-slaboonplanten (Burpee variëteit 222) in het tweebladsstadium worden bij variërende aanbrengingshoeveel-30 heden blootgesteld aan de proef verbinding, die wordt aangebracht door zowel bladbesproeiings- als gronddrenkingstechnieken. De bladeren worden van de planten verwijderd (na ongeveer 30 minuten drogen aan de lucht voor de bladsproei-aanbrenging en na 24 uren voor de gronddrenkingsaanbrenging) en geplaatst in Petri-35 schalen, bevattende een stuk vochtig filtreerpapier. 10 zuidelijke legerwormen in het twee "instar" larve-stadium worden geplaatst in elke Petri-schaal en de schaal wordt bedekt. De waarnemingen op 8101048 - 26 - de insect-sterfte worden uitgevoerd na een blootstellingsduur van 48 uren. De resultaten van deze proeven zijn aangegeven in onderstaande tabel B.
Tabel B
5 __ % Bestrijding _
Onderzoch- Aanbren-te verbin- gings-ding hoeveel heid 10 ppm/A 256 128 64 32 16_ __32 16 8 4 2
Produkt van Vb. I 0- - - -20
Produkt van Vb.II(1) 100 95 65(2) 15(2) 10 5 10 0 15 0
Produkt van Vb.XVIII 100 100 100 90 70 - 15 _
Opm.: (1) gemiddelde van twee proeven (2) Levende insecten onvolgroeid.
Soj aboon-spanrups.
Lima-boonplanten (Burpee variëteit 222) 20 in het tweebladsstadium worden bij variërende aanbrengingshoe-veelheden blootgesteld aan de proefverbinding, die zowel door bladversproeiings- als gronddrenkingstechnieken wordt aangebracht. De bladeren worden van de planten verwijderd (na ongeveer 30 minuten drogen aan de lucht voor de bladsproei-aanbrenging en na 25 24 uren voor de gronddrenkingsaanbrenging) en geplaatst in Petri schalen/ bevattende een stuk vochtig filtreerpapier. Tien tweede "instar" sojaboon-spanrupsen in het larve-stadium worden geplaatst in elke Petri-schaal en de schaal wordt bedekt. De waarnemingen op de insect-sterfte worden uitgevoerd na een blootstel-30 lingsduur van 48 uren. De resultaten van deze proeven zijn aangegeven in onderstaande tabel C.
Tabel C
% Bestrijding___
Onderzoch- Aanbren-35 te verbin- gings- ding hoeveel heid ppm/A 256 128 64 32 16_ 8101048 \ - 27 -
Vervolg van tabel C
Aanbren- gings- hoeveel- heid 5 ppm/A 256 128 64 32 16_ __________32 16 8 4 2
Produkt van Vb. I 0- - - 0 - - -
Produkt van Vb. II{I) 80® 50(2) 25(2) 0 0 0 5 0 0 5
Produkt van Vb.XVEÏI 100 100 100 50 0 10 _ -_
Opm.: (1) Gemiddelde van twee proeven (2) Levende insecten onvolgroeid.
Tabaksknopworm
Lima-boonplanten (Burpee variëteit 222) in 15 het tweebladsstadium worden bij variërende aanbreningshoeveelheden blootgesteld aan de proefverbinding die zowel door bladbesproei-ings- als gronddrenkingstechnieken wordt aangebracht. De bladeren worden van de planten verwijderd (na ongeveer 30 minuten drogen aan de lucht voor de bladsproei-aanbrenging en na 24 uren voor de 20 gronddrenkingsaanbrenging) en geplaatst in Petri-schalen, bevattende een stuk vochtig filtreerpapier. 10 tabaksknopwormen in het tweede "instar" larve-stadium worden geplaatst in elke Petrischaal en de schaal wordt bedekt. De waarnemingen op de insect-sterfte worden uitgevoerd na een blootstellingsduur van 48 uren.
25 De resultaten van deze proeven zijn aangeven in onderstaande tabel D.
Tabel D
% bestrijding_
Onderzoch- Aaribren-30 te verbin- gings- ding hoeveel heid ppm/A 256 128 64 32 16_ __;_ 32 16 8 4 2 35 Produkt vein Vb. IV 0 - - - - 0 ----
Produkt van Vb.V(1) 95(2) 65(2^5ί2) 20(2) 0 5 0 10 5 15
Produkt van Vb-XVIII 90 70 50 10 10 - - - - - 8101048 * - 28 -
Qpm.: (1) Gemiddelde van twee proeven (2) Levende insecten onvolgroeid.
Mexicaanse boonkever.
Lima-slaboonplanten (Burpee variëteit 222) 5 in het tweebladsstadium worden bij variërende aanbrengingshoe-veelheden blootgesteld aan de proefverbinding, die zowel door bladbesproeiings- als gronddrenkingstechnieken wordt aangebracht. De bladeren worden van de planten verwijderd (na ongeveer 30 minuten drogen aan de lucht voor de bladsproei-aanbrenging en na 24 10 uren voor de gronddrenkingsaanbrenging) en geplaatst in Petrischalen, bevattende een stuk vochtig filtreerpapier. 10 Mexicaanse boonkevers in het tweede "instar" larve-stadium worden geplaatst in elke Petri-schaal en de schaal wordt bedekt. De waarnemingen op de insect-sterfte worden uitgevoerd na een blootstellingsduur 15 van 48 uren. De resultaten van deze proeven zijn aangegeven in onderstaande tabel E.
Tabel E
__% bestrijding_
Onderzochte Aanbrengings- 20 Verbinding hoeveelheid ppm/A 256__ _32_
Produkt van voorbeeld I 10 0 25 Katoenkalander.
Katoenplanten (Deltapine 16) in het tweebladsstadium worden bij variërende aanbrengingshoeveelheden blootgesteld aan de proefverbinding, die zowel door bladbesproeiings-als gronddrenkingstechnieken wordt aangebracht. De bladeren wor-30 den van de planten verwijderd (na ongeveer 30 minuten drogen aan de lucht voor de bladsproeiaanbrenging en na 24 uren voor de grond-' drenkingsaanbrenging) en geplaatst in Petri-schalen, bevattende een stuk vochtig filtreerpapier. 10 volwassen katoenkalanders worden geplaatst in elke Petri-schaal en de schaal wordt bedekt.
35 De waarnemingen op de insect-sterfte worden uitgevoerd na een blootstellingsduur van 48 uren. De resultaten van deze proeven ______________________zijn aangegeven in onderstaande tabel F. ............................................. ............
8101048 - 29 -
Tabel F
% bestrijding_
Onderzochte Aanbrengings- verbinding hoeveelheid 5 ppm/A 256_ _32;_
Produkt van voorbeeld I 10 10
Erwtluis.
10 Erwtenplanten (Burpee Wando) in het 10-14 dagen stadium worden bij variërende aanbrengingshoeveelheden behan-deld met de proefverbinding, zowel door bladbesproeiings- als gronddrenkingsmethodes. De planten worden gedurende ongeveer 30 minuten nadat de bladbesproeiing is uitgevoerd aan de lucht ge-15 droogd en vervolgens worden 25-50 erwtluizen, volwassenen en nymfen, gebracht op elke behandelde plant en op een onbehandelde controle-plant met.behulp van een kleine verfkwast. 24 uren nadat en plant is behandeld volgens de gronddrenkingsmethode wordt deze besmet met 25-50 luizen onder gebruikmaking van de hierboven be-20 schreven techniek. Een onbehandelde controle-plant wordt op analoge wijze besmet. Na een blootstellingsduur van 48 uren van de insecten aan de behandelde planten wordt de insect-sterfte bepaald door vergelijking van het aantal insecten op de behandelde planten met het aantal op de onbehandelde controle-plant. De resultaten 25 van deze proef zijn aangegeven in onderstaande tabel G.
Tabel G
_% bestrijding_
Onderzochte Aanbrengings- verbinding hoeveelheid 30 ppm/A 256_ _32_
Produkt van voorbeeld I 0 0
Dubbelgevlekte mijt.
35 Lima-slaboonplanten (Burpee variëteit 222) in het tweebladsstadium worden bij variërende aanbrengingshoeveelheden behandeld met de proefverbinding, zowel onder toepassing 8101048 % - 30 - van bladbesproeiings- als gronddrenkingsmethodes. De planten worden nadat de bladbesproeiing is uitgevoerd gedurende ongeveer 30 minuten aan de lucht gedroogd en vervolgens worden 50-100 dubbel-gevlekte mijten, volwassenen en nymfen, aangebracht op elke behan-5 delde plant en op een onbehandelde controle-plant door een onbehandeld besmet bonenblad, bevattende 50-100 mijten, op de planten te plaatsen. 24 uren na dat een plant is behandeld volgens de grond-drenkingsmethode wordt deze besmet met 50-100 mijten onder gebruikmaking van de hierboven beschreven techniek. Een onbehandelde 10 controle-plant wordt op analoge wijze besmet. Na een blootstellings-duur van 48 uren van de insecten aan de behandelde planten wordt de insect-sterfte bepaald door vergelijking van het aantal insecten op de behandelde planten met het aantal op de onbehandelde controle-plant. De resultaten van deze proef zijn aangegeven in 15 onderstaande tabel H.
Tabel H
_% bestrijding_
