NL8006266A - Urinaal. - Google Patents

Description

* V

Hw/Mv/Haan 2 -1-

Wilhelmus Albertus Otto Haan te Uden.

Urinaal

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opvangen van urine bij incontinente mannelijke patiënten, voorzien van een externe catheter, bestaande uit een flexibele cilindrische dunne huls en een daarop aanslui-5 tend ten opzichte van de huls stijver conisch deel met afvoer-opening, en van een op de afvoeropening aangesloten slang met opvangreservoir.

De uitvinding beoogt een inrichting van het in de aanhef beschreven type te verbeteren opdat de afvoer 10 van urine onder alle omstandigheden ongestoord kan plaatsvinden, waarbij het comfort voor de drager gehandhaafd blijft of zelfs wordt verhoogd.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de hartlijn van de cilindrische huls een hoek ' 15 maakt met die van het conische deel. Hiermee wordt een betere stroomdoorgang verzekerd, waardoor opstoppingen wordt voorkomen, welke opstoppingen normaal een oorzaak kunnen zijn voor lekken. Bij hét op de voorgeschreven wijze aanbrengen van de externe catheter wordt bovendien verzekerd dat van buiten af 20 de inrichting onder de kleding van de patiënt niet zichtbaar is dankzij de gunstige vorm.

Indien de inrichting wordt gebruikt met een aan de binnenzijde van de cilindrische huls aangebrachte voering van elastisch materiaal, dan stelt de uitvinding verder voor 25 om de voering als een strook uit te voeren waarvan de lengte en de breedte zodanig is dat de voering schroeflijnvormig om de schacht van· de penis kan worden gewikkeld opdat het merendeel van de binnenzijde van de cilindrische huls is bedekt.

Naast het comfortverhogende effect van de voering is de schroef 30 lijnvormige wikkeling van voordeel, omdat hiermee een schroef- 8 0 06 26 6 ' 1 c -2- lijnvormig kanaal kan worden verkregen, waardoor ventilatie mogelijk is. Voorts draagt het kanaal bij aan de luchttoevoer tot in het conische deel waardoor onderdrukken daar ter plaatse worden vermeden. Het schroeflijnvormige kanaal heeft niettemin 5 een zodanige lengte dat lekkage van urine via dit kanaal is voorkomen.

Bij voorkeur is de voering als dubbelzijdige . plakstrook uitgevoerd. Voor een betere hanteerbaarheid stelt de uitvinding verder ^oor om tot een zekere afstand van het y i10 einde van de strook het oppervlak vrij van plakmiddel te houden. Hiermee, wordt bovendien huidirritatie ten gevolge van het plakmiddel voorkomen.

In een andere uitvoeringsvorm stelt de uitvinding voor om aan de binnenzijde van de cilindrische huls een voering 15 van flexibel materiaal te bevestigen, welke voering aan de van de huls afgekeerde zijde kan zijn voorzien van een plakmiddel. Voorts kan deze voering eveneens zijn voorzien van een schroeflijnvormig kanaal ten einde de hierboven beschreven ventilatie mogelijk te maken. Het voordeel van een dergelijke uit één ·.

20 stuk bestaande catheter is het gemakkelijker aanbrengen van de catheter bij de patiënt.

Ten einde bij langdurig gebruik huidirritatie te voorkomen, stelt de uitvinding voor om het plakmiddel onderbroken op het oppervlak van de voering aan te brengen.

25 Door hét onderbroken patroon van hét plakmiddel zal telkens een ander gedeelte 'van de huid met het plakmiddel in aanraking komen, waardoor de voornoemde huidirritatie tot een minimum wordt beperkt.

Ten slotte stelt de uitvinding voor om het uit 30 een flexibele zak van kunststofmateriaal bestaande opvangreservoir uit te voeren met plaatselijk aan elkaar gehechte wanden, waardoor de totale dikte van het gevulde reservoir beperkt blijft en het klotsen van de vloeistof in het reservoir wordt voorkomen.

35 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de' hand van een figuurbeschrijving van een tweetal uitvoerings-voorbéelden.

8006266 -3-

In de bijgaande tekening toont:

Fig. 1 een schematisch zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding,

Fig. 2 een voorkeurs uitvoeringsvorm van een 5 strookvormige voering,

Fig, 3 een langsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van de catheter.

De inrichting volgens fig.1 bestaat in hoofdzaak uit een catheter 1, een daarop aangesloten terug-10 slagklep 2 met daaraan verbonden flexibele slang 3 die naar een opvangreservoir 4 leidt.

De catheter 1 bestaat uit een cilindrisch deel 5 van flexibel materiaal, dat zodanig dun is uitgevoerd dat het gemakkelijk om de schacht van de penis van de patiënt kan 15 worden aangebracht. Op het cilindrische deel 5 sluit een conisch deel 6 aan, en wel zodanig dat de hartlijn A-A van het cilindrische deel een hoek insluit met de hartlijn B-B van het conische deel. Bij het juist aanbrengen van de catheter bij de patiënt zal ten gevolge van deze hoek van buitenaf de ca-20 thetër onder de kleding van de patiënt niet zichtbaar zijn. Bovendien wordt door deze vorm de urine-'vloeistof ongestoord afgevoerd via terugslagklep 2, leiding 3 naar het reservoir 4.

In het hulsvormige deel 5 is een voering 7 aangebracht die in detail is getoond in fig. 2. De voering is 25 strookvormig.en heeft een zodanige lengte 1 en zodanige breedte b dat deze aanvankelijk schroeflijnvormig om de penis kan worden gewikkeld, waarna vervolgens de cilindrische huls 5 van de catheter daar overheen kan worden aangebracht.

Het schroeflijnvormig wikkelen van de strook 7 30 dient zo plaats te vinden dat een schroeflijnvormig kanaal 8 tussen de wikkelingen wordt gevormd. Dit kanaal 8 verzorgt een ventilatie vanaf de buitenzijde tot aan het conische deel 6 van de catheter.

-Indien de strook 7 is uitgevoerd als plakstrook, 35 dan verdient het de voorkeur de lijmgebieden onderbroken aan te brengen, bij voorbeeld in de vorm van elkaar kruisende banen 9, waardoor grote delen van het oppervlak van de strook 8006266 -4- vrij van plakmiddel blijven. Niettemin vormen de lijmbanen 9 - een barrière tegen eventuele vloeistof doorlaat in breedte- richting van de strook 7, waardoor een goede afsluiting is gewaarborgd. De strook in fig. 2 is over een zekere afstand c 5 van het ene einde daarvan vrij van plakmiddel.

In fig. 1 is voorts een opvangreservoir 4 getoond, dat zoals bekend,uit kunststof materiaal kan worden vervaardigd. De omtreksrand 10 van het reservoir is aan elkaar gelast en is voorzien van openingen 11 voor verbindingsmidde-. 10 len met bijvoorbeeld het been van een patiënt. De tegenover elkaar liggende wanden van het reservoir 4 zijn bij 12 aan elkaar gehecht, zodat wel een vrije doorgang van de vloeistof in het reservoir is verzekerd, maar het klotsen wordt tegengegaan. Vanzelfsprekend kunnen de hechtplaatsen anders dan 15 als de rechthoekige lassen, zoals getoond in fig. 1, zijn uitgevoerd .

Fig. 3 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de catheter. Ook hier bestaat de catheter uit een cilindrische huls 31 en een daarop onder een hoek aangesloten conisch 20 deel 32. De cilindrische huls is in de getoonde stand langs de buitenzijde van het conische deel 32 geslagen, zodat de binnenzijde van de huls naar buiten wijst. De binnenzijde van de huls is voorzien van een vast daarop gehechte voering 33, welke van een plakmiddel aan de buitenzijde is voorzien.

25 Ter bescherming van dit plakmiddel is een beschermingsstrook 34 aangebracht, die voor gebruik verwijderd dient te worden.

De voering is van elastisch materiaal, bijvoorbeeld schuimstof en kan tevens zijn voorzien van een schroeflijnvormig kanaal 35, ter verkrijging van de hierboven beschre-30 ven ventilatievoordelen.

Bij deze uitvoeringsvorm wordt het gemak voor de patiënt verhoogt omdat deze slechts de beschermstrook 35 behoeft te verwijderen en de cilindrische huls 31 behoeft om te klappen. De schuimstoffen voering maakt een dergelijke ver-35 vorming zonder meer mogelijk .

Vanzelfsprekend is de uitvinding niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen. Zo behoeft het plakmiddel niet in banen 9 te zijn aangebracht, maar kan elk gewenst passend patroon vertonen.

8 0 06 26 6

Claims (9)

1. Inrichting voor het opvangen van urine bij incontinente mannelijke patiënten, voorzien van een externe catheter, bestaande uit een flexibele cilindrische dunne huls en een daarop aansluitend ten opzichte van de huls stijver 5 conisch gedeelte met afvoeropening, en van een op de afvoer-opening aangesloten slang met opvangreservoir, met het k e n -m er k, dat de hartlijn van de cilindrische huls een hoek insluit met die van het conische deel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij aan 1. de binnenzijde van de cilindrische huls een voering van elastisch materiaal is aangebracht, met het kenmerk, dat de voering strookvormig is en een zodanige lengte en breedte vertoont dat de voering schroeflijnvormig wikkelbaar is en zodoende het merendeel van de cilindrische huls aan de binnen- 15 zijde bedekt.

3. Voering ten behoeve van de inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat deze als dubbelzijdige plakstrook is uitgevoerd.

4. Voering volgens conclusie 3, met het k e n - 20 me r .k, dat over een zekere afstand van het einde van de strook het oppervlak daarvan vrij van plakmiddel is.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van de huls een voering van flexibel materiaal is bevestigd. 25

.6* Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de voering aan de van de huls af gekeerde zijde is voorzien van een plakmiddel.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het k e n m e r k, dat de voering een schroeflijnvormig ka- 30 naai vertoont.

8. Voering volgens één der conclusies 2-7, .met het kenmerk, dat het plakmiddel althans aan één zijde onderbroken op het oppervlak van de voering is aangebracht* 80 06 26 6 ,Mli, >T ·..,· . —·* **-*'*»------ - «1-i-rrfc -.·« -·»-.·. '•Ill Μ·Ι·Ι«· *»·**:-·*. · m»H»> - - . Μ**·' - - ·· · , -6- r»

9.Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het opvangreservoir bestaat uit een flexibele zak van kunststof materiaal, met het kenmerk, dat de tegenover elkaar liggende wanden plaatselijk aan elkaar zijn gehecht. $ t C 8006266