NL8005961A

NL8005961A - IMPROVEMENT WITH REGARD TO TREADMILLS AND TIRES AND THEIR MANUFACTURE THEREOF.

Info

Publication number: NL8005961A
Application number: NL8005961A
Authority: NL
Original assignee: Dunlop Ltd
Priority date: 1979-10-31
Filing date: 1980-10-30
Publication date: 1981-06-01
Also published as: FR2468472A1; FI803367L; IT8025681A0; SE8007570L; DE3040020A1; BE885955A; JPS5675205A; ZA806327B; AU6386480A; LU82895A1

Description

ï* \ / é tï * \ / é t

Verbetering met betrekking tot bandloopvlakken en banden, en de vervaardiging daarvanImprovement in tire treads and tires and their manufacture

De uitvinding heeft betrekking op bandloopvlakken en banden, en de vervaardiging daarvan,The invention relates to tire treads and tires and their manufacture,

Bandloopvlakken kunnen gevormd en verhard worden als één geheel met een bandkarkas cm een volledige band te 5 vormen, of de loopvlakken kunnen afzonderlijk van het karkas gevormd worden cm vervolgens daaraan gehecht te worden cm een volledige band te vormen. Een afzonderlijk gevormd loopvlak kan de vorm aannemen van een loqpvlakstrook van een lengte tenminste gelijk aan de omtrek van de band, waarin het opgenomen moet 10 worden, waarbij de einden van de loopvlakstrook verbonden worden wanneer de loopvlakstrook op het karkas aangebracht is tijdens de constructie van de band. Afzonderlijk gevormde loopvlakken kunnen aangebracht worden op nieuwe karkassen, of op de karkassen van gebruikte banden, waarvan het oorspronkelijke loopvlak ver-15 wijderd is.Tire treads can be formed and cured in one piece with a tire carcass to form a complete tire, or the treads can be formed separately from the carcass and then adhered thereto to form a complete tire. A separately formed tread may take the form of a tread strip of a length at least equal to the circumference of the tire in which it is to be received, joining the ends of the tread strip when the tread strip is applied to the carcass during the construction of the band. Individually shaped treads can be applied to new carcasses, or to the carcasses of used tires, the original tread of which has been removed.

De gebruikelijke bandloopvlakken hebben een ingewikkeld en nauwkeurig ontworpen patroon van ribben en blokken cm een netwerk van oppervlakgroeven te vormen met het oogmerk om het irogelijk te maken cm met een gebruikelijke band op een nat 20 geplaveid oppervlak te werken zonder ongewenste opzameling van water tussen het loopvlak en het geplaveide oppervlak. Een dergelijke opzameling van water kan de adhesie van de band aan het geplaveide oppervlak in ernstige mate doen afnemen en zodoende een gevaarlijke vermindering van de rem- en stuurver-25 mogens veroorzaken. Deze gebruikelijke bandloopvlakken vereisen ingewikkelde en dure vormen cm het loopvlakpatroon te vormen.Conventional tire treads have an intricately and precisely designed pattern of ribs and blocks to form a network of surface grooves with the aim of making it possible to work with a conventional tire on a wet paved surface without unwanted accumulation of water between the tread and the cobblestone surface. Such a build-up of water can severely decrease the adhesion of the tire to the paved surface and thus cause a dangerous reduction in braking and steering capabilities. These conventional tire treads require complicated and expensive shapes to form the tread pattern.

De onderhavige uitvinding verschaft een nieuwe vorm van bandloopvlak en een band waarin het nieuwe loopvlak opgencmen is (in samenhang met werkwijzen voor het vervaardigen van het 30 loopvlak en de band) waarbij een alternatieve aanpak toegepast is cm de goede adhesie op een nat geplaveid oppervlak te bewaren, 80 05 9 6 1 2The present invention provides a new form of tire tread and tire incorporating the new tread (in conjunction with tread and tire manufacturing methods) using an alternative approach to ensure good adhesion on a wet paved surface. save, 80 05 9 6 1 2

VV

en de vorming van de band vereenvoudigd is, met daaruit voortvloeiende economische voordelen.and the formation of the band has been simplified, with consequent economic benefits.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding is voorzien in een bandloqpvlak, opgebouwd uit elastomeermateriaal en voorzien 5 van een grondaanrakingsoppervlak, dat in hoofdzaak glad is en voorzien is van een aantal afzonderlijke openingen, die zich in het loopvlak uitstrekken vanaf dit oppervlak om in verbinding te staan met tenminste één waterafvoerdoorgang binnen het loopvlak.According to a first aspect of the invention, there is provided a tire track surface constructed of elastomer material and provided with a ground contact surface which is substantially smooth and has a number of separate openings extending in the tread from this surface for connection. with at least one water drainage passage within the tread.

Die tenminste ene waterafvoerdoorgang is bij voorkeur 10 in antrekszin aangebracht binnen het loopvlak.Preferably, said at least one water discharge passage is arranged in an anti-clockwise direction within the tread.

Bij voorkeur bevat het loopvlak een aantal waterafvoer-doorgangen, die al dan niet aider ling verbanden kunnen zijn binnen het loopvlak. Dit aantal waterloosdoorgangen kan in antrekszin of dwars uitgericht zijn binnen het loopvlak, of onder elke 15 geschikte tussengelegen hoek, of onder elke carbinatie van dergelijke uitrichtmogelijkheden. Dit aantal waterafvoerdoorgangen kan een rechtlijnig of ruitvormig rooster van onderling verbonden doorgangen, of een dendritisch netwerk van doorgangen vormen.Preferably, the tread includes a number of water drainage passages, which may or may not be several bandages within the tread. This number of waterless passages may be in an anti-recess or transverse orientation within the tread, or at any suitable intermediate angle, or under any combination of such alignment options. This number of water discharge passages can form a rectilinear or diamond-shaped grid of interconnected passages, or a dendritic network of passages.

Wanneer het loopvlak deel uitmaakt van een band, 20 loopt de enige verbinding van de of elke waterafvoerdoorgang met de buitenzijde van de band bij voorkeur door de genoemde openingen, maar de. doorgang of tenminste enkele van het aantal doorgangen kan in aanvulling daarop open zijn naar de buitenzijde van de band in het steungebied van de band aan de buitenzijde van 25 het oppervlak van het loopvlak, dat normaal met de grond in aanraking kcant, en bij voorkeur aangrenzend aan dit grondaanrakingsoppervlak.When the tread is part of a tire, the only connection of the or each water discharge passage to the outside of the tire is preferably through the said openings, but the. passage or at least some of the number of passages may additionally be open to the outside of the tire in the tire support area on the outside of the tread surface, which normally contacts the ground, and preferably adjacent to this ground contact surface.

Het grondaanrakingsoppervlak van het loopvlak kan voorzien zijn van een of meer continue of onderbroken groeven, die bij voorkeur in hoofdzaak in antrekszin verlopen en bij 30 voorkeur geen enkele waterafvoerdoorgang direct snijden, maar die een of meer van de genoemde openingen kunnen ^snijden, of als alternatief kunnen het uitgerichte verband en/afmetingen van de groef of groeven in oanbinatie met de afmetingen en instellingen van de openingen zodanig zijn dat geen enkele groef enige opening 35 of enig deel van enige opening snijdt. Bij voorkeur staat geen 80 05 9 6 1 A. * 3 enkele cmtreksgroef in enige direct of indirecte verbinding binnen het loopvlak met enige waterafvoerdoorgang.The ground contact surface of the tread may be provided with one or more continuous or interrupted grooves, which are preferably substantially in a counter-sense direction and preferably do not cut any water discharge passage directly, but which can cut one or more of the said openings, or alternatively, the aligned relationship and / dimensions of the groove or grooves in combination with the dimensions and settings of the openings may be such that no groove intersects any opening 35 or any part of any opening. Preferably, no 80 05 9 6 1 A. * 3 single circumferential groove is in any direct or indirect connection within the tread with any water drainage passage.

De afzonderlijke openingen kunnen geheel begrensd zijn door loopvlakmateriaal (en zijn bijvoorbeeld geen open sleuven 5 die zich tot de randen van het loopvlak uitstrekken) en zijn bij voorkeur in omtrekszin verdeeld in het loopvlak zodat het grondaanrakingsoppervlak van het loopvlak continue ribben van loopvlakmateriaal vertoont,- die zich dwars of onder een hoek, die bij voorkeur niet groter is dan 40°, uit de dwarsrichting 10 uitstrekken over de volle breedte van het grondaanrakingsoppervlak, waarbij de continuïteit van deze ribben alleen onderbroken wordt door de groef of groeven, indien aangebracht.The individual openings may be entirely defined by tread material (and are not, for example, open slots 5 extending to the edges of the tread) and are preferably circumferentially distributed in the tread so that the ground contact surface of the tread exhibits continuous tread material ribs, extending transversely or at an angle, preferably no greater than 40 °, from the transverse direction 10 across the full width of the ground contact surface, the continuity of these ribs being interrupted only by the groove or grooves, if applied.

Het loopvlak kan gevormd zijn met een eerste, radiaal buitenste gedeelte, dat zich radiaal naar binnen uitstrekt vanaf 15 het grondaanrakingsoppervlak, en een tweede, radiaal binnenste gedeelte meer radiaal binnen het loopvlak dan het radiaal buitenste gedeelte, waarbij het eerste, radiaal buitenste gedeelte alleen de openingen en de groef of groeven, indien aangebracht, bevat en het tweede, radiaal binnenste gedeelte alleen de afvoerdoorgang 20 of -doorgangen bevat in samenhang met de radiaal binnenste delen van de groef of groeven, indien aangebracht en indien dieper dan de radiale uitgestrektheid van het radiaal buitenste gedeelte van het loopvlak. Het bijeengenomen volume van de openingen in het radiaal buitenste gedeelte van het loopvlak, kan in de orde van 25 5% tot 65% van het totale volume van het radiaal buitenste gedeelte, en bij voorkeur in de orde van 10% tot 50%, bedragen. Het volume of bijeengenomen volume van de waterafvoerdoorgang of -doorgangen in het radiaal binnenste gedeelte van het loopvlak kan in de orde van 10% tot 70% van het totale volume van het radiaal binnen-30 ste gedeelte, en bij voorkeur in de orde van 15% tot 55%, bedragen.The tread may be formed with a first radially outer portion extending radially inward from the ground contact surface and a second radially inner portion more radially within the tread than the radially outer portion, the first radially outer portion alone the openings and the groove or grooves, if fitted, and the second, radially inner portion containing only the discharge passage 20 or passages associated with the radially inner parts of the groove or grooves, if fitted and if deeper than the radial extent of the radially outer part of the tread. The aggregate volume of the openings in the radially outer portion of the tread may be on the order of 5% to 65% of the total volume of the radial outer portion, and preferably on the order of 10% to 50% . The volume or aggregated volume of the water discharge passage or passages in the radially inner portion of the tread may be on the order of 10% to 70% of the total volume of the radially inner portion, and preferably on the order of 15 % to 55%.

De openingen kunnen elke geschikte doorsnedevorm hebben, en kunnen bijvoorbeeld cirkelrond, of elliptisch, of driehoekig, of vierkant, of rechthoekig, of trapeziurtwormig of ruitvormig zijn, of elke geschikte combinatie van verschillende 35 vormen vertonen. De openingen hebben bij voorkeur afzonderlijke Ω A Π R 0 fi 1 4 doorsnedeqppervlakken van. niet minder dan 9 vierkante millimeter.The apertures may be of any suitable cross-sectional shape, and may be, for example, circular, or elliptical, or triangular, or square, or rectangular, or trapezoidal or diamond, or any suitable combination of different shapes. The apertures preferably have separate cross-sectional areas of Ω A ervlak R 0 fi 1 4. not less than 9 square millimeters.

De waterafvoerdoorgang of -doorgangen kunnen allerlei geschikte doorsnedevormen en -oppervlakken hebben, die voldoende doorgang van water verschaffen wanneer het loopvlak, als deel van 5 een band, in gébruik is met een bepaalde snelheid op een oppervlak, dat met water van een bepaalde hoogte bedekt is. Het gebied van het loopvlak, dat op elk moment in aanraking is met de grond, zal samengedrukt worden onder het gewicht van het voertuig in samenhang met een dynamische belasting die bijvoorbeeld te 10 wijten kan zijn aan de oneffenheid van de grond. Het is wenselijk dat de waterafvoerdoorgang of -doorgangen niet geheel gesloten moeten worden door deze samendrukking, en het verdient ook de voorkeur dat de waterafvoercapaciteit van de doorgang of -doorgangen niet in ongewenste mate verminderd wordt door deze 15 samendrukking. Bijgevolg is de doorsnedevorm van een waterafvoer-doorgang, die de voorkeur verdient, vierkant of rechthoekig of van zodanig andere vorm die de neiging zal hebben cm open te blijven zelfs wanneer deze samengedrukt wordt, en de minimum afmeting, die de voorkeur verdient, bedraagt 2 millimeter in een radiale 20 richting met betrekking tot het loopvlak.The water discharge passage or passages may have any of a variety of suitable cross-sectional shapes and surfaces, which provide sufficient passage of water when the tread, as part of a tire, is in use at a certain speed on a surface covered with water of a certain height is. The area of the tread, which is in contact with the ground at all times, will be compressed under the weight of the vehicle in conjunction with a dynamic load which may be due, for example, to the unevenness of the ground. It is desirable that the water discharge passage or passages should not be completely closed by this compression, and it is also preferred that the water discharge capacity of the passage or passages is not undesirably reduced by this compression. Accordingly, the preferred cross-sectional shape of a water drainage passage is square or rectangular or such other shape that will tend to remain open even when compressed, and the preferred minimum size is 2 millimeters in a radial direction with respect to the tread.

Volgens een tweede aspect van de uitvinding is voorzien in een band, bij voorkeur een luchtband, voorzien van een karkas, en een bandloopvlak volgens het eerste aspect van de uitvinding.According to a second aspect of the invention, there is provided a tire, preferably a pneumatic tire, provided with a carcass, and a tire tread according to the first aspect of the invention.

De band kan een radiaal.band zijn, waarin een loopvlakversterkings-25 onderbreking qpgencmen is, die zich tussen het karkas en het loopvlak bevindt, of uit een kruislaagband bestaan, of de band kan met een voorspangording uitgevoerd zijn, waarin een lcopvlakver-sterkingsonderbreking opgenoren is, die zich tussen het karkas en het loopvlak bevindt.The tire may be a radial tire in which a tread reinforcement interruption is comprised between the carcass and tread, or it may be a cross-ply tire, or the tire may be pre-tensioned to incorporate an inter-surface reinforcement interruption. located between the carcass and the tread.

30 Het loopvlak kan als één geheel gevormd zijn met het resterende gedeelte van de band ander bijvoorbeeld toepassing van door oplossing of smelting vernietigbare of verwijderbare kernen om de loopvlakopeningen en -doorgangen te vormen, of als alternatief kan het loopvlak onafhankelijk van het karkas gevormd 35 zijn, bijvoorbeeld als een loopvlakstrook of een loqpvlakhoepe]*wahij 80 05 9 6 1 A' < 5 de loopvlakstrook vervolgens aan het karkas verbonden of bevestigd wordt volgens een of andere geschikte werkwijze om een volledige band te vormen, en waarbij de loopvlakhoepel uit een eindloze loqpvlaklus bestaat voor toepassing bij bandkarkassen die ontworpen 5 zijn cm verwisselbare loopvlakken aan het karkas bevestigd te hébben door vastklenming en/of wrijving.The tread may be integrally formed with the remaining portion of the tire, for example, use solution or melt destructible or removable cores to form the tread openings and passages, or alternatively the tread may be formed independently of the carcass. , for example, if a tread strip or a tire tread hoop] * where the tread strip is then joined or attached to the carcass by some suitable method to form a full tire, and wherein the tread hoop is of an endless Loose Pad Loop exists for use with tire casings designed to have 5 cm interchangeable treads attached to the carcass by clamping and / or friction.

(Zodoende omvat het eerste aspect van de uitvinding een bandloopvlak, of als een één geheel daarmee vormend bestanddeel van een band, of als één geheel vormend bestanddeel afzonderlijk 10 van een band, bijvoorbeeld als een loopvlakstrook of als een loopvlakhoepel).(Thus, the first aspect of the invention includes a tire tread, or as an integral part of a tire, or as an integral part of a tire, for example, as a tread strip or as a tread hoop).

De band volgens het tweede aspect van de uitvinding kan gevormd worden door een karkas dat het radiaal binnenste gedeelte van het loopvlak (dat de waterafvoerdoorgang of -doorgangen 15 bevat) als één geheel daarmee gevormd heeft, en een afzonderlijk gevormd radiaal buitenste gedeelte van het loopvlak (dat de openingen bevat), dat vervolgens aan het karkas verbonden of bevestigd wordt over het radiaal binnenste gedeelte met de openingen uitgericht met de doorgang of doorgangen, cm het volledige samsn-20 stel van karkas en loopvlak te vormen.The tire according to the second aspect of the invention may be formed by a carcass formed integrally with the radially inner portion of the tread (containing the water discharge passage or passages 15) and a separately formed radially outer portion of the tread (which includes the apertures), which is then joined or attached to the carcass over the radially inner portion with the apertures aligned with the passage or passages to form the complete samsn-20 set of carcass and tread.

Volgens een derde aspect van de uitvinding is voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van het bandloopvlak volgens het eerste aspect van de uitvinding, bestaande uit de verrichting van het vormen van een loopvlakstrook van elastcmeermateriaal in 25 een vorm, die inwendig gevormd en gedimensioneerd is met in hoofdzaak de vereiste uiteindelijke vorm van de loopvlakstrook.According to a third aspect of the invention, there is provided a method of manufacturing the tire tread according to the first aspect of the invention, comprising the operation of forming a tread strip of elastomeric material in a mold internally formed and dimensioned with essentially the required final shape of the tread strip.

Deze werkwijze kan een verdere verrichting omvatten van het gedeeltelijk of geheel vulcaniseren van de loopvlakstrook terwijl deze zich in de vorm bevindt of na het uit de vorm verwijderen 3Q van de loopvlakstrook.This method may include a further operation of partially or completely vulcanizing the tread strip while it is in the mold or after removing the tread strip from the mold.

Volgens een vierde aspect van de uitvinding is voorzien in een werkwijze voor het vervaardigen van een bandloopvlak volgens het eerste aspect van de uitvinding, waarbij de of elke waterafvoer-doorgang in antrekszin aangebracht is in het gereedgekomen loopvlak, 35 bestaande uit de verrichtingen van het extruderen van elastomeer- on nc, q r i 6 materiaal door een matrijs, waarvan de opening een doorsnedevorm heeft in hoofdzaak gelijk aan die van de doorsnede van een niet van openingen voorziene loopvlakstrook, en het vervolgens boren of ponsen of op andere wijze vormen van de vereiste openingen 5 voor of na of tegelijk met het snijden van het geëxtrudeerde loopvlak tot stroken van de vereiste lengte. De matrijsopening kan een zodanige doorsnedevorm hebben dat een of meer cmtreks-groeven in het loopvlak gevormd worden als het geëxtrudeerd wordt. Het geëxtrudeerde loopvlak kan gedeeltelijk of geheel gevulcaniseerd 10 worden voor of na het in stroken van de vereiste lengte snijden daarvan, waarbij de vulcanisering of een continu of een in partijen uitgevoerd proces kan zijn.According to a fourth aspect of the invention, there is provided a method of manufacturing a tire tread according to the first aspect of the invention, wherein the or each water discharge passage is arranged in an anti-recirculation manner in the finished tread, consisting of the extrusion operations of elastomeric nc, qri 6 material through a die, the opening of which has a cross-sectional shape substantially equal to that of the cross-section of a non-apertured tread strip, and then drilling or punching or otherwise forming the required apertures 5 before or after or simultaneously cutting the extruded tread into strips of the required length. The die opening may have a cross-sectional shape such that one or more transverse grooves are formed in the tread as it is extruded. The extruded tread may be partially or completely vulcanized before or after cutting it into strips of the required length, the vulcanization being either a continuous or batch process.

Volgens een vijfde aspect van de uitvinding is voorzien in een werkwijze voor de vervaardiging van een band, bestaande 15 uit de verrichtingen van i) het prepareren van een loopvlakstrook volgens het eerste aspect van de uitvinding; ii) . het bekleden van een gevulcaniseerd of vulcaniseerbaar bandhulsel met een standaard door warmte verhardbare 20 loopvlaksolutie; iiil het hechten aan het bandhulsel, bijvoorbeeld door middel van een gebruikelijke rubber solutie, en/of een onverharde standaard op natuurrubber gebaseerde onderloopvlaklaag; iv) het aanbrengen van de loopvlakstrook aan het hulsel 25 en het verbinden van de einden van de strook; en v) het wikkelen van een gevulcaniseerde rubber hoepel rond de band en het verharden van het stelsel, bijvoorbeeld door stoom.According to a fifth aspect of the invention, there is provided a method of manufacturing a tire consisting of the operations of i) preparing a tread strip according to the first aspect of the invention; ii). coating a vulcanized or vulcanizable tire wrap with a standard heat curable tread resolution; adhering to the tire sleeve, for example by means of a conventional rubber solution, and / or an unpaved standard natural rubber-based under-tread layer; iv) applying the tread strip to the sleeve 25 and joining the ends of the strip; and v) wrapping a vulcanized rubber hoop around the tire and hardening the system, for example by steam.

Bij de in het voorgaande beschreven werkwijze kan, 3Q wanneer een gevulcaniseerd bandhulsel gebruikt wordt, dit hulsel geprepareerd worden door bijvoorbeeld raspen voordat het bekleed wordt.In the method described above, when a vulcanized tape sleeve is used, this sleeve can be prepared by, for example, grating before coating.

Een alternatieve werkwijze voor de bandconstructie volgens de uitvinding is als volgt: 35 i) het construeren van een gevulcaniseerd bandkarkas volgens 80 05 9 6 1 » >1 7 een geschikt proces om een verheven omtreksstrook bij elk schoudergebied te hebben; ii) het vormen van een loopvlakstrook volgens de onderhavige uitvinding (bijvoorbeeld door extrusie) en het ver- 5 binden van de einden cm een loopvlakring te vormen; iii) het insleuven van de loopvlakring tussen de schouders op het karkas.An alternative method of tire construction according to the invention is as follows: i) Constructing a vulcanized tire carcass according to a suitable process for having a raised circumferential strip at each shoulder area; ii) forming a tread strip according to the present invention (eg by extrusion) and joining the ends to form a tread ring; iii) slotting the tread ring between the shoulders on the carcass.

Wanneer de resulterende band opgeblazen wordt op een geschikte wielvelg zal da luchtdruk de loopvlakring op zijn plaats 10 houden. De loopvlakstrook kan gemakkelijk vernieuwd worden door de band leeg te laten lopen, de ring door een nieuwe te vervangen en dan de band weer op te blazen. Desgewenst kunnen onrekbare omfcréksversterkingen aangebracht worden in de rubber ribben tussen de doorgangen. Voorbeelden van deze wijze van constructie 15 zijn opgenomen in het Britse octrooischrift 755.990.When the resulting tire is inflated on a suitable wheel rim, the air pressure will hold the tread ring in place. The tread strip can be easily renewed by deflating the tire, replacing the ring with a new one, and then inflating the tire again. If desired, non-stretchable reinforcement reinforcements can be applied in the rubber ribs between the passages. Examples of this mode of construction 15 are contained in British Patent No. 755,990.

Gemeend wordt dat de doorgangen in de bandloopvlakken volgens de uitvinding als afvoerwegen via de openingen vanaf het grondaanrakingsoppervlak van het loopvlak dienen maar de uitvinding wordt niet geacht beperkt te zijn door deze theorie. Het in 20 de openingen toetredende water kan alleen vastgehouden worden totdat deel van het loopvlak uit het gxondaanrakingsgebied draait, op welk moment het uitgestoten zal worden door de opgewekte centrifugaalkracht. Als alternatief of in aanvulling daarop kan het water toetreden en uittreden door verschillende openingen 25 waarbij het binnen het loopvlak overgebracht wordt door de waterafvoerdoorgang of -doorgangen.It is believed that the passages in the tire treads of the invention serve as discharge paths through the openings from the ground contact surface of the tread, but the invention is not considered to be limited by this theory. The water entering into the openings can only be retained until part of the tread rotates out of the gondon contact area, at which time it will be expelled by the centrifugal force generated. Alternatively or additionally, the water may enter and exit through different openings, transferring within the tread through the water discharge passage or passages.

De uitvinding zal in het volgende nader toegelicht worden aan de hand van in de schematische tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden daarvan. _ 30 Fig. 1 is een bovenaanzicht van een deel van het buitenoppervlak van het loopvlak van een band; fig. 2 is een radiale doorsnede door het loopvlakgebied van de band van fig. 1 volgens II-II in fig. 1; fig. 3, 4 en 5 zijn bovenaanzichten van delen van 35 loopvlakken, die alternatieve uitvoeringen van openingen en onder-The invention will be further elucidated hereinbelow on the basis of exemplary embodiments thereof shown in the schematic drawings. FIG. 1 is a plan view of a portion of the outer surface of the tire tread; Figure 2 is a radial section through the tread area of the tire of Figure 1 according to II-II in Figure 1; Figures 3, 4 and 5 are plan views of parts of 35 treads showing alternative embodiments of openings and bottom

Afl 0R 0 fi 1 8 ling verbanden waterafvoerdoorgangen hebben ten opzichte van hetgeen in fig. 2 weergegeven is? fig. 6 is een radiale doorsnede door het deel-loopvlak, dat in fig. 5 weergegeven is,volgens V-V in fig. 5? 5 fig. 7 is een afbeelding in perspectief van een loop- vlakring cm aan een geschikt karkas gehecht te worden; fig. 8 is een radiale doorsnede over de loopvlakring van fig. 7, die op een bandkarkas gemonteerd is; fig. 9 is een bovenaanzicht van een deel van een 10 andere vorm van loopvlak; fig. 10 is een doorsnede volgens X-X in fig. 9; fig. 11 is een doorsnede volgens XI-XI in fig. 9; en fig. 12 is een doorsnede (corresponderende met fig. 11} van een gewijzigde vorm van het loopvlak van fig. 9.Afl 0R 0 fi 1 8 and connections have water drainage passages from what is shown in fig. 2? Fig. 6 is a radial section through the partial tread shown in Fig. 5, according to V-V in Fig. 5? Fig. 7 is a perspective view of a tread ring to be attached to a suitable carcass; FIG. 8 is a radial section across the tread ring of FIG. 7 mounted on a tire carcass; Fig. 9 is a top plan view of part of another form of tread; Fig. 10 is a section on X-X in Fig. 9; Fig. 11 is a section on XI-XI in Fig. 9; and FIG. 12 is a sectional view (corresponding to FIG. 11} of a modified tread shape of FIG. 9.

15 Bij de beschouwing van fig. 1 en 2 wordt gezien dat een bandkarkas 17 uitgevoerd is met een elas toneer loopvlakgedeelte 11. Het loopvlakgedeelte 11 heeft een in hoofdzaak glad grondaan-rakingsoppervlak 18, dat cilindrische openingen 13 heeft, die door het oppervlak voeren naar een rechtlijnig onderling verbonden 20 rooster of netwerk van waterafvoerdoorgangen 14, welke zich door de steungebieden 12 uitstrekken bij uitgangsgaten 15. In gebruik treedt oppervlakwater in de band/grondaanraklngsstrook de openingen 13 binnen en loopt dan in cmtrékszin langs de doorgangen 14a en/of zijdelings langs doorgangen 14b cm uitgestoten te worden door de 25 uitgangsgaten 15 in de steungebieden 12. Opgemerkt zal worden dat het grondaanrakingsoppervlak 18 de grond continue dwarsribben van loopvlakmateriaal tussen in cmtrékszin opeenvolgende dwars-rijen van openingen 13 biedt.When considering FIGS. 1 and 2, it is seen that a tire carcass 17 is formed with an elastic toner tread portion 11. The tread portion 11 has a substantially smooth ground contact surface 18, which has cylindrical openings 13, which pass through the surface to a rectilinearly interconnected grid or network of water drainage passages 14, which extend through the support areas 12 at exit holes 15. In use, surface water enters the openings 13 in the belt / soil contact strip and then passes in a linear fashion along the passages 14a and / or laterally passages 14b cm to be ejected through the exit holes 15 in the support areas 12. It will be noted that the ground contact surface 18 provides the ground with continuous transverse ribs of tread material between successively transverse rows of openings 13.

Fig. 3 toont een loopvlakstrook 31, die cylindrische 30 openingen 33 heeft, welke voeren naar een ruitvormig of diagonaal uitgericht rechtlijnig rooster van onderl ing verbanden waterafvoerdoorgangen 34, die de steungebieden 32 bij uitgangen 35 snijden. Evenals bij het loopvlak van fig. 1 en 2 is het grondaanrakings-qppervlak 38 in hoofdzaak glad en biedt het continue dwarsribben 35 van loopvlakmateriaal tussen dwarsrijen van de openingen 33.Fig. 3 shows a tread strip 31 having cylindrical apertures 33 leading to a diamond or diagonally aligned rectilinear lattice of bottom connected water discharge passages 34 which intersect the support areas 32 at exits 35. As with the tread of FIGS. 1 and 2, the ground contact surface 38 is substantially smooth and provides continuous transverse ribs 35 of tread material between transverse rows of the openings 33.

80 05 9 6 1 » £ 980 05 9 6 1 »£ 9

In fig. 4 is vervolgens een loopvlakstrook in bovenaanzicht weergegeven, corresponderende met de geometrisch overeenkomstige loopvlakken van fig. 1 en 3. De loopvlakstrook 41 is gekenmerkt door een scheef ruitvormig rooster van onderling 5 verbonden waterafvoerdoorgangen 44 binnen het loopvlak, opgebouwd uit dwarsdoorgangen, welke onderling verbonden zijn met doorgangen, die uitgericht zijn onder ongeveer 30° ten opzichte van de cmtréksrichting van het loopvlak. Bij de snijpunten van deze dwars- en onder een hoek uitgerichte doorgangen 44 is de loop-10 vlakstrook 41 voorzien van openingen 43, welke een scheve ruitvormige doorsnede hebben, die met deze snijpunten voor wat betreft de afmetingen en uitrichtmogelijkheden samengaat. De doorgangen 44 staan in verbinding met de buitenzijde van het loopvlak bij openingen 45 in de steungébieden 42 aangrenzend aan maar aan de 15 buitenzijde van het grondaanrakingsoppervlak 48.In Fig. 4, a tread strip is shown in top view, corresponding to the geometrically corresponding treads of Figs. 1 and 3. The tread strip 41 is characterized by a skewed diamond-shaped grid of interconnected water discharge passages 44 within the tread, which are built up from cross-passages. are interconnected with passages aligned at approximately 30 ° to the direction of the tread. At the intersections of these transverse and angularly oriented passages 44, the tread flat strip 41 is provided with openings 43, which have an oblique diamond-shaped cross section, which coincides with these intersections in terms of dimensions and alignment options. The passages 44 communicate with the outside of the tread at openings 45 in the support areas 42 adjacent to but on the outside of the ground contact surface 48.

Een andere uitvoering van het bandloopvlak volgens de uitvinding is in bovenaanzicht in fig. 5 en in doorsnede in fig.Another embodiment of the tire tread according to the invention is in plan view in fig. 5 and in section in fig.

6 weergegeven. Deze uitvoering omvat een loopvlakstrook 51, die een aantal (alleen bij wijze van voorbeeld als zeven in getal 20 weergegeven), onderloopvlak-waterafvoerdoorgangen 54 heeft, welke in amtrékszin uitgericht zijn binnen het loopvlak en welke niet onderling verbonden zijn en niet verbonden zijn met de loopvlaksteungebieden 52 als gevolg van het niet optreden van enige dwarsdoorgangen. De doorgangen 54 staan in verbinding met 25 het grondaanrakingsoppervlak 58 van de loopvlakstrook 51 via regelmatig aangébrachte openingen 53, waarvan de dwarsdoorsneden in hoofdzaak vierkant en wat groter dan de breedte van de doorgangen 54 zijn. Als gevolg van het dwars uitgerichte verband van de openingen 53 biedt het grondaanrakingsoppervlak 58 30 continue dwarsribben van materiaal, maar desgewenst zouden de openingen 53 in aangrenzende cmtrekskolaimen onderling verspringend of in cmtrekszin verschoven aangebracht kunnen zijn, zodat deze continue ribben van materiaal niet zuiver dwars maar onder een of andere bepaalde hoek uitgericht waren.6 is shown. This embodiment includes a tread strip 51, which has a plurality (only, for example, shown as seven in number 20), sub-tread water drain passages 54, which are aligned amidly within the tread and are not interconnected and connected to the tread support areas 52 due to the absence of any transverse passages. The passages 54 communicate with the ground contact surface 58 of the tread strip 51 through regularly provided openings 53, the cross sections of which are substantially square and somewhat larger than the width of the passages 54. As a result of the transversely aligned relationship of the openings 53, the ground contact surface 58 provides continuous transverse ribs of material, but, if desired, the openings 53 in adjacent circumferential columns could be staggered or offset so that these continuous ribs of material are not purely transverse were aligned at some angle.

35 Vervolgens wordt fig. 7 beschouwd, welke figuur een 80 05 9 6 1 10 afbeelding in perspectief van een uitvoering van een loopvlakhoepel 71 of eindloze lus van een loqpvlakstroak volgens de uitvinding is. De loopvlakhoepel 71 is overeenkomstig maar niet identiek aan de loopvlakstrook 51 van fig. 5 en 6 in zoverre dat terwijl 5 deze voorzien is van een aantal niet onderling verbonden in cmtrekszin uitgerichte waterafvoerdoorgangen 74, de openingen 73 cirkelrond of elliptisch in doorsnede zijn. Fig. 8 toont een dwarsdoorsnede van de loopvlakhoepel 71 van fig. 7 in gebruik als een verwisselbaar loopvlak op een bandkarkas 87, dat voor dit IQ doeleinde voorzien is van een cmtreksuitsparing 80, die qua afmetingen berekend is op het opnemen van de loopvlakhoepel TL· Het karkas 87 cmvat een radiale of andere geschikte versterkingslaag 86, en de loopvlakhoepel 71 cmvat bij voorkeur onrekbare cmtréks-versterkingen 79, welke ingelaten zijn in ribben 76, die tussen 15 de antreksdoorgangen 74 gevormd zijn. In plaats van of in aanvulling op de verheven zijranden van de uitsparing 80 voor het zijdelings vasthouden van de loopvlakhoepel 71 op het karkas 87 kan het radiaal binnenste oppervlak van de loopvlakhoepel 71 (d.w.z. het grootste oppervlak tegenover het grondaanrakingsoppervlak 20 781 en ook het in cmtrekszin saraengaande oppervlak van het karkas 87 uitgevoerd zijn met een (niet weergegeven) ccmplementair stelsel van ribbels en groeven on een vastklemstelsel te vormen cm zodoende de relatieve wrijving en de greep tussen de loopvlakhoepel 71 en het karkas 87, wanneer dit laatste opgeblazen is, te verhogen.Next, FIG. 7 is considered, which figure is a perspective view of an embodiment of a tread hoop 71 or endless loop of a strip strip according to the invention. The tread hoop 71 is similar but not identical to the tread strip 51 of Figures 5 and 6 in that while it includes a plurality of non-interconnected circumferentially aligned water drainage passages 74, the openings 73 are circular or elliptical in cross-section. Fig. 8 shows a cross-sectional view of the tread hoop 71 of FIG. 7 in use as an interchangeable tread on a tire casing 87, which for this purpose is provided with a circumferential recess 80, dimensionally adapted to receive the tread hoop TL · The carcass 87 includes a radial or other suitable reinforcement layer 86, and the tread hoop 71 preferably includes non-stretchable tape reinforcements 79, which are recessed into ribs 76 formed between the retraction passages 74. Instead of or in addition to the raised side edges of the recess 80 for laterally holding the tread hoop 71 on the carcass 87, the radially inner surface of the tread hoop 71 (i.e. the largest surface opposite the ground contact surface 20 781 and also the circumferential sense) jointing surface of the carcass 87 are provided with a complementary system (not shown) of ridges and grooves to form a clamping system in order to increase the relative friction and grip between the tread hoop 71 and the carcass 87 when inflated .

25 Vervolgens worden fig. 9, 10 en 11 beschouwd, in welke figuren een nog verdere uitvoering van de loopvlakstrook 91 volgens de uitvinding weergegeven is, welke uitvoering overeenkomstig is aan de uitvoering van fig. 5 en 6 maar in detail vereenvoudigd is vergeleken met al de eerder beschreven uitvoeringen 30 in dier voege dat de waterafvoerdoorgangen 94 zich alleen in cmtrekszin uitstrekken en dezelfde zijdelingse breedte hebben als de openingen 93. Deze aspecten kunnen duidelijk gezien worden in fig. 10 en 11 en het zal duidelijk zijn dat de constante doorsnedevorm van de loopvlakstrook zondermeer de fabricage door 35 extrusie mogelijk maakt, terwijl de gelijke breedten van de 80 05 9 6 1 11 openingen en doorgangen het ponsen of snijden van de openingen bij de extrusie vereenvoudigen zal.Next, Figures 9, 10 and 11 are considered, in which figures an even further embodiment of the tread strip 91 according to the invention is shown, which embodiment is similar to the embodiment of Figures 5 and 6 but has been simplified in detail compared to the previously described embodiments 30 include that the water drainage passages 94 extend only circumferentially and have the same lateral width as the openings 93. These aspects can be clearly seen in Figures 10 and 11 and it will be appreciated that the constant cross-sectional shape of the tread strip readily allows extrusion fabrication, while the equal widths of the 80 05 9 6 1 11 apertures and passages will facilitate punching or cutting the apertures during extrusion.

Fig. 12 toont een modificatie van de eerdere uitvoering (in het bijzonder zoals in de corresponderende fig. 11 weergegeven), 5 waarbij de loopvlakstrook voorzien is van een centraal aangebrachte cmtréksgroef 120 en twee zijdelings aangebrachte omtreksgroeven 122. De groeven 120 en 122 kunnen zondermeer gevormd worden door de extrusiematrijs (indien toegepast), en kunnen desgewenst in het loopvlak toegepast worden, bijvoorbeeld on richtingstabili-10 teit aan een band te verlenen. Hoewel drie omtreksgroeven bij wijze van voorbeeld in fig. 12 weergegeven zijn, zouden andere uitvoeringen van cmtréksgroefvorming toegepast kunnen worden, zoals bijvoorbeeld slechts een enkele centrale groef of slechts een enkele zijdelingse groef, of een aantal zijdelingse groeven zonder enige centrale 15 groef, of een of andere (niet weergegeven) uitvoering met dwarse of onder een hoek aangebrachte groeven, in aanvulling op of als een alternatief op een of meer omtreksgroeven. Fig. 12 toont een voorkeursuitvoering, waarbij geen enkele amtreksgroef enige opening 93 of enige waterafvoerdoorgang 94 snijdt, maar zonder 20 buiten het kader van de uitvinding te treden kunnen een of meer al dan niet in cmtrekszin verlopende groeven toegepast worden, zander een of meer waterafvoerdoorgangen en/of openingen te snijden, om zodoende een directe verbinding te vormen binnen het loopvlak tussen een dergelijke groef of dergelijke groeven en de 25 doorgang of doorgangen en/of openingen in tegenstelling tot de voorkeursuitvoering, waarbij geen zodanige snijding of directe verbinding binnen het loopvlak optreedt.Fig. 12 shows a modification of the previous embodiment (in particular as shown in the corresponding FIG. 11), 5 in which the tread strip is provided with a centrally arranged circumferential groove 120 and two laterally arranged circumferential grooves 122. The grooves 120 and 122 are readily formed by providing the extrusion die (if used), and may be used in the tread, if desired, for example, providing directional stability to a tire. Although three circumferential grooves are shown by way of example in Fig. 12, other embodiments of tape grooving could be used, such as, for example, only a single central groove or only a single side groove, or a number of side grooves without any central groove, or a or other (not shown) embodiment with transverse or angled grooves, in addition to or as an alternative to one or more circumferential grooves. Fig. 12 shows a preferred embodiment in which no amper groove intersects any opening 93 or any water discharge passage 94, but without departing from the scope of the invention one or more grooves, whether or not in a circumferential sense, may be used, such as one or more water discharge passages and / or or openings to form a direct connection within the tread between such a groove or grooves and the passage or passages and / or openings as opposed to the preferred embodiment, wherein no such cutting or direct connection occurs within the tread.

Bij het weer beschouwen van fig. 12 wordt gezien dat de daarin weergegeven uitvoering van het bandloopvlak denkbeeldig 30 verdeeld kan worden in respectievelijk eerste en tweede gedeelten 126 en 127. Het eerste loopvlakgedeelte 126 zal het radiaal buitenste zijn wanneer het loopvlak deel uitmaakt van een band en strékt zich radiaal naar binnen uit vanaf het grondaanrakings-oppervlak 128 dat normaal het radiaal buitenste deel van een band 35 zal zijn wanneer het loopvlak deel uitmaakt van de band. Het 80 05 9 6 1 12 grondaanrakingsoppervlak 128 biedt de grond ribben van loopvlak-materiaal, die dwars continu verlopen tussen rijen van de openingen 93 af gezien van de cmtreksgroeven 120 en 122. Het tweede loopvlakgedeelte 127 zal zich radiaal meer binnen een 5 band bevinden dan het radiaal buitenste eerste loopvlakgedeelte 126 en steekt zich radiaal naar binnen uit vanaf het eerste loopvlakgedeelte 126 tot aan de radiaal binnenste uitgestrektheid van de waterafvoer doorgangen 94 die het radiaal binnenste oppervlak van het loopvlak bij de in fig. 12 voorgestelde uitvoering 10 snijden maar die dit niet behoeven te doen daar deze doorgangen als alternatief gevormd zouden kunnen worden als buizen of andere geheel cmsloten doorgangen binnen het loopvlak.Referring again to Fig. 12, it is seen that the embodiment of the tire tread shown therein can be imaginary divided into first and second portions 126 and 127, respectively. The first tread portion 126 will be the radially outermost when the tread is part of a tire and extends radially inwardly from the ground contact surface 128 which will normally be the radially outer part of a tire 35 when the tread is part of the tire. The 80 05 9 6 1 12 ground contact surface 128 provides the ground ribs of tread material which run transversely continuously between rows of the openings 93 as seen from the circumferential grooves 120 and 122. The second tread portion 127 will be radially more within a tire then the radially outer first tread portion 126 and extends radially inwardly from the first tread portion 126 to the radially innermost extent of the water discharge passages 94 which intersect the radially innermost surface of the tread in the embodiment shown in FIG. 12 but which this need not do so as these passages could alternatively be formed as tubes or other fully enclosed passages within the tread.

Het eerste loopvlakgedeelte 126 bevat alleen de openingen 93 en de cmtreksgroeven 120 en 122. Het tweede loopvlakgedeelte 15 127 bevat alleen de waterafvoerdoorgangen 94 zoals in fig. 12 voorgesteld maar het tweede gedeelte 127 zou ook radiaal binnenste gedeelten van antréks- of andere groeven, indien dergelijke groeven dieper waren dan het snijpunt van de openingen en de doorgangen, kunnen omvatten.The first tread portion 126 contains only the apertures 93 and the circumferential grooves 120 and 122. The second tread portion 15 127 contains only the water drainage passages 94 as shown in Fig. 12, but the second portion 127 would also radially innermost portions of counter or other grooves if such grooves deeper than the intersection of the openings and the passages may include.

2Q Ofschoon in fig. 12 bij wijze van voorbeeld alleen cmtreksgroeven weergegeven zijn, kunnen elke willekeurige van de andere uitvoeringen van de uitvinding zoals bijvoorbeeld in fig. 1-11 weergegeven eveneens voorzien zijn van een of meer continue of onderbroken groeven die uitgericht zijn cm zodoende 25 in cmtrekszin, of in hoofdzaak in cmtrekszin of in elk ander gewenst uitgericht verband te verlopen.2Q Although, for example, only circumferential grooves are shown in FIG. 12, any of the other embodiments of the invention shown, for example, in FIGS. 1-11 may also include one or more continuous or interrupted grooves aligned so 25 to proceed in the circumferential sense, or essentially in the circumferential sense or in any other desired aligned relationship.

De uitvinding wordt verder voorgesteld aan de hand van de volgende voorbeelden: VOOEBEIEITD 1 30 Een 155SR 13 radiaallaagband werd met een loopvlakge deelte in hoofdzaak zoals beschreven en voorgesteld in fig. 4 als volgt geproduceerd:The invention is further illustrated by the following examples: PREVIOUS 1 A 155SR 13 radial layer tire having a tread portion substantially as described and shown in Fig. 4 was produced as follows:

Het oorspronkelijke loopvlak werd afgeslepen van een 155SR 13 band onder het overlaten van een zo plat mogelijke 35 krocn. zonder de onderbreking te beschadigen. Het oppervlak werd 80 05 9 6 1 » * 13 dan tweemaal bekleed met een merkrubbersolutie en liet men dan drogen. Een laag van vulcaniseerbaar rubbermateriaal van het als "onderloopvlak" bekende soort met een afmeting van 1 mm x 110 mm werd qp de kroon van de band aangebracht.The original tread was ground from a 155SR 13 tire, leaving a 35 flath as flat as possible. without damaging the interruption. The surface was then coated twice with a brand rubber solution and then allowed to dry. A layer of vulcanizable rubber material of the type known as "bottom tread" with a size of 1 mm x 110 mm was applied to the crown of the tire.

5 Een loopvlakstrook met een opening- en waterafvoer door- gangpatroon zoals in fig. 4 weergegeven werd zo gevormd dat het iets langer was dan de onttrek van de band. Tijdens het vormproces werden de uitgangen 45 van de doorgangen 44 door de steungébieden 42 van het bandloopvlak met vormovertreksel bedekt.A tread strip with an opening and water drainage passage pattern as shown in Fig. 4 was formed to be slightly longer than the tire tap. During the molding process, the exits 45 of the passages 44 were covered with mold backing by the support regions 42 of the tire tread.

10 Een merkrubbersolutie werd aan de onderzijde van de loopvlakstrook aangebracht en liet men dan drogen. De loopvlakstrook werd vervolgens rauwkeurig rond de bandkroon aangebracht met de beklede zijde aangrenzend aan het onderloopvlak.A brand rubber resolution was applied to the underside of the tread strip and then allowed to dry. The tread strip was then applied precisely around the tire crown with the coated side adjacent to the under tread.

De einden werden gesneden en verbonden en een gevulcaniseerde 15 rubber hoepel werd rond het stelsel gestrekt. De band werd vervolgens onderworpen aan strocmverwarming on de vulcaniseerbare rubber delen te vulcaniseren en zodoende de gehele band samen te binden. Het bandloopvlak van de resulterende band was in hoofdzaak zoals in fig. 4 weergegeven is, behoudens' dat de doorgangsuitgangen 20 bij 5 gesloten waren door vormovertreksel, en was als volgt:The ends were cut and joined and a vulcanized rubber hoop was stretched around the system. The tire was then subjected to electric heating to vulcanize the vulcanizable rubber parts and thereby bind the entire tire together. The tire tread of the resulting tire was substantially as shown in FIG. 4, except that the passage exits 20 at 5 were closed by mold retraction, and was as follows:

Totale breedte met inbegrip van de steungébieden 42 1Q5 mmTotal width including support areas 42 1Q5 mm

Breedte van elke doorgang 44 5,2 mmWidth of each passage 44 5.2 mm

Diepte van elke doorgang 44 3 mmDepth of each passage 44 3 mm

Doorsnedeafmetingen van elke opening 43 5,2 x 4,7 mm 25 Afstand tussen de openingen 43 1. Zijdelings 3,6 mm 2. In cmtrekszin 3,2 mmCross-sectional dimensions of each opening 43 5.2 x 4.7 mm 25 Distance between openings 43 1. Lateral 3.6 mm 2. In cm 3.2 mm

Ratio van het totale doorsnedeoppervlak van de openingen 43 tot het totale loop-30 vlakoppervlak 35%Ratio of the total cross-sectional area of the openings 43 to the total running surface area 35%

Hardheid van het loopvlakrubber 70° Shore AHardness of the tread rubber 70 ° Shore A.

VOORBEELDEN 2 EN 3EXAMPLES 2 AND 3

Voorbeeld 1 werd herhaald behoudens dat het loopvlakrubber respectievelijk een hardheid van 83° Shore A en 40° Shore A 35 had.Example 1 was repeated except that the tread rubber had a hardness of 83 ° Shore A and 40 ° Shore A, respectively.

80 05 9 6 1 14 n De volgens de voorbeelden l, 2 en 3 geproduceerde werden banden/elk beproefd op geluidopwekking, natte greep en warmtetoe-name in het loopvlak. Wanneer deze proeven voltooid waren werd het vormovertreksel over de doorgangsuitgangen 45 verwijderd 5 tot vijf voorbeelden 4, 5, 6 respectievelijk. Deze banden werden vervolgens- onderworpen aan dezelfde drie proeven.80 05 9 6 1 14 n The tires produced according to Examples 1, 2 and 3 were tires / each tested for noise generation, wet grip and heat increase in the tread. When these tests were completed, the mold slip over the passage exits 45 was removed 5 to 5 Examples 4, 5, 6, respectively. These bands were then subjected to the same three tests.

ResultatenResults

De geluidopwekking was merkbaar verminderd voor al de voorbeelden vergeleken met een SP 4 band (70° Shore A loopvlak-10 rubber).Noise generation was noticeably reduced for all examples compared to an SP 4 tire (70 ° Shore A tread-10 rubber).

De natte greep-verbetering was van betekenis in die mate dat die verbazendwekkend was voor al de voorbeelden vergeleken met een SE. 4 band.The wet grip improvement was significant to the extent that it was amazing for all the examples compared to an SE. 4 band.

Thermograimen voor elk van de droge banden van voorbeelden 15 1 t/m 6 toonde een gelijkmatige warmte toename van lage temperatuur over het gehele loopvlakoppervlak zonder plaatselijk optredende hoge temperaturen die kenmerkend zijn voor standaard banden.Thermograms for each of the dry tires of Examples 15-1 through 6 showed a uniform heat increase from low temperature over the entire tread surface without locally occurring high temperatures characteristic of standard tires.

Door het niet optreden van loqpvlakblokken en -groeven in het bandloopvlak volgens de uitvinding kunnen desgewenst een 20 of meer van de volgende hoedanigheden worden verkregen: 1) De waterspeling vanaf het band/grondaanrakingsoppervlak is verbeterd en de toename van hydraulische druk (de voornaamste oorzaak van aqua-planeren) bij hoge snelheden is sterk verminderd.Due to the absence of tire surface blocks and grooves in the tire tread according to the invention, if desired, one or more of the following qualities can be obtained: 1) The water clearance from the tire / ground contact surface has been improved and the increase in hydraulic pressure (the main cause of aqua-planing) at high speeds is greatly reduced.

2) Het vermogen van het loopvlak om de ruwheid van de 25 weg op te nemen is verbeterd.2) The ability of the tread to absorb the roughness of the road has been improved.

31 De ventilatie van het loopvlak en de onderbreking is verbeterd hetgeen, in samenhang met het niet optreden van grote blokken van loppvlakrubber, resulteert in een lagere en gelijkmatiger looptemperatuur.31 Tread ventilation and break have been improved, which, in conjunction with the absence of large blocks of ropp rubber, results in a lower and more uniform running temperature.

3Q 4) De natte greep wordt minder beinvloed door band- slijtage.3Q 4) The wet grip is less affected by tire wear.

5) De geluidopwekking is sterk verminderd.5) The noise generation is greatly reduced.

6) Door de verbeterde natte en droge greep en lagere looptemperaturen heeft men meer ruimte in de ppzet en formulering 35 van de loopvlaksamenstelling om een moeilijker slijtend en/of 80 05 9 6 1 » s 15 lichtere band te verschaffen.6) Due to the improved wet and dry grip and lower walking temperatures, there is more room in the tread compound formulation and formulation 35 to provide a more difficult wear and / or lighter tire.

VOORREKT D 7FOREIGN D 7

Een 8,25 R16 radiaallaag-vrachtwagenband werd geproduceerd met een loopvlakgedeelte in hoofdzaak. zoals beschreven en 5 voorgesteld in fig. 9, 10 en 11.An 8.25 R16 radial layer truck tire was produced with a tread portion substantially. as described and shown in Figs. 9, 10 and 11.

Het oorspronkelijke loopvlak werd afgeraspt van een 8,25 R16 band onder het overlaten van de in hoofdzaak platte kroon zonder beschadiging van de onderbreking. Het oppervlak werd tweemaal bekleed met een merkrubbersolutie en liet men dan drogen.The original tread was grated from an 8.25 R16 tire leaving the substantially flat crown without damaging the break. The surface was coated twice with a brand rubber resolution and then allowed to dry.

10 Een loopvlakstrook zoals: in fig. 9 weergegeven werd zo gevormd dat het iets groter was dan de ontrek van de band. Deze werd dan iets langer gesneden dan de ontrek van de band langs het midden van geschikte dwarsribben, de onderzijde werd iets gepolijst on een nieuw schoon oppervlak bloot te stellen en de 15 gesneden einden en onderkantlangsribben werden bekleed met rubber-solutie en liet men dan drogen. Een dunne laag (1,5 nml van een onverharde loopvlaksamenstelling werd langs een van de gesneden einden aangebracht.A tread strip as shown in Fig. 9 was formed to be slightly larger than the tire's pull. It was then cut a little longer than the tape draw along the center of suitable cross ribs, the underside was slightly polished to expose a new clean surface and the cut ends and bottom longitudinal ribs were coated with rubber solution and then allowed to dry . A thin layer (1.5 nml) of an unpaved tread composition was applied along one of the cut ends.

De loopvlakstrook werd dan aangebracht op het geraspte 20 karkas zoals in voorbeeld 1 beschreven en daaraan verbonden onder toepassing van het standaard "Duraband"-herhekledings-verhardings-proces.The tread strip was then applied to the shredded carcass as described in Example 1 and bonded thereto using the standard "Duraband" re-curing hardening process.

Details van de loopvlakstrook zijn als: volgt:Tread strip details are as follows:

Totale breedte 160 mm 25 OpeningafmetingenTotal width 160 mm 25 Opening dimensions

Dwars 9,5 mmCross 9.5 mm

In cmtrékszin 17,0 mmIn cm sense of 17.0 mm

Diepte 11, Q mmDepth 11, Q mm

Breedte van de langsribben 30 Steungébied 18,75 mmWidth of the longitudinal ribs 30 Support area 18.75 mm

Andere 13,1 urnOther 13.1 µm

Diepte van de langsribben 5,0 mmDepth of the longitudinal ribs 5.0 mm

Patroonherhaling 25,0 urnPattern repeat 25.0 µm

Ratio van opening tot ongesleten 35 loopvlak 25% 80 059 6 1 16Ratio of opening to unworn 35 tread 25% 80 059 6 1 16

Hardheid van loopvlakrubbers 70° Shore AHardness of tread rubbers 70 ° Shore A.

Machineproeven qp voorbeeld 7 vergeleken met een standaard productie SP 111 loopvlakpatroon "Duraband"-herbekleed waren als volgt: 5 (Noot: de standaard SP 111 had dezelfde locpvlakrubber- formulering als voorbeeld 7 en alleen de loopvlakpatronen verschilden tussen deze twee banden.) 1. Natte bochtneeirikracht.Machine tests qp Example 7 compared to a standard production SP 111 tread pattern "Duraband" recoated were as follows: 5 (Note: The standard SP 111 had the same locomotive surface rubber formulation as Example 7 and only the tread patterns differed between these two tires.) 1. Wet cornering force.

ïfogesnelheid-bochtneemkracht-machira 10 ïfegbelasting 1000 kgïfe speed-bending force-machira 10 ïfeg load 1000 kg

Machinebelasting 90% wegbelasting 2Machine load 90% road load 2

Drukken 4,0, 6,5 kg/απPress 4.0, 6.5 kg / απ

Velg 6½ x 16 sliphoeken -k°, 0° - 6° rechter 15 stuurRim 6½ x 16 slip angles -k °, 0 ° - 6 ° right 15 handlebars

Snelheden 16 - 145 kmhSpeeds 16 - 145 km / h

Oppervlak schelpzandtapijtShell sand carpet surface

Waterstroom 1,0 ai 7,5 liter/secWater flow 1.0 ai 7.5 liters / sec

Resultaten 20 Voorbeeld 7 en standaard SP 111 waren vergelijkbaar bij sliphoeken tot 1° maar daarna was voorbeeld 7 in toenemende mate beter, vooral bij hogere snelheden bij beide water stroomsnelheden.Results 20 Example 7 and standard SP 111 were similar at slip angles up to 1 ° but after that example 7 was progressively better, especially at higher speeds at both water flow rates.

2. Droge bochtneenkracht.2. Dry bend force.

Hugesnelheid-bochtneemkracht-machine. Gesteldheden 25 als voor natte bochtneemkrachtproef behalve droog oppervlak. ResultatenHose speed bend take force machine. Conditions 25 as for wet bending force test except dry surface. Results

Geen verschil van betekenis tussen voorbeeld 7 en de standaard SP 111.No significant difference between Example 7 and the standard SP 111.

3. Nat remmen.3. Wet braking.

30 Hbgesnelheid-bochtneemkracht-mdiine. Gesteldheden als voor natte bochtneemkrachtproeven - waterstrocmsnelheid 7,5 Uar/sec Resultaten30 Hbspeed-bend-force-mdiine. Conditions as for wet bending force tests - water flow rate 7.5 Uar / sec Results

Piek 31¾) Glij coëff % coëff 35 Voorbeeld 7 0,168 50 0,120 SP 111 0,136 70 0,100 80 05 9 6 1 17 4. Aanraklnqsdrukverdeling en grondvlakspanrangen.Peak 31¾) Sliding coefficient% coefficient 35 Example 7 0.168 50 0.120 SP 111 0.136 70 0.100 80 05 9 6 1 17 4. Touch pressure distribution and base clamping grades.

Belasting 1800 kgLoad 1800 kg

Druk 6,75 kg/αη2Pressure 6.75 kg / αη2

Resultaten 5 Ben sterke vermindering van betekenis in de grond- vlakspanning in de zijdelingse richting bij voorbeeld 7 vergeleken met de SP 111 controle.Results 5 Significant reduction in ground tension in the lateral direction in Example 7 compared to the SP 111 control.

Ofschoon verscheidene vormen en afmetingen van bandloop-vlakken en van banden in het voorgaande bij wijze van voorbeeld be-10 sokeven zijn, is de uitvinding niet daartoe beperkt, en kunnen andere vormen en afmetingen van bandloopvlakken en van banden door de terzake deskundige beraamd worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. De bandloopvlakken en de banden volgens de uitvinding kunnen gefabriceerd worden volgens de hier voorgestelde of volgens 15 andere geschikte werkwijzen.Although various shapes and sizes of tire treads and of tires have been described by way of example above, the invention is not limited thereto, and other shapes and sizes of tire treads and of tires can be devised by those skilled in the art without to fall outside the scope of the invention. The tire treads and tires according to the invention can be manufactured by the methods presented here or by other suitable methods.

Een bandloopvlak (fig. 1-12) is opgebouwd uit elasto-meermateriaal en heeft een in hoofdzaak glad grondaanrakings-oppervlak (18, fig. 1). Dit oppervlak heeft een aantal afzonderlijke openingen (13, fig. 1), die zich op het loopvlak uitstrekken om in 20 verbinding te staan met tenminste één waterafvoerdoorgang (14a, 14b, fig. 1). binnen het loopvlak.A tire tread (Fig. 1-12) is constructed from elastomeric material and has a substantially smooth ground contact surface (18, Fig. 1). This surface has a number of discrete openings (13, Fig. 1) that extend on the tread to communicate with at least one water drain passage (14a, 14b, Fig. 1). within the tread.

Het loopvlak kan een of meer omtreksgroeven (120, 122, fig. 12) hebben. De doorgangen kunnen verbonden zijn met het loopvlak, (fig. 1, 3 of 4) of kunnen van elkaar geïsoleerd zijn 25 (fig. 5, 7 of 91. Het loopvlak kan gevormd zijn als een strook en aan een bandkarkas verbonden zijn (fig. 2 of 61, of gevormd zijn als loopvlakhoepel voor een met verwisselbaar loopvlak uitgevoerde band (fig. 7 en 8).The tread may have one or more circumferential grooves (120, 122, Fig. 12). The passages can be connected to the tread, (fig. 1, 3 or 4) or can be insulated from each other (fig. 5, 7 or 91. The tread can be formed as a strip and connected to a tire carcass (fig. 2 or 61, or designed as a tread hoop for an interchangeable tread tire (Figures 7 and 8).

80 05 9 6 180 05 9 6 1

Claims

Tire tread, constructed from an elastan material, characterized in that the ground contact surface (18? 38? 48? 58? 78? 128} is substantially smooth and has a number of separate openings (13? 33? 43? 53? 73? 93) which extend in this tread 5 (11? 31? 41? 51? 71? 91) from this surface (18? 38? 48? 58? 78? 128) and communicate with at least one water drainage passage (14a, 14b? 34? 44? 54? 74? 94) within the tread.

Tire tread according to claim 1, characterized in that the at least one water discharge passage (54? 74? 94) is arranged circumferentially within the tread (51? 71? 91).

Tire tread according to claim 1, characterized in that the tread. (11, 31, 41, 41, 71, 91) contains a number of water drainage passages (14a, 14b; 34? 44; 54; 74; 94).

Tire tread according to claim 3, characterized in that the number of water discharge passages (14a, 14b; 34; 44) are mutually connected within the tread (11; 31-41).

Tire tread according to claim 4, characterized in that interconnected passages (14a, 14b; 34; 44) form one or 20 straight / dendritic grid or network of passages.

Tire tread according to any one of the preceding claims, characterized in that the or each water discharge passage (54; 74? 94) is formed such that when the tread (51; 71; 91) forms part of a tire, the only connection of the or each passage (54; 74; 94) with the outside of the tire through the openings (53; 73; 93) in the tread.

Tire tread according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the or each water discharge passage (14a, 14b; 34; 44) 3Q is formed such that when the tread (11; 31; 41) forms part of a tire, the passage or at least some of the passages (14a, 14b; 34; 44) communicate with the outside of the tire in the support area of the tire (12-32; 42) outside the ground contact surface (18; 38; 48) in addition to communicate with 80 05 9 6 t the outside of the tire through the openings (13; 33; 43) in the tread.

Tire tread according to any one of the preceding claims, characterized in that the hexagon contact surface (138) of the tread (Fig. 12) is provided with one or more grooves (120, 122).

Tire tread according to claim 8, characterized in that the groove or grooves (120, 122) are substantially circumferential.

Tire tread according to claim 8 or 9, characterized in that the groove or grooves (120, 122) do not cut any openings (93) in the tread (Fig. 12).

Tire tread according to claim 8, 9 or 10, characterized in that the groove or grooves (120, 122) are not in communication within the tread (Fig. 12) with any water drainage passage 15 (941.

Tire tread according to any one of the preceding claims, characterized in that the openings (13; 33; 43; 53; 73; 93) in the tire tread are distributed circumferentially in the tread so that the ground contact surface (18; 38; 48; 58; 78; 128) has continuous 20 ribs of tread material extending transversely or at an angle not greater than 40 transversely across the full width of the ground contact surface, the continuity of these ribs being interrupted only by the groove or grooves (120, 122, Fig. 121, if fitted.

Tire tread according to any one of the preceding claims, characterized in that the tread (Fig. 12) is formed with a first radially outer portion (126) extending radially inward from the ground contact surface (128) and a second radially innermost portion (127) more radially within the tread than the radially outer portion (126), the first radially outer portion (1261 containing only said apertures (93) and the groove or grooves (120, 122), if fitted, and the second radially innermost portion (127) contains only the water discharge passage or passages (941 in conjunction with the radially innermost portions of the groove or grooves (120, 122), if fitted and if deeper than 80 05 9 6 1 21 minimum dimension of 2 millimeters in a radial direction relative to the tread.

21. Tire provided with a carcass characterized by a tread according to any one of the preceding claims.

Tire according to claim 21, characterized in that the tread is integrally formed with the carcass.

Tire according to claim 21, characterized in that the tread is formed independently of the carcass and is then bandaged or attached to the carcass to form a complete tire.

Tire according to claim 21, characterized in that the carcass has a radially inner part of the tread, which contains the water discharge passage or passages, integrally formed therewith, and the radially outer part of the tread, containing the openings, separately molded and then connected or secured to the carcass over the radially inner portion with the openings aligned with the passage or passages to form the complete assembly of carcass and tread.

Method of manufacturing the tire tread 20 according to any one of claims 1 to 20, characterized in that the operation comprises forming a tread strip of elastomeric material in a shape which, as regards the internal shape and dimensions, is essentially designed for the required final shape of the tread pattern.

A method according to claim 25, characterized in that the further operation is carried out by partially or completely vulcanizing the tread rock while it is in the mold or after removal from the mold.

A method for manufacturing the tire tread surface 30 according to any one of claims 1 to 20, characterized in that the or each water discharge passage must be arranged in the circumferential sense tread, characterized in that the operations are included of extruding elastomeric material through a die, the opening of which has a cross-sectional shape substantially equal to that of the cross-section of a non-apertured 80 05 9 6 1 20 radial extent of the radially outer portion (126) of the tread.

Tire tread according to claim 13, characterized in that the accumulated volume of the openings (93) in the radially outer part (126) of the tread are in the order of 5% to 65% of the total volume of the radial outer part (126 ).

Tire tread according to claim 14, characterized in that the gathered volume of the openings (93) in the radially outer portion (126). tread is of the order of 10% to 50% of the total volume of the radially outer portion (126).

Tire tread according to claim 13, 14 or 15, characterized in that the volume or aggregated volume of the water discharge passage or passages (941 in the radially inner portion (127) of the tread is of the order of 10% to 70% of the total volume of the radial inner portion (127).

Tire tread according to claim 16, characterized in that the volume or aggregated volume of the water discharge passage or 20 passages (941 in the radially inner portion (127) of the tread is of the order of 15% to 50% of the total volume of the radial inner portion (127).

Tire tread according to any one of the preceding claims, characterized in that the openings (13; 33; 43; 53; 73; 93) have separate cross-sectional areas of not less than 9 square millimeters.

Tire tread according to any one of the preceding claims, characterized in that the water discharge passage or passages (14a, 14b; 34; 44; 54; 74; 94) are formed in terms of cross-section and dimensions such that they remain permanently open and such that they are not sufficiently compressed to close in the portion of the tread that contacts the ground, when it is part of a tire, under the weight of a vehicle carried by the tire.

Tire tread according to claim 19, characterized by -35. or any water drainage passage (14a, 14b; 34; 44; 54; 74; 94) a J 80 05 9 6 1 tread strip, then forming the required openings, and cutting the extruded tread into strips of the required length.

28. A method according to claim 27, characterized in that the die opening has a cross-sectional shape such that one or more circumferential grooves are formed in the tread when it is extruded.

29. Method according to claim 27 or 28, characterized in that the extruded tread is partially or completely vulcanized before or after cutting it into strips.

30. A method of manufacturing a tire, characterized in that it comprises the operations of preparing a tread strip according to any one of claims 1-20, coating a vulcanized or vulcanizable tire sleeve with a heat-curable tread resolution, the bonding an unpaved rubber-based under-tread layer to the tire sleeve, applying the tread strip to Piet sleeve and joining the ends of the strip, and wrapping a vulcanized rubber hoop around the tire and hardening the assembly.

A method according to claim 30, wherein the tire sleeve is vulcanized, characterized in that the operations of preparing the sleeve by grating before coating with tread resolution are included.

32. Method of tire construction, characterized in that the operations are of constructing a vulcanized tire carcass so that it has a raised tire strip at each shoulder region (Fig. 81, forming a ring of tire tread according to one of the following). claims 1-20 (fig. 71) and slotting the tread ring on the carcass between the raised stretch strips 30 (fig. 81. ~

33. Method substantially as suggested in the description and / or drawings.

34. Device substantially as suggested in the description and / or drawings. 80 059 6 1