Onderzochte Aanbrengings- verbinding hoeveelheid 20 ppm/A _256_ _32_
Produkt van voorbeeld I 00
Huisvlieg 25 10 volwassen huisvliegen worden geplaatst in een kleine (2-3 inch) draadschermkooi, voorzien van een kunststof-deksel. De kooi wordt besproeid met de proefverbinding bij de gewenste concentratie in de vorm van een oplossing, die op de hierboven beschreven wijze is bereid. Na de besproeiing worden de be-30 handelde kooien opgeslagen totdat zij droog zijn. 60 minuten na de besproeiing werd waargenomen hoeveel vliegen waren neergevallen. De kooien werden vervolgens geplaatst op papierdoek, bevochtigd met een 5-10 %'s sucrose-oplossing, en gedurende 23 uren opgeslagen op deze papierdoek, waarna de sterfte 24 uren na de behande-35 ling werd waargenomen. De resultaten van deze proef zijn aangegeven in onderstaande tabel I.
8101048 - 31 -
Tabel I
% bestrijding_
Onderzochte Aanbrengings- verbinding hoeveelheid 5 ppm 256
Produkt van voorbeeld Ik 40 . _________ . .....m_100_
Opm.: k = neergevallen vliegen na 60 minuten 10 m = sterfte na 24 uren.
Duitse kakkerlak
Oplossingen van de proefverbindingen worden op de hierboven beschreven wijze gerecepteerd en de oplossing, die de gewenste aanbrengingsconcentratie bezit, wordt in een kolf 15 gebracht. 10 volwassen Duitse kakkerlakken worden gebracht in een theelepel-theezeef en worden gedompeld in de proefoplossing. De overmaat oplossing wordt afgeschud, de theezeef wordt geopend en de insecten worden geplaatst in een heldere kunststof-houder, bevattende een klein vochtig stuk getand (lamp) katoen. De houder 20 wordt vervolgens afgesloten met een deksel, dat doorboord is met luchtgaten. De insect-sterfte wordt 48 uren na de blootstelling waargenomen. De resultaten van deze proef zijn aangegeven in onderstaande tabel J.
Tabel J
25 _% bestrijding_
Onderzochte Aaribrengings- verbinding hoeveelheid ppm_256_
Produkt voorbeeld I 0 30 _
Zuidelijke maiswortelworm.
Een vers ontkiemde mais-kiemplant wordt geplaatst in een kunststofbeker van één ounce, voorzien van een dichtklappende kunststof deksel, en bedekt met ongeveer 5 g geste-35 riliseerde grond. De proef verbinding wordt gerecepteerd tot oplossingen op de hierboven beschreven wijze en op de grond aangebracht als een gronddrenking in de gewenste aaribrengingshoeveel- 8101048 JO ** - 32 - heden. Na de aanbrenging worden de deksels op de bekers dichtgeklapt en laat men de bekers gedurende ongeveer 15 minuten staan teneinde een gelijkmatige verspreiding van de oplossing door de grond te bewerkstelligen. De deksels worden vervolgens verwijderd 5 vijf tweede "instar" wortelwormlarven worden geplaatst op de behandelde grond en de bekers worden weer afgesloten. De beker wordt na 72 uren blootstelling onderzocht op de insect-sterfte. De larven, die niet kunnen kruipen of zichzelf kunnen oprichten, worden als dood beschouwd. De resultaten van deze proef zijn aangegeven 10 in onderstaande tabel K.
Tabel K
_% bestrijding_
Onderzochte Aanbrengings-verbinding hoeveelheid 15 _pound/A _16 1 0,5 0,25 0,125
Produkt van Vb. I 100 20 0 0
Produkt van Vb. II 90 70 20 30 30
Gele koorts-muskiet.
20 Oplossingen, bevattende de proefverbinding in de gewenste concentraties, worden gerecepteerd op de hierboven beschreven wijze. Elke proefoplossing wordt geplaatst in een polystyreenschuim-beker van 10 ounce. Ongeveer 10 3-4 dagen oude gele koorts muskiet-larven worden geplaatst in elke proefoplossing 25 met behulp van een oogdruppelaar. Aan elke oplossing wordt vervolgens een zeer klein snuifje biergist en een zeer klein stukje droog voer (poedervormig vast hondevoer) toegevoegd. De sterfte wordt waargenomen na een blootstellingsduur van 48 uren. De verkregen resultaten zijn aangegeven in onderstaande tabel L.
30 Tabel l _% bestrijding_
Onderzochte Aanbrengings- verbinding hoeveelheid _ppm_10 1,0_0JL_0,01_ 35 Produkt van voorbeeld I 100 100 50 40 8101048

