NL8005878A - Zeefketen en stelsel, voorzien van de zeefketen voor het bewerken van afzonderlijke monsters van samengestelde signalen. - Google Patents
Zeefketen en stelsel, voorzien van de zeefketen voor het bewerken van afzonderlijke monsters van samengestelde signalen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8005878A NL8005878A NL8005878A NL8005878A NL8005878A NL 8005878 A NL8005878 A NL 8005878A NL 8005878 A NL8005878 A NL 8005878A NL 8005878 A NL8005878 A NL 8005878A NL 8005878 A NL8005878 A NL 8005878A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- signal
- frequency
- digital
- coupled
- delay
- Prior art date
Links
- 239000002131 composite material Substances 0.000 title claims description 146
- 238000012545 processing Methods 0.000 title claims description 41
- 238000005070 sampling Methods 0.000 claims description 91
- 238000012935 Averaging Methods 0.000 claims description 59
- 230000000737 periodic effect Effects 0.000 claims description 56
- 230000008054 signal transmission Effects 0.000 claims description 56
- 230000003111 delayed effect Effects 0.000 claims description 45
- 230000001934 delay Effects 0.000 claims description 31
- 230000005540 biological transmission Effects 0.000 claims description 18
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 18
- 230000001360 synchronised effect Effects 0.000 claims description 11
- 238000005303 weighing Methods 0.000 claims description 10
- 230000002950 deficient Effects 0.000 claims description 6
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 claims description 4
- 238000002360 preparation method Methods 0.000 claims description 4
- 238000005304 joining Methods 0.000 claims description 3
- 238000004220 aggregation Methods 0.000 claims description 2
- 230000002776 aggregation Effects 0.000 claims description 2
- 239000000306 component Substances 0.000 claims 101
- 241000234282 Allium Species 0.000 claims 1
- 235000002732 Allium cepa var. cepa Nutrition 0.000 claims 1
- 230000004931 aggregating effect Effects 0.000 claims 1
- 230000007704 transition Effects 0.000 claims 1
- 230000015654 memory Effects 0.000 description 40
- 230000033764 rhythmic process Effects 0.000 description 35
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 27
- 238000012546 transfer Methods 0.000 description 20
- 230000010363 phase shift Effects 0.000 description 17
- 230000004069 differentiation Effects 0.000 description 11
- 230000008901 benefit Effects 0.000 description 7
- 230000004044 response Effects 0.000 description 7
- 230000008859 change Effects 0.000 description 6
- 230000008569 process Effects 0.000 description 6
- 230000008878 coupling Effects 0.000 description 5
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 description 5
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 description 5
- 238000012216 screening Methods 0.000 description 5
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 4
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 4
- 230000001427 coherent effect Effects 0.000 description 3
- 230000000903 blocking effect Effects 0.000 description 2
- 238000013461 design Methods 0.000 description 2
- 238000009826 distribution Methods 0.000 description 2
- 230000006872 improvement Effects 0.000 description 2
- 230000002265 prevention Effects 0.000 description 2
- 238000007873 sieving Methods 0.000 description 2
- 238000003860 storage Methods 0.000 description 2
- 230000001052 transient effect Effects 0.000 description 2
- 101100042630 Caenorhabditis elegans sin-3 gene Proteins 0.000 description 1
- 230000015556 catabolic process Effects 0.000 description 1
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 1
- 238000005352 clarification Methods 0.000 description 1
- 239000012050 conventional carrier Substances 0.000 description 1
- 238000006731 degradation reaction Methods 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 230000008030 elimination Effects 0.000 description 1
- 238000003379 elimination reaction Methods 0.000 description 1
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 1
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 1
- 230000007257 malfunction Effects 0.000 description 1
- 238000012544 monitoring process Methods 0.000 description 1
- 210000000056 organ Anatomy 0.000 description 1
- 230000037361 pathway Effects 0.000 description 1
- 238000011176 pooling Methods 0.000 description 1
- 230000003134 recirculating effect Effects 0.000 description 1
- 230000002441 reversible effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/79—Processing of colour television signals in connection with recording
- H04N9/87—Regeneration of colour television signals
- H04N9/88—Signal drop-out compensation
- H04N9/882—Signal drop-out compensation the signal being a composite colour television signal
-
- H—ELECTRICITY
- H03—ELECTRONIC CIRCUITRY
- H03H—IMPEDANCE NETWORKS, e.g. RESONANT CIRCUITS; RESONATORS
- H03H17/00—Networks using digital techniques
- H03H17/02—Frequency selective networks
- H03H17/0248—Filters characterised by a particular frequency response or filtering method
- H03H17/026—Averaging filters
-
- H—ELECTRICITY
- H04—ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
- H04N—PICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
- H04N9/00—Details of colour television systems
- H04N9/77—Circuits for processing the brightness signal and the chrominance signal relative to each other, e.g. adjusting the phase of the brightness signal relative to the colour signal, correcting differential gain or differential phase
- H04N9/78—Circuits for processing the brightness signal and the chrominance signal relative to each other, e.g. adjusting the phase of the brightness signal relative to the colour signal, correcting differential gain or differential phase for separating the brightness signal or the chrominance signal from the colour television signal, e.g. using comb filter
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Computer Hardware Design (AREA)
- Mathematical Physics (AREA)
- Processing Of Color Television Signals (AREA)
- Image Processing (AREA)
- Television Signal Processing For Recording (AREA)
- Picture Signal Circuits (AREA)
Description
% > τ VO 1142
Zeefketen en stelsel, voorzien van de zeefketen voor het bewerken van afzonderlijke monsters van samengestelde signalen.
De uitvinding heeft betrekking op een zeefketen voor het bewerken van samengestelde signalen, en op een bitverliescompensatar-schakeling, waarin de zeefketen wordt gebruikt, en meer in het bijzonder op een zeefketen voor het bewerken van digitale vertegen-5 woordigingen van samengestelde signalen, en een digitale bitverlies- compensatorschakeling, waarin gebruik wordt gemaakt van de zeefketen voor het scheiden van componenten van een samengesteld signaal.
In stelsels voor het bewerken van samengestelde signalen is het veelal wenselijk verschillende signaalcomponenten te scheiden 10 in verschillende signaalbanen voor het individueel bewerken, en het dan weer samenvoegen van de bewerkte componenten tot een samengestelde signaalvorm voor verder gebruik. Bekende inrichtingen voor het scheiden van samengestelde signalen, samengesteld uit verschillende frequentiecomponenten, zijn afzoekzeefketens. In het algemeen 15 zijn afzoekzeefketens bekend als veelvoudige bandzeefketens, ontwor pen voor het doorlaten van signalen met gekozen frequentiebanden, en het keren van signalen buiten de gekozen frequentiebanden. Bij het bewerken van b.v. kleurentelevisiesignalen, worden afzoekzeef ketens op grote schaal gebruikt voor het scheiden van de luminantie-20 en chrominantiecomponenten. Een dergelijke afzoekzeefketen produ ceert de gewenste scheiding door het bewerken van afzonderlijk gedigitaliseerde monsters, die het analoge kleurentelevisiesignaal vertegenwoordigen en een gewogen gemiddelde verschaffen van drie monsters, genomen van drie opeenvolgende horizontale lijnen van het-25 zelfde veld bij verticaal in lijn liggende beeldelementen van de lijnen. Het middelen wordt voor alle beeldelementen herhaald. Hoewel deze werkwijze toepasbaar is voor analoge signalen, is hij in het bijzonder geschikt voor digitaal gecodeerde signalen omdat deze gewoonlijk monsters vertegenwoordigen van afzonderlijke signaal- 8005878 V.
- 2 - waarden, die optreden met een bekende bemonsteringsfrequentie. Teneinde echter monsters te verkrijgen van de verticaal in lijn liggende beeldelementen, is veelal het kiezen nodig van bijzondere bemon-steringssnelheden of bijzondere bemonsteringsfasen, evenals het 5 toevoegen van verdere ketens voor het bewerken van de monsters, ' waardoor de inrichting dus ingewikkeld wordt gemaakt.
Bij bepaalde genormaliseerde kleurentelevisiesignaalstelsels b.v. verschilt de kleurenhulpdraaggolfslgnaalcomponent in fase op naburige lijnen van het televisieveldraster. In NTSC-stelsels is 10 het faseverschil 180°, en in PAL- en PAL-M-stelsels is het 90°.
Bij bepaalde digitale signaalbewerkingsstelsels voor dergelijke televisiesignalen wordt gebruik gemaakt van een bemonsteringssig-naalfrequentie, die een oneven veelvoud is van de hulpdraaggolf-signaalfrequentie. Voor het verkrijgen van monsters van dergelijke 15 televisiesignalen, overeenkomende met plaatsen van verticaal in lijn liggende beeldelementen, zijn de genoemde aanvullende ketens noodzakelijk voor het verschaffen van een fase-aanpassing van lijn tot lijn van de bemonstering van het televisiesignaal. Indien monsters, overeenkomende met plaatsen van verticaal niet in lijn lig-20 gende beeldelementen door een afzoekzeefketen worden geleid, is beeldvervorming het gevolg. Bij wijze van voorbeeld is in het Amerikaanse octrooischrift 4.075.656 een schakeling beschreven voor het opwekken van monsters, die overeenkomen met verticaal in lijn^ liggende beeldelementplaatsen binnen een televisieveldraster. Dit 25 octrooischrift openbaart, dat een dergelijke schakeling bijdraagt aan de ingewikkeldheid van het totale stelsel voor het bewerken van gedigitaliseerde kleurentelevisiesignalen. Een bekende digitale afzoekzeefketen, die geschikt is voor NTSC-stelsels, is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.143.396. Hoewel deze soort af-30 zoekzeefketen geschikt is voor NTSC-stelsels, moeten de bepaalde, in het Amerikaanse octrooischrift 4.143.396 beschreven uitvoeringsvormen worden voorzien van een bijkomende bewerkingsschakeling voor andere kleurentelevisiestelsels, zoals PAL, PAL-ΙΊ, enz., waarbij de verschillende fase-eigenschappen van lijn tot lijn met betrek-35 king tot de chrominantiecomponent bijkomende moeilijkheden geven 80 05 8 7 8 * - 3 - f· bij hst verkrijgen van monsters, die overeenkomen met plaatsen van verticaal in lijn liggende beeldelementen van opeenvolgende lijnen.
Compensatorschakelingen voor bitverlies van kleurentelevisie-signalen zijn voorbeelden van inrichtingen voor het bewerken van 5 televisiesignalen, waarbij de voornoemde moeilijkheden worden on dervonden. Bitverliescompensatörschakelingen worden op grote schaal gebruikt in stelsels voor het bewerken van kleurentelevisiesigna-len, zoals voor het magnetisch registreren en weergeven, voor het vervangen van een onvolkomen of ontbrekend gedeelte van de kleuren-10 televisiesignaalinformatie, gewoonlijk een "bitverlies” genoemd als gevolg van een onvoorziene momentele foute werking van het stelsel of van kleine fouten van het registreermedium. Wanneer dergelijke bitverliezen optreden in het televisiesignaal, produceren zij zichtbare verstoringen in het weergegeven beeld. Bitverliescom-15 pensatorschakelingen verminderen het verstorende gevolg van bitver liezen, zoals waargenomen door de kijker.
Bij het merendeel van de bekende bitverliescompensatorschake-lingen wordt een R.F.detectorschakeling voor het niveau van de omhullende kromme toegepast, die het amplitudeniveau bewaakt van de 20 gemoduleerde televisiesignaaldraaggolfvorm. Een schakelaar legt het binnenkomende, ononderbroken televisiesignaal gewoonlijk aan een uitgangsaansluiting van de compensatorschakeling. Een vertragings-lijn is aangebracht in de televisiesignaalbaan, b.v. tussen een in-gangsaansluiting van de compensatorschakeling en een ingangsaan-25 sluiting van de schakelaar of tussen de uitgangsaansluiting van de compensatorschakeling en de ingangsaansluiting van de schakelaar.
Wanneer een val wordt waargenomen in het niveau van de R.F.omhullende kromme, wordt de schakelaar geregeld voor het leggen van het vertraagde signaal aan de uitgangsaansluiting in plaats van het binnen-30 komende televisiesignaal. Het vertraagde signaal vervangt dus de gebrekkige informatie. Wanneer het niveau van de R.F.omhullende kromme terugkeert naar normaal, wordt de schakelaar geregeld voor het schakelen van zijn ingang van het vertraagde signaal terug naar het binnenkomende televisiesignaal, dat dan aan de uitgangsaanslui-35 ting wordt gelegd. Bij wijze van voorbeeld is een bekende analoge 8005878 ·>
-V
- 4 - bitverliesoompensatorsohakeling van de voorgaande soort beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.996.576.
Bekend zijn analoge bitverliescompensatorschakelingen, gebruikt in kleurentelevisiestelsels, welke schakelingen het ononder-5 broken kleurentelevisiesignaal scheidt in de luminantie- en chromi- nantiecomponenten, de componenten met een of twee televisielijn-perioden vertraagt en de chrominantiecomponent op opeenvolgende lijnen inverteert teneinde zijn juiste fase te verzekeren bij het in de plaats stellen daarvan voor een bitverlies in het kleurente-10 levisiesignaal. In kleurentelevisiestelsels echter, waarbij het signaal in de vorm is van gedigitaliseerde monsters, versist het gebruik van digitale afzoekzeefketens voor het scheiden van de componenten veelal de toepassing van de voornoemde aanvullende, ingewikkelde, signaalbewerkingsketens voor het verkrijgen van monsters, 15, die overeenkomen met verticaal in lijn liggende beeldelementplaat- sen over elk veld van het televisiesignaal.
Een voorbeeld van een andere bekende digitale bitverliesccm-pensatorschakeling is beschreven in het handboek "AVR-2 Video Tape Recorder, Theory of Operation”, catalogus No.18009179-01, uitgege-20 ven door de Ampex Corporation, november 1977, blz.9 - 10, 9-14, 9 -20 en 9-77 t/m 9-92. Deze bepaalde bitverliescompensatorschake-ling vervangt individuele digitale monsters van gegevens of een gehele lijn met gegevens door de overeenkomstige gegevens van een eerder optredende lijn van hetzelfde veld. Het bitverliessignaal, 25 d at in de plaats moet worden gesteld van de gebrekkige informatie, wordt afwisselend lijn voor lijn opgeslagen in een van twee schuif-registers met 256 bits, die een tweelijnige vertragingsketen vormen. Wanneer de gegevens voor een horizontale lijn in één van de schuif-registers worden geschreven, worden de gegevens van twee eerdere 30 lijnen uit hetzelfde schuifregister gelezen. Bij deze laatstgenoem de toepassing worden de chrominantie- en luminantiesignalen niet gescheiden voor het bewerken. De kleurentelevisiesignaalinformatie echter, die het bitverliessignaal vervangt, wordt met twee lijnen van hetzelfde veld vertraagd. De interlineérende eigenschap van ge-35 bruikelijke televisiesignalen heeft tot gevolg, dat het vertraagde 80 0 5 8 7 8 A- ** - 5 - signaal in de weergeving van het televisiesignaal verschijnt op een plaats, die vier horizontale lijnposities wegligt van zijn onvertraagde positie. In bepaalde gevallen is de weergeving van het voor bitverlies gecompenseerde signaal nogal storend voor het oog, 5 in het bijzonder indien scherp verticaal gerichte patronen worden weergegeven op het scherm. Dergelijke verticaal gerichte patronen worden in de bitverliescompensatielijnen horizontaal verplaatst ten opzichte van de naburige onvertraagde lijnen.
Het is een doel van de uitvinding een stelsel te verschaf-10 fen voor het bewerken van samengestelde signalen, weergegeven door afzonderlijke monsters en voorzien van terugkerende intervallen met een soortgelijke informatie-inhoud, voor het scheiden van de componenten voor het verder bewerken en het vervolgens weer samen-voegen daarvan voor het hervormen van een veranderd samengesteld 15 signaal.
Het is nog een verder doel van de uitvinding een bitverlies-compensatorschakeling te verschaffen voor kleurentelevisiesignalen, weergegeven door afzonderlijke monsters, in welke compensatorscha-keling de door bitverlies beïnvloede luminantie-informatie wordt 20 vervangen door luminantie-informatie, die met een televisielijn de door bitverlies beïnvloede lijn voorafgaat, en de door bitverlies beïnvloede chrominantie-informatie wordt vervangen door chra-minantie-informatie, die met een of twee televisielijnen de door bitverlies beïnvloede lijn voorafgaat.
25 Het is een ander doel van de uitvinding een zeefketen te verschaffen voor het verwijderen van een gekozen frequentiecomponent uit een samengesteld signaal, vertegenwoordigd door afzonderlijke monsters en voorzien van terugkerende intervallen met een soortgelijke informatie-inhoud, door het samenvoegen van opeenvol-30 gende monstervertegenwoordigingen van het samengestelde signaal binnen hetzelfde terugkerende interval, welke vertegenwoordigingen een nul-gemiddelde waarde bepalen van de gekozen frequentiecomponent.
Het is een ander doel van de uitvinding een zeefketen te 35 verschaffen voor het scheiden van componenten van een samengesteld 8005878 - 6 - signaal, weergegeven door afzonderlijke monsters en voorzien van terugkerende intervallen met een soortgelijke informatie-inhoud, welke zeefketen geen monsters behoeft, genomen van dezelfde fase-posities van de terugkerende intervallen van het samengestelde sig-5 naai.
Het is nog een ander doel van de uitvinding een zeefketen te verschaffen van de afzoekzeefketensoort voor het verwijderen van gekozen, harmonisch samenhangende frequentiecomponenten uit een gedigitaliseerd samengesteld signaal, voorzien van terugkeren-10 de intervallen met een soortgelijke informatie-inhoud, door het samenvoegen van opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen van het samengestelde signaal binnen hetzelfde terugkerende interval.
Het is een verder doel van de uitvinding een digitale zeef-keten te verschaffen voor het scheiden van een gekozen periodieke 15 signaalcomponent met een bekende frequentie, die symmetrisch is met betrekking tot een signaalkruisingsas, uit een digitaal gecodeerd samengesteld signaal.
Het is een verder doel van de uitvinding een vereenvoudigde digitale bitverliescompensatorschakeling te verschaffen, die is in-20 gericht voor gebruik in kleurentelevisiestelsels voor verschillen de televisiesignaalnormen, in welke compensatorschakeling de lumi-nantiecomponent met een horizontale lijnperiode wordt vertraagd, en de chrominantiecomponent in fase wordt aangepast teneinde een bekende vooraf bepaalde fase te hebben met betrekking tot de hori-25 zontale lijnperiode, waarvoor de bitverliescompensatie wordt ver schaft.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:
Fig.l een blokschema is van een voorkeursuitvoeringsvorm 30 van de zeefketenj
Fig.2 een blokschema is van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de zeefketen;
Fig.3a en 3b grafische afbeeldingen zijn van het opwekken van gedigitaliseerde monsters, bewerkt door de in fig.2 weergege-35 ven uitvoeringsvorm van de zeefketen; 80 0 5 8 7 8 / - 7 - r
Fig.4 een voorbeeld is van een frequentiekarakteristiek van de in fig.2 weergegeven uitvoeringsvorm van de zeefketen;
Fig.5 een grafische afbeelding is van de opwekking van gedigitaliseerde monsters, bewerkt door een alternatieve uitvoerings-5 vorm van de in fig.2 afgeheelde zeefketen;
Fig.6 een blokschema is van nog een uitvoeringsvorm van de zeefketen;
Fig.7 een grafische afbeelding is van de opwekking van gedigitaliseerde monsters, bewerkt door de in fig.6 weergegeven uitvoe-10 ringsvorm van de zeefketen;
Fig.8 - 12 blokschema's zijn van verschillende voorkeursuitvoeringsvormen van de bitverliescompensatorschakeling onder toepassing van de zeefketen;
Fig.l3a - h opeenvolgende gedeelten tonen van een gedetail-15 leerd ketenschema van de in fig.8 weergegeven uitvoeringsvorm;
Fig.14 en 15 blokschema's zijn van uitvoeringsvormen van de bitverliescompensatorschakeling onder toepassing van de zeefketen, ingericht voor het compenseren van PAL- en PAL-M-kleurentelevisie-signalen; en 20 Fig.l6a en 16b opeenvolgende gedeelten tonen van een gede tailleerd ketenschema van een andere uitvoeringsvorm van de geheu-genadresgeneratorketen voor toepassing in de in de fig.8a - h weergegeven bitverliescompensatorschakeling teneinde deze aan te passen voor PAL-kleurentelevisiesignaaltoepassingen.
25 Voorkeursuitvoeringsvormen van de zeefketen worden beschre ven, gevolgd door de beschrijving van voorbeelden van de toepassing van de zeefketen in stelsels voor het bewerken van digitale samengestelde signalen.
De onderhavige zeefketen is een soort digitale afzoekzeef-30 keten, geconstrueerd voor het bewerken van een digitaal, samenge steld informatiesignaal, dat twee of meer frequentiecomponenten bevat. Door de onderhavige zeefketen worden een of meer gekozen componenten van het samengestelde informatiesignaal door zeven verwijderd. Eenvoudigheidshalve wordt het samengestelde informatiesig-35 naai verder aangeduid als het samengestelde signaal. Het te bewer- fi η n r a 7 a > - a - ken digitale signaal kan b.v. worden verkregen door het bemonsteren van een samengesteld analoog signaal onder toepassing van een bemon-steringskloksignaal, dat in frequentie en fase is vergrendeld met de gekozen frequentiecomponent of componenten, die maBten worden 5 uitgezeefd, zoals hierna wordt beschreven. Digitale vertegenwoor digingen van de monsters worden opgewekt door een kwanticeerketen, die elk monster, dat een afzonderlijke amplitudewaarde vertegenwoordigt van het samengestelde analoge signaal, ontvangt, en dit omzet of codeert in een passende digitale code, zoals een NRZ-code. Deze 10 digitale vertegenwoordigingen van de monsters worden in de onder havige zeefketen zodanig samengevoegd, dat een of meer gekozen periodieke symmetrische signaalcomponenten, elk voorzien van een bekende nominale frequentie, worden verwijderd uit het samengestelde signaal. Meer in het bijzonder ontvangt de onderhavige zeefketen 15 opeenvolgende monsters, die het samengestelde signaal vertegenwoor digen, waaruit een of meerperiodieke signaalcomponenten door de zeefketen moeten warden verwijderd, en slaat deze gedurende een gekozen tijdvak op. De zeefketen voegt onafgebroken een gekozen aantal ontvangen monsters samen voor het verschaffen van een digitale 20 gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van de samengevoegde monsters, die een nulgemiddelde waarde bepalen van de gekozen periodieke signaalcomponent of -componenten.
De zeefketen omvat een samenstel van digitale opslagorganen, zoals vertragings- en rekenkundige ketens, ingericht en bediend 25 voor het verschaffen van een digitale gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van een gekozen aantal ontvangen monsters aan de uitgang van de zeefketen voor elk gedigitaliseerd monster, ontvangen aan de ingang van de zeefketen. Het aantal gemiddelde monsters wordt gekozen voor het bepalen van een tijdvak, dat een nulgemid-30 delde waarde verschaft van het gedeelte van de gemiddelde digitale monstervertegenwoordigingen, overeenkomende met de signaalcomponent, die moet worden verwijderd uit het samengestelde signaal door de zeefketen. De bediening van het samenstel van digitale opslag- en rekenkundige middelen voor het bewerken van de ontvangen gedigita-35 liseerde monsters voor het verkrijgen van een werkende digitale ge- 80 0 5 8 7 8 - 9 - / * middelde vertegenwoordiging van de waarden daarvan, wordt geregeld door een kloksignaal, dat een frequentie heeft, die is gesynchroniseerd met en gelijk is aan de frequentie, waarop de monsters worden ontvangen door de :zeefketen. Zoals uit de volgende beschrijving 5 duidelijker wordt, is een belangrijk kenmerk de mogelijkheid van de zeefketen voor het uitzeven of verwijderen van gekozen signaalcom-ponenten uit gedigitaliseerde monsters van een samengesteld signaal, dat met een niet te voorspellen en willekeurig veranderlijke mate wordt overgebracht naar de zeefketen. Bij dergelijke toepassingen 10 moet de frequentie van het kloksignaal van de zeefketen synchroon veranderen met de veranderende mate van ontvangst van de gedigitaliseerde monsters door de zeefketen. Natuurlijk wordt een in frequentie stabiel kloksignaal verschaft aan de zeefketen bij toepassingen, waarbij de gedigitaliseerde monsters in een stabiele mate wor-15 den ontvangen door de zeefketen.
Fig.l toont een uitvoeringsvorm van de zeefketen, ingericht voor het uitzeven van een gekozen chrominantiesignaalcomponent van 3,58 MHz uit een samengesteld, analoog, NTSC-kieurentelevisiesig-naal. Het samengestelde kleurentelevisiesignaal is gewoonlijk een 20 analoog signaal, dat veelal willekeurig veranderlijke tijdbasis- fouten bevat. Overeenkom stig de uitvinding wordt het analoge signaal eerst omgezet in een binair gecodeerd digitaal signaal en dan door de signaalvertragings- en rekenkundige ketens geleid voor het verwijderen van de gekozen frequentiecomponent. Meer in het bijzon-25 der wordt het analoge, samengestelde, kleurentelevisiesignaal, ont vangen aan een ingangsaansluiting 80 gekoppeld met een ingang van een videosignaalprocessorketen 81. De signaalprocessorketen 81 is een gebruikelijke uitvoering van een schakeling, aangetroffen in stelsels voor het bewerken van kleurentelevisiesignalen, zoals 30 tijdbasiscorrigeerketens, welke processorketen het ontvangen sig naal versterkt, een D.C.-herstel verschaft en de verticale velden horizontale lijnsynchroniseercomponenten (verticale en horizontale synchronisatie) scheidt, alsmede de kleursynchroonsignaalcom-ponent uit het samengestelde signaal. De hiervoor aangegeven be-35 treffende synchroniseercomponenten worden dan verder gebruikt bij het volgende signaalbewerken voor synchronisatiedoeleinden. Het ana-
'V
v - 10 - loge samengestelde signaal, verkregen aan de uitgang van de sig-naalprocessorketen Θ1, wordt gekoppeld met een ingang van een ana-loog-naar-digitaal (A/D]-omzetterketen 82, die het analoge signaal codeert of omzet in een binair gecodeerd signaal. Bij een voor-5 keursuitvoeringsvorm wordt een A/D-omzettsrketen 82 gebruikt, waar in het samengestelde, analoge, NTSC-televisiesignaal wordt bemonsterd met een snelheid van driemaal de frequentie van het hulpdraag-golfsignaal, d.w.z. 3 x 3,58 MHz of ongeveer 10,7 MHz. Elk monster wordt digitaal gekwantificeerd tot een digitaal NRZ-woord, bestaan-10 de uit acht evenwijdige bits. Overeenkomstig de uitvinding wordt een bemonsteringskloksignaal van 10,7 MHz, dat in hoofdzaak samenhangend is met de chrominantiesignaaloomponent van 3,58 MHz, die uit het samengestelde televisiesignaal moet worden gezeefd, gebruikt voor het op het ritme van de klok sturen van de A/D-omzetter-15 keten 82 voor het tot stand brengen van het bemonsteren en het kwan tificeren van het samengestelde analoge televisiesignaal. Het klok-signaal van 10,7 MHz Vjordt opgewekt door een bemonsteringskloksig-naalgeneratorketen 83 uit de kleursynchroonsignaal-, horizontale lijn- en verticale veld-synchroniseercomponenten, verkregen uit een -20 televisiesynchrobiseersignaalscheidingsketen, opgenomen in de sig- naalprocessorketen 81. Hoewel kleine faseverschillen aanwezig kunnen zijn in de horizontale lijn met video-informatie, volgende op het kleursynchroonsignaalinterval als gevolg van snelheidsfouten en dergelijke, in het bijzonder wanneer dergelijke signalen worden 25 verkregen van videoregistreer-televisiesignaalbronnen, zijn derge lijke verschillen zodanig klein, dat zij kunnen worden verwaarloosd, en het kloksignaal van 10,7 MHz samenhangend kan worden beschouwd met de chrominantiesignaalcomponent van 3,58 MHz voor de beschreven doeleinden van de uitvinding. Bepaalde televisiesignalen bevatten * 30 een onafgebroken beschikbaar loodssignaal, In dergelijke gevallen kan het loodssignaal worden gebruikt voor het opwekken van een kloksignaal van 10,7 MHz, dat werkelijk samenhangend is met de chrominantiesignaalcomponent van 3,58 MHz.
De A/D-omzetterketen 82 spreekt aan op het kloksignaal van 35 10,7 MHz, verschaft aan zijn klokingangsaansluiting door de klok- 8005878 - 11 - * * signaalgeneratorketen S3 en een blokkeerregelsignaal, verschaft aan zijn blokkeerregelingangsaansluiting door de signaalprocessor-keten 81 voor het aan de uitgang van de A/D-omzetterketen 82 verschaffen van de digitale NRZ-woorden, die het ingevoerde analoge 5 televisiesignaal vertegenwoordigen. De digitale 8-bits NRZ-woorden, verschaft door de A/D-omzetterketen 82, worden over acht evenwijdige lijnen 84 gelegd aan de zeefketen 2.
De ketendetails van de signaalprocessorketen 81, de A/D-om-zetterketen 82 en de kloksignaalgeneratorketen 83 zijn weergegeven 10 noch beschreven, omdat zij voor wat betreft hun ontwerp en werking identiek zijn aan die, welke zijn opgenomen in bekende digitale tijdbasiscorrigeerketens. Meer in het bijzonder zijn de schema's van dergelijke ketens weergegeven in de catalogus No.1809274-02, uitgegeven door de Ampex Corporation in november 1977. De bepaalde IS schakeling voor de signaalprocessorketen 81 is weergegeven in het schema No.l4QB103A op blz.29/30, is de A/D-omzetterketen 82 weergegeven in de schema's Nas.l4G24G9B en 1401312 op resp. de bladzijden 37/38 en 43/44, en is de kloksignaalgeneratorketen 83 weergegeven in schema No.1402337 op de blz.49/50 en 51/52.
20 Indien het gedigitaliseerde televisiesignaal direct vanaf de A/D-omzetterketen 82 wordt gekoppeld met de ingang van de zeefketen 2 zonder enige verandering van de gegevenssnelheid, zoals bij de in de fig.l, 2 of 5 afgebeelde uitvoeringsvorm, wordt ook het kloksignaal van 10,7 MHz, opgewekt door de kloksignaalgeneratorketen 25 83, gekoppeld met de zeefketen 2 voor het op het ritme van de klok sturen van de zeefketenelementen of -middelen, gebruikt bij het bewerken van het samengestelde gedigitaliseerde televisiesignaal voor het verwijderen van de gekozen periodieke signaalcomponent. Indien echter een keten voor het hersturen op het ritme van de klok of een 30 bufferketen (niet weergegeven] in de signaalbaan is geplaatst tus sen de A/D-omzetterketen 82 en de zeefketen 2 voor het veranderen van de gegevenssnelheid van het gedigitaliseerde televisiesignaal voordat dit wordt gekoppeld met de zeefketen, zoals b.v. nodig is voor het synchroniseren van een onstabiel gedigitaliseerd signaal 35 met een in frequentie stabiele referentie, wordt een overeenkomstig O Λ n C O 7 o
•V
> - 12 - in frequentie stabiel referentiekloksignaal gebruikt voor het op het ritme van de klok staren van de filterketenelementen. Het in frequentie stabiele referentiekloksignaal wordt natuurlijk opgewekt teneinde hetzelfde frequentie- en synchroonverband te hebben met 5 betrekking tot de op het ritme van de klok herstuurde, gekozen, periodieke signaalcomponent, zoals hiervoor beschreven.
Het uitgangssignaal in de vorm van een digitaal 8-bits woord van de analoog-naar-digitaal-omzetterketen 82 wordt gelegd' aan een ingang van de zeefketen 2 via een verbindingslijn 85. In het alge-10 meen omvat de zeefketen 2 een samenwerkend samenstel van ketenele menten, die in de voorkeursuitvoeringsvorm van fig.l zijn weergegeven als vertragingsmiddelen 84, signaalsamenvoegmiddelen 86 en sig-naalverdeelmiddelen 87. Zoals hierna gedetailleerder wordt beschreven, ontvangt de zeefketen 2 opeenvolgende digitale monsters van 15 de hiervoor aangeduide A/D-omzetter- en vertragingsketens, en voegt deze samen voor het verschaffen van een digitale gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van de samengestelde monsters door het bewerken van een gekozen aantal monsters, dat het analoge kleuren-televisiesignaal vertegenwoordigt, ontvangen aan de ingangsaanslui-20 ting 80. Het aantal digitale monsters, samengevoegd voor het ver schaffen van de digitale gemiddelde vertegenwoordiging, wordt gekozen met betrekking tot het verband tussen de kloksignaalfrequentie en de frequentie van de gekozen signaalcomponent, die door de zeefketen moet worden verwijderd, op zodanige wijze, dat de digitale 25 gemiddelde vertegenwoordiging aan de uitgang van de zeefketen een gemiddelde signaalwaarde vertegenwoordigt van het samengestelde signaal, en tegelijkertijd een nulgemiddelde waarde van de gekozen frequentiecomponent.
Thans wordt de werking van de zeefketen 2 van fig.l in het 30 algemeen beschreven, gevolgd door de beschrijving van de bepaalde voorkeursuitvoeringsvormen, resp. afgebeeld in de fig.2 en 5. De vertragingsmiddelen 85 ontvangen de opeenvolgende, gedigitaliseerde monsters van de A/D-omzetterketen 82, en vertragen elk monster of slaan dit op voor een vooraf bepaald aantal monsterintervallen, 35 zodat een gekozen aantal ontvangen monsters gelijktijdig toeganke- 8005878 * - 13 - lijk is voor rekenkundig samenvoegen. Bij de voorkeursuitvoeringsvormen van de zeefketen 2 bevatten de vertragingsmiddelen een aantal evenwijdige signaaloverbrengingsbanen, voorzien van signaalver-tragingselementen, die verschillende overbrengingstijden verschaf-5 fen tussen de ingang en de uitgang van de vertragingsmiddelen voor elk ontvangen monster, zodat het gekozen aantal verschillende ontvangen monsters gelijktijdig wordt verschaft aan de signaalsamen-voegmiddelen 06. Het gekozen aantal vertraagde monsters, overgebracht door de vertragingsmiddelen 85, wordt via bijbehorende ver-10 bindingslijnen 89 gelegd aan bijbehorende ingangen van de signaal- samenvoegmiddelen 86. De signaalsamenvoegmiddelen voegen gekozen monsters rekenkundig samen en verschaffen aan hun uitgang een digitale vertegenwoordiging van de waarde van de samengevoegde monsters.
De digitale vertegenwoordiging wordt gelegd aan een ingang van de 15 signaalverdeelmiddelen 87 via een verbindingslijn 90. De signaalver- deelmiddelen 87 verdelen de samengevoegde monsterwaarde voor het aan een uitgang 91 verschaffen van een digitale gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van de samengevoegde monsters. Het aantal samengevoegde monsters, de rekenkundige samenvoegfactor en 20 de deler worden zodanig gekozen, dat het signaal, verschaft aan de uitgang 91 van de zeefketen 2, een digitale gemiddelde vertegenwoordiging is van de waarden van de samengevoegde monsters, welke vertegenwoordiging een nulgemiddelde waarde bepaalt van de gekozen frequentiecomponent. Op deze wijze wordt de gekozen frequentiecompo- 25. nent verwijderd uit het samengestelde signaal door de zeefketen 2.
Thans worden voorkeursuitvoeringsvormen van de zeefketen 2, afgedeeld in de fig.2 en 5, beschreven.
De zeefketen volgens fig.2 verschaft een digitale gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van drie opeenvolgende digitale 30 monstervertegenwoordigingen S^, $2* S3, opeenvolgend ontvangen van b.v. een A/D-omzetterketen, zoals weergegeven in fig.l. In de zeefketen volgens fig.2 wordt gebruik gemaakt van een cascadeschakeling van digitale organen, welke schakeling registers bevat, verder binaire telwerken en een deler, ingericht voor het vormen van drie 35 evenwijdige overbrengingsbanen met verschillende overbrengingstij- an η ς fl 7 fi
, 'V
- 14 - den voor elk der ontvangen monsters. Elk opeenvolgend monster, opgewekt door de A/O-omzetterketen 82, weergegeven in fig.l, wordt door de acht evenwijdige verbindingslijnen 84 gekoppeld met een ingang van een op het ritme van de klok gestuurd register 49, dat 5 dient als een tijdstuurbufferketen tussen de A/D-omzetterketen 82 en de zeefketen 2. De voortgang van de monsters in de vorm van een digitaal θ-bits woord door het register 49, alsmede door andere op het ritme van de klok gestuurde organen van de zeefketen 2, wordt geregeld door het kloksignaal van 10,7 MHz, opgewekt door de klok-10 signaalgeneratorketen 83 Cfig.13 en verschaft over de verbindings lijn 88. De uitgang van het register 49 wordt door lijnen I gekoppeld met een ingang van een op het ritme van de klok gestuurd register 50 en een eerste ingang van een telwerk 51. Het register 50 wordt op het ritme van de klok gestuurd door het kloksignaal van 15 10,7 MHz voor het ontvangen van opeenvolgende monsters S^, S2, S^, enz., gekoppeld met zijn ingang door het op het ritme van de klok gestuurde register 49, en vertraagt elk ontvangen monster met een klokcyclus met betrekking tot het moment, dat het monster verschijnt op de lijnen I, die de uitgang van het register 49 koppelen 20 met de ingang van het register 50. De uitgang van het register 50 is door verbindingslijnen II gekoppeld met een tweede ingang van het telwerk 51. Het telwerk 51 is een rekenkundig orgaan van de soort, die aan zijn met de verbindingslijnen III gekoppelde uitgang de som verschaft van zijn ingangen, ontvangen over de lijnen I en 25 II. Derhalve telt het telwerk 51 elk in klokcyclus vertraagd mon ster, ontvangen van het register 50, op bij het daaropvolgende monster, ontvangen van het register 49 voor het verschaffen van een werkzame som van twee opeenvolgende monsters van de uitgang van de A/D-omzetterketen 82. Een andere op het ritme van de klok gestuurd 30 register 52 is met zijn ingang gekoppeld met de uitgang van het telwerk 51 door de verbindingslijnen III en wordt op het ritme van de klok gestuurd door het kloksignaal van 10,7 MHz, aanwezig op de lijn 88 voor het ontvangen van de som van twee opeenvolgende monsters, verschaft door het telwerk 51. Evenals de registers 49 en 50 35 verschaft het register 52 een vertraging van een klokcyclus voor 8005878 V.
- 15 - * elke monstersom, ontvangen van het telwerk 51. De uitgang van het register 52 is door verbindingslijnen IV gekoppeld met een tweede ingang van een telwerk 53, dat met zijn eerste ingang is gekoppeld door de lijnen I voor het ontvangen van de opeenvolgende monsters 5 van het register 49. Het telwerk 53 verschaft op de verbindingslij nen V, gekoppeld met zijn uitgang, de som van zijn ingangen, ontvangen over de verbindingslijnen I en IV. Derhalve is een werkzame som van drie opeenvolgende monsters, verschaft door de A/D-omzetter-keten 82 via het register 49, aanwezig bij de lijnen V, gekoppeld 10 met de uitgang van het telwerk 53. Een op het ritme van de klok ge stuurde deler 57 is met zijn ingang gekoppeld met de uitgang V van het telwerk 43 via een voorafgaand register 54, en verschaft een deling door drie van de ontvangen som van drie opeenvolgende monsters. Het register 54, dat direct voorafgaat aan de deler 57, 15 (of het register 56 in de zeefketenuitvoeringsvorm, ingericht voor het middelen van vier opeenvolgende monsters), wordt gebruikt voor het hersturen op het ritme van de klok van de bits, die elk gemiddeld 8-bits digitaal woord vormen, en zodoende verwijderen van bit-onrsgelmatigheden en tijdelijke bits,die aanwezig kunnen zijn in 20 het gemiddelde 8-bits digitale woord. Bitonregelmatigheden worden veroorzaakt door kleine verschillen in de voortgangsvertragingen, ondervonden door de individuele bits van elk 8-bits digitaal woord wanneer zij parallel worden bewerkt door de zeefketen. Tijdelijke bits worden opgewekt door actieve ketenelementen, die de resulta-25 ten van signaaltoestandsveranderingen aan hun ingangen zonder stu ring op het ritme van de klok direct overbrengen naar hun uitgangen. De in de voorkeursuitvoeringsvorm van de zeefketen 2 toegepas-te telwerken zijn voorbeelden van dergelijke ketenelementen, doordat zij van de soort zijn, waarin veranderingen in het logische ni-30 veau van de signalen aan hun ingangen onmiddellijk worden overge bracht naar hun uitgang. De registers 49, 50 en 52 voeren ook een herstuurwerking uit op het ritme van de klok. Indien bitafwijkingen of tijdelijke bits toelaatbaar zijn of afwezig, kan het register voor het hersturen op het ritme van de klok, welk register direct 35 voorafgaat aan de deler 57, uit de zeefketen 2 worden verwijderd.
o η n r p 7 fl - 16 - *
Elk der registers en de deler van de zeefketen vertraagt de aan zijn ingang ontvangen gegevens met een klokcyclus. Deze vertraging is het gevolg van het op het ritme van de klok sturen van de registers en de deler omdat de digitale monstervertegenwoordi-5 gingen, aanwezig aan hun ingangen, niet verschijnen aan hun uitgan gen totdat de organen op het ritme van de klok zijn gestuurd door het kloksignaal van 10,7 MHz. Als gevolg van een dergelijk op het ritme van de klok sturen, gaat elk monster slechts in stappen van een orgaan per klokcyclus verder langs de serieketenbanen, bepaald 10 door de register- en delerorganen.
In de zeefketen 2 vertakken de verbindingslijnen I aan zijn ingang in drie verschillende signaaloverbrengingsbanen naar de uitgang 91 van de zeefketen. De signaaloverbrengingstijden door de drie banen verschillen met gehele veelvouden van de periode van het 15 kloksignaal van 10,7 MHz, waarbij de overbrengingstijd door de lang ste signaaloverbrengingsbaan twee kloksignaalperioden langer is dan de overbrengingstijd door de kortste signaaloverbrengingsbaan, en de overbrengingstijd door de signaaloverbrengingsbaan met een tussenliggende lengte een kloksignaalperiode langer is dan de aver-20 brengingstijd door de kortste signaaloverbrengingsbaan. De kortste signaaloverbrengingsbaan tussen de verbindingslijnen I en de uitgang 91 van de zeefketen 2 bevat het binaire telwerk 53, gevolgd door het register 54 en de deler 57. Het register 54 en de deler 57 brengen elk resp. een voortgangsvertraging van een kloksignaalcyclus in de 25 signaaloverbrengingsbaan. Dientengevolge heeft de kortste signaal overbrengingsbaan een totale signaaloverbrengingsvertraging van twee kloksignaalcycli. Het telwerk 53, het register 54 en de deler 57 zijn gemeenschappelijk voor de drie signaaloverbrengingsbanen. Derhalve moeten de voornoemde verschillen in de overbrengingstijden 30 door de drie banen voor het telwerk 53 tot stand worden gebracht.
Het gedeelte van de signaaloverbrengingsbaan met dé tussenliggende lengte tussen de verbindingslijnen I en het telwerk 53 bevat nog een binair telwerk 51, gevolgd door het register 52. Zoals hiervoor beschreven voert het register 52 een voortgangsvertraging 35 in van een kloksignaalcyclus in de signaaloverbrengingsbaan. Dienten- 80 0 5 8 7 8 - 17 - gevolge verschaft de signaaloverbrengingsbaan met de tussenliggende lengte een signaaloverbrengingsvertraging tussen de lijnen I en de verbindingslijnen IV, gekoppeld met de tweede ingang van het telwerk' 53, van een kloksignaalcyclus, die één cyclus langer is dan de 5 vertraging door het gedeelte van de kortste signaaloverbrengings baan tussen de lijnen I en de ingang naar hetrtelwerk 53. Op hetzelfde moment dat het register 52 gegevens verschaft aan de tweede ingang van het telwerk 53, wordt dus een monster, dat met een mon-sterinterval of klokperiode eerder was opgewekt door de A/D-omzet-10 terketen B2 volgens fig.l, verschaft aan de eerste ingang van het telwerk 53 over de verbindingslijnen I.
De langste signaaloverbrengingsbaan wordt ten dele gevormd door de signaaloverbrengingsbaan met tussenliggende lengte, d.w.z. de baan vanaf het telwerk 51 naar de deler 57, en ten dele door 15 het register 50. Omdat het register 50 een voortgangsvertraging van een kloksignaalcyclus in de overbrengingsbaan brengt, is de signaaloverbrengingsvertraging tussen de lijnen I en de verbindingslijnen II, gekoppeld met de tweede ingang van het telwerk 51, een kloksignaalcyclus, die een cyclus langer is dan de signaaloverbren-20 gingsvertraging door de overbrengingsbaan met de tussenliggende lengte. Op hetzelfde moment, dat een monster door de lijnen I wordt gekoppeld met de eerste ingang van het telwerk 51, wordt dus een monster, dat met een monsterinterval of kloksignaalperiode eerder was opgewekt door de A/D-omzetterketen 82 volgens fig.l, verschaft 25 aan de tweede ingang van het telwerk door het register 50. Derhalve verschaft de langste signaaloverbrengingsbaan een signaaloverbrengingsvertraging tussen de lijnen I en de uitgang van de zeefketen- 2, welke vertraging twee kloksignaalcycli langer is dan die, verschaft door de kortste signaaloverbrengingsbaan.
'30 De in fig.2 afgebeelde zeefketen verschaft een gemiddelde van drie opeenvolgende monsters. Indien het wenselijk is. b.v. een gemiddelde te verschaffen van vier opeenvolgende monsters, worden een bijkomend telwerk 55 en een op het ritme van de klok gestuurd register 56 toegevoegd aan de zeefketen 2, en in cascade geschakeld 35 tussen het register 54 en de deler 57, zoals weergegeven door on- «ο η<5fl 7 fl
V
•ί - 18 - derbroken lijnen. In deze gewijzigde zeefketen is de deler 57 een door vier delende deler. Voor elk aanvullend gemiddeld monster worden een aanvullend telwerk en register in de zeefketen volgens fig.2 gekoppeld, voorafgaande aan de deler 57 op de hiervoor be-5 schreven wijze, en wordt de deler dienovereenkomstig uitgevoerd.
Alle voorgaande digitale organen zijn in de handel beschikbare, gebruikelijke organen, zoals duidelijk is bij een beschouwing van het gedetailleerde ketenschema van de fig.l3a - h. Thans wordt de werking beschreven van de zeefketen volgens fig.2 met betrekking tot 10 de bepaalde ketenplaatsen, aangegeven met I, II, III enz,, en zo als aangegeven in de onderstaande tabel A.
Tabel A P_l_a_a_t_s
Klok- I II III IV V VI VII
15 ^________ 1 S1 2 S2 Sl VS2 3 S, S2 S2*S 3,+S_ S,*S2+S3 4 S4 S3 VS4 S2+S3 VS3*®4 WS3 20 5 S5 S4 S4*S5 S3*S4 S3*S4*S5
Zoals weergegeven in tabel A wordt elk opeenvolgend monster, op het ritme van de klok gestuurd naar de uitgang van het register 49, gelijktijdig ontvangen over de lijnen I bij de bijbehorende ingangen van het register 50, het eerste telwerk 51 en het tweede 25 telwerk 53, alsmede elk ander telwerk, zoals het telwerk 55, aanwe zig in de keten. Bij een eerste kloktijd 1, wordt het register 49 op het ritme van de klok gestuurd voor het aan zijn uitgang plaatsen van het monster S^, dat wordt gekoppeld door de lijnen I met de ingang van het register 50 en een eerste ingang van elk der telwer-30 ken 51, 53. Op grond van het op het ritme van de klok sturen van het register 49 verschijnt het monster niet aan de uitgang daarvan op de lijnen I, dus aan de ingangen van de telwerken 51, 53 en het register 50 totdat de registers en de delers op het ritme van de klok worden gestuurd. Dientengevolge wordt het monster bij deze 35 tijd niet op het ritme van de klok door het register 50 gestuurd 8005878 > - 19 - naar ds verbindingslijnen II, die zich uitstrekken naar de tweede ingang van het telwerk 51. Elk telwerk 51, 53 spreekt echter onmid-dellijk aan op de ontvangst van een nieuwe digitale monstervertegen-waordiging aan zijn ingang, zoals het verschijnen van het monster 5 op de lijnen I, teneinde met zijn uitgang de som te koppelen van de nieuwe digitale manstervertegenwoordigingen aan zijn ingangen.
Hoewel het monster aanwezig is in de opgetelde uitgangen van de telwerken 51 en 53, vindt een dergelijke aanwezigheid plaats na het op het ritme van de klok sturen van de volgende registers 52 en 54 10 zodat het monster dus niet op het ritme van de klok door de re gisters 52 en 54 wordt gestuurd gedurende de kloktijd 1.
Bij de volgende kloktijd 2 is het monster S2 aanwezig aan de ingang van het register 49. Elk der registers 49, 50, 52, 54 en de deler 57 wordt op het ritme van de klok gestuurd voor het tot stand 15 brengen van het overbrengen naar hun betreffende uitgangen van de gegevens, die dan aanwezig zijn aan hun betreffende ingangen, hetgeen na een interval na het begin van het op het ritme van de klok sturen plaatsvindt. Als gevolg van het op het ritme van de klok sturen verschijnt het monster S2 aan de uitgang van het register 49 20 en dus op de lijnen I, die zich uitstrekken naar de ingangen van de telwerken 51, 53 en het register 50, dat het voorgaande monster vanaf zijn ingang overbrengt naar zijn uitgang, en derhalve de verbindingslijnen II, die zich uitstrekken naar de tweede ingang van het telwerk 51, waarbij de opgetelde monsters, die verschijnen op 25 de verbindingslijnen III, gekoppeld met de ingang van het register 52, worden overgebracht naar de uitgang van het register en op de verbindingslijnen IV geplaatst, die zich uitstrekken naar een tweede ingang van het telwerk 53, de opgetelde monsters, die verschijnen op de verbindingslijnen V, gekoppeld met de ingang van het register 30 54, worden overgebracht naar de uitgang van het register en op de verbindingslijnen VI geplaatst, dis zich uitstrekken naar' de ingang van de deler 57, en de opgetelde monsters, die verschijnen op de verbindingslijnen VI, gekoppeld met de ingang van de deler 57, door drie worden gedeeld, waarna de gedeelde uitgang wordt overgebracht 35 naar de uitgang van de deler en op de verbindingslijnen VII ge- 8005878 - 20 - ./ Λ plaatst. Volgende op het hiervoor beschreven op het ritme van de klok sturen van de registers en de deler, verschaffen beide telwerken 51 en 53 de nieuwe monstersom op de lijnen III en V, resp. gekoppeld met de uitgangen van de telwerken.
5 Bij de volgende kloktijd 3 is het monster S3 aanwezig aan de ingang van het register 49, waarbij de registers en de deler op het ritme van de klok worden gestuurd voor het overbrengen van de monstersom, die dan aanwezig is aan hun betreffende ingangen. Als gevolg hiervan ontvangt het telwerk 51 het monster S2 van het op het lü ritme van de klok gestuurde register 50 en het monster S3 over de lijnen I van het op het ritme van de klok gestuurde register 59 en verschaft het in aanspreking de monstersom S2 ♦ op de lijnen III, verbonden met zijn uitgang. Het telwerk 53 ontvangt de monstersom + S2 over de lijnen IV van het op het ritme van de klok ge-15 stuurde register 52, en het monster S3 over de lijnen I“van het op het ritme van de klok gestuurde register 49, en verschaft als aanspreking de monstersom + S2 + S3 op de lijnen V, verbonden met zijn uitgang. Het op het ritme van de klok gestuurde register 54 brengt de monstersom, vooraf verschaft aan de uitgang van het 20 telwerk 53, over naar de lijnen VI, verbonden met zijn uitgang, waarbij de op het ritme van de klok gestuurde deler de gedeelde monstersom overbrengt naar de lijnen VII, verbonden met zijn uitgang.
Bij de volgende kloktijd 4, is het monster aanwezig aan 25 de ingang van het register 49 en worden de registers en de deler
weer op het ritme van de klok gestuurd voor het overbrengen van de monstersom, die dan aanwezig is aan hun betreffende ingangen. Als gevolg van dit op het ritme van de klok sturen, ontvangt het telwerk 51 het monster S3 over de lijnen II van het op het ritme van 30 de klok gestuurde register 50, en het monster S4 over de lijnen I
van het op het ritme van de klok gestuurde register 49, en verschaft het in aanspreking de monstersom S3 + op de lijnen III, verbanden met zijn uitgang. Het telwerk 53 ontvangt de monstersom S2 + S3 over de lijnen IV van het op het ritme van de klok gestuurde 35 register 52, en het monster over de lijnen I van het op het ritme 8005878 ί - 21 - * gestuurde register 49, en verschaft in aanspreking de monstersom + Sg + op de lijnen V, verbonden met zijn uitgang. Het op het ritme van de klok gestuurde register 49 brengt de monstersom + S2 + Sg over op de lijnen VI, verbonden met zijn uitgang, en de op 5 het ritme van de klok gestuurde deler brengt de gedeelde monstersom, vooraf verschaft door het register 54 over naar de lijnen VII, verbonden met zijn uitgang.
Bij de volgende kloktijd 5 is het monster Sg aanwezig aan de ingang van het register 49, en worden de registers en de deler 10 weer op het ritme van de klok gestuurd voor het overbrengen van de monstersom, die dan aanwezig is aan hun betreffende ingangen.
Op de wijze, zoals hiervoor beschreven met betrekking tot de eerder ontvangen monsters, plaatst het telwerk 51 de monstersom + Sg op de lijnen III, gekoppeld met zijn uitgang, plaatst het telwerk 15 53 de monstersom + Sg op de lijnen V, gekoppeld met zijn uitgang, brengt het register 54 de monstersom S + S„ + S over c <3 4 naar de lijnen VI, gekoppeld met zijn uitgang en brengt de deler 57 de gedeelde monstersom 1/3(S^ + S2 + S^J over naar de lijnen VII, gekoppeld met zijn uitgang, t.w. de digitale vertegenwoordiging van 20 de gemiddelde waarden van drie opeenvolgende monsters. Voor elk op volgend 8rbits digitaal woordmonster, ontvangen over de lijnen 84 van de A/D-omzetterketen 82, werken de telwerken, de registers en de deler samen voor het op de lijnen VII, verbonden met de uitgang van de deler 57 verschaffen van de digitale gemiddelde vertegenwoor-25 diging van de waarden van elke volgende drie opeenvolgende monsters, waardoor een doorlopende digitale gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van drie opeenvolgende monsters van het signaal, ontvangen aan de ingang van de zeefketen 2, wordt verschaft aan de uitgang 91 van de zeefketen.
30 Voor het verduidelijken van de wijze waarop de voorgaande werking van de in fig.2 weergegeven zeefketen een gekozen periodieke frequentiecomponent verwijdert uit het samengestelde analoge signaal, wordt verwezen naar fig.3a. De te verwijderen periodieke frequentiecomponent, vertegenwoordigd door een sinusgolf met een ampli-35 tude v en een frequentie f, wordt bemonsterd met een frequentie van 8005878 Λ
X
- 22 - 3f door een kloksignaal, dat in fase is met de periodieke signaal-component. Overeenkomstig de algemeen bekende bemonsteringsstelling van Nyquist, moet de bemonsteringsfrequentie hoger liggen dan tweemaal de hoogste frequentie van de bemonsterde samengestelde sig-5 naalbandbreedte. De bemonsteringspunten op de golf v zijn aange duid met V^, V2J Vg, V^, enz., en liggen 120° uit elkaar. Elk bemon-steringspunt Vn vertegenwoordigt een bepaalde amplitudewaarde van de sinusgolf. Bij dit voorbeeld wordt een lopende gemiddelde spanningswaarde Ln verkregen voor elk opeenvolgend monster, ontvangen 10 door de zeefketen, door het middelen van de samengestelde amplituden van drie opeenvolgende monsters. Voor filterzeefuitvoeringen, die zijn geconstrueerd en worden bediend voor het verschaffen van een gemiddelde waardeuitgang voor elk ontvangen monster door het middelen van elk monster met een bepaald aantal van zijn direct vooraf-15 gaande en opvolgende monsters, wordt de gemiddelde waande L van elk monster V gegeven door de vergelijking: L = —CV.+V ...+V ) (1) η n 1 2 n waarin n een bekend geheel getal is van de gemiddelde monsters.
Bij het middelen van drie opeenvolgende monsters is meer in het 20 bijzondêr: '-s-l'vw t2)
Op grond van de symmetrische eigenschappen van sinusgolfsig-nalen met betrekking tot de signaal D.C.-kruisingsas, is elke gemiddelde waarde l_n> verkregen door het middelen van n opeenvolgende 25 monsters, die een geheel getal bepalen van signaalcycli, zoals hier voor beschreven met betrekking tot de vergelijking Cl), gelijk aan 0. Dit geldt voor elk geheel getal van gemiddelde monsters, groter dan twee parsinusgolfperiode en ongeacht de fasepunten, waarop de sinusgolf wordt bemonsterd, d.w.z. het faseverband tussen de sinusgolf 30 en het bemonsteringskloksignaal.
Omdat verder het bemonsteringssignaal of het kloksignaal, toegepast voor het regelen van de rekenkundige handelingen, uitgevoerd door de zeefketen, aan de ingang naar de zeefketen in frequentie en fase is vergrendeld met de periodieke signaalcomponent, die 35 moet worden gescheiden of verwijderd door de onderhavige zeefketen, 80 05 8 7 8 -< - 23 - *
Kan de zeefKeten b.v. worden gebruiKt voor het scheiden of verwijderen van signaalcomponenten uit een samengesteld signaal, voorzien van tijdbasisfouten, b.v. als gevolg van het magnetisch registreren en weergeven.
5 Een voorbeeld van het bemonsteren van een sinusgolf w met een frequentie f onder toepassing van een bemonsteringskloksignaal voorzien van een willekeurig faseverband daarmee, is weergegeven in fig.3b. Op onderling gelijke afstanden liggende bemonsteringspunten 1, 2, 3 en4 met een frequentie 3f zijn weergegeven onder een ver-10 plaatsing van ~ 3 120° met betrekking tot de sinusgolfperiode T 3 360°* Er is een willekeurig faseverschil aanwezig tussen de golf w en het bemonsteringskloksignaal, vertegenwoordigd door de bemonsteringspunten 1, 2, 3 en 4, enz. De sinusgolf w kan in het algemeen worden bepaald als: 15 w(t) = A sin CB - C) C3) waarin C het willekeurige faseverschil is tussen de sinusgolf w en het bemonsteringssignaal, en A de amplitude is.
De vergelijking (3) kan verder worden bepaald als: A sin CB - C) = A^ cos B + sin 3 (4) 20 A1 = ' sin C C5] A^ 3 cos C (6)
Bij het substitueren van bepaalde amplitude- en fasehoek-waarden voor resp. A^, A^, en cos C en sin C, in de voorgaande vergelijkingen (3) tot (6J, is de som van elke drie opeenvolgende mon-25 sters gelijk aan 0, en is dus tevens elke gemiddelde monsterwaarde l_n, zoals aangegeven in Cl) gelijk aan nul. De nulgemiddelde waarden zijn uitgezet als L^, l2, L^, enz. in fig.3a en als 1', 2', 3', enz. in fig.3b. In beide figuren 3a en 3b is te zien, dat een volledige cyclus van de gekozen signaalcomponent van de soort, bepaald door 30 de vergelijkingen C2) en C3) gelijke en identieke gedeelten heeft, die zich boven en onder een signaal D.T.-kruisingsas uitstrekken, Dientengevolge is de gemiddelde D.C.-waarde van de signaalcomponent gelijk aan nul. Een geheel getal n van monsters, die een tijdinterval bepalen gelijk aan een geheel getal N van een of meer cycli van 35 de gekozen periodieke signaalcomponent, die door de zeefketen 2 - 24 - moet worden verwijderd, omvat een gelijk aantal "positieve" en "negatieve" waardemonsters, waarvan de gemiddelde waarde L gelijk is aan nul, d.w.z. dat de optelling van de waarden van de monsters van boven de D.C.-as wordt opgeheven door de optelling van de waar-5 den van de monsters van onder de D.C.-as. Een integraal aantal mon sters, welke monsters een of meer integrale cycli bepalen van de gekozen signaalcomponent, hebben m.a.w. complementaire amplitude-niveaus boven en onder een signaalkruisingslijn, hetgeen een gemiddelde nulwaarde geeft. Dit geldt ongeacht de fasepunten waarop de 10 signaalcomponentgolfvorm wordt bemonsterd, omdat het volgt uit de voorgaande beschrijving.
De onderhavige zeefketen is een kamzeefketen, die'signalen verwijdert met frequenties, die samenvallen met de onderbreekfre-quenties, bepaald door de aanspreekkarakteristiek van de zeefketen, 15 zoals afgebeeld in fig.4. De zeefketen kan zijn geconstrueerd en worden bediend voor het verwijderen van een of meer harmonisch samenhangende signaalcomponenten, vervat in het gedigitaliseerde samengestelde signaal, gekoppeld met zijn ingang, waarbij het aantal harmonisch samenhangende signaalcomponenten, dat wordt verwij-20 derd, afhankelijk is van de frequentie van de gedigitaliseerde monsters aan de ingang van de zeefketen, en het aantal monsters, gemiddeld door de zeefketen voor het opwekken van de lopende gemiddelde waardeuitgang. De signaalcomponent van de laagste orde, verwijderd door de onderhavige zeefketen, wordt bepaald als zijnde 25 voorzien van een frequentie _ ^monster ^ min n waarin ^οη3ΪβΓ de bemonsteringsklokfrequentie is, bepaald in de vergelijking (1), en n het aantal monsters is, genomen voor het 30 middelen, zoals bepaald in de vergelijking (1). De in fig.4 weerge geven grafiek toont de frequentiecomponenten, verwijderd, door de onderhavige zeefketen. Zoals is te zien, heeft de onderhavige zeefketen een eerste onderbreking bij een frequentie f ^ , bepaald door de vergelijking (7), en verdere onderbrekingen bij hogere gehele 35 veelvouden van frequenties van f A . Dientengevolge is de signaal- - 8005878 4 - 25 - component van de hoogste orde, verwijderd door de zeefKeten, een component met een frequentie die gelijk is aan een geheel veelvoud van de laagste verwijderde component f^, en die is vervat in de frequentieband van het uitgezeefde samengestelde signaal. Bij toe-5 passingen echter, waarbij het wenselijk is slechts een bepaalde ge kozen frequentiecomponent te verwijderen uit een samengesteld signaal met een brede band, wordt de bemonsteringsfrequentie fmong^8r Cof kloksignaalfrequentie van de zeefketen) zodanig gekozen, dat de frequentie van een andere component,;vervat in het samengestelde 10 signaal, niet samenvalt met de onderbreekfrequenties van de zeefke- ten.
In de uitvoeringsvorm van de zeefketen 2, afgebeeld in fig.
2, zijn de bemonsteringsklokfrequentie en de klokfrequentie van de zeefketen gekozen als een geheel veelvoud van de gekozen frequentie-15 component, die moet worden verwijderd. De zeefketen 2 kan echter warden gewijzigd voor het bewerken van digitale monstervertegenwoor-digingen, verschaft met een bemonsteringsfrequentie, die een doelmatig gebroken veelvoud is van de gekozen frequentiecomponent, die moet worden verwijderd uit het samengestelde signaal, waarbij een 20 bemonsteringsfrequentie, die gelijk is aan 2,5-maal de gekozen sig naal componentfrsquentie, wordt gekozen als verduidelijking van deze uitvoeringsvorm. Met een dergelijke bemonsteringsfrequentie worden 2,5-monsters verkregen voor elke cyclus van de gekozen periodieke signaalcomponent, en worden vijf monsters verkregen over twee vol-25 ledige signaalcomponentcycli, zoals weergegeven in fig.5. Voor het verkrijgen van een gemiddelde monsterwaarde, die de nulwaarde bepaalt voor de gekozen periodieke signaalcomponent, wordt een lopende gemiddelde monstervertegenwoordiging opgewekt van de waarden van n = 5 opeenvolgende monsters.
30 Voor het verschaffen van een lopende digitale gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van vijf opeenvolgende.monsters, opgewekt met een frequentie van 2,5-maal de gekozen frequentiecomponent, die moet worden verwijderd uit het samengestelde signaal, wordt de zeefketen 2 van fig.2 gewijzigd teneinde twee aanvullende 35 evenwijdige signaaloverbrengingsbanen te bevatten tussen de verbin- 8005878 > - 26 - dingslijnen I en de ingang van de deler 57. De eerste van de aanvullende banen bevat de verbindingslijnen I, het telwerk 55 en het op het ritme van de klok gestuurde register 55, afgebeeld door onderbroken lijnen in fig.2. De tweede van de aanvullende banen wordt 5 gevormd door een aanvullende evenwijdige baanverlenging van de ver bindingslijnen I en nog een oascadeschakeling van een telwerk en een op het ritme van de klok gestuurd register (die geen van alle zijn weergegeven in fig.2). Het aanvullende telwerk is met een ingang gekoppeld voor het ontvangen van de opgetelde monsters van 10 het register 56, en met een tweede ingang gekoppeld voor het ont vangen van opeenvolgende monsters van de evenwijdige verlenging van de verbindingslijnen I. Het aanvullende register is gekoppeld tussen de uitgang van het aanvullende telwerk en de ingang van de deler 57 en voert de hiervoor beschreven werking uit van het her-15 sturen op het.ritme van de klok. Met de twee aanvullende evenwij dige signaaloverbrengingsbanen heeft de gewijzi'gde zeefketen 2 vijf evenwijdige signaaloverbrengingsbanen tussen de verbindingslijn I en de Ingang van de deler 57, welke banen resp. signaaloverbren-gingstijden verschaffen, die met 1-5 kloksignaalperioderr.verschil-20 len waardoor vijf opeenvolgende monsters rekenkundig kunnen worden samengevoegd voor het middelen.
Naast het toevoegen van de twee aanvullende evenwijdige signaaloverbrengingsbanen aan de zeefketen is de deler 57 gewijzigd voor het door een factor 5 delen van de samengevoegde monsters. Ook 25 zijn alle op het ritme van de klok gestuurde registers en delers ingericht om te worden gestuurd door een kloksignaal, dat door een lijn 8Θ is gekoppeld met hun betreffende klokingangen met een frequentie van 2,5-maal de gekozen frequentiecomponent, die moet worden verwijderd uit het samengestelde signaal.
30 Het optellen van vijf opeenvolgende monsters en het door vijf delen van de verkregen waarde verschaft een gemiddelde vertegenwoordiging van de waarden van vijf opeenvolgende monsters, welke vertegenwoordiging een nulwaarde bepaalt van de gekozen periodieke signaalcomponent. In deze gewijzigde uitvoeringsvorm echter van de 35 zeefketen 2, wordt ook een frequentiecomponent, die gelijk is aan 8005873 4 - 27 - de helft van de frequentiecomponent van het samengestelde signaal, verwijderd. Voor een gekozen signaalcomponent met een frequentie fg = 3,58 MHz b.v., zoals de genormaliseerde chrominantiehulpdraag-golfsignaalcomponent, vervat in het NTSC-kleurentelevisiesignaal, 5 en voor de bemonsteringsfrequentie gelijk aan 2,5-maal de hulpdraaggolfsignaalfrequentie, d.w.z. “ 2,5 x 3-58 = 8,95 MHz. De onderste frequentiecomponent, verwijderd door de gewijzigde zeefketen, zoals gegeven door de vergelijking C7] is f . = α qc mu7 γπιπ g- = 1,79 ΠΗζ. Indien het ongewenst is de 1,79 MHz naast de 10 3,58 MHz chrominantiecomponent uit het kleurentelevisiesignaal te verwijderen, moet een andere bemonsteringsfrequentie worden gekozen, zoals de reeds beschreven f , * 3f . . Het verwijderen van de monster sig 1,79 MHz component van een kleurentelevisiesignaal kan in ongewenste mate het signaal aantasten. In de reeds beschreven, niet gewij-15 zigde uitvoeringsvorm van de zeefketen 2, afgebeeld in fig.2, is f gelijk aan 3,58 MHz, hetgeen de laagste frequentiecomponent is, verwijderd door de zeefketen. Zoals hiervoor is uiteengezet en afgebeeld in fig.4, worden gehele veelvouden van de laagste frequentiecomponent, verwijderd door de zeefketen en overeenkomende met 20 harmonische frequenties van een hogere orde, eveneens verwijderd door de zeefketen.
De onderhavige zeefketen kan zijn geconstrueerd en worden bediend voor het middelen van een even aantal of een oneven aantal ingangsmonsters voor het aan zijn uitgang opwekken van de digitale 25 gemiddelde vertegenwoordiging voor elk ontvangen ingangsmonster.
Het middelen echter van een oneven aantal ingangsmonsters vergemakkelijkt het voorkomen van het invoeren van ongewenste faseverschui-vingen in de digitale gemiddelde vertegenwoordiging, verschaft door de zeefketen. Het middelen van een oneven aantal ingangsmonsters 30 maakt het in de plaats van elke ingangsmonsterwaarde plaatsen moge* lijk van een vertegenwoordiging in de vorm van een digitale vertegenwoordiging van het gemiddelde van de waarde van het ingangsmonster plus de waarden van gelijke aantallen ingangsmonsters, optredende voor en na het ingangsmonster.Het middelen van een even aan-35 tal ingangsmonsters voor het opwekken van de digitale gemiddelde ver- pn n <5 8 7 fi Λ - 28 - tegenwoordiging maakt niet het opwekken mogelijk van vertegenwoordiging van een gelijk aantal ingangsmonsters, dat optreedt voor en na het ingangsmonster, dat moet worden vervangen door de vertegenwoordiging. Als gevolg hiervan vindt enige faseverschuiving plaats 5 bij het middelen van een even aantal ingangsmonsters. De fasever schuiving kan worden beperkt tot de helft van hèt interval tussen opeenvolgende monsters of bemonsteringsperioden indien de digitale gemiddelde vertegenwoordiging, opgewekt uit een reeks van een even aantal ingangsmonsters in de plaats wordt gesteld van een ingangs-10 monster, dat optreedt het dichtst bij het midden van de reeks. Om dat een dergelijke faseverschuiving gelijkblijvend is voor alle in de plaats gestelde monsterwaarden, volgt daaruit geen bezwaarlijke fasevervorming. In bepaalde signaalbewerkingstoepassingen echter, zoals bitverliescompensatorschakelingen voor een kleuren-15 televisiesignaal, zijn dergelijke gedeeltelijke faseverschuivingen ongewenst, omdat zij het bewerken van het signaal voor gebruik in het opheffen van bitverliezen, die veelal optreden in televisiesignalen, weergegeven van een magnetische registratie, bemoeilijken.
Bij toepassing van de onderhavige zeefketen als een onder-20 doorlaatzeefketen verdient het de voorkeur een betrekkelijk klein geheel aantal monsters per cyclus van het gekozen periodieke signaal te hebben teneinde hoge bemonsteringssignaalfrequenties te vermijden onder handhaving van de kortst mogelijke signaalpériode voor het middelen. Een bemonsteringssnelheid van driemaal de fre-25 quentie van het gekozen periodieke signaal, dat door de zeefketen moet worden verwijderd, voldoet aan deze voorkeurseisen. Een dergelijke bemonsteringssnelheid heeft verder het voordael van het vergemakkelijken van het voorkomen van het invoeren van de voornoemde ongewenste faseverschuivingen omdat een oneven aantal ingangsmon-30 sters gemakkelijk kan worden gemiddeld voor het opwekken van de di gitale gemiddelde vertegenwoordiging voor elk ingangsmonster.
Een zeefketen, geconstrueerd overeenkomstig de in fig.2 af-gebeelde uitvoeringsvorm en bediend voor het verschaffen van een lopende gemiddelde monsterwaardevertegenwoordiging van een samenge-35 steld signaal, bemonsterd met een frequentie, die gelijk is aan een 80 0 5 8 7 8 if - 29 - * even aantal veelvouden van de signaalcomponent, die door de zeef-Keten moet worden verwijderd, voert de hiervoor beschreven fase-verschuiving in. De uitvoeringsvorm, weergegeven in fig.6, voorkomt echter het invoeren van een faseverschuiving in de lopende gemiddel-5 de monsterwaardevertegenwoordiging van een samengesteld signaal, bemonsterd met een dergelijk even aantal veelvoudfrequentie. In het algemeen voorkomt de zeefketenuitvoeringsvorm van fig.S het invoeren van een faseverschuiving door het opwekken van een gemiddelde monsterwaardevertegenwoordiging van elk monster van een gekozen 10 ingangsmonster van een reeks ingangsmonsters, welke reeks wordt ge wogen voor het middelen. Deze zeefketenuitvoeringsvorm en de wijze waarop deze werkzaam is voor hetopwekken van de gewenste gemiddelde monsterwaardevertegenwoordiging worden hierna gedetailleerd beschreven.
15 Teneinde een gemiddelde nulwaarde te verkrijgen van een ge kozen periodiek signaal, kan een gewogen gemiddelde waardesignaal worden verschaft, b.v. door het toewijzen van gekozen bijbehorende weegcoëfficiënten aan de betreffende ingangen van de verschillende ketenelementen, gebruikt in de onderhavige zeefketen. Het voorgaan-20 de kan worden uitgevoerd door het koppelen van digitale vermenig- vuldigerketens 70 - 75, aangeduid door onderbroken lijnen in fig.2, met de betreffende ingangen van de telwerken 51, 53, 55. Indien de monsters, die worden opgeteld, worden gewagen door coëfficiënten van machten van 2, d.w.z. 1/4, 1/2, 1, 2, 4, enz., voor het verkrij-25 gen van de gemiddelde monsterwaardevertegenwoordiging, kan het we gen van de monsters ook met voordeel tot stand worden gebracht door een bitverschuiving van het 8-bits digitale woordmonster aan de ingangen van de telwerken over een passend aantal bitposities en in de juiste richting, overeenkomende met de weegcoëfficiënt. Een der-30 gelijke bitverschuiving wordt op de algemeen bekende wijze van het koppelen van de ingangsbitlijnen met binaire bitpositie-ingangen van een lagere of hogere orde van de telwerken tot stand gebracht.
Voor het bvv. vermenigvuldigen van het monster met 4, wordt elke ingangsbitlijn gekoppeld met een bitpo s itie-ingang van het telwerk 35 welke ingang in de orde van twee bitposities hoger is dan de bitpo- 8005878
•V
- 30 - sitieorde van de ingangsbitlijn. Voor het vermenigvuldigen van het monster met 1/4 (of delen 4], wordt elke ingangsbitlijn gekoppeld met een bitpositie-ingang van het telwerk, welke ingang in de orde van twee bitposities lager is dan de bitpositieorde van de ingangs-5 bitlijn.
Het voorgaande wordt uiteengezet aan de hand van de fig.6 en 7, die resp. het blokschema tonen van een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige digitale zeefketen en de werking daarvan. Fig.7 toont een sinusgolf met een amplitude Z en een frequentie f, bemon-10 sterd met een frequentie 4f. De bemonsteringspunten op de golfvorm Z zijn aangeduid met 2y 2^, 23, enz., en liggen 90° uit elkaar.
