NL8006304A - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een lichaam. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een lichaam. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8006304A NL8006304A NL8006304A NL8006304A NL8006304A NL 8006304 A NL8006304 A NL 8006304A NL 8006304 A NL8006304 A NL 8006304A NL 8006304 A NL8006304 A NL 8006304A NL 8006304 A NL8006304 A NL 8006304A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- absorption
- measuring
- radiation
- values
- area
- Prior art date
Links
- 238000010521 absorption reaction Methods 0.000 title claims description 160
- 230000005855 radiation Effects 0.000 title claims description 118
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 27
- 238000011160 research Methods 0.000 claims description 42
- 238000012937 correction Methods 0.000 claims description 38
- 238000002835 absorbance Methods 0.000 claims description 27
- 238000002591 computed tomography Methods 0.000 claims description 7
- 230000001678 irradiating effect Effects 0.000 claims description 6
- 238000012545 processing Methods 0.000 claims description 6
- 230000000149 penetrating effect Effects 0.000 claims description 4
- 230000003247 decreasing effect Effects 0.000 claims description 3
- 230000006870 function Effects 0.000 claims description 3
- 238000012935 Averaging Methods 0.000 claims description 2
- 238000005303 weighing Methods 0.000 claims 5
- 210000000746 body region Anatomy 0.000 claims 2
- 230000015572 biosynthetic process Effects 0.000 claims 1
- 239000010410 layer Substances 0.000 description 88
- 238000005259 measurement Methods 0.000 description 23
- 238000004364 calculation method Methods 0.000 description 7
- 238000003325 tomography Methods 0.000 description 7
- 238000001228 spectrum Methods 0.000 description 5
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 description 4
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 3
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 3
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 2
- 230000007423 decrease Effects 0.000 description 2
- 230000036961 partial effect Effects 0.000 description 2
- 230000002829 reductive effect Effects 0.000 description 2
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 2
- 101150008021 80 gene Proteins 0.000 description 1
- 108010054218 Factor VIII Proteins 0.000 description 1
- 102000001690 Factor VIII Human genes 0.000 description 1
- 239000006096 absorbing agent Substances 0.000 description 1
- 238000004458 analytical method Methods 0.000 description 1
- 230000002238 attenuated effect Effects 0.000 description 1
- 238000013213 extrapolation Methods 0.000 description 1
- 238000011835 investigation Methods 0.000 description 1
- 230000000670 limiting effect Effects 0.000 description 1
- 210000000056 organ Anatomy 0.000 description 1
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 1
- 238000005510 radiation hardening Methods 0.000 description 1
- 238000004904 shortening Methods 0.000 description 1
- 239000002356 single layer Substances 0.000 description 1
- 238000012360 testing method Methods 0.000 description 1
- 230000004304 visual acuity Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B6/00—Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
- A61B6/48—Diagnostic techniques
- A61B6/482—Diagnostic techniques involving multiple energy imaging
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B6/00—Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
- A61B6/02—Arrangements for diagnosis sequentially in different planes; Stereoscopic radiation diagnosis
- A61B6/03—Computed tomography [CT]
- A61B6/032—Transmission computed tomography [CT]
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A61—MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
- A61B—DIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
- A61B6/00—Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
- A61B6/40—Arrangements for generating radiation specially adapted for radiation diagnosis
- A61B6/405—Source units specially adapted to modify characteristics of the beam during the data acquisition process
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Medical Informatics (AREA)
- Radiology & Medical Imaging (AREA)
- Molecular Biology (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Pathology (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Biomedical Technology (AREA)
- Heart & Thoracic Surgery (AREA)
- High Energy & Nuclear Physics (AREA)
- Surgery (AREA)
- Animal Behavior & Ethology (AREA)
- General Health & Medical Sciences (AREA)
- Public Health (AREA)
- Veterinary Medicine (AREA)
- Pulmonology (AREA)
- Theoretical Computer Science (AREA)
- Apparatus For Radiation Diagnosis (AREA)
- Analysing Materials By The Use Of Radiation (AREA)
Description
* PHD.79.061 1 10.11.80 "Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een. lichaam"
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak onderzoeksgebied in een lichaam, dat binnen een ligplaatsgebied ligt, dat het onderzoeksgebied volle-® dig omgeeft, waarbij het onderzoeksgebied in verschillende in het onderzoeksgebied liggende meetrichtingen volledig langs een groot aantal meetwegen met straling van een eerste intensiteit wordt doorstraald voor het bepalen van eerste meetwaarden, waarbij het buiten het onderzoeksgebied liggende deel van het ligplaatsgebied in evenzovele meetrichtingen langs meetwegen met straling van een tweede intensiteit, die kleiner is dan de eerste.'intensiteit wordt doorstraald, voor het bepalen van tweede meetwaarden waarbij uit de eerste meetwaarden eerste absorptiewaarden
IC
en uit de ~ tweede meetwaarden tweede absorptiewaarden worden bepaald, die voor de rekonstruktie van de verdeling van de stralingsabsorptie worden benut.
Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn reeds uit het Canadese octrooi no. 1,072.688 bekend. Een van 20 een stralingsbron uitgaande waaiervormige stralingsbundel wordt hierbij door middel van een diafragma-inrichting uitgediafragmeerd, dat de stralingsbundel alleen het onderzoeksgebied, dat overeenkomt met een te rekonstrueren deelgebied in de lichaamslaag, met een onverzwakte inten-siteit voor het bepalen van absorptiewaarden doorstraalt.
De buiten het onderzoeksgebied verlopende straling van de stralingsbundel wordt door de diafragma-inrichting weliswaar sterk, echter niet volledig, geabsorbeerd, zodat de lichaamslaag buiten het deelgebied wordt doorstraald met 30 een beduidend lagere intensiteit. Omdat de meetwaarden van de buiten het onderzoeksgebied verlopende straling een relatief grote ruis hebben, kunnen daaruit alleen stralings-absorptiecoëfficiënten met een beperkte nauwkeurigheid 8 0 06 30 4 * PHD.79.061 2 10.11.80 worden verkregen.
Een dergelijke werkwijze voor het bepalen van de absorptieverdeling is geschikt, om de een lichaam belastende stralingshoeveelheid belangrijk te beperken, als 5 bijvoorbeeld een bepaald, binnen de lichaamslaag liggend lichaamsgedeelte, bijvoorbeeld een afzonderlijk orgaan van een menselijk lichaam, moet worden onderzocht. Om grote rekonstruktiefouten in het onderzoeksgebied te vermijden moeten als de doorsnede van het lichaam groter is dan het ^ onderzoeksgebied niet alleen meetwaarden behorende bij meetwegen door het onderzoeksgebied worden bepaald, maar ook meetwaarden behorende bij meetwegen die buiten het onderzoeksgebied verlopen (zie ¥. Wagner, Reconstruction from truncated scan data, gepubliceerd in Medita, speciale 15 uitgave 1/78).
Bij de bekende werkwijze heeft echter de buiten het onderzoeksgebied verlopende straling tengevolge van de aanwezige diafragma-inrichting een ten opzichte van de door het onderzoeksgebied lopende straling een hogere gemiddelde stralingsenergie (stralingsopharding). De voor de korrekte rekonstruktie van de absorptieverdeling noodzakelijke korrekties van de absorptiewaarden tengevolge van de verschillende gemiddelde stralingsenergieën vragen echter grote rekenkundige bewerkingen en dus een relatief lange rekentijd.
Daarenboven wordt bij de hiervoor beschreven werkwijze een deel van de in het onderzoeksgebied verkregen strooistraling door detektoren gemeten, die de buiten het onderzoeksgebied verlopende, in intensiteit zwakke stra-30 ling moeten meten, wat tot onnauwkeurige tweede meetwaarden leidt.
Het is het doel van de uitvinding om een werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een lichaam aan te 35 geven, waarbij de het lichaam belastende stralingshoeveelheid wezenlijk is beperkt, zonder dat lastige korrekties van de meetwaarden tengevolge van verschillende gemiddelde 8 0 06 30 4 PHD.79.Ο61 3 10.11*80 * è stralingsenergieën of van strooistralingskorrekties nodig zijn.
Een werkwijze volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat in een eerste meetcyklus van de te onderzoeken 5 lichaamslaag het onderzoeksgebied voor het bepalen van de eerste meetwaarden met de eerste intensiteit en in een tweede meetcyklus van dezelfde of een naburige lichaamslaag het totale ligplaatsgebied voor het bepalen van tweede meetwaarden met de tweede intensiteit wordt doorstraald.
Een meetcyklus betekent hierbij de doorstraling van een lichaamslaag in alle in het vlak liggende meet-richtingen met een aantal meetstralen voor het opnemen van de voor de rekonstruktie van een verdeling van de stralings-absorptie benodigde eerste of tweede meetwaarden. De geo-
1C
metrie van een stralingsbundel kan daarbij waaiervormig zijn. De verkregen meetwaarden kunnen dan zodanig in groepen meetwaarden worden geselektêerd, dat de bij een groep meetwaarden behorende meetwegen parallel lopen.
De term eerste, respektievelijk tweede meetcyklus houdt 20 in het geheel geen tijdsvolgorde in. De tweede meetcyklus kan direkt op de eerste volgen maar kan ook reeds op een vroeger tijdstip zijn uitgevoerd. Een gelijktijdige uitvoering van de beide meetcykli vindt echter niet plaats.
Zoals onderzoeken hebben uitgewezen, is het 25 voldoende voor,de bepaling van de absorptieverdeling in het onderzoeksgebied, als de tweede meetwaarden langs buiten het onderzoeksgebied lopende meetwegen tenminste bij benadering bekend zijn. Dit betekent, dat aan de afwezigheid van ruis en aan de nauwkeurigheid van de twee-de meetwaarden lagere eisen kunnen worden gesteld dan aan de meetwaarden, die langs door het onderzoeksgebied verlopende meetwegen worden bepaald, zodat het bepalen van tweede meetwaarden buiten het onderzoeksgebied met een belangrijk lagere stralingsintensiteit kan worden uitge-35 voerd. De tweede meetwaarden kunnen daarbij ook in een aan de lichaamslaag grenzende lichaamslaag worden gemeten. Voor het geval, dat de gemiddelde stralings- 8 0 06 30 4 i * PHD.79.061 4 10.11.80 energieën van de straling tijdens de eerste en tweede meetcyklus tenminste bij benadering gelijk zijn, kunnen uit de verkregen meetwaarden eerste en tweede absorptie- waarden worden gevormd, die overeenkomen met de integraal g van de stralingsabsorptie in het lichaam langs de betreffende meetwegen, zodat een korrektie van de absorptie-waarden voor de verschillende gemiddelde stralingsenergieën niet nodig is.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de 10 uitvinding wordt het lichaam voor het doorstralen van tenminste een aan een reeds doorstraalde lichaamslaag grenzaaie lichaamslaag in een richting dwars op alle meetrichtingen verplaatst, waarna slechts een onderzoeksgebied in de te doorstralen lichaamslaag met straling van 15 de eerste intensiteit voor het bepalen van eerste absorp-tiewaarden wordt doorstraald, waarbij voor elke meetrich-ting de tweede absorptiewaarden van de reeds doorstraalde lichaamslaag, waarvan de bijbehorende meetwegen buiten het onderzoeksgebied lopen, bij de rekonstruktie van de 20 stralingsabsorptieverdeling in de lichaamslaag als benaderde tweede absorptiewaarden worden benut.
Het is namelijk vaak nodig, de inwendige struk-tuur van een lichaam in een driedimensionaal gebied te bepalen. Dit wordt meestal bereikt, door de absorptie-25 verdeling in verschillende aan elkaar grenzende en parallel aan elkaar lopende lichaamslagen te rekonstrueren. Voor het geval, dat de onderzoeksgebieden in de verschillende lichaamslagen tenminste bij benadering even groot zijn en ongeveer dezelfde positie in het onderzoeksvlak 30 innemen, behoeft slechts één, bijvoorbeeld de eerste, lichaamslaag voor het opnemen van eerste én tweede meetwaarden te worden doorstraald. Bij alle andere lichaamslagen wordt slechts het onderzoeksgebied voor het bepalen van eerste meetwaarden respektievelijk voor het 35 bepalen van eerste absorptiewaarden met straling van een eerste intensiteit doorstraald, wat tot een belangrijke beperking van de stralingsbelasting van het lichaam 8 0 06 30 4 £ * PHD.79.061 5 10.11.80 respektievelijk tot een beduidende beperking van de tijd voor het bepalen van voldoende meetwaarden voor het rekonstrueren van de absorptieverdeling van de doorstraalde lichaamslagen leidt.
5 Volgens een andere verdere voordelige uitvoe ringsvorm van de uitvinding wordt de ten opzichte van de eerste intensiteit lagere tweede intensiteit door verlaging van de buisstroom van een röntgenstralingsbron ingesteld, waardoor het stralingsenergiespektrum van de röntgenbuis hetzelfde blijft, zodat een korrektie van de absorptiewaarden tengevolge van verschillende gemiddelde' stralingsenergieën in de elkaar opvolgende eerste en tweede meetcykli niet nodig is.
Vaak treden storende afwijkingen op tussen de ^ eerste en tweede absorptiewaarden onder andere door: patiëntbewegingen, door verloop in het stralingsspektrum van de stralingsbron en bij doorstraling van verschillende aan elkaar grenzende lichaamslagen door in de in het lichaam voorkomende strukturen. Om deze redenen worden ^ de tweede meetwaarden ook langs meetwegen door het onderzoeksgebied bepaald. Uit de eerste respektievelijk tweede meetwaarden worden dan op een hierna aan te geven wijze eerste respektievelijk tweede absorptiewaarden bepaald.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de 25 werkwijze volgens de uitvinding wordt voor elke meetrich-ting een korrektiefaktor gevormd, waarmee de tweede absorptiewaarden, waarvan de bijbehorende meetwegen buiten het onderzoeksgebied verlopen, voor het vormen van benaderde tweede absorptiewaarden worden vermenigvuldigd, waarbij 30 de korrektiefaktor wordt bepaald, door bij alle bij één meetrichting behorende en door het onderzoeksgebied lopende meetwegen behorende eerste absorptiewaarde door de bij dezelfde meetweg behorende tweede absorptiewaarde te delen om daarna voor het bepalen van de korrektiefaktor alle 35 quotiënten rekenkundig te middelen.
Bij een meetweg door het onderzoeksgebied horen twee absorptiewaarden waarmee een geschikte korrektiefaktor 8 0 06 30 4 PHD.79.O6I 6 10.11.80 » * - - voor het verkleinen van de genoemde afwijkingen worden bepaald zodanig, dat de tweede absorptiewaarde langs een meetwegen door het onderzoeksgebied geen of slechts geringe afwijkingen ten opzichte van de eerste absorptiewaarden 5 langs dezelfde meetwegen heeft. Daarbij wordt voor elke meetrichting een korrektiefaktor berekend.
Zoals onderzoeken hebben uitgewezen, kunnen de korrektiefaktoren, die binnen het onderzoeksgebied tot een vergaande overeenatemming-mn de eerste en tweede absorp-^ tiewaarden leiden, worden benut voor het bepalen van benaderde tweede absorptiewaarden, waarvan de bijbehorende meetwegen buiten het onderzoeksgebied verlopen. Hierbij worden de buiten het onderzoeksgebied, bepaalde tweede absorptiewaarden met een bijbehorende korrektiefaktor ^ vermenigvuldigd.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat tijdens de eerste, tweede meetcyklus een bron voor het opwekken van de doordringende straling zich op een eerste respektieve- 20 lijk tweede afstand van het onderzoeksgebied bevindt, waarbij de eerste afstand kleiner is dan de tweede afstand.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van in tekening weergegeven voorbeelden, in welke tekening: fig. 1 een röntgentomografie-apparaat voor het 25 meten van eerste en tweede meetwaarden met een verplaatsbare diafragma-inrichting toont, fig. 1a een voorkeursuitvoeringsvorm van een röntgentomografie-apparaat voor het meten van eerste en tweede meetwaarden weergeeft, 30 fig. 2, 3> 4 en 5 verschillende schakelingen in blokschema voor het verwerken van de bepaalde meetwaarden volgens de uitvinding weergeven en fig. 6a en b uitvoeringsvormen weergeven van detektorinrichtingen met meer dan een detektorrij.
In fig. 1 is schematisch een tomografie-apparaat met een stralingsbron 1, bijvoorbeeld een röntgenbuis, weergegeven, die op een om een loodrecht op het vlak van 8 0 0 6 30 4 35 PHD.79.O6I 7 10.11.80 *. * - de tekening verlopende systeemas 2 draaibare drager 3 is geplaatst. De drager 3 kan bijvoorbeeld een vlakke plaat zijn, die een koncentrisch ten opzichte van de systeemas 2 liggende opening heeft, waarmee de grootte en positie 5 1 van een ligplaatsgebied 4 voor het opnemen van een op een onderzoekstafel 5 liggend lichaam 6 wordt bepaald.
De door de stralingsbron 1 uitgezonden straling wordt door middel van een eerste diafragma 7 uitgediafragmeerd, zodat een waaiervormige, vlakke stralingsbundel 8 wordt verkregen, waarvan de randstralen 9 en 10 aan het ligplaatsgebied 4 tangeren. Voor het verkleinen van de openingshoek van de stralingsbundel 8 respektievelijk voor het uitdiafragmeren van de stralingsbundel 8 op een bij voorkeur koncentrisch ten opzichte van de systeemas 2 15 liggend onderzoeksgebied 11 is een verdere diafragma-inrichting 12 aangebracht, waarvan absorptiestukken 13» 14, die de straling van de stralingsbundel 8 volledig absorberen, met behulp van aandrijfschijven 15* 16 verplads-baar zijn aangebracht. De intensiteit van de door de 20 stralingsbron 1 uitgezonden straling wordt door een rij detektoren D, die uit afzonderlijke met kollimatoren 17 uitgeruste stralingsdetektoren 18 bestaat, gemeten. Elke stralingsdetektor 18 is bijvoorbeeld een ionisatiekamer en is op een integrerende versterker A, C aangesloten.
25
Het geïntegreerde meetsignaal wordt via een multiplex- schakeling MUX, waarop eveneens verdere versterkers van de overige detektoren 18 zijn aangesloten, periodiek bemonsterd en via een analoog-digitaalomzetter A/D via een verbinding 22 naar een nog te omschrijven verwerkings-30 schakeling toegevoerd. De aan het onderzoeksgebied 11 tangerende meetstralen 11a en 11b treffen stralingsdetektoren 18, waarvan de posities binnen de rij detektoren D met p' zijn aangegeven, p’ is bijvoorbeeld het nummer van een stralingsdetektor 12, gerekend vanaf de stralings-35 detektor met de centrale positie pQ, die door de centrale straal 21 van de stralingsbundel 8 wordt getroffen. Het nummer p’ is dus bij een gelijke breedte van alle stralings- 80 06 30 4 PHD.79.061 8 10.11.80 detektoren 18 een maat voor de afstand van de bij een positie P horende stralingsdetektor tot de stralingsdetektor met positie Pq.
De beide diafragma-inrichtingen 7 en 12 alsook 5 de lij detektoren D zijn bevestigd op de drager 3, die zelf door middel van geschikte lagers 19 in een draagge-stel 20 draaibaar is opgesteld. Indien het centrum van het onderzoeksgebied 11 buiten de systeemas 2 ligt, wordt de positie van de absorptiestukken 13» 14 van de diafragma-10 inrichting 12 zodanig veranderd, dat bij elke draaipositie van de drager 3 de centrale stralen 11a, b aan het onderzoeksgebied .11 tangeren. Positie en grootte van het onderzoeksgebied 11 worden daarbij vóór het doorstralen van het lichaam 6 respektievelijk van de lichaamslaag op de 15 gewenste wijze ingesteld. Voorgaande beschreven instelling van diafragma’s is op zichzelf bekend uit het Canadese octrooi no. 1.072.688. In de volgende beschrijving wordt aangenomen, dat het centrum van het onderzoeksgebied 11 samenvalt met de systeemas 2.
20 Voor het bepalenvan een stralingsabsorptiever- deling in een vlak van het lichaam 6 wordt het lichaam in twee meetcykli doorstraald.Gedurende één meetcyklus wordt de drager 3 bijvoorbeeld over 360° gedraaid, terwijl het lichaam 6 respektievelijk het onderzoeksgebied 11 25 achtereenvolgens bij-voorbeeld bij 600 verschillende meetrichtingen, aangegeven door de hoek/v^, die door de centrale straal 21 van de waaiervormige stralingsbundel 8 met de x-as van een rechthoekig, in het vlak liggend koordinatensysteem ^x, yj wordt ingesloten, wordt door-30 straald. Daarbij ligt de oorsprong van het koordinatensysteem |x, yj- op de systeemas 2. De afzonderlijke stra-lingsdetektoren 18 leveren meetwaarden Ι(ρ,λ^), die zowel van de hoek als van de positie p van een afzonderlijke stralingsdetektor 18 in de detektorrij D afhankelijk 35 zijn.
Bij een eerste meetcyklus wordt door de absorpties tukken 13, 14 de waaiervormige stralingsbundel 8 zo 8 0 06 30 4
* £r A
PHD.79.061 9 10.13.80 uitgediafragmeerd, dat alleen het vooraf gekozen onderzoeksgebied 11 wordt doorstraald met straling van een eerste (primaire) intensiteit I voor het meten van eerste meetwaarden I1 (ρ,-νί)· Da straling, die langs 5 meetwegen buiten het onderzoeksgebied 11 zou lopen, wordt dus-volledig geabsorbeerd.
In een tweede meetcyklus worden de absorptie-stukken 13» 14 volledig uit de stralingsbundel 8 weggehaald, zodat het totale ligplaatsgebied 4 (en dus het 10 totale lichaamsvlak) met een tweede intensiteit 1^, beduidend lager is, bijvoorbeeld meer dan tien maal, die wordt doorstraald, dan de eerste intensiteit 1^^ voor het meten van tweede meetwaarden Ι^ρ,,ν^). De intensiteit-verandering wordt bijvoorbeeld door verlaging van de 15 buisspanning van de röntgenbuis ofwel stralingsbron 1 teweeggebracht, zodat straling met een verschillende gemiddelde stralingsenergie wrdt opgewekt. De verandering van de''intensiteit van de straling en de verplaatsing van de absorptiestukken 13» 14 kunnen worden gekoppeld, 25 zodat bij het bedienen van een instelinrichting (niet * weergegeven) de verandering en de verplaatsing worden uitgevoerd, waarbij bij vooraf gekozen eerste intensiteit IQ1 de absorptiestukken 13, 14 de stralingsbundel 8 tot het onderzoeksgebied 11 begrenzen en bij de vooraf gekozen 25 tweede intensiteit 1^ de absorptiestukken 13» 14 uit de stralenbundel worden wegbewogen, waarna het totale ligplaatsgebied 4 wordt doorstraald.
De begrenzing van de waaiervormige stralingsbundel 8 in de eerste meetcyklus tot het onderzoeksgebied 30 11 kan echter ook op andere wijze dan door de verplaat sing van de absorptiestukken 13» 14 plaatsvinden. Bijvoorbeeld kunnen de stralingsbron 1 en de rij detektoren D bij ontbrekende diafragma-inrichting 12 in de richting van de centrale straal 21 zodanig worden verschoven, dat de 35 randstralen 9» 10 van de waaiervormige stralingsbundel 8 het onderzoeksgebied 11 begrenzen, zoals hierna nog verder zal worden toegelicht.
8 0 06 30 4 PHD.79.061 10 10.11.80
In fig. 1a is op schematische wijze een andere uitvoeringsvorm van een computer-tomografie-apparaat weergegeven, waarmee in een eerste en in een tweede meet- cyklus eerste en tweede meetwaarden bepaald worden. Het 5 weergegeven apparaat heeft een röntgenbron 1, die een röntgenbundel 8 opwekt met een vaste openingshoek CL . De met de in fig. 1 overeenstemmende delen van het tomografie- apparaat zijn van dezelfde verwijzingscijfers of -letters voorzien. De röntgenbron 1 en de detektorrij D zijn op een ^ vaste afstand van elkaar op een beweegbaar raamvormig gestel 50 bevestigd. Het gestel 50 is aan weerszijden via een tandheugel/tandwielaandrijving 51 gekoppeld aan twee elektromotoren 52, waarmee het gestel 50 tesamen met de röntgenbron 1 en de detektorrij D ten opzichte van 15 de systeemas 2 verplaatsbaar is. Het gestel 50 is van een ovale opening 53 voorzien, die in alle posities van het gestel 50 ten opzichte van de systeemas 2 het ligplaats-gebied 4 geheel vrijlaat. Nu wordt voor de eerste meet-cyklus het gestel 50 in de getekende positie gebracht, 20 zodat de röntgenbron 1 slechts het onderzoeksgebied 11 doorstraalt, De randstralen 9> 10 van de röntgenbundel 8 vormen de stralen 11a, 11b (zie fig. 1), die aan het onderzoeksgebied 11 tangeren. Na afloop van de eerste meet- cyklus wordt voor de tweede meetcyklus de drager 50 in 25 een positie gebracht (gestreept en met 50' weergegeven), waarbij de bron 1' het gehele ligplaatsgebied 4 doorstraalt, De randstralen 9 en 10 van de röntgenbundel 8 tangeren daarbij aan het ligplaatsgebied 4. De verwijzingsci jf ers van de verplaatste delen (zoals gestel 50) zijn 30 in de positie voor de tweede meetcyklus van een accent voorzien.
De uitvoeringsvorm van het tomografie-apparaat in fig. 1a heeft voor het onderzoeksgebied 11 een beter oplossend vermogen dan het in fig. 1 weergegeven tomografie-35 apparaat. In het tomografie-apparaat volgens fig. 1a worden namelijk alle detektoren van de detektorrij D gebruikt om straling langs meetwegen door het onderzoeksgebied 11 - -'8 0 06 30 4 -------------- PHD.79-061 Π 10.11.80 * % ---------te detekteren. In het apparaat volgens fig. 1 slechts een deel van de detektoren van de detektorrij D. Een gerekon-strueerd beeld van het onderzoeksgebied 11 kan bij toepassing van het apparaat volgens fig. 1a evenveel beeldele-5 menten bevatten als een gerekonstrueerd beeld van het totale ligplaatsgebied k bij toepassing van het apparaat volgens fig. 1.
De spatiëring van de meetwegen in het onderzoeksgebied 11 is tijdens de eerste meetcyklus kleiner dan de spatiëring van de meetwegen in het onderzoeksgebied 11 tijdens de tweede meetcyklus. Voor de verwerking van de bij de meetwegen behorende meetwaarden is het nodig (zoals verder op in detail wordt besproken) dat de spatiëring gelijk is. Door interpolaties tussen de meetwaarden, die 15 tijdens de tweede meetcyklus zijn verkregen, wordt een nieuwe reeks (kunstmatige) meetwaarden gegenereerd, die bij fiktieve meetwegen met een aangepaste (aan de spatiëring van de eerste meetcyklus) spatiëring hebben.
Opgemerkt dient te worden, dat het apparaat 20 volgens fig. 1a op zichzelf reeds bekend is uit het Amerikaanse octrooi no. 4.134.020,
Aan de hand van de in fig. 2 in blokschema weergegeven schakeling wordt de verwerking van de eerste respektievelijk tweede meetwaarden Ι1(ρ,Λί£), Ι-(ρ,Λ^) 25 ld nader toegelicht. De eerste respektievelijk tweede meetwaarden Ι^(ρ-,Λ^ ), I^( p, worden via een informatie lijn 22 aan een eerste ingang van een logarithmerings-element 23 toegevoerd, met behulp waarvan de eerste absorptiewaarden Q^p,^ ) = - In (l.j(p,^ )/lQ1) en de 30 tweede absorptiewaarden Q2(p,^) = - ln (l2(p, Ji') gevormd worden. De primaire eerste en tweede intensiteiten IQ1 en Iq2» die vooraf gekozen zijn en bijvoorbeeld door kalibreringsmetingen met de detektoren 18 worden gemeten, zijn daarvoor in een eerste geheugen Zk opgeslagen, waarmee 35 een tweede ingang met het logarithmeringselement 23 is verbonden. Het logarithmeringselement 23 bevat bijvoorbeeld een delerschakeling, waarvan de uitgang aan een 8006304 m * PHD.79.061 12 10.11.80 'opzoekgeheugen (ROM) wordt toegevoerd, waarin een logarith-mische omzettingstabel is opgeslagen. De rekeneenheid 25 berekend uit de positie van het centrum van het onderzoeksgebied 11 en de meetrichting de Qoordinaten van de aan ^ het onderzoeksgebied 11 tangerende randstralen 11a en 11b en daarmede de posities p* van de beide bijbehorende detektorelementen 18. Deze berekening is door de geometrie van de inrichting vooraf gegeven en moet alleen dan plaatsvinden, als het onderzoeksgebied 11 excentrisch ligt ^ ten opzichte van de systeemas 2. Valt het centrum van het onderzoeksgebied samen met de systeemas 2 dan zijn de posities p* voor alle meetrichtingen hetzelfde.
De posities p' worden aan een tweede .geheugen 26 toegevoerd, waarin de eerste absorptiewaarden Q1(p, <^) en de tweede absorptiewaarden Q^(p) gescheiden van elkaar worden opgeslagen. De posities p'worden aan het logarithmeringselement 23 toegevoerd zodat de bepaling van de eerste absorptiewaarden Q^(p,a^ ) behorende bij meetwegen, die door het onderzoeksgebied 11 lopen, 20 wordt uitgevoerd. Tijdens het meten van de eerste meetwaarden wordt een stuureenheid 27 daarbij met de in de rekeneenheid 25 bepaalde posities p’ gestuurd, die in het geval van een excentrisch liggend onderzoeksgebied 11 van de hoek y^d afhankelijk zijn. De besturingseenheid 27 25 drijft bijvoorbeeld een elektromotor aan, die de verplaatsing van de absorptiestukken 13» 1¾ voor het uitdiafrag-meren van de waaiervormige stralingsbundel 8 bij de opname van de eerste meetwaarde I^(p,*^ ) uitvoert.
Uit de eerste absorptiewaarden Q^p,-^ ) en de nn ' tweede absorptiewaarden QgiPj·^· ) worden door middel van een elektronische eenheid 28, die verderop meer in detail wordt beschreven, benaderde tweede absorptiewaarden Q'2(p>~^ ) voor de buiten het onderzoeksgebied 11 lopende meetwegen bepaald, waaruit samen met de eerste absorptie-waarden Q^(p,/«c) met behulp van een op zichzelf bekende centrale rekeneenheid 29 de absorptieverdeling ^u(x, y) van het doorstraalde lichaamsvlak wordt bepaald De verkre- 8 0 0 6 30 4 * -Λ PHD.79.061 13 10.11.80 gen absorptieverdeling yu(x, y) wordt in een informatie- geheugen 31 opgeslagen en kan dan bijvoorbeeld op een monitor 30 zichtbaar worden gemaakt. Aan de eenheid 28 worden daarbij via de informatielijn 32 de posities p' g overgedragen, die de positie van de aan het onderzoeksgebied 11 tangerende randstralen 11a en 11b aangeven. Via de informatielijn 33 worden de eerste respektievelijk tweede absorptiewaarden Q.j(p,--v£), Q^P» ^ ) aan de elektronische eenheid 28 toegevoerd, terwijl via de informatielijn 3^· ^ de benaderde tweede absorptiewaarden Q’g(p, Λ ) door de elektronische eenheid 28 in het geheugen 26 worden teruggevoerd, waarbij de absorptiewaarden Q^Cp»·^ )worden vervangen door de benaderde absorptiewaarden Q*·
In fig. 3 wordt de elektronische eenheid 28 15 voor het bepalen van de benaderde tweede absorptiewaarden Q'giP» ^ ) meer in detail beschreven. Hiertoe wordt aangenomen, dat voor een te onderzoeken lichaamslaag een eerste en een tweede meetcyklus wordt doorgevoerd en dat geen lichaamsbewegingen optreden. Er kan dan worden 20 aangenomen, dat afwijkingen m de eerste en tweede meetwaarden langs eenzelfde meetweg in de eerste en de tweede meetcyklus in hoofdzaak worden veroorzaakt door verschillende stralingsenergiespektra, die in de twee op elkaar volgende meetcykli worden gebruikt. Algemeen geldt, dat 25 de primaire intensiteit Iq afhankelijk van de stralingsenergie E is, dus Iq(e). Omdat de stralingsabsorptie eveneens afhankelijk van de energie is y-u(x, y) = yu(x,y,E) zijn ook de eerste respektievelijk.tweede meetwaarden van de energie afhankelijk: 30 E) s J I0(e) exp (-ƒ" yu(x, y, E) ds) dE (1)
Een verlaging van de stralingsintensiteit door wijziging van de röntgenbuisspanning (anodespanning) bij de tweede meetcyklus wordt vergezeld van een verandering van het stralingsenergiespektrum, zodat na de omvorming in de 35 logarithmeerinrichting 23 de tweede absorptiewaarden Qgip»'^)» die langs meetwegen door het onderzoeksgebied 11 zijn bepaald, in de regel van de eerste absorptiewaarden 80 06 30 4 PHD.79.061 14 10.11.80 Q^PjU’), die langs dezelfde meetweg zijn bepaald, afwij- . ken. De afwijking wordt tenminste bij benadering door een korrektiefaktor ) gekorrigeerd, die als volgt wordt gedefinieerd: 0{U) = YZ- ) / Q2(p» ^ ) (2) en afhankelijk is van de meetrichting tJ. . K(n/) geeft daarbij het aantal van de meetwegen door het onderzoeksgebied 11 in een richting ^ aan. De som strekt zich over 10 n alle bij een meetrichting rJL behorende en door het onderzoeksgebied 11 lopende meetwegen uit.
Voor het geval de intensiteitsverandering van de röntgenstralingsbron 1 door verandering van de buis- stroom en bij een onveranderde buisspanning wordt uitge-15 - voerd, resulteert de korrektiewaarde in C{/JL) - 1, omdat het stralingsenergiespektrum niet verandert, waardoor de eerste en tweede meetwaarden met dezelfde soort straling worden gemeten. Om de benaderde tweede absorptiewaarden Q' (p,/^ )te bepalen, waarvan de bijbehorende meetwegen 20 buiten het onderzoeksgebied 11 lopen, worden de tweede absorptiewaarden Qg(p, -J- ) - voor meetwegen buiten het onderzoeksgebied 11 - met de korrektiefaktor c(~é) vermenigvuldigd, zodat geldt: Q12 (P > ) = C ) · Q2 (P» ^ ) (3) ·
De in fig. 3 weergegeven deler-optelschakeling 35 bepaalt uit de via de informatielijn 30 binnenkomende langs dezelfde meetweg gemeten eerste en tweede absorptiewaar- de (p, U) en Q2(p> ) het quotiënt Q^p,·^) / Q2(p>/'^) voor die meetweg en sommeert de successievelijk berekende 30 quotiënten. De berekening wordt voor alle meetwegen, die door het onderzoeksgebied 11 lopen, doorgevoerd, hetgeen door de over de derde informatielijn 32 binnenkomende positiegegevens p' wordt bestuurd. Een teller 36 bepaalt het aantal K() van de door het onderzoeksgebied 11 bij 35 λ een meetrichting λΧ lopende meetwegen en voert het getal K(*£ ) toe aan een deIer-schakeling 37> die uit de som van de quotiënten en het getal de korrektie- 8 0 06 30 4 PHD.79.O6I 15 10.11.80 waarde θ(,χ£) bepaald (zie formule 2). In een vermenigvuldiger 38 worden dan de benaderde tweede absorptiewaarden Q'2(p>-v£) voor buiten het onderzoeksgebied 11 verlopende meetwegen bepaald door de absorptiewaarde Qgip»'1^) met 5 C(/w£) te vermenigvuldigen (zie formule 3)· De benaderde absorptiewaarden Q’^p,/^) worden via informatielijn 34 weer toegevoerd aan het geheugen 26 (fig. 2). Op deze wijze worden de in het geheugen 26 opgeslagen tweede absorptiewaarden ,Q2(p>^ ) voor meetwegen buiten het ^ onderzoeksgebied 11 vervangen door de benaderde absorptiewaarden Q’gCp»^)· De genoemde bewerkingen worden na elkaar voor elke meetrichting /Jï uitgevoerd. Vervolgens wordt met een op zichzelf bekende wijze en met een op zichzelf bekende centrale rekeninrichting 29 de absorptie-^ verdeling ^u(x, y) bepaald, waarbij de eerste absorptiewaarden Q.j(p,/^O samen met de benaderde tweede absorptiewaarden Q’2(p»^£) worden benut.
Ingeval de absorptie binnen een lichaamsvolume moet worden bepaald, kunnen verscheidene, bijvoorbeeld 20, 20 parallel aan elkaar lopende en aan elkaar grenzende lichaamslagen van een deelgebied van het lichaam worden doorstraald. Bij gebruik van een computertomografie- inrichting volgens fig. 1 of 1a wordt dan achtereenvolgens laag na laag doorstraald. Hierbij is het niet noodzakelijk 25 om het buiten het onderzoeksgebied 11 liggende gedeelte van het ligplaatsgebied 4 in elke te onderzoeken laag te doorstralen. Worden slechts enkele aan elkaar grenzende lagen onderzocht, dan is het voldoende om slechts de middelste laag zowel tijdens een eerste als tijdens een tweede meetcyklus te doorstralen. Van de overige lagen wordt slechts het onderzoeksgebied alleen tijdens een eerste meetcyklus doorstraald. De meetwaarden van de omgeving van het onderzoeksgebied 11, die tijdens de tweede meetcyklus uit de genoemde middelste laag zijn ^ verkregen, worden nu voor het rekonstrueren van een absorptiebeeld van de aangrenzende lagen gebruikt alsof deze meetwaarden in de te rekonstrueren laag waren gemeten.
8 0 0 6 30 4 PHD.79.061 16 10.11.80 'Indien het buiten het onderzoeksgebied 11 liggende deel van het lichaam 6 "kontinu'· is (dit wil zeggen weinig veranderingen in absorptie van laag tot laag) toont, dan zullen geen fouten van betekenis in de gerekonstrueerde 5 beelden optreden.
In plaats van het successievelijk doorstralen van de afzonderlijke lagen van het lichaam 6 is het mogelijk met de in fig. 6a weergegeven detektor D', die de in fig. 1 weergegeven detektor D dan moet vervangen, om de 10 verscheidene lagen van het lichaam 6 tegelijk te doorstra-. len. De detektor D' heeft daartoe verscheidene rijen detek-toren R, waarbij elke rij R in een laag de straling detek-teert, die door het onderzoeksgebied 11 gaat. De detektor D’ heeft verder één lange detektorrij R’, die in één laag 15 zowel de straling gaande door het onderzoeksgebied 11 alsook straling door het buiten het onderzoeksgebied 11 liggende deel van het ligplaatsgebied k detekteert. Tijdens de eerste meetcyklus zijn dan de uiteinden 5^ door een op zichzelf bekende instelbaar diafragma, dat tussen de 20 bron 1 en het lichaam 6 is opgesteld, tegen straling afgeschermd. Na de eerste meetcyklus wordt het diafragma zodanig versteld dat alle detektorrijen R tegen straling zijn afgeschermd.
Indien een beduidend deel van het lichaam 6 25 dient te worden onderzocht en dus een beduidend aantal (bijvoorbeeld 10 - 20) aan elkaar grenzende lagen dienen te worden dooorstraald, dan is het nuttig om niet zoals reeds werd voorgesteld slechts van een laag meetwaarden in het buiten het onderzoeksgebied liggende deel in een 30 tweede cyklus te bepalen, maar in twee of meer lagen. Deze lagen dienen dan min of meer uniform tussen alle lagen zijn verdeeld. Derhalve is het mogelijk door inter- of extrapolaties tussen de meetwaarden uit de tweede meetcyklus fiktieve meetwaarden te berekenen voor die lagen, waarvoor geen meetwaarden in de tweede meetcyklus zxjn bepaald. Behalve het successievelijk doorstralen van de aan elkaar grenzende lagen met de inrichting uit fig. 1 35 8 0 06 30 4 PHD.79.061 17 10.11.80 is het mogelijk met de schetsmatig in fig. 6b weergegeven detektor D" verscheidene lagen zowel in een eerste als in een tweede meetcyklus te doorstralen. De detektor D” heeft daartoe twee lange detektorrijen R' voor het meten van 5 straling, die door lagen in het hele ligplaatsgebied 4 gaat, en detektorrijen R voor het meten van straling, die door het onderzoeksgebied 11 gaat.
Aangenomen wordt, dat de in fig. 6b weergegeven detektor Dn in totaal twintig detektorrijen bevat, waarvan ^ alleen de eerste en laatste detektorrij R’ straling meten, die langs het onderzoeksgebied 11 heengaat. De bepaalde tweede absorptiewaarden van de eerste en de laatste (bijvoorbeeld twintigste) lichaamslaag worden dan aangeduid met Q2^1)(pj'U) en Q2^2Ó^(p, Λ). De eerste, de laatste 15 ^ ^ lichaamlaag en de daartussen liggende verdere lichaams-lagen worden voor het verkrijgen van de eerste absorptiewaarden Q^n^(p,./v£ ) (1 n ^ 20) tijdens een eerste meetcyklus doorstraald. Met n wordt het nummer van een lichaamslaag aangeduid.
20
In het onderstaande wordt ervan uitgegaan, dat positie en grootte van de onderzoeksgebieden in de naast elkaar liggende lichaamslagen in elke lichaamslaag hetzelfde is. Indien de positie en grootte van de onderzoeksgebieden van elkaar afwijken, moeten de diverse formules 25 dienovereenkomstig worden gewijzigd. Dit tast echter de basisgedachte van de uitvinding niet aan.
Op de aan de hand van fig. 3 beschreven wijze voor het bepalen van de absorptieverdeling ^u(x, y) binnen een lichaamslaag worden alleen voor de eerste en twintigste 30 lichaamslaag de benaderde tweede absorptiewaarden Q'2^^(p,a<£) bepaald. Voor het bepalen van absorptiewaarden, die langs meetwegen zijn te bepalen, die buiten een onderzoeksgebied in een tussen de eerste en twintigste lichaamslaag liggende n-de laag lopen, worden met behulp 35 van de tweede absorptiewaarden Q2^^(p,^) óf met behulp van de tweede absorptiewaarden (p>*/£ ) óf door een interpolatie tussen deze twee absorptiewaarden bepaald.
8 0 0 6 30 4 PHD.79.061 18 10.11.80 ---------- Een uitvoeringsvorm voor het bepalen van de benaderde tweede absorptiewaarden Q'2^n^(p,A^ ) voor een n-de lichaamslaag wordt beschreven door onderstaande vergelijking 4 en 5s Q'2^n^ (p»>v£.) = C(.-v£)(n) . Q2^1^(0,/ii) voor n = 2, 3, ...19 w met c(o£)(nï = ~~ Q./n^(p,^)/Q2^(p, ). (5) p
Het quotiënt Q.| (p,ni?) / 1 ^ (ρ,-ν^) wordt ^ uit de eerste absorptiewaarden (n)(p,-0 van de betreffende lichaamslaag n en uit de tweede absorptiewaarden Q2^(p>·^ ) van de eerste lichaamslaag in de meetrichting J. door. het onderzoeksgebied in de lichaamslaag n heengaande meetwegen gevormd. De som van alle quotiënten beho-^ rende bij de meetrichting u wordt gedeeld door het getal , dat voor een meetrichting λ£ het aantal van de door het onderzoeksgebied van de betreffende lichaamslaag lopende meetwegen aangeeft.
De tweede absorptiewaarden Q2^^(p»a^) van de 2^ eerste lichaamslaag worden vermenigvuldigd (zie formule 4) met de korrektiefaktor c<-0(" voor elke richting voor het bepalen van benaderde tweede absorptiewaarden Q'2^n^(p»^) voor de n-de lichaamslaag, die bij de buiten het onderzoeksgebied lopende meetwegen horen.
Deze methode, waarbij voor het verkrijgen van' de absorptieverdeling van een n-de lichaamslaag steeds van de eerste absorptiewaarde Qg^ ^(p, ) van de eerste lichaamslaag wordt uitgegaan, levert echter slechts een benaderde absorptieverdeling in de opeenvolgende n-de 3® lichaamslagen. De resultaten kunnen bijvoorbeeld als een voorlopige analyse op de monitor 30 (fig. 2) worden weergegeven.
Zijn echter alle meetwaarden beschikbaar en zijn dus de eerste en de laatste (twintigste) lichaamslaag 35 elk tijdens een eerste en tweede meetcyklus doorstraald, waarbij de.tussenliggende lichaamslagen slechts tijdens een eerste meetcyklus voor het bepalen van eerste absorp- - 80 06 30 4 PHD.79.061 19 10.11.80 ---------tiewaarden Q^n^(p»''^) zijn doorstraald, dan kunnen ook de tweede absorptiewaarden Qg(P>) voor het bepalen van tweede absorptiewaarden in de tussenliggende lichaams-lagen worden benut. Een benaderde tweede absorptiewaarde 5 Q,2^n^p,/V^ ) voor een meetweg in een n-de lichaamslaag wordt dan bijvoorbeeld bepaald door: -j
Q'2(n)(p,^) = c{vf)(n)i(i.(1)(p,«£)»(“) + Q2(20)(p.^)b(l,)J
i Ld (6) waarbij a^n^ en b^n^ interpolatiefaktoren zijn en bij-^ voorbeeld gelijk zijn aan: a<n) = (7) en !>(“) = 1 - ' (8) en waarbij /on\ ^)(η)=Κ^ΣΖ Q/n)(P»^)/{Q2(l)(P»^)a(n) + Q2 (p,A^)b(n^j (9) een korrektiefaktor is, die van de tweede absorptiewaarden in de eerste en twintigste lichaamslaag afhangt. Op deze wijze verkrijgt men voor een (n-de) lichaamslaag benaderde tweede absorptiewaarden Q’2^(p,λΛ) voor meetwegen buiten het onderzoeksgebied in de n-de laag.
In fig. 4 is een blokschema van een schakeling 28’ voor het uitvoeren van de voorgaand beschreven werk-
2C
wijzen gegeven. De schakeling 28’ bevat een informatie-geheugen 39» waarin alle eerste absorptiewaarden q/1^(p»·^)» ...» Q/n^(p,^), *·.» Q-/2°^(p>~£) en de tweede absorptiewaarden Q^^ Cp»^) » Q2<*>W). die in de eerste en twintigste lichaamslaag zijn gemeten, zijn ^ opgeslagen.
In een geheugen 40 zijn de interpolatiefaktoren a^n^ en b^n^ opgeslagen. Na afsluiting van alle meetcykli voor het doorstralen van de 20 lichaamslagen voert de vermenigvuldig- en optelschakeling 41 voor elke p voor 35 elke meetrichting en voor elke laag na elkaar twee vermenigvuldigingen (zie formule 6) (q2( 1 ^(p»*?)a^ en Q2(20>(P,J )b(n) uit. De som van beide vermenigvuldigingen wordt voor elke lichaamslaag 2, 3, ·.··, 19 in het infor- 8006304 PHD.79.061 20 10.11.80 matiegeheugen 39 opgeslagen terwijl in een geheugen 42 voor elke meetrichting Jl en elke laag n na de berekeningen voor een meetrichting het door teller 36 getelde aantal wordt opgeslagen. De elementen met de verwijzings-5 cijfers 35 > 36, 37, 38 komen overeen met de met hetzelfde verwijzingscijfer aangeduide eleneiten in fig. 3· De in het informatiegeheugen 39 opgeslagen eerste absorptiewaarden Q/n)(p, Jt) worden samen met de benaderde tweede absorptiewaarden Q1(Pr'-'f ) vi-a de informatielijnen 43 en 34 10 naar het tweede geheugen 26 (zie fig. 2) teruggevoerd, zodat ze voor het bepalen van de absorptieverdeling in de verschillende lichaamslagen ter beschikking staan.
Ook is het mogelijk voor het bepalen van de absorptiedeling in een driedimensionaal deel van het lich-^ aam 1 om het totale ligplaatsgebied van de eerste en van de twintigste lichaamslaag in slechts één meetcyklus volledig met de eerste intensiteit voor he.t bepalen van eerste absorptiewaarden Q^^(p,-v^) voor de eerste lichaamslaag respektievelijk Q (p,*·^) voor de twin- tigste lichaamslaag te doorstralen. De benaderde tweede absorptiewaarden Q’g^^P»^) voor een tussenliggende lichaamslaag n worden dan als volgt bepaalds Q'2^(p>~£) = q/^Cp,''^) . a^11) + q1 (^°) (p,,v^)b^n^ (10) (n) (n) 25 bepaald, waarbij a^ ' en b' ' door formule 7 en 8 zijn vastgelegd. De bij de verschillende absorptiewaarden behorende meetwegen hebben in de genoemde lichaamslagen ongeveer dezelfde positie ten opzichte van de systeemas 2. Met de benaderde absorptiewaarden Q» (n)(p,^) en met de 3Q eerste absorptiewaarden ' '(p»*-t), waarvan de bijbehorende meetwegen door het onderzoeksgebied van tussenliggende lichaamslaag (n) lopen, wordt de absorptieverdeling ^u(x, y) van de lichaamslaag (n) gerekonstrueerd. Omdat voor de eerste en twintigste lichaamslaag slechts één 35 meetcyklus wordt uitgevoerd, wordt hierdoor de totale meettijd verder verkleind.
Het is duidelijk, dat vooral de in fig. 6a en b geschetste detektoren bij de hiervoor beschreven werkwijze 8 0 06 30 4 PHD.79.O6I 21 10.11.80 » % -------toepasbaar zijn. Daarbij wordt de totale meettijd voor alle n verschillende lagen teruggebracht tot de meettijd, die voor een enkele laag nodig is. Dit is vooral belangrijk, omdat tijdens de metingen het lichaam 6 in rust ® moet zijn. Door het verkorten van de meettijd worden beeldfouten in de te rekonstrueren beelden voorkomen, omdat bijvoorbeeld het inhouden van de adem gedurende 4-6 sekon-den (meettijd voor een laag) zeer goed mogelijk is, maar een meettijd van 4θ-6θ sekonden (10 lagen) zou reeds ^ problemen opleveren.
Bij de tot nu toe gebruikelijke rekonstruktie-wijzen werd er geen rekening mee gehouden, dat de korrektie van de tweede absorptiewaarden (p.»-v£) door vermenig vuldiging met de korrektiefaktor C(v^) j (C^n^(,j(?)) slechts ^ een benadering van de eerste absorptiewaarden (n)(p,^) bewerkstelligt. Lokale afwijkingen kunnen daardoor niet worden geëlimineerd. Dergelijke lokale afwijkingen treden echter bijvoorbeeld tussen eerste absorptiewaarden Q1 (p' i^) en benaderde tweede absorptiewaarden Q’^fp'»''^) on u op, waarbij p’ de positie respektievelijk het verloop van een aan het onderzoeksgebied 11 tangerende randstraal aangeeft. Door de stapvormige overgangen tussen Q^(p'f^) en Q'2(p' » d) kunnen lokale beeldfouten in de gerekonstru-eerde absorptieverdeling optreden.
Om dit te vermijden, wordt voor elk onderzoeks-vlak en voor elke meetrichting Λ door een uitgebreidere korrektie een lokale aanpassing van de benaderde tweede absorptiewaarden Q*2(p »,Λ) aan de eerste absorptiewaarden Q-jCp'»^) verkregen.
^ De uitgebreidere korrektie wordt volgens formule Q'^^h^P»·^) waarbij n = 1, 2, ...20 (11) uitgevoerd. Daarbij zijn de absorptiewaarden Q*2(n)(p,/v£.) de reeds door de rekeneenheid 38 (zie fig, 3) berekende 35 benaderde tweede absorptiewaarden. De absorptiewaarde Q",/n)(p,At) is de gekorrigeerde benaderde tweede absorptiewaarde behorende bij een meetweg buiten een onderzoeks- 80 06 30 4 PHD.79.061 22 10.11.80 -------gebied T1. De faktor d^n^(p,A^) is een tweede korrektiefaktor, die een monotoon verlopende overgang van de eerste absorptiewaarden Q^n^(p, Λ) op positie p p* naar de benaderde tweede absorptiewaarde Q’ ,(n)(p ,J) op de positie 5 p ^ p' te bewerkstelligen, waarbij de tweede korrektiefaktor bijvoorbeeld voldoet aan: d^n^(p,.n£) s 1 - f(p-p’) + -7—1- . fip-p1) (12)
Qf 2[n) (P* ,Λ) 10 Hierbij is f(p-p') een als funktie van de afstand monotoon afnemende weegfunktie, waarin f(p-p’) = 1 voor p-p’ a 0 en f(p-p')<C 1 voor /p-p'j^ 0 De begrenzing van de uitgebreidere korrektie tot een lokaal gebied van de absorptiewaarden wordt door de juiste 15 keuze van een weegfaktor f(p-p’) verkregen.
De elementen met de verwijziiigscijfers 35 tot en met 42 in fig, 4 komen overeen met de elementen met dezelfde verwijzingscijfers in fig. 5· Zoals af te leiden uit fig. 5 worden de met vermenigvuldiger 38 verkregen 20 benaderde tweede absorptiewaarden via een informatielijn 48 in het informatiegeheugen 39 gevoerd, om de daarin opgeslagen absorptiesommen
Qo^1 ^ (ρ>λ£) .a^n^ + Q9^^(p,/vü) .b^n) te vervangen. In de λ ^ f II1 Z) delereenheid 44 worden dan de quotiënten Q1 v '(ρ’,^Ό / 25 Q,2^(p',Λ^) ( zie formule 12) gevormd en in een geheugen (bijvoorbeeld een dood geheugen, ROM) worden de weegfak-toren f(p-p') opgezocht om daarna met de vermenigvuldigen optelinrichting 46 de tweede korrektiefaktor d^n^(p,-v£) te bepalen. De tweede korrektie (zie formule 11) wordt 30 daarna in de vermenigvuldiger 47 uitgevoerd, waaraan derhalve de tweede korrektiefaktor d^n^(p,/v^) en de tweede benaderde absorptiewaarde (ρ>Λ^) vanuit het informatiegeheugen 39 wordt toegevoerd.
De door de blokschakeling in fig. 5 beschreven 35 werkwijze is ook geschikt om afwijkingen tussen eerste absorptiewaarden Q^n^(p, Ji) en tweede absorptiewaarden Q2(n)(p,^), die door patiëntbewegingen zijn veroorzaakt, .....voldoende te korrigeren. De uitgebreid gekorrigeerde bena- 8 0 0 6 30 4 PHD.79.O6I 23 . 10.11.80 --------derde tweede absorptiewaarden (ρ,λΛ^) wordt via informatielijn 3k in het geheugen 26 gevoerd.
De werkwijze volgens de uitvinding beperkt zich niet tot het gebruik in met een met de bron meebewegende 5 detektorinrichting zoals in fig. 1 is getoond, maar kan ook worden toegepast in computertomografie-inrichtingen met een enkele of enkele tientallen detektoren of met een stationaire detektorinrichting, die een gesloten ring van detektoren bevat, worden gebruikt.
10 15 20 25 30 80 06 30 4 35
Claims (15)
1. Werkwijze voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak onderzoeksgebied in een lichaam, dat binnen een ligplaatsgebied ligt, dat het onderzoeksgebied volledig omgeeft, waarbij het onderzoeks- ® gebied in verschillende in het onderzoeksgebied liggende meetrichtingen volledig langs een groot aantal meetwegen met straling van een eerste intensiteit wordt doorstraald voor het bepalen van eerste meetwaarden, waarbij het buiten het onderzoeksgebied liggende deel van het ligplaats- 10 gebied in evenzovele meetrichtingen langs meetwegen met straling van een tweede intensiteit die kleiner is dan de eerste intensiteit wordt doorstraald voor het bepalen van tweede meetwaarden, waarbij uit de eerste meetwaarden eerste absorptiewaarden en uit de tweede meetwaarden tweede 15 absorptiewaarden worden bepaald, die voor het rekonstrueren van de verdeling van de stralingsabsorptie worden benut, met het kenmerk, dat in een eerste meetcyklus van de te onderzoeken lichaamslaag alleen het onderzoeksgebied (11) voor het bepalen van de eerste absorptiewaarden (Q.ip,^)) 20 met de eerste intensiteit (i^) ®n in ®®n tweede meetcyklus van dezelfde of een naburige lichaamslaag het totale ligplaatsgebied (4) voor het bepalen van tweede absorptiewaarden (Q2(p>.^)) met de tweede intensiteit (lQ2) wordt doorstraald. 25
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het lichaam (6) voor het doorstralen van parallel ten opzichte van tenminste een aan een reeds doorstraalde lichaamslaag grenzende lichaamslaag (n) in een richting dwars op alle meetrichtingen wordt verplaatst, waarna 30 slechts een onderzoeksgebied in de te doorstralen lichaamslaag (n) met een straling van de eerste intensiteit (i^ ) voor het bepalen van eerste absorptiewaarden ((p».-*£)) 8 0 0 6 30 4 PHD.79.061 25 10.11.80 wordt doorstraald, waarbij voor elke meetrichting de tweede absorptiewaarden van de reeds doorstraalde lichaams-laag, waarvan de bijbehorende meetwegen buiten het onderzoeksgebied (11) lopen, bij de rekonstruktie van de 5 stralingsabsorptieverdeling in de lichaamslaag (n) als benaderde tweede absorptiewaarden n)(p.^)) worden benut.
3* Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ten opzichte van eerste intensiteit (i^ ) ^® kleinere tweede intensiteit (l^) door verlaging van de buisstroom van een röntgenstralingsbron (1) wordt ingesteld.
4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tweede intensiteit (Iq^) door vermindering 15 van de buisspanning van een röntgenstralingsbron (1) wordt ingesteld.
5. Werkwijze volgens conclusie 1 en 4, met het kenmerk, dat voor elke meetrichting een korrektiefaktor (cUi)) wordt gevormd, waarmee de tweede absorptiewaarden, waarvan de bijbehorende meetwegen buiten het onderzoeksgebied lopen, voor de vorming van benaderde tweede absorptiewaarden (Q*2(p>'v^)) worden vermenigvuldigd, waarbij de korrektiefaktor wordt bepaald door bij alle bij één meetrichting (λ£) behorende en door het onderzoeksgebied (11) lopende meetwegen behorende eerste absorptiewaarde door de bij dezelfde meetweg behorende tweede absorptiewaarde te delen om daarna voor het bepalen van de korrektiefaktor alle quotiënten rekenkundig te middelen.
6. Werkwijze volgens conclusie 2 en 4, met het kenmerk, dat voor elke verdere lichaamslaag (n) en elke meetrichting (-ν£.) een verdere korrektiewaarde (Cw(*fi) wordt gevormd door een quotiënt van elke verdere eerste absorptiewaarde (Q^n^(pj-^)) door een langs dezelfde meetweg bepaalde tweede absorptiewaarde (^{ViaX)) van OC 03 de eerste lichaamslaag te bepalen en alle voor de meetrichting (rjL) bepaalde quotiënten rekenkundig te middelen, en dat de tweede absorptiewaarden (q^ ^ (p,-v£) ) 80 06 30 4 PHD.79.061 26 10.11.80 van de eerste lichaamslaag, waarvan de bijbehorende meetwegen buiten het onderzoeksgebied (11) in deze meetrich-ting (<t£) lopen, voor het bepalen van benaderde tweede absorptiewaarden (Ο'^^ίρ,/ιϋ)), die bij de verdere 5 lichaamslaag (n) behoren, met de verdere korrektiewaarde (C (n)(.J)) worden vermenigvuldigd.
7. Werkwijze volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat voor het bepalen van een stralingsabsorptie-verdeling in een een driedimensionaal lichaamsgebied van 10 een eerste en een laatste lichaamslaag, die het lichaams-gebied begrenzen, het totale ligplaatsgebied met de tweede intensiteit (Iq2) voor het bepalen van tweede absorptiewaarden (q2^1 ^(p,a^ ), q2^(p,^)) worden doorstraald, waarbij benaderde verdere tweede absorptiewaarden 15 (Q'2(n)(p,^)) voor een tussen de eerste en laatste lichaamslaag (1) respektievelijk (N) gèlegen lichaamslaag (n) worden bepaald door voor elke meetweg in de verdere lichaamslaag (n) een absorptiesom ((^^^(ρ,ίΌ ) te vormen, die uit een vermenigvuldiging van een tweede absorptie-20 waarde (Q2 (l)(p,^)) , waarvan de bijbehorende meetweg binnen de eerste.lichaamslaag (l) loopt, met een eerste weegfaktor (a'1 /) en uit een vermenigvuldiging van een tweede absorptiewaarde (Q2 (Ν)<Ρ,λ/)), waarvan de bijbehorende meetweg binnen de laatste lichaamslaag (n) loopt, 25 met een tweede gewichtsfaktor (b^n^), wordt samengesteld, waarbij de genoemde meetwegen allen eenzelfde oriëntatie (p./vft binnen de drie parallel aan elkaar lopende onder-zoeksvlakken (l, n, N) hebben en de weegfaktoren, waarvan de som een is, van de afstand van de verdere lichaamslaag 30 (n) tot de eerste (l) respektievelijk laatste (N) lichaamslaag afhankelijk zijn, en dat met de absorptiesommen (Q2^(p,/V^)) , die bij de binnen het onderzoeksgebied van de verdere lichaamslaag (n) lopende meetwegen behoren en met de verdere eerste absorptiewaarden (Q.^n^(p, J)) een 35 benaderde korrektiefaktor (C^n^(/vf )) wordt bepaald door het quotiënt van een verdere eerste absorptiewaarde («/n)(p·^)) door een bij dezelfde meetweg behorende "8 0 0 6 30 4 s PHD.79.061 27 10.11.80 ..........absorptiêsom (Q^ <“><ρ.Λ)> van dezelfde lichaamslaag (n) te bepalen en daarna alle voor de meetrichting {λ£) gevormde quotiënten rekenkundig te middelen voor het bepalen van de benaderde korrektiefaktor (c^n^(sd!))> waarna voor 5 het verkrijgen van benaderde verdere tweede absorptie-waarden (Q'(p,a£)) elke absorptiêsom (q^ (n)(p,«/)) wordt vermenigvuldigd met de korrektiefaktor (C (n)U)). van welke absorptiesommen de bijbehorende meetwegen buiten het onderzoeksgebied van de verdere lichaamslaag (n) 10 lopen.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de eerste weegfaktor als a^n^ = en de tweede weegfaktor als b^ ' = 1 - a' ' wordt gekozen, waarbij n het aantal lichaamslagen tot de eerste lichaamslaag is 15 en N het totaal aantal doorstraalde lichaamslagen is.
9* Werkwijze volgens een der conclusies 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat voor elke lichaamslaag (n) voor het verminderen van lokale beeldfouten de benaderde tweede respektievelijk benaderde verdere tweede absorptiewaarden 20 (Qo^n^(p»^X)» Q*2^n^(p>) meÏ een verdere weegfaktor (d'n^) worden vermenigvuldigd, die afhankelijk is van het verschil in plaats (p-p1) van de in een meetrichting (*/) parallel ten opzichte van elkaar verlopende meetwegen (p) tot de meetweg (p*), die aan het onderzoeksgebied van 25 de lichaamslaag (n) tangeert.
10. Werkwijze volgens conclusie 9> met het kenmerk, dat de verdere weegfaktor als / \ . Q1 (p ’ i\J^) d n (p»^) = 1 - £(p-p') +-rry--77 f(p-p')
30 Q'2laJ(P^) wordt gekozen, waarbij (p»-v^)) een eerste absorptie- waardej Q’2^n^(p, a^)) een benaderde tweede absorptiewaarde van een eerste respektievelijk van een verdere (n) lichaamslaag langs de aan het onderzoeksgebied tangerende meet-25 wegen (p*) zijn en ίζρ-ρ1) een monotoon afnemende weeg-funktie is.
11. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 8 0 06 30 4 PHD.79.061 28 10.11.80 - dat tijdens de eerste, tweede meetcyklus een bron voor het opwekken van de doordringende straling zich op een eerste respektievelijk tweede afstand van het onderzoeksgebied bevindt, waarbij de eerste afstand kleiner is dan 5 de tweede.
12. Computertomografie-apparaat voor het bepalen van de stralingsabsorptieverdeling in een vlak van een lichaam, welk apparaat bevat een stralingsbron voor het opwekken van een bundel doordringende straling voor het 10 doorstralen van een lichaam in een veelvoud van in een vlak liggende richtingen, een detektorinrichting voor het meten van de het lichaam gepasseerde straling voor het leveren van absorptiewaarden, die een maat zijn voor de stralingsverzwakking langs door het lichaam heengaande 1® in een vlak gelegen meetwegen, een drager, waarop de stralingsbron en de detektorinrichting tegenover elkaar zijn bevestigd, waartussen is voorzien in een ligplaats-gebied voor het opnemen van het te onderzoeken lichaam, een centrale verwerkingsinrichting voor het uit de absorp-20 tiewaarden bepalen van absorptiecoëfficiënten van de stralingsabsorptieverdeling, een geheugen voor het opslaan van de absorptiewaarden en absorptiecoëfficiënten, en een weergeefinrichting voor het weergeven van de stralingsabsorptieverdeling, met het kenmerk, dat de detektorin-20 richting tenminste een korte en een lange detektorrij omvat, die parallel aan elkaar geplaatst zijn, waarbij de zich aan de uiteinden van de lange detektorrij bevindende detektoren straling detekteren, die aan het ligplaats-gebied tangeert en de korte detektorrij de grootte van 30 een zich binnen het ligplaatsgebied bevindend onderzoeksgebied bepaalt.
13. Computertomografie-apparaat volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de detektorinrichting twee lange detektorrijen bevat, waartussen korte detektorrijen zijn geplaatst,
14. Computertomografie-apparaat voor het bepalen van de stralingsabsorptieverdeling in een vlak van een 8 0 06 30 4 PHD.79.061 29 10.11.80 .......lichaam, welk apparaat bevat een stralingsbron voor het opwekken van een bundel doordringende straling voor het doorstralen van een lichaam in een veelvoud van in een vlak liggende richtingen, een detektorinrichting voor het 5 meten van de het lichaam gepasseerde straling voor het leveren van absorptiewaarden, die een maat zijn voor de stralingsverzwakking langs door het lichaam heengaande in een vlak gelegen meetwegen, een drager, waarop de stralingsbron en de detektorinrichting tegenover elkaar 10 zijn bevestigd, waartussen is voorzien in een ligplaats-gebied voor het opnemen van het te onderzoeken lichaam, een centrale verwerkingsinrichting voor het uit de absorptiewaarden bepalen van absorptiecoëfficiënten van de stralingsabsorptieverdeling, een geheugen voor het opslaan ^ van de absorptiewaarden en de absorptiecoëfficiënten, en een weergeefinrichting voor het weergeven van de stralingsabsorptieverdeling, met het kenmerk, dat in een voedingseenheid is voorzien voor het met twee verschillende stralingsintensiteiten bedrijven van de stralingsbron on u voor het in een eerste meetcyklus voor elke genoemde richting met een een hoge stralingsintensiteit (i^) bepalen van eerste absorptiewaarden (Q^(p,/v^)) behorende bij meetwegen, die door een onderzoeksgebied gaan, dat een centraal deel van het ligplaats geb^ied beslaat, en voor het on in een tweede meetcyklus voor elke genoemde richting met een lage stralingsintensiteit (lQ2) "bepalen van tweede absorptiewaarden (Qg(pbehorende bij meetwegen, die het hele ligplaatsgebied beslaan, en dat het apparaat verdere rekenmiddelen bevat voor het bepalen van het 30 aantal k per richting door het onderzoeksgebied gaande meetwegen, voor het bepalen en sommeren van quotiënten van de bij die meetwegen behorende eerste en tweede absorptiewaarden en Qgjvoor het delen van de aldus verkregen som door het aantal k van meetwegen^voor het aldus bepalen van een korrektiefaktor C(v^) volgens de formule c(^) = (( yü. (Q1 (p,A^)/Q2(p,.v?))/k, en voor het met de korrektiefaktor C(*Jl) vermenigvuldigen 8006304 PHD.79.061 30 10.11.80 -van de bij die meetrichting horende verdere tweede absorp-tiewaarden QgiPjA^), die langs meetwegen zijn bepaald die buiten het onderzoeksgebied blijven.
15* Computertomografie-apparaat volgens conclusie 12 5 of 13 en 14, met het kenmerk, dat het apparaat een inter-polatierekenschakeling bevat voor het bepalen van geïnterpoleerde waarden uit de door de lange detektorrijen geleverde absorptiewaarden. 10 15 20 25 35 8 0 06 30 4
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8006304A NL8006304A (nl) | 1980-11-19 | 1980-11-19 | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een lichaam. |
FR8026197A FR2495787A1 (fr) | 1980-11-19 | 1980-12-10 | Procede et dispositif pour determiner la repartition de l'absorption de rayonnement dans un plan d'un corps |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8006304A NL8006304A (nl) | 1980-11-19 | 1980-11-19 | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een lichaam. |
NL8006304 | 1980-11-19 | ||
FR8026197A FR2495787A1 (fr) | 1980-11-19 | 1980-12-10 | Procede et dispositif pour determiner la repartition de l'absorption de rayonnement dans un plan d'un corps |
FR8026197 | 1980-12-10 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8006304A true NL8006304A (nl) | 1982-06-16 |
Family
ID=26222114
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8006304A NL8006304A (nl) | 1980-11-19 | 1980-11-19 | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een lichaam. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
FR (1) | FR2495787A1 (nl) |
NL (1) | NL8006304A (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4207006C2 (de) * | 1992-03-05 | 1994-07-14 | Siemens Ag | Computertomograph |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB1478123A (en) * | 1973-08-18 | 1977-06-29 | Emi Ltd | Tomography |
US4076985A (en) * | 1973-08-18 | 1978-02-28 | Emi Limited | Computerized tomographic scanner with beam distribution control |
DE2609925C2 (de) * | 1976-03-10 | 1982-06-09 | Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg | Anordnung zur Ermittlung der Verteilung der Absorption eines Körpers |
DE2622177A1 (de) * | 1976-05-19 | 1977-12-01 | Philips Patentverwaltung | Anordnung zur ermittlung der absorption einer strahlung in einer ebene eines koerpers |
NL171222C (nl) * | 1976-10-01 | 1983-03-01 | Philips Nv | Apparaat voor het meten van lokale absorptieverschillen. |
NL7711285A (nl) * | 1977-10-14 | 1979-04-18 | Philips Nv | Onderzoekinrichting voor het bepalen van lokale absorptiewaarden in een vlak van een lichaam. |
DE2802593A1 (de) * | 1978-01-21 | 1979-07-26 | Philips Patentverwaltung | Geraet zur ermittlung der raeumlichen verteilung der absorption von strahlung in einem ebenen bereich |
-
1980
- 1980-11-19 NL NL8006304A patent/NL8006304A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-12-10 FR FR8026197A patent/FR2495787A1/fr active Granted
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2495787B1 (nl) | 1984-09-21 |
FR2495787A1 (fr) | 1982-06-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4442489A (en) | Device for computed tomography | |
US6639964B2 (en) | Device and method for forming a computed X-ray tomogram with scatter correction | |
US5293312A (en) | Method and apparatus for computing tomographic scans | |
US5128864A (en) | Method for computing tomographic scans | |
US4887285A (en) | Method and device for determining the spatial distribution of chemicals in an object | |
US9872661B2 (en) | X-ray CT apparatus, and image processing apparatus | |
JPH0446578B2 (nl) | ||
WO2006080144A1 (ja) | X線計測装置 | |
US6438197B2 (en) | X-ray computed tomography apparatus with correction for beam hardening | |
CN103339497B (zh) | 探测值处理设备 | |
WO2015064446A1 (ja) | X線撮像装置、x線撮像方法、及び、x線撮像装置のモニタリング方法 | |
JPS6258737B2 (nl) | ||
US20110096968A1 (en) | Extension of the field of view of a computed tomography system in the presence of interfering objects | |
GB2088670A (en) | Radiation absorption distribution measurement in a part section of a body | |
US4066902A (en) | Radiography with detector compensating means | |
Dong et al. | Relationship between x‐ray illumination field size and flat field intensity and its impacts on x‐ray imaging | |
NL1007211C2 (nl) | CT-scanner met gesimuleerde parallelle bundel. | |
US7379527B2 (en) | Methods and apparatus for CT calibration | |
JP2011525382A (ja) | kエッジ撮像のための医療X線検査装置及び方法 | |
WO2019149762A1 (en) | Non-spectral computed tomography (ct) scanner configured to generate spectral volumetric image data | |
EP0793901A1 (en) | Normalization of tomographic image data | |
US10646186B2 (en) | X-ray CT apparatus, information processing device and information processing method | |
US20150190108A1 (en) | 3D Image Generation Method and Device for G-arm X-ray Machine and G-arm X-ray Machine | |
US4309614A (en) | Device for computed tomography | |
NL8006304A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de verdeling van stralingsabsorptie in een vlak van een lichaam. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |