NL8020436A - - Google Patents

Description

8020436 * —..... vo 2166 ......... V-................................. .......... ............. ...........

*

Draineerbuis.

De uitvinding heeft betrekking op een draineerbuis, welke voorzien is van inlaatopeningen voor water.

Het komt bij draineerbuizen voor dat de inlaatopeningen verstopt raken en het doel van de uitvinding is om met eenvoudige mid-5 delen dit bezwaar te ondervangen.

Daartoe bevinden de openingen zich in de bovenste helft van de draineerbuis welke geheel of ten dele omgeven is door een mantel of een buitenplaat.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder-10 verwijzing naar de tekening besproken. Daarin toont:

Figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een draineer- · buis volgens de uitvinding, figuur 2 een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, figuur 3 een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding, 15 figuur U een vierde uitvoeringsvorm van een draineer buis volgens de uitvinding, figuur 5 een andere uitvoeringsvorm van de draineerbuis volgens figuur figuur 6 een verdere uitvoeringsvorm van de draineer-20 buis volgens figuur H, figuur 7 een andere uitvoeringsvorm van de draineerbuis volgens figuur 5, figuur 8 een modificatie van de uitvoeringsvorm volgens figuur 3, 25 figuur 9 een perspectivisch aanzicht van de buitenplaat te gebruiken bij een buis volgens figuren 6 en 7» figuur 10 een buitenplaat volgens de uitvinding welke wordt gebruikt in verband met de buis volgens figuur 3, figuur 11 een vijfde uitvoeringsvorm van een draineer-30 buis volgens de uitvinding, en figuur 12 een modificatie van de buis volgens figuur 11. Figuur 1 toont een draineerbuis 2 welke gegolfd is uitgevoerd en voorzien van een reeks inlaatopeningen 3. De draineerbuis is omgeven door een buitenplaat 1 welke zich vanaf een basisniveau over de 8020436 2 top van de draineerbuis heenstrekt en vervolgens gedeeltelijk naar omlaag is gebogen aan de andere zijde van de buis. Tussen de draineerbuis en de buitenplaat bevindt zich in de langsrichting aan de top een afdichting tussen de draineerbuis en de plaat. Aldus wordt een inlaat-5 sectie voor water gevormd en een uitlaatsectie via het inwendige van de buis 2. In figuur 2 is een draineerbuis 2 weergegeven met een reeks in-laatopeningen 3, waarbij de buis geheel omgeven is door een buitenplaat 5 welke op basisniveau steunt. Hierbij ontstaan twee inlaatsecties en één uitlaatsectie via het inwendige van de buis 2. In.:.het uatvoeringsvocr-10 beeld volgens figuur 2 is de buis 2 gegolfd.

Figuur 3 toont een buitenplaat 6 met steunribben 6’, welke ribben aan de vorm van de buis zijn aangepast en daar naartoe zijn gekeerd. Hierbij ontstaan twee inlaatsecties d.w.z. tussen de plaat 6 en de draineerbuis ter weerszijden van die buis.

15 In figuren k en 5 is een buitenplaat 7 weergegeven met naar buiten reikende benen 8, terwijl in figuur 5 door 9 een flitermat is aangeduid waarop de buitenplaat en de draineerbuis steunen.

Bijede uitvoeringsvorm volgens figuren 1 - 5 is de weergegeven draineerbuis gegolfd, terwijl de buitenplaat een glad opper-20 vlak heeft. De draineerbuis kan echter eveneens een glad oppervlak hebben en kan de buitenplaat gegolfd zijn zoals weergegeven bij de uitvoeringsvorm volgens figuren 6 en 7· In figuur 6 is de draineerbuis 11 getoond met een gegolfde.buitenplaat 10. Volgens figuur 7 is de eenheid volgens figuur 6 op een filtermat 9 gezet. Deze flitermat 9 dient om het 25 inkomende water te filtreren.

Volgens figuur 8 is de buitenplaat 12 met een snap- sluiting op de draineerbuis 2 gezet. De buitenplaat is glad uitgevoerd terwijl de buis gegolfd is doch dit kan ook omgekeerd het geval zijn danwel kunnen beide elementen gegolfd zijn doch met een verschillende 30 golving.

In figuren 9 en 10 zijn uitvoeringsvoorbeelden weergegeven van buitenplaten toegepast bij de uitvoeringsvormen volgens figuur 6 en 7 resp. figuur 3·

De openingen kunnen groter zijn dan bij de gebruikelij-35 ke draineerbuizen. Omdat het af' te voeren water langzaam omhoog stijgt voordat dit de openingen bereikt zullen zand, grond, deeltjes enz.

8 02 0 4 3 6 3 neerslaan en niet in de 'draineerbuis terechtkomen. Een ander voordeel van dit' systeem is dat aardmassa’s in een greppel hoven de draineer- bui zen .kan worden geworpen nadat deze met de bekledingsplaten op een gemeenschappelijk filterbed uit zand, grind, zaagmeel of ander materiaal 5 zijn geplaatst.

In.figuren 11 en 12 is door pijlen aangeduid hoe drai-neerwater naar de irüasfcsectie beweegt en vervolgens naar omlaag in de centrale doorlaat van de buis.

De constructie volgens de figuren 11 en 12 bestaat uit 10 twee delen nl. een eerste deel bestaande uit een binnenbuis 13 met inlaat openingen ié welke zich in de bovenste helft van de buis bevinden. Deze pijp 13 vormt de uitlaatsectie van de constructie. Het andere gedeelte bestaat uit een buis of mantel 1U welke het eerste deel omgeeft en waarbij openingen aanwezig zijn in de onderste helft van de buis of 15 de mantel. Zoals blijkt' uit figuren 11 en. 12 kan een reeks inlaatopenin-gen 17 of twee rijen in de onderste hëlft van de mantel zijn aangebracht. Een van de rijen openingen kan zijn uitgevoerd in de vorm van een sleuf welke in de langsrichting van de mantel verloopt d.w.z. zoals in principe in figuur 8 weergegeven.

20 Zoals blijkt uit figuren 11 en 12 heeft de binnenbuis 13 een glad oppervlak terwijl de buitenbuis of mantel 1H gegolfd is uitgevoerd waarvan de toppen van de golven door 15 zijn aangeduid. Omgekeerd kan ook het eerste gedeelte 13 gegolfd'zijn’ terwijl het tweede gedeelte 1^ een glad oppervlak heeft.

25 Wanneer een mantel wordt toegepast met een sleuf kan deze met een snapsluiting over de binnenbuis 13 worden gezet zoals bijvoorbeeld in figuur 8 getoond. Eventueel kan ook het eerste gedeelte in het tweede ..geperst worden.

8020436

Claims (15)

1. Draineert)uis voorzien van inlaatopeningen voor water, met het kenmerk, dat deze openingen (3; 16) zich bevinden in de bovenste helft van de draineerbuis (2; 11 j 13)> terwijl de draineerbuis geheel of gedeeltelijk omgeven is door een mantel of een buitenplaat (1; 5 5; 6; 7; 10; 12; 1U).

2. Draineerbuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderrand of onderranden van de mantel of buitenplaat (1; 5; 6; J; 10; 12) op hetzelfde niveau is of zijn geplaatst als het onderste rand- gedeelte van de draineerbuis.

3. Draineerbuis volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de mantel los over de draineerbuis. ligt. k. Draineerbuis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de mantel door lassen, lijmen of dergelijke aan de draineerbuis is bevestigd.

5. Draineerbuis volgens conclusies 1 - 2, met het kenmerk, dat de mantel met een snapsluiting aan de draineerbuis is vastgezet.

6. Draineerbuis volgens conclusies 1 - 2, met het kenmerk, dat de draineerbuis gegolfd en de mantel een glad oppervlak heeft.

7· Draineerbuis volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, 20 dat deze een glad oppervlak heeft terwijl de mantel gegolfd is uitgevoerd.

8. Draineerbuis volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat zowel de draineerbuis als de mantel gegolfd zijn uitgevoerd doch met een verschillende golving.

9· Draineerbuis volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 25 de mantel (6) voorzien is van op afstand gelegen steunribben (6T)9 welke aan de vorm van de buis zijn aangepast en daar naar toe zijn gekeerd.

10. Draineerbuis volgens conclusie 3 of U, met het kenmerk, dat de mantel in dwarsdoorsnede de vorm heeft van een omgekeerde U of

30 V.

11. Draineerbuis volgens conclusies 1 - 2 met een buitenplaat welke de buis gedeeltelijk omgeeft, met het kenmerk, dat een pakking (M zich bevindt tussen de draineerbuis en de buitenplaat in het 8020436 i i ; bovenste gedeelte van de draineerbuis.

12. Draineerbuis volgens conclusies!1 - 2, met het kenmerk, dat de buis en de buitenplaat op een filtermat (9) steunen.

13· Draineerbuis volgens conclusies 1 -'2, met het kenmerk, 5 dat de openingen in de draineerbuis groter zijn dan die in de tot nog toe bekende draineerbuizen. 1H. Draineerbuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mantel (14) buisvormig is en de draineerbuis (13) omhult welke mantel inlaatopeningen (17) in de onderste helft heeft. 10 15· Draineerbuis volgens conclusie tU, met het kenmerk, dat het binnengedeelte glad en het buitengedeelte e;en gegolfd oppervlak heeft.

16. Draineerbuis volgens conclusie 1^, met het kenmerk, dat het binnengedeelte op bekende wijze een gegolfd oppervlak heeft terwijl 15 het buitengedeelte eveneens op bekende wijze een glad oppervlak heeft.

17. Draineerbuis volgens conclusie 1^·, met het kenmerk, dat de mantel inlaatopeningen heeft in de vorm van een spleet welke zich in langsrichting van de mantel uitstrékt. 8020436