NL8006176A - Vrachtvoertuig. - Google Patents

Description

Λ* φ * » ι— ' Τ Tj/Se/Ruizeveld-1 Vrachtvoertuig._

De uitvinding heeft betrekking op een vrachtvoertuig met een tenminste een bodem, zijwanden en aan het achtereinde een zwenkbare achterwand omvattende laadbak, een zich dwars in de laadbak uitstrekkende, over de bo-5 dem verschuifbare schuifwand en een met één einde met de voorkant van de laadbak en met het andere einde met de .schuifwand verbonden hydraulische vijzel, welke vijzel zich tenminste gedeeltelijk door het vlak van de schuifwand heen tot in de laadruimte uitstrekt.

10, Een dergelijk vrachtvoertuig is bekend uit het ame- rikaanse octrooischrift 4.044.899. Doordat de hydraulische vijzel zich gedeeltelijk door het vlak van de schuifwand tot in de laadruimte uitstrekt, wordt het voordeel bereikt, dat zo weinig mogelijk nuttige laad-15 ruimte verloren gaat door de vijzelconstructie. Toch gaat bij dit voertuig nog ruim 1/8 deel van de nuttige lengte verloren door de steunconstructie van de vijzel. Aangezien vrachtvoertuigen aan een wettelijke maximale lengte zijn gebonden, gaat dit verlies aan nuttige leng-20 te gepaard met een evenredig verlies aan nuttig laadvermogen. Ook in die gevallen, waarin niet de wettelijke maximale lengte in het geding is, maar voor een goede wendbaarheid van het voertuig een zo kort mogelijke bouw gewenst is, is de door de vijzelconstructie ingenomen 25 ruimte ongunstig. Bovendien treedt het nadeel op, dat de zich nabij de voorzijde van de laadbak bevindende dragende wielen van het voertuig, moeilijk of niet voldoende te belasten zijn, doordat de nuttige lading zich niet tot aan de voorzijde van de laadbak uit kan strekken.

30 Dit is in het bijzonder van belang bij een trekker/op-legger-combinatie, waarbij de trekker zelf één achteras heeft, en bij een vrachtwagen met dubbele vooras.

8006176 £ ·* * -2-

Het doel van de huidige uitvinding is de nuttige lengte van een vrachtvoertuig beter te benutten.

Dit doel wordt bij een vrachtvoertuig van de in de aanhef genoemde soort bereikt, doordat de vijzel dicht 5 nabij de bodem wordt aangebracht.

Het ligt voor de hand om voor een goede krachtver-deling de vijzel centraal op de schuifwand aan te laten grijpen. Daardoor ontstaat echter een lange krachtweg van het andere einde van de vijzel naar de dragende con-10 Ltructie onder de bodem van de laadbae. Doordat de krachtweg lang is, moet de steunconstructie dus zwaar worden uitgevoerd en hierdoor neemt deze veel ruimte in. Door volgens de uitvinding de vijzel nabij de bodem aan te brengen, wordt de krachtweg van het voorste einde van 15 de hydraulische vijzel tot aan de bodemconstructie kort, waardoor de steunconstructie veel kleiner kan worden uitgevoerd en dus minder ruimte inneemt. De uitvinding heeft dus tot gevolg, dat de schuifwand verder tot aan de voorzijde van de laadbak kan bewegen, waardoor de 20 nuttige laadruimte wordt vergroot. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding neemt de schuifwandconstructie slechts ongeveer 30 cm van de laadruimte af.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van de figuren.

25 Figuur 1 toont in perspektivisch aanzicht een vrachtvoertuig volgens de uitvinding met een gedeeltelijk weggebroken.zijwand.

Figuur 2 toont het vrachtvoertuig van fig.1 in zijaanzicht met eveneens gedeeltelijk weggebroken zijwand.' 30 Figuur 3 toont het voertuig van fig.2 in bovenaan zicht.

Figuur 4 is een met fig.2 overeenkomend aanzicht, waarbij de schuifwand zich in de achterste stand bevindt.

35 Figuur 5 is een perspektivisch aanzicht op grotere schaal van het detail V in fig.1.

8006176 -3-

ft O

*

Het vrachtvoertuig 1 omvat een. kabine 10 en een laadbak 2. De laadbak 2 bestaat uit een bodem 3, opstaande zijwanden 4, en een in de scharnieren 8 zwenkba-re achterwand 5. De zwenkbare achterwand .5 kan gesloten 5 worden gehouden/ door middel van de grendels 9, die aangrijpen op grendeltongen 13 aan de achterwand 5. Het vrachtvoertuig 1 heeft in dit voorbeeld twee voorassen 11 en twee achterassen 12. In de laadbak 2 is een schuifwand 6 opgesteld, die door middel van de hydrauli-10 sche vijzel 7 van de voorzijde van de. laadbak 2 nabij de kabine 10, tot aan de achterzijde van de laadbak 2 geschoven kan worden. Bij dit verschuiven van de schuifwand 6 wordt de in de laadruimte van de laadbak 2 aanwezige lading via de door de ontgrendelde achterwand 5 15 vrijgegeven opening uit de laadbak 2 geschoven.

De vijzel 7, die in het onderhavige voorbeeld een dubbelwerkende meertrapsvijzel is, is met zijn vooreinde 16 vlak nabij de bodem 3 van de laadbak aan een steun-constructie 15 gemonteerd. Zoals in fig.2 wordt getoond 20 strekt de vij zei 7 zich in de ingetrokken stand nagenoeg geheel uit in de laadruimte. De steunconstructie 15 is door de lage ligging van de vijzel 7 kort en neemt daardoor eveneens axiaal geringe ruimte in. Zoals in fig.2 is te zien, bevindt de schuifwand 6 zich in de 25 voorste stand zeer dicht bij de kabine 10. Door een dubbelwerkende vijzel toe te passen, kan deze de schuifwand ook uit de in fig. 4 getoonde uitgeschoven stand in de ingeschoven stand van fig.2 terugtrekken.

In het midden van de bodem 3 is een rail 20 aange-30 bracht, die samenwerkt met een aan de onderzijde van het in de laadruimte uitstekende gedeelte van de vijzel 7 aangebrachte schoen 21. Door deze geleiding wordt bereikt, dat de schuifwand 6 niet kan schranken tijdens het uitpersen van de lading.

35 Het onderste gedeelte van de schuifwand 6 omvat een schuin naar beneden uitstekend deel 24. Op dit deel 24 wordt bij het uitschuiven van de lading een naar beneden gerichte reaktiekracht uitgeoefend, waardoor wordt voorkomen, dat de schuifwand 6 van de bodem los zou komen.

8 0 06 1 7 6 A -ST- ^ -4-

Zoals in detail in fig.5 wordt getoond, kan de schuifwand 6 ook voorzien zijn van geleidingsmiddelen 31. Deze geleidingsmiddelen 31 omvatten horizontale ge-leidingsrollen 29 en vertikale geleidingsrollen 30 die 5 samenwerken met een L-vormig verstijvingsprofiel aan de zijwand 4. De horizontale geleidingsrol 29 werkt samen met een naar buiten gericht zijvlak 27 van het verstijvingsprofiel 26. Aangezien aan weerszijden van de schuifwand 6 dergelijke geleidingsmiddelen 31 zijn aan-10 gebracht, werken de horizontale geleidingsrollen 29 aan weerszijden samen om het uitbuigen van de zijwanden 4, tengevolge van de door de schuifwand 6 op de lading uitgeoefende druk te voorkomen. De vertikale geleidingsrollen 30 werken samen met een naar beneden gericht onder-15 vlak 28 van het verstijvingsprofiel 26 om het omhoog bewegen van de schuifwand 6 tegen te gaan. In plaats van geleidingsrollen kunnen ook geleidingsplaten worden toegepast.

80 0 6 1 7 6

Claims (4)

1. Vrachtvoertuig met een tenminste een bodem, zijwanden en aan het achtereinde een zwenkbare achterwand omvattende laadbak, een zich dwars in de laadbak uitstrekkende, over de bodem verschuifbare schuifwand en 5 een met één einde met de voorkant van de laadbak en met het andere einde met de schuifwand verbonden hydraulische vijzel, welke vijzel zich tenminste gedeeltelijk door het vlak van de schuifwand heen tot in de laadruimte uitstrekt, met het kenmerk, dat de vijzel dicht nabij 10 de bodem is aangebracht.

2. Vrachtvoertuig volgens conclusie 1, gekenmerkt door een geleidingsrail op de bodem en een daarmee samenwerkende schoen aan het door het vlak van de schuifwand heen stekende deel van de vijzel. 15

3. Vrachtvoertuig volgens conclusie 1 of 2, geken merkt door het uitbuigen van de zijwanden verhinderende, in verstijvingsprofielen aan de zijwanden grijpende steunorganen aan de schuifwand omvattende geleidingsmid-delen. 20

4. Vrachtvoertuig volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schuifwand zich over nagenoeg de halve hoogte van de zijwanden schuin naar achteren, naar de bodem toe uitstrekt. βΟ 06 17 6