NL8100491A

NL8100491A - PLAYING DEVICE WITH MANUALLY ADJUSTABLE WORKING SPEED.

Info

Publication number: NL8100491A
Application number: NL8100491A
Authority: NL
Original assignee: Bally Mfg Corp
Priority date: 1980-02-07
Filing date: 1981-02-02
Publication date: 1981-09-01
Also published as: ES502554A0; DK53081A; JPS56119281A; ES502553A0; IT1170695B; ES8204197A1; BE887253A; GB2081827A; GB2081828B; ES499174A0; GB2080924A; BR8100415A; ES502556A0; AU6662581A; DE3102122A1; GB2069657A; ES8204199A1; GB2081828A; ES8204198A1; NO810407L

Description

f * VO 1551f * VO 1551

Speelinrichting met een met de hand regelbare werksnelheid.Play equipment with a manually adjustable working speed.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op vermakelijkheids- of speelinrichtingen, en meer in het bijzonder op speelinrichtingen, die een of meer tekens dragende draaibare haspels hebben, die worden gedraaid in aanspreking op het trekken aan een bedieningshandgreep, en die vervolgens bij het einde van een spel worden stilgezet.The invention generally relates to entertainment or play devices, and more particularly to play devices, having one or more character-bearing rotating reels, which are rotated in response to pulling an operating handle, and which are then released at the end of a game to be stopped.

10 15 2010 15 20

Vermakelijkheids- of speelinrichtingen, die althans een tekens dragende draaibare haspel hebben, en bij voorkeur althans drie van dergelijke haspels, bestaan reeds tientallen jaren en zijn de laatste jaren het onderwerp geweest van uitgebreid onderzoek en ontwikkeling als gevolg van de toegenomen populariteit van cergelijke inrichtingen gekoppeld met veranderingen in de grondtechnologie, en in het bijzonder het in dergelijke inrichtingen opnemen van elektronische technologie. Deze soort speelinrich-ting was oorspronkelijk een mechanische inrichting, die zich ontwikkelde tot een elektromechanische inrichting voor wat betreft zijn werking. Ongeacht of de inrichting slechts mechanisch of elek-tromechanisch was, was er echter een gemeenschappelijk kenmerk in de aard van de werking van deze inrichtingen, welk kenmerk was, dat de speler, dis aan een handgreep trekt, hetgeen het snel draaien van de haspels op gang brengt, als gevolg heeft gehad, dat de haspels werden onderworpen aan een het draaien op gang brengende Kracht, die in het algemeen gelijkblijvend was, hetgeen betekende dat de uitgangssnelheid van het draaien of de hoeksnelheid, cis aan de haspels werd gegeven, gelijkblijvend was ongeacht de snelheid van trekken af de kracht, uitgecefend op de beöienir.gs-handgraep. Door het opnemen van elektrische onderdelen in de inrichting, zoals het gebruik maken van een elektra- cf stapmctor veer het op gang brengen van het draaien, welke motor eveneens werd bediend door het trekken aan de bedieningshandgreep, bleef 810049 1 25 - 2 - 5 de uitgangssnelheid, gegeven aan de haspels, eveneens gelijk en onafhankelijk van de kracht, die door een speler werd uitgeoefend op de bedieningshandgreep.Entertainment or gaming establishments, which have at least one character-bearing rotating reel, and preferably at least three such reels, have been around for decades and have been the subject of extensive research and development in recent years due to the increased popularity of such devices. with changes in soil technology, and in particular incorporating electronic technology in such devices. This type of play device was originally a mechanical device, which developed into an electromechanical device in terms of its operation. Regardless of whether the device was only mechanical or electromechanical, however, there was a common feature in the nature of the operation of these devices, which was that the player pulls a handle, which causes the reels to spin quickly has caused the reels to be subjected to a spinning-starting force, which was generally constant, which meant that the output speed of the spinning or the angular speed, cis given to the reels, was constant regardless of the speed of pulling off the force, issued on the beöienir.gs hand joke. By incorporating electrical components into the device, such as using an electrical step spring to initiate turning, which motor was also operated by pulling the operating handle, 810049 1 25 - 2 - 5 remained output speed, given to the reels, also equal and independent of the force exerted by a player on the control handle.

10 1510 15

Hoewel spelers veelal geloven dat er een techniek is voor het met goed gevolg kunnen bespelen van de speelinrichting, kunnen zij zich niet bewust zijn van het feit, dat de snelheid waarmee aan de handgreep wordt getrokken, in feite geheel onafhankelijk is van de snelheid, die aan de haspels wordt gegeven, omdat de verschillende mechanische mechanismen, die zijn ontworpen, slechts tot gevolg hebben dat energie wordt opgeslagen in een veer, die wordt:vrijgegeven wanneer de handgreep door zijn gehele slag wordt getrokken. Gemeend wordt, dat speelinrichtingen, die bijdragen aan het gevoel^ dat de speler althans gedeeltelijk de werking van de inrichting regelt, een zeer aantrekkelijk kenmerk is voor dergelijke speelinrichtingen, en veel te maken heeft met de populariteit van een dergelijke speelinrichting.Although players often believe that there is a technique for successfully playing the playing device, they may not be aware that the speed at which the handle is pulled is in fact completely independent of the speed, which the reels are given, because the various mechanical mechanisms that are designed only result in energy being stored in a spring, which is released when the handle is pulled through its entire stroke. It is believed that gaming devices, which contribute to the feeling that the player controls the operation of the device at least in part, are a very attractive feature for such gaming devices, and have much to do with the popularity of such a gaming device.

2020

Dienovereenkomstig is het een doel van de uitvinding een vermakelijkheids- of speelinrichting van de voorgaande soort te verschaffen, die het gevoel van regeling of individuele manipulatie overeenkomstig het gevoel van een speler van speelbekwaamheid, sterker doet uitkomen, en die in feite binnen bepaalde grenzen een regeling van de snelheid van het eerste draaien van de haspels geeft.Accordingly, it is an object of the invention to provide an entertainment or gaming device of the foregoing type that more strongly emphasizes the sense of control or individual manipulation according to a player's sense of playing ability, and which in fact provides control within certain limits of the speed of the first turning of the reels.

2525

Het is een ander doel een vermakelijkheids- of speelinrichting van de voorgaande soort te verschaffen, waarbij de feitelijke snelheid van het eerste draaien van de haspels weer binnen bepaalde grenzen recht evenredig is aan de snelheid of kracht, bij het bedienen door de speler uitgeoefend op de bedieningshandgreep.It is another object to provide an amusement or play device of the foregoing type, wherein the actual speed of the first spinning of the reels again within certain limits is directly proportional to the speed or force when operated by the player on the operating handle.

3030

Een gedetailleerder doel is het verschaffen van een hoofdaandrijfmechanisme, dat werkzaam is verbonden met de bedieningshandgreep, die de as aandrijft, die de draaibare haspels draagt, en die daarmee alleen in aangrijping is bij een positieve slag van de handgreep, en die een eerste draaisnelheid geeft aan de as en de haspels, welke snelheid evenredig is met de snelheid, waarmee de handgreep door zijn slag wordt getrokken.A more detailed object is to provide a main drive mechanism operatively connected to the operating handle, which drives the shaft, which carries the rotatable reels, engaging them only with a positive stroke of the handle, and which provides an initial rotational speed to the spindle and reels, which speed is proportional to the speed at which the handle is pulled through its stroke.

35 81 0 0 49 135 81 0 0 49 1

Weer een ander doel is het verschaffen van een aanvullend aandrijfmechanisme, dat de draaisnelheid van de as Kan vergroten in het geval, dat deze is bediend, welke bediening bij voorkeur wordt verschaft door een snelheidskiezer, die een bedieningssignaaL verschaft in het geval, dat de draaisnelheid, die door het hoofdaandrijfmechanisme wordt gegeven, beneden een vooraf bepaalde minimale snelheid ligt.Yet another object is to provide an additional drive mechanism that can increase the rotational speed of the shaft in the case that it is operated, which operation is preferably provided by a speed selector, which provides an operating signal in the event that the rotational speed which is provided by the main drive mechanism is below a predetermined minimum speed.

Nog een ander doel is het verschaffen van een verbeterd stel-mechanisme voor het stilzetten van elk der haspels aan het einde van een spel van de speelinrichting, waarbij het stilzstme-chanisme in het bijzonder geschikt is voor het stilzetten van met hoge snelheid draaiende haspels.Yet another object is to provide an improved adjustment mechanism for freezing each of the reels at the end of a game of the gaming device, the freezing mechanism being particularly suitable for freezing high-speed reels.

Nog een ander doel is het verschaffen van een mechanisme voor het absorberen van een overmaat energie, die anders zou worden overgebracht naar het hoofdaandrijfmechanisme, welke overmaat energie wordt veroorzaakt door het met een bovenmatige snelheid of kracht aan de handgreep trekken door een speler, welke snelheid of kracht bij het niet absorberen een beschadigende uitwerking kan hebben op de constructie van het hoofdaandrijfmechanisme, de haspels en het stelmechanisme van de speelinrichting.Yet another object is to provide a mechanism for absorbing an excess of energy that would otherwise be transferred to the main drive mechanism, which excess energy is caused by a player pulling the handle at an excessive speed or force, which speed or force when not absorbing may adversely affect the construction of the main drive mechanism, the reels and the adjusting mechanism of the play device.

Een ander doel is het verschaffen van een mechanisme voer het voorkomen van het kruipen of over kleine afstand draaien van de haspels nadat de speelinrichting is geopend en voordat de bedie-ningshandgreep door zijn slag wordt getrokken aangezien de haspels althans in één richting gedurende deze tijd vrij kunnen draaien omdat het hoofdaandrijfmechanisme, het aanvullende aandrijfmechanisme ncch het stelmechanisme op dat moment in werkzame aangrijping is met de haspels op de as.Another object is to provide a mechanism to prevent the reels from creeping or turning a short distance after the play device has been opened and before the operating handle is pulled by its stroke since the reels are free at least in one direction during this time rotate because the main drive mechanism, the additional drive mechanism and the adjusting mechanism are in operative engagement with the reels on the shaft at that time.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:The invention is further elucidated with reference to the drawing, in which:

Fig.1 een ruimtelijk aanzicht is van de voorzijde en de linkerzijde van een onderconstructie van een uitvoeringsvorm van de vermakelijkheids- of speelinrichting, waarbij in het bijzonder het aanvullends aandrijfmechanisme is afgebeelcj rig.2 een ruimtelijk aanzicht is van de voorzijde en reen terzijde van deze uitvoeringsvorm, waarbij in het bijzonder het hoofdaandrijfmechanisme is afgebeeld;Fig. 1 is a spatial view of the front and left side of a substructure of an embodiment of the entertainment or play device, in particular the auxiliary driving mechanism shown in Fig. 2 is a spatial view of the front and side of this embodiment, particularly depicting the main drive mechanism;

Fig.3 een rechterzijaanzicht is van de in de fig.1 en 2 weergegeven inrichting, waarbij in het bijzonder het hoofdaandrijfmechanisme is afgebeeld in een gegrendelde en niet aangegrepen stand;Figure 3 is a right side view of the device shown in Figures 1 and 2, particularly showing the main drive mechanism in a locked and unengaged position;

Fig.4 een aan fig.3 gelijk zijaanzicht is, waarbij in het bijzonder het hoofdaandrijfmechanisme is afgebeeld in zijn uit-gangsaangrijpstand voordat de bedieningshandgreep het mechanisme heeft bewogen,*Fig. 4 is a side view similar to Fig. 3, particularly showing the main drive mechanism in its initial engagement position before the operating handle has moved the mechanism, *

Fig.5 een aan de fig.3 en 4 gelijk zijaanzicht is, waarbij in het bijzonder het hoofdaandrijfmechanisme is afgebeeld in de stand, waarin de handgreep in hoofdzaak door zijn gehele slag is getrokken;Fig. 5 is a side view similar to Figs. 3 and 4, particularly showing the main drive mechanism in the position in which the handle is pulled substantially through its entire stroke;

Fig.6 een zijaanzicht is van een wijziging van een gedeelte van het hoofdaandrijfmechanisme, waarbij het mechanisme in het bijzonder is afgebeeld bij de oorspronkelijke aangrijping;Fig. 6 is a side view of a modification of a portion of the main drive mechanism, the mechanism being shown in particular at the original engagement;

Fig.7 een aanzicht is volgens de lijn VII-VII in fig,6;Fig. 7 is a view taken on the line VII-VII in Fig. 6;

Fig.8 een zijaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van een vertegenwoordigend middel voor het stilzetten van een van de draaibare haspels, waarbij dit middel in het bijzonder is afgebeeld in zijn gegrendelde of niet aangrijpende stand;Fig. 8 is a side view, partially in section, of a representative means for stopping one of the rotary reels, this means being particularly depicted in its latched or non-engaging position;

Fig.9 een aan fig.8 gelijk zijaanzicht is, waarbij het stil-zetmechanisme in het bijzonder is afgebeeld in zijn aangrijpstand direct na aangrijping wanneer de draaibare tekens het stilzetmecha-nisme in de draairichting hebben verlengd;Fig. 9 is a side view similar to Fig. 8, with the stop mechanism in particular shown in its engaged position immediately after engagement when the rotatable marks have extended the stop mechanism in the direction of rotation;

Fig.10 een aan fig.8 gelijk zijaanzicht is, waarbij het stilzetmechanisme in het bijzonder is afgebeeld direct na het stilzetten wanneer een reactie het mechanisme in een tegengestelde richting heeft doen bewegen ten opzichte van de in fig.9 weergegeven richting;Fig. 10 is a side view similar to Fig. 8, with the stop mechanism in particular shown immediately after the stop when a reaction has caused the mechanism to move in an opposite direction to the direction shown in Fig. 9;

Fig.11 een doorsnede is volgens de lijn XI-XI in fig.8;Fig. 11 is a section on line XI-XI in Fig. 8;

Fig.12 een ruimtelijk aanzicht is met uiteengenomen delen van in hoofdzaak alle onderdelen van het in de fig.8 - 11 weergegeven stilzetmechanisme; - 5 -Fig. 12 is an exploded spatial view of substantially all parts of the stop mechanism shown in Figs. 8-11; - 5 -

Fig.13 esn linkerzijaanzicht is van de inrichting, waarbij in het bijzonder het aanvullend aandrijfmechanisme is afgebeeld in de niet aangrijpende stand, klaar voor bediening;Fig. 13 is a left side view of the device, particularly showing the auxiliary drive mechanism in the non-engaging position, ready for operation;

Fig.14 een aan fig.13 gelijk zijaanzicht is, waarbij duide-5 lijkheidshalve gedeelten zijn verwijderd en het aanvullend aan drijfmechanisme in het bijzonder is afgebeeld in een stand, waarin het ontgrendeld en in aangrijping is maar voorafgaande aan een volledige bediening;Fig. 14 is a side view similar to Fig. 13, with portions for clarity removed and the auxiliary driving mechanism in particular shown in a position where it is unlocked and engaged but prior to full operation;

Fig.15 een aan de fig.13 en 14 gelijk zijaanzicht is, waar-10 bij het mechanisme is afgebeeld direct aan het einde van de be diening, waardoor het in hoofdzaak is ontgrendeld maar niet teruggekeerd naar zijn stand, klaar voor bediening;Fig. 15 is a side view similar to Figs. 13 and 14, illustrating the mechanism directly at the end of the actuation, thereby substantially unlocking it but not returning to its position ready for operation;

Fig.lS een ruimtelijk aanzicht is met uiteengenomen delen van de belangrijkste onderdelen van het in de'fig.13 - 15 weerge-15 geven aanvullende aandrijfmechanisme, waarbij in het bijzonder een kleine wijziging 'is opgenomen van een gedeelte van de inrichting;Fig. 1S is an exploded spatial view of the main parts of the additional drive mechanism shown in Figs. 13-15, particularly including a minor modification of a portion of the device;

Fig.17 een zijaanzicht is van de wijziging van het in fig.Fig.17 is a side view of the modification of the one shown in Fig.