Een gemiddelde monsterwaarde van de sinusgolf Z wordt verkregen door het opwekken van een gewogen gemiddelde monsterwaarde van vijf opeenvolgende monsters overeenkomstig de volgende vergelijking: 15 "πΦπ4 tZn-2 + Zn,2J * 0 (Zn-l * W ‘ 0 t8>
Een gemiddelde monsterwaarde b.v. in de plaats gesteld van het monster 2^ is: "4 \ Z4 * 7 tZ2 * V * 0 tZ3 * V ' 0 (9)
Voor het opwekken van de gewogen gemiddelde waarde van de 20 vijf opeenvolgende monsters overeenkomstig de vergelijking (8), zijn digitale weegmiddelen aangebracht in een schakeling met digitale tijdvertragings- en digitale rekenorganen voor het wegen van de vijf opeenvolgende monsters door weegcoëfficiënten op de volgende wijze: Z wordt gewogen door "1/2", zowel Z - en Z _ worden gewo-n n-z n+z 25 gen door "1/4" en zowel Zn_^ en Zn+^ worden gewogen door "0”.
Zoals afgebeeld in fig.7 en getoond in de voorgaande vergelijkingen (8) en (9), maakt het op juiste wijze gekozen wegen van opeenvolgende monsters het mogelijk een gekozen periodieke signaalcompo-nent Z te verwijderen uit een samengesteld signaal, bemonsterd met 30 een frequentie die gelijk is aan een even aantal veelvouden van de frequentie van het gekozen periodieke signaal zonder in het verkregen samengestelde signaal een faseverschuiving in te voeren. Het invoeren van een faseverschuiving wordt voorkomen omdat elke opgewekte gemiddelde monsterwaarde in de plaats wordt gesteld van een 35 monster, dat optreedt in het midden van de reeks opeenvolgende mon- 80 05 8 7 8 ' 4t ψ -Sisters, welke monsters worden gemiddeld.
Het blokschema in fig.6 toont een uitvoeringsvorm van de onderhavige zeefketen 2', zoals uitgevoerd voor het opwekken van een gemiddelde monsterwaarde en het in de plaats stellen daarvan van 5 elk ingangsmonster overeenkomstig de vergelijking (8) . Voor het vergemakkelijken van de beschrijving is de werking van de keten van fig.6 aangegeven in onderstaande tabel B, die de voortgang toont van opeenvolgend ontvangen monsters Z^, Z^, Z^, enz., met de kloksignaaltijden 1, 2, 3, enz. met betrekking tot bepaalde 10 plaatsen A, B, C, enz., in het blokschema van fig.S,
Tabel B P_l_a_a_t_s
Klok ABC D E F G H
-*- - - - -:- - -
Tijd 15 1 Z1
2 Z2 Z1 Z
3 z3 z2 Z1 za4 Z2 Z1 4 Z Z Z z + —- Z + —- 4 3 2 4 2 3 2 20 Z3 Z2 Z1 Z5 Z1 5 Z5 Z4 Z3 V-ï Vl V4 2 Z3 2 Z4 Z3 Z2 ZS Z2 1 Z5 Z1 6 zs z5 z4 v r V 4 V t 4 +z4*-i 2(*rz343
25 Ze Z. Zo Z7 . Z , Z_ Z
7 Z7 ZS Z5 Z7+ "2 ZS+~2 Z5+ ~ ~2 *25*~2 2^^2^4^ z_ z_ z„ zQ z. . z, z0 n 7 7 7 7 , 6 7 .5 7 4 8 7 r 4 1 f 7 7 3.
8 Zg z? Zg Zg 2 Z7 2 z6 2 2 Z6 2 2 2 Z5 23 2Q De in fig.S afgebeelde zeefketen 2' omvat een samenvoeging van in de handel beschikbare binaire telwerken, registers en delers van de hiervoor beschreven soort, zoals toegepast in de zeefketenuitvoeringsvorm van fig.2. Elk 8-bits digitaal woordmonster, opgewekt door de A/D-omzetterketen 82 van'fig.l wordt door de verbin-22 dingslijnen 84 gekoppeld met de ingang van het tijdstuurbufferregis- ter 49. Bij het optreden van elk kloksignaal van het bemonsterings- 8005878 ί - 32 - signaal van 10,7 MHz aan de klokingang 88 van het register 49, wordt een 8-bits digitaal woordmonster overgebracht vanaf de ingang van het register 4¾ naar zijn uitgang, gekoppeld met de acht evenwijdige verbindingslijnen A. De verbindingslijnen A vertakken in 5 drie verschillende signaaloverbrengingsbanen naar de uitgang 91 van de zeefketen 2’. De overbrengingsbanen bevatten signaalvertra-gingselementen of -middelen, die verschillende overbrengingstiden verschaffen voor elk monster door de verschillende signaaloverbrengingsbanen. In de uitvoeringsvorm van de zeefketen 2', afgedeeld in 10 fig.6, verschillen de overbrengingstijden met gelijke veelvouden van de periode van het bemonsteringssignaal van 14,32 MHz, waarbij de overbrengingstijd door de langste signaaloverbrengingsbaan vier bemonsteringssignaalperioden langer is dan de overbrengingstijd door de kortste signaaloverbrengingsbaan, en de overbrengingstijd 15 door de signaaloverbrengingsbaan met een tussenliggende lengte twee bemonsteringssignaalperioden langer is dan de overbrengings^ tijd door de kortste signaaloverbrengingsbaan. Zoals duidelijker wordt bij een beschouwing van de hierna volgende gedetailleerdere beschrijving van de zeefketen 2', verschaft het even veelvoud be-20 monsteringssignaalperiodeverband van de overbrengingstijden van de drie overbrengingsbanen de ”nul"-weegcoëfficiënten, -bepaald in de vergelijking (8) omdat slechts elk tweede monster van elke reeks van vijf opeenvolgende monsters wordt samengevoegd voor het vormen van de gewogen gemiddelde monsterwaardevertegenwoordiging aan de 25 uitgang 91 van de zeefketen 2’.
De kortste signaaloverbrengingsbaan tussen de verbindings-_ lijnen A en de uitgang 91 van de zeefketen 2’ bevat een binair telwerk 65, dat aan zijn eerste ingang is gekoppeld met de lijnen A, die zich uitstrekken vanaf het bufferregister 49 en worden gevolgd 30 door een binaire deler 66. De deler spreekt aan op het bemonste ringssignaal van 10,7 MHz, door de lijnen 88 gekoppeld met zijn klokingang voor het door een factor 2 delen van het binaire signaal aan zijn ingang. Zoals hiervoor beschreven aan de hand van de uitvoeringsvorm van de zeefketen, afgebeeld in fig.2, voert een derge-35 lijke deler een voortgangsvertraging in van een bemonsteringssig- 8005878 i i ,-33- naalcyclus in de signaaloverbrengingsbaan. Dientengevolge heeft de Kortste signaaloverbrengingsbaan een totale signaaloverbrengingsver-traging van een bemonsteringssignaalcyclus, waarbij de vertraging zich op een zodanige plaats in de overbrengingsbaan bevindt, dat 5 een monster, dat verschijnt op de verbindingslijnen A, gekoppeld met de uitgang van het register 49, verschijnt aan de eerste in-g ang van het telwerk 65 zonder een vertraging, en een monstersom, verschijnende op de verbindingslijnen G, die de uitgang van het telwerk 65 koppelen met de ingang van de deler 66, met een bemonste-10 ringssignaaltijd is vertraagd voordat het verschijnt op de verbin dingslijnen H, die zich uitstrekken naar de uitgang 91 van de zeef-keten 2’. De kortste signaaloverbrengingsbaan wekt de gewogen gemiddelde waarde op van 1/4 bepaald in de vergelijking (8].
De deler 66 verschaft een weegcoëfficiënt van 1/2. De andere 1/2 15 van het wegen van de gemiddelde waarde wordt tot stand gebracht aan de eerste ingang van het telwerk 65 door het koppelen van elk der ingangsbitlijnen A met een bitpositie-ingang van het telwerk, welke ingang in de orde van een bitpositie lager is dan de bitposi-tieorde van de ingangsbitlijn.
20 Het telwerk 65 en de deler 66 zijn gemeenschappelijk voor de drie signaaloverbrengingsbanen. Derhalve moeten de voornoemde verschillen in de overbrengingstijden door de drie banen tot stand worden gebracht voor het telwerk 65.
De plaats van de signaaloverbrengingsbaan mét de tussenlig-25 gende lengte tussen de verbindingslijnen A en een tweede ingang van het telwerk 65 bevat een verder binair telwerk 62, gevolgd door twee cascadegeschakelde binaire registers 63 en 64. Zoals hiervoor beschreven aan de hand van de in fig.2 afgebeelde uitvoeringsvorm van de zeefketen, brengt elk der registers gegevens vanaf zijn in-30 gang over naar zijn uitgang in aanspreking op het bemonsterings- signaal, gekoppeld met zijn klokingang door de lijn 88, en voert het een voortgangsvertraging in van een bemonsteringssignaalcyclus in de signaaloverbrengingsbaan. Dientengevolge verschaft de signaaloverbrengingsbaan met de tussenliggende lengte een signaaloverbren-35 gingsvertraging tussen de lijnen A en de verbindingslijnen F, ge- q η n r a 7 q - 34 - koppeld met de tweede ingang van het telwerk 65, van twee bemonste-ringssignaalcycli, hetgeen twee cycli langer is dan de vertraging door de overeenkomstige kortste signaaloverbrengingsbaan. Derhalve verschijnt een bemonstering, dat verschijnt op de lijnen A, gekop-5 peld met de eerste ingang van het telwerk 62, in beginsel gelijk tijdig op de verbindingslijnen D, die de uitgang van het telwerk koppelen met de ingang van het register 63· Bij het optreden van het volgende bemonsteringssignaal, wordt het monster door het register S3 overgebracht naar de verbindingslijnen E, die de uitgang 10 van het register 63 koppelen met de ingang van het volgende regis ter 64. Bij het optreden van het tweede volgende bemonsteringssignaal wordt het monster overgebracht door het register 64 naar de verbindingslijnen F, die de uitgang van het register 64 koppelen met de tweede ingang van het telwerk 65. Op hetzelfde moment, dat 15 het register 49 een monster verschaft aan de eerste ingang van het telwerk 65, wordt dus door het register 64 naar de tweede ingang van het telwerk 65 een monster verschaft, dat twee monsterperioden eerder was opgewekt door de A/D-omzetterketen 82 van fig.l en was overgebracht door de overbrengingsbaan met de tussenliggende lengte. 20 De signaaloverbrengingsbaan met de tussenliggende lengte wordt voltooid door het telwerk 65 en de deler 66 voor het opwekken van de gewogen gemiddelde waarde 1/2 Z, bepaald in de vergelijking (8).
De langste signaaloverbrengingsbaan wordt ten dele gevormd door de signaaloverbrengingsbaan met de tussenliggende lengte, 25 d.w.z. de baan van het telwerk 62 naar de deler 66, en ten dele door de aan het telwerk 62 voorafgaande registers 60 en 61. Elk der registers 60 en 61 voert een voortgangsvertraging in van een bemonsteringssignaalcyclus in de signaaloverbrengingsbaan waardoor de signaaloverbrengingsvertraging tussen de lijnen A en de verbin-30 dingslijnen C, gekoppeld met een tweede ingang van het telwerk 62, twee bemonsteringssignaalcycli is. De waarde van elk monster, ontvangen van de tweede ingang van het telwerk 62, wordt gewogen met een factor van 1/2 door het koppelen van el'k der ingangslijnen C met een bitpositie-ingang van het telwerk, welke ingang in de 35 orde van een bitpositie lager is dan de bitpositieorde van de in- 8005878 i <r - 35 - gangsbitlijn. Op hetzelfde moment, dat het register 61 een monster verschaft aan de tweede ingang van het telwerk 62, wordt een monster, dat twee monsterperioden later wordt opgewBkt door de A/D-omzetterketen 82 van fig.l, verschaft aan de andere eerste ingang 5 van het telwerk 62 door het register 49. Derhalve verschaft de langste signaaloverbrengingsbaan een signaaloverbrengingsvertraging tussen de lijnen A en de uitgang 91 van de zeefketen 2', welke vertraging vier bemonsteringssignaalcycli langer is dan die, verschaft door de kortste signaaloverbrengingsbaan, en wekt deze de gewogen 10 gemiddelde waarde op van 1/4 Zn_2·» bepaald in de vergelijking (83.
De werking van de zeefketenuitvoeringsvorm van fig.6 wordt thans beschreven aan de hand van tabel B; die de voortgang en bewerking toont van opeenvolgende monsters door de zeefketen 2’. Opeenvolgende monsters Z^, Z^, Z^, enz., worden opeenvolgende ontvan-15 gen aan de ingang van het register 49 vanaf de A/D-omzetterketen 82 via de verbindingslijnen 84 met een snelheid van viermaal -de frequentie van de gekozen component, die moet worden verwijderd uit het samengestelde signaal, bemonsterd door de A/D-omzetterketen. Bij elke kloktijd worden de register- en delerorganen, vervat 2D in de zeefketen 2', op het ritme van de klok gestuurd door het be- monateringssignaal, gelegd aan hun betreffende klokingangen door de lijn 88 voor het op gang brengen van het bewerken van de digitale signalen, aanwezig aan hun betreffende gegevensingangen. Op de eerste kloktijd 1 b.v. wordt het register 49 op het ritme van de 25 klok gestuurd voor het overbrengen van het monster Zy aanwezig op de lijnen 84, naar zijn uitgang, die is gekoppeld met de lijnen A, die zich uitstrekken bij de ingangen van het register 60, het telwerk 62 en het telwerk 65. Direct na het optreden van het monster Z^ op de lijnen A, die zich uitstrekken naar de eerste ingang van 30 het telwerk 62, spreekt het telwerk aan door het naar zijn uitgang overbrengen van de som van de monsters, ontvangen aan zijn twee ingangen. Deze monstersom, die het monster Z^ bevat, wordt door de lijnen D gekoppeld met de ingang van het register 63. Bovendien spreekt het telwerk 65 aan door het naar zijn uitgang overbrengen 35 van de som van de monsters, ontvangen aan zijn twee ingangen, welke 8005878 - 36 - som het manster bevat, aanwezig op de lijnen A, zoals gewogen door een factor 1/2 aan de eerste ingang van het telwerk 65. .Deze monstersom wordt door de lijnen G gekoppeld met de ingang van de deler 66.
5 Bij het optreden van de volgende kloktijd 2 wordt het mon ster Z2 geplaatst op de lijnen A en D, en wordt het gewogen monster 1/2 Z2 geplaatst op de lijnen G aan de uitgang van het telwerk 65 op de hiervoor met betrekking tot het monster Z^ bij de kloktijd 1 beschreven wijze. Bovendien worden de registers 60, 61, 63 en 64 en 10 de deler 66 op het ritme van de klok gestuurd voor het bewerken en overbrengen naar hun betreffende uitgangen van de monsterwaarden, die aanwezig zijn aan hun betreffende ingangen. Als gevolg hiervan wordt het monster Z^ geplaatst op de lijnen B, die zich uitstrekken vanaf de uitgang van het register 60 naar de ingang van het regis-15 ter 61, en op de lijnen E, die zich uitstrekken vanaf de uitgang van het register 63 naar de ingang van het register 64. De deler 66 weegt ook de waarde van de monstersom, die dan aanwezig is op de lijnen G met 1/2 en plaatst de gewogen monstersom op de lijnen H, die zich uitstrekken bij de uitgangslijnen 91. Deze gewogen mon-20 stersom bevat het gewogen monster 1/4 Z^.
Gedurende de volgende kloktijd 3 wordt het manster Z3 geplaatst op de lijnen A en D, wordt het monster Z2 geplaatst op de lijnen B en E en wordt het gewogen monster 1/2 Z^ geplaatst op de lijnen G op de hiervoor met betrekking tot de monsters Z^ en Z2 op 25 de kloktijden 1 en 2 beschreven wijze. Bovendien worden het regis ter 64 en de deler 66 op het ritme van de klok gestuurd voor het bewerken en overbrengen naar hun betreffende uitgangen van de monsterwaarden, die dan aanwezig zijn aan hun betreffende ingangen.
Dit plaatst het monster Z^ op de lijnen F, die de uitgang van het 30 register 64 koppelen met de tweede ingang van het telwerk 55. Dien tengevolge plaatst het telwerk 65 een monstersom op de lijnen G, welke som het manster Z^ bevat plus het gewogen monster 1/2 Z^.
Het register 61 plaatst het monster Z^ op de lijnen C, die zich uitstrekken naar de tweede ingang van het telwerk 62, op welk punt 35 het wordt gewogen met een factor van 1/2 en geplaatst op de lijnen 8005878 * - 37 - D. Vandaar wordt de samengevoegde monsterwaarde 1/2 + Zg voor de Kloktijd 4 overgebracht naar de uitgang van het telwerk 62 en geplaatst op de lijnen D, die zich uitstrekken naar de ingang van het register S3. De deler 66 weegt de monstersom, aanwezig op de 5 lijnen G, met een factor van 1/2 en plaatst de gewogen monstersom op de lijnen H, die zich uitstrekken naar de uitgang 91 van de zeefketen 2’. Deze gewogen monstersom bevat het gewogen monster 1/4 Z2.
Gedurende de volgende drie kloktijden 4, 5 en 6, worden de 1G monsters Z^ , Zg en Zg opeenvolgend geplaatst op de lijnen A door het tijdstuurbufferregister 49. en bewerkt op de hiervoor beschreven wijze met betrekking tot de monsters Z^, Z2 en Zg bij de voorgaande kloktijden 1. 2 en 3. Een gedetailleerder begrip van het bewerken en de voortgang van de monsters Z^, Zg en Zg door de zeef-15 keten 2’ in aanspreking op bemonsteringssignalen op de kloktijden 4, 5 en 6 kan worden verkregen aan de hand van de voorgaande tabel B. Het op het ritme van de klok sturen van de register- en deler-organen van de zeefketen 2’ gedurende de kloktijden 4 en 5. doet de registers 63 en 64 de samengestelde monsterwaarde 1/2 Z^ + Zg 20 overbrengen van de ingang van het register 63 naar de lijnen F.
die zich uitstrekken vanaf de uitgang van het register 64 naar de tweede ingang van het telwerk 65, en doet het register 49 de monsterwaarde Zg plaatsen op de lijnen A, die zich uitstrekken naar de eerste weegingang van het telwerk 65. Vandaar verschaft het tel-25 werk 65 aan het einde van de kloktijd 5 een samengestelde monster waarde 1/2 Z^ + Z2 + 1/2 Zg aan zijn uitgang, gekoppeld met de lijnen G, die zich uitstrekken naar de ingang van de deler 66.
Bij het optreden van de kloktijd 5 wordt de samengestelde monsterwaarde 1/2Z^ + Zg + 1/2 Zg, aanwezig aan de ingang van de 30 deler 66, gewogen met een factor van 1/2 en overgebracht naar zijn uitgang, gekoppeld met de lijnen H, die zich uitstrekken- naar de uitgang 91 van de zeefketen. De gewagen uitgang van de zeefketen d.w.z. 1/4 Z^ + 1/2 Zg + 1/4 Zg en volgende gewogen monsterwaarde-vertegenwoordigingen, is overeenkomstig de vergelijking [83 en ont-35 daan van de gekozen component, waarvan de frequentie overeenkomt «n o 5 8 7 a \ - 38 - met 1/4 van de frequentie van het kloksignaal, omdat de gewogen mon-sterwaardevertegenwoordiging van de gekozen component nul is, zoals duidelijk is bij een beschouwing van de vergelijking (8) en fig.7.
Uit de voorgaande beschrijving is het dtaidelijk, dat andere 5 samenstellingen en inrichtingen van de registers en rekenorganen op soortgelijke wijze kunnen zijn verschaft voor het voor een bepaald aantal gemiddelde monsters verkrijgen van een gewogen gemiddelde nulmonsterwaarde van een gekozen periodiek signaal.
Ter vereenvoudiging van de beschrijving is de frequentie 10 en de fase van het bemonsteringssignaal zodanig gekozen, dat de bemonsterde punten - Zj, weergegeven in fig.7, samenvallen met nul- en maximale waarden van de sinusgolf Z. Met betrekking tot de voorgaande beschrijving wordt het duidelijk, dat de uitvoeringsvorm van fig.6 eveneens een gewenste gemiddelde nulwaarde verschaft 15 van de sinusgolf Z indien er een gelijkblijvend faseverschil is tussen het bemonsteringssignaal en de sinusgolf of de uit te zeven gekozen signaalcomponent.
De zeefketenuitvoeringsvorm, afgebeeld in fig.6, is in het bijzonder voordelig voor zeefketens, die worden gebruikt in toepas-20 singen, waarbij de bemonsteringssignaalfrequentie een even aantal veelvouden is van de frequentie van de periodieke signaalcomponent, die moet worden verwijderd uit een samengesteld signaal. De uitvoeringsvorm van fig.6 verschaft een gewenste gewogen gemiddelde nulwaarde van de periodieke signaalcomponent uit een bepaald oneven 25 aantal monsters. Dientengevolge wordt de voornoemde, mogelijk onge wenste faseverschuiving van 1/2 van de bemonsteringssignaalperiode, welke verschuiving het gevolg zou zijn van het middelen van een even aantal monsters, door de keten van fig.6 voorkomen.
Onder verwijzing naar de voorgaande beschrijving is het dui-30 delijk, dat de onderhavige zeefketen niet is beperkt tot de hier voor beschreven uitvoeringsvormen, afgebeeld in de fig.2.en 6. Het is voor deskundigen duidelijk, dat de zeefketen verschillende inrichtingen kan omvatten van digitale signaalbewerkingsmiddelen, die kunnen samenwerken voor het verschaffen van een gemiddelde nul-35 waarde of een gewogen gemiddelde nulwaarde van de signaalcomponent, 80 05 8 7 8 * * t - 39 - die moet worden verwijderd uit een samengesteld signaal overeenkomstig de beschreven werkwijze. In de zeefketen kan b.v. gebruik worden gemaakt van ketenelementen voor het delen of ten dele delen van de monsters, gevolgd door ketenelementen voor het optellen van 5 de gedeelde monsters in plaats van het bitverschuiven van de mon sters aan de ingangen van de telwerken, zoals hiervoor beschreven aan de hand van de uitvoeringsvorm van fig.6. Verder kan de onderhavige zeefketen zijn ingericht om werkzaam te zijn met verschillende samenhangingen van bemonsteringssignaalfrequentie en frequen-10 tie van een signaalbitverliesdetectorketen tniet,weergegeven), zoals vervat in in de handel beschikbare videolintspelers. Een passende bitverliesdetectorketen kan van een gebruikelijke draaggolfbewakings-ketensoort zijn, die een regelsignaal verschaft wanneer de R.F.-omhullende kromme van het gemoduleerde televisiesignaal tot onder 15 een vooraf bepaald niveau daalt, zoals b~v. weergegeven in het hand boek, catalogus No.1809276-02, uitgegeven door de Ampex Corporation in december 1977, schematische tekening 1378633C, blz.8 - 41/42 en 8 -43/44. De regelaansluiting 12 is de component die uit een samengesteld signaal moet worden verwijderd of gezeefd. Zoals hiervoor 20 beschreven, kan de bemonsteringssignaalfrequentie een oneven of even geheel aantal veelvouden zijn van de gekozen periodieke compo-nentfrequentie, die moet worden verwijderd. De bemonsteringsfrequen-tie kan ook een niet geheel, gedeeltelijk veelvoud zijn van de gekozen periodieke signaalfrequentie. Met betrekking tot de in fig.6 25 afgebeelde uitvoeringsvorm wordt een gemiddelde van drie gewogen monsters verkregen door het wegen van het eerste en het laatste manster van vijf opeenvolgende monsters door een 1/2 en het niet wegen van het derde van de vijf opeenvolgende monsters en het delen van de som van de drie monsters met een factor 2, d.w.z. het wegen 30 van de som door een factor 1/2. Indien echter de drie monsters met een lagere factor worden gewogen, zoals een achtste voor. het eerste en laatste monster van de vijf opeenvolgende monsters en een vierde voor het derde monster, moet de gewogen som worden vermenigvuldigd met een factor van 2, d.w.z. gewogen door een factor van 2 voor het 35 verkrijgen van de gewenste gemiddelde monstervertegenwoordiging.
8005878 \ - 40 -
De onderhavige zeefketen verschaft bijzondere voordelen als een luminantie-chrominantie-scheidingsketen in kleurentelevisie-signaalbewerkingsschakelingen, zoals b.v. bitverliescompensator-schakelingen. Fig.8 toont een uitvoeringsvorm van de onderhavige 5 bitverliescompensatorschakeling, waarin een digitaal kleurentele- visiesignaal wordt ontvangen aan een ingangsaansluiting 10, gekoppeld met een eerste ingang 11 van een tweestandenschakelaar 1. Een regelsignaal, dat de aanwezigheid aangeeft van een bitverlies, wordt ontvangen door een regelaansluiting 12, b.v. vanaf een gebruikelij-10 ke , gekoppeld met een regelingang 13 van de schakelaar 1.
De uitgang 14 van de schakelaar 1 is gekoppeld met een uitgangsaan-sluiting 15 van de bitverliescompensatorschakeling. De uitgang 14 van de schakelaar 1 is eveneens gekoppeld met een ingang 18 van de digitale zeefketen 2, overeenkomende met de onderhavige zeefke-15 ten, zoals de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen, resp. afge heeld in de fig.2 en 6. De uitgang 14 van de schakelaar 1 is verder gekoppeld met de eerste ingang 16 van een digitale differentiërings-keten 3 via een digitale vertragingsketen 7. Een tweede ingang 17 van de differentiëringsketen 3 is gekoppeld met een uitgang 19 van 20 de digitale zeefketen 2. Een uitgang 20 van de differentiëringsketen 3 is gekoppeld met een eerste ingang 21 van een digitale optelketen 5 via een vaste digitale vertragingslijn 4. De tweede ingang 22 van de optelketen 5 is gekoppeld met de uitgang 19 van de digitale zeefketen 2. Een uitgang 23 van de optelketen 5 is gekoppeld met 25 een tweede ingang 24 van de schakelaar 1 via een andere vaste digi tale vertragingslijn 6. De vertragingsketen 7, gekoppeld tussen de uitgang 14 van de schakelaar 1 en de ingang 16 van de differenti-eringsketen 3, wordt gebruikt voor het compenseren van ketenvertra-gingen in de zeefketen 2, zoals volgfcuit de verdere beschrijving.
30 De bitverliescompensatorschakeling wordt geregeld voor het bewerken van het digitale televisiesignaal door een kloksignaal, verschaft aan de ingangsaansluiting 26. Het verschafte kloksignaal is het met het kloksignaal samenhangende signaal, dat hiervoor is beschreven als zijnde opgewekt voor gebruik door de onderhavige zeefketen, 35 en word't bepaald door de bepaalde zeefketenuitvoeringsvorm, gebruikt 80 05 8 7 8 - 41 - in de bitverliescompensatorschakeling., Indien de in fig. 2 af geheelde zeefketen wordt gebruikt in de bitverliescompensatorschakeling, wordt het kloksignaal verkregen van de signaalklokgeneratorketen 83 van fig.l.
5 Thans wordt de werking van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige bitverliescompensatorschakeling beschreven aan de hand van fig.8. Een digitaal NTSC-kleurentelevisiesignaal in de vorm van afzonderlijke 8-bits digitale gegevenswoorden, die mon- · sters vertegenwoordigen van het televisiesignaal, zoals verschaft 10 door de A/D-omzetterketen 82 van fig.l, wordt ontvangen aan de in- gangsaansluiting 10 en gevoerd naar de eerste ingang 11 van de schakelaar 1. Wanneer het televisiesignaalstelsel op gebruikelijke wijze werkzaam is, d.w.z. dat geen bitverliezen worden waargenomen in het binnenkomende signaal door de bitverliesdetectorketen, be-15 vindt de schakelaar 1 zich in zijn eerste stand voor het ontvangen van het ingangssignaal aan de ingang 11 en het leggen daarvan aan de uitgang 14, Wanneer een bitverlies wordt waargenomen in het kleurentelevisiesignaal, b.v. door de genoemde gebruikelijke bit-verliesdetectorketen, wordt het regelsignaal, ontvangen aan de 20 aansluiting 12 gelegd aan de regelingang 13 van de tweestandenscha- kelaar 1. Het regelsignaal, ontvangen door de tweestandenschake-laar 1, doet deze schakelaar de eerste ingang 11 uitschakelen van de uitgang 14 en zijn tweede ingang 24 verbinden met de uitgang. Dientengevolge wordt dan het signaal, dat een vertraagd gedeelte 25 vertegenwoordigt van het digitale kleurentelevisiesignaal, ontvan gen aan de tweede ingang 24, gelegd aan de uitgangsaansluiting 15. Dit vertraagde signaal vertegenwoordigt een bitverliescompenseer-signaal, gebruikt voor het vervangen van het bitverliesgedeelte van het televisie-informatiesignaal voor het zodoende voorkomen 30 van verstoringen in het weergegeven televisiebeeld, welke versto ringen zouden worden veroorzaakt door de aanwezigheid van een bitverlies. De hiervoor genoemde bitverliescompensatie kan worden verschaft gedurende een of meertelevisielijnperioden of een gedeelte daarvan.
35 Het gedeelte 25 van de bitverliescompensatorschakeling, om- 80 0 5 8 7 8 \ - 42 - grensd door onderbroken lijnen, die de gewenste signaalvertraging verschaft voor bitverliescompensatie, wordt thans beschreven overeenkomstig de voorkeursuitvoeringsvorm, weergegeven in fig.fl. De zeefketen 2, die b.v. is ontworpen zoals weergegeven in fig.2, ont-5 vangt het samengestelde, digitale kleurentelevisiesignaal van de uitgang 14 van de schakelaar 1 in de vorm van opeenvolgende man-' sters met een gekozen kloksignaalfrequentie, b.v. gelijk aan driemaal de nominale frequentie van de NTSC-chrominantie-hulpdraaggolf-component, d.w.z. = 3 x 3,53 MHz = 10,74 MHz. Het bemonste- 10 ringssignaal is in fase gegrendeld aan het ohrominantiehulpdraag- golfsignaal, zoals algemeen bekend op dit gebied, b.v. door het in fase grendelen aan de kleursynchroonsignaalcomponent, zoals beschreven in de AVR-2 Video Tape Recorder catalogus, blz.9-28 tot 9-39.
Uit de voorgaande beschrijving van de werking van de zeefketen met 15 betrekking tot fig.l blijkt, dat drie monsters een tijdvak bepalen, dat gelijk is aan een cyclus van de chrominantie-hulpdraaggolfcomponent. Uit de voorgaande beschrijving volgt tevens, dat de laagste frequentiecomponent, die door de zeefketen 2 wordt verwijderd uit het samengestelde signaal, gelijk is aan 3,58 MHz. De eerstvolgende 20 hogere frequentiecomponent, die eveneens door de zeefketen wordt verwijderd, is 2 x 3,58 MHz * 7,16 PHz. Deze laatste frequentie ligt echter buiten de frequentieband van een NTSC-signaal, waarvan . de totale bandbreedte gelijk is aan 4,2 MHz. In andere gebruikelijke kleurentelevisiesignaalstelsels, zoals PAL, PAL-M, enz.,is de 25 totale bandbreedte in het algemeen eveneens lager dan tweemaal de kleurenhulpdraaggolfsignaalfrequentie, zodat derhalve geen signaal-aantasting plaats vindt.
Zoals hiervoor beschreven aan de hand van fig.2, verschaft de zeefketen 2 een gemiddelde van de amplitudewaarden van drie op-30 eenvolgende monsters, ontvangen aan zijn ingang 18. Uit de vergelij king (2) volgt, dat elk dezer gemiddelde waarden van de chrominantie-hulpdraaggolf signaalcomponent, gelijk is aan 0. Dientengevolge vertegenwoordigt het signaal aan de uitgang 19 van de zeefketen 2 het samengestelde kleurentelevisiesignaal, waaruit de chrominantie-35 hulpdraaggolfcomponent met een nominale frequentie van 3,58 MHz, is 8005878 ♦ * -43- verwijderd. Het resulterende signaal aan de uitgang 19 van de zeef-keten 2 is dus een kleurentelevisiesignaal min chrominantie, welk signaal verder wordt beschouwd als vertegenwoordiging van de lumi-nantiecomponent. Uit de voorgaande beschrijving volgt, dat het re-5 sulterende signaal aan de uitgang 19 van de zeefketen 2 wordt ver tegenwoordigd door gemiddelde monsterwaarden, verkregen door het opeenvolgend middelen van drie opeenvolgende monsters. Elke verkregen gemiddelde monsterwaarde wordt in de plaats gesteld van het monster in het midden van elk der drie opeenvolgende monsters, ge-10 nomen voor het middelen. Opgemerkt wordt, dat de verkregen gemid delde monsters geen faseverschuiving vertonen met betrekking tot de oorspronkelijk ontvangen monsters, omdat een oneven aantal opeenvolgende monsters wordt gemiddeld.
Nog steeds aan de hand van fig.8 wordt het signaal van de 15 uitgang 19 van de digitale zeefketen 2, welk signaal de afgeschei den luminantiecomponent vertegenwoordigt, gelegd aan de tweede ingang 17 van de differentiëringsketen 3. Het kleurentelevisiesignaal V van de uitgang 14 van de schakelaar 1 wordt via de vertragings-keten 7 gelegd aan de eerste ingang 16 van de keten 3. De differen-20 tiëringsketen 3 verschaft aan zijn uitgang 20 een verschilsignaal van de twee signalen, ontvangen aan zijn eerste en tweede ingangen.
Het verkregen verschilsignaal vertegenwoordigt de afgescheiden chrominantiecomponent van het kleurentelevisiesignaal. Uit de voorgaande beschrijving is duidelijk, dat door toepassing van de onderha-25 vige digitale zeefketen 2 samen met de differentiëringsketen 3, zo als hiervoor beschreven, een scheiding wordt verschaft van de lumi-nantie- en chrominantiecomponenten van het kleurentelevisiesignaal.
De afgescheiden chrominantiecomponent aan de uitgang 20 wordt in de eerste vertragingslijn 4 vertraagd met een tijd, die in hoofd-30 zaak overeenkomt met een horizontale lijnperiode van het televisie signaal. De afgescheiden en vertraagde chrominantiecomponent en afgescheiden luminantiecomponent worden resp. toegevoerd aan de ingangen 21 en 22 van de optelketen 5. Deze twee signaalcomponenten worden in de keten 5 weer samengevoegd voor het vormen van een 35 samengesteld kleurentelevisiesignaal aan de uitgang 23 daarvan.
8005878
V
- 44 -
Dit laatste signaal wordt vanaf de uitgang 23 van de keten 5 gevoerd naar de ingang 24 van de schakelaar 1 door een tweede ver-tragingslijn 6, en wordt daardoor vertraagd met een tijd, die in hoofdzaak overeenkomt met een horizontale lijnperiode van het tele-5 visiesignaal. Het vertraagde signaal vertegenwoordigt het bitver- liescompensatiesignaal, waarmee een of meer opeenvolgende lijnen of gedeelten van lijnen van ontbrekende televisie-informatie kunnen worden vervangen door de bitverliescompensatorschakeling wanneer een regelsignaal aan de aansluiting 12 wordt gelegd, zoals hiervoor 10 is beschreven. Indien het nodig is meer dan één televisielijn door de bitverliescompensatarschakeling te vervangen, circuleert het uitgangssignaal van de keten 25, welk signaal het bitverlies-compensa-tiesignaal vertegenwoordigt, vanëf de uitgang 14 van de schakelaar 1 naar zijn tweede ingang 24 via de keten 25 en naar buiten doarde 15 uitgangsaanslulting 15 totdat het regelsignaal bij 12 is verwijderd.
Bedacht moet worden, dat de hiervoor beschreven voorkeursuitvoeringsvorm van fig.8 een digitale bitverliescompensatorschake-ling vertegenwoordigt, waarin digitale gegevens met hoge snelheid worden bewerkt. Dientengevolge kunnen de verschillende elementen 20 die zijn getoond in het vereenvoudigde blokschema van fig.8, worden ontworpen als gebruikelijke digitale ketens, waarin de gegevens met hoge snelheid nauwkeurig op het ritme van de klok worden geprogrammeerd met driemaal de kleurenhulpdraaggolfsignaalfrequentie, d.w.z. met ongeveer 10,74 MHz, waarbij het kloksignaal in frequentie en 25 fase is gegrendeld aan de chrominantie-hulpdraaggolfcomponent van het bemonsterde kleurentelevisiesignaal, zoals hiervoor beschreven. Ter vereenvoudiging van de weergeving is de kloksignaalbaan niet weergegeven in het blokschema, maar wel in het gedetailleerde ketenschema van de fig.l3a - h, overeenkomende met het blokschema van 30 fig.S, welke keten hierna wordt beschreven.
De vertragingsketen 7, die volgens fig.S is gekoppeld tussen de ingang 18 van de digitale zeefketen 2 en de ingang 16 van de dif-ferentiëringsketen 3 in de baan voor het samengestelde kleurentelevisiesignaal, dient voor het verschaffen van een aanvullende vaste 35 vertraging voor het compenseren van de voortgangsvertraging van het 8005878 * - 45 - signaal door de digitale zeefKeten 2. Voor een juiste werking van de digitale bitverliescompensatorschakeling is het van belang overeenkomstige gegevens te scheiden en samen te voegen door resp. de aftrekketen 3 en de optelketen 5 op een nauwkeurig gesynchroniseer-5 - de wijze voor het voorkomen van ongewenste faseverschuivingen tus sen de gescheiden chrominantie- en luminantiecomponenten. Dergelijke faseverschuivingen zouden onaanvaardbare tijdbasisfouten invoeren en het daaruit voortvloeiende televisiebeeld vervormen. Derhalve is het nodig de nauwkeurige grootte van de vaste vertraging, ver-10 schaft door da betreffende vertragingslijnen 4, 6 en 7, zodanig te bepalen, dat de totale vertraging van de chrominantiesignaalcompo-neöt vanaf de uitgang 14 van de schakelaar 1 naar zijn ingang 24 d.w.z. bij het gaan door de ketentrap 25, nauwkeurig gelijk is aan twee horizontale lijnperioden van het kleurentelevisiesignaal, ont-15 vangen aan de aansluiting 12, waarbij de totale vertraging van de luminantiesignaalcomponent, tot stand gebracht door het gaan daarvan door de ketentrap 25, nauwkeurig gelijk is aan een horizontale lijnperiode. Voor het vaststellen van de nauwkeurige grootte van de vertraging, die moet worden verschaft door elk der vaste vertra-20 gingslijnen 4, 6 en 7, moet de totale mate van vertraging, verschaft door de betreffende ketenelementen in de luminantie- en chrominan-tiesignaalbanen, worden beschouwd. De totale mate van vertraging, verschaft door de vertragingslijnen 4, 6 en 7 moet dienovereenkomstig worden aangepast. Derhalve is in de voorkeursüitvoeringsvorm 25 van fig.8 de vertraging, verschaft door de vertragingslijn 4, ge lijk aan een horizontale lijnperiode minder dan de vertraging, verschaft door de differentiëringsketen 3. Op soortgelijke wijze is de feitelijke mate van vertraging , verschaft door de vertragingslijn 6, gelijk aan een horizontale lijnperiode minder dan de samengevoeg-30 de vertragingen, verschaft door de zeefketen 2 en de optelketen 5.
Met betrekking tot het algemeen bekende verband van de kleu-renhulpdraaggolfcomponentfrequentie en de horizontale lijnfrequentie van NTSC-signalen f a 227,5 fH, wordt in deze bepaalde uit-voeringsvorm een niet geheel aantal monsters, gelijk aan 3 x 227,5 35 = 682,5 klokcycli, binnen een horizontale lijnperiode verkregen.
80 05 8 7 8 - 46 -
Voor het compenseren van het niet gehele verband, Kan de vertragingen jn 6 zijn ontworpen voor het verschaffen van een andere vertraging of b.v. 682 en 683 Klokcycli op afwisselende opeenvolgende lijnen, overeenkomende met het dichtstbij liggende hogere of lagere 5 gehele aantal Klokcycli. De gemiddelde vertraging, verschaft door de vertragingslijn 6 over elke twee opeenvolgende lijnen, is dus 682,5 klokcycli. Voor het compenseren van de voorgaande afwijking van een klokcyclus op opeenvolgende lijnen, kan de vertragingslijn 4 zijn ontworpen voor hBt verschaffen van complementaire vertragin-10 gen in de chrominantiesignaalbaan van b.v. 683 en 682 klokcycli op - resp. afwisselende opeenvolgende lijnen. Een gewenste tweelijnen-vertraging van nauwkeurig 2 x 682,5 cycli wordt dus verschaft door de samengevoegde vertragingslijnen 4 en 6 in de chrominantiesignaalbaan. Met betrekking tot het voorgaande wordt echter opgemerkt, dat 15 de feitelijke vertragingen, verschaft door de vertragingslijnen 6 en 4, door de hiervoor genoemde betreffende ketenvertragingen in de luminantie- en chrominantiesignaalbanen, worden verkleind.
Het is duidelijk, dat indien een geheel aantal kloksignalen wordt verschaft binnen een horizontale lijnperiode, zoals door het 20 kiezen van een bemonsteringsfrequentie gelijk aan een even aantal veelvouden van de kleurenhulpdraaggolffrequentie, b.v. viermaal de kleurenhulpdraaggolffrequentie, de vertraging, verschaft door de vertragingslijn 4, op afwisselende lijnen niet behoeft te worden veranderd.
25 * Met betrekking tot de hiervoor beschreven werking van de di gitale bitverliescompensatorschakeling van fig.9, die een vertraging van een lijn verschaft van de luminantiecomponent en een vertraging van twee lijnen van de chrominantiecomponent, verschaft deze schakeling een aantal voordelen. Ten eerste is de vertraging van 30 een lijn van de luminantiecomponent met een brede band een verbe tering over bekende digitale bitverliescompensatorschakelingen, die een vertraging van twee lijnen verschaffen van de luminantiecomponent. Ten tweede is de onderhavige schakeling een verbetering van de bekende analoge bitverliescompensatorschakelingen, die een 35 vertraging van een lijn verschaffen van zowel de luminantie- als de 80 058 7 8 9 - 47 - t' chrominantiecomponent en een omkering van lijn tot lijn vereisen van de chrominantiecomponent voor het verkrijgen van een juist faseverband daarvan. Zoals hiervoor is opgemerkt, kunnen deze laatste bitverliescompensatorschakelingen niet zonder meer worden toe-5 gepast voor digitale PAL- of PAL-M-stelsels. Op soortgelijke wijze kunnen zij evenmin direct worden toegepast voor digitale NTSC-stel-sels, waarbij gebruik wordt gemaakt van een bemonsteringssignaal-frequentie die gelijk is aan een oneven geheel aantal veelvouden of gedeeltelijk aantal veelvouden van de NTSC-hulpdraaggolffrequen-10 tie. In het geval dat de voornoemde analoge bitverliescompensator- schakeling zou worden aangepast voor digitale kleurentelevisiestel-sels, waarbij gebruik wordt gemaakt van bekende kamzeefketens, zou het nodig zijn een verticaal uitlijnen te verschaffen van de monsters. Een voordeel van de onderhavige digitale bitverliescompensa-15 torschakeling is, dat deze geen verticaal uitlijnen vereist van de monsters en dus de noodzaak opheft voor een aanpassing van de monsters van lijn tot lijn.
Op te merken is, dat.in de onderhavige digitale bitverlies-compensatorschakeling, de afgescheiden chrominantiecomponent, van 20 onderbrekingen voorzien door de zeefketen, een bandbreedte heeft, die is beperkt tot een enkele nominale frequentie, zoals 3,58 MHz voor NTSC of 4,43 MHz voor PAL. Deze beperkte bandbreedte is zeer smal in vergelijking met de bandbreedte van de luminantiecomponent, die b.v. D.C. tot 4,2 MHz is in NTSC-stelsels. Dientengevolge ver-25 t egenwoordigt de met twee lijnen vertraagde chrominantiecomponent, samengevoegd met de met een lijn vertraagde luminantiecomponent, geen bezwaarlijke vervorming van het weergegeven televisiesignaal.
Bij het vergelijken van de hiervoor beschreven bitverliescompensa-torschakeling met bekende analoge compensatorschakelingen, waarbij 30 b.v. gebruik wordt gemaakt van bandzeefketens voor het scheiden van de chrominantie- en luminantiecomponenten, zou een bitverliescom-pensatiesignaal,. dat een luminantiecomponent omvat, die met een lijn is vertraagd, en een chrominantiecomponent, die met twee lijnen is vertraagd, een zichtbare luminantie naar chrominantie storing 35 in het televisiebeeld voeren. Dit is in hoofdzaak het gevolg van on n s 7 fl - 48 - een betrekkelijk brede nominale bandbreedte van de afgescheiden analoge chrominantiecomponent, het gevolg van de algemeen bakende frequentiekarakteristieken van analoge zeefketens. Bij het weer samenvoegen van de gescheiden bewerkte componenten tot een samenge-5 steld signaal door de onderhavige bitverliescompensatorschakeling, wordt verder de volledige oorspronkelijke frequentiebandbreedte van het televisiesignaal hersteld, zodat dus praktisch geen frequentie-verliezen optreden. In tegenstelling hiermee worden verliezen veroorzaakt in de samengestelde signaalbandbreedte wanneer analoge 10 zeefketens worden gebruikt voor het signaalbewerken.
Er bestaat nog een voordeel van de onderhavige bitverlies-compensatorschakeling in vergelijking met bekende analoge compensa-torschakelingen. In de onderhavige bitverliescompensatorschakeling treedt in het door de compensatorschakeling bewerkte samengestelde 15 signaal geen andere onderlinge vertraging op tussen de luminantie- en de chrominantiecomponent dan de gewenste vertraging van een horizontale lijn, omdat deze signaalcomponenten synchroon worden gehouden gedurende de gehele bewerking door het nauwkeurig op het ritme van de klok sturen van de digitale signalen, en de betreffen-20 de vertragingen, verschaft door de verschillende ketenelementen, bekend zijn en worden gecompenseerd door de vaste vertragingslijnen.
Omdat de onderhavige zeefbewerking is beperkt tot het middelen van enkele opeenvolgende monsters binnen dezelfde televisielijn, worden ongewenste kortdurende verstoringen, zoals ruispieken, die 25 in het televisiesignaal zijn gevoerd, in tijd beperkt tot het op treden van de bepaalde monsters en tot de betrekkelijk korte tijd, waarin zij worden gemiddeld. In tegenstelling hiermee verschaffen bekende digitale kamzeefketens, die monsterwaarden verschaffen, genomen van monsters van verschillende televisielijnen, of analoge 30 zeefketens, waarvan de tijdaanspreking zichtbare voorbijgaande ver schijnselen veroorzaken in de vorm van strepen in het weergegeven televisiesignaal, veroorzaakt door ruispieken, een uitgebreidere signaalvervorming.
Er is nog een ander voordeel verbonden aan de onderhavige 35 digitale bitverliescompensatorschakeling, doordat het gehele sig- 80 0 5 8 7 8 * > - 49 - naalbewerkën in werkelijke tijd wordt verschaft onder toepassing van een genormaliseerde TTL-schakeling (logische transistor-naar-transistorschakeling), zoals is te zien aan de hand van een gedetailleerd ketenschema van een voorkeursuitvoeringsvorm, weergege-5 ven in de fig.l3a - h, waarvan de beschrijving volgt. De keten van de voarnoemde figuren is geschikt voor het compenseren van bitver-lies in een stelsel voor het registreren en weergeven van kleuren-televisiesignalen, waarbij een NTSC-, PAL-, PAL-M-kleurentelevisie-signaal wordt gecodeerd in digitale vorm door het bemonsteren met 10 een frequentie die gelijk is aan driemaal de kleurenhulpdraaggolf- frequentie van het televisiesignaal. Eerst wordt een uitvoeringsvorm, die kan worden gebruikt in NTSC-stelsels, beschreven, waarbij de bemonsteringssignaalfrequentie ^mong^-er = 3 x 3,58 MHz = 10,74 MHz. Het bemonsteringssignaal is in fase gegrendeld met de kleur-15 synchroonsignaalcomponent van het hulpdraaggolfsignaal, zoals op dit gebied algemeen bekend. De bemonsteringsfrequentie is gelijk aan de klokfrequentie, zoals hiervoor vermeld met betrekking tot de beschrijving van fig.B, zodat hierna in de verdere beschrijving onderling verwisselbaar wordt verwezen naar de bemonsteringsfrequentie 20 en de klokfrequentie.
Voor de werking van de onderhavige bitverliescompensator-schakeling behoeft in het algemeen de bemonsteringsfrequentie, gebruikt voor het coderen van het samengestelde analoge signaal, b.v. het kleurentelevisiesignaal, niet gelijk te zijn aan de kloksignaal-25 frequentie, gebruikt voor het synchroniseren van de verschillende elementen van de bitverliescompensatorschakeling. In het laatste geval kunnen de monsters worden ontvangen en opgeslagen in een buffer-keten b.v. met de bemonsteringsfrequentie, en vervolgens met een andere klokfrequentie worden teruggewonnen, welke laatste frequen-30 tie wordt gebruikt voor het synchroniseren van de schakeling.
Andere bitverliescompensatorschakelinguitvoeringsvormen zijn weergegeven in de fig.9 - 11 en worden kort beschreven. Voor het vergemakkelijken van de vergelijking met de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm van fig.8, zijn soortgelijke ketenelementen in de 35 volgende andere uitvoeringsvormen aangegeven door dezelfde verwij- 8005878 - 50 - zingscijfers. De Keten van fig.9 is soortgelijk aan die van fig.8 behalve dat de ingang van de Ketentrap 25, d.w.z. de ingang 18 van de zeefKeten 2 en de ingang 27 van de vertragingsKeten 7, rasp. zijn gekoppeld met de ingang 11 van de schakelaar 1 in plaats van 5 met zijn uitgang 14, zoals dit het geval is in fig.8. Deze bepaalde ketenuitvoering is nuttig wanneer slechts een lijn van de televisie-informatie moet worden vervangen door een bitverliescompensatie-signaal omdat geen middelen zijn aangebracht voor het hercirculeren van de vertraagde informatie vanaf de uitgang van de schakelaar 10 terug naar zijn ingang, zoals in de keten van fig.8. Indien het nodig is meer dan één televisielijn te compenseren, kunnen aanvullende geheugenmiddelen, zoals een bekend circulatiegeheugen, worden gebruikt aan de uitgang van de schakelaar 1.
De fig.10 en 11 tonen verdere andere uitvoeringsvormen van 15 de onderhavige bitverliescompensatorschakeling. Deze laatste uit voeringsvormen verschillen van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen van de fig.8 en 9 door de volgende uitvoering van de ketentrap 25. In de uitvoeringsvorm van fig.10 is de vertragingslijn 6 van de uitvoeringsvorm van fig.8 vervangen door de vertragingslijn 20 30, gekoppeld in de baan van het samengestelde televisiesignaal tussen de uitgang 14 van de schakelaar 1 en de ingang 18 van de zeefketen 2. De vertragingslijn 30 verschaft een vertraging voor zowel de chrominantie- als de luminantiecomponent van een periode van een horizontale lijn min de samengevoegde vertragingen in de 25 zeefketen 2 en het telwerk 5. Te zien is, dat de verkregen betref fende vertragingen van de chrominantie- en de luminantiecomponent dezelfde zijn als in de hiervoor beschreven keten van fig.8.
In de ketentrap 25 van de uitvoeringsvorm van fig.ll is de vertragingslijn 6 .in de overeenkomstige ketentrap 25 van de uitvoe-30 ringsvorm van fig.8 vervangen door een vertragingslijn 31, gekop- i: peld in de baan van het gescheiden luminantiesignaal tussen de uit gang 19 van de zeefketen 2 en de ingang 22 van de optelketen 5 en door een aanvullende vertragingslijn in de baan van het afgescheiden chrominantiesignaal, zoals hierna wordt uiteengezet. De vertra-35 gingslijn 31 verschaft een vertraging van een horizontale lijn min 8005878 * » * -Side samengevoegde vertragingen, verschaft door de zeefKeten 2 en het telwerK 5. De vertragingslijn 4 van fig.B is in de uitvoeringsvorm van fig.ll vervangen door een vertragingslijn 32, gekoppeld in de baan van het afgescheiden chrominantiesignaal tussen de uitgang 20 5 van de differentiëringsketen 3 en de ingang 21 van het telwerK 5,
De vertragingslijn 32 verschaft een vertraging van twee horizontale lijnen min de samengevoegde vertragingen in de ketens 7, 3 en 5. Dientengevolge worden de gewenste vertraging van een lijn van de luminantiecamponent en de vertraging van twee lijnen van de chromi-10 nantiecomponent elk verschaft in de betreffende banen voor de ge scheiden signalen van deze componenten in de keten van fig.ll.
Het is uit de voorgaande beschrijving duidelijk, dat de onderhavige bitverliescompensatorschakeling kan worden uitgevoerd in een aantal samenvoegingen van vertragingsmiddelen, gekoppeld in 15 de baan van het samengestelde signaal, alsmede in de banen van het afgescheiden chrominantie- en luminantiesignaal voor het bereiken van de respectieve vertragingen van een lijn in de luminantiecompo-nent en van twee lijnen in de chrominantiecomponent. Het is verder duidelijk, dat verschillende andere uitvoeringsvormen van de keten-' 20 trap 25 van de bitverliescompensatorschakeling een ingangssignaal direct kunnen ontvangen, zoals weergegeven in fig.9, of via een schakelaar, zoals weergegeven in de fig.8, 10 en 11. Ook is het duidelijk, dat in de uitvoeringsvormen van de fig.8 - 11, de zeef-keten 2 kan worden uitgevoerd voor het verschaffen van een gemid-25 delde uitgangssignaalwaarde of een gewogen gemiddelde signaalwaarde overeenkomstig de voorgaande beschrijving met betrekking tot de fig.2 en 5.
Een voorbeeld van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige bitverliescompensatorschakeling, ingericht voor het bewerken 30 van een digitaal NTSC-kleurentelevisiesignaal, gevormd door het be" monsteren van het signaal met een bemonsteringsfrequentie die een geheel aantal veelvouden is van de kleurhulpdraaggolfsignaalfrequen-tie, is afgebeeld in fig.12. In deze uitvoeringsvorm wordt een bemonsteringsfrequentie van viermaal de kleurhulpdraaggolffrequentie 35 gebruikt. Zoals op dit gebied algemeen bekend, heeft het bemonste- 80 05 8 7 8 - 52 - ren van een NTSC-kleurentelevisiesignaal met een frequentie, die gelijk is aan een geheel aantal veelvouden van de kleurhülpdraag-golfsignaalfrequentie, het verkrijgen tot gevolg van monsters, die overeenkomen met plaatsen van verticaal in lijn liggende beeld-5 elementen. Een NTSC-kleurenhulpdraaggolfsignaal heeft echter een tegengestelde fase op opeenvolgende horizontale lijnen en een gelijke fase op elke tweede lijn. Dientengevolge kan voor het bereiken van een bitverliescompensatorsignaal met de juiste fase een afgescheiden NTSC-chrominantlecomponent op opeenvolgende lijnen 10 eenvoudig worden geïnverteerd, zoals op dit gebied algemeen bekend.
Voor het vergemakkelijken van een vergelijking met de hitrvoor beschreven uitvoeringsvormen van de fig.8 - 11, zijn overeenkomstige ketenelementen in de uitvoeringsvorm van fig.12 aangegeven door overeenkomstige verwijzingscijfers. Teneinde onnodige herhaling te 15 voorkomen, worden alleen de gedeelten van fig.12 beschreven, die verschillen van de hiervoor beschreven ketens van de fig.8 - 11. Zoals hiervoor vermeld, wordt bij de uitvoeringsvorm van fig.12 gebruik gemaakt van een bemonsteringsfrequentie d*e een geheel aantal veelvouden is van de hulpdraaggolffrequentie f^u^, 20 een klóksignaalfrequentie gelijk aan 4 x 3,58 MHz = 14,32 MHz.
In de uitvoeringsvorm van fig.12 kan de zeefketen 2 zijn ontworpen overeenkomstig de uitvoeringsvormen van de fig.2 of 5, zoals hiervoor beschreven.
In de uitvoeringsvorm van fig.12 wordt een NTSC-kleurentele-25 visiesignaal gescheiden in zijn luminantie- en chrominantiecompo- nent aan de uitgang van de zeefketen 2, zoals hiervoor beschreven met betrekking tot fig.8. Bij het vergelijken van de keten van fig. 12 met de keten van fig.8 is te zien, dat de vertragingslijn 4 in de baan van de afgescheiden chrominantiecomponent is vervangen door 30 de fase-inverteerketen 40. Voor het compenseren van de ketenvertra ging van de inverteerketen is een aanvullende vertragingsketen 41 gekoppeld in de baan van het afgescheiden luminantiesignaal. De vertragingsketen 41 verschaft een vertraging die gelijk is aan die, verschaft door de inverteerketen 40. Dezelfde mate van vertraging 35 in zowel de baan van het afgescheiden luminantiesignaal als de baan 8005878 * - 53 - van het afgescheiden chrominantiesignaal is dus verschaft ter voorbereiding van het daaropvolgende samenvoegen van de afgescheiden signalen in de optelketen 5. Dientengevolge verschaft de vertraging 6 van een lijn een vertraging, die gelijk is aan een horizon-5 taal lijninterval min de samengevoegde ketenvertragingen van de zeefketen 2, de vertragingsketen 41 en de optelketen 5. Uit de voorgaande beschrijving volgt, dat zowel de luminantie- als de chrominantiecomponent van de bitverliescompensatorschakeling in fig.12 met een horizontaal lijninterval worden vertraagd.
10 Een voorkeursuitvoeringsvorm van een bepaalde schakeling voor het uitvoeren van de bitverliescompensatorschakelingsuitvoe-ringsvorm, weergegeven in fig.8, is afgebeeld in de fig.13a - h.
Voor het vergemakkelijken van een vergelijking tussen de fig.8 en 13 zijn afzonderlijke ketens in de bepaalde schakeling van de fig.
15 13, overeenkomende met elementen van het blokschema van fig.8, omgeven door onderbroken lijnen en aangeduid door dezelfde verwij-zingscijfers. Op soortgelijke wijze zijn verbindingslijnen tussen de afzonderlijke ketens van de bepaalde schakeling aangeduid door verwijzingscijfers, die overeenkomen met ingangs-/uitgangsaandui-20 dingen van overeenkomstige blokken van fig.8.
In fig.13a worden opeenvolgende 8-bits evenwijdige digitale woordmonsters S^, S^, S^, enz., van het digitale kleurentelevisie-signaal ontvangen aan de ingang 10 van de bitverliescompensator-schakeling door twee gegevenskies/multiplexeerketens U42 en U51 25 van de schakelaar 1. Deze multiplexeerketens ontvangen ook gege vens aan de ingang 24 van de vertragingslijn 6, weergegeven in de fig.13g en 13h. Een regelsignaal wordt ontvangen aan de ingang 12 door de multiplexeerketens van een gebruikelijke bitverliesdetec-torketen voor het niveau van de R.F.-omhullende kromme (niet weer-30 gegeven), zoals hiervoor vermeld. Tijdens normaal bedrijf leggen de multiplexeerketens de ingangsgegevens van de ingang 10 aan de uitgang 14. Wanneer het regelsignaal bij 12 wordt ontvangen, schakelen de multiplexeerketens van de ingang 10 naar de ingang 24.
De gegevens van 14 worden gevoerd naar de uitgang 15 van de bitver-35 liescompensatorschakeling, en worden ook geleverd aan de ingangen 8005878 - 54 - ' 18 van de drie overbrengingsbanen door de zeefketen 2, die zich be vindt in de fig.l3a , 13b en 13c. Een zeefketenuitvoeringsvorm van de in fig.2 weergegeven soort, wordt toegepast. De gegevens van 14 worden gelegd aan het eerste register 50 van de zeefketen, bestaan-5 de uit de flip-flopketens U66 en U9, die het eerste monster ver tragen met een kloksignaalperiode teneinde zijn juiste tijdsturing te verzekeren voor optelling bij het tweede monster dat een kloksignaal later wordt ontvangen. De monsters en S2 worden gekoppeld voor optelling in het telwerk 51, gevormd door twee vier-10 bits binaire telwerken U75 en U83, weergegeven in fig.l3b, waarbij de som + S2 wordt gekoppeld met het register 52, bestaande uit de flip-flopketens U57 en Ü50, die de vertraging met een kloksignaal verschaffen ter voorbereiding voor het optellen bij het daaropvolgend ontvangen monster S^. Dit laatste optellen wordt uitgevoerd 15 door het telwerk 53, gevormd door twee vier-bits binaire telwerken U58, U67, waarbij een uitgangssignaal daarvan de som S = * S2 + S vertegenwoordigt. Het opgetelde signaal S wordt gekoppeld met
O
het register 54, gevormd door de flip-flopketens U49, U50 om de juiste tijdsturing te verzekeren voor het verder bewerken. In deze 20 bepaalde uitvoeringsvorm wordt een gemiddelde monsterwaarde verkre gen door het delen van het signaal S door 3. Het delen door 3 wordt uitgevoerd met een nauwkeurigheid van 0,13% door een benaderingsbe-rekening: 1 = 2 + 1 + —1 + JL_ (10) 3 4 16 64 256 25 Voor de bepaalde toepassing van het middelen van monsters in de hiervoor beschreven voorkeursuitvoeringsvorm, wordt de bena-deringsberekening van de vergelijking (10) in twee stappen als volgt uitgevoerd: ps -! * if tn) 30 § “ PS * if .(12)
De stappen (11) en (12) worden uitgevoerd door de deler 57 van de zeefketen 2, weergegeven in fig.l3c, zoals hierna beschreven.
De 4-bits binaire telwerken U39, U48 van fig.l3c ontvangen 35 het signaal S aan twee stellen ingangen. Aan één van de ingangen, 80 0 5 8 7 8 ·* - 55 - zijn de lijnen gekoppeld met het telwerk op een gebruikelijke wijze voor het in bit verschuiven van het signaal S over twee bitposities
S S
teneihde.·^· te worden. Het telwerk verschaft een som van ES + ^3.
Aan de uitgang van het telwerk'wordt het opgetelde signaal op gebruikelijke wijze nog een bitpositie verschoven voor het verkrijgen 2 5 van een uitgangssignaal, overeenkomende met CS + -^-)/2. Dit laatste uitgangssignaal vertegenwoordigttweemaal de gedeeltelijke som PS bepaald in de vergelijking (11). Het signaal 2PS wordt gelegd aan de flip-flopketens U40, U14, die op het ritme van de klok worden gestuurd voor het leveren van een signaal 2PS aan twee stellen in-1Q gangen van de 4-bits binaire telwerken U32 βη„ΙΙ33. Aan een van de ingangen zijn de lijnen op gebruikelijke wijze gekoppeld met de telwerken voor het in bit verschuiven van het signaal 2PS over vier bitposities voor het verkrijgen van 2PS/16. Aan de uitgang van de telwerken wordt het opgetelde signaal op gebruikelijke wijze nog 15 een bitpositie verschoven voor het verschaffen van een uitgangssig-
2PS
naai, dat overeenkomt met 2PS + —γτ)/2. Dit uitgangssignaal verte- S lb genwoordigt -r· van de benaderingsberekening, aangegeven door de ver-
b S
gelijking (12). Het verkregen signaal ^ komt overeen met het hiervoor beschreven gemiddelde waarde-uitgangssignaal van de zeefketen 20 van fig.2 aan de uitgang VII van de deler 57. Voor een betere ver gelijking met fig.2 zijn overeenkomstige registers en telwerken in de fig.l3a en 13b en de deler in fig.l3c van de zeefketen 2 resp. door dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Het uitgangssignaal van de deler 57 in fig.l3c vertegenwoordigt dus het kleurentelevisie-25 signaal zonder chrominantiecomponent, d.w.z. de afgescheiden lumi- nantiecomponent, zoals hiervoor is beschreven aan de hand van fig.8.
3
Het signaal -r wordt gelegd aan de flip-flopketens U31 en U22, die J 5 zowel een uitgangssignaal leveren, gelegd aan de ingang 22 van
het telwerk 5, weergegeven in fig.lSf, als een geïnverteerd uit-S
30 gangssignaal gelegd aan de ingang 17 van de differen.tiêrings- keten 3, weergegeven in fig.l3d.
De differentiëringsketen 3 bevat 4-bits binaire telwerken
S
U30, U21, die het signaal - aan een stel ingangen 17 ontvangen.
Zoals is weergegeven in fig.l3a, worden de kleurentelevisiegegevens o η η E q 7 q - 56 - ontvangen door de schakelaar 1, gelegd aan de vertragingslijn 7, die de flip-flopketens U8, U65, U56 en U47 omvat, die op het ritme van de klok worden gestuurd door het kloksignaal op de lijn 26 voor het verschaffen van een vaste vooraf bepaalde vertraging van het 5 ontvangen signaal voor het compenseren van een bekende mate van ver traging, verschaft door de Z8efketen 2, afgebeeld in de fig.l3a-c.
De uitgangsgegevens, aangeduid door V, van de vertragingslijn 7 worden gelegd aan een tweede stel ingangen 16 van de telwerken U30, U21 van de differentiëringsketen 3, weergegeven in fig.l3d. Deze 3 10 telwerken verschaffen een uitgangssignaal CV - -^0, dat de afgeschei den chrominantiecomponent vertegenwoordigt van het kleurentelevisie-signaal, zoals hiervoor beschreven aan de hand van de uitvoeringsvorm van fig.8. De verkregen chrominantiecomponent wordt via de op het ritme van de klok gestuurde flip-flopketens U29, U3 en de uit-15 gang 20 van de keten 3 gevoerd naar de vertragingslijn 4, weergege ven in fig.l3e.
De vertragingslijn 4 omvat acht gelijke 4 x 256 bits vrij toegankelijke geheugens, waarvan zes geheugens U26, U17, UI, U27,
Uia en U2 zijn weergegeven. Twee groepen van vier geheugens elk wor-20 den gebruikt voor het ontvangen van bits met resp. een hogere en een lagere orde. De vertragingslijn 4 verschaft een vaste mate van vertraging van de afgescheiden chrominantiecomponent, gelijk aan een horizontale lijnperiode van het kleurentelevisiesignaal min de vertraging in de differentiëringsketen 3, gekoppeld in de baan van het 25 chrominantiesignaal. Het schrijven van gegevens in en het lezen van gegevens uit de geheugens van de vertragingslijn 4 wordt geregeld door regelsignalen OE^' tot OE^. Deze signalen worden verkregen van de geheugenadresgeneratorketen 9, weergegeven in fig.l3d, die hierna gedetailleerder wordt beschreven. In cascade op het ritme van de 30 klok gestuurde flip-flopketens Uil, U3 en U12, U3 en multiplexeer- ketens U20, U4 worden gebruikt voor het verzekeren van de juiste tijdsturing van uitgangsgegevens aan de uitgang 28 van de vertragingslijn 4 voor het bereiken van de voorgaande vertraging.
Voor het tot stand brengen van de hiervoor beschreven veran-35 dering van de vertraging, verschaft door de vertragingslijn 4, zo- 8005878 * - 57 - dat de totale vertraging in de baan van het chrominantiesignaal wordt veranderd tussen 682 en 683 Klokcycli, wordt een regelsignaal WAO gelegd aan de multiplexeerketens U20, U4 voor het schakelen van de uitgang van de multiplexeerketens tussen zijn twee ingangen, 5 resp. geleverd door de flip-flopketens LI11, U3 en U12, U3. Het re gelsignaal WAO is een signaal, dat afwisselt tussen een hoog en een laag logisch niveau op een frequentie die gelijk is aan de helft van de horizontale lijnfrequentie, en wordt opgewekt om synchroon te zijn met het 10,7 MHz kloksignaal en het horizontale synchroni-10 seersignaal van het videosignaal, dat wordt bewerkt door de bitver- liescompensatorschakeling. Gedurende elke cyclus van het regelsignaal WAO bevindt dit zich op een van zijn logische niveaus voor een interval gelijk aan 682 klokcycli en op het andere gedurende een interval van 683 klokcycli. Het schakelen van de uitgang van de 15 multiplexeerketens tussen de ingangen, geleverd door de twee op het ritme van een klok in cascade gestuurde flip-flopketens heeft het in de vertraging 4 brengen of daaruit verwijderen tot gevolg van een vertraging van 1 klokcyclus. Wanneer de uitgang van de multiplexeerketens is gekoppeld met de ingang, geleverd door de flip-20 flopketen U12, U3, is de door de vertragingslijn 4 verschafte ver traging een klokcyclus langer' dan wanneer de uitgang van de multiplexeerketens is gekoppeld voor het ontvangen van gegevens, geleverd door de flip-flopketen Uil, U3. Deze aanvullende een-klokcy-clus van de vertraging is de tijd, nodig voor het overbrengen van 25 gegevens van de uitgang van de flip-flopketen Uil, U3 naar de uit gang van de flip-flopketen U12, U3.
De vertraagde chrominantiecomponent, verschaft aan de uitgang 28 van de vertragingslijn 4 wordt gelegd aan de ingang 21 van het telwerk 5, weergegeven in fig.l3f. Zoals weergegeven in fig.13f, 30 worden de gegevens van de ingang 21 gelegd aan een eerste stel in-
S
gangen van vier bits binaire telwerken U37, U13. De gegevens van de ingang 22, die de afgescheiden luminantiecomponent vertegenwoordigen, worden gelegd aan een tweede stel ingangen van de telwerken via op het ritme van de klok gestuurde flip-flopketens U38, U14 35 teneinde een juiste tijdsturing te verschaffen voor het optellen.
8005878 - 50 -
De uitgangsgegevens van deze telwerken vertegenwoordigen een samengesteld kleurentelevisiesignaal, waarin de chrominantiecomponent met ongeveer een horizontale lijnperiode van het televisiesignaal is vertraagd,'waarbij de luminantiecomponent in hoofdzaak onver-5 traagd is met uitzondering van de betreffende ketenvertragingen, zoals hiervoor vermeld.
Teneinde terugkoppeling te voorkomen in hèt uitgangssignaal vanaf de telwerken U37, 1)13, wordt een overloop- en onderloopscha-kelketen gebruikt in de keten van fig.l3f, zoals volgt. Het signi-10 ficantste bit aan de ingang van het telwerk U37 wordt via de in- verteerketen-I^ gelegd aan de ingang van de EN-poort A^. De andere ingang van wordt gevormd door de "draag"-uitgang bij de pen 9 van het telwerk U37. De uitgang van A^ wordt gelegd aan een ingang van OF-poorten 0^ r 0g. De andere ingangen van de OF-poorten ont-. 15 vangen het uitgangssignaal van de telwerken U37, U13. Het uitgangs signaal van de OF-poorten 0. - 0. wordt gelegd aan de multiplexeer-ketens U39, U46. Wanneer een overloop optreedt, activeert de EN-poort A^ de OF-poorten teneinde de multiplexeerketens U39, U46 te dwingen eèn signaal met een hoog logisch niveau te plaatsen op al 20 zijn uitgangslijnen 23 bij het op het ritme van de klok sturen door het kloksignaal. Voor onderlopen, wordt de "draag"-uitgang van de pen. 9 van het telwerk U37 via de inverteerketen I2 ook gelegd aan een ingang van een inverterende EN-poort N^, die aan zijn andere ingang tevens het significantste bit ontvangt, gelegd aan de in-25 gang van het telwerk U37. De uitgang van wordt gelegd aan een regelingang van de multiplexeerketens U39, U46. Wanneer een onder-looptoestand optreedt, die wordt vertegenwoordigd door een gelijktijdigheid van omstandigheden aan de pennen 9 en 11 van het telwerk U37, gaat de uitgang van de inverterende EN-poort naar een laag 30 logisch niveau, en dwingt het de multiplexeerketens U39, U46 een signaal met een laag logisch niveau te plaatsen op al zijn uitgangslijnen 23.
Zoals op dit gebied bekend, heeft de NTSC-chrominantiehulp-draaggolfcomponent een tegengestelde fase aan het begin van elke 35 opeenvolgende televisielijn , en heeft het dientengevolge dezelfde 80 058 7 8 - 59 - fase aan het begin van elke tweede lijn. Het is op dit gebied eveneens bekend, dat het voor het verkrijgen van een bitverliescompen-satiesignaal nodig is zowel de luminantie- als de chrominantiecomponent met een horizontale lijnperiode te vertragen. Teneinde 5 echter een juist faseverband van lijn tot lijn te verkrijgen van de chrominantiecomponent in de uitvoeringsvorm van de fig.l3a - h, wordt deze component met twee horizontale lijnperioden vertraagd, zoals blijkt uit de volgende beschrijving.
Het signaal aan de uitgang 23 van de multiplexeerkegens U39, IQ U46 in fig.l3f, vertegenwoordigt een NTSC-kleurentelevisiesignaal waarvan de chrominantiecomponent in hoofdzaak,met een horizontale lijnperiade is vertraagd, en waarvan de luminantiecomponent in hoofdzaak onvertraagd is. Het samengevoegde samengestelde televisiesignaal van de uitgang 23 wordt gelegd aan de tweede vertra-15 gingslijn 6, weergegeven in de fig.l3g en 13h, De vertragingslijn 6 omvat acht gelijke 4 x 256 bits vrij toegankelijke geheugens, waarvan zes geheugens U79, U70, U52, U60, U71 en U53 zijn weergegeven. Twee groepen van vier geheugens elk worden gebruikt voor het ontvangen van respectieve bits met een hogere en een lagere orde.
2Q De vertragingslijn 6 vertraagt het samengestelde kleurentelevisie- signaal over een tijdvak, dat is aangepast aan afwisselende horizontale lijnen met een kloksignaalcyclus, zodat een vertraging van 6Ö2 of 683 kloksignaalcycli min de betreffende ketenvertragingen in de luminantiesignaalbaan wordt verschaft door de zeefketen 2 en 25 het telwerk 5.
Verandering van de lengte van de. vertraging, verschaft door de vertragingslijn 6, wordt tot stand gebracht door de multiplexeer-ketens U82, U73 en de op het ritme van de klok gestuurde flip-flop-ketens U81, U74, weergegeven in fig.l3h. Deze multiplexeerketens 30 en flip-flopketens werken op dezelfde wijze samen als de overeen komstige organen, hiervoor beschreven aan de hand van de. vertragingslijn 4, afgebeeld in fig.l3f, voor het afwisselend brengen in en verwijderen uit de signaalbaan van de vertragingslijn 6 van de flip-flopketens. Evenals in het geval van de vertragingslijn 4 35 wordt de uitgang van de multiplexeerketens U82, U73 afwisselend ge schakeld tussen zijn ingangen door het hiervoor beschreven regel- - 60 - signaal WAO. De vertragingslijnen 4 en 6 worden synchroon op het ritme van de klok gestuurd, zodat elke lijn dezelfde vertragings-lengte verschaft op het zelfde moment. Dientengevolge gaat de afgescheiden chrominantiecomponent door de vertragingslijn 4, terwijl 5 de vertragingslijnen 4 en 6 elk een eerste vertraging verschaffen,.
die overeenkomt met een totale vertraging van b.v. 682 kloksignaal-cycli. Dezelfde chrominantiecomponent (thans samengevoegd met de luminantiecomponent) gaat echter door de volgende vertragingslijn 6 nadat de multiplexeerketens van de vertragingslijnen zodanig 10 zijn geschakeld, dat een vertraging, overeenkomende met een totale vertraging van 683 kloksignaalcycli, is verschaft. De chrominantiecomponent ondergaat dus een totale vertraging van twee lijnen en een gemiddelde vertraging van 682,5 kloksignaalcycli met betrekking tot de luminantiecomponent. De luminantiecomponent ondergaat 15 een totale vertraging van in hoofdzaak een lijn. De verandering van de vertraging, verschaft door de vertragingslijn 6 met een klokcyclus van het 10,7 MHz kloksignaal, voert geen belangrijke luminantieverstoringen in het weergegeven beeld, dat een in de plaats gesteld, bitverliescompensatiegedeelte bevat.
20 Zoals uit de voorgaande beschrijving duidelijk is, brengen de samengevoegde vertragingen, resp. verschaft door de zeefketen 2, het telwerk 5 en de vertragingslijn 6, een luminantiesignaalver-traging tot stand, die overeenkomt met ongeveer een horizontale lijnperiode. Op soortgelijke wijze brengen de samengevoegde ver-25 tragingen, resp. verschaft door de vertragingslijn 7, de differen- tieringsketen 3, de vertragingslijnen 4 en 6 en het telwerk 5 een . chrominantiesignaalvertraging tot stand, die overeenkomt met twee horizontale lijnperioden. Zoals weergegeven in fig.l3h worden de uitgangsgegevens van de vertragingslijn 6 gelegd aan de ingang 30 24 van de schakelaar 1, weergegeven in fig,13a. Zoals hiervoor is beschreven met betrekking tot fig.8, vertegenwoordigen deze laatste gegevens een kleurentelevisie-bitverliescompensatiesignaal, waarin de luminantiecomponent is vertraagd met een periode van een horizontale lijn, en de chrominantiecomponent door twee hori-35 zontale lijnperioden.
8005878 > - 81 -
De fig.!3f en 13d tonen bijbehorende ketenschema's van ge-heugenadresgeneratorketens 8 en 9, die adressignalen verschaffen op de geheugenadreslijnen - A^ en A’Q - A'y, én openende regel-signalen schrijven in en lezen uit de geheugenschrijf/leeslijnen 5 QE,j tot QE^ en WE^ tot WE^ , die zijn gekoppeld voor het regelen van de gegevensstroming door de betreffende vertragingslijnen 6 en 4. In fig.!3d zijn tellers U19, U28 en U36 gekoppeld voor het tellen van klokcycli, overeenkomende met de feit8lijks vertraging, verschaft door de vertragingslijn. 4, gekoppeld in de chrominantie-10 signaalbaan, zoals hiervoor beschreven met betrekking tot de fig.
8 en 13a - h. De binaire uitgang van de teller U36 is gekoppeld met een 2-bits binaire decodeerketen U44, die het 2-bits binaire ingangssignaal decodeert in een bijbehorend 4-lijns uitgangssignaal. Het 4-bitssignaal wordt gelegd aan een D-flip-flopketen U35, die 15 op zijn beurt een 4-bits regelsignaal verschaft op de lijnen OE^ tot 0Ε'4· Elk bit van het laatste signaal wordt gebruikt als een geheugenschrijf- en geheugenleessignaal voor het regelen van de betreffende lees- en schrijfcycli van de reeds genoemde vrij toegankelijke geheugens U26, U17, UI, U27, U18 en U2 van de vertra-20 gingslijn 4 in fig.13e. De geheugenschrijfregelsignalen worden ge koppeld met de pen 20 en de geheugenleessignalen met de pen 18 van elk geheugen.
In fig.l3f zijn de tellers U72, U63 en U54 gekoppeld voor het tellen van klokcycli, overeenkomende met de feitelijke vertra-25 ging, verschaft door de vertragingslijn 6, gekoppeld in de samenge voegde bitverliescompensatiesignaalbaan, zoals hiervoor beschreven met betrekking tot de hiervoor aangeduide figuren. Het ketenontwerp van de geheugenadresgeneratorketen 8 van fig.l3f is soortgelijk aan die van de geheugenadresgeneratorketen 9 van fig.l3d. Dienten-30 gevolge is het 4-bits geheugenschrijf- en -leesregelsignaal op de lijnen WE^ tot WE^ aan de uitgang van de D-flip-flopketen U43 in fig.l3f, gelijk aan het hiervoor beschreven regelsignaal 0E| tot OE^ van fig.l3d, en wordt het gebruikt voor het regelen van de schrijf- en leescycli van de vrij toegankelijke geheugens U79, U70, 35 U52, U80, U71, toegepast in de vertragingslijn 6 van fig.l3g. De 8005878 * * - 62 - schema’s van ds fig.l3f en 13d tonen de geheugenadresgeneratorke-tens Θ en 9 voldoende gedetailleerd, zodat dus een verdere beschrijving daarvan niet nodig is.
^oals voor deskundigen op dit gebied duidelijk is, kunnen 5 andere uitvoeringsvormen, soortgelijk aan de beschreven gedetail leerde ketenschema’s van de fig.l3a - h, alsmede andere ketenelementen in deze uitvoeringsvormen, worden gebruikt voor het verkrijgen van de beschreven werking van de bitverliescompensatorschakeling overeenkomstig de onderhavige werkwijze. De differentiëringsketen 10 3 kan dus worden uitgevoerd als een aftrekketen, waaraan betreffen de signalen van dezelfde polariteit worden gelegd, zoals op dit gebied bekend. Op soortgelijke wijze kunnen bekende andere keten-elementen in de optelketen 5 worden gebruikt voor het 'verkrijgen van de samenvoeging van de chrominantie- en luminantiecomponenten.
15 Als een ander verschillend middel voor het verkrijgen van de vertra ging in de vertragingslijnen 4 en 6 kunnen schuifregisters worden gebruikt in plaats van de vrij toegankelijke geheugens. Voor het verkrijgen van een deling door 3 van de monsters in de zeefketen 2, kunnen ook dode geheugens worden gebruikt in plaats van de beschre-20 ven ketenelementen voor het uitvoeren van de benaderingsberekening van de vergelijking CIO].
In het voorgaande zijn voorbeelden beschreven van voorkeursuitvoeringsvormen vatbitverliescompensatorschakelingen voor het compenseren van NTSC-kleurentelevisiesignalen. Zoals voor deskundigen 25 op dit gebied duidelijk is, kunnen de verschillende uitvoeringsvor men worden aangepast voor het compenseren van bitverlies van andere kleurentelevisiestelsels, zoals PAL, PAL-M, enz. Het gedetailleerde ketenschema b.v., zoals weergegeven in de fig.l3a - h, kan worden gebruikt voor PAL-stelsels met uitzondering van cb betreffende 30 geheugenadresgeneratorketens 9 en Θ voor het regelen van de betref fende vertragingslijnen 4 en 6. Dit laatste verschil in de ketenschema’s is nodig als gevolg van het verschil in het verband van de chrominantiehulpdraaggolfsignaalfrequentie met de horizontale lijnfrequentie in NTSC- en PAL-stelsels. Voor PAL-kleurentelevisie-35 signalen is een driemalige chrominantiehulpdraaggolfkloksignaalfre- 8005878 4 - 63 - quentie nodig van 13,29 MHz in tegenstelling tot 10,7 MHz voor NTSC-signalen. Omdat de horizontale lijnfrequentie van PAL- en NTSC-signalen met minder dan 1% verschilt, heeft de hogere bemon-steringsfrequentie in PAL een groter aantal Klokcycli tot gevolg 5 per horizontale lijnperiode. Dientengevolge moeten voor PAL-signa- len, de voornoemde Ketens 4, 6, 8 en 9 van de fig.l3a - h worden aangepast voor het bewerken van het grotere aantal Klokcycli per lijn voor het verschaffen van in hoofdzaak dezelfde mate van vaste vertraging als verschaft voor NTSC-signalen. Verder worden de 10 kloksignalen van 10,7 MHz en 10,7 MHZ in de fig.l3a - h vervangen door resp. 13,3 Iftz en Ï3,3 MHz. Soortgelijke veranderingen moeten worden aangebracht in de ketenelementen van de betreffende uitvoeringsvormen van de fig.9 - 12 indien deze moeten worden ingericht voor het bewerken van PAL- of andere televisiesignalen. Bovendien IS kan een bemonsteringsfrequentie, die een even aantal veelvouden is van de PAL (of ander televisiesignaal] kleurenhulpdraaggolffrequen-tie, worden toegepast. De fig.14 en 15 tonen blokschema's van een PAL-bitverliescompensatorschakeling, waarbij het PAL-televisiesig-naal wordt bemonsterd met een frequentie die gelijk is aan vier-20 maal de PAL-kleurhulpdraaggolffrequentie, d.w.z. 17,72 MHz, en wordt een zeefketen 2 gebruikt, die is ingericht voor het bewerken van dergelijke monsters, zoals een zeefketen van de in fig.6 weergegeven soort. Omdat de uitvoeringsvormen van de fig.14 en 15 soortgelijk zijn aan die, afgebeeld in de fig.8 - 12, worden overeenkom-25 stige ketenelementen in de verschillende uitvoeringsvormen aange duid door overeenkomstige verwijzingscijfers, en worden alleen de g edeelten van de fig.14 en 15 beschreven, die verschillen ten opzichte van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen.
De uitvoeringsvorm van fig.14 is bruikbaar voor het compen-30 seren van zowel PAL- als PAL-M-kleurentelevisiesignalen. De afge scheiden chrominantiecomponent wordt vertraagd op opeenvolgende lijnen door een eenlijnvertragingsketen 4 en geïnverteerd door een fase-inverteerketen 40, welke twee laatste elementen zijn gekoppeld in de baan van het afgescheiden chrominantiesignaal. De door 35 de vertragingslijn 4 verschafte vertraging is gelijk aan een hori- 8005878 - 64 - zontale lijnperiode min de samengevoegde Ketenvertragingen in de d ifferentiëringsketen 3 en de fase-inverteerketen 40. 0e eenlijn-vertragingsmiddelen 6 verschaffen een vertraging die gelijk is aan een horizontale lijnperiode min de samengevoegde ketenvertragingen 5 verschaft door de zeefketen 2 en de optelketen 5. In de uitvoerings vorm van fig.14 wordt de luminantiecomponent dus vertraagd met in hoofdzaak een horizontale lijnperiode, en de chrominantiecomponent met twee horizontale lijnperioden.
In de uitvoeringsvorm van fig.15 is een bitverliescompensa-10 torschakeling weergegeven, die geschikt is voor PAL- en PAL-M-stel- " seltoepassingen. De afgescheiden chrominantiecomponent aan de uit gang van de differentiëringsketen 3 wordt in kleur gedecodeerd door de decodeerketen 42 tot in zijn u- en v-kleurcomponenten, zoals algemeen bekend op dit gebied. Indien b.v. de bemonstering van het 15 kleurentelevisiesignaal precies langs de kleurhulpdraaggolfcompo- nentas wordt gedaan, vertegenwoordigen afwisselende opeenvolgende monsters de betreffende u- en v-componenten. Dit laatste volgt uit het algemeen bekende kenmerk van PAL- en PAL-M-signalen, dat de u- en v-componentsn in kwadratuur worden gemoduleerd op de hulp-20 draaggolf en dus te allen tijde een faseverschil van precies 90° hebben. Wanneer de bemonsteringsfrequentie gelijk is aan viermaal de kleurhulpdraaggolfsignaalfrequentie, en het bemonsteringssignaal . in fase is met het kleurhulpdraaggolfsignaal, kan dientengevolge de decodeerketen 42 worden uitgevoerd als een eenvoudige poort voor 25 het scheiden van afwisselende opeenvolgende monsters, die resp.
betrekking hebben op de u- en v-componenten. De hiervoor aangegeven decodeertechniek is algemeen bekend in de PAL- en PAL-M-stel-sels. De afgescheiden v-component wordt dan geïnverteerd door een fase-inverteerketen 44. De afgescheiden u-component en de geïnver-30 teerde v-component worden samengevoegd in het telwerk 45 door b.v.
het eenvoudig optellen van de twee componenten u en C-v). Voor het compenseren van de ketenvertraging van de inverteerketen 44, wordt een vertragingsketen 43 gebruikt in de baan van het afgescheiden u-signaal, gekoppeld tussen de uitgang van de decodeer-35 keten 42 en het telwerk 45, voor het verkrijgen van dezelfde mate 8005878 < - 65 - van vertraging van de u- en v-componenten ter voorbereiding van het daaropvolgend optellen in het telwerk 45. Op soortgelijke wijze heeft de vertragingsketen 41, gekoppeld in de baan van het afgescheiden luminantiesignaal, tussen de uitgang van de zeefketen 2 5 en de ingang van het telwerk 5 een vertraging die gelijk is aan de samengevoegde ketenvertragingen van de elementen 3, 42, 43 en 45 in de baan van het afgescheiden chrominantiesignaal voor het verschaffen van nauwkeurig dezelfde mate van vertraging in de banen van de afgescheiden chrominantie- en luminantiesignalen ter voorbe-10 reiding van het daaropvolgend optellen van deze componenten in het telwerk 5.
Uit de voorgaande beschrijving volgt, dat beide chrominantie- en luminantiesignaalcomponenten met een horizontale lijnperiode worden vertraagd in de keten van fig.15, 15 0e verspringing met een vierde cyclus van lijn tot lijn als gevolg van de 90° faseverschuiving, die optreedt in de PAL-hulp-draaggolfcomponent gedurende opeenvolgende televisielijnen, wordt gekozen aangepast in de onderhavige PAL-bitverliescompensatorscha-kelingen wanneer een voorgaande lijn van het televisiesignaal in 20 de plaats wordt gesteld van een daaropvolgende gebrekkige lijn van het televisiesignaal. Dit wordt bereikt door het leggen van een passend aantal kloksignalen aan de betreffende vertragingslijnen 4 en 6 van de verschillende uitvoeringsvormen, en het dienovereenkomstig verschuiven van het begin van elke opeenvolgende lijn voor 25 het compenseren van deze verschuiving.
Voor het verduidelijken hiervan tonen de fig.lSa en 16b gedetailleerde ketenschema’s van betreffende geheugenadresgenerator-ketens voor toepassing in de bitverliescompensatorschakeling van de fig.l3a - h, zoals aangepast voor PAL-kleurentelevisiesignalen.
30 neer in het bijzonder vervangt de PAL-geheugenadresgeneratorketen 109, weergegeven in fig.l6a, de NTSC-geheugenadresgeneratorketen .9 van fig.l3d, en vervangt de PAL-keten 100, weergegeven in fig.l6b, de NTSC-adresgeneratorketen 8 van fig.l3f.
In fig.l6a wordt een eerste signaal met een frequentie 35 fh/4* d.w.z. 1/4 van de PAL-horizontale synchroonfrequentie van 8005878 - 66 - 15,625 KHz, ontvangen door een flip-flopketen U221. Een tweede signaal C2 met een frequentie van f^, d.w.z. helft van de PAL-horizontale synchroonfrequentie, wordt ontvangen door een f lip-flopKeten Ü223. Beide signalen en worden in frequentie en 5 fase gegrendeld met het uit een genormaliseerde PAL-reeks van vier horizontale lijnen bestaande televisiesignaal, ontvangen aan de aansluiting 10 in fig.l3a, waarbij zij kunnen worden verkregen van een gebruikelijke PAL-synchroonbewerkingsketen (niet weergegeven], □eze signalen worden op het ritme van de klok gevoerd door de flip-10 flopkstens U-221 en Ü223 voor ruisongevoeligheid. Het f^^-uit gangssignaal van de flip-flopketen U221 wordt via de inverteerketen U222 toegevoerd aan de twee flip-flopketBns U224 en U225. Deze flip-flopketens ontvangen elk een f^^-signaal van de flip-flopketen U223, die op zijn beurt op het ritme van de klok wordt ge-15 stuurd door een kloksignaal van 13,3 MHz. De frequentie van het kloksignaal komt overeen met driemaal de PAL-kleurhulpdraaggolf-signaalfrequentie van 4,43 MHz. De flip-flopketens U224 en U225 delen beide de frequentie van de signalen aan hun betreffende ingangen door 2. De betreffende uitgangssignalen van de flip-flop-20 ketens U224 en U225 hebben dus een frequentie f^4 en zijn in fase aan elkaar gegrendeld door de hiervoor beschreven werking van de ketenelementen.
Een schrijfimpuls f, met een H-frequentie, wordt ontvangen Π door een door één trekkerimpuls gestuurde multivibrator U226, die 25 werkzaam is als een impulsstrekker. De schrijfimpuls wordt gemodu leerd door de algemeen bekende PAL-H/4-horlzontale lijnenreeks, en wordt opgewekt door de genoemde gebruikelijke PAL-synchroonbe-werkingsketen teneinde in frequentie en fase te zijn gegrendeld met de signalen en C^. De gestrekte schrijfimpuls wordt ontvan-30 gen door een teller U227, die eveneens het f^-signaal ontvangt van de flip-flopketen U224 en het kloksignaal van 13,3 MHz. De gestrekte schrijfimpuls, aangeduid als "tellerterugstelling" wordt gebruikt voor het terugstellen van de teller U227 aan het begin van elke horizontale lijn.
35 Geheugenadrestellers U229, U23Q, U231 en U235 zijn gekoppeld 80 0 5 8 7 8 i - 67 - voor het tellen van Q - 768 klokcycli met de kloksignaalfrequentie van 13,3 MHz op een algemeen bekende wij2e voor het tot stand brengen van het opwekken van geheugenadressignalen A'Q - A’7 en schrijf- en leessteunende signalen OE^ tot OE^ voor gebruik bij 5 het regelen van de vrij toegankelijke geheugens van de vertragings- lijn 4, weergegeven in fig.l3e. Een twee-bij-vier-decodeerketen U236 en daaropvolgende op het ritme van de klok gestuurde grendel-ketens U237, U238 spreken aan op de tellers voor het verschaffen van de adressignalen en de schrijf- en leessteunende signalen op 10 de hiervoor beschreven wijze voor de overeenkomstige organen, ver vat in de geheugenadresgeneratorketen 9, afgebeeld in fig.l3d.
Oe genoemde 1/4 hulpdraaggolfcyclusaanpassing van lijn tot lijn wordt tot stand gebracht door de teller U227. Het uitgangssignaal van de teller U227 wordt via de inverteerketen U22S gekoppeld met 15 de tellers U229, U230 en 1)231, en via nog een flip-flopketen U233 met de teller U235. Het uitgangssignaal van de teller U227 wordt gebruikt voor het starten van de geheugenadrestellers aan het begin van elke horizontale lijn. Modulatie van het uitgangssignaal van de taller U227 door het f^^-signaal van de flip-flopketen U224 brengt 20 het verschuiven tot stand van het begin van elke opeenvolgende horizontale lijn voor het verkrijgen van de gewenste verspringing met een 1/4 van de hulpdraaggolfcyclus op opeenvolgende horizonta-ée lijnen. De voornoemde 768 klokcycli komen overeen met de eenlijn-vertraging, verschaft door de vertragingslijn 4 in de baan van het 25 chrominantiesignaal, zoals gedetailleerd is beschreven met betrek king tot het blokschema van fig.8, en de gedetailleerde schema's van de fig.l3a - h.
Zoals wordt getoond door de tekening, is de geheugenadresgeneratorketen 108 van fig.l6b soortgelijk aan de hiervoor beschre-30 ven keten 109 van fig.l6a. Beide impulsen, t.w. de f^^-uitgangs- impuls van de flip-flopketen U225 en de tellerterugstelimpuls van U226 worden gelegd aan de teller U227a van de keten 108. Zoals duidelijk is uit een vergelijking van de ketens van de fig.l6a en 16b, is de werking van de teller U227a van fig.l6b soortgelijk aan 35 de hiervoor beschreven werking van de teller U227 van fig.l6a. Dien- 8005878 - 68 - tengevolge is de Keten 108 werkzaam op een soortgelijke wijze als de hiervoor beschreven keten 109. De feitelijke telling echter, verschaft door de geheugenadrestellers van fig.lSb, en via de ge-heugenadreslijnen AQ - overgebracht naar de vrij toegankelijke 5 geheugens van de vertragingslijn 6, weergegeven in fig,13g, ver schilt van de telling, verschaft door de keten 109. Dit verschil wordt tot stand gebracht met betrekking tot de andere lengte van de eenlijnvertraging 6 in de weer samengevoegde luminantie- en chrominantiesignaalbaan, zoals hiervoor is beschreven met betrek-10 king tot de fig.8 en 13a - h. De ondergeschikte verschillen tussen de betreffende ketenschema's van de fig.l6a en 16b weerspiegelen dus de hiervoor aangegeven verschillen.
Een PAL- of PAL-M-chrominantiehulpdraaggolfsignaal heeft een toenemende faseverschuiving van 90° op opeenvolgende lijnen, 15 en heeft een tegengestelde fase op elke tweede lijn. Dientengevol ge heeft een PAL- of PAL-M-signaal op elke vierde lijn een gelijke fase. Voor het bereiken van een juiste fase van het bitverliescom-pensatiesignaal voor PAL- of PAL-M-signalen, kan de afgescheiden chrominantiecomponent met een horizontale lijnperiode worden ver-20 traagd en op opeenvolgende lijnen worden geïnverteerd of kan de afgescheiden chrominantiecomponent in plaats daarvan worden gedecodeerd in u- en v-companenten, waarbij de v-component vervolgens wordt geïnverteerd op opeenvolgende lijnen voor het bereiken van een verticaal uitlijnen van monsters van het bitverliescompensatie-25 signaal.
Met betrekking tot de verschillen van de verschillende uitvoeringsvormen is het duidelijk, dat in plaats van het koppelen van de ingang van de bitverliescompensatorschakeling 25 met de uitgang 14 van de schakelaar 1, zoals weergegeven in de fig.12, 14 30 en 15, deze kan worden gekoppeld met de ingang 11 van de schake laar 1 op soortgelijke wijze als weergegeven in fig.9. Vérder wordt in de in de fig.12, 14 en 15 weergegeven uitvoeringsvormen een be-monsteringsfrequentie gebruikt, die gelijk is aan viermaal de kleur-hulpdraaggolffrequentie. Derhalve is het van voordeel de uitvoe-35 ringsvorm van de in fig.2 weergegeven zeefketen 2 te gebruiken. Dit 80 05 8 7 8 ï - 69 - voordeel volgt uit het feit, dat de zeefKeten van fig.2 een gewagen gemiddelde monsterwaarde verschaft van het kleurentelevisiesignaal, genomen uit een oneven aantal monsters, waardoor dus faseverschui-ving van de gemiddelde monsters met een halve bemonsteringsperiode 5 met betreKKing tot de oorspronkelijk ontvangen monsters, wordt op geheven, zoals hiervoor gedetailleerd is beschreven. De uitvoeringsvorm van de zeefketen 2, weergegeven in fig.6, die een gemiddelde monsterwaarde verschaft, genomen uit een even aantal opeenvolgende monsters, kan echter even goed worden gebruikt.
10 Hoewel de uitvinding is weergegeven en beschreven met bij zondere verwijzing naar voorkeurs- en andere uitvoeringsvormen daarvan, is het duidelijk, dat veranderingen en wijzigingen in vorm en details kunnen worden aangebracht zonder de strekking en het kader van de uitvinding, zoals bepaald in de conclusies, te verlaten.
8005878
Claims (52)
1. Stelsel voor het verschaffen van bitverliescompensatie van esxdigitaal gecodeerd, samengesteld signaal, dat terugkerende intervallen met soortgelijke informatie-inhoud heeft en een padbdie-ke signaalcomponent bevat met een bekende frequentie, die gelijk is 5 aan een niet geheel doelmatig aantal veelvouden van de frequentie van de terugkerende intervallen, welk periodieke signaal een bekende vooraf bepaalde fase heeft gedurende elk opeenvolgend terugkerend interval en symmetrisch is met betrekking tot een signaalkrui-singsas, waarbij het gecodeerde samengestelde signaal opeenvolgen-10 de digitale vertegenwoordigingen omvat, overeenkomende met afzon derlijke amplitudewaarden daarvan, verschaft met een frequentie die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de periodieke signaalfrequentie en volgens een in frequentie en fase gegrendeld verband daarmee, welke frequentie van het doelmatig aantal veelvou-15 den groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequentie component van het samengestelde signaal, gekenmerkt door een eerste middel, gekoppeld voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen en voor het opeenvolgend verschaffen van een uitgangssignaal met een gemiddelde waarde door 20 het rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een gemiddelde nulwaarde bepalen van de periodieke signaalcomponent, verder door een tweede middel, voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen van het samenge-25 stelde signaal, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ont vangen van het uitgangssignaal van het eerste middel voor het verschaffen van een verschilsignaal, door een derde middel gekoppeld voor het ontvangen van het verschilsignaal en het aanpassen daarvan teneinde een fase te hebben, die overeenkomt met de bekende vooraf 30 bepaalde fase van de periodieke signaalcomponent gedurende het te rugkerende interval, waarvoor de bitverliescompensatie wordt verschaft, door een vierde middel, voorzien van een eerste ingang ge- 80 0 5 8 7 8 * - 71 - Koppeld voor het ontvangen van het in fase aangepaste verschilsig-naal, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van het uitgangssignaal van een eerste middel voor het weer samenvoegen van de ontvangen signalen tot een samengestelde signaalvorm, door 5 een vijfde middel gekoppeld voor het verschaffen van een vertraging van de samengestelde signaalcomponenten gedurende een tijdsduur, die in hoofdzaak gelijk is aan het terugkerende interval van het samengestelde signaal, en door een zesde middel, voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van het samengestelde 10 signaal, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van het vertraagde weer samengevoegde samengestelde signaal, welk zesde middel aanspreekt op een regelsignaal voor het gekozen verschaffen van een samengesteld uitgangssignaal van een van de signalen, gekoppeld met zijn eerste en tweede ingangen.
2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste middel is gekoppeld voor het rekenkundig samenvoegen van een geheel aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een tijdsduur bepalen, die gelijk is aan een geheel aantal cycli van de periodieke signaalcomponent.
3. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste . middel een middel omvat voor het wegen van de opeenvolgende digita le vertegenwoordigingen overeenkomstig gekozen weegcoëfficiënten, en een middel voor het verschaffen van een uitgangssignaal met een gewogen gemiddelde waarde door het rekenkundig samenvoegen van een 25 bepaald aantal van de gewogen opeenvolgende digitale vertegenwoor digingen, die de gemiddelde nulwaarde bepalen.
4. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het samengestelde signaal een kleurentelevisiesignaal is, dat een luminantie-en een chrominantiesignaalcomponent omvat, waarbij de terugkerende 30 intervallen horizontale lijnintervallen zijn, het periodieke sig naal een kleurhulpdraaggolfsignaal is, dat de chrominantiesignaal-component vertegenwoordigt, het kleurentelevisiesignaal wordt gecodeerd in opeenvolgende gegevens, verkregen door het bemonsteren met een kloksignaalfrequentie die gelijk is aan een doelmatig aan-35 tal veelvouden van de hulpdraaggolfsignaalfrequentie onder toepas- - an 0 5 8 7 8 * * - 72 - sing van esn bemonsteringssignaal, dat in frequentie en fase is gegrendeld met het hulpdraaggolfsignaal, waarbij het eerste middel is gekoppeld voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende gegevens met de kloksignaalfrequentie, het gemiddelde waardeuit-5 gangssignaal van het eerste middel een afgescheiden lumlnantie- component vertegenwoordigt, het eerste middel een ketenvertraging verschaft die gelijk is aan een bekend vast aantal kloksignaalcycli, het verschilsignaal, verschaft door het tweede middel, een afgescheiden chrominantiecomponent vertegenwoordigt, een compensatie-10 vertragingsmiddel is gekoppeld tussen een ingang van het eerste middel en de eerste ingang van het tweede middel voor het verschaffen van een vertraging die gelijk is aan die, verschaft door het eerste middel, het derde middel is gekoppeld voor het vertragen van de afgescheiden chrominantiecomponent met een aantal klokcycli, dat 15 in hoofdzaak een horizontale lijnperiode bepaalt van het kleuren- televisiesignaal, het vierde middel is gekoppeld voor het aan zijn eerste ingang ontvangen van de vertraagde chrominantiecomponent en aan zijn tweede ingang van de afgescheiden luminantiecomponent voor het weer samenvoegen van de ontvangen componenten tot een samenge-20 stelde signaalvorm, het vijfde middel aanvullende vertragingsmidde- len omvat, gekoppeld voor het vertragen van zowel de luminantie-als de chrominantiesignaalcomponent van het kleurentelevisiesignaal met een aantal klokcycli, dat een horizontale lijnperiode bepaalt van het kleurentelevisiesignaal min een kètenvertraging verschaft 25 door het eerste middel, en het zesde middel is gekoppeld voor het aan zijn eerste ingang ontvangen van het kleurentelevisiesignaal en aan zijn tweede ingang van het weer samengevoegde kleurentelevisiesignaal, waarvan de luminantiecomponent met een horizontale lijnperiode is vertraagd en de chrominantiecomponent met twee horizonta-30 le lijnperioden is vertraagd ten opzichte van het ontvangen geco deerde kleurentelevisiesignaal.
5. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat althans het tweede of het vierde middel een ketenvertraging verschaft, die gelijk is aan een bekend vast aantal klokcycli, waarbij het derde 35 middel een enkele horizontale lijnvertraging verschaft min de keten- 80 05 8 7 8 < - 73 - vertraging, verschaft door het tweede middel, en het vijfde middel een enkele horizontale lijnvertraging verschaft min de samengevoegde ketenvertragingen, verschaft door het eerste en het vierde middel,
6. Stelsel voor het compenseren van bitverliezen in een digi taal gecodeerd, samengesteld kleurentelevisiesignaal, dat een lu-minantiecomponent en een chrominantiecomponent omvat, welke chromi-nantiecomponent een kleurhulpdraaggolfsignaal bevat met een bekende frequentie, waarbij het gecodeerde kleurentelevisiesignaal opeen-10 volgende gegevens omvat, die overeenkomen met afzonderlijke ampli- tudewaarden daarvan, welke afzonderlijke amplitudewaarden worden verschaft met een kloksignaalfrequentie, die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de hulpdraaggolfsignaalfrequentie, welk doelmatig aantal veelvouden van de frequentie groter is dan twee-15 maal de frequentie van de hoogste frequentiecomponent van het samen gestelde signaal, en het kloksignaal in frequentie en fase is gegrendeld met het hulpdraaggolfsignaal, gekenmerkt door een signaal-middelingsmiddel gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende gegevens met de kloksignaalfrequentie, voor het opslaan van de ge-20 gevens voor een vooraf bepaald aantal kloksignaalcycli en voor het opeenvolgend verschaffen van een gemiddelde waardeuitgangssignaal door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal opeenvolgende gegevens, welke gegevens een gemiddelde nulwaarde bepalen van de hulpdraaggolfsignaalcomponent, welk gemiddelde waardeuitgangssig-25 naai de afgescheiden luminantiecomponent vertegenwoordigt, verder door een signaaldifferentiêringsmiddel, voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende gegevens, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van het uitgangssignaal van het signaalmiddelingsmiddel voor het verschaffen 30 van een verschilsignaal, dat de afgescheiden chrominantiecomponent vertegenwoordigt, door een eerste vertragingsmiddel gekoppeld voor het ontvangen van het verschilsignaal, verschaft door het differentiëringsmiddel, voor het verschaffen van een vertraging, die in hoofdzaak gelijk is aan een horizontale lijnperiode van het kleuren-35 televisiesignaal, door een middel voor het weer samenvoegen van het 8005878 * - 74 - signaal, welk middel is voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van een uitgangssignaal van het eerste vertra-gingsmiddel, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van een uitgangssignaal van het signaalmiddelingsmiddel, voor het 5 samenvoegen van de betreffende ontvangen signalen tot een samenge steld kleurentelevisiesignaal, door een tweede vertragingsmiddel voor het verschaffen van een vertraging van in hoofdzaak een horizontale lijn van zowel de luminantie- als de chrominantiesignaal-component van het kleurentelevisiesignaal, en door een schakelmid-10 del, voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van het kleurentelevisiesignaal, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van het weer samengevoegde en vertraagde kleurentelevisiesignaal, welk schakelmiddel aanspreekt op een regelsig-naal voor het gekozen verschaffen van een uitgangskleurentelevisie-15 signaal uit een van de signalen gekoppeld met resp. zijn eerste en tweede ingangen.
7. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het signaalmiddelingsmiddel een tijdvertraging verschaft, die gelijk is aan een bekend vast aantal klokcycli, waarbij het stelsel verder 20 een derde, vast, compensatievertragingsmiddel omvat gekoppeld tus sen een ingang van het signaalmiddelingsmiddel en de eerste Ingang van het differentiëringsmiddel voor het verschaffen van een vertraging, die gelijk is aan die verschaft door het signaalmiddelingsmiddel.
8. Stelsel volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het differentiëringsmiddel een ketenvertraging verschaft, die gelijk is aan een bekend vast aantal klokcycli, waarbij het eerste vertragingsmiddel een vertraging verschaft, die gelijk is aan een aantal klokcycli, dat een horizontale lijnperiode bepaalt, min de keten-30 vertraging verschaft door het differentiëringsmiddel.
9. Stelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het sig-naalsamenvoegmiddel een ketenvertraging verschaft, die gelijk is aan een bekend vast aantal klokcycli, waarbij het tweede vertragingsmiddel een vertraging verschaft, die gelijk is aan een aantal 8005878 - 75 - klokcycli, dat een horizontale lijnpericde bepaalt, min de samengevoegde ketenvertragingen verschaft door het signaalmiddelingsmid-del en het signaalsamenvoegmiddel.
10. Stelsel volgens conclusie 6 voor bitverliescompensatie in 5 een NTSC-kleurentelevisiesignaal, waarbij een horizontale lijnperio de wordt bepaald door een niet geheel doelmatig aantal klokcycli, met het kenmerk, dat. de eerste en tweede vertragingsmiddelen resp. zijn gekoppeld voor het gedurende opeenvolgende horizontale lijnperioden verschaffen van vooraf bepaalde afwisselende complementai-10 re vertragingen, waarbij elke vertraging resp. overeenkomt met een groter en kleiner geheel aantal klokcycli het dichtst bij het niet gehele doelmatige aantal klokcycli, welke complementaire vertragingen overeenkomen met een totale mate van vertraging, die gelijk is aan twee horizontale- lijnperioden, waarbij elk der vertragingsmid-15 delen binnen een bepaald aantal opeenvolgende lijnen een gemiddelde mate van vertraging verschaft, die gelijk is aan het niet gehele aantal klokcycli dat een horizontale lijnperiode bepaalt.
11. Stelsel volgens conclusie 6, voor bitverliescompensatie in een PAL- of PAL-M-kleurentelevisiesignaal , waarbij een horizontale 20 lijnperiade wordt bepaald door een niet geheel doelmatig aantal klokcycli, en de fase van het kleurenhulpdraaggolfsignaal in volgorde verandert met gelijke 90° toenemingen met betrekking tot het begin van elk opeenvolgend horizontaal lijninterval, met het kenmerk, dat de eerste en tweede vertragingsmiddelen zijn gekoppeld 25 voor het verschaffen van bijbehorende vertragingen, die elk gelijk zijn aan een vooraf bepaald vast geheel aantal klokcycli gedurende opeenvolgende horizontale lijnperioden, en voor het gedurende elke horizontale lijnperiode verschaffen van een totale vertraging, die gelijk is aan twee horizontale lijnperioden, waarbij middelen zijn 30 aangebracht voor het weer in de tijd plaatsen van het begin van de vertraging, verschaft gedurende elke opeenvolgende horizontale lijnperiode door een aantal klokcycli, dat overeenkomt met de 90° fasetoeneming van het kleurenhulpdraaggolfsignaal, en elk der vertragingsmiddelen binnen een bepaald aantal opeenvolgende lijnen 35 een gemiddelde mate van vertraging verschaft, die gelijk is aan het 8005878 * - 76 - niet gehele aantal Klokcycli, dat een horizontale lijnperiode bepaalt.
12. Stelsel volgens· conclusie 10 of 11, met het Kenmerk, dat het signaalmiddelingsmiddel een Ketenvertraging verschaft, die ge- 5 lijk is aan een bekend vast aantal klokcycli, waarbij een compen serend vertragingsmiddBl is gekoppeld tussen een ingang van het signaalmiddelingsmiddel en de eerste ingang van het signaaldifferen-tiëringsmiddel voor het verschaffen van een vertraging, die gelijk is aan die verschaft door het signaalmiddelingsmiddel, en het twee-10 de vertragingsmiddel de vertraging verschaft, verminderd met de ke tenvertraging van het signaalmiddelingsmiddel.
13. Stelsel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat althans het signaaldifferentiëringsmiddel of het middel voor het weer samenvoegen van het signaal een ketenvertraging verschaft, die gelijk is 15 aan een bekend vast aantal klokcycli, waarbij het eerste vertragings middel de vertraging verschaft verminderd met de ketenvertraging van het signaaldifferentiëringsmiddel, en het tweede vertragingsmiddel de vertraging verschaft verminderd met de samengevoegde ketenvertragingen van het signaalmiddelingsmiddel en het middel voor 20 het weer samenvoegen van het signaal.
14. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het signaalmiddelingsmiddel is gekoppeld voor het rekenkundig samenvoegen van een geheel aantal opeenvolgende digitale gegevens, welke gegevens een tijdinterval bepalen, dat gelijk is aan een geheel aantal 25 cycli van de hulpdraaggolfcomponent.
15. Stelsel volgens conclusie S, met het kenmerk, dat het midde-lingsmiddel een middel omvat voor het wegen van de ontvangen digitale gegevens overeenkomstig gekozen weegcoëfficiënten, en een middel voor het verschaffen van een gewogen gemiddelde waardeuitgangs- 30 signaal door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal gewagen opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen die de gemiddelde nulwaarde bepalen.
16. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ingang van het signaalmiddelingsmiddel is gekoppeld met een uitgang van 35 het schakelmiddel. 8005878 - 77 -
17. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ingang van het signaalmiddelingsmiddel is gekoppeld met de eerste ingang van het schakelmiddel.
18. Stelsel volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat het 5 tweede vertragingsmiddel is gekoppeld in de baan van het kleuren- televisiesignaal tussen een uitgang van het middel voor hét weer samenvoegen van het signaal en de tweede ingang van het schakelmiddel.
19. Stelsel volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat het 10 tweede vertragingsmiddel is gekoppeld in de baan van het kleuren- televisiesignaal, welke baan het schakelmiddel verbindt met de ingang van het signaalmiddelingsmiddel.
20. Stelsel volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat het tweede vertragingsmiddel is gekoppeld in de baan van het afgeschei- 15 den luminantiesignaal tussen een uitgang van het middelingsmiddel en de tweede ingang van het middel voor het weer samenvoegen van het signaal, waarbij een ander tweede vertragingsmiddel is gekoppeld in de baan van het afgescheiden chrominantiesignaal tussen een uitgang van het signaaldifferentiëringsmiddel en de eerste ingang van het 20 middel voor het weer samenvoegen van het signaal.
21. Stelsel voor het verschaffen van bitverliescompensatie voor een digitaal gecodeerd, samengesteld kleurentelevisiesignaal, dat een luminantiecomponent en een chrominantiecomponent omvat, welke chrominantiecomponent een kleurhülpdraaggolfsignaal bevat met een 25 frequentie, die gelijk is aan een niet geheel doelmatig aantal veel vouden van de horizontale lijnfrequentie, welk hulpdraaggolfsignaal een bekende vooraf bepaalde fase heeft gedurende elk opeenvolgend horizontaal lijninterval van het kleurentelevisiesignaal, welk kleurentelevisiesignaal wordt gecodeerd in opeenvolgende digitale gege-,30 vens door het bemonsteren met een frequentie, die gelijk is aan een even geheel aantal veelvouden van de hulpdraaggolfcomponentfrequen-tie, welke even geheel aantal veelvouden frequentie groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequentiecomponent van het samengestelde signaal, gekenmerkt door een signaalmiddelingsmiddel 35 gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende digitale gegevens 8005878 - 78 - · en voor het opslaan van de gegevens voor een vooraf bepaald aantal klokcycli voor het opeenvolgend verschaffen van een gemiddelde waar-deuitgangssignaal door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal gekozen opeenvolgende gegevens, die een gemiddelde nulwaarde 5 bepalen van de hulpdraaggolfcomponent, welk gemiddelde waardeuit- gangssignaal de afgescheiden luminantiecomponent vertegenwoordigt, • verder door een signaaldifferentiëringsmiddel, voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende gegevens, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van 10 het uitgangssignaal van het signaalmiddelingsmiddel voor het ver schaffen van een verschilsignaal dat de afgescheiden chrominantie-component vertegenwoordigt, door een fase-aanpasmiddel gekoppeld voor het ontvangen van het verschilsignaal voor het aanpassen van zijn fase om overeen te komen met de bekende vooraf bepaalde hulp-15 draaggolfsignaalfase gedurende de opeenvolgende horizontale lijn intervallen gedurende welke de bitverliescompensatie wordt verschaft, door een middel voor het weer samenvoegen van het signaal, welk middel is voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van het in fase aangepaste verschilsignaal, en van een 20 tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van het uitgangssignaal van het signaalmiddelingsmiddel voor het weer samenvoegen van de betreffende ontvangen signalen tot een samengesteld kleurentelevi-siesignaal, door een vertragingsmiddel gekoppeld voor het verschaffen van een vertraging van in hoofdzaak een horizontale lijn van 25 zowel de luminantie- als de chrominantiesignaalcomponent van het kleurentelevisiesignaal, en door een schakelmiddel, voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van het kleurentelevisiesignaal, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van het weer samengevoegde en vertraagde kleurentelevisiesignaal, 30 welk schakelmiddel aanspreekt op een regelsignaal voor het gekozen verschaffen van een uitgangssignaal, dat overeenkomt met· een van de signalen resp. gekoppeld met zijn eerste en tweede ingangen.
22. Stelsel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het signaalmiddelingsmiddel een middel omvat voor het wegen van de opeen-35 \olgende gegevens overeenkomstig gekozen weegcoëfficiënten, en een 8005878 - 79 - middel voor het verschaffen van een gewogen gemiddelde waardeuit-gangssignaal door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald oneven geheel aantal gekozen gewogen opeenvolgende gegevens, die een gemiddelde nulwaarde bepalen, waarbij elk der gewogen* gemiddelde waar-5 deuitgangssignalen, verschaft door het signaalmiddelingsmiddel, overeenkomt met gegevens, die optreden in het midden van elk der gekozen opeenvolgende gegevens, genomen voor het middelen,
23. Stelsel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de ingang van het middelingsmiddel is gekoppeld met een uitgang van het scha- 10 kelmiddel.
24. Bitverliescompensatorschakeling voor een digitaal kleurentelevisies ignaal, welke schakeling kan worden gebruikt in NTSC-, PAL- en PAL-M-stelsels, waarbij het signaal wordt vertegenwoordigd door opeenvolgende gegevens, verkregen door het bemonsteren met 15 een kloksignaalfrequentie, die gelijk is aan een geheel aantal veelvouden van de kleurhulpdraaggolfsignaalfrequentie, welke frequentie van een geheel aantal veelvouden groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequentiecomponent van het kleurentele-visiesignaal, gekenmerkt door een registermiddel voor het ontvangen 20 en opslaan van de opeenvolgende gegevens in synchronisatie met de kloksignaalfrequentie, verder door een signaalmiddelingsmiddel gekoppeld met het registermiddel voor het opeenvolgend verschaffen van een gemiddelde gegevenswaarde door het rekenkundig samenvoegen van een geheel aantal opeenvolgende gegevens, die een geheel aantal 25 hulpdraaggolfcycli bepalen, voor het verkrijgen van een uitgangs signaal dat de afgescheiden luminantiecomponent vertegenwoordigt, welk middelingsmiddel een ketenvertraging verschaft, die gelijk is aan een bekend aantal klokcycli, door een signaaldifferentiërings-middel, voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvan-30 gen van de opeenvolgende gegevens, en van een tweede ingang gekop peld voor het ontvangen van het uitgangssignaal van het middelingsmiddel voor het verschaffen van een verschilsignaal, dat de afgescheiden chrominantiecomponent vertegenwoordigt, welk differentiëringsmiddel een ketenvertraging verschaft, die gelijk is aan een 35 bekend aantal klokcycli, door een eerste vertragingsmiddel, gekop- 8005878 * - 80 - peld tussen een ingang van het signaalmiddelingsmiddel en de eerste ingang van het differentiëringsmiddel voor het verschaffen van een vertraging, die gelijk is aan die verschaft door het signaalmiddelingsmiddel, door een tweede vertragingsmiddel gekoppeld voor het 5 ontvangen van het verschilsignaal voor het verschaffen van een ver traging, die gelijk is aan een aantal klokcycli, dat een horizontale lijnperiode bepaalt van het kleurentelevisiesignaal min de ketenvertraging verschaft door het differentiëringsmiddel, door een signaalsamenvoegmiddel, voorzien van een eerste ingang gekop-10 peld voor het ontvangen van een uitgangssignaal van het tweede ver- tragingsmiddel, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van een uitgangssignaal van het signaalmiddelingsmiddel, voor het weer samenvoegen van de betreffende ontvangen signalen tot een samengesteld kleurentelevisiesignaal, welk samenvoegmiddel een ke-15 tenvertraging verschaft die gelijk, is aan een bekend aantal klok cycli, door een derde vertragingsmiddel gekoppeld voor het verschaffen van een vertraging van zowel de luminantie- als de chromi-nantiecomponent van het kleurentelevisiesignaal, welke vertraging overeenkomt met een aantal klokcycli, dat een horizontale lijnperio-20 de bepaalt min de samengevoegde ketenvertragingen verschaft door het middelings- en het samenvoegmiddel, en door een schakelmiddel voorzien van een eerste ingang gekoppeld voor het ontvangen van het kleurentelevisiesignaal, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van het weer samengevoegde en vertraagde kleurentele-25 visiesignaal, welk schakelmiddel aanspreekt op een rsgelsignaal voer het gekozen verschaffen van een uitgangskleurentelevisiesignaal uit een van de signalen gekoppeld met resp. zijn eerste en tweede ingangen.
25. Bitverliescompensatorschakeling voor een digitaal kleuren-30 televisiesignaal, welke schakeling kan worden gebruikt in NTSC-, PAL- en PAL-M-stelsels, welk televisiesignaal wordt gecodeerd in opeenvolgende digitale gegevens door het bemonsteren met een frequentie, die gelijk is aan driemaal de frequentie van het kleur-hulpdraaggolfsignaal, gekenmerkt door middelen gekoppeld voor het 35 ontvangen van de opeenvolgende gegevens en voor het verschaffen 8005878 - 81 - van een gemiddelde waardeuitgangssignaal door het onafgebroken sa-menvaegen van drie opeenvolgende gegevens, die een hulpdraaggolf-signaalcyclus bepalen, welk gemiddelde uitgangssignaal overeenkomt met de afgescheiden luminantiecomponent, verder door middelen gekop-5 peld voor het verschaffen van een verschilsignaal van het kleuren- televisiesignaal en het gemiddelde waardeuitgangssignaal, welk verschilsignaal overeenkomt met de afgescheiden chrominantiecomponent, door middelen gekoppeld voor het vertragen van het verschilsignaal met in hoofdzaak een horizontale lijnperiode van het kleurentele-10 visiesignaal voor het verschaffen van een met een lijn vertraagde chrominantiecomponent, door middelen gekoppeld voor het samenvoegen van het gemiddelde waardeuitgangssignaal en het vertraagde verschilsignaal tot een samengestelde kleurentelevisiesignaalvorm; door middelen gekoppeld voor het vertragen van zowel de chrominantie-15 als de luminantiecomponent van het kleurentelevisiesignaal, bewerkt door de schakeling, met een periode van in hoofdzaak een horizontale lijn voor het verschaffen van een bitverliescompensatiesignaal waarvan de luminantiecomponent is vertraagd met een horizontale lijnperiode en de chrominantiecomponent met twee horizontale lijn-20 perioden, en door middelen waarvan afzonderlijke betreffende ingan gen zijn gekoppeld voor het ontvangen van resp. het kleurentelevisiesignaal en het bitverliescompensatiesignaal, welke middelen aanspreken op een regelsignaal voor het gekozen verschaffen van een uitgangssignaal, dat overeenkomt met een van zijn ingangssignalen. 25 26, Bitverliescompensatieketen voor een digitaal kleurentelevi siesignaal, welke keten kan worden gebruikt in NTSC-, PAL- en PAL- li-stelsels, welk televisiesignaal een kleurhulpdraaggolfcomponent omvat met een bekende vooraf bepaalde fase met betrekking tot het begin van elk opeenvolgend horizontaal lijninterval, en is geco-30 deerd in opeenvolgende digitale gegevens door het bemonsteren met een frequentie, die gelijk is aan viermaal de kleurhulpdraaggolf-signaalfrequentie, gekenmerkt door middelen gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende gegevens en voor het verschaffen van een gewogen gemiddelde waardeuitgangssignaal door het onafgebroken 35 samenvoegen van drie afwisselende gegevens van vijf opeenvolgende 80 05 8 7 8 > * - 82 - gegevens met de eerste en vijfde gegevensgewogen door een factor 1/2 en de derde gegevens ongewogen, welk gewogen gemiddelde waarde-uitgangssignaal overeenkomt met de afgescheiden luminantiecomponent, verder door middelen gekoppeld voor het verschaffen van een ver-5 schilsignaal van het kleurentelevisiesignaal en het gewogen gemid delde waardeuitgangssignaal, welk verschilsignaal overeenkomt met de afgescheiden chrominantiecomponent, door middelen gekoppeld voor het aanpassen van het verschilsignaal zodat zijn fase overeenkomt met .de bekende vooraf bepaalde hulpdraaggolfsignaalfase met betrek-10 king tot het begin van het horizontale lijninterval waarvoor de bitverliescompensatie wordt verschaft, teneinde een in fase aangepaste chrominantiecomponent te verschaffen, door middelen gekoppeld voor het samenvoegen van het in fase aangepaste verschilsignaal en het gewogen gemiddelde waardeuitgangssignaal tot een samen-15 gestelde kleurentelevisiesignaalvorm, door middelen gekoppeld voor het vertragