NL8100899A

NL8100899A - DOUBLE LOCKED PLASTIC BINDING CLAMPS.

Info

Publication number: NL8100899A
Application number: NL8100899A
Authority: NL
Original assignee: Ethicon Inc
Priority date: 1980-02-25
Filing date: 1981-02-24
Publication date: 1981-09-16
Also published as: ES265280U; MX151148A; DE3106851C2; SU1324576A3; GB2069848B; FR2476478B1; CA1162126A; JPS56151034A; BR8101122A; NL188451C; DE3106851A1; AR225492A1; GB2069848A; ES265280Y; NL188451B; FR2476478A1; JPH0135658B2

Description

35Γ.Ο. 29870 135Γ.Ο. 29870 1

Dubbel vergrendelde kunststof afbindklemmen.Double-locked plastic tie down clips.

De uitvinding heeft betrekking op hemostatische klemmen en klemtangen en heeft meer in het bijzonder betrekking op hemostatische klemmen die worden vervaardigd uit absor-beerbare of niet-absorbeerbare polymere materialen en 5 heeft betrekking op instrumenten voor het aanbrengen van dergelijke klemmen op bloedvaten en dergelijke.The invention relates to hemostatic clamps and clamp pliers and more particularly relates to hemostatic clamps made of absorbable or non-absorbable polymeric materials and relates to instruments for applying such clamps to blood vessels and the like.

Hemostatische klemmen worden gebruikt tijdens operaties voor het afsluiten van doorgesneden bloedvaten en andere kleine fluïdum kanalen. In het verleden bestonden 10 hemostatische klemmen uit nauwe U-vormige of V-vormige strippen gevormd uit tantaal of roestvrij staal, welke kleinmen gedeformeerd kunnen worden en voldoende sterkte bezitten om de deformatie bij klemming rond een bloedvat vast te houden. De klemmen worden in het algemeen aange-15 bracht gebruikmakend van een tangvormig orgaan waarvan de bek voorzien is van uitsparingen of op andere wijze zodanig gevormd is dat de open klem kan worden vastgehouden. Representatieve hemostatische klemmen en klemtangen uit de stand der techniek zijn beschreven in de Amerikaanse oc-20 trooischriften 3-867.944; 3*631.707; 3.439.523; 3.439.522; 3.363.628; 3-312.216; en 3.270.745.Hemostatic clamps are used during surgery to occlude cut blood vessels and other small fluid channels. In the past, hemostatic clamps consisted of narrow U-shaped or V-shaped strips formed of tantalum or stainless steel, which deformations can be small and have sufficient strength to hold the deformation when clamped around a blood vessel. The clamps are generally mounted using a tang-shaped member, the jaw of which is recessed or otherwise shaped to hold the open clamp. Representative prior art hemostatic clamps and clamp pliers are described in U.S. Pat. Nos. 3-867,944; 3 * 631,707; 3,439,523; 3,439,522; 3,363,628; 3-312,216; and 3,270,745.

In het Amerikaanse octroorschrift 3-439.523 is bijvoorbeeld voorgesteld dat hemostatische klemmen gevormd kunnen worden uit goedkope kunststof of andere materialen 25 die langszaam in het lichaam geabsorbeerd kunnen worden. Helaas hebben conventionele U- en V-vormige hemostatische klemmen, geconstrueerd uit bekende kunststof materialen, niet voldoende sterkte of deformeerbaarheid om succesvol rond een bloedvat te kunnen worden geklemd. Alhoewel er 30 dus een behoefte bestaat aan goedkope kunststof afbind-klemmen zowel van absorbeerbaar als van niet-absorbeerbaar materiaal, welke behoefte al meer dan 10 jaar wordt gesignaleerd, is er nog geen praktische oplossing bekend om aan deze behoefte te voldoen.For example, it is proposed in U.S. Patent 3,443,523 that hemostatic clips can be formed from inexpensive plastic or other materials that can be slowly absorbed into the body. Unfortunately, conventional U- and V-shaped hemostatic clamps, constructed from known plastic materials, do not have sufficient strength or deformability to successfully clamp around a blood vessel. Thus, while there is a need for inexpensive plastic tie-down clips of both absorbable and non-absorbable material, which has been identified for more than 10 years, no practical solution is yet known to meet this need.

35 Het Amerikaanse octrooischrift 3*926.195 beschrijft een kleine plastic klem bestemd voor het tijdelijk of permanent afsluiten van de oviduct en de vas deferens bij mensen. Deze klemmen hebben bij voorkeur een klemoppervlak van 81 0 0 8 9 9 2 ί 6 tot 10 mm lang en 3 tot 6 mm breed. De afmetingen van dergelijke klemmen zijn derhalve aanzienlijk groter dan wenselijk is voor hemostatische klemmen. Bovendien zijn er voorde klemmen uit het Amerikaanse octrooischrift 3*926.195 5 diverse complexe gereedschappen nodig om de klemmen aan te brengen, hetgeen acceptabel is voor de in dit Amerikaanse octrooischrift beschreven doeleinden, maar onaanvaardbaar is in een chirurgische procedure waarin het nodig is om snel grote aantallen hemostatische klemmen aan te brengen 10 teneinde de bloedstroming uit doorgesneden bloedvaten te stuiten.US patent 3 * 926,195 describes a small plastic clamp intended to temporarily or permanently seal the oviduct and the vas deferens in humans. These clamps preferably have a clamping area of 81 to 0 8 9 9 2 6 to 10 mm long and 3 to 6 mm wide. The dimensions of such clamps are therefore considerably larger than is desirable for hemostatic clamps. In addition, the clamps of U.S. Pat. No. 3,926,195 5 require various complex tools to apply the clamps, which is acceptable for the purposes described in this U.S. Patent, but unacceptable in a surgical procedure in which it is necessary to quickly remove large apply numbers of hemostatic clamps 10 to stop blood flow from cut blood vessels.

De uitvinding heeft derhalve ten doel een kunststof afbindklem te verschaffen die bestemd is voor het af klemmen van kleine bloedvaten en andere fluïdum kanalen in 15 het lichaam. De uitvinding heeft verder ten doel een kunststof afbindklem te verschaffen zowel van absorbeerbaar als van niet-absorbeerbaar materiaal. Tevens heeft de uitvinding ten doel kunststof afbindklemmen te verschaffen die snel en gemakkelijk op doorgesneden bloedvaten of andere 20 fluïdum kanalen kunnen worden aangebracht met een enkel tangvormig instrument zoals wordt gebruikt voor het aanbrengen van metalen klemmen.The object of the invention is therefore to provide a plastic clamping clamp which is intended for clamping small blood vessels and other fluid channels in the body. Another object of the invention is to provide a plastic clamping clamp both of absorbable and non-absorbable material. It is also an object of the invention to provide plastic tie-down clips which can be quickly and easily applied to cut blood vessels or other fluid channels with a single forceps-like instrument used for applying metal clips.

De afbindklemmen volgens de uitvinding zijn voorzien van twee scharnierbare beenelementen die aan beide uit-25 einden in elkaar grijpen wanneer de klem is gesloten. Het eerste been is uitgevoerd als een geopende ovaal met een langgerekt bloedvatklemmend deel eindigend aan elk uiteinde in een terugkerend bochtdeel. Het tweede been is uitgevoerd aangepast aan het inwendige van deze ovaal. De 30 twee beenelementen zijn aan een uiteinde met elkaar verbonden via een integraal gevormd scharnierelement dat verloopt van het ene uiteinde van het eerste beenelement naar een punt op het tweede beenelement aangrenzend aan dit uiteinde van het eerste beenelement wanneer de klem 35 zich in gesloten toestand bevindt.The clamping clamps according to the invention are provided with two hinged leg elements which interlock at both ends when the clamp is closed. The first leg is designed as an open oval with an elongated vessel clamping portion terminating at each end in a recurring bend portion. The second leg is adapted to the interior of this oval. The two leg elements are connected at one end to each other via an integrally formed hinge element that extends from one end of the first leg element to a point on the second leg element adjacent this end of the first leg element when the clamp 35 is in the closed position .

Het scherpe terugkeerbochtgedeelte aan het distaai-uiteinde of vrije uiteinde van het eerste been vormt een buigbaar haakelement. Het distaaluiteinde van het tweede been is bestemd om dit haakelement te doen afbuigen en 40 daarmee samen te werken wanneer de klem door scharniering 81 0 089 9 5 van de twee benen rond bet scharnierpunt wordt gesloten.The sharp return bend portion at the distaing end or free end of the first leg forms a bendable hook member. The distal end of the second leg is intended to deflect and cooperate with this hook member when the clamp is closed by hinge 81 0 089 9 5 of the two legs around the hinge point.

Het proximaaluiteinde of scharnierende uiteinde van het eerste been vormt ook een haakelement. Het proximaaluiteinde van het tweeede been is bestemd om hierin te 5 roteren en met dit haakelement samen te werken wanneer de klem is gesloten.The proximal or hinged end of the first leg also forms a hook member. The proximal end of the second leg is designed to rotate therein and interact with this hook member when the clamp is closed.

De klem is voorzien van een aanvankelijk geopende configuratie waarbij de assen van de benen bij benadering een rechte hoek insluiten. De open klem kan verder voorzien 10 zijn van middelen voor het handhaven van de klem in een geopende positie totdat de klem met de duidelijke bedoeling daartoe wordt gesloten, zoals een dun vliesje dat verloopt vanaf het proximaal uiteinde van het tweede been naar een dichtbij gelegen punt op het binnenoppervlak van 15 het eerste been, welk vliesje gemakkelijk wordt verbroken wanneer er op de klem een sluitkracht wordt uitgeoefend.The clamp features an initially opened configuration in which the axes of the legs enclose an approximate right angle. The open clamp may further include means for maintaining the clamp in an open position until the clamp is closed for the clear purpose, such as a thin web extending from the proximal end of the second leg to a nearby point. on the inner surface of the first leg, which membrane is easily broken when a clamping force is applied to the clamp.

De open klem wordt over het af te sluiten bloedvat geplaatst waarbij het bloedvat bij benadering wordt gecentreerd in de ovaal van het eerste been. Vervolgens wordt het 20 tweede been rond het scharnierpunt verdraaid totdat de uiteinden van het tweede been worden aangegrepen door de haakdelen van het eerste been waarbij het bloedvat vast is ingeklemd tussen de twee benen. Een afbindklem-aanbreng-instrument in de vorm van een tang wordt gebruikt voor 25 het positioneren en sluiten van de klem,The open clamp is placed over the vessel to be occluded with the vessel approximately centered in the oval of the first leg. Then, the second leg is rotated around the pivot point until the ends of the second leg are engaged by the hook parts of the first leg with the blood vessel clamped between the two legs. A clamping clamp applicator in the form of pliers is used for positioning and closing the clamp,

De klem volgens de uitvinding is uniek doordat de klem, zodra ze gesloten is, mechanisch aan beide uiteinden wordt vergrendeld en de functie van de klem hangt dan niet af van de integriteit van het scharnierelement hetgeen het 30 zwakste deel van de klem vormt.The clamp according to the invention is unique in that the clamp, once closed, is mechanically locked at both ends and the function of the clamp then does not depend on the integrity of the hinge element, which constitutes the weakest part of the clamp.

De klemmen volgens de uitvinding worden gevormd uit een geschikt bio-compatibel polymeer materiaal door extru-sie, spuitgieten of andere conventionele fabrikageproces-sen. Het polymeer kan bestaan uit een absorbeerbaar mate-35 riaal zoals homopolymeren of copolymeren van lactide, glycolide of p-dioxanon, of een niet-absorbeerbaar materiaal zoals nylon of polypropeen.The terminals of the invention are formed from a suitable biocompatible polymer material by extrusion, injection molding or other conventional manufacturing processes. The polymer can be an absorbable material such as homopolymers or copolymers of lactide, glycolide or p-dioxanone, or a non-absorbable material such as nylon or polypropylene.

Figuur 1 toont een sterk vergroot perspectief aanzicht van een chirurgische klem volgens de uitvinding.Figure 1 shows a greatly enlarged perspective view of a surgical clamp according to the invention.

Figuur 2 toont de klem uit figuur 1 geklemd rond een 81 0 089 9 40 4 bloedvat.Figure 2 shows the clamp of Figure 1 clamped around a 81 0 089 9 40 4 blood vessel.

Figuur 3 illustreert een aanbrenginstrument van het tangtype, dat gebruikt kan worden voor de klemmen volgens de uitvinding.Figure 3 illustrates a forceps type applicator that can be used for the terminals of the invention.

3 Figuur 4 illustreert de open klem uit figuur 1 vast gehouden in de bekken van de klemtang.3 Figure 4 illustrates the open clamp of Figure 1 held in the jaws of the clamp pliers.

Figuur 5 illustreert de klem uit figuur 4 gesloten en vergrendeld rond een bloedvat in de bek van de klemtang.Figure 5 illustrates the clamp of Figure 4 closed and locked around a blood vessel in the jaw of the clamp pliers.

Figuur 6 illustreert een open klem van gemodificeerd 10 type vastgehouden in de bek van de klemtang.Figure 6 illustrates a modified type open clamp held in the jaw of the clamp pliers.

Figuur 1 illustreert de hemostatische klem 10 voorzien van twee benen 11 en 12 die aan de proximaal uiteinden zijn gekoppeld door middel van een scharniersectie 13. Het been 11 eindigt aan het distaaluiteinde ervan in een terug-13 keerbocht waardoor een haakelement 14 ontstaat waarvan het binnenoppervlak 15 in hoofdzaak parallel verloopt aan het binnenoppervlak 16 van het been 11. Het been 12 eindigt aan het distaaluiteinde in een eindvlak 19 dat over gaat in het binnenvlak 18 van het been 12 via een radiaal 20 oppervlak 17. Het eindvlak 19 strekt zich uit tot aan het buitenoppervlak 20, dat in hoofdzaak parallel verloopt aan het oppervlak 18. De lengte van het oppervlak 20 is in hoofdzaak gelijk aan de lengte van het oppervlak 13 teneinde een zekere vergrendeling van de klem te verkrijgen 25 zoals in het volgende nog wordt beschreven.Figure 1 illustrates the hemostatic clamp 10 having two legs 11 and 12 coupled at the proximal ends by a hinge section 13. The leg 11 terminates at its distal end in a return-13 bend creating a hook member 14 the inner surface of which 15 extends substantially parallel to the inner surface 16 of the leg 11. The leg 12 terminates at the distal end in an end face 19 which merges into the inner face 18 of the leg 12 via a radial surface 17. The end face 19 extends to on the outer surface 20, which runs substantially parallel to the surface 18. The length of the surface 20 is substantially equal to the length of the surface 13 in order to obtain a certain locking of the clamp 25 as described below.

Aan het proximaal uiteinde of scharnierende uiteinde van de klem eindigt het been 11 in een terugkeerbocht, waardoor een haakelement 21 ontstaat waarvan het binnen-oppervlak 22 in hoofdzaak parallel verloopt aan het bin-30 nenoppervlak 16. Het been 12 eindigt in een radiaal oppervlak 23 dat verloopt tot aan het buitenoppervlak 24 dat in hoofdzaak parllel verloopt aan het binnenoppervlak 18.At the proximal end or hinged end of the clamp, the leg 11 ends in a return bend, creating a hook element 21, the inner surface 22 of which extends substantially parallel to the inner surface 16. The leg 12 ends in a radial surface 23 which extends to the outer surface 24 which is substantially parallel to the inner surface 18.

De oppervlakken 22 en 24 hebben in hoofdzaak gelijke lengten en worden gescheiden door de cylindrische boring 25 35 waarmee het scharnier 13 wordt gedefinieerd.The surfaces 22 and 24 are of substantially equal lengths and are separated by the cylindrical bore 25 defining the hinge 13.

Zoals geïllustreerd is in figuur 1 is de klem 10 voorzien van een vlies 26 verlopend vanaf het proximaal uiteinde van het been 12 naar het dichtsbij zijnde punt op het oppervlak 16 van het been 11 waarbij de benen 11 en 12 in hoofdzaak een rechte hoek insluiten. Het vlies 26 is 40 81 0 089 9 5 een extra toegevoegd structuurelement dat dienst doet voor het stabiliseren van de klem in zijn open configuratie tot het vlies wordt verbroken doordat met opzet een sluitkracht op de klem wordt uitgeoefend.As illustrated in Figure 1, the clamp 10 is provided with a web 26 extending from the proximal end of the leg 12 to the nearest point on the surface 16 of the leg 11 with the legs 11 and 12 enclosing substantially a right angle. The web 26 is an additional added structural element that serves to stabilize the clamp in its open configuration until the web is broken by deliberately exerting a closing force on the clamp.

5 De lengte en breedte van de oppervlakken 16 en 18 zijn in hoofdzaak aan elkaar gelijk en het vlak 15 van de haak 14 is gescheiden van het vlak 16 van het been 11 over een afstand die correspondeert met de dikte van het been 12 tussen het oppervlak 18 en het oppervlak 20. Als de 10 benen 11 en 12 rond het scharnier 13 worden verdraaid teneinde de vlakken 18 en 16 naar elkaar toe te bewegen dan wordt de haak 14 uitgebogen via het oppervlak 19 van het been 12 totdat het distaai uiteinde van het been 12 ingevangen wordt onder een hoek 14 en daarbij op zijn plaats 15 wordt vergrendeld. Op soortgelijke wijze roteert het proxi-maal uiteinde van het been 12 rond het scharnier 13 en grijpt aan in de haak 21 van het been 11 waarbij de oppervlakken 22 en 24 met elkaar in contact komen. Het vlies 26, indien al aanwezig, wordt tijdens deze sluitprocedure 20 verbroken. Het proximaaluiteinde van de klem is daardoor mechanisch geblokkeerd door een soortgelijke vergrendel-configuratie als waarmee het distaaluiteinde van de klem wordt gezekerd. Het eindvlak van het haakelement 14 is bij voorkeur afgeschuind zoals geïllustreerd is in figuur 1 25 teneinde het afbuigen van de haak voor het doorlaten van het been 12 tijdens het sluiten van de klem te vergemakkelijken.The length and width of the surfaces 16 and 18 are substantially equal to each other and the plane 15 of the hook 14 is separated from the plane 16 of the leg 11 by a distance corresponding to the thickness of the leg 12 between the surface 18 and the surface 20. When the legs 11 and 12 are rotated around the hinge 13 to move the surfaces 18 and 16 together, the hook 14 is bent out through the surface 19 of the leg 12 until the distal end of the leg 12 is caught at an angle 14 and thereby locked in place 15. Similarly, the proximal end of the leg 12 rotates about the hinge 13 and engages the hook 21 of the leg 11, contacting the surfaces 22 and 24. The web 26, if any, is broken during this closing procedure 20. The proximal end of the clamp is therefore mechanically blocked by a locking arrangement similar to that securing the distal end of the clamp. The end face of the hook member 14 is preferably chamfered as illustrated in Figure 1 25 to facilitate deflection of the hook to allow leg 12 to pass during the closure of the clamp.

Figuur 2 toont hoe de klem eruit ziet wanneer ze rond een buisvormig bloedvat is gesloten, waarbij de opper-30 vlakken 16 en 18 van de klem samenwerken en het bloedvat 32 samendrukken teneinde de doorstroomopening te sluiten.Figure 2 shows what the clamp looks like when closed around a tubular blood vessel, with the surfaces 16 and 18 of the clamp cooperating and compressing the blood vessel 32 to close the flow-through opening.

De oppervlakken 16 en 18 kunnen glad zijn zoals in figuur 1 is geïllustreerd of kunnen voorzien zijn van ribben of groeven teneinde de op het bloedvat uitgeoefende vasthoud-35 kracht te vergroten. Zoals blijkt uit de figuur strekt het scharnier 13 zich uit vanaf het uiteinde van de haak 21 naar een punt op het been 12 aangrenzend aan het uiteinde van de haak 21 wanneer de klem zich in gesloten positie bevindt.The surfaces 16 and 18 may be smooth as illustrated in Figure 1 or may have ribs or grooves to increase the retention force applied to the blood vessel. As shown in the figure, the hinge 13 extends from the end of the hook 21 to a point on the leg 12 adjacent to the end of the hook 21 when the clamp is in closed position.

Zoals blijkt uit figuur 1 is het been 12 voorzien van 40 81 0 089 9 6 aangrijpmiddelen voor de klemtang nabij bet distaaluiteinde ervan in de vorm van een kanaal 27 met randen 28 en 29 die ‘verlopen over de breedte van de klem. Het been 11 is op soortgelijke wijze voorzien van aangrijpmiddelen voor de 5 klemtang in de vorm van randen 30 en 31 nabij bet distaai uiteinde ervan. Deze structuur maakt bet mogelijk om de klem in de klemtang te· positioneren en de klem rond bet af te sluiten bloedvat te plaatsen hetgeen nog nader wordt beschreven aan de band van de figuren 4 en 5· 10 Figuur 3 illustreert een tangvormig instrument 40 voor bet aanbrengen van een afsluitklem, voorzien van twee van een ring voorziene bandvatelementen 41 en 42 die elkaar op bet scharnierpunt 43 kruisen en die in de normaal geopende toestand worden gehouden door een veer 46. Het 15 handvat 41 verloopt tot voorbij bet scharnier 43 en vormt een kaak 44 terwijl bet verlengde van bet handvat 42 een andere kaak 45 vormt. De pen 38 steekt uit vanaf bet handvat 42 in een blinde sleuf 39 ih bet handvat 41 en begrenst de maximale openingshoek van de kaken 44 en 45 tot 20 die boek, die aangepast is aan de geopende klem.As can be seen from Figure 1, the leg 12 is provided with clamp pliers gripping means near its distal end in the form of a channel 27 with edges 28 and 29 extending across the width of the clamp. The leg 11 is similarly provided with gripper gripping means in the form of edges 30 and 31 near its distal end. This structure makes it possible to position the clamp in the clamping forceps and to place the clamp around the blood vessel to be closed, which is further described on the band of Figures 4 and 5 · 10. Figure 3 illustrates a forceps-shaped instrument 40 for arranging a closing clamp, provided with two ring-shaped band barrel elements 41 and 42 crossing each other at the pivot point 43 and which are held in the normally open position by a spring 46. The handle 41 extends past the hinge 43 and forms a jaw 44 while the extension of handle 42 forms another jaw 45. The pin 38 protrudes from the handle 42 into a blind slot 39 in the handle 41 and limits the maximum opening angle of the jaws 44 and 45 to 20 which is adapted to the opened clamp.

Figuur 4 illustreert de constructiedetails van de kaken 44 en 45 van de klemtang 40 en de samenwerking van de kaken met de klem uit figuur 1. De kaken 44 en 45 zijn van identiek ontwerp en respectievelijk voorzien van de 25 kanalen 47 en 48 die verlopen vanaf de punt van elke kaak in achterwaartse richting. De breedte van elk kanaal is aangepast aan de breedte van de klem en elk kanaal is voorzien van aangrijptanden 49 en 50 over de bodem van het kanaal verlopend over een gebied achterwaarts van de punt 30 van de kaak. De afmetingen en tussenafstanden van de ka-naaltanden 49 en 50 corresponderen met de afmetingen en tussenafstanden van de corresponderende randen op de klem en wanneer de open klem in de tang wordt aangebracht dan vallen de randen van de klem samen met de tanden van de 35 tang zoals geïllustreerd is in figuur 4. Omdat de kaken van de klemtang een identieke structuur hebben is het niet nodig om de klemtang ten opzichte van de klem te oriënteren wanneer de klemtang met een klem wordt geladen.Figure 4 illustrates the construction details of the jaws 44 and 45 of the clamping pliers 40 and the cooperation of the jaws with the clamp of Figure 1. The jaws 44 and 45 are of identical design and have the 25 channels 47 and 48 respectively extending from the tip of each jaw in a backward direction. The width of each channel is adapted to the width of the clamp, and each channel is provided with engagement teeth 49 and 50 across the bottom of the channel extending through an area rearward from the tip 30 of the jaw. The dimensions and spacings of the channel teeth 49 and 50 correspond to the dimensions and spacings of the corresponding edges on the clamp and when the open clamp is fitted in the pliers, the edges of the clamp coincide with the teeth of the pliers as illustrated in Figure 4. Since the jaws of the clamp pliers have an identical structure, it is not necessary to orient the clamp pliers relative to the clamp when the clamp is loaded with a clamp.

Klem 10 wordt aanvankelijk in de klemtang 40 geladen in de normaal geopende positie zoals geïllustreerd is in 40 81 0 089 9 7 figuur 4. Na het bewegen van de kaken van de klemtang en de kien in positie rond het af te sluiten bloedvat worden de kaken van de klemtang gesloten en wordt de klem in positie rond het bloedvat vergrendeld zoals geïllustreerd 5 is in figuur 2. Als de kaken van de klemtang zijn gesloten dan zijn de benen van de klem 10 in de kanalen van de kaken verdraaid totdat het distaaluiteinde van het been 12 is aangegrepen door het haakdeel 14. Nadat de klem volledig is gesloten en vergrendeld is op het bloedvat zoals 10 geïllusteerd is in figuur 5 worden de kaken van de klemtang geopend en kan de klemtang worden verwijderd teneinde met een andere klem te worden geladen.Clamp 10 is initially loaded into clamping forceps 40 in the normally open position as illustrated in 40 81 0 089 9 7 Figure 4. After moving the jaws of the clamping forceps and the jaws into position around the vessel to be occluded, the jaws of the clamp pliers and the clamp is locked in position around the blood vessel as illustrated 5 in Figure 2. When the jaws of the clamp are closed, the legs of the clamp 10 are twisted into the channels of the jaws until the distal end of the leg 12 is engaged by the hook portion 14. After the clamp is fully closed and locked onto the blood vessel as illustrated in Figure 5, the jaws of the clamp are opened and the clamp can be removed to be loaded with another clamp.

In figuur 6 is een andere uitvoeringsvorm van een klem en een klemtang volgens de uitvinding getoond waarbij de 15 benen 11 en 12 elk voorzien zijn van een kanaal 52 verlopend over de breedte van de klem nabij het distaaluit-einde ervan. De kaken 44 en 45 van de klemtang zijn voorzien van corresponderende uitsteeksels 51 bestemd om samen te werken met de kanalen 52 wanneer de open klem in positie 20 wordt gebracht tussen de kaken. Het kanaal van kaak 45 is verder voorzien van een uitsparing bij 53 als aanpassing aan de haak 14 van de klem wanneer de klem tussen de kaken wordt gesloten. Zoals is geïllustreerd is ook het kanaal van de kaak 44 van een soortgelijke uitsparing voorzien 25 teneinde de noodzaak om de klemtang op de klem te oriënteren te elimineren.Figure 6 shows another embodiment of a clamp and a clamp pliers according to the invention, wherein the legs 11 and 12 each have a channel 52 extending across the width of the clamp near its distal end. The jaws 44 and 45 of the clamp pliers are provided with corresponding projections 51 designed to cooperate with the channels 52 when the open clamp is brought into position 20 between the jaws. The channel of jaw 45 further includes a recess at 53 to match hook 14 of the clamp when the clamp is closed between the jaws. As illustrated, the channel of the jaw 44 is also similarly recessed to eliminate the need to orient the clamp pliers on the clamp.

Alhoewel de figuren en de beschrijving zijn beperkt tot specifieke uitvoeringsvormen van de afsluitklemmen volgens de uitvinding zal het voor de deskundige duidelijk zijn dat 30 er diverse variaties van het ontwerp binnen het kader van de uitvinding gerealiseerd.kunnen worden. De aangrijpmidde-len tussen de kaken van de klemtang en de klem, dat wil zeggen de tanden en randen in figuur 4 of de uitsteeksels en kanalen in figuur 6 zijn aanwezig in de voorkeursuitvoe-35 ringsvormen maar kunnen ook worden weggelaten. De klemmen kunnen worden gefabriceerd met een glad buitenoppervlak en de kaken van de klemtang kunnen worden voorzien van gladde kanalen voor het opnemen van de klem. Ook kunnen de kanalen van de klemtang worden voorzien van een contour aangepast aan de uitwendige configuratie van de klem ten- 40 81 0 089 9 8 einde de klem met zekerheid te oriënteren tussen de kaken. Deze en andere modificaties van de configuratie van de klem vallen hinnen het kader van de aanvrage.Although the figures and the description are limited to specific embodiments of the closing clamps according to the invention, it will be clear to the skilled person that various variations of the design can be realized within the scope of the invention. The engagement means between the jaws of the clamp and the clamp, ie the teeth and edges in Figure 4 or the protrusions and channels in Figure 6 are present in the preferred embodiments, but may also be omitted. The clamps can be manufactured with a smooth outer surface and the jaws of the clamp pliers can be provided with smooth channels to receive the clamp. Also, the channels of the clamp pliers can be contoured to suit the external configuration of the clamp in order to orient the clamp with certainty between the jaws. These and other modifications of the clamp configuration are within the scope of the application.

De klemmen volgens de uitvinding kunnen worden ge-5 construeerd in verschillende afmetingen afhankelijk van de functie waarvoor ze "bestemd zijn. Hemostatische klemmen hehben over het algemeen een lengte minder dan 6 mm, een breedte van ongeveer 1,5 mm en hebben een bloedvatklem-oppervlak met een lengte van ongeveer 3 nim. De afmetingen 10 van de klem kunnen met ongeveer 50% worden gereduceerd voor bepaalde microchirurgische toepassingen. Grotere klemmen voor speciale hemostatische toepassingen en andere functies zoals het sluiten van oviducten of vas deferens kunnen afmetingen hebben die ongeveer het dubbele zijn van 15 de afmetingen van een kenmerkende hemostatische klem. Klemmen van verschillende afmetingen worden bij voorkeur toegepast gebruikmakend van aangepaste individuele klem-tangen waarvan de kaken zijn aangepast aan de afmetingen van de klem teneinde een zo goed mogelijke functionering te 20 waarborgen.The clamps according to the invention can be constructed in different sizes depending on the function for which they are intended. Hemostatic clamps generally have a length less than 6 mm, a width of about 1.5 mm and have a blood vessel clamp. surface with a length of about 3 nim. The size of the clamp can be reduced by about 50% for certain microsurgical applications. Larger clamps for special hemostatic applications and other functions such as closing oviducts or vas deferens can have dimensions that approximately are double the size of a typical hemostatic clamp Different size clamps are preferably used using adapted individual clamp pliers whose jaws are adapted to the size of the clamp to ensure the best functioning.

De klemmen volgens de uitvinding zijn op geschikte wijze gevormd uit biologisch accepteerbaar kunststof materiaal dat al dan niet absorbeerbaar kan zijn. Absorbeerbare polymeren die de voorkeur verdienen zijn onder andere homo-25 polymeren en copolymeren van glycolide, lactide en £-di-oxanon. Niet absorbeerbare polymeren die de voorkeur verdienen zijn nylon, polyester en polypropeen. Al deze materialen zijn biologisch accepteerbaar gebleken wanneer ze worden gebruikt als hechtmiddel of als ander inplanteer-30 baar medisch orgaan. De klemmen kunnen ook worden gegoten of worden bewerkt uitgaande van vaste polymere materialen of metalen zoals aluminium, magnesium, roestvrij staal, tantaal en verschillende legeringen ervan, waarvan sommigen ook in biologisch weefsel absorbeerbaar zijn.The clips of the invention are suitably formed from biologically acceptable plastic material which may or may not be absorbable. Preferred absorbable polymers include homo-polymers and copolymers of glycolide, lactide and--dioxanone. Preferred non-absorbable polymers are nylon, polyester and polypropylene. All of these materials have proven to be biologically acceptable when used as an adhesive or other implantable medical device. The clamps can also be cast or machined from solid polymeric materials or metals such as aluminum, magnesium, stainless steel, tantalum and various alloys thereof, some of which are also absorbable in biological tissue.

81 0 089 981 0 089 9

Claims

1. Hemostatic clamp, characterized by first and second legs each - provided with an elongated blood vessel clamping part, each opposite the blood vessel clamping part of the other; the first terminating at each end in a return bend portion to form a hook member projecting outwardly from said blood vessel clamp portion; said second terminating at each end in a configuration adapted to cooperate with said hook portions of the first; hinge means connecting the proximal ends of the first and second to one another, the first and second being hinged around these hinge means from an open position to a closed 15 'position, the ends of the second leg are engaged by the corresponding hook parts of the first leg when said legs are turned to the closed position.

Clamp according to claim 1, characterized in that the first and second legs are joined together by a rupturable fleece or material bridge extending from the blood vessel clamp portion of the first leg to the poximal end of the second leg when the clamp is in an open position, which fleece or material bridge is broken during closing of the clamp.

5. Clamp according to claim 1, characterized in that each hook element of the first leg has an inner surface spaced from and substantially parallel to the opposite surface of the blood vessel clamp portion.

4. Clamp according to claim 1, characterized in that the hinge means comprises a protruding portion which extends from the end of a hook element to a point on the second leg adjacent to this end of said hook element when the clamp is in closed position. position.

Clamp according to claim 4, characterized in that the hinge means defines a cylindrical relief bore extending between the first and second toes at the end of said hook member.

Clamp according to claim 1, characterized in that the first and second legs are provided with means on the outer surface at their distal ends 5 on which the clamp pliers can engage * 7 * Clamp according to claim 6, characterized in that said means to which the clamping pliers can act, be provided with at least one channel that extends transversely across the width of the said legs.

8. Clamp as claimed in claim 7, characterized in that the means on which the clamping forceps can engage are provided with at least one edge which extends transversely across the width of said legs.

9. Clamp according to claim 1, characterized in that it is made of a biologically acceptable absorbable polymer.

10. Clamp according to claim 95, characterized in that said polymer is selected from the group consisting of the homopolymers and copolymers of glycolide, lactide and p-dioxanone.

Clamp according to claim 1, characterized in that it is made of a biologically acceptable non-absorbable polymer.

Clamp according to claim 11, characterized in that said polymer is selected from the group including nylon, polyester and polypropylene.

15. Hemostatic clamp, characterized by a first and second leg, each leg comprising an elongated blood vessel clamp portion with an inner surface 50 facing the blood vessel clamp portion of the other leg, the first leg being an open oval with a return bend portion and each end which forms return bend portion hook member and protruding from said blood vessel clamp portion, and each of the hook members has an inner surface spaced from and substantially parallel to the inner surface of said leg; which second leg is adapted to the interior of said oval of the first leg and each end of the second leg is adapted to cooperate with the hook-40 elements of the first leg; which first and second legs 81 0 099 9 are coupled together via hinge means protruding from the free end of a hook member to the adjacent surface of the second leg when the second leg is engaged by said hook elements; 5 which first and second legs are pivotable about the hinge means from an open position to a closed position with the hinged end of the second leg rotating to co-operate with the corresponding hook portion of the first leg and the other end of the second leg deflecting the other hook member and then cooperating therewith to mechanically secure the legs in the closed position.

14. Clamp according to claim 13, characterized in that the first and second leg are connected to each other via a breakable material bridge that extends from the blood vessel clamp part of the first leg to the proximal end of the second leg when the clamp is in open position, which material bridge is broken when closing the clamp. * Clamp according to claim 13, characterized in that the end of the hook element extending from the free distal end of the first leg is shielded so as to bend this hook element during the passage of and subsequently engage it. cor-25 to facilitate responder distal end of the second leg.

16. Clamp according to claim 13, characterized in that the first and second legs are provided with means on which clamping pliers can engage, arranged on the outer surface at their distal ends.

Clamp according to claim 16, characterized in that the means on which a clamping forceps can engage consist of at least one edge extending transversely across the width of said legs.

Method for closing a cut blood vessel or other clamping fluid channel, characterized in that a clamp according to any one of claims 1 to 12 is clamped on the outside of said blood vessel or fluid channel.

19. Method for closing a cut blood vessel or other small fluid channel, characterized in that a clamp according to any one of claims 13 to 17 is clamped on the outside of the blood vessel or fluid channel. *********** 8 1 0 089 9