Claims (9)

1. Verbindingen met de algemene formule 1, waarin R^ en elk onafhankelijk worden gekozen uit halogeen, alkyl, halogeenalkyl, nitro, alkylsulfinyl, alkylsulfonyl en 5 cyano, k en m gehele getallen zijn van 0-3, Q wordt gekozen uit zuurstof en zwavel, Y wordt gekozen uit zuurstof en zwavel, R^ wordt gekozen uit alkyl en een groep met de formule la, waarin Rj. wordt gekozen uit halogeen, alkyl, halogeenalkyl, nitro en cyano, en n een geheel getal voorstelt van 0-3, R^ wordt gekozen 10 uit alkyl, alkoxy, alkylthio, amino, alkylamino, dialkylamino en een groep met de formule lb, waarin R- wordt gekozen uit halogeen, 6 alkyl, halogeenalkyl, nitro en cyano, en p een geheel getal voorstelt van 0-3, en A en B elk onafhankelijk worden gekozen uit zuurstof en zwavel, waarbij, indien R^ alkoxy voorstelt, één 15 van de groepen A en B zwavel moet zijn. 2. 0.0-diethyl O-(xanthen-9-on-2-yl)- fosforothionaat. 3. 0-ethyl O-(xanthen-9-on-2-yl) S-propylfosfo- rothiolaat. 20 4. 0-ethyl 0-(xanthen-9-thion-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat.
5. O-ethyl O-(xanthen-9-on-3-yl) S-propyl fosforothiolothionaat. 6. 0-ethyl O-(7-nitroxanthen-9-on-2-yl)
25 S-propyl-fosforothiolothionaat. 7. 0-ethyl 0-(3-chloorxanthen-9-on-2-yl) S-propyl-fosforothiolothionaat.
8. O-ethyl O-(7-cyanoxanthen-9-on-2-yl) S-propyl-fosf orothiolothionaat. 30 9. O-ethyl O-(3-chloorxanthen-9-on-2-yl) S-propyl-fosforothiolaat. 10. 0-ethyl 0-(xanthen-9-thion-2-yl) S-propyl fosforothiolothionaat.
11. O-ethyl 0-(3-chloorxanthen-9-thion-2-yl)
35 S-propyl-fosforothiolaat.
12. Een insecticide preparaat, omvattende 8101048 -* <? - 34 - een inerte drager, als essentieel actief bestanddeel, in een voor insecten toxische hoeveelheid één of meer verbindingen volgens conclusie 1.
13. Werkwijze voor het bestrijden van insec-5 ten, met het kenmerk, dat men de insecten in contact brengt met een insecticide preparaat, bevattende een inerte drager, en, als essentieel actief bestanddeel, in een voor insecten toxische hoeveelheid één of meer verbindingen volgens conclusie 1.
14. Verbindingen, preparaten en werkwijzen 10 als beschreven in de beschrijving en/of voorbeelden. \ 8101048 vMW » o ^ C I YY°“Ï-B * \-? la R4 1 - WvX ^ "4.? 1b l ί p;—f—0H ^ — 2 d— P— B-R, 3 'R4 -A- (Rl)fc (RA iRi^V H iDr+ uiS"tm ** ΥΎ— HQ / 6 4 5 alkoxy ^ 7 - B- fe\, 0 , Nk _ j? M» YruV^OYi“‘ *7 9 (Ri)Kji.N. ^ 81 0 1 0 4 8 10 VELSICOL CHEMICAL CORPORATION, te Chicago, Illinois, Ver.St.v.Amerika
NL8101048A 1980-03-04 1981-03-04 Xanthenonylesters van fosfor- en fosfonzuren. NL8101048A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US12700780 1980-03-04
US06/127,007 US4299772A (en) 1980-03-04 1980-03-04 Xanthenone-yl esters of phosphoric and phosphonic acids

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101048A true NL8101048A (nl) 1981-10-01

Family

ID=22427854

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101048A NL8101048A (nl) 1980-03-04 1981-03-04 Xanthenonylesters van fosfor- en fosfonzuren.

Country Status (22)

Country Link
US (1) US4299772A (nl)
JP (1) JPS56139495A (nl)
KR (1) KR850001041B1 (nl)
AR (1) AR229158A1 (nl)
AU (1) AU536237B2 (nl)
BR (1) BR8101100A (nl)
CA (1) CA1192207A (nl)
CH (1) CH645381A5 (nl)
DE (1) DE3108182A1 (nl)
DK (1) DK82081A (nl)
EG (1) EG15669A (nl)
ES (1) ES499997A0 (nl)
FR (1) FR2477549B1 (nl)
GB (1) GB2071103B (nl)
IL (1) IL62130A (nl)
IN (1) IN155440B (nl)
IT (1) IT1142654B (nl)
MX (1) MX7026E (nl)
NL (1) NL8101048A (nl)
NZ (1) NZ196264A (nl)
PH (1) PH16126A (nl)
ZA (1) ZA81945B (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4474774A (en) * 1983-01-31 1984-10-02 Velsicol Chemical Corporation Acridone substituted phosphorus compounds, compositions containing same and insecticidal method of use
US6025408A (en) * 1997-03-27 2000-02-15 First Chemical Corporation Liquid thioxanthone photoinitiators

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE561318A (nl) * 1955-04-14
BE789439A (fr) 1971-09-30 1973-03-29 Ciba Geigy Esters thiophosphoriques doues de proprietes
US4217361A (en) * 1978-05-22 1980-08-12 Syntex (U.S.A.) Inc. Disubstituted xanthone-2-carboxylic acid antiallergy agents

Also Published As

Publication number Publication date
FR2477549B1 (fr) 1985-10-04
BR8101100A (pt) 1981-09-08
KR830005195A (ko) 1983-08-03
IL62130A (en) 1986-04-29
NZ196264A (en) 1983-05-10
MX7026E (es) 1987-02-24
GB2071103A (en) 1981-09-16
ZA81945B (en) 1982-03-31
ES8202026A1 (es) 1982-01-01
IT8147934A0 (it) 1981-03-03
AU6806381A (en) 1981-09-10
IN155440B (nl) 1985-02-02
ES499997A0 (es) 1982-01-01
CA1192207A (en) 1985-08-20
EG15669A (en) 1987-03-30
PH16126A (en) 1983-07-08
US4299772A (en) 1981-11-10
IL62130A0 (en) 1981-03-31
DE3108182A1 (de) 1981-12-10
FR2477549A1 (fr) 1981-09-11
IT1142654B (it) 1986-10-15
DK82081A (da) 1981-09-05
GB2071103B (en) 1984-02-22
AR229158A1 (es) 1983-06-30
CH645381A5 (de) 1984-09-28
KR850001041B1 (ko) 1985-07-19
AU536237B2 (en) 1984-05-03
JPS56139495A (en) 1981-10-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
IL36221A (en) Esters of phosphoric acid, their preparation and use as pesticides
KR900001289B1 (ko) 유기인 화합물의 제조방법
US4429125A (en) Phosphorus esters of 5-pyrimidinols
US4564611A (en) (Di)thio-phosphoric and -phosphonic acid derivatives, and their use in plant protection
EP0023841B1 (en) 5 pyrimidinol phosphorus esters, and methods for their manufacture, compositions containing those esters and their use as pesticides
NL8101048A (nl) Xanthenonylesters van fosfor- en fosfonzuren.
US5134133A (en) Oxime phosphate pesticidal compounds, compositions and methods
CA1114392A (en) Acaricidal insecticidal and nematocidal phosphoroamidothioates
US4387095A (en) Combating pests with O-Alkyl-S-alkyl-S-acyloxyethyl-phosphorodithiolates
US4729987A (en) Insecticidal O,O-diethyl-O-(2-(1,1-dimethylethyl)-5-pyrimidinyl)-phosphorothioate
US4404220A (en) Xanthenone-yl esters of phosphoric and phosphonic acids
US4322414A (en) Indanonyl phosphates as insecticides
GB1579592A (en) Cyclopropylmethylthio phosphoric acid derivatives
US4654329A (en) Insecticidal, miticidal or nematocidal phosphorus esters of 5-pyrimidinols
US4073894A (en) Oxadiazolidine substituted phosphorus compounds
EP0068823B1 (en) Novel phosphoro (di or tri) thioate derivatives, pesticidal compositions containing them and the use of the novel derivatives for combating pests
US3661926A (en) Physiologically active oxadiazoline and thiadiazoline derivatives of phosphoric acid and thiophosphoric acid
US4309422A (en) Benzoylhydrazones of aryl phosphates and phosphonates
US4535076A (en) Organophosphate pesticides
US4447420A (en) Fluorenone esters of phosphoric and phosphonic acids as insecticides
JPS5942396A (ja) リン酸アミド誘導体およびそれらを含有する殺虫、殺ダニ、殺線虫剤
US4474774A (en) Acridone substituted phosphorus compounds, compositions containing same and insecticidal method of use
US4125542A (en) N-Tetrahydropyranyl substituted phosphoramidates and phosphonamidates
US4599329A (en) O,S-dialkyl S-[carbamyloxyalkyl] dithiophosphates and their use as pesticides
US4163112A (en) O-alkoxy- and alkylthiophenyl carbamates

Legal Events

Date Code Title Description
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: SANDOZ LTD.

BV The patent application has lapsed