NL8100860A

NL8100860A - SERVO CYLINDER.

Info

Publication number: NL8100860A
Application number: NL8100860A
Authority: NL
Original assignee: Asea Ab
Priority date: 1980-02-22
Filing date: 1981-02-20
Publication date: 1981-09-16
Also published as: SE430183B; NO810599L; DE3104989A1; FI810532L; SE8001400L; GB2072886A

Description

#- N.O. 29.816 Servo-c Hinder.# - N.O. 29816 Servo-c Nuisance.

55

De uitvinding heeft betrekking op een servo cilinder die een deel vormt van een kring met een permanente stroom drukmedium en waarbij een smoring van de stroom in de kring een wijziging van de druk veroorzaakt in de cilinderruimte aan één zijde van een werkzuiger, waardoor een bedieningskracht wordt verkregen. De cilinder omvat een doorgaande zuigerstang met een zuiger die de cilinder in een eerste en een tweede ruimte verdeeld. Deze zijn respectievelijk bedoeld om te worden verbonden, met de drukmedium-bron en een verzamelhouder.The invention relates to a servo cylinder which forms part of a circuit with a permanent flow of pressure medium and wherein a throttling of the flow in the circuit causes a change in the pressure in the cylinder space on one side of a working piston, whereby an actuating force is obtained. The cylinder includes a continuous piston rod with a piston which divides the cylinder into a first and a second space. These are respectively intended to be connected to the print medium source and a collection container.

10 Volgens de uitvinding is de zuigerstang uitgevoerd met een boring die door de opening in de wand van de zuigerstang in verbinding staat met de twee cilinderruimten waardoor het mogelijk is dat drukmedium vanaf de eerste ruimte overstroomt naar de tweede ruimte via de zuigerstang zonder vermeldenswaardige daling van druk. 15 Ben verplaatsbare glijklep is in de boring aangebracht welke glij-klep bij een axiale verplaatsing ten opzichte van de zuigerstang een smoring met zich brengt van de stroom tussen de twee cilinderruimten. Deze smoring veroorzaakt druk-verschil en daardoor bedieningskracht. De zuiger wordt in één richting gedwongen door 20 een veer naar een stand bepaald door een aanslag. De glijklep wordt in één bewegingsrichting gedwongen door een veer naar een stand bepaald door een stop. In zijn andere richting kan hij worden beïnvloed door een bedieningsstang. De cilinder kan voorzien zijn van een instelbaar stoporgaan waardoor de beweging van de glijklep 25 kan worden beperkt in de richting die het smoren van de stroom tussen de twee cilinderruimten met zich brengt.According to the invention, the piston rod is formed with a bore which communicates through the opening in the wall of the piston rod with the two cylinder spaces, allowing pressure medium to overflow from the first space to the second space via the piston rod without a noticeable drop of pressure. A movable slide valve is arranged in the bore, which slide valve, when axially displaced with respect to the piston rod, entails a throttle of the flow between the two cylinder spaces. This throttling causes differential pressure and therefore operating force. The piston is forced in one direction by a spring to a position determined by a stop. The slide valve is forced in one direction of movement by a spring to a position defined by a stop. In its other direction, it can be affected by a control rod. The cylinder can be provided with an adjustable stop means whereby the movement of the slide valve 25 can be limited in the direction involving throttling of the flow between the two cylinder spaces.

Aan de hand van een tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader besproken.The invention will be discussed in more detail below with reference to a drawing, in which an exemplary embodiment is shown.

De cilinder 1 is opgebouwd uit een buis 2 met eindstukken 3 en 30 4 die axiaal in de buis 2 zijn bevestigd door grendelringen 5» 6, 7 en 8, en afdiehtringen 9 en 10, dichten af tussen de eindwanden 3 en 4· en de buis 2. De zuigerstang 11 doorloopt de gehele buis 2 en strekt zich dus uit door de eindwanden 3 en 4· Genoemde eindwanden zijn voorzien van afdichtingen 12 en 13, die af dichten ten 35 opzichte van de zuigerstang 11. De zuiger 14 is verbonden met de zuigerstang 11 en verdeeld de cilinder in twee ruimten 15 en 16, waarbij een afdichting 17A aanwezig is tussen de zuiger 14 en de buis 2, Aan elke zijde van de buis 14 is de zuigerstang 11 uitge- 8100860 voerd met twee vergrote delen respectievelijk 17 en 18, die stop-organen vormen die de beweging van de zuiger 14 bij aanraking van de eindwanden 3 en 4 begrenst. De zuigerstang omvat twee boringen 20 en 21. Hiertussen is een wand 22 aanwezig met een opening 23.The cylinder 1 is composed of a tube 2 with end pieces 3 and 30 4 which are axially fixed in the tube 2 by locking rings 5, 6, 7 and 8, and sealing rings 9 and 10, sealing between the end walls 3 and 4 and the tube 2. The piston rod 11 runs through the entire tube 2 and thus extends through the end walls 3 and 4. Said end walls are provided with seals 12 and 13, which seal with respect to the piston rod 11. The piston 14 is connected to the piston rod 11 and divides the cylinder into two spaces 15 and 16, a seal 17A being present between the piston 14 and the tube 2. On each side of the tube 14, the piston rod 11 is formed with two enlarged parts, respectively 17 and 18, which form stop members which limit the movement of the piston 14 upon contact of the end walls 3 and 4. The piston rod comprises two bores 20 and 21. A wall 22 with an opening 23 is present between them.

5 De boring omvat een glijklep 24 met een bedieningsstang 25 die van schroefdraad is voorzien aan zijn andere einde en een stop-huls 26 bezit waardoor de beweging van de glijklep 24 naar rechts kan worden begrensd. Aan zijn andere einde is de glijklep 24 uitgevoerd met een pen 27 die gaat door de wand 22. Een grendelring 28 op het 10 deel dat zich uitstrekt in de boring 21 begrenst de beweging naar links van de glijklep 24. Tussen de glijklep 24 en de wand 22 is een veer 19 aanwezig die de glijklep;. 24 naar links tracht te bewegen naar de stand bepaald door de wand 22 en de grendelring 28. De cilinderruimte 16 omvat een veer 29 die de zuiger 14 naar links 15 tracht te bewegen naar de stand bepaald door de zuigerstang deel 17 en de eindwand 3· In de buisvormige zuigerstang 11 aan elke zijde van de zuiger 14 zijn radiale openingen 30 en 31 aanwezig. Via deze openingen 30 en 31 en het ringvormige kanaal 32 gevormd tussen de glijklep 24 en de boring 20 komen de cilinderruimten 15 en 16 in 20 verbinding met elkaar als de glijklep 24 de stand als weergegeven in de tekening inneemt. De zuiger 14 kan een axiaal kanaal 33 bezitten die een bepaalde doorlaat van drukmedium verzekert als de glijklep 24 de verbinding via de zuigerstang 11 volledig afsnijdt. De servo-cilinder 1 is geplaatst in een gesloten hydraulisch systeem 25 met een pomp 34» die in verbinding staat met de cilinderruimte 15 via de leiding 35 aan de drukzijde en met de houder 36 via de leiding 37 mat de zuigzijde. De cilinderruimte 16 staat via de leiding 38 in. verbinding met bijvoorbeeld een andere servo-inrichting of direct met de houder 36.The bore includes a slide valve 24 with a threaded actuating rod 25 at its other end and a stop sleeve 26 which allows the movement of the slide valve 24 to be limited to the right. At its other end, the slide valve 24 is formed with a pin 27 passing through the wall 22. A locking ring 28 on the portion extending into the bore 21 limits the movement to the left of the slide valve 24. Between the slide valve 24 and the wall 22 is provided with a spring 19 holding the slide valve; 24 attempts to move to the left to the position defined by the wall 22 and the locking ring 28. The cylinder space 16 includes a spring 29 which attempts to move the piston 14 to the left 15 to the position defined by the piston rod part 17 and the end wall 3 · Radial openings 30 and 31 are provided in the tubular piston rod 11 on either side of the piston 14. Through these openings 30 and 31 and the annular channel 32 formed between the slide valve 24 and the bore 20, the cylinder spaces 15 and 16 communicate with each other when the slide valve 24 assumes the position shown in the drawing. The piston 14 can have an axial channel 33 which ensures a certain passage of pressure medium when the slide valve 24 completely cuts off the connection via the piston rod 11. The servo cylinder 1 is placed in a closed hydraulic system 25 with a pump 34 which communicates with the cylinder space 15 via the line 35 on the pressure side and with the holder 36 via the line 37 measured on the suction side. The cylinder space 16 is positioned via the line 38. connection to, for example, another servo device or directly to the holder 36.

30 De werking van de servo-cilinder is als volgt. In de stand van de glijklep 24 in de zuigerstang 11, als weergegeven in de tekening, circuleert het drukmedium met een zeer klein drukverlies door de gesloten kring bestaande uit de cilinder 1, de leiding 38, de houder 36, de leiding 37» ie pomp 34 en de leiding 35. Als de glijklep 35 24 naar rechts is bewogen is de opening 30 geheel of gedeeltelijk gesloten, waarbij de stromingsweerstand aldus groter wordt en een drukverhoging wordt verkregen in de ruimte 15 zodat een bedienings-kracht in een inrichting naar rechts wordt verkregen die de zuiger 14 naar rechts verplaatst. In het geval van een ongewijzigde abso-40 lute stand van de glijklep 24 wordt de opening 30 vrijgegeven tot 8100860 3 %«**- ac - dat een evenwicht is "bereikt tussen de kracht van de zuiger en de tegen-kracht van een deel "beïnvloed door de zuigerstang 11. Een zuiger-beweging wordt verkregen die in hoofdzaak gelijk is aan de absolute verplaatsing van de glijklep 24· Een verdere verplaatsing 5 van de glijklep 24 brengt een verdere beweging van de zuiger met zich tot een maximale druk in de ruimte 15 is bereikt. Deze maximale druk en dus de maximale bedieningskraeht kunnen worden begrensd door middel van een stopmoer 26 door het smoren van de opening 30 te begrenzen. De stopmoer 26 begrent de beweging van de glijklep 24 10 ten opzichte van de zuigerstang 11.The operation of the servo cylinder is as follows. In the position of the slide valve 24 in the piston rod 11, as shown in the drawing, the pressure medium circulates with a very small pressure loss through the closed circuit consisting of the cylinder 1, the pipe 38, the container 36, the pipe 37 ie pump 34 and the conduit 35. When the slide valve 24 is moved to the right, the orifice 30 is closed in whole or in part, thus increasing the flow resistance and providing an increase in pressure in the space 15 so that an actuating force in a device is turned to the right which moves the piston 14 to the right. In the case of an unaltered abso-40 lute position of the slide valve 24, the opening 30 is released to 8100860 3% «** - ac - which has reached a" balance "between the force of the piston and the counter-force of a part "influenced by the piston rod 11. A piston movement is obtained which is substantially equal to the absolute displacement of the slide valve 24 · A further displacement of the slide valve 24 involves a further movement of the piston to a maximum pressure in the space 15 has been reached. This maximum pressure and thus the maximum operating force can be limited by means of a stop nut 26 by limiting the throttling of the opening 30. The stop nut 26 limits the movement of the slide valve 24 relative to the piston rod 11.

De servo-cilinder volgens de uitvinding bleek als rem-cilinder bij onder andere vorkheftrucks zeer goed bruikbaar te zijn.The servo cylinder according to the invention turned out to be very useful as a brake cylinder with, for instance, forklift trucks.

81008608100860

Claims

Servo cylinder according to claim 1, characterized in that the piston (4) is influenced in one direction by a spring (29) to a position determined by a stop (2, 17)

Servo cylinder according to claim 1, characterized in that the slide valve (24) is influenced in one direction of movement by spring (19) to a limit position defined by a stop (22, 28).

Servo cylinder according to claim 3, characterized in that the cylinder is provided with an adjustable stop device (26) by means of which the movement of the slide valve 30 (24) can be limited in the direction that throttling entails the flow between the two cylinder spaces (15, 16). --- 000O000 --- 8100860