16 weergegeven aanvullende aandrijfmechanisme; 20 Fig.18 een onderaanzicht is van de in fig.17 weergegeven wijziging;16 additional drive mechanism shown; Fig. 18 is a bottom view of the modification shown in Fig. 17;

Fig.13 een bovenaanzicht is van een gedeelte van de in de fig.1 en 2 weergegeven inrichting, waarbij in het bijzonder het mechanisme voor het absorberen van een overmaat energie is afge-25 beeld, samen met het hoofdaandrijfmechanisme;Fig. 13 is a top plan view of a portion of the device shown in Figs. 1 and 2, particularly showing the excess energy absorbing mechanism together with the main drive mechanism;

Fig.20 een vooraanzicht is van de belangrijkste onderdelen van het mechanisme voor het absorberen van overmaat energie;Fig. 20 is a front view of the major components of the excess energy absorbing mechanism;

Fig.21 een .linker eindaanzicht is van het in fig.20 weergegeven mechanisme; 30 Fig.22 een doorsnede is volgens de lijn XXII-XXII in fig.Fig. 21 is a left end view of the mechanism shown in Fig. 20; Fig. 22 is a section on line XXII-XXII in Fig.

20;20;

Fig.23 een ruimtelijk aanzicht is met uiteengsncmen delen van het in fig.20 weergegeven mechanisme;Fig. 23 is a spatial exploded view of the mechanism shown in Fig. 20;

Fig.2* een ruimtelijk aanzicht is met uiteengsncmen delen 35 van de in fig.13 weergegeven inrichting; 8 1 0 0 49 1 - S -Figure 2 * is a spatial view with exploded parts of the device shown in Figure 13; 8 1 0 0 49 1 - S -

Fig.25 een zijaanzicht is van het mechanisme, dat een Kleine houdkracht verschaft voor het vasthouden van de haspels nadat de inrichting is geopend maar voordat de haspels zijn gedraaid, welk mechanisme in zijn gegrendelde of niet aangrijpende stand is afgebeeldjFig. 25 is a side view of the mechanism providing a Small holding force for holding the reels after the device has been opened but before the reels have been rotated, which mechanism is shown in its locked or non-engaging position.

Fig.26 een zijaanzicht is van het in fig.25 weergegeven mechanisme, dat in het bijzonder is afgebeeld in zijn ontgrendelde en aangrijpende stand; enFigure 26 is a side view of the mechanism shown in Figure 25, particularly shown in its unlocked and engaged position; and

Fig.27 een doorsnede is volgens de lijn XXVII-XXVII in fig.26.Fig. 27 is a section on line XXVII-XXVII in Fig. 26.

Algemeen gezegd heeft de uitvinding betrekking op een verbeterde vermakelijkheids- of speelinrichting, die een aantal, bij voorkeur althans drie, draaibare haspels heeft, welke haspels elk op de buitenomtrek symbolen of andere tekens hebben, die worden gezien door een speler en die een aanduiding verschaffen van een winnende combinatie, zoals wanneer een combinatie van gelijke symbolen verschijnt in een kijkvenster aan het einde van een spel, d.w.z. nadat de speelinrichting is aangezet en de haspels na een tijdsduur van snel ronddraaien zijn stilgezet. De onderhavige speelinrichting bevat een aantal bijzondere mechanismen, dat het gevolg is van een grondwerkingsbeginsel, dat de onderhavige speelinrichting onderscheidt van gebruikelijke bekende speelinrichtin-gen, t.w. dat de draaisnelheid van de haspels bij het begin van het spel wordt bepaald door de speler, en in feite een functie is van de snelheid, waarmee de speler aan de bedieningshandgreep trekt, vooropgesteld dat de snelheid binnen vooraf bepaalde grenzen ligt, zoals hierna gedetailleerder wordt uiteengezet.Generally speaking, the invention relates to an improved entertainment or gaming device having a number, preferably at least three, of rotating reels, each reel having on the outer circumference symbols or other signs seen by a player and providing an indication of a winning combination, such as when a combination of similar symbols appears in a viewing window at the end of a game, ie after the gaming device is turned on and the reels are stopped after a quick spin. The present playing device contains a number of special mechanisms, which is the result of a basic principle of operation which distinguishes the present playing device from conventional known playing devices, i.e. that the speed of rotation of the reels at the beginning of the game is determined by the player, and is in fact a function of the speed at which the player pulls the control handle, provided that the speed is within predetermined limits, as detailed below set out.

De uitvinding omvat een aantal bedieningsmechanismen, dat niet wordt aangetroffen in gebruikelijke bekende speelinrichtingen, zoals in zijn algemeenheid wordt beschreven in samenhang met de fig.1 en 2, en met andere figuren, indien nodig voor het verschaffen van een algemeen overzicht van de speelinrichting, waarbij het duidelijk is dat elk der mechanismen eveneens gedetailleerd wordt beschreven. In eerste instantie kijkende naar de fig.1 en 2, is een onderconstructie 30 weergegeven, die drie afzonderlijke has- 8100491 - 7 - pels 32 bevat, dia tekens tonen op hun buitenomtrek voor het bekijken door een speler. Elk der haspels 32 is eveneens voorzien van een vast daaraan bevestigde, betrekkelijk platte schijf 34, voorzien van een aantal inkepingen 36 langs de buitenrand in hoofd-5 zaak op onderling gelijke afstanden langs de omtrek van de schijf.The invention encompasses a number of operating mechanisms not found in conventional prior art gaming devices, as generally described in connection with Figures 1 and 2, and with other figures, if necessary, to provide a general overview of the gaming device, it being understood that each of the mechanisms is also described in detail. Initially looking at Figures 1 and 2, a substructure 30 is shown, which contains three separate reels 32, showing characters on their outer circumference for viewing by a player. Each of the reels 32 is also provided with a relatively flat disc 34 fixedly attached thereto, having a number of notches 36 along the outer edge substantially equidistant along the circumference of the disc.

De schijven bevatten ook een aantal openingen 38, welke openingan worden gebruikt voor het decoderen van de voortvloeiende stand van elk der haspels 32 aan het einde van het spel om vast te stallen of een winnende combinatie is opgetreden. De schijven 34 zijn 10 bevestigd aan da haspels 32, die worden gedragen door een gemeen schappelijke as 40, die zich naar buiten uitstrekt tot voorbij de linker en rechter zijplaten 42 en 44 van de weergegeven onderconstructie. De haspels zijn voorzien van eenrichtingsdraaikoppelings-legsrs (niet weergegeven), die het elk der haspel-en schijfccmbina-15 ties magelijk maken te worden aangedreven in de aandrijfdraairich ting, maar vrij te zijn om ten opzichte van de as in de tegengestelde richting te draaien. Wanneer dus de aandrijfas 40 is aangedreven voor het op gang brengen van het draaien van da haspels, kan hij worden stilgezet en blijven de haspels draaien totdat zij 20 afzonderlijk of gezamenlijk worden stilgezet, hoewel de aandrijf as 40 daaraan voorafgaand Kan zijn stilgezet of aanzienlijk zijn vertraagd in zijn draaien. De as 40 is op passende wijze draaibaar gelegerd in lagers in de zijden 42 en 44, welke zijden eveneens zijn voorzien van ingangssleuven 46 voor het vergemakkelijken van 25 het verwijderen van de as 40 en de haspels, die werkzaam daarmee zijn verbonden. De onderconstructie 30 is op passende wijze in een totale vermakelijkheids- of speelinrichtingsomsluiting met een in het algemeen gebruikelijk uiterlijk, geplaatst, en heeft een be-dieningshandgreep 43 Czie de fig.20, 23 en 24], die zich buiten de 30 zijwand 50 van de omsluiting bevindt Czie fig.20].The disks also include a plurality of apertures 38, which apertures are used to decode the resulting position of each of the reels 32 at the end of the game to determine if a winning combination has occurred. The disks 34 are attached to the reels 32, which are carried by a common shaft 40, which extends outwardly beyond the left and right side plates 42 and 44 of the illustrated substructure. The reels are provided with unidirectional swivel legsrs (not shown) which allow each of the reel and disc assemblies to be driven in the drive rotation direction, but free to rotate in the opposite direction relative to the shaft . Thus, when the drive shaft 40 is driven to initiate the spinning of the reels, it can be stopped and the reels continue to rotate until they are stopped separately or together, although the drive shaft 40 may have been stopped or substantial before slowed down in its turning. The shaft 40 is suitably pivotally mounted in bearings in the sides 42 and 44, which sides are also provided with entry slots 46 to facilitate removal of the shaft 40 and the reels operatively connected thereto. The substructure 30 is suitably placed in a total entertainment or play device enclosure with a generally common appearance, and has a control handle 43 (see FIGS. 20, 23, and 24] located outside the side wall 50 of the enclosure is located C see fig.20].

Het trekken aan de handgreep 43 veroorzaakt een beweging van een as, waaraan de handgreep is bevestigd, voor het draaien daarvan, welke draaibeweging wordt overgsbracht door een aantal mechanismen met als gevolg het aandrijven van de as 40 met een snel-35 heid, die evenredig is aan ce snelheid, waarmee aan ce handgreep 81 00 49 1 - 8 - 48 wordt getrokken. In een zeer werkelijke betekenis kan de speler dus de uitgangssnelheid en het draaien van de haspels 32 regelen. Weer verwijzende naar fig.2, wordt de as 40, die de haspels 32 draagt, in eerste instantie aangedreven door een hoofdaandrijfmechanisme 60, dat door andere mechanismen werkzaam is verbonden met de bedieningshandgreep 48, zoals hierna wordt beschreven. Het hoofdaandrijfmechanisme· 60 is werkzaam voor het aangrijpen van een palwiel 62, dat vast is bevestigd aan de as 40 voor het alleen draaien daarvan gedurende de tijd, waarin aan de handgreep 48 wordt getrokken. Wanneer derhalve het hoofdaandrijfmechanisme is aangegrepen, doordat een speler een munt in de speelinrichting heeft geworpen of deze anderszins heeft geopend, heeft het daaropvolgend trekken aan de handgreep 48 het uitoefenen van een draai-kracht tot gevolg via het hoofdaandrijfmechanisme 60, en het geven van een draaiing aan het palwiel 62 en de as 40 tijdens het trekken aan de handgreep 48. Wanneer de handgreep 48 eenmaal door zijn volledige slag is getrokken, komt het hoofdaandrijfmechanisme 80 automatisch los, waarna de as 40 vrij kan draaien zonder enige belemmering van het hoofdaandrijfmechanisme.Pulling on the handle 43 causes movement of an axle to which the handle is attached for rotation thereof, which rotational movement is transmitted by a number of mechanisms, thereby driving the shaft 40 at a speed proportional to is at the speed with which the handle 81 00 49 1 - 8 - 48 is pulled. Thus, in a very real sense, the player can control the output speed and the spinning of the reels 32. Referring again to Figure 2, the shaft 40, which carries the reels 32, is initially driven by a main drive mechanism 60 operatively connected to the operating handle 48 by other mechanisms, as described below. The main drive mechanism 60 is operative to engage a ratchet wheel 62 fixedly attached to the shaft 40 for rotation only during the time the handle 48 is pulled. Therefore, when the main drive mechanism is engaged by a player inserting or otherwise opening a coin into the playing device, subsequent pulling of the handle 48 results in the application of a turning force through the main driving mechanism 60, and a rotation of the ratchet wheel 62 and the shaft 40 while pulling the handle 48. Once the handle 48 has been pulled through its full stroke, the main drive mechanism 80 automatically disengages, after which the shaft 40 can rotate freely without any interference from the main drive mechanism.

Overeenkomstig een belangrijk aspect van de uitvinding wordt indien de speler te langzaam aan de handgreep 48 trekt, zodat niet een vooraf bepaalde minimale draaisnelheid aan de haspels bij het spelen wordt verschaft, deze langzame draaisnelheid waargenomen door een passende snelheidswaarneemsohakeling (niet weergegeven).In accordance with an important aspect of the invention, if the player pulls the handle 48 too slowly so that a predetermined minimum rotational speed is not provided to the reels when playing, this slow rotational speed is sensed by an appropriate speed sensing circuit (not shown).

De schakeling kan een lichtketen omvatten met een lichtuitzendende diode-fototransistorcombinatie, geplaatst nabij de schijf 34, samen met een passende elektrische tijdinstelschakeling, zodat indien de draaisnelheid beneden een vooraf bepaalde minimale snelheid ligt, een aanvullend aandrijfmechanisme 64, in fig.1 links van het ondersamenstel 30 weergegeven, wordt bediend, dat de as 40 versnelt en de draaisnelheid van de haspels verhoogt. Het aanvullende aandrijfmechanisme 64 grijpt een ander palwiel 66 aan, bevestigd aan het linkereinde van de as 40, welk palwiel in hoofdzaak gelijk is aan het aan het tegenoverliggende einde daarvan zich bevindende palwiel 62. Het aanvullende aandrijfmechanisme 64 is eveneens uit 81 0 0 49 1 gevoerd voor het alleen aangrijpen van het palwiel 6S bij een werkzame bediening van het aanvullende aandrijfmechanisme 64, en komt eveneens automatisch vrij bij het einde van zijn slag. Zowel het hoofdaandrijfmechanisme als het aanvullende aandrijfmechanisme verschaffen dus een eerste draaikracht aan de as 40, welke kracht in beginsel tijdelijk is, waarbij beide mechanismen automatisch vrijkomen bij het einde van de aandrijfkracht, zodat de as niet door hen wordt beïnvloed nadat hun werkingen zijn voltooid.The circuit may include a light circuit having a light-emitting diode-phototransistor combination located near the disk 34, together with an appropriate electrical timing circuit, so that if the rotational speed is below a predetermined minimum speed, an additional drive mechanism 64, in FIG. subassembly 30 is operated, which accelerates the shaft 40 and increases the rotational speed of the reels. The additional drive mechanism 64 engages another ratchet wheel 66 attached to the left end of the shaft 40, which ratchet wheel is substantially the same as the ratchet wheel 62 located at its opposite end. The additional drive mechanism 64 is also 81 0 0 49 1 for engaging the ratchet wheel 6S only when the additional drive mechanism 64 is operatively operated, and is also automatically released at the end of its stroke. Thus, both the main drive mechanism and the auxiliary drive mechanism provide a first torque to the shaft 40, which force is in principle temporary, with both mechanisms automatically released at the end of the driving force, so that the shaft is not affected by them after their operations are completed.

Overeenkomstig nog een ander aspect van de uitvinding is een verbeterd mechanisme 70 verschaft voor het stilzetten van elk der draaiende haspels, welk sfcilzetmechanisme veelal ook wordt aangeduid als een stelmechanisme, en is weergegeven in de fig.1, 2, 8 - 12. Het mechanisme heeft een stilzetdeel, dat bij bediening in een van de inkepingen 36 wordt gestoken, hetgeen de schijf 34 en bijbehorende haspel 32 stilzet. Het beschreven, verbeterde stelmechanisme is in het bijzonder nuttig wanneer de haspels worden gedraaid met een hoge draaisnelheid, d.w.z. hoger dan de draaisnelheden, die gewoonlijk worden gebruikt in gebruikelijke bekende speelinrichtingen. Hoewel het beschreven stelmechanisme in het bijzonder geschikt is voor het stilzetten van haspels, die met een betrekkelijk hoge snelheid draaien, is het eveneens bruikbaar in anders speelinrichtingen van dezelfde algemene soort, die haspels hebben, dis met een betrekkelijk lage snelheid draaien.In accordance with yet another aspect of the invention, an improved mechanism 70 for stopping each of the spinning reels is provided, which spool setting mechanism is often also referred to as an adjusting mechanism, and is shown in FIGS. 1, 2, 8-12. The mechanism has a stop part which is inserted into one of the notches 36 when actuated, which stops the disc 34 and associated reel 32. The described improved adjustment mechanism is particularly useful when the reels are rotated at a high rotational speed, i.e., higher than the rotational speeds commonly used in conventional prior art gaming devices. While the described adjusting mechanism is particularly suitable for stopping reels rotating at a relatively high speed, it is also useful in other playing devices of the same general type having reels rotating at a relatively low speed.

Hoewel het aanvullende aandrijfmechanisme wordt gebruikt voor het verhogen van de draaisnelheid in het geval, dat de speler niet met voldoende snelheid of kracht aan de handgreep trekt voor het met de vooraf bepaalde minimale snelheid aandrijven van de haspels, is een in de fig.19 - 24 weergegeven mechanisme 72 voor het absorberen van overmaat energie verschaft en werkzaam verbonden met de bedieningshandgreep 48 voor het absorberen van overmaat energie, dis aanwezig kan zijn indien de speler met een buitengewone snelheid of kracht trekt aan de bedieningshandgreep. Git mechanisme voor het absorberen van overmaat energie is nodig voor het beschermen van het hoofdaandrijfmechanisme alsmede het stelmechanisme, op grond van de buitengewone snelheid, die anders Goor een sterke -10- of te fanatieke speler zou kunnen worden opgewekt.While the additional drive mechanism is used to increase the speed of rotation in the event that the player does not pull the handle with sufficient speed or force to drive the reels at the predetermined minimum speed, one in FIG. 19 - 24, excess energy absorbing mechanism 72 provided and operatively connected to the operating handle 48 for absorbing excess energy, may be present if the player pulls the operating handle with extraordinary speed or force. The excess energy absorbing mechanism is necessary to protect the main drive mechanism and the adjusting mechanism, due to the extraordinary speed that might otherwise be generated by a strong player or fanatic.

Het hoofdaandrijfmechanisme 60 noch het aanvullende aandrijfmechanisme 64 is in aangrijping met de as 40 behalve gedurende een werkzame bediening, waarbij ook het feit moet worden beschouwd, 5 dat geen van de stelmechanismen 70 in aangrijping is met de schij ven tijdens het snel draaien daarvan en voordat zij worden bediend, en in feite zijn teruggetrokken in een stand, klaar voor het bedienen bij het openen van de speelinrichting, zoals b.v. wanneer de speler een munt in de inrichting werpt. Gedurende de tijd 10 echter na het openen en voordat aan de handgreep 48 wordt getrok ken, kunnen de haspels betrekkelijk vrij draaien en zijn zij derhalve gevoelig voor een kruipbeweging, die kan worden veroorzaakt doordat een speler b.v. schudt aan of stoot tegen de speelinrichting. Overeenkomstig een ander aspect van de uitvinding kan een 15 in de fig.25,-26 en 27 weergegeven mechanisme een lichte weerstand verschaffen tegen een haspelbeweging gedurende deze tijd. De weerstand is in feite licht en behoeft niet bovenmatig te zijn omdat geen kracht wordt uitgeoefend op dat moment, welke kracht een draaibeweging zou veroorzaken. Het mechanisme wordt vrijgegeven 20 bij het draaien, veroorzaakt door het bedienen van het hoofdaan drijfmechanisme, hetgeen automatisch het mechanisme in een teruggetrokken stand doet plaatsen.Neither the main drive mechanism 60 nor the auxiliary drive mechanism 64 engages the shaft 40 except during operative operation, also taking into account the fact that none of the adjusting mechanisms 70 engage the discs during their rapid rotation and before they are operated, and in fact retracted into a position, ready for operation upon opening the play device, such as e.g. when the player rolls a coin into the device. However, during the time after opening and before pulling the handle 48, the reels can rotate relatively freely and are therefore susceptible to a crawling motion which may be caused by a player e.g. shakes or hits the play equipment. In accordance with another aspect of the invention, a mechanism shown in FIGS. 25, 26 and 27 may provide slight resistance to reel movement during this time. The resistance is in fact light and need not be excessive because no force is applied at that time which would cause a rotational movement. The mechanism is released upon rotation caused by operating the main drive mechanism, which automatically sets the mechanism in a retracted position.

Overeenkomstig een belangrijk aspect van de uitvinding worden thans de gedetailleerde constructie en werking van het hoofd-25 aandrijfmechanisme 60 beschreven in samenhang met de fig.3 - 5, samen met een andere uitvoeringsvorm van een gedeelte van het mechanisme, hetgeen is weergegeven in de fig.6 en 7. In eerste instantie verwijzende naar fig.3, is het hoofdaandrijfmechanisme afgedeeld in zijn gegrendelde toestand, klaar voor bediening, waarin 30 het in hoofdzaak buiten aangrijping is met de as 40 en het daaraan bevestigde palwiel 62. Het palwiel 62 heeft een aantal tanden 76, waarvan de radiaal gerichte gedeelten kunnen worden aangegrepen door een werkzaam sandrijfoppervlak van het hoofdaandrijfmechanisme. Het trekken aan de handgreep 48 heeft tot gevolg het door een blad-35 veerdeel 78 aangrijpen van een dwarsverlenging 80 van een hoofd- 810049 1 11 - aandrijfarmplaat 82 van het hoofdaandrijfmechanisme nadat het blad-veerdeel 78 over een boog van ongeveer 5Q° linksom in fig.3 is bewegen. De bewegingsboog van ongeveer 50°, die wordt verschaft voorafgaande aan de aangrijping met het hoofdaandrijfmechanisme, maakt, 5 zoals gewenst, enige mate van speling in de handgreep 48 mogelijk.In accordance with an important aspect of the invention, the detailed construction and operation of the main drive mechanism 60 will now be described in conjunction with Figures 3-5, along with another embodiment of a portion of the mechanism, which is shown in Figure 1. .6 and 7. Referring initially to FIG. 3, the main drive mechanism is divided into its latched state, ready for operation, in which it is substantially out of engagement with the shaft 40 and the ratchet wheel 62 attached thereto. The ratchet wheel 62 has a plurality of teeth 76, the radially oriented portions of which can be engaged by an operative operating surface of the main drive mechanism. Pulling on the handle 48 results in engaging a transverse extension 80 of a main drive arm plate 82 of the main drive mechanism through a blade spring portion 78 after the blade spring portion 78 rotates counterclockwise about 5 ° fig.3 is moving. The approximately 50 ° arc of movement provided prior to engagement with the main drive mechanism allows, as desired, some degree of play in the handle 48.

Het is duidelijk, dat het door een volledige slag trekken aan de handgreep 48 het door een boog van ongeveer 40° - 60° trekken omvat van de handgreep, hetgeen dank zij de mechanische overbrenging het draaien tot gevolg heeft van het hoofdaandrijfmechanisme door IQ de genoemde 50° voorafgaande aan de aangrijping, gevolgd door een boog van ongeveer 150° voordat het mechanisme het einde van zijn boog bereikt, zodat de hoekbeweging van 40° - 80° van de handgreep een totale draaiing tot gevolg heeft van ongeveer ISO0 - 210° van de beweging door het bladdeel 78. Het is duidelijk, dat de voor-15 noemde waarden van de draaibeweging werkelijk benaderend zijn en gemakkalijk kunnen worden gewijzigd door het veranderen van de betreffende afmetingen van tandwielen, wielen en dergelijke.It is clear that pulling the handle 48 by a full stroke involves pulling the handle through an arc of about 40 ° - 60 °, which, due to the mechanical transmission, results in the rotation of the main drive mechanism by IQ 50 ° prior to engagement, followed by an arc of approximately 150 ° before the mechanism reaches the end of its arc, so that the 40 ° - 80 ° angular movement of the handle results in a total rotation of approximately ISO0 - 210 ° from the movement through the blade portion 78. It is understood that the aforementioned rotational motion values are actually approximate and can be easily changed by changing the respective dimensions of gears, wheels and the like.

De aandrijfarmplaat 82 wordt gedragen door en is vrij draaibaar op de as 40, en draait rond de as 40 in aanspreking op een 20 beweging door het bladveerdeel 78, dat het stootkussen 80 aan grijpt. De aandrijfarmplaat 82 heeft ook een ander stootkussen 84, dat kan worden geraakt door het bladveeraandrijfdeel 73 voor het terugbrengen daarvan naar zijn gebruikelijke ruststand, klaar voor bediening, weergegeven in fig.3, hoewel een veer 86, waarvan een 25 einde is verbonden met de aandrijfarmplaat 82 en het tegenoverlig gende einde op passende wijze is verbonden met een bout 88, samenhangende met de zijplaat 44, kan zijn verschaft voor het naar zijn ruststand drukken van de aandrijfarmplaat 82. De aandrijfarmplaat 82 heeft een tweede plaatonderdsel 90, dat daaraan is bevestigd 30 en een dwarsverlsnging of stootkussen 92 heeft voor aangrijping van een terugkeerstootkussen 94, dat bij voorkeur een rubberen of rubberachtig kussen SS heeft, dat bij tsrugkeer in aanraking komt met het stootkussen 32. Het stootkussen 34 is op passende wijze bevestigd aan de zijplaat 44 en begrenst de tsrugkeerbeweging tot de in 35 fig.3 weergegeven stand.The drive arm plate 82 is carried by and is freely rotatable on the shaft 40, and rotates about the shaft 40 in response to a movement through the leaf spring portion 78 which engages the pad 80. The drive arm plate 82 also has another pad 84, which can be contacted by the leaf spring drive member 73 to return it to its usual rest position, ready for operation, shown in Figure 3, although a spring 86, one end of which is connected to the drive arm plate 82 and the opposite end is suitably connected to a bolt 88 associated with the side plate 44, may be provided for pushing the drive arm plate 82 to its rest position. The drive arm plate 82 has a second plate member 90 attached thereto 30 and has a transverse extension or pad 92 for engaging a return pad 94, which preferably has a rubber or rubbery pad SS, which contacts the pad 32 upon return. The pad 34 is suitably attached to the side plate 44 and limits the reverse movement to the position shown in Fig. 3.

81 0 0 49 1 12 -81 0 0 49 1 12 -

De aandrijfarmplaat 82 (en het plaatonderdeel 90) draagt een aandrijfarm 100, die draaibaar is bevestigd aan de aandrijf-armplaat 82 door een pendeel 102. De aandrijfarm 100 heeft een dwarsverlsnging of nok 104, die kan aangrijpen op de tanden 76 van het palwiel 62 wanneer de arm 100 linksom rond het pendeel 102 wordt gedraaid. Een verlenging 106 is eveneens verschaft voor aanraking door een schroefveer 108, die aanligt tegen de verlenging 106 alsmede tegen een tweede pendeel 110, dat eveneens een draaibare ankergrendel 112 draagt, bij voorkeur vervaardigd van een fer-romagnetisch materiaal. De veer 108 drukt de aandrijfarm 10Q naar aangrijping op het palwiel 62, maar wordt buiten aangrijping gehouden in zijn in fig.3 weergegeven gegrendelde stand door een vrij-maaknokoppervlak 114, dat wordt aangegrepen door het einde van de grendel 112. De grendel 112 is draaibaar rond het pendeel 110 en is een in hoofdzaak haaks deel, voorzien van een oppervlak 116 dat zich bij een wikkeling 118 bevindt, die hèt grendeldeel 112 linksom kan draaien, d.w.z. het gedeelte 116 aantrekken naar de wikkeling 118 wanneer deze wordt bekrachtigd. Wanneer dit plaats vindt, wordt de grendel 112 vrijgemaakt van de aandrijfarmnok 114, hetgeen het de arm mogelijk maakt te bewegen, zodat zijn nok 104 een van de tanden 76 aangrijpt van het palwiel 62. De aandrijfarm 100 is in fig.4 weergegeven in de aangrijpstand nadat de grendel 112 de aandrijfarm 100 heeft vrijgegeven voor aangrijping. Een veer 120 is verschaft voor het linksom drukken van de grendel 112 voor het handhaven van de aangrijping met de aandrijfarmnok 114. Nadat de nok 104 het palwiel 62 heeft aangegrepen, draait het bladdeel 78 in aangrijping met het stootkussen 80 van de aandrijfarmplaat 82 en deze draaiende, het palwiel 62 voor het zodoende snel draaien van de haspels 32.The drive arm plate 82 (and the plate part 90) carries a drive arm 100, which is rotatably attached to the drive arm plate 82 by a pin section 102. The drive arm 100 has a transverse extension or cam 104, which can engage the teeth 76 of the ratchet wheel 62 when the arm 100 is rotated counterclockwise around the pendulum 102. An extension 106 is also provided for contact by a coil spring 108 which abuts the extension 106 as well as against a second pin section 110, which also carries a rotary anchor latch 112, preferably made of a ferromagnetic material. The spring 108 presses the drive arm 10Q into engagement with the ratchet wheel 62, but is held out of engagement in its locked position shown in Figure 3 by a release cam surface 114, which is engaged by the end of the latch 112. The latch 112 is rotatable about the pivot member 110 and is a substantially perpendicular member, having a surface 116 located at a winding 118 which can rotate the latch member 112 counterclockwise, ie, pulling the portion 116 toward the winding 118 when energized. When this takes place, the latch 112 is released from the drive arm cam 114, allowing the arm to move so that its cam 104 engages one of the teeth 76 of the ratchet wheel 62. The drive arm 100 is shown in FIG. engagement position after the latch 112 releases the drive arm 100 for engagement. A spring 120 is provided to push the latch 112 counterclockwise to maintain engagement with the drive arm cam 114. After the cam 104 has engaged the ratchet wheel 62, the blade portion 78 rotates into the impact pad 80 of the drive arm plate 82 and this rotating the ratchet wheel 62 to thereby rapidly rotate the reels 32.

55

IQI.Q

15 20 25 3015 20 25 30

Wanneer het bladveerdeel 78 de aandrijfarmplaat 82 door een volledige boog draait, nadert het stootkussen 92 van het onderdeel 90 een einde van een slagstootkussen 122 en komt uiteindelijk daarmee in aanraking, welk stootkussen een kussen 124 heeft, dat feitelijk in aanraking komt met het stootkussen 92 en zijn beweging linksom begrenst. Voordat het echter het einde van de slag bereikt, na- 1 0 0 49 1 35 - 13 - dert het buitenste vrije einde 126 van de aandrijfarm 100 een losmaakpen 128, hetgeen dank zij de aanraking met het oppervlak 130 van de aandrijfarm 100 het vrije einde 126 naar beneden doet bewegen, zoals weergegeven in fig.5, tot buiten aangrijping met de tanden 75 van het paiwiel 52, waardoor de aandrijfarm 100 werkzaam rechtsom wordt gedraaid rond zijn draaipendeel 102. Wanneer de arm 100 verder wordt wegbewogen van het paiwiel 62, komt de vrijmaaknok 114 vrij van het einde van de grendel 112, hetgeen dank zij de drukveer 120 de grendel weer de aandrijfarm 100 doet grendelen in de in fig.3 weergegeven stand, waarbij wanneer de be-dieningshandgreep 48 wordt teruggebracht naar zijn gebruikelijke ruststand, het bladdeel 78 rechtsom wordt teruggedraaid naar zijn in fig.3 weergegeven ruststand, en het hoofdaandrijfmechanisme weer in zijn stand is, klaar voor werking in aanspreking op een volgend spel door een speler. Het is duidelijk, dat de wikkeling 118 bij voorkeur wordt bekrachtigd in aanspreking op het aanvaarden van een munt, die in de speelinrichting wordt geplaatst door de speler, hoewel de wikkeling kan worden bediend in aanspreking op eernsignaal, dat wordt ontvangen nadat alle haspels zijn stilgezet, b.v. indien de inrichting niet door een munt kan worden bediend. Een belangrijke overweging is, dat het paiwiel niet mag draaien op het moment, dat de grendel 112 wordt losgemaakt.When the leaf spring member 78 rotates the drive arm plate 82 through a full arc, the pad 92 of the member 90 approaches one end of a impact pad 122 and eventually contacts it, which pad has a pad 124 that actually contacts the pad 92 and limits its movement counterclockwise. However, before it reaches the end of the stroke, the outer free end 126 of the drive arm 100 rests a release pin 128, which, thanks to the contact with the surface 130 of the drive arm 100, moves end 126 downward, as shown in FIG. 5, out of engagement with teeth 75 of paw wheel 52, whereby drive arm 100 is effectively rotated clockwise about pivot part 102. When arm 100 is moved further away from paw wheel 62 , the release cam 114 is released from the end of the latch 112, which, thanks to the compression spring 120, locks the latch again into the driving arm 100 in the position shown in FIG. 3, when the operating handle 48 is returned to its usual rest position , the blade portion 78 is turned clockwise back to its rest position shown in Fig. 3, and the main drive mechanism is returned to its position, ready for operation in response to a next game by a play ler. Obviously, the winding 118 is preferably energized in response to a coin being placed in the gaming device by the player, although the winding may be operated in honor signal received after all reels have been stopped , e.g. if the device cannot be operated by a coin. An important consideration is that the paw wheel should not rotate when the latch 112 is released.

10 15 20 25 3010 15 20 25 30

Een wijziging van het hoofdaandrijfmechanisme is weergegeven in de fig.6 en 7, en bevat een tweede aandrijfarm 100’, die in gedaante en werking zeer veel lijkt op de reeds beschreven aan-cbijfarm 100 met als belangrijkste verschil, dat hij een verlenging of nok 104' heeft, die op een kleine afstand van de aandrijfarm-nok 104 ligt. De aandrijfarm 100' is draaibaar rond de pen 102 en onafhankelijk van de draaiwerking van de aandrijfarm 1G0, zodat bij het vrijmaken van de grendel 112, beide aandrijfarmen naar aangrijping worden gedrukt, waarbij in afhankelijkheid van de bepaal-ce hoekstand van het paiwiel 52, de ene of de andere nek 104, 104’ een van de tanden 73 aangrijpt van het paiwiel 62. Wanneer de aen-crijfplaat 52 over de volledige boog is gedraaid, grijpt de pen 123 beice aandrijfarmen ICO, 100’ aan en doet hij de grendel 112 810049 1 14 - beide aandrijfarmen 100, 100’ ontgrendelen in de met betrekking tot de aandrijfarm 100 in fig.3 weergegeven stand. De aanvullende aandrijfarm kan, indien wenselijk, zijn opgenomen in het hoofdaandrijfmechanisme om te verzekeren, dat aangrijping wordt bereikt 5 door de nok 104 of 104' in plaats van het mogelijk radiaal naar buiten ’’terugspringen” ten opzichte van het palwiel 62 bij het eerste draaien van de aandrijfarmplaat 82.A modification of the main drive mechanism is shown in FIGS. 6 and 7, and includes a second drive arm 100 ', which in form and operation is very similar to the above described feed arm 100 except that it has an extension or cam 104 'which is a small distance from the drive arm cam 104. The drive arm 100 'is rotatable about the pin 102 and independent of the turning action of the drive arm 1G0, so that upon release of the latch 112, both drive arms are pressed into engagement, depending on the particular angular position of the paw wheel 52, one or the other neck 104, 104 'engages one of the teeth 73 of the paw wheel 62. When the actuating plate 52 is rotated over the full arc, the pin 123 engages beice drive arms ICO, 100' and engages the latch 112 810049 1 14 - unlock both drive arms 100, 100 'in the position shown with respect to the drive arm 100 in fig. 3. The auxiliary drive arm may, if desired, be included in the main drive mechanism to ensure that engagement is achieved by cam 104 or 104 'rather than potentially' springing back 'radially to ratchet wheel 62 at the first turning the drive arm plate 82.

Voor het stilzetten van de draaiende wielen, wanneer deze door het hoofdaandrijfmechanisme 60 zijn gedraaid of mogelijk door 10 het hoofdaandrijfmechanisme 60 gevolgd door het aanvullende aan drijfmechanisme 64, is een van de stelmechanismen 70 verschaft voor elke haspel, waarbij in de fig.8 - 12 een van de stelmechanismen 70 is weergegeven. In eerste instantie verwijzende naar fig.8, die het stelmechanisme 70 in zijn gebruikelijke toestand, 15 klaar voor bediening, weergeeft, zet dit de draaiende haspels stil door het op het juiste moment worden losgemaakt, waarna een aan-slagroldeel 140, gedragen door een pen 142, aangrijpt in een van de inkepingen 36 van de schijf 34. Omdat de schijf 34 met een uiterst hoge snelheid kan draaien, of althans met een snelheid die 20 hoger ligt dan tot nu toe in het algemeen wordt ervaren bij gebrui kelijke bekende speelinrichtingen, kan het stilzetten van de schijf 34 en de haspels 32 een aanzienlijke schok tot gevolg hebben als gevolg van de hogere snelheid, en kan het stilzetten een reactie tot gevolg hebben in de tegengestelde richting na heteer-25 ste aangrijpen door het aanslagdeel 140, d.w.z. rechtsom, hetgeen tegengesteld is aan de door de pijl 144 weergegeven richting.To stop the rotating wheels when they have been rotated by the main drive mechanism 60 or possibly by the main drive mechanism 60 followed by the additional drive mechanism 64, one of the adjusting mechanisms 70 is provided for each reel, in which Figures 8-12 one of the adjusting mechanisms 70 is shown. Referring initially to FIG. 8, which illustrates the adjusting mechanism 70 in its usual ready-to-operate condition, it stops the rotating reels by being released at the appropriate time, after which a stop roller portion 140, carried by a pin 142 engages in one of the notches 36 of the disc 34. Because the disc 34 can rotate at an extremely high speed, or at least at a speed higher than hitherto generally experienced with conventional prior art gaming devices , the freezing of the disc 34 and the reels 32 may result in a considerable shock due to the higher speed, and the freezing may result in a reaction in the opposite direction after the first engagement by the stop part 140, ie clockwise, which is opposite to the direction shown by arrow 144.

Voor het dempen of anderszins absorberen van een deel van de schok, die wordt ondervonden bij de eerste aangrijping door het aanslagroldeel 140, alsmede voor het absorberen van de reactie 30 in de tegengestelde richting, is het stelmechanisme voorzien van een mogelijkheid tot absorberen van schokken. Bovendien is de constructieve massa, die in feite wordt bewogen voor het aangrijpen van het aanslagdeel 140 met een van de grendels, tot een minimum beperkt als gevolg van het bijzondere ontwerp in vergelijking met 35 vele gebruikelijke stelmechanismen, zodat het snel en volledig een 810049 1 -Ιδ- inkeping 36 binnengaat op een wijze waardoor de schijf snel wordt stilgezet zonder dat het aanslagdeel terugspringt langs de rand en een inkeping binnengaat, die een aantal inkepingen op afstand kan liggen van de inkeping, die in eerste instantie werd ontmoet. Dank zij de kleine massa, die gedurende de aangrijping van een inkeping wordt bewogen, kan deze snel een inkeping binnen gaan en volledig daarin aangrijpen voor het stilzetten van de schijf 34.For damping or otherwise absorbing a portion of the shock experienced upon the first engagement by the stop roller portion 140, as well as absorbing the reaction 30 in the opposite direction, the adjusting mechanism includes shock absorbing capability. In addition, the constructional mass, which is in fact moved for engaging the stop member 140 with one of the latches, has been minimized due to the particular design compared to many common adjustment mechanisms, so that it is quick and complete. Notch 36 enters in a manner that causes the disc to stop quickly without the stopper springing back along the edge and entering a notch, which may be a number of notches spaced from the notch initially encountered. Thanks to the small mass, which is moved during the engagement of a notch, it can quickly enter a notch and fully engage therein to stop the disk 34.

ΙΟ 15 20 2520 15 20 25

In eerste instantie kijkende naar fig.8, heeft het weergegeven stelmechanisme 70 een langwerpige stelschuifarm 146, die aan zijn onderste einde verschuifbaar is vastgezet aan een monteer-steun 148, en aan zijn bovenste einde, zoals weergegeven, een gevorkt eindgedeelte heeft, waarbij een zijde 150 eendelig is met het onderste gedeelte van de stelschuifarm 146, en de andere zijde 152 (zie fig.12] een in het algemeen soortgelijke gedaante heeft en is bevestigd aan de eerste zijde 150 door een aantal be-vestigingsorgane.n 154, bestaande uit schroeven, klinknagels en dergelijke. Het gevorkte einde heeft een dwarsverlenging 156 met een paar openingen 158 en 160 (zie fig.125 voor het opnemen van passende verbindingspennen voor het vasthouden van andere onderdelen, die hierna worden besproken. De opening 158 ligt in het algemeen in lijn met de lengterichting van de stelschuifarm 14S, waarbij een pen 162 een einde vasthoudt van een platte langwerpige schakel 164, waarvan het tegenoverliggende einde is verbonden met een einde van de pen 142, die het aanslagroldeel 140 draagt. Een opening 166 bevindt zich op een soortgelijke plaats als die van de opening 158 maar in de andere zijde 152 van het gevorkte einde van de schuifarm 146, en neemt een pen [niet weergegeven) op voor het vasthouden van een steldraaiarm 170, waarin ook het andere einde van de pen 142, die het aanslagroldeel 140 draagt, is vast-gezet. De schakel 164 en de draaiarm 17G zijn derhalve draaibaar rond de pennen 162 en 156 , en zodoende in staat linksom te draaien tot in aangrijping met een inkeping wanneer de steldraaiarm 170 wordt losgelaten.Referring initially to Figure 8, the illustrated adjusting mechanism 70 has an elongated adjusting slide arm 146 slidably secured at its lower end to a mounting bracket 148 and having a forked end portion at its upper end, as shown, with a side 150 is in one piece with the lower portion of the adjustment slide arm 146, and the other side 152 (see FIG. 12) has a generally similar shape and is attached to the first side 150 by a number of fasteners 154, consisting of from screws, rivets, etc. The bifurcated end has a transverse extension 156 with a pair of openings 158 and 160 (see Fig. 125 to receive suitable connecting pins for holding other parts, discussed below. The opening 158 is located in the generally aligned with the longitudinal direction of the adjustment slide arm 14S, a pin 162 holding one end of a flat elongated link 164, the opposite of which end is connected to an end of the pin 142, which carries the stop roller portion 140. An opening 166 is located in a similar location to that of the opening 158 but in the other side 152 of the bifurcated end of the sliding arm 146, and receives a pin [not shown] for holding an adjusting rotary arm 170, which also includes the other end of the pin 142, which carries the stop roller portion 140, is secured. The link 164 and the rotary arm 17G are therefore rotatable about the pins 162 and 156, and thus able to rotate counterclockwise into engagement with a notch when the adjusting rotary arm 170 is released.

De draaiarm 170 heeft een verlenging 172, waaraan een einde is bevestigd van een trekveer 174, waarvan het tegenoverliggende einde is verbonden met een opening 175 in de gevorkte zijde 152.The pivot arm 170 has an extension 172, to which is attached one end of a tension spring 174, the opposite end of which is connected to an opening 175 in the forked side 152.

35 1635 16

De veer 174 is werkzaam op de draaiarm 170 en drukt deze naar aan-grijping met de schijf 34. Oe draaiarm 170 heeft een nok 178, die wordt aangegrepen door een dwarsverlenging 180 van een grendel-deel 182, dat wordt gedragen door en draaibaar is bevestigd aan de verlenging 156 door een pen 184. De grendel 182 is bij voorkeur vervaardigd van een ferromagnetisch materiaal, en heeft een tweede dwarsverlenging 186 voor het samenwerken met een bedieningswikke-ling 188, die de verlenging 186 van de.grendel 182 aantrekt en deze rechtsom doet draaien, zoals weergegeven in fig.8, wanneer de wikkeling wordt bekrachtigd door elektrische leidingen. 190. De grendel 182 heeft een verlenging 192, die een oppervlakterand verschaft voor aanraking door een einde van een veer 194, waarvan het tegenoverliggende einde aanligt op een rand van de dwarsverlenging 156. De veer 194 is gewonden rond de pen 184 en drukt de grendel linksom, zodat de verlenging 180 in aanraking wordt gehouden met de nok 178 van de draaiarm 170 voor het in zijn in fig.8 weergegeven gegrendelde stand houden van de draaiarm.The spring 174 acts on the pivot arm 170 and urges it into engagement with the disc 34. The pivot arm 170 has a cam 178 which is engaged by a transverse extension 180 of a latch member 182 carried and rotatable attached to the extension 156 by a pin 184. The latch 182 is preferably made of a ferromagnetic material, and has a second transverse extension 186 for cooperating with an actuator winding 188 which attracts and extends the extension 186 of the latch 182 clockwise, as shown in fig. 8, when the winding is energized by electrical lines. 190. The latch 182 has an extension 192, which provides a surface edge for contact by an end of a spring 194, the opposite end of which abuts an edge of the transverse extension 156. The spring 194 is wound around the pin 184 and presses the latch counterclockwise so that the extension 180 is held in contact with the cam 178 of the pivot arm 170 to maintain the pivot arm in its locked position shown in FIG.

•5 10 15 20 25• 5 10 15 20 25

Wanneer de wikkeling 188 is bekrachtigd en daardoor de grendel 182 aantrekt, waardoor deze rechtsom wordt bewogen, komt de verlenging 180 los van de nok 178 en kan de draaiarm bewegen naar de schijf 34, zodat het aanslagroldeel 140 kan aangrijpen in een inkeping en de schijf en bijbehorende haspel kan stilzetten. Voor het vergemakkelijken van het snel bewegen van de draaiarm 170 is zijn totale gewicht bij voorkeur tot een minimum beperkt, waarvoor een cirkelvormig gedeelte 196 vanuit het middengedeelte daarvan is verwijderd.When the winding 188 is energized and thereby attracts the latch 182, thereby moving it clockwise, the extension 180 releases from the cam 178 and the pivot arm can move toward the disc 34, allowing the stop roller portion 140 to engage in a notch and the disc and associated reel can freeze. To facilitate rapid movement of the pivot arm 170, its total weight is preferably kept to a minimum, for which a circular portion 196 is removed from its center portion.

3030

Wanneer de draaiarm is losgemaakt en het aanslagroldeel 140 aangrijpt in een inkeping, zoals weergegeven in fig.9, is de hoeveelheid van beweging van de schijf 34 in de draairichting, die linksom is, hetgeen het op het stelmechanisme 70 in de richting van de pijl 198 uitoefenen van een kracht tot gevolg heeft. Het is duidelijk, dat de richting van het aanslagdeel 140 bij aangrij-ping in het algemeen in lijn is met de lengterichting van de stel-schuifarm 146, zodat de kracht in hoofdzaak in de lengterichting van de schuifarm 146 wordt uitgeoefend, zoals wenselijk is. In dit 35 81 0 0 49 1 - 17 verband is de stelschuifarm 146 zodanig gemonteerd aan de monteer-plaat 148, dat de arm in het algemeen volgens een raaklijn aan de omtrek van de schijf 34 op de plaats van de bepaalde inkeping, waarin het aanslagdeel 140 aangrijpt, is gericht.When the rotary arm is released and the stop roller portion 140 engages a notch, as shown in Fig. 9, the amount of movement of the disk 34 in the direction of rotation is counterclockwise, which is on the adjusting mechanism 70 in the direction of the arrow 198 results in the application of a force. It will be understood that the direction of the stop member 140 upon engagement is generally aligned with the longitudinal direction of the adjustment slide arm 146, so that the force is applied substantially in the longitudinal direction of the slide arm 146 as desired. In this connection, the adjustment slide arm 146 is mounted on the mounting plate 148 such that the arm is generally tangent to the circumference of the disk 34 at the location of the defined notch, in which the stop part 140 engages is oriented.

5 Voor het dempen van de eerste schok, die wordt ondervonden door het stelmechanisme 70, is de stelschuifarm 146 voorzien van de mogelijkheid tot beweging volgens een baan in lijn met de lengterichting daarvan en in beide richtingen vanuit de ruststand, die is afgebeeld in fig.8. Sij aangrijping van het aanslagdeel in 10 een inkeping, zoals is weergegeven in fig.9, kan het schuifdeel 146 naar boven bewegen, zoals weergegeven in fig.9, en kan het ook naar beneden bewegen, zoals kan worden ondervonden bij een eerste terugspringen of een reactie op het stilzetten, waarbij de neerwaartse beweging van het schuifdeel 146 meer in het bijzonder is 15 afgebeeld in fig.10.To dampen the first shock experienced by the adjusting mechanism 70, the adjusting slide arm 146 is provided with the ability to move along a path in line with its longitudinal direction and in both directions from the rest position shown in FIG. 8. Engaging the stopper portion in a notch, as shown in Fig. 9, the slide member 146 can move upward, as shown in Fig. 9, and can also move downward, as may be experienced with a first rebound or a response to the freezing, the downward movement of the sliding member 146 being more particularly shown in Fig. 10.

De schuifbeweging van de stelschuifarm 145 is mogelijk gemaakt door de wijze waarop de arm 146 is bevestigd aan de monteerplaat 148. Meer in het bijzonder heeft het ondersts gedeelte van de stelschuifarm 146 een paar langwerpige dwarsverlengingen 200 20 en 202, waarvan de laatste past in een langwerpige sleuf 204 van de mcnteerplaat 148. De schuifarm 146 draagt ook een pen 206, die past in een kortere langwerpige sleuf 208 van de monteersteun, waarvan de einden een aanslagoppervlak verschaffen, dat de mate van de schuifbeweging van de stelschuifarm 146 begrenst.The sliding movement of the adjustment slide arm 145 is made possible by the manner in which the arm 146 is attached to the mounting plate 148. More specifically, the lower portion of the adjustment slide arm 146 has a pair of elongated transverse extensions 200 and 202, the latter of which fits into a elongated slot 204 of the mounting plate 148. The sliding arm 146 also carries a pin 206, which fits into a shorter elongated slot 208 of the mounting bracket, the ends of which provide a stop surface which limits the amount of sliding movement of the adjusting slide arm 146.

25 Voor het verschaffen van weerstand tegen de schuifbeweging en het in een gecentreerde stand houden van de stelschuifarm 146, is een paar centreerarmen 209 en 210 verschaft, waarbij een einde van elk der centreerarmen met een pen 212 draaibaar is bevestigd aan de monteersteun 148. De tegenoverliggende einden van de cen-30 treerarmen hebben eveneens bevestigingspennen 214, waarmee een trekveer 216 is verbonden,· welke veer werkzaam is voor het naar elkaar gecrukt hcuden van de centreerarmen. Een pen 216 is bevestigd aan de monteerplaat 148 en kan in aanraking kernen met de zijpen van beide cenzreerarmen 209 en 210 wanneer de schuifarm zich 35 in de rust- af gscentresrcs stand bevindt, zeals weergegeven in 810049 1 18 - fig.8. Wanneer kracht wordt uitgeoefend, die de stelschuifarm 146 naar boven wil bewegen, zoals weergegeven in fig.9, grijpt de pen 206 de centreerarm 208 aan en drukt deze weg van de pen 218 tegen de door de veer 216 verschafte weerstand.In order to provide resistance to the sliding movement and to keep the adjusting slide arm 146 in a centered position, a pair of centering arms 209 and 210 is provided, one end of each of the centering arms being pivotally attached to the mounting bracket 148 with a pin 212. The opposite ends of the centering arms also have mounting pins 214, to which is attached a tension spring 216, which spring acts to compress the centering arms together. A pin 216 is attached to the mounting plate 148 and can corrode in contact with the side pin of both centering arms 209 and 210 when the sliding arm is in the rest center position, as shown in 810049 1 18 - FIG. 8. When force is applied to move the adjusting slide arm 146 upward, as shown in Figure 9, the pin 206 engages the centering arm 208 and presses it away from the pin 218 against the resistance provided by the spring 216.

In het geval dat de werking van de schijf 34 reageert op de beweging en een kracht produceert in de neerwaartse richting op de stelschuifarm 146, doet dit de onderste schuifarm 210 wegbewegen van de pen 218 door middel van de schuifarmpen 206, die inwerkt op de rand daarvan, zoals weergegeven in fig.10, waarbij de kracht van de veer 216 een neerwaartse beweging van de stelschuifarm 146 tegengaat. De veer 216 brengt dan de centreerarm 210 terug tot in aanraking met de pen 218, en de schuifarm bevindt zich weer in zijn ruststand. Aangezien de opwaartse kracht in het algemeen veel groter is dan de reactieve neerwaartse kracht, kan een aanvullende en sterkere weerstand tegen een dergelijke beweging worden verschaft. In dit verband kan een steun 220 zijn bevestigd aan de monteerplaat 148 en een verlenging 222 hebben, waaraan een drukveer 224 kan zijn bevestigd voor aangrijping met een dwarsflens 226 van de stelschuifarm 146. Wanneer dus de stelschuifarm naar boven wordt bewogen in de richting van de pijl 198, weergegeven in fig.9, komt de veer 224 in aanraking met de dwarsflens 226 voor het verschaffen van bijkomende weerstand tegen een verdere opwaartse beweging.In the event that the action of the disk 34 responds to the movement and produces a force in the downward direction on the adjustment slide arm 146, this moves the lower slide arm 210 away from the pin 218 by means of the slide arm pin 206 which acts on the rim thereof, as shown in Figure 10, wherein the force of the spring 216 counteracts a downward movement of the adjustment slide arm 146. The spring 216 then returns the centering arm 210 to contact with the pin 218, and the sliding arm is returned to its rest position. Since the upward force is generally much greater than the reactive downward force, an additional and stronger resistance to such movement can be provided. In this regard, a support 220 may be attached to the mounting plate 148 and have an extension 222 to which a compression spring 224 may be attached for engagement with a transverse flange 226 of the adjustment slide arm 146. Thus, when the adjustment slide arm is moved up toward the Arrow 198, shown in Figure 9, the spring 224 contacts the transverse flange 226 to provide additional resistance to further upward movement.

Voor het verwijderen van de steldraaiarm 170 vanaf de schijf 34 nadat deze volledig tot stilstand is gebracht voor het zodoende de speler mogelijk maken weer de speelinrichting te bespelen, is de steldraaiarm 170 voorzien van een verlenging 230, die in aanraking kan komen met een terugstelmechanisme, dat een terug-stelarm 232 bevat, voorzien van een rol 234 aan het buiteneinde daarvan. De terugstelarm is vastgezet aan een as 236, die zich bij voorkeur over in hoofdzaak de gehele breedte van de onderconstructie 30 uitstrekt, waarbij elk stelmechanisme 70 is voorzien van een terugstelarm 232, die zich op een direct daaraan grenzende plaats bevindt. Wanneer het terugstelmechanisme in werking wordt gesteld, beweegt het linksom rond de as 236, komt het in aanraking 8 1 0 0 49 1To remove the adjustment rotary arm 170 from the disc 34 after it has been brought to a complete stop and thus allow the player to play the playing device again, the adjustment rotary arm 170 is provided with an extension 230, which can come into contact with a reset mechanism, which includes a reset arm 232 provided with a roller 234 at the outer end thereof. The reset arm is secured to a shaft 236, which preferably extends over substantially the entire width of the substructure 30, each adjusting mechanism 70 including a reset arm 232 located directly adjacent thereto. When the reset mechanism is actuated, it moves counterclockwise around shaft 236, contacts 8 1 0 0 49 1

- IS- IS

met de terugstelverlenging 230 voor het rechtsom bewegen daarvan rond de pen 162 en het zodoende draaien van de steldraaiarm tot in grendelaangrijping met de grendelverlenging 130 en het zodoende grendelen daarvan in zijn teruggetrokken stand, weergegeven in fig.8. Het terugstelmechanisme, dat de as 236 aandrijft, bevat, zoals weergegeven in fig.3, een terugstelarm 238, bevestigd aan de as 236 en onder druk staande van een trekveer 240 voor het in de weergegeven stand houden van de arm, waarbij het andere einde van de arm 238 door een pen 244 is verbonden met een schakel 242, waarvan het andere einde door een pen 248 is verbonden met een plunjer 246, die deel uitmaakt van een solenoïde 50, die wordt bekrachtigd via leidingen 252. Wanneer de solenoïde wordt bekrachtigd, wordt de plunjer naar rechts getrokken, hetgeen de plunjer 246, de schakel 242, en de arm 248 naar rechts doet bewegen, zoals weergegeven, hetgeen de as 236 linksom dcet draaien, zoals nodig is voor het terugstellen.with the reset extension 230 for moving it clockwise around the pin 162 and thereby rotating the adjusting pivot arm into lock engagement with the lock extension 130 and thereby locking it in its retracted position, shown in FIG. 8. The reset mechanism driving the shaft 236 includes, as shown in Fig. 3, a reset arm 238 attached to the shaft 236 and pressurized by a tension spring 240 to hold the arm in the position shown, the other end of the arm 238 is connected by a pin 244 to a link 242, the other end of which is connected by a pin 248 to a plunger 246, which is part of a solenoid 50, which is energized via lines 252. When the solenoid is energized , the plunger is pulled to the right, which causes the plunger 246, the link 242, and the arm 248 to move to the right, as shown, rotating the shaft 236 counterclockwise as needed for reset.

Zoals reeds vermeld wcrdt in het geval, dat de speler met onvoldoende Kracht of snelheid aan de handgreep trekt waardoor de haspels in eerste instantie draaien met een snelheid, die beneden de vooraf bepaalde minimale snelheid ligt, dit waargenomen door passende snelheidswaarneemmiddelen, samenhangende met althans een van de haspels of de as 40. Indien wordt waargenomen, dat de haspels te langzaam bewegen, wordt het aanvullende aandrijfmechanisme 64, in zijn algemeenheid weergegeven in fig.1 en gedetailleerd in de fig.13 - 16, in werking gesteld. Het aanvullende aandrijfmechanisme 64 bevindt zich, zoals weergegeven in fig.13, in zijn ruststand, klaar voor bediening, in fig.14 bij eerste aangrijping met het palwial 66 en in fig.15 aan het einde van zijn krachtslag. Een ruimtelijk aanzicht met uiteengenomen delen van het mechanisme is weergegeven in fig.16, en een andere uitvoeringsvorm van een gedeelte is weergegeven in fig.17 en 18.As already mentioned, in the event that the player pulls the handle with insufficient force or speed causing the reels to initially rotate at a speed below the predetermined minimum speed, this is detected by appropriate speed sensing means associated with at least one of the reels or shaft 40. If the reels are observed to be moving too slowly, the additional drive mechanism 64, generally shown in FIG. 1 and detailed in FIGS. 13-16, is actuated. The additional drive mechanism 64 is, as shown in Figure 13, in its rest position, ready for operation, in Figure 14 at first engagement with the palwial 66, and in Figure 15 at the end of its power stroke. A spaced exploded view of the mechanism is shown in Fig. 16, and another embodiment of a portion is shown in Fig. 17 and 18.

Weer verwijzende naar fig.13 heeft het aanvullende aandrijfmechanisme een aandrijfplaat 260, die wordt gedragen door en vrij draaibaar is ten opzichte van de as 40. 0e aandrijfplaat 260 draagt een pal 232, cie daaraan is bevestigd door een pen 254, waar omheen 81 0 0 49 1 - 20 - de pal Kan draaien. De pal 262 heeft een dwarsverlenging 266 voor aangrijping op de tanden van het palwiel 66 wanneer de pal 262 rechtsom wordt gedraaid tot in deze aangrijping. De pal 262 heeft echter een nok 268, die wordt aangegrepen door een dwarsverlenging 270 van een palgrendel 272, die ook wordt gedragen door en is bevestigd aan de aandrijfplaat 260 door een pen 274. De palgrendel 272 heeft een schroefveer 276, die gewoonlijk de palgrendel rechtsom drukt, d.w.z. zodanig, dat de verlenging 270 gewoonlijk tot in aangrijping wordt gedrukt met de nok 268 van de pal 262. De pal 262 wordt ook gedrukt naar het palwiel 66 door een schroefveer 278, waarvan een einde aanligt tegen de pal 262 en het tegenoverliggende einde tegen de rand van de aandrijfplaat 260, zoals weergegeven in de fig.14 en 15. Uit het voorgaande is het dus duidelijk, dat wanneer de pal 272 wordt bediend, zodat de verlenging 270 wordt gescheiden van de nok 268, de pal 262 door druk rechtsom wordt bewogen rond de pen 264, hetgeen de verlenging 266 de tanden doet aangrijpen van het palwiel 66.Referring again to Fig. 13, the additional drive mechanism has a drive plate 260 which is carried by and freely rotatable relative to the shaft 40. The drive plate 260 carries a detent 232 secured thereto by a pin 254 surrounded by 81 0. 0 49 1 - 20 - the pawl Can rotate. The ratchet 262 has a transverse extension 266 for engaging the teeth of the ratchet wheel 66 when the ratchet 262 is rotated clockwise into this engagement. However, the ratchet 262 has a cam 268, which is engaged by a transverse extension 270 of a ratchet latch 272, which is also carried by and secured to the drive plate 260 by a pin 274. The ratchet latch 272 has a coil spring 276, which is usually the ratchet latch clockwise, that is, such that the extension 270 is usually pressed into engagement with the cam 268 of the ratchet 262. The ratchet 262 is also pressed toward the ratchet wheel 66 by a coil spring 278, one end of which rests against the ratchet 262 and the opposite end against the edge of the drive plate 260, as shown in Figs. 14 and 15. From the foregoing, it is thus apparent that when the ratchet 272 is actuated so that the extension 270 is separated from the cam 268, the ratchet 262 is moved clockwise around pin 264, causing extension 266 to engage the teeth of ratchet wheel 66.

Voor het ontgrendelen van de pal 262 heeft de grendel 272 een dwarsverlenging 280, die wordt aangegrepen door een uitdrukbare plunjsr 282 van een solenoide 284, van welke plunjer het tegenoverliggende einde een flens 286 heeft, waartegen een drukveer 288 aanligt voor het gewoonlijk naar zijn ingetrokken stand drukken van de plunjer, zoals weergegeven in de fig.13 en 15. De sole-noïde 264 is op passende wijze bevestigd aan de zijplaat 42 van de onderconstructie. Wanneer de solenoide wordt bekrachtigd, wordt de plunjer 282 naar boven gedrukt, zoals weergegeven in de tekening, tot in aanraking met de verlenging 280, waardoor de grendel 272 linksom wordt gedraaid nrond de pen 274 voor het zodoende van de nok 268 losmaken van de verlenging 270, zodat de veer 278 de pal tot in aangrijping drukt met het palwiel 66.To unlock the pawl 262, the latch 272 has a transverse extension 280, which is engaged by an expandable plunger 282 of a solenoid 284, the plunger of which has the opposite end a flange 286 against which a compression spring 288 abuts before it is normally retracted position of the plunger, as shown in Figs. 13 and 15. The soleoid 264 is suitably attached to the side plate 42 of the substructure. When the solenoid is energized, the plunger 282 is pushed upward, as shown in the drawing, into contact with the extension 280, turning the latch 272 counterclockwise around the pin 274 to thereby release the extension 268 from the extension 268 270 so that the spring 278 presses the catch into engagement with the catch wheel 66.

Voor het aandrijven van de aandrijfplaat nadat de pal 262 het palwiel heeft aangegrepen, zoals weergegeven in fig.14, is een aandrijfarm 292 aangebracht, die een paar langwerpige sleuven 294 heeft voor het opnemen van een paar in het algemeen horizontaal geplaatste pennen 296, welke pennen de aandrijfarm 292 zodanig lei- 8 1 0 0 49 1 - 21 - - 21 - 5To drive the drive plate after the ratchet 262 engages the ratchet wheel, as shown in Fig. 14, a drive arm 292 is provided which has a pair of elongated slots 294 for receiving a pair of generally horizontally disposed pins 296, which the drive arm 292 pins guide 8 1 0 0 49 1 - 21 - - 21 - 5

1G1G

15 20 25 den, dat deze volgens een in hoofdzaak horizontale baan schuift.15 that it slides along a substantially horizontal path.

Oe aandrijfarm 292 is werkzaam verbonden met de aandrijfplaat 260 door een pen 300, die aangrijpt in een naar boven gerichte sleuf 302, die zich bevindt in de aandrijfarm 292. Oe aandrijfarm 292 is bij voorkeur vastgezet aan de zijwand 42 door borgringen en dergelijke, bevestigd aan de pennen 29S, waarbij de open sleuf 302 het mogelijk maakt een groot gedeelte van het aanvullende aandrijf armsamenstel te verwijderen wanneer de as 40, die de haspels en dergelijke draagt, wordt verwijderd.The drive arm 292 is operatively connected to the drive plate 260 by a pin 300 which engages in an upwardly directed slot 302 located in the drive arm 292. The drive arm 292 is preferably secured to the side wall 42 by circlips and the like, attached to the pins 29S, the open slot 302 allowing to remove a large portion of the additional drive arm assembly when the shaft 40 carrying the reels and the like is removed.

Wanneer dus de aandrijfarm 292 naar links wordt getrokken, draait hij de aandrijfplaat 250 rechtsom en geeft hij een draai-kracht aan het palwiel 60 en derhalve de as 40. Een solenoide 304 is eveneens op passende wijze gemonteerd aan de zijde 42, en heeft een intrekbare plunjer 306, die'met de aandrijfarm is verbonden door een pen 308 en dergelijke, zodat bekrachtiging van de solenoide 304 de schakel en aandrijfarm naar links trekt, zoals weergegeven in de tekening. Bij een voortgezette beweging, komt het bo-demoppervlak 310 van de pal 262 in aanraking met een leioppervlak 312 van een steun 314, zoals weergegeven in fig.15, en draait het werkzaande pal 252 linksom voor het zodoende terugtrekken van de verlenging 266 vanuit aangrijping met het palwiel 66 tegen het einde van de slag van de aandrijfarm 2S2, en het zodoende door de grendel weer doen aangrijpen van de nok 268 en het in een gegrendelde stand houden van de pal 262, zoals weergegeven in fig.13.Thus, when the drive arm 292 is pulled to the left, it rotates the drive plate 250 clockwise and imparts a rotational force to the ratchet wheel 60 and therefore the shaft 40. A solenoid 304 is also appropriately mounted on the side 42, and has a retractable plunger 306, which is connected to the actuator arm by a pin 308 and the like, so that actuation of the solenoid 304 pulls the link and actuator arm to the left, as shown in the drawing. In continued motion, the bottom surface 310 of the ratchet 262 contacts a guide surface 312 of a support 314, as shown in Fig. 15, and the working ratchet 252 rotates counterclockwise to thereby retract the extension 266 from engagement. with the ratchet wheel 66 toward the end of the stroke of the drive arm 2S2, and thus engaging the cam 268 again by the latch and holding the ratchet 262 in a locked position, as shown in FIG. 13.

Een trekveer 316 is met een einde bevestigd aan de pen 308 en met het andere einde aan een passende opening in de steun 314, waarbij de veer 316 een kracht verschaft die de aandrijfarm 292 wil terugbewegen naar zijn ruststand, klaar voor bediening, zoals weergegeven in fig.13. Wanneer de grendel is ontgrendeld en de aandrijfplaat is terugbewogan naar zijn ruststand, bevindt de grande1verlenging 280 zich weer op zijn plaats om in aanraking te kernen met de plunjer 232 van de solenoide 284 voor een volgende bediening.A tension spring 316 is secured at one end to the pin 308 and the other end to an appropriate opening in the bracket 314, the spring 316 providing a force that will cause the actuator arm 292 to return to its rest position, ready for operation, as shown in fig. 13. When the latch is released and the drive plate has returned to its rest position, the grande extension 280 is back in place to contact the plunger 232 of the solenoid 284 for subsequent actuation.

riet in fig.15 weergegeven ruimtelijke aanzicht met uiteen-gsnemen delen omvat een wijziging van het in de fig.13 - 15 weergegeven aanvullende aandrijfmechanisme, welke wijziging tevens gedetailleerd is weergegeven in de fig.17 en 13. 0e wijziging omvat 30 81 0 0 49 1 - 22 - in beginsel een tweede pal 262', voorzien van een dwarsverlenging 266' en een grendelnok 268', waarbij beide pallen 262 en 262' het palwiel 68 Kunnen aangrijpen wanneer de palgrendel 272 is losge-maaKt. Zoals het duidelijkst is weergegeven in fig.17 heeft de pal 262' een iets Kleinere lengte, zodat de verlenging 266’ op afstand ligt van de verlenging 266 van de andere pal, welke afstand ongeveer de helft is van de afstand tussen naburige tanden van het palwiel 66. Dit verzekert, dat bij het losmaken van de palgrendel, een van de verlengingen 266 of 266' onmiddellijk een tand aangrijpt en het palwiel aandrijft, zoals gewenst is, in plaats van wellicht terug te springen vanaf het palwiel. Het is duidelijk, dat beide pallen 262 en 262’ naar het palwiel 66 worden gedrukt.reed view shown in FIG. 15 in exploded parts includes a modification of the additional drive mechanism shown in FIGS. 13-15, which modification is also detailed in FIGS. 17 and 13. The modification includes 30 81 0 0 49 1 - 22 - in principle a second pawl 262 ', provided with a transverse extension 266' and a locking lug 268 ', both pawls 262 and 262' being able to engage the ratchet wheel 68 when the ratchet latch 272 is released. As shown most clearly in FIG. 17, the ratchet 262 'has a slightly shorter length, so that the extension 266' is spaced from the extension 266 of the other ratchet, which distance is approximately half the distance between adjacent teeth of the ratchet wheel 66. This ensures that upon releasing the ratchet latch, one of the extensions 266 or 266 'immediately engages a tooth and drives the ratchet wheel as desired, rather than perhaps jumping back from the ratchet wheel. Clearly, both pawls 262 and 262 are pushed toward the ratchet wheel 66.

Overeenkomstig nog een ander belangrijk aspect van de uitvinding heeft, zoals reeds vermeld, de onderhavige speelinrichting een mechanisme 72 voor het absorberen van overmaat energie, welk mechanisme gedetailleerd is weergegeven in de fig.19 - 24, en doeltreffend de maximumsnelheid begrenst waarmee de haspels kunnen worden gedraaid in aanspreking op een te fanatiek trekken aan de handgreep 48. Voorafgaande aan het beschrijven van de details van het mechanisme 72 voor het absorberen van energie, wordt de verbinding van de bedieningshandgreep 48 met het hoofdaandrijfmechanisme kort beschreven in samenhang met het ruimtelijke aanzicht met uiteengenomen delen van fig.24 samen met het bovenaanzicht van fig.19. De handgreep 48 is verbonden met een as 320 (niet weergegeven in fig.24], die via het mechanisme 72 voor het absorberen van energie is verbonden met een aandrijfkettingwiel 322, dat via een ketting 326 een kleiner aangedreven kettingwiel 324 aandrijft. Het aangedreven kettingwiel 324 is vast bevestigd aan een as 328, die op zijn beurt is verbonden met een mechanisme 330 voor het geven van weerstand, welk mechanisme hierna kort wordt beschreven, waarbij de as 328 tevens een steun 332 draagt, waaraan het blad-veerdeel 78 is bevestigd voor het aandrijven van het hoofdaandrijfmechanisme 60.In accordance with yet another important aspect of the invention, as already mentioned, the present gaming device has a mechanism 72 for absorbing excess energy, which mechanism is detailed in FIGS. 19-24, effectively limiting the maximum speed at which the reels can are rotated in response to too fanatically pulling the handle 48. Before describing the details of the energy absorbing mechanism 72, the connection of the operating handle 48 to the main drive mechanism is briefly described in connection with the spatial view with exploded parts of fig. 24 together with the top view of fig. 19. The handle 48 is connected to a shaft 320 (not shown in Fig. 24], which is connected via the energy absorbing mechanism 72 to a drive sprocket 322 which drives a smaller driven sprocket 324 via a chain 326. The driven sprocket 324 is fixedly attached to a shaft 328, which in turn is connected to a resistance giving mechanism 330, which mechanism is briefly described hereinafter, the shaft 328 also carrying a support 332 to which the leaf spring member 78 is attached. for driving the main drive mechanism 60.

Hoewel het weerstandmechanisme 330 in het algemeen een gedeelte van de energie absorbeert, bestaat zijn primaire doel uit 81 0 0 49 1 - 23 - het geven van een gevoel van weerstand aan een speler, die aan de handgreep trekt, voor het nabootsen van het gevoel van bekende speelinrichtingen, die in beginsel mechanisch waren, en waarbij het aan de handgreep trekken energie opsloeg in een veermechanisme, 5 dat aan het einde van de handgreepslag werd losgelaten. Het weer- standsmechanisme heeft een paar cirkelvormige schijven 334 en 336, waarvan er een is vastgezet aan de as 328 en de andere tegen een draaibeweging is vastgezet met een lederen cirkelvormig kussen 338 dat zich bevindt tussen de schijven 334 en 336. Een drukveer 340 10 is aangebracht voor het naar elkaar drukken van de schijven 334 en 336, waarbij het lederen kussen 338 de weerstand verschaft tegen een onderlinge draaibeweging tussen de twee schijven. De veer 340 ligt met een einde aan tegen de schijf 334 en met zijn tegenoverliggende einde tegen een cirkelvormige steun 342, die bovendien 15 bij voorkeur is bevestigd aan de as 328.Although the resistance mechanism 330 generally absorbs some of the energy, its primary purpose is 81 0 0 49 1 - 23 - to impart a sense of resistance to a player pulling the handle to mimic the feel from known play devices, which were in principle mechanical, and the pulling on the handle stored energy in a spring mechanism, which was released at the end of the handle stroke. The resistance mechanism has a pair of circular discs 334 and 336, one of which is secured to the shaft 328 and the other is rotatably secured with a leather circular pad 338 located between the discs 334 and 336. A compression spring 340 10 is arranged to press the disks 334 and 336 together, the leather pad 338 providing resistance to mutual rotational movement between the two disks. The spring 340 abuts one end against the disk 334 and with its opposite end abuts a circular support 342, which is furthermore preferably attached to the shaft 328.

Het mechanisme 72 voor het absorberen van overmaat energie is het duidelijkst weergegeven in de fig.20 - 23 en omvat in het algemeen een langwerpige hefboomarm 350, vast bevestigd aan de as 320, zodat het draaien van de as 320 tevens de hefboomarm 350 20 draait, waarbij een tweede hefboomarm 352 is bevestigd aan het linker eindgedeelte van de as 340 door een bout 354 en dergelijke, zodat deze arm eveneens vast daaraan is bevestigd en draait wanneer de as 320 wordt gedraaid. De tweede hefboomarm 352 heeft een dwarsverlenging 356, die een einde 358 aangrijpt van een betrekke-25 lijk grote schroefveer 360, die is aangebracht rond de as en met zijn tegenoverliggende einde 362 steunt op een pen 364, die is bevestigd aan hetaandrijfkettingwiel 322. De pen 364 strekt zich ook uit tot voorbij de tegenoverliggende zijde van het kettingwiel 322 en grijpt de hefboomarm 350 aan. Het is echter duidelijk, dat de 30 pen 364 twee onder een hoek geplaatste pennen of verlengingen van het kettingwiel kan omvatten in plaats van de enkelvoudige pen, zoals weergegeven, omdat het werkingsbeginsel in een dergelijk geval gelijk is. Aan de veer 360 is bij voorkeur een of een aantal windingen gegeven, zodat de veer gewoonlijk zijn bovenste einde 35 232 tegen de pen 364 drukt en cerhslvs tegen ce hefboomarm 350.The excess energy absorbing mechanism 72 is most clearly shown in Figures 20-23 and generally includes an elongated lever arm 350 fixedly attached to the shaft 320 so that the rotation of the shaft 320 also rotates the lever arm 350. wherein a second lever arm 352 is attached to the left end portion of the shaft 340 by a bolt 354 and the like, so that this arm is also fixedly attached thereto and rotates when the shaft 320 is turned. The second lever arm 352 has a transverse extension 356 which engages an end 358 of a relatively large coil spring 360 mounted about the shaft and with its opposite end 362 supported on a pin 364 attached to the drive sprocket 322. The pin 364 also extends beyond the opposite side of the sprocket 322 and engages the lever arm 350. It is to be understood, however, that the pin 364 may include two angled pins or extensions of the sprocket instead of the single pin, as shown, because the operating principle is the same in such a case. Spring 360 is preferably given one or more turns, so that the spring usually presses its top end 232 against pin 364 and brass against lever arm 350.

810049 1 - 24 -810049 1 - 24 -

Zoals het duidelijkst is weergegeven in de fig.21 en 22, past het tegenoverliggende einde 358 in een sleuf 366 in de dwarsverlenging 356. Voor het in een mooie cilindrische gedaante houden van de veer 360 is een vormcilinder 368 verschaft, vervaardigd van kunststof en dergelijke, en met een buitendiameter die iets kleiner is dan de binnendiameter van de schroefveer 360, welke cilinder in een concentrisch verband met de as 360 wordt gehouden door drie plaatsingspennen 370, die zich bevinden aan het kettingwiel 322, en door soortgelijke plaatsingspennen 372, verbonden met de tweede hefboomarm 352.As shown most clearly in FIGS. 21 and 22, the opposite end 358 fits into a slot 366 in the transverse extension 356. To keep the spring 360 in a nice cylindrical shape, a mold cylinder 368 made of plastic and the like is provided , and having an outer diameter slightly smaller than the inner diameter of the coil spring 360, which cylinder is held in a concentric relationship with the shaft 360 by three locating pins 370 located on the sprocket 322, and similar locating pins 372 connected to the second lever arm 352.

Het is duidelijk, dat tijdens bedrijf het aandrijfkettingwiel 322 dank zij het feit, dat dit vrij draaibaar is rond de as 320, wordt gedraaid in aanspreking op het trekken aan de handgreep, door de hefboomarm 352 en de veer 360, die in aanraking is met de pen 364. 0e aandrijfarm 350 ligt ook aan tegen de pen 364 en voorkomt het afwinden van de veer 360, waarbij echter indien de handgreep naar rechts wordt bewogen, zoals weergegeven in fig. 21, het‘gehele daarin weergegeven mechanisme rechtsom draait rond de as 320 vooropgesteld dat de handgreep niet met een buitengewone snelheid wordt bewogen. In het geval echter van een te fanatiek trekken aan de handgreep, beweegt de hefboomarm 350 ten opzichte van het veereinde 362 en de pen 364, en kan hij loskomen van de pen 364 en wordt overmaat energie geabsorbeerd door de veer 360.It is clear that, during operation, the drive sprocket 322, due to being freely rotatable about the shaft 320, is rotated in response to the pulling of the handle by the lever arm 352 and the spring 360, which is in contact with the pin 364. The drive arm 350 also abuts the pin 364 and prevents the spring 360 from unwinding, however, if the handle is moved to the right, as shown in Fig. 21, the overall mechanism shown therein rotates clockwise around the shaft 320 provided that the handle is not moved at an extraordinary speed. However, in case of too fanatic pulling on the handle, the lever arm 350 moves relative to the spring end 362 and the pin 364, and may come off the pin 364 and excess energy is absorbed by the spring 360.

Op deze wijze draagt het aandrijfkettingwiel 322 de totale kracht van het daarop overgebrachte trekken aan de handgreep, hetgeen zodoende het hoofdaandrijfmechanisme beschermt, zoals wenselijk is.In this manner, the drive sprocket 322 carries the total force of the pull transferred thereto on the handle, thus protecting the main drive mechanism as desired.

Uit de voorgaande beschrijving van het hoofdaandrijfmechanisme 60 en het aanvullende aandrijfmechanisme 64 is het duidelijk, dat geen dezer mechanismen werkzaam in aangrijping is met de as of de schijven 34 behalve tijdelijk gedurende het actief aandrijven daarvan. Op soortgelijke wijze is het stelmeohanisme 70 niet in aangrijping met de schijf 34 nadat het is teruggesteld bij het einde van een spel. Nadat de speler een munt heeft ingeworpen of anderszins het spelen van de inrichting heeft geopend, is er bovendien geen aanraking met de-as 40 of de schijven 34 door een van 8 1 0 0 49 1 - 25 - deze drie mechanismen totdat aan de handgreep 48 wordt getrokken. 0e haspels zijn derhalve vrij om onder de invloed van trillingen van de speelinrichting, zoals door het schudden, het stompen en dergelijke door de speler, te kruipen of te draaien. Een dergelijke kruipbeweging van de haspels is ongewenst, omdat de speler kan trachten de haspels zodanig te draaien, dat een winnende combinatie van symbolen op de haspels wordt vrijgegeven, waarna hij kan trachten de bedienaars van een speelpaleis ervan te overtuigen, dat hij gewonnen heeft. Om deze reden is een mechanisme verschaft voor het voorkomen van deze kruipbeweging van de haspels gedurende dit tijdvak, welk mechanisme gedetailleerd is weergegeven in de fig.25, 25 en 27.From the foregoing description of the main drive mechanism 60 and the auxiliary drive mechanism 64, it is apparent that none of these mechanisms are operatively engaged with the shaft or discs 34 except temporarily during its active driving. Similarly, the adjustment mechanism 70 is not engaged with the disk 34 after it is reset at the end of a game. In addition, after the player has inserted a coin or otherwise opened the device, there is no contact with the spindle 40 or the discs 34 by any of the 8 1 0 0 49 1 - 25 - these three mechanisms until the handle 48 is drawn. The reels are therefore free to crawl or rotate under the influence of vibrations of the playing device, such as by shaking, punching and the like by the player. Such a reel crawl is undesirable because the player may attempt to rotate the reels to release a winning combination of symbols on the reels, after which he may attempt to convince the operators of a gaming palace that he has won. For this reason, a mechanism is provided for preventing this creep movement of the reels during this period, which mechanism is detailed in Figures 25, 25 and 27.

Nadat de haspels en schijven zijn stilgezet door het bedienen van het stelmechanisme, en bij voorkeur nadat een munt in de speelinrichting is geworpen of deze op andere wijze is geopend voor een volgend spel, wordt het mechanisme 380 vrijgemaakt voor aangrijping met de buitenomtrek van de schijf 34. Het mechanisme 380 is gemonteerd aan een gootsteun 382 door een monteersteun 384, die een elektrische wikkeling 386 draagt, voorzien van elektrische leidingen 388, verbonden met een passende regelketen, waarbij de monteersteun een flens 390 heeft, waaraan een veerdeel 392 is bevestigd. Het veerdeel 392 is bij voorkeur gemaakt van een ferro-magnetisch materiaal, zodat het kan worden aangetrokken door bediening van de wikkeling 386 wanneer het tot in zijn invloedssfeer is bewogen, waarbij het veerdeel in fig.25 is weergegeven in zijn niet aangrijpende stand, klaar voor bediening. In deze stand is het veerdeel 392 uitgebogen, en wordt het vastgehouden in aanspreking op de bekrachtiging van de wikkeling 386. Bij het openen van de speelinrichting wordt de wikkeling 386 stroomloos gemaakt, hetgeen het mogelijk maakt het veerkrachtige veerdeel 392 los te laten, welk deal dan ee in fig.2S weergegeven stand inneemt, waarin het in aanraking is met de rand van de schijf 34. Een licht gebogen gedeelte 394 is verschaft nabij het buiteneinde daarvan, waarbij ook een aanvullende massa aan het einde kan zijn verschaft in de vorm van een kleine vierkante fsrromagnetische plaat'335. Her 10049 1 26 gebogen gedeelte 394 Kan een randoppervlak 39Θ verschaffen, dat in aanraking kan komen met de rand van de schijf 34 bij aandrijving door het hoofdaandrijfmechanisme voor het zodoende naar buiten stuwen daarvan naar de wikkeling 386, waar het in de invloedssfeer komt van de wikkeling en daarna gedurende het snel draaien van de haspel wordt vastgehouden. Zoals het duidelijkst weergegeven in fig.27, is de steun 384 verbonden met de gootsteun 382 voor het in eenzelfde vlak liggen als de schijf, waarbij passende afstandsstukken 400 en schroeven 402 op gebruikelijke wijze de steun 384 verbinden met de gootsteun 382.After the reels and discs are stopped by operating the adjusting mechanism, and preferably after a coin has been thrown into the game device or otherwise opened for a next game, the mechanism 380 is released for engagement with the outer periphery of the disc 34. The mechanism 380 is mounted to a gutter support 382 by a mounting bracket 384, which carries an electrical winding 386, provided with electrical leads 388, connected to an appropriate control circuit, the mounting bracket having a flange 390 to which a spring member 392 is attached. The spring part 392 is preferably made of a ferromagnetic material so that it can be attracted by operation of the winding 386 when it has been moved into its sphere of influence, the spring part shown in Fig. 25 in its non-engaged position, ready for operation. In this position, the spring member 392 is bent out, and is held in response to the excitation of the winding 386. When the playing device is opened, the winding 386 is de-energized, allowing the resilient spring member 392 to be released, which deal then assumes a position shown in Figure 2S in which it contacts the edge of the disk 34. A slightly curved portion 394 is provided near its outer end, wherein an additional mass may also be provided at the end in the form of a small square magnetic plate '335. The 10049 1 26 curved portion 394 Can provide an edge surface 39Θ that can contact the edge of the disk 34 when driven by the main drive mechanism to thereby push it outward to the winding 386 where it comes into the sphere of influence of the winding and then held during the fast spinning of the reel. As shown most clearly in Fig. 27, the support 384 is connected to the gutter support 382 to be flush with the disc, with appropriate spacers 400 and screws 402 connecting the support 384 to the gutter support 382 in a conventional manner.

Uit het voorgaande is het duidelijk, dat een verbeterde speelinrichting is weergegeven en beschreven, welke inrichting vele wenselijke eigenschappen heeft, zoals het mogelijk maken, dat een speler een bedieningsregeling heeft, die in gebruikelijke bekende speelinrichtingen niet mogelijk is. Bovendien zijn vele van de beschreven mechanismen, hoewel in het bijzonder geschikt in-samenhang met de beschreven speelinrichting, nuttig bij toepassing met gebruikelijke speelinrichtingen, d.w.z. inrichtingen, waarvan de haspelsnelheid niet direct wordt geregeld in verhouding tot de snelheid, waarmee aan de bedieningshandgreep wordt getrokken. In dit verband heeft het stelmechanisme 70 wenselijke eigenschappen, die bevorderlijk zijn voor het gebruik in gebruikelijke speelinrichtingen, waarbij het aanvullende aandrijfmechanisme nuttig kan zijn als een aandrijfmechanisme voor een gebruikelijke speelinrichting in plaats van voor het slechts verhogen van de snelheid van draaiende haspels, zoals beschreven bij de voorkeursuitvoeringsvorm.From the foregoing, it is clear that an improved gaming device has been illustrated and described, which device has many desirable features, such as allowing a player to have an operating control that is not possible in conventional prior art gaming devices. In addition, many of the described mechanisms, while particularly suitable in connection with the described playing device, are useful when used with conventional playing devices, ie devices whose reel speed is not directly controlled in relation to the speed at which the operating handle is pulled . In this regard, the adjusting mechanism 70 has desirable features conducive to use in conventional playground equipment, the additional driving mechanism being useful as a driving mechanism for a conventional playing device rather than merely increasing the speed of spinning reels, as described in the preferred embodiment.

Het is natuurlijk duidelijk, dat hoewel voorkeursuitvoeringsvormen zijn afgebeeld en beschreven, verschillende wijzigingen daarvan voor de hand liggend zijn voor deskundigen op dit gebied, zodat derhalve de omvang van de uitvinding alleen mag worden begrensd door de volgende conclusies en equivalenten daarvan.Obviously, while preferred embodiments have been depicted and described, various modifications thereof are obvious to those skilled in the art, so, therefore, the scope of the invention should be limited only by the following claims and equivalents.

8 1 0 0 49 18 1 0 0 49 1

Claims

1. Device provided with a rotatable shaft mounted on rotating bearings at opposite ends in a frame construction, to an end portion of which a ratchet wheel is attached, characterized by a shaft driving mechanism for giving an output rotational speed, directly is proportional to the force applied by an operator to an operating handle, which mechanism includes a latch, which upon actuation releases the mechanism for engagement with the ratchet wheel to contact the wheel and rotate the wheel and the wheel. shaft along a first predetermined arc length, where the frame structure includes a cam surface for contacting the mechanism before arc length is completed, and releasing it from the ratchet wheel, after which the shaft rotates at a speed proportional to the speed given to the wheel and axle before decoupling.

Device according to claim 1, characterized in that the mechanism is carried by the shaft and is rotatable relative thereto from a rest position by a second predetermined arc length which is greater than the first arc length.

Device according to claim 2, characterized by plate means, which are freely rotatable about the axis and which have a surface for driving forward, which surface is engaged by a drive part, which is operatively associated with the operating handle, by drive arm means, rotatably supported by the plate means and provided with at least one tangent surface which may engage the ratchet wheel when rotating into engagement therewith, which drive arm means include means for contacting the drive arm means when engaged with the ratchet wheel, and the locking means is carried by the plate means for holding the drive arm means out of engagement with the ratchet wheel and releasing the drive arm means during operation, and by means for operating the locking means attached to the frame construction 810049 1 - 28 in claim to the activation thereof.

Device as claimed in claim 3, characterized by means for pressing the plate means to their rest position when releasing the mechanism from the ratchet wheel.

Device according to claim 3, characterized by first stop means attached to the frame construction for limiting the rotation of the plate means at the end of the first and second arc lengths, the ends of each of the arc lengths being in the same place.

Device according to claim 3, characterized by second stop means, attached to the frame construction for stopping the plate means in the rest position when the plate means return to this position.

The device according to claim 3, characterized in that the locking means comprises an angular member which is rotatable about a centerline and is made of a ferromagnetic material, an end portion thereof being in contact with the drive arm means when holding it the locking means releasing the actuating arm means when the locking means is rotated, so that one end portion is moved from contact with the actuating arm means in response to actuation of the operating means, and the locking means includes locking pressure means for pressing the actuating means into contact with the actuating arm means locking agent.

8. Device as claimed in claim 7, characterized in that the operating means comprise an electrically energizable winding, attached to the frame construction at the end section opposite the one end section, which winding, upon energization, can attract the opposite end and thus rotate the locking means.

9. Mechanism for driving a shaft, which carries a number of character-carrying reels, which reels are driven by the shaft when it is driven in a first direction of rotation and rotatable relative to the shaft in the opposite direction 810049 1 - 29 - set the direction of rotation, the mechanism being driven by a driving part, which can engage it and the speed of which is adjustable and is determined there because an operator manipulates an operating handle 5 operatively connected to the driving part, which is actuated by ratchet wheel means, provided with teeth along its circumference, which ratchet wheel means are fixedly attached to the shaft and can rotate by drive, further by plate means rotatable about a centerline from a rest position to an end position, which plate means are provided with at least one drive surface spring engagement by the on the float part in connection with the manipulation of the operating ha Handle, by drive arm means, which are rotatably attached to the plate means and provided with a contact surface which can engage the teeth of the ratchet wheel means when the drive arm means are turned to this engagement, which drive arm means contain pressurizing means usually for this engagement. PRESSURE of the drive arm means, by locking means, carried by the plate means for holding the drive arm means out of engagement with the teeth of the ratchet wheel means and for releasing the drive arm means during operation, by means for operating the locking means - for releasing the drive arm means in response to actuation thereof, and by means for decoupling the drive arm means and resetting the locking means when rotating the plate means by a first predetermined arc length.

10. Drive mechanism for increasing the rotational speed of an axle, which carries toothed ratchet wheel means, upon actuation thereof, characterized by plate means movable relative to the axle from a rest position to an extended position, further by ratchet means carried by the plate means and movable with respect to the plate means and the toothed ratchet wheel means able to engage by means for engaging the ratchet wheel means by means of clamping means carried by the 81 0 0 49 1 - 30 - plate means for keeping the ratchet means out of engagement with the ratchet wheel means and for releasing the ratchet means during operation, by means for operating the locking means for releasing the locking means in response to the operating sets thereof operatively connected to the plate means for moving thereof from drive means the rest position to the extended position following actuation of the operating means, and by means for disengaging the ratchet means and resetting the locking means in response to movement of the plate means to the extended position.

11. Mechanism according to claim 10, characterized in that the plate means are carried by the shaft and are rotatable relative thereto, the plate means being rotatable from the rest position over a predetermined arc length to the extended position.

12. Mechanism according to claim 10, characterized in that the locking means comprise a rotatable part, provided with an end part, which can engage the detent means for holding it, and an opposite end part, operably associated with the operating means for the locking means, the latter comprising means for pressing them into engagement with the ratchet means.

13. Mechanism according to claim 12, characterized in that the locking means operating means comprise an electrically actuatable solenoid with an extendable plunger, which can come into contact with the opposite end portion of the locking means and move them in order to release them of the ratchets.

Mechanism according to claim 11, characterized in that the drive means comprise electrically powered motor means, provided with an output part which can move from a rest position to an extended position in response to the electric powering of the motor means, and a connecting part, which 35 connects the output part to the plate means. 81 00 49 1 31 -

Mechanism according to claim 10, characterized by means for pressing the drive means and the plate means to their rest positions. 5 IQ IS 2G 25 30 35 1B. Mechanism according to claim 15, characterized in that the motor means comprise an electrically actuated solenoid, provided with an axially movable plunger, which comprises the output part, the one end part of the connecting part being connected to the plunger, and the opposite end part thereof being connected with the plate means.

Mechanism according to claim 10, characterized by means for sequentially actuating the actuating means for the locking means, followed by the actuating means in response to actuation thereof.

Mechanism according to claim 17, characterized by means for detecting the rotational speed of the shaft and starting the operation of the operating means in response to detecting that the rotational speed is lower than a predetermined speed.

Mechanism according to claim 11, characterized in that the coupling means comprise a cam surface disposed at the pawl means and in contact with the ratchet means as the plate means approaches their extended position during operation, which cam surface resets the ratchet means and the locking means when the comes into contact with the detents.

Mechanism according to claim 10, characterized in that the ratchet means comprise a rotatably mounted ratchet member, provided with a locking surface at one end thereof for retention by the locking means, and at least a transverse extension at the other end thereof for engaging the teeth of the paw wheel means.

Mechanism according to claim 2G, characterized in that the ratchet part has two transverse extensions for engagement of the teeth of the paw wheel means, said two extensions being spaced apart, which generally corresponds to half the edge between adjacent teeth of the paw wheel means. 810049 1

22. Device having a rotatable shaft rotatably mounted at opposite ends in a frame structure and having a toothed ratchet wheel attached to an end portion thereof, characterized by a mechanism for temporarily driving the shaft for raising of its rotational speed, which mechanism is formed by a plate means, which is rotatable about: the shaft and carries a rotatable ratchet means for engaging the ratchet wheel upon release, which ratchet means is pressed towards this engagement, further by an outer locking means engaging the ratchet means and releasing it after operation, by means for operating the ratchet means after operation, by a driving means for moving the plate means for driving the ratchet wheel by driving the ratchet wheel as the ratchet means engages therewith, by a cam means for contacting the pal means wa as it approaches the end of the predetermined arc length for disengaging the ratchet wheel and resetting the latch so as to retain the ratchet, and by means for actuating the actuator and then actuating the actuator in response to receiving a control signal. 5 10 15 20 25 30 35

23. Device for stopping a rotatable reel, which is used in an entertainment or playing device, and which has at least an associated circular disc with a number of recessed notches along the circumference thereof, which notches can receive a stop part for stopping the rotating the disk and reel, characterized by mounting means for attaching the device to a frame construction of the playing device, further by adjusting arm means movably attached to the mounting means and having a portion immediately adjacent the circumference of the disk which portion is movable in opposite directions from a rest position along a track, which is substantially tangent to the circumference of the disk at the location where the stopper engages in a notch, by means for pressurizing the 810049 1 - 33 - adjusting arm means that the intended part to the rest tooth is pressed, by rotary arm means, which are attached to the intended part of the adjusting arm means and are rotatable relative thereto, which rotary arm means carry the stop part, which engages in one of the notches when the rotary arm means is turned towards the disc, by means for pressing the pivot arm means to the disk, by latching means carried by the adjusting arm means for holding the pivot arm means disengaged from the disk and releasing the pivot arm means after operation, and by means for actuating them, operating the locking means for releasing the adjusting arm means. 10 15 20 25

24. Device according to claim 23, characterized in that the adjusting arm means comprise an elongated part, provided with an end part, which is slidably secured to the mounting means, which part is slidable in its longitudinal direction and is aligned along a line, which runs substantially along a tangent to the circumference of the disc at the location where the stop part engages in one of the notches.

Device according to claim 24, characterized in that the longitudinal direction of the elongated part is substantially aligned with the point of attachment of the rotary arm means to the elongated part, and with the stop part when it is inserted in one of the notches.

Device according to claim 23, characterized in that the rotary arm means have a reset extension which is generally directed away from the disc of the stop part when it is inserted into one of the notches, which extension can come into contact with a reset lever for releasing the stop part from the notch and for placing the locking means such that they keep the rotary arm means out of engagement.

27. Device according to claim 23, characterized in that the locking parts comprise a rotatable part made of a ferromagnetic material, wherein an end part of the part

34 - is provided with opposite transverse extensions, one of which defines a retaining surface for retaining the pivot arm means, and the other defines a surface for cooperation of the actuating means for the locking means.

Device as claimed in claim 27, characterized in that the locking means comprise means for pushing them towards the rotary arm means.

29. Device according to claim 27, characterized in that the operating means for the locking means comprise an electrically energizable winding, attached to the mounting means at the other extension of the rotatable part of the locking means, which winding can attract this rotatable part and the rotating arm means can free up.

Device according to claim 24, characterized in that the adjusting arm means have a transverse extension, the mounting means having an elongated slot for receiving this transverse extension of the adjusting arm means according to a sliding relationship, the slot of which the width is only slightly greater than that of the extension for guiding the sliding of the adjusting arm means along this path.

31. Device according to claim 24, characterized in that the pressure means of the adjusting arm means comprise a pair of elongated centering arms, which arms are generally parallel and juxtaposed and generally perpendicular to the longitudinal direction of the adjusting arm means, and each with an end portion connected to the mounting means and an opposite end portion, which is the same size as the adjusting arm means, further comprising a first stop means attached to the mounting means between the centering arms for stopping moving the centering arms together, a second stop means attached to the adjusting arm means between the centering arms for contacting one of the centering arms with a sliding movement of the adjusting arm means in a direction along the path, and with the other centering arm with a sliding movement in the opposite direction, and spring means, which the centering arms push together. 81 0 0 49 1 - 35 -

32. Entertainment or play device, provided with a frame construction and at least a rotatable reel with a disc fixedly connected thereto, which has a number of notches therein for receiving a stop part for stopping the reel and the disc from rotating. characterized by a device for carrying the stop member and moving it into one of the notches in response to its operation, the device comprising a mounting plate for attachment to the frame structure, and an elongate adjusting means provided with a rotatable arm, attached to an end portion thereof, the pivotal arm carrying the stop member and being pressurized towards the disk, the other end of the adjusting means being slidably connected to the mounting plate, the adjusting means of which includes a pressure means for pushing it to its rest position, in can be slid in opposite directions from this rest position along a path substantially according to a tangent to the disc circumference at the location where the stopper penetrates one of the notches, and includes a locking means for keeping the pivot arm away from the notches and releasing it for stopping the rotation of the disc, the pressure means of the adjusting means is operative to absorb a shock in either direction when stopped.

33. Entertainment or play device, provided with an operating handle, which is pulled by a stroke at the start of the operation by an operator, characterized by a device for absorbing an excessive force, which can be exerted by an operator, which pulls the control handle through its stroke at a high speed, the device comprising a control shaft, which is rotatably mounted in the play device and which attaches the control handle to an end section, furthermore a drive chain wheel means, carried by the shaft and rotatable freely therewith, which chainwheel means has extension extensions on opposite sides of first and second arm means, each fixedly attached to the shaft, a torsion spring means arranged around the shaft and abutting with an end 81- 0 0 49 1 - 36 - with the first arm means and with the opposite ends against one of the extensions of the sprocket means, the other the extension abuts against one side of the second arm means, pulling the handle to separate the other extension of the sprocket means from the second arm means, and the spring means is wound in a direction to provide a force between the contact between want to maintain these parts.

34. Device according to claim 33, characterized in that the transverse extensions comprise a single pin means, fixed in an opening in the sprocket means, and extending outwards on either side thereof.

35. Device according to claim 33, characterized in that the spring means comprises a multi-turn coil spring, as well as a cylinder with an outer diameter slightly smaller than the inner diameter of the coil spring for retaining the usual cylindrical shape of the coil spring. feather.

36. Device according to claim 33, characterized by a driven sprocket means, mounted on a second shaft, wherein both sprocket means are arranged in a flat position, and by an endless chain means, which is carried by both sprocket means, so that the driven sprocket means is driven by the chain means and the drive sprocket means.

37. Device according to claim 36, characterized by a braking means connected to the second shaft for providing a resistance to rotation of the second shaft.

38. An energy absorbing device supplied to a drive shaft when accelerating it in response to the application of excessive torque in a first direction thereon, so that the entire unabsorbed torque is not transferred to a drive sprocket means operative therewith saraenhangt, characterized by a drive shaft which is suitably rotatably mounted for turning in response to the application of a torque thereon, further by a sprocket wheel means carried by the drive shaft and free 8 1 0 0 49 1 - 37 - rotatable relative thereto, said sprocket means having outward extensions on either side thereof, by first and second arm means spaced axially apart and fixedly connected to the drive shaft, by a coil spring means, arranged about the drive shaft between the first arm means and the sprocket wheel means, one end of which abuts against the the first arm means and the opposite end against one of the extensions of the sprocket means, which spring means is tensioned to provide a compressive force on the sprocket means IQ in the first direction, the other extension of the sprocket means abuts the second arm means, and the accelerating the drive shaft in the first direction tends to separate this extension from the second arm means.

39. Entertainment or play device, provided with at least one freely rotatable disc with a number of recessed notches arranged circumferentially, characterized by a device for counteracting the step-turning of the disc when no turning force is exerted thereon, which device is formed by a support means for mounting it at the contraction of the disc, further by an elongated movable portion, one end portion of which is attached to the support means and the other end lightly engaging the peripheral edge of the disc to counteract rotating thereof when the part is not in a retracted position, and by a means for retaining the part in its retracted position, which has a surface change for contact by the edge to move the part out of engagement and to its retracted position in response to a first quick turn of the disc.

40. An apparatus according to claim 33, characterized in that the fibrous movable part comprises a thin, flexible, resilient blade mounted at an angle to the mounting means, the resilient blade engaging lightly with the edge when the has not been withdrawn.

41. Device according to claim 40, characterized in that a 35 piece of ferromagnetic material is attached to the free end of 81 0 0 49 1 38 - the blade for increasing the attraction between the blade and an electromagnet.

An apparatus according to claim 41, characterized in that the electromagnet forms a retaining means for retaining the blade in its retracted position when it is moved close to it and the electromagnet is energized.

An apparatus according to claim 40, characterized in that the surface change comprises a curved recess in the free end of the blade, said recess being able to engage the outer portion of the circumferential edge between adjacent notches, said outer portion being in contact with the interface between the depression and the general plane of the blade at the outer end of the depression for moving the blade out of engagement and into the retracted position in response to a first fast rotation of the disk.

44. Entertainment or playing device, provided with a shaft, further of a disc which is rotatable in at least a first direction thereon, and of a device for providing a relatively small resistance to a rotational movement of the disc upon engagement, characterized in that: that the device is automatically released in response to the application of a fast twisting force to the disk, and is constituted by a support means for mounting the device at the peripheral edge of the disk, further by a thin, flexible - elongated, resilient blade which is attached at an angle to the mounting means whereby the blade is usually pressed into light contact with the peripheral edge of the disk when the blade is not in a retracted position, and by a means for retaining the retracted position blade, which has a surface change for touch by the edge for moving the blade out of contact and toward zi In a retracted position in response to the first rapid rotation of the disc. 0 0 49 1