NL8100838A - Verbindingsinrichting die insteekbaar is in een fluidumomgeving. - Google Patents
Verbindingsinrichting die insteekbaar is in een fluidumomgeving. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8100838A NL8100838A NL8100838A NL8100838A NL8100838A NL 8100838 A NL8100838 A NL 8100838A NL 8100838 A NL8100838 A NL 8100838A NL 8100838 A NL8100838 A NL 8100838A NL 8100838 A NL8100838 A NL 8100838A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- reservoir
- plug
- piston
- cavity
- compensation
- Prior art date
Links
- 239000012530 fluid Substances 0.000 title claims description 4
- 230000013011 mating Effects 0.000 claims description 35
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims description 10
- 230000001681 protective effect Effects 0.000 claims description 9
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 claims description 5
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 claims description 4
- 239000004519 grease Substances 0.000 description 21
- 239000007788 liquid Substances 0.000 description 11
- 239000012528 membrane Substances 0.000 description 5
- 239000007787 solid Substances 0.000 description 4
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 4
- 230000002706 hydrostatic effect Effects 0.000 description 3
- 239000002245 particle Substances 0.000 description 3
- 239000004020 conductor Substances 0.000 description 2
- 210000002445 nipple Anatomy 0.000 description 2
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 1
- 238000011038 discontinuous diafiltration by volume reduction Methods 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 229920001084 poly(chloroprene) Polymers 0.000 description 1
- 239000012858 resilient material Substances 0.000 description 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/46—Bases; Cases
- H01R13/52—Dustproof, splashproof, drip-proof, waterproof, or flameproof cases
- H01R13/523—Dustproof, splashproof, drip-proof, waterproof, or flameproof cases for use under water
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E21—EARTH DRILLING; MINING
- E21B—EARTH DRILLING, e.g. DEEP DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
- E21B33/00—Sealing or packing boreholes or wells
- E21B33/02—Surface sealing or packing
- E21B33/03—Well heads; Setting-up thereof
- E21B33/035—Well heads; Setting-up thereof specially adapted for underwater installations
- E21B33/038—Connectors used on well heads, e.g. for connecting blow-out preventer and riser
- E21B33/0385—Connectors used on well heads, e.g. for connecting blow-out preventer and riser electrical connectors
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01R—ELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
- H01R13/00—Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
- H01R13/46—Bases; Cases
- H01R13/52—Dustproof, splashproof, drip-proof, waterproof, or flameproof cases
Description
813054/ke/sn
Korte aanduiding: Verbindingsinrichting die insteekbaar is in een fluldumomgeving.
Door aanvraagster wordt ais uitvinder genoemd: André Chevalier.
De uitvinding heeft betrekking op een verbindingsinrichting die insteekbaar is in een fluxdumomgeving. Bij wijze van voorbeeld zal in het onderstaande verwezen worden naar een elektrische verbindingsinrichting waarvan de contacten beschermd zijn ten opzichte 5 van de omgeving, waardoor elektrische verbindingen kunnen worden gemaakt of verbroken, zelfs wanneer de verbindingsinrichting zich bevindt in een vloeistofomgeving die geleidend kan zijn.
Er zijn verbindingsinrichtingen van verschillende typen bekend die speciaal zijn ontworpen om de steker en de contrasteker waaruit 10 hij samengesteld is bij elkaar te brengen terwijl ze ondergedompeld zijn in een vloeistof.
Eén van deze verbindingsinrichtingen, beschreven in het Franse octrooischrift 1.490.351, gebruikt een gesloten diafragma dat de elektrische contacten van de contrasteker beschermd. Bij het tot 15 stand brengen van de elektrische verbinding steekt de steker door dit diafragma waarbij het wordt vernield. Men kan dus onder water slechts éénmaal een aansluiting tussen de contrasteker en de steker tot stand brengen. Een dergelijke verbindingsinrichting kan dus niet worden gebruikt wanneer men een elektrische verbinding in een vloei-20 stofomgeving meermaals tot stand wil brengen en wil onderbreken.
Om dit bezwaar te ondervangen zijn andere verbindingsinrichtingen vervaardigd waarin de elektrische contacten van de contrasteker beschermd worden door een geschikte vloeistof. Door een intrekbare zuiger wordt deze vloeistof in de contrasteker gehouden 25 en teruggedrukt naar een daartoe aangebrachte ruimte wanneer de steker wordt ingestoken. De Amerikaanse octrooischriften 3.508.188, 3.845.450, 4.039.242 en 4.142.770 illustreren uitvoeringsvormen van dit type verbindingsinrichting die meerdere malen achter elkaar 81 0 0 8 3 8 -2- kunnen worden gebruikt waarbij ze voortdurend onder water blijven.
De bezwaren van deze laatste inrichtingen liggen in het feit dat er bij elk gebruik van de verbindingsinrichting een bepaalde hoeveelheid van de beschermingsvloeistof uit de contrasteker verdwijnt.
5 Bovendien toont de ervaring dat, wanneer er vaste deeltjes gesuspendeerd zijn in de vloeistof waarin de inrichting ondergedompeld is, een min of meer grote hoeveelheid van deze deelijss in de contrasteker binnendringt en leidt tot een min of meer snelle beschadiging van de inrichting.
10 De uitvinding verschaft een nieuwe verbindingsinrichting waarin de bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen.
De wijze waarop dit wordt gerealiseerd is omschreven in de toegevoegde conclusies en wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.
15 Fig. IA en 1B tonen schematisch en in doorsnede een eerste uitvoeringsvorm van een steker en een contrasteker waaruit de verbindingsinrichting volgens de uitvinding is sanengesteld; fig. 2A en 2B tonen een tweede uitvoeringsvorm; fig. 3A en 3B tonen schematisch een derde uitvoeringsvorm, en 20 fig. 4A tot 4D betreffen de uitvoering van een afsluiter die bevestigd is aan het einde van de contrasteker.
Men ziet in fig. IA en 1B het principeschema van een eerste uitvoeringsvorm van een steker 1 en een contrasteker 2.
De steker 1 is bij voorbeeld verbonden met een apparaat zoals 25 een putkop die zich onder water op de bodem bevindt. Deze contrasteker omvat een lichaam 3 met een holte 4 die bestemd is voor het opnemen van de steker 2. In de holte 4 zijn ringvormige elektrische contacten 5a, 5b, 5c aangebracht. Bij wijze van voorbeeld zijn drie van dergelijke ringcontacten getekend, maar er kan ook een ander 30 aantal worden toegepast. Deze elektrische contacten 5a, 5b, 5c zijn verbonden met elektrische geleiders die duidelijkheidshalve niet zijn getekend. Evenmin zijn de constructiebijzonderheden van de contrasteker, die voor de vakman duidelijk zijn, weergegeven.
81 0 08 3 8 -8-
Het vrije einde van de contrasteer is voorzien van een afsluiter 6 die in het onderstaande in bijzonderheden zal worden beschreven.
In het lichaam 3 van de contrasteker is een hoofdreservoir 5 7 aangebracht, dat hier ringvormig is. Binnen dit reservoir ver plaatst zich een zuiger 8 die in het reservoir 7 een ruimte 7a begrenst die voortdurend in verbinding staat met de bodem van de ruimte 4 door kanalen 9, en een ruimte 7b waarin een schroefveer 10 is geplaatst die inwerkt op de zuiger 8. Leidingen 11, die uitmonden 10 in de ruimte 7b en buiten het lichaam 3, maken het mogelijk om de zuiger 8 te onderwerpen aan de uitwendige hydrostatische druk. Omdat de contrasteker bestemd is om te worden gebruikt in een vloeistof-omgeving waarin vaste deeltjes gesuspendeerd kunnen zijn wordt door een soepel membraan 12 dat aan het lichaam 3 is bevestigd een ge-15 sloten ruimte 13 begrenst waarin het kanaal 11 feitelijk uitmondt.
De hydrostatische druk van de uitwendige omgeving wordt dan op de zuiger 8 overgebracht door het membraan 12, en een vloeistof zoals olie waarmee de gesloten ruimte 13 en het compartiment 7b van het hoofdreservoir 7 zijn gevuld, 20 Het compartiment 7a van het reservoir 7 en de holte 4 van de contrasteker zijn gevuld met een isolerend vet dat ten doel heeft om de elektrische contacten 5a, 5b, 5c te beschermen wanneer de steker 2 niet in de contrasteker 1 gestoken is. De zuiger 8 bevindt zich dan in de met getrokken lijnen getekende stand onder in fig.
25 M.
De steker 2, die in fig. 1B «schematisch is weergegeven, omvat een cylindrisch gedeelte of pen 14 die past binnen de holte 4 van de contrasteker 1 en voorzien is van elektrische aansluitklemmen 15a, 15b, 15c die respectievelijk overeenkomen met de contacten 5a-5c in 30 de contrasteker 1.
Bij het inbrengen van de steker 2 wordt vrijwel de gehele hoeveelheid vet die zich in de holte 4 bevindt via de kanalen 9 8100838 -4- teruggedreven naar de ruimte 7a van het hoofdreservoir 7, hetgeen dus aanleiding geeft tot de verplaatsing van de zuiger 8 tot de stand die boven in fig. 1A met stippellijnen is getekend.
In principe kan een dergelijke verbindingsinrichting onbeperkt lang funktioneren als bij elke verwijdering van de steker al het vet in de contrasteker zou blijven. In feite zal, ondanks de aanwezigheid van de afsluiter 6, een min of^eer grote hoeveelheid van het vet aan de steker 2 blijven zitten en dus uit de contrasteker verwijderd worden wanneer de twee delen van de inrichting van elkaar worden gescheiden.
Om dit bezwaar te ondervangen is de contrasteker 1 voorzien van een compensatiereservoir 16 dat in de getekende uitvoering ringvormig is en een verplaatsbare zuiger 17 omvat waardoor het compensatiereservoir wordt verdeeld in een kamer 1óa die gevuld is met vet en een kamer 16b die gevuld is met een vloeistof zoals olie, onder invloed van de hydrostatische druk van de uitwendige omgeving door middel van een soepel membraan 18 dat om het lichaam van de contrasteker een afgesloten ruimte 19 begrenst die in verbinding staat met de kaner 16b door leidingen 20.
Een schroefveer 21 oefent een druk uit op de zuiger 17 om hem te verplaatsen in de richting die overeenkomt met een volume-vermindering van de kamer 16a.
Er zijn middelen aanwezig om, indien noodzdkelijk, een zekere hoeveelheid vet uit het compensatiereservoir 16a over te brengen naar het geheel van het hoofdreservoir 7a en de holte 4.
Fig. IA toont een mechanische uitvoeringsvorm van deze overbrengingsmiddelen, die in hoofdzaak een leiding 22 omvatten die aan één einde in verbinding staat met de holte 4 en aan het andere einde met het compensatiereservoir 16a door middel van een vaste terugslagklep 23 en kanalen 24.
De terugslagklep 23 is zo opgesteld dat de verplaatsing van het vet uit het compensatiereservoir 16a naar de leiding 22 moge- 8100838 -5- lijk is onder de hierna te vermelden omstandigheden.
In de leiding 22 is een verplaatsbare zuiger 25 geplaatst waardoorheen een leiding 26 loopt die uitmondt aan de beide zijden van de zuiger 25. Een terugslagklep 27 verhindert de verplaatsing 5 van het vet naar het compensatiereservoir 16a. Aanslagen 28 en 29 begrenzen de verplaatsingen van de geleidende zuiger 25 in de leiding 22.
De steker 2 is verlengd met een bedieningsstang 30 van geschikte lengte en met een middellijn die aanzienlijk kleiner is dan 10 die van de leiding 22.
Bij het in bedrijf nemen, voordat de inrichting onder water wordt gebracht, worden het compensatiereservoir 16a, de holte 4 en de leiding 22 met vet gevuld. De zuigers 8 en 17 bevinden zich in de standen die in fig. IA met getrokken lijnen zijn getekend en de 15 verplaatsbare zuiger 25 ligt aan tegen de aanslag 28.
De verbinding tussen de steker 2 en de contrasteker 1 wordt, zoals hieronder wordt vermeld, tot stand gebracht met behulp van een geschikte apparatuur die de twee delen van de inrichting naar elkaar toebrengt, of door een duiker* 20 De steker 2 wordt in de contrasteker 1 gestoken. Het cylindrische gedeelte 14 van de steker werkt als zuiger en drukt het vet weg in het hoofdreservoir 7. De zuiger 8 verplaatst zich naar links in fig.
IA en vervolgens komt de bedieningsstang 30 in aanraking met de bewegende zuiger 25, waarop hij een kracht uitoefent die voldoende is 25 om te zorgen voor het opengaan van de klep 27. De zuiger 25 verplaatst zich in de leiding 22 en komt tegen de aanslag 29 te liggen. Wanneer de steker 2 volledig in de contrasteker 1 gekomen is wordt het vet waarmee het gedeelte van de leiding 22 tussen de zuiger 25 en de terugslagklep 23 gevuld was, verplaatst naar het gedeelte van 30 de leiding 22 dat rechtstreeks in verbinding staat met de holte 4, de zuiger 8 bevindt zich in de stand die boven in fig. lAmet stippellijnen is getekend, en de elektrische contactringen 5a, 5b, 5c maken 8100838 -6- elektrisch contact met de klemmen 15a, 15b respectievelijk 15c.
Door niet weergegeven grendelmiddelen worden de twee delen van de inrichting met elkaar in contact gehouden.
Wanneer de steker 2 uit de contrasteker teruggetrokken wordt wordt de ruimte die vrijgemaakt wordt door de cylindrische pen 14 automatisch gevuld door het vet dat uit het compartiment 7a wordt teruggedrukt onder invloed van de zuiger 8 die verplaatst wordt door de veer 10 totdat hij tegen zijn aanslag loopt in de stand die onder in fig. IA met getrokken lijnen is getekend.
Gelijktijdig zal, onder invloed van de hogere druk die heerst in het compensatiereservoir 16, de klep 23 open gaan waardoor het vet doorgelaten wordt dat tegen de zuiger 25 drukt, terwijl de geijkte klep 27 gesloten blijft en het vet het gedeelte vult van de leiding 22 dat ligt tussen de zuiger 25 en de klep 23. Door de verplaatsing van de zuiger 25 wordt een bepaalde hoeveelheid vet in de holte 4 gespoten. Deze hoeveelheid is gelijk aan het volume van de leiding 22 dat ligt tussen de klep 23 en de zuiger 25 wanneer die zich bevindt in de in fig. IA getekende stand. Deze hoeveelheid vet wordt minstens gelijk gekozen aan die welke door de steker 2 wordt verplaatst, en bij voorkeur voldoende om een kleine vethoe-veelhid uit de contrasteker 1 te laten verdwijnen door de afsluiter 6 op het moment waarop de steker 2 eruit wordt getrokken, waardoor wordt voorkomen dat er andere vloeibare of vaste deeltjes in de contrasteker 1 dringen bij het eruit trekken van de steker 2.
Om de verplaatsing van vet te compenseren ondergaat de zuiger 17 een kleine verplaatsing naar links in fig. IA. Wanneer na meerdere malen tot stand brengen en verbreken van de verbinding de zuiger 17 de stand heeft bereikt die in fig. IA met stippellijnen is getekend dient het compensatiereservoir 16a opnieuw te worden gevuld met behulp van een geschikt gereedschap dat past op de vetnippel die schematisch aangeduid is bij 40. Deze handeling kan worden uitgevoerd nadat de steker naar de oppervlakte gebracht is of wanneer hij zich nog onder water bevindt.
81 0 085 8 -7-
Voor het geval waarin de steker 2, nadat hij gedeeltelijk naar buiten getrokken is, opnieuw in de contrasteker wordt geduwd, is er een geijkte klep 31 aanwezig die het hoofdreservoir 7a verbindt met het reservoir 16a en de verhogingen van de druk begrenst in het hoofdreservoir door een gedeelte van het vet terug te voeren naar het compensateereservoir 16a.
Het zal duidelijk zijn dat door de aanwezigheid van de membranen 12 en 18 de verbindingsinrichting op elke diepte kan worden gebruikt. Binnen het kader van de uitvinding kunnen deze membranen echter worden vervangen door stijve wanden, waarbij de kracht die nodig is voor het naar elkaar toe brengen van de twee delen van de verbindingsinrichting dan afhankelijk is van de diepte onder water en van de eigenschappen van de veer 10 die vervangen kan worden door een gas.
Fig. 2A en 2B tonen een uitvoeringsvorm waarin het compensa-tiereservoir opgenomen is in de steker 2, die schematisch in langs» doorsnede weergegeven is in fig. 2B.
De steker omvat een leiding 122 die door een geijkte klep 123 en leidingen 124 in verbinding staat met het compensatiereservoir 116 waarvan het compartiment 116a gevuld is met vet. In dit uitvoeringsvoorbeeld staat de zuiger 117 onder inwerking van een samengeperst gas dat zich in het compartiment 116b bevindt.
In de leiding 122 is een zuiger 125 verplaatsbaar, met een geijkte terugslagklep 127, en verlengd met een holle bedienings-stang 130 die verder loopt dan het einde van de steker 2. Om de kracht voor de verplaatsing van de zuiger 125 onafhankelijk te laten zijn van de diepte van de steker 1 onder water wordt de druk van het gas waarmee het gedeelte 116b van het reservoir 116 gevuld is, gelijktijdig werkzaam gemaakt op de zuiger 125 door middel van een leiding 132.
De werking van de verbindingsinrichting blijft hetzelfde als hierboven werd beschreven. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm ligt in het feit dat het vullen van het compensatiereservoir 116 8100838 -8- wordt vergemakkelijkt, omdat in het algemeen na het van elkaar scheiden van de twee delen van de verbindingsinrichting de steker 2 naar de oppervlakte wordt gehaald, waar het reservoir 116 eventueel gevuld kan worden door de nippel 140·
Fig. 3A en 3B laten een andere uitvoeringsvorm zien waarin de middelen voor het overbrengen van het vet uit het compensatiereser-voir 16 naar de holte 4 in de steker 1 een elektrisch bediende klep 33 omvatten. Deze is in serie geplaatst in een leiding 39 waardoor het compensatiereservoir 16 en de holte 4 met elkaar in verbinding worden gebracht. Deze elektrisch bediende klep omvat een bedienings-spoel 33a die door twee geleiders 35 en 36 verbonden is met twee contacten 37 en 38. De steker 2 is voorzien van twee klemmen 40 en 41 die complementair zijn ten opzichte van de contacten 37 en 38. De leiding 39 heeft een geijkte dwarsdoorsnede 34.
Wanneer de steker 2 zich in de werkstand in de contrasteker 1 bevindt, wordt aan de spoel 33a elektrische energie toegevoerd gedurende een bepaalde tijdsinterval At. Dit geeft aanleiding tot het open gaan van de klep 33 en het overbrengen van de benodigde vethoeveelheid uit het reservoir 16 naar de holte 4.
In deze uitvoeringsvorm wordt de elektrisch bediende klep 33 bij afwezigheid van een elektrische puls gesloten gehouden door een geijkte veer, terwijl de klep ook zorgt voor de begrenzing van de toename van de druk in de holte 4, zoals hierboven vermeld.
Uiteraard ligt het binnen het kader van de uitvinding wanneer men de leiding 39 laat uitmonden in het hoofdreservoir 7 in plaats van in de holte 4, of wanneer de uitvoering volgens fig. 2 wordt veranderd door het opnemen van de elektrisch bediende klep en het compensatiereservoir in de steker 2.
Ook is het mogelijk om een aanslag 41 toe te passen waartegen de zuiger 8 terecht komt na overbrenging van het vet uit het compensatiereservoir naar de combinatie van de holte 4 en het hoofdreservoir, welke aanslag zo wordt aangebracht dat daardoor de zuiger 8 tegengehouden wordt wanneer het door het vet gevulde volume van de 8100838 -9- kamer 7a een bepaald bedrag groter is dan dat van de holte 4. Onder deze omstandigheden behoeft de leiding 39 niet te worden geijkt en is het, bij de overbrenging van het vet, voldoende om de klep op afstand te openen totdat de zuiger 8 komt aan te liggen tegen de 5 aanslag 41.
Fig. 4A toont in doorsnede de afsluiter 6 waarmee de contra-steker 1 is verlengd. Deze afsluiter bestaat uit veerkrachtig materiaal met een hoge rekcoëfficiënt, bijvoorbeeld neopreen met een rek van 500 h 600 %.
10 Deze afsluiter omvat een cylindrisch gedeelte 6a waarvan de inwendige middellijn gelijk is aan die van de holte 4 in de contra-steker 1. Door 6b is een tweede cylindrisch gedeelte aangeduid waarvan de inwendige middellijn kleiner is dan die van de holte 4, met een verhouding die verenigbaar is met de rekcoëffiaënt van het mate-15 riaal waaruit de afsluiter bestaat. De twee cylindrische gedeelten zijn onderling verbonden door een kegelvormig gedeelte 6c.
Het vrije einde van de afsluiter wordt afgesloten door een diafragma loodrecht op de as van de afsluiter en gevormd door cirkelsectorvormige delen 6d, 6e ..., welke delen onderling zijn verbonden 20 zoals blijkt uit fig. 4D die een aanzicht vormt vanaf links in fig. 4A.
Wanneer de steker 2 in de contrasteker komt drukt de bec&e-ningsstang 30 de verschillende delen 6d tot 6k van het diafragma weg en dringt binnen in het gedeelte 6b dat zorgt voor de afdichting 25 rondom de bedieningsstang 30, zoals blijkt uit fig. 4B. Wanneer de steker 2 de expansie tot gevolg heeft van het uiteinde van de afsluiter 6 en terecht komt in de contrasteker 1, zorgt de afsluiting 6 voor de afdichting rondom het cylindrische gedeelte 14, zoals blijkt uit fig. 4C.
30 Binnen het kader van de uitvinding kunnen wijzigingen en aanpassingen worden gemaakt. De verbindingsinrichting kan bijvoorbeeld bestaan uit meerdere pennen en meerdere complementaire holten in de contrasteker die, op de hierboven vermelde wijze, in verbinding staan 8100838 -10- met ten minste een hoofdreservoir en ten minste een compensatie-reservoir.
In de in fig. IA en 1B weergegeven uitvoerings/orm wordt de verplaatsing van de zuiger 25 verkregen door een bedieningsstang 30 5 die uitsteekt ten opzichte van de steker 2. Deze bedieningsstang kan echter worden vervangen door een elektro-magneet die werkzaam is op de zuiger 25. Bovendien is het mogelijk om een massieve zuiger 25 te gebruiken, waarbij de klep 27 dan geplaatst is in een leiding die uitmondt in de holte 4 en in het kanaal 22 in de buurt van de 10 verbreding 29.
De uitvinding is beschreven in zijn toepassing op een elektrische verbindingsinrichting, maar hij is evenzeer toepasbaar bij elk ander type dat twee complementaire delen heeft die in elkaar gestoken kunnen worden zoals bijvoorbeeld een mechanische grendel-15 verbinding of een plaatsinstellingsverbinding· - conclusies - 81 008 3 8
Claims (10)
1. Verbinding die insteekbaar is in een vioeistofomgeving, omvattend een contrasteker waarin ten minste één holte is aangebracht, een steker die voorzien is van ten minste één stekerpen die complementair is ten opzichte van die holte, een hoofdreservoir dat met 5 die holte in verbinding staat en gevuld is met een beschermings-produkt, waarbij het volume van dit reservoir automatisch verandert om de holte te vullen met het beschermende produkt wanneer de pen uit de holte wordt teruggetrokken, met het kenmerk dat de inrichting verder een compensatiereservoir 10 omvat dat gevuld is met het beschermende produkt onder een druk die groter is dan die welke in het hoofdreservoir heerst, en middelen voor het overbrengen van een bepaalde hoeveelheid van het produkt uit het compensatiereservoir naar de combinatie van het hoofdreservoir en de holte in de contrasteker·
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk dat het compensatiereservoir en de overbrengingsmiddelen opgenomen zijn in de contrasteker van de inrichting.
3· Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk dat het compensatiereservoir en de overbrengings-20 middelen opgenomen zijn in de steker van de inrichting·
4· Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de overbrengingsmiddelen gevormd worden door een geijkte leiding die het compensatiereservoir verbindt met de combinatie van het hoofdreservoir en de holte in de contrasteker, 25 en een elektrisch op afstand bedienbare klep waarmee, de overbrenging mogelijk is van het beschermende produkt door de geijkte leiding.
5· Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk dat deze een verbindingskanaal omvat dat het compensatiereservoir verbindt met de combinatie van het hoofdreservoir en de holte in de contrasteker, een zuiger die in dit kanaal ver- 30 8100838 -12- plaatsbaar is tussen twee standen, waarbij de twee van elkaar af gekeerde vlakken van de zuiger in verbinding staan door een geijkte klep die voorkomt dat het beschermende produkt teruggaat naar het compensatiereservoir, middelen voor het verplaatsen van de zuiger in 5 het verbindingskanaal wanneer de steker in de contrasteker wordt gestoken, en middelen voor het beperken van de druk die heerst binnen het hoofdreservoir.
6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk dat de middelen voor het verplaatsen van de zuiger 10 worden gevoxmd door een bedieningsstang die uitsteekt ten opzichte van de pen van de steker, welke stang terecht komt in het verbindingskanaal om de zuiger te verplaatsen wanneer de pen in de contrasteker binnenkomt.
7. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het 15 kenmerk dat de middelen voor het verplaatsen van de zuiger worden gevormd door een op afstand bediende elektromagneet.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk dat deze een vaste terugslagklep omvat die geplaatst is tussen het verbindingskanaal en het compensatiereservoir 20 om het teruglopen van het beschermende produkt naar dit compensatiereservoir te voorkomen.
9. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk dat de steker een verbindingsholte omvat die uitmondt in het compensatiereservoir, een holle zuiger die in die holte 25 verplaatsbaar is tussen twee standen, een holle stang die vast verbonden is met de zuiger en uitmondt aan het einde van de pen van de steker, welke stang zorgt voor de relatieve verplaatsing van de holle zuiger in zijl holte wanneer de steker in de contrasteker terecht komt, een geijkte klep die ondergebracht is in de holle zuiger en 30 die circulatie van het beschermende produkt naar het compensatiereservoir verhindert, en middelen voor het beperken van de druk die heerst binnen het hoofdreservoir.
10. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het 8100838 -13- kenmerk dat deze een vaste terugslagklep omvat die geplaatst is tussen de verbindingsholte en het compensatiereservoir om de terugstroming van het beschermende produkt naar het compensatiereservoir te verhinderen· 81 008 3 8
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR8004028A FR2484717A1 (fr) | 1980-02-22 | 1980-02-22 | Connecteur enfichable dans un milieu fluide |
FR8004028 | 1980-02-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8100838A true NL8100838A (nl) | 1981-09-16 |
Family
ID=9238904
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8100838A NL8100838A (nl) | 1980-02-22 | 1981-02-19 | Verbindingsinrichting die insteekbaar is in een fluidumomgeving. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4390229A (nl) |
JP (1) | JPS56159075A (nl) |
CA (1) | CA1159528A (nl) |
DE (1) | DE3106189A1 (nl) |
FR (1) | FR2484717A1 (nl) |
GB (1) | GB2070348B (nl) |
NL (1) | NL8100838A (nl) |
NO (1) | NO156109C (nl) |
Families Citing this family (33)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2502408B1 (nl) * | 1981-03-17 | 1983-11-18 | Inst Francais Du Petrole | |
FR2522721B1 (fr) * | 1982-01-14 | 1986-02-14 | Elf Aquitaine | Dispositif de connexion electrique pour tete de puits sous-marine |
DE3308178C1 (de) * | 1983-03-08 | 1984-04-05 | RAWE Datentechnik GmbH, 8999 Weiler | Leitungsklemmvorrichtung |
DE3483251D1 (de) * | 1983-12-27 | 1990-10-25 | Schlumberger Ltd | Elektrischer stecker in fluessigem medium. |
US4589717A (en) * | 1983-12-27 | 1986-05-20 | Schlumberger Technology Corporation | Repeatedly operable electrical wet connector |
US4767349A (en) * | 1983-12-27 | 1988-08-30 | Schlumberger Technology Corporation | Wet electrical connector |
NO155908C (no) * | 1984-11-26 | 1987-06-17 | Norske Stats Oljeselskap | Anordning for beskyttelse av elektriske undervannskontakter mot inntrengning av sjoevann. |
FR2576718A1 (fr) * | 1985-01-25 | 1986-08-01 | Thomson Csf | Fiche pour connecteur etanche resistant a la pression |
GB2178603A (en) * | 1985-07-30 | 1987-02-11 | Birns Oceanographics | Electrical connector for underwater mating |
US4723230A (en) * | 1986-08-13 | 1988-02-02 | Bolt Technology Corporation | High ambient liquid pressure-resistant electrical connector |
JPS63136482A (ja) * | 1986-11-27 | 1988-06-08 | 動力炉・核燃料開発事業団 | 液体中接続方法及び接続装置 |
US4907980A (en) * | 1988-10-31 | 1990-03-13 | Kintec, Inc. | Pressure compensating connector assembly |
US4940416A (en) * | 1989-06-16 | 1990-07-10 | Wagaman James P | Pressure compensating connector assembly |
US6095838A (en) * | 1998-09-21 | 2000-08-01 | Brickett; Benjamin P. | Sliding bypass valve connector |
DE10025140C1 (de) * | 2000-05-20 | 2001-10-31 | Gisma Steckverbinder Gmbh | Druckausgeglichener Steckverbinder |
US7074064B2 (en) * | 2003-07-22 | 2006-07-11 | Pathfinder Energy Services, Inc. | Electrical connector useful in wet environments |
WO2011060075A2 (en) * | 2009-11-11 | 2011-05-19 | Teledyne Odi, Inc. | Keyless harsh environment connector |
US8025506B2 (en) * | 2010-01-20 | 2011-09-27 | Teledyne Odi, Inc. | Harsh environment rotary joint electrical connector |
US8900000B2 (en) * | 2010-02-19 | 2014-12-02 | Teledyne Odi, Inc. | Robotically mateable rotary joint electrical connector |
GB2504301B (en) | 2012-07-24 | 2019-02-20 | Accessesp Uk Ltd | Downhole electrical wet connector |
US8816196B2 (en) | 2012-10-04 | 2014-08-26 | Itt Manufacturing Enterprises Llc | Pressure balanced connector termination |
US8816197B2 (en) | 2012-10-04 | 2014-08-26 | Itt Manufacturing Enterprises Llc | Pressure balanced connector termination |
EP3086414B1 (en) * | 2013-09-27 | 2019-08-28 | Siemens Aktiengesellschaft | Connector unit |
US9853394B2 (en) | 2014-05-02 | 2017-12-26 | Itt Manufacturing Enterprises, Llc | Pressure-blocking feedthru with pressure-balanced cable terminations |
US9263824B2 (en) | 2014-05-21 | 2016-02-16 | Stillwater Trust | Electrical connector having an end-seal with slit-like openings and nipples |
EP2953211A1 (en) * | 2014-06-04 | 2015-12-09 | Siemens Aktiengesellschaft | Method for conditioning a section of a mating member |
US9793029B2 (en) | 2015-01-21 | 2017-10-17 | Itt Manufacturing Enterprises Llc | Flexible, pressure-balanced cable assembly |
WO2016178790A1 (en) | 2015-05-04 | 2016-11-10 | Pontus Subsea Connectors Llc | Boot seal |
EP3317925B1 (en) | 2015-06-30 | 2022-06-08 | Pontus Subsea Connectors LLC | Cable termination |
US9843113B1 (en) | 2017-04-06 | 2017-12-12 | Itt Manufacturing Enterprises Llc | Crimpless electrical connectors |
US9941622B1 (en) | 2017-04-20 | 2018-04-10 | Itt Manufacturing Enterprises Llc | Connector with sealing boot and moveable shuttle |
US10276969B2 (en) | 2017-04-20 | 2019-04-30 | Itt Manufacturing Enterprises Llc | Connector with sealing boot and moveable shuttle |
GB2582542B (en) * | 2019-03-12 | 2022-06-08 | Aker Solutions Ip Ltd | Connector and associated methods |
Family Cites Families (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1490351A (fr) * | 1966-08-26 | 1967-07-28 | Connecteur pour établir une connexion électrique dans un milieu fluide | |
US3508188A (en) * | 1968-08-27 | 1970-04-21 | Jon R Buck | Underwater electrical quick disconnect |
US3641479A (en) * | 1969-06-16 | 1972-02-08 | Obrien D G Inc | Underwater disconnectible connector |
US3729699A (en) * | 1971-06-29 | 1973-04-24 | Southwest Res Inst | Underwater wet electrical connector |
US3845450A (en) * | 1972-12-26 | 1974-10-29 | Bendix Corp | Underwater electrical connector |
JPS5028883U (nl) * | 1973-07-07 | 1975-04-02 | ||
JPS50130690U (nl) * | 1974-04-10 | 1975-10-27 | ||
US4039242A (en) * | 1976-08-23 | 1977-08-02 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Coaxial wet connector |
FR2409610A1 (fr) * | 1977-11-21 | 1979-06-15 | Petroles Cie Francaise | Connecteur electrique pour raccordement sous-marin |
US4142770A (en) * | 1977-12-27 | 1979-03-06 | Exxon Production Research Company | Subsea electrical connector |
US4172770A (en) * | 1978-03-27 | 1979-10-30 | Technicon Instruments Corporation | Flow-through electrochemical system analytical method |
US4174875A (en) * | 1978-05-30 | 1979-11-20 | The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy | Coaxial wet connector with spring operated piston |
-
1980
- 1980-02-22 FR FR8004028A patent/FR2484717A1/fr active Granted
-
1981
- 1981-02-19 NL NL8100838A patent/NL8100838A/nl not_active Application Discontinuation
- 1981-02-19 DE DE19813106189 patent/DE3106189A1/de active Granted
- 1981-02-20 NO NO810588A patent/NO156109C/no unknown
- 1981-02-20 CA CA000371404A patent/CA1159528A/fr not_active Expired
- 1981-02-23 JP JP2535781A patent/JPS56159075A/ja active Granted
- 1981-02-23 US US06/237,213 patent/US4390229A/en not_active Expired - Fee Related
- 1981-02-23 GB GB8105627A patent/GB2070348B/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2070348B (en) | 1983-08-24 |
NO156109B (no) | 1987-04-13 |
DE3106189A1 (de) | 1981-12-10 |
FR2484717A1 (fr) | 1981-12-18 |
CA1159528A (fr) | 1983-12-27 |
US4390229A (en) | 1983-06-28 |
GB2070348A (en) | 1981-09-03 |
NO156109C (no) | 1987-07-22 |
DE3106189C2 (nl) | 1989-09-21 |
JPS56159075A (en) | 1981-12-08 |
NO810588L (no) | 1981-08-24 |
FR2484717B1 (nl) | 1982-07-23 |
JPH0222986B2 (nl) | 1990-05-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8100838A (nl) | Verbindingsinrichting die insteekbaar is in een fluidumomgeving. | |
EP2198334B2 (en) | Wet mate connector | |
US6315461B1 (en) | Wet mateable connector | |
US3643207A (en) | Sealed electrical connector | |
US6932636B2 (en) | Electrical penetrator connector | |
US5899765A (en) | Dual bladder connector | |
US7364448B2 (en) | Connector including circular bladder constriction and associated methods | |
US5194012A (en) | Spark-proof hostile environment connector | |
EP2386714A2 (en) | Connector | |
EP3196404B1 (en) | Wet-mateable connector unit with gas pressure relief | |
US9391392B2 (en) | Non-pressure compensated, wet-mateable plug for feedthrough and other subsea systems | |
NO973348L (no) | Forseglet, fluidfylt elektrisk skjötekontakt | |
WO2002058193A2 (en) | Wet mateable connector | |
ES2555877T3 (es) | Dispositivo de conexión para conector sumergible | |
US2210125A (en) | Gun perforator for well casings | |
US4179583A (en) | Electro-mechanical low backlash cable connector | |
NL8201050A (nl) | Elektrische verbindingsinrichting die insteekbaar is in een vloeistofomgeving. | |
US10033134B2 (en) | Connector part of a subsea connector | |
WO2016106370A1 (en) | Subsea dielectric fluid injection tool | |
NO328862B1 (no) | Elektrisk konnektor | |
EP3138163B1 (en) | High pressure sealed electrical connector | |
NO166744B (no) | Fiberoptisk kontaktanordning. | |
EP0428515B1 (en) | Electrical connectors | |
RU2050669C1 (ru) | Компенсатор для гидравлической защиты погружного маслозаполненного электродвигателя | |
SU721874A1 (ru) | Подводный соединитель |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BT | A notification was added to the application dossier and made available to the public | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |