NL8020174A - Verbetering van klemelementen. - Google Patents

Description

8020174

Verbetering van klemelementen.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op klemelementen voor gebruik in klemsamenstellen bestemd voor het verenigen van een aantal...langgerekte elementen zoals buizen of staven voor het vormen van een gemakkelijk 5 monteerbaar en gemakkelijk demonteerbaar framewerk. Framewerken van dit type kunnen worden gebruikt voor permanente constructies zoals boekenplanken of andere planken, maar zij zijn bijzonder geschikt voor gebruik in demonteerbare constructies gebruikt voor ten toon stelling, 10 verkoop e.d. in winkels, tentoonstellingen en daar waar een permanente constructie ongewenst is.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterd klemelement geschikt voor gebruik als deel van een klemsamenstel bij een 15 dergelijk framewerk.

Dientengevolge verschaft de uitvinding een stelsel omvattende een aantal verschillende klemelementen, die elk een deel van een sok bepalen en een deel van een uitsparing, en elk vastzetmiddelen hebben voor het 20 in klemmend verband verbinden ervan met één of meer gelijke klemelementen, waarbij de klemelementen van het stelsel assembleerbaar zijn door gebruik van de vastzetmiddelen voor het vormen van een groter aantal klemsamenstellen, elk met een verschillende funktie.

25 Bij voorkeur heeft elk klemelement een eerste deel, dat een deel van een sok met rechthoekige doorsnede bepaalt voor het opnemen van een einddeel van een langgerekt element met rechthoekige dwarsdoorsnede van een framewerk; een tweede deel dat een deel bepaalt met een 30 uitsparing met rechthoekige dwarsdoorsnede voor het opnemen van een tweede langgerekt element met rechthoekige dwarsdoorsnede van het framewerk; en vastzetmiddelen tussen de eerste en de tweede delen voor het verbinden van het klemelement in klemmend verband met êén of meer 35 gelijke klemelementen voor het vormen van het klemsamenstel dat de twee langgerekte elementen met elkaar verbindt.

Bij voorkeur hebben de sok en de uitsparing 8020174 - 2 - een vierkante dwarsdoorsnede voor gebruik met langgerekte elementen met een vierkante dwarsdoorsnede, welke elementen normaal buisvormig zullen zijn.

De vastzetmiddelen kunnen in de vorm zijn van 5 een opening gaande door het element, waardoor twee van dergelijke elementen met elkaar kunnen worden verenigd door een schroef of bout. Alternatief kunnen de vastzetmiddelen een pen of uitsparing op het klemelement omvatten, welke in staat is tot een snappende of wrijvende aanraking 10 met een complementaire uitsparing of pen op een tweede overeenkomstig klemelement.

Het eerste deel van het klemelement kan in het algemeen U-vormig in dwarsdoorsnede zijn, met een vlakke basis en zijwanden, die zich onder haakse hoeken 15 daarmee uitstrekken. De hoogte van de zijwanden moet gelijk zijn aan of kleiner dan de geschikte dwarsafmeting van de langgerekte elementen zodat twee van dergelijke elementen in staat zijn een einddeel van een element te omvatten en dit er tussen vast te klemmen.

20 Het eerste deel en het tweede deel kunnen zodanig zijn gevormd, dat zij eerste en tweede langgerekte elementen kunnen opnemen, die zijn aangebracht onder haakse hoeken ten opzichte van elkaar.

Het klemelement kan één of meer verdere delen 25 bezitten, corresponderend met het eerste deel voor het mogelijk maken van een samenstel dat twee of meer sokken bezit.

Bij een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het klemelement in vier verschillende 30 vormen vervaardigd. Een eerste vorm van klemelement (element A) omvat een paar op afstand van elkaar liggende einddelen elk met een U-vormige dwarsdoorsnede en elk een deel van een sok vormend voor een einde van een vierkant langgerekt element, welke sokken in lijn liggen, en een centraal 35 dwarskanaal dat een half deel van een vierkante uitsparing vormt en zich uitstrekt onder haakse hoeken ten opzichte van de hartlijnen van de sokken. Elk einddeel is van het tweede deel gescheiden door een blok waar doorheen een opening loopt, die de vastzetmiddelen vormt waardoor twee 40 klemelementen kunnen worden verenigd door een bout of 8020174 - 3 - schroef.

Een tweede vorm van klemelement (element B) is een hoekelement en omvat een paar poten die onder haakse hoeken ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, waarbij 5 elke poot een einddeel heeft als bij het element A en een dwarsblok waar doorheen een opening loopt, waarbij de tophoek van de twee poten is weggesneden voor het bepalen van een uitsparing die een kwart deel vormt van een uitsparing met een rechthoekige dwarsdoorsnede, die zich 10 uitstrekt onder haakse hoeken ten opzichte van die sok waarvan elk einddeel een deel kan vormen.

Een derde vorm van klemelement (element C) heeft een einddeel overeenkomstig aan die van de elementen A en B, een overeenkomstig blok waar een opening doorheen 15 loopt en een dwarskanaal waarvan de andere zijde wordt gevormd door een eindwand, waarbij het dwarskanaal een deel vormt van een uitsparing die zich onder haakse hoeken uitstrekt ten opzichte van de sok. Een vierde vorm van klemelement (element D) komt overeen met het 20 element C, behalve dat de eindwand van het kanaal is weggelaten en een basis daarvan eindigt in een afgeschuind randsamenstel.

De uitvinding omvat verder een klemelement van het bovengenoemde, of andere, in het algemeen overeen-25 komstige type, dat wil zeggen een klemelement dat ten minste twee delen heeft begrensd door buitenwanden en delen vormend van ten minste twee sokken of kanalen voor het opnemen van een langgerekt element van een framewerk, en vastzetmiddelen voor het verbinden van het klemelement 30 in klemmend verband met één of meer gelijke klemelementen voor het vormen van een klemsamenstel dat de langgerekte elementen met elkaar verbindt, waarbij ten minste één van de buitenwanden een inwendig verdiept deel bezit voor het opnemen van ten minste een deel van een kop van een 35 bevestigingsmiddel, dat een kop heeft en een steel en waarvan de steel naar buiten toe steekt en op geschikte wijze is voorzien van schroefdraad om het mogelijk te maken een moer daarop aan te brengen.

Het verdiepte deel kan worden verbonden met 40 een opening gaande door de buitenwand en waar doorheen 8020174 - 4 - de steel van het bevestigingsmiddel kan lopen. Gewoonlijk zal het verdiepte deel de opening omringen. Het buiteneinde van de opening, dat wil zeggen waar deze gaat door een buitenvlak van het klemelement, kan worden afgesloten door 5 een bodemplug, die het uiterlijk van de klem verbetert wanneer geen vastzetmiddel is vereist.

Het verdiepte deel kan eveneens zijn gevormd in een randdeel van een buitenwand die, tijdens het gebruik, ligt tegenover een bijbehorende rand van een tweede over-10 eenkomstig klemelement en op afstand daarvan ligt in de geklemde toestand. De steel van een bevestigingsmiddel kan zich dan naar buiten toe uitstrekken door de spleet tussen de twee klemelementen. Bij voorkeur zijn verdiepte delen gevormd in de randen van corresponderende buitenwanden 15 van elk klemelement, zodat de kop van het bevestigingsmiddel kan aanliggen in verdiepte delen in beide klemelementen, terwijl de steel via de spleet er tussendoorloopt. Bij voorkeur is het verdiepte deel niet-cirkelvormig of verspringend, zodat bij een geschikt gevormde kop van het 20 bevestigingsmiddel dit wordt behoed tegen verdraaiing wanneer het zich op zijn plaats bevindt. Bij voorkeur is het verdiepte deel rechthoekige in aanzicht en in dwarsdoorsnede .

De uitvinding omvat verder een klemsamenstel 25 bestaande uit een aantal klemelementen als bovengenoemd, die in een klemmend verband zijn bevestigd met langgerekte elementen van een framewerk. Bij voorkeur is de kop van ten minste één bevestigingsmiddel opgenomen in het samenstel en steekt een steel ervan naar buiten toe er vanaf.

30 De uitvinding verschaft eveneens een klem samenstel.,. voor gebruik in een framewerk omvattende een aantal langgerekte elementen met rechthoekige dwarsdoorsnede, omvattende een aantal met elkaar verbonden klemelementen voor het bezitten van ten minste één sok met rechthoekige 35 dwarsdoorsnede, die twee complementaire delen heeft, elk bepaald door éën van de afzonderlijke klemelementen, en een uitsparing met rechthoekige dwarsdoorsnede die twee of meer delen heeft, die elk zijn bepaald door één van de afzonderlijke klemelementen, waarbij de hartlijnen 40 van de sok en van de uitsparing onder haakse hoeken zijn 8020174 - 5 - aangebracht en vastzetmiddelen het mogelijk maken de klemelementen in klemmend verband aan te brengen met ten minste twee langgerekte elementen met rechthoekige dwarsdoorsnede, waarvan er ten minste één wordt opgenomen 5 door de sok en ten minste één andere door de uitsparing.

Bij voorkeur zijn de sok en de uitsparing vierkant van dwarsdoornede en lopen hun hartlijnen in een zelfde vlak.

De uitvinding zal nu verder worden beschreven, 10 bij wijze van voorbeeld, aan de hand van de bijbehorende tekeningen, waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van een klemelement volgens de uitvinding; 15 fig. 2 - 4 overeenkomstige aanzichten tonen van tweede, derde en vierde klemelementen volgens de uitvinding; fig. 5-9 perspectivische uit elkaar genomen aanzichten tonen van verschillende klemsamenstellen, 20 elk overeenkomstig de uitvinding en elk samengesteld uit een aantal van de klemelementen van de fig. 1-4; fig. 10 een perspectivisch aanzicht is van het klemelement C van fig. 3, maar gewijzigd; fig. 11 een dwarsdoorsnede is volgens de lijn 25 XI-XI in fig. 10; fig. 12 een perspectivisch aanzicht is van een bevestigingsmiddel voor gebruik met het klemsamenstel van fig. 10; fig. 13 een dwarsdoorsnede is, overeenkomstig 30 die van fig. 11, door een klemsamenstel voor cilindrische elementen; en fig. 14 - 19 voorbeelden tonen van klemsamenstellen vervaardigd uit versierde klemelementen.

Een stelsel overeenkomstig de onderhavige 35 uitvinding omvat vier klemelementen, die kunnen worden geassembleerd voor het vormen van ten minste zes klem-samenstellen. Slechts vijf van dergelijke samenstellen zijn weergegeven. Het zesde kan men verkrijgen wanneer de bovenste of de onderste helft van het samenstel 40 overeenkomstig fig. 9 wordt gecomplementeerd door twee 8020174 - 6 - elementen D van fig. 4.

Overeenkomstig fig. 1 is een eerste uitvoeringsvorm van klemelement A volgens de uitvinding een enkel in een vorm gegoten lichaam uit een aluminiumlegering.

5 Het element A heeft aan het ene einde een eerste deel 10 dat een deel 11 bepaalt van een sok met vierkante dwarsdoorsnede (nog later te beschrijven). Het deel 10 is U-vormig in dwarsdoorsnede, bezit een basis 12 en opstaande zijwanden 13 waarvan de hoogte iets kleiner is dan de 10 helft van de breedte van de basis 12. De zijwanden eindigen bij een dwarsblok 14, waar doorheen een opening 15 loopt voor het vastzetten van het element aan een ander dergelijk element. Bij het andere einde heeft het element A een deel 16 dat identiek is met het deel 10 maar dat er vanaf 15 is gericht. Een tweede dwarsblok is eveneens aangebracht en een tweede, centraal deel 18 van het element A wordt gevormd door een dwarskanaal 19, dat een half deel kan vormen van een uitsparing met rechthoekige dwarsdoorsnede aangebracht onder haakse hoeken ten opzichte van de sok.

20 De hoogte van de zijwanden 20 van het kanaal 19 is iets kleiner dan de helft van de breedte van een basis 21 daarvan. De basis 12 van elk deel 10,16 heeft een rechthoekige ondiepe uitsparing 22,die een opening 23 omringt. Dit maakt het mogelijk dat een bevestigingsschroef 24 verborgen 25 wordt gemonteerd in een samenstel omvattende het element A, en gebruikt voor het bevestigen van een hulpfitting daaraan. De diepte van de uitsparing 22 correspondeert met de dikte van de kop 24a van de schroef of het bevestigingsmiddel 24. Hetzelfde geldt voor de weggesneden delen 44 30 van fig. 5, die later nog meer in detail worden beschreven.

Een tweede uitvoeringsvorm van klemelement B van de uitvinding overeenkomstig fig. 2 is eveneens als één geheel door gieten in een vorm vervaardigd uit aluminiumlegering en omvat een paar poten 25, aangebracht 35 onder haakse hoeken ten opzichte van elkaar. Elk vrij einddeel van de poot 25 komt overeen met het eerste deel 10 van het element A en elk heeft een dwarsblok 26 voorzien van een opening. Bij de samenkomst van de poten 25 en bepaald door zijwanden 28 van blokken 26, heeft het 40 element B een kwartdeel 27 van een uitsparing met vierkante 8020174 - 7 - dwarsdoorsnede, waarbij de hoogte van de wanden 28 daarvan iets kleiner is dan de helft van de breedte van een langgerekt element met vierkante dwarsdoorsnede, waarmee het moet worden gebruikt.

5 Een derde uitvoeringsvorm van klemelement C

van de uitvinding overeenkomstig fig. 3 heeft een eerste deel 29, overeenkomstig met het deel 10 van het element A, en een dwarsblok 30 voorzien van een opening. Aan de andere zijde van het blok 30 bevindt zich een dwarskanaal 10 31 met een wand bepaald door een vlak van het blok 30 en de andere door een opstaande eindwand 32. De hoogte van de wand 32 en hèt vlak van blok 30 zijn iets kleiner dan de halve breedte van een voet 33 van hèt kanaal 31.

Een vierde uitvoeringsvorm van klemelement D 15 van de uitvinding overeenkomstig fig. 4 lijkt in alle opzichten op het element 10, mèt uitzondering daarvan, dat het geen eindwand 32 heeft en een vrije rand van een basis 34 van een dwarsuitsparingsdeel 35 is afgeschuind bij 36 om het mogelijk te maken dat het deel uitmaakt 20 van een verstekverbinding.

De klemelementen A, B, C, D van de uitvinding kunnen in verschillende combinaties worden samengesteld voor het vormen van een reeks klemsamenstellen (fig. 5 - 9), elk geschikt voor gebruik in een framewerk (niet weerge-25 geven) omvattende een aantal langgerekte en gewoonlijk holle elementen met vierkante dwarsdoorsnede (eveneens niet weergegeven), hierna aangeduid als "buizen".

Overeenkomstig fig. 5 is een eerste klem-samenstel 37 van de uitvinding samengesteld uit twee 30 klemelementen A, aangebracht tegenover elkaar. Tezamen bepalen de elementen A een paar tegengesteld gerichte in lijn liggende sokken 42 met vierkante dwarsdoorsnede en een zich in dwarsrichting uitstrekkende uitsparing 43 met vierkante dwarsdoorsnede. Een paar schroeven of 35 bouten met moeren, zoals 119, 119A (fig. 10), kan worden gebruikt voor bevestiging van de twee elementen A in klemmend verband met einddelen van twee in lijn liggende buizen waarvan de hartlijnen zijn aangeduid met 38 en 39 en die zijn opgenomen in sokken 42 en eveneens met een 40 centraal deel van een buis waarvan de hartlijn is aangeduid 8020174 - 8 - met 40,41 en die ligt in de uitsparing 43 voor het vormen van een kruisverbinding. Alternatief kan de derde genoemde buis eindigen in de uitsparing 43 voor het vormen van een T-verbinding, of twee van dergelijke buizen kunnen daar 5 eindigen en daarin vanaf één zijde zijn aangebracht. Wanneer de uitsparing 43 ongebruikt blijft, kan het samenstel 37 dienen als een rechte connector.

Fig. 5 toont eveneens hoe een naast elkaar liggend paar van buitenwanden (zijwanden) 13 van elementen A 10 kan zijn voorzien van weggesneden delen 44, die tezamen een kop 45 kunnen opnemen van een bevestigingsschroef 46 overeenkomend met de schroef 24. Dergelijke weggesneden delen 44 en ondiepe uitsparingen 22 met openingen 23 (fig. 1), kunnen worden aangebracht op de binnenzijde van elke buiten-15 wand van elk klemelement A, B, C, D, om te worden gebruikt voor vastzetmiddelen om het mogelijk te maken hulpfittingen vast te zetten zoals wandpanelen enz. aan een framewerk.

Een tweede klemsamenstel 47 van de uitvinding (fig. 6) is samengesteld uit één klemelement A en twee 20 klemelementen B. Het samenstel 47 kan einddelen van in lijn liggende buizen opnemen en vastklemmen, van welke buizen de hartlijnen zijn aangeduid met 48 en 49, een einddeel van een buis waarvan de hartlijn is aangeduid met 50 en een centraal deel van een buis waarvan de hartlijn 25 is aangeduid met 51-51. Dit vormt, zoals weergegeven, een horizontale kruisverbinding met een naar beneden toe stekende kolom. Indien een buis waarvan de hartlijn ligt op 51-51, eindigt in het samenstel 47 wordt alternatief een T-verbinding gevormd met één horizontale arm.

30 Het derde klemsamenstel 54 van de uitvinding (fig. 7) is samengesteld uit twee klemelementen C die tezamen een sok 52 vormen en een uitsparing 53. Dit samenstel 54 kan worden gebruikt voor het vormen van een haakse verbinding tussen twee buizen waarbij de hartlijn 35 van de ene ligt op de lijn 55 en waarvan het einddeel is opgenomen in de sok 52, terwijl de hartlijn van de andere ligt op de lijn 56 en waarvan het einddeel opgenomen is in de uitsparing 53. Alternatief kan een T-verbinding worden gevormd tussen een buis waarvan de hartlijn ligt 40 op de lijn 55 en een buis waarvan de hartlijn ligt op 8020174 - 9 - de lijn 56.

Een vierde klemsamenstel 57 (fig. 8) is vervaardigd uit één element B en twee elementen D, die tezamen twee sokken 58,59 bepalen en een in dwarsrichting 5 lopende uitsparing 60. Dit samenstel 57 kan worden gebruikt voor het vormen van een hoekverbinding tussen buizen waarvan de hartlijnen liggen op de lijn 61,62 bij het ene einde van een buis die ligt op de lijn 63 en waarvan het einddeel is aangebracht in uitsparing 60. Alternatief kan de hier-10 voor genoemdehoekverbinding liggen tussen de einden van een buis waarvan de hartlijn ligt op de lijn 63.

Een vijfde klemsamenstel 64 van de uitvinding (fig. 9) is samengesteld uit vier elementen B die tezamen vier sokken 65 bepalen en een in dwarsrichting lopende 15 uitsparing 65. Dit samenstel 64 kan worden gebruikt voor het vormen van een verbinding in de vorm van een kruis (vier buizen waarvan de hartlijnen liggen op lijnen 65,66, 67,68) in combinatie met een einde of tussenliggend deel van een buis waarvan de hartlijn ligt op lijn 69.

20 Het zal duidelijk zijn dat door het gebruik van de verschillende klemsamenstellen beschreven in combinatie met verschillende buizen, demonteerbare frame-werken kunnen worden samengesteld in een aantal vormen en configuraties.

25 De uitvinding is niet beperkt tot de nauwkeurige details van het voorafgaande en variaties kunnen er op worden aangebracht. De vier samenstellen kunnen bijv. worden gebruikt in samenstellen anders dan die :zijn weergegeven. Verder kunnen door geschikte dimensionering van de klem-30 elementen deze worden gebruikt met langgerekte elementen die een meer langgerekte dwarsdoorsnede hebben en/of die massief zijn in plaats van hol. De vastzetmiddelen behoeven niet te bestaan uit de beschreven openingen en schroeven of bouten. Elk klemelement zou bijv. een uitstekende pen 35 kunnen hebben of een penopnemende sok geschikt voor het opnemen van een complementaire penopnemende sok of pen op een naastliggend klemelement met een snappende of wrijvende passing voldoende om het klemmende verband te handhaven. Als verdere mogelijkheid zouden uitwendige 40 klemmen of strippen kunnen worden gebruikt. Het stelsel 802 0 1 7 4 - 10 - volgens de uitvinding kan bestaan uit een aantal klem-elementen van verschillende vorm 4, dat wil zeggen 2,3 of meer dan 4 klemelementen, waarbij elk zodanig stelsel elementen bezit die met elkaar kunnen worden verenigd 5 voor het vormen van een aantal klemsamenstellen groter dan het aantal elementen.

Bij de uitvoering C' volgens fig. 10 - 12, is een cirkelvormig verdiept deel 22' aangebracht in het midden van de basis 12 en in het midden van dit verdiepte 10 deel is een doorgaande boring 23 aangebracht. Het bevestigingsmiddel 124 heeft in dit geval een cirkelvormige kop 125 overeenkomstig fig. 12. De steel kan natuurlijk ook een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben en kan zijn voorzien van een schroefdraad. Het zal echter gemakkelijk 15 duidelijk zijn, dat eveneens de verdiepte delen 44 (fig. 5), die zijn aangebracht nabij de rand van de wand gevormd kunnen zijn met een cirkelvormige omtrek en dat het dan gunstig kan zijn de steel 126 een rechthoekige dwarsdoorsnede te laten bezitten, zoals weergegeven in fig. 12, 20 omdat op deze wijze, dankzij de vorrapassing van deze steel met de wandranden, blokkering van het vastzetmiddel 124 tegen verdraaiing wordt bereikt.

Tot nu toe zijn slechts klemsamenstellen voor rechthoekige buizen weergegeven. De uitvinding kan echter 25 eveneens worden gebruikt in samenhang met buizen met andere profielen, zoals zeshoekig,: of zelfs met cilindrische buizen, dat wil zeggen buizen met een cirkelvormige dwarsdoorsnede. In fig. 13 is een dwarsdoorsnede getoond over een klemelement AA, betrekking hebbend op een klem 30 voor cilindrische buizen. Deze dwarsdoorsnede correspondeert met de dwarsdoorsnede van fig. 11. Het bevestigingsmiddel 140 is weergegeven met zijn steel 142 gedeeltelijk in de opening 23. De kop 141 is bij zijn bovenoppervlak 141’ voorzien van dezelfde cilindrische kromming als het 35 binnenoppervlak van het klemelement. Dientengevolge wordt het bevestigingsmiddel 140 geblokkeerd tegen verdraaiing om de hartlijn van de steel 142 door passende vormgeving tussen het genoemde vlak 141' en de cilindrische buis (niet weergegeven) in het klemsamenstel. Het zal duidelijk 40 zijn dat zelfs in een "cilindrisch" klemelement zoals 8020174 - il - AA, verdiepte delen 44 (fig.5) aangebracht kunnen worden nabij de wandrand, en dat blokkering tegen verdraaiing kan worden bereikt bijv. door middel van een rechthoekige dwarsdoorsnede van de steel 142 overeenkomstig fig. 12.

5 In het algemeen kan worden gezegd dat een bevestigingsmiddel tegen verdraaiing kan worden geblokkeerd om de hartlijn van zijn steel door vorm-overeenkomst tussen deze steel of de kop en een nabijliggend deel zoals het klemelement zelf of van een er in aanwezige buis. Blokkering tegen 10 verdraaiing kan echter eveneens totaal buiten beschouwing worden gelaten, in het bijzonder wanneer andere verbindingsmiddelen dan schroefdraden worden gekozen voor het monteren van de hulpfittingen.

Het zal duidelijk zijn dat bij de uitvoerings-15 vorm volgens fig. 5 niets kan worden gezien van de inrichting voor het monteren van een bevestigingselement op de buitenzijde van de klem indien in de uitsparing 44 geen bevestigingsmiddel is aangebracht, daar geen speciaal gat behoeft te worden aangebracht voor een er doorheen 20 gaand steeldeel.

Indien gewenst kan het buiteneinde van elke opening 23 worden afgesloten door een bodemplug, die is verbonden met het lichaam van het klemelement door een dunne ring, zodat het buitenste gladde oppervlak van het 25 element niet nadelig wordt beïnvloed wanneer geen bevestigingsmiddel vereist is.

Vele andere variaties zijn mogelijk binnen het kader van de nu volgende conclusies. Als een voorbeeld zijn in fig. 14 - 17 klemsamenstellen weergegeven 30 vervaardigd uit klemelementen van het type C volgens de fig. 3 of 10, die bp twee van hun buitenvlakken 100 zijn . voorzien van versieringen. De versiering kan eveneens tweedimensionaal zijn, bijv. in de vorm van ingraveringen enz. In fig. 18 is een klemsamenstel weergegeven dat 35 is versierd op vier of vijf van zijn zes buitenvlakken 100 (in afhankelijkheid daarvan of het achtervlak, dat niet zichtbaar is in de tekening al dan niet is versierd).

Het zal gemakkelijk duidelijk zijn, dat ook andere klemelementen dan die van het type C op overeenkomstige wijze 40 versierd kunnen worden.

8020174

Claims (17)

1. Een stelsel omvattende een aantal verschillende klemelementen, elk bepalend een deel van ten minste één sok en een deel van een uitsparing en elk voorzien van vastzetmiddelen voor het in klemmend verband verbinden 5 ervan met één of meer gelijke klemelementen, waarbij de klemelementen van het stelsel assembleerbaar zijn door gebruik van de vastzetmiddelen, voor het vormen van een groter aantal klemsamenstellen, elk met een verschillende funktie.

2. Een stelsel als geëist in conclusie 1, waarbij de klemelementen vier in getal zijn en zijn geassembleerd voor hèt vormen van ten minste zes verschillende klem-samenstellen.

3. Een klemelement dat deel uitmaakt van een 15 stelsel als geëist in conclusie 1 of conclusie 2, omvattende: ten minste één eerste deel dat een deel bepaalt van een sok met rechthoekige dwarsdoorsnede voor het opnemen van een einddeel van een langgerekt element met rechthoekige dwarsdoorsnede van een framewerk; een tweede deel dat een 20 deel bepaalt van een uitsparing of kanaal met rechthoekige dwarsdoorsnede voor het opnemen van een ander langgerekt element met rechthoekige dwarsdoorsnede van het framewerk aangebracht onder haakse hoeken met het hiervoor genoemde langgerekte element; en bevestigingsmiddelen tussen de 25 eerste en de tweede delen voor het vastzetten van het klemelement in klemmend verband met één of meer gelijke klemelementen voor het vormen van een klemsamenstel dat ten minste twee langgerekte elementen met elkaar verbindt.

4. Een klemelement (A) als geëist in conclusie 3, 30 en omvattende een paar op afstand van elkaar liggende, in tegengestelde richting in lijn met elkaar lopende eerste delen, elk met een U-vormige dwarsdoorsnede en elk een half deel vormend van een genoemde sok, en een tweede deel, dat een tussenliggend dwarskanaal bepaalt dat een half 35 deel van de genoemde uitsparing vormt. 8020174 - 13 -

5. Een klemelement (B) als geëist in conclusie 3, en zijnde een hoekelement omvattende twee poten aangebracht onder haakse hoeken met elkaar, waarbij elke poot een einddeel heeft met een U-vormige dwarsdoorsnede voor het 5 vormen.van een respectievelijk eerste deel en de tophoek van de twee poten is weggesneden voor het vormen van een tweede deel dat een kwartdeel bepaalt van een rechthoekige uitsparing, aangebracht onder haakse hoeken ten opzichte van elke poot.

6. Een klemelement (C) als geëist in conclusie 3, en met een eerste deel van U-vormige dwarsdoorsnede en een tweede deel dat een dwarskanaal bepaalt dat een half deel vormt van de uitsparing met rechthoekige dwarsdoorsnede.

7. Een klemelement (D) als geëist in conclusie 3, 15 en met een eerste deel gevormd door een deel met U-dwars-doorsnede en een tweede deel in de vorm van een plaat die afloopt van het eerste deel aan de ene zijde daarvan en waarvan de vrije rand is afgeschuind voor het vormen van een helft van een verstekverbinding.

8. Een klemelement als geëist in één der conclusies 3-7, waarbij het eerste deel in het algemeen U-vormig in dwarsdoorsnede is met een vlakke basis en zijwanden die zich onder haakse hoeken daarmee uitstrekken.

9. Een klemelement als geëist in conclusies 3, 25 waarbij de sok en de uitsparing vierkant in dwarsdoorsnede zijn, en de hoogte van de zijwanden gelijk is aan of kleiner dan de halve breedte van de basis tussen de zijwanden.

10. Een klemelement als geëist in één der conclusies 3 - 9, met een dwarsblok waarvan één der oppervlakken 30 eindigt bij elk eerste deel en waarvan een tegenover liggend vlak een wand vormt van de uitsparihg of kanaal, en waarbij de bevestigingsmiddelen een opening in het blok omvatten.

11. Een klemelement met ten minste twee delen begrensd door buitenste of zijwanden en delen bepalend 8020174 - 14 - van een sok of kanaal voor het opnemen van een langgerekt element van een framewerk, en bevestigingsmiddelen voor het vastzetten van het klemelement in klemmend verband met één of meer gelijke klemelementen voor het vormen van een 5 klemsamenstel dat de langgerekte elementen verenigt, waarbij ten minste één van de buitenwanden een inwendig verdiept deel bezit voor het opnemen van ten minste een deel van een kop van een bevestigingsmiddel voorzien van een kop en een steel die naar buiten toe kan steken, welk verdiept 10 deel is verbonden met een opening waar doorheen de steel van het bevestigingsmiddel kan lopen.

12. Een klemelement als geëist in conclusie 11, waarbij de opening door de genoemde buitenwand heen gaat en het verdiepte deel de opening omringt.

13. Een klemelement als geëist in conclusie 1?, waarbij het einde van de opening bij een buitenoppervlak van de buitenwand is afgesloten door een bodemplug verbonden met het lichaam van het klemelement door een dunne ring.

14. Een klemelement als geëist in één der conclusies 20 11 - 13, waarbij het verdiepte deel een niet-ronde vorm bezit of verspringend is ten opzichte van de opening voor vasthouden van de kop van het bevestigingsmiddel tegen verdraaiing wanneer deze er in is opgenomen.

15. Een klemelement als geëist in conclusie 11, 25 waarbij het verdiepte deel is gevormd in een randdeel van een buitenwand van het eerste of tweede deel dat, bij het gebruik, ligt tegenover een bijbehorende rand van een tweede overeenkomstig klemelement en in de geklemde toestand op afstand daarvan ligt door een spleet die de betreffende 30 opening bepaalt. 8020174 - 15 - - GEAMENDEERDE CONCLUSIES -1. (Geamendeerd) Een klemelement dat deel uitmaakt van een stelsel omvattende een aantal verschillende klemelementen die assembleerbaar zijn met behulp van vastzetmiddelen tot verschillende 5 typen klemsamenstellen voor het verbinden van ten minste twee langgerekte elementen zoals stangen of buizen, en met ten minste één eerste deel dat een deel bepaalt van een uitsparing voor het opnemen van een einde van één genoemd langgerekt element, en een tweede deel dat een 10 deel bepaalt van een doorgaand kanaal voor het opnemen van een ander langgerekt element dat is aangebracht onder haakse hoeken ten opzichte van het bovengenoemde langgerekte element, waarbij elk eerste en tweede deel zijn begrensd door buiténwanden met inwendige en uitwendige 15 vlakken, gekenmerkt door dat elk van de uitsparingen van het eerste deel ligt binnen het klemelement en eindigt bij een dwarsblok met één bovenvlak en twee tegenover elkaar liggende zijvlakken, waarbij het ene een eindwandvlak bepaalt van de uitsparing in 20 het respectievelijke eerste deel voor het vormen van een sok met een blind einde voor het genoemde einddeel van het langgerekte element, terwijl het tweede een deel vormt van een zijwandoppervlak van het genoemde doorgaande kanaal. 25 2. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in conclusie 1, waarbij de bevestigingsmiddelen zijn aangebracht binnen het klemelement tussen het sokdeel en het doorgaande kanaaldeel en zijn aangebracht in het genoemde dwarse blok. 30 3. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in conclusie 2, waarbij de vastzetmiddelen zijn aangebracht nabij het centrale axiale gebied van het naastliggende sokdeel. 4. (Geamendeerd)

35 Een klemelement (A) als geëist in één der conclusies 1-3 802 0 1 7 4 - 16 - en bezittende een paar van in lijn liggende en tegengesteld gerichte eerste delen, die elk een half deel van een genoemde sok vormen en van elkaar zijn gescheiden door een tussenruimte die een half deel van het doorgaande 5 kanaal vormt. 5. (Geamendeerd) Een klemelement (B) als geëist in één der conclusies 1-3, en zijnde een hoekelement omvattende twee poten aangebracht onder haakse hoeken ten opzichte van elkaar, waarbij elke 10 poot een einddeel heeft voor het vormen van een respectievelijk eerste deel, en de tophoek van de twee poten is weggesneden voor het vormen van een tweede deel dat een kwartdeel bepaalt van het doorgaande kanaal, aangebracht onder haakse hoeken ten opzichte van elke poot. 15 6. (Geamendeerd) Een klemelement (C) als geëist in één der conclusies 1-3 en bezittende een eerste deel en een tweede deel voorzien van een opstaande zijwand en een half deel vormend van het doorgaande kanaal. 20 7. (Geamendeerd) Een klemelement (D) als geëist in één der conclusies 1-3 en met een eerste deel en een tweede deel die een half deel vormen van het doorgaande kanaal en de vorm bezitten van een plaat die zich uitstrekt vanaf het eerste deel 25 aan de ene zijde daarvan en met de vrije rand ervan afgeschuind voor het vormen van een helft van een ver-stekverbinding. 8. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in ëén der voorafgaande 30 conclusies, waarbij het eerste en het tweede deel in het algemeen U-vormig in dwarsdoorsnede zijn met vlakke buitenwanden omvattende een vlakke basiswand en vlakke zijwanden die zich onder haakse hoeken daarmee uitstrekken. 9. (Geamendeerd)

35 Een klemelement als geëist in conclusie 8, waarbij de 8020174 - 17 - sok en de uitsparing in een geassembleerde klem vierkant in dwarsdoorsnede zijn en de hoogte van de zijwanden in het klemelement kleiner is dan de helft van de breedte van de basiswand tussen de inwendige oppervlak van de 5 zijwanden. 10. (Geamendeerd) Een klemelement dat geassembleerd kan worden met ten minste één ander klemelement töt een klemsamenstel voor het verbinden van ten minste twee langgerekte elementen zoals 10 stangen of buizen, en met ten minste twee delen die elk een deel van een uitsparing vormen voor het opnemen van het ene genoemde langgerekte element en begrensd door buitenwanden met uitwendige en inwendige oppervlakken, gekenmerkt door het feit dat in het inwendige oppervlak 15 van ten minste één van de buitenwanden een verdiept deel is aangebracht voor het opnemen van ten minste een deel van een kop van een bevestigingselement met een kop en een daarvan afstekende langgerekte steel, welk verdiept deel is verbonden met een opening waar doorheen de 20 genoemde steel kan lopen naar de buitenzijde van het klemelement toe. 11. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in conclusie 10, waarbij de opening gaat door een centraal deel van een buitenwand 25 en het verdiepte deel de opening aan alle zijden omringt. 12. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in conclusie 10, waarbij het verdiepte deel is gevormd in een randdeel van een buitenwand, welk deel in geassembleerde toestand ligt tegenover 30 een corresponderend randdeel van het andere klemelement en op afstand daarvan ligt door een montagespleet die de bijbehorende opening vormt. 13. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in conclusie 10 - 12, waarbij 35 de genoemde opening in het genoemde buitenoppervlak is afgesloten door een bodemplug. 802 0 1 7 4 - 18 - 14. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in één der conclusies 10 - 13, waarbij het verdiepte deel een niet-ronde vorm bezit en/of versprongen staat ten opzichte van de opening voor 5 het vasthouden van de kop van het bevestigingsdeel tegen verdraaiing wanneer hij. daarin is opgenomen. 15. (Geamendeerd) Een klemelement als geëist in één van voorafgaande conclusies, waarin ten minste één genoemd uitwendig vlak is 10 voorzien van twee- of driedimensionale decoraties. 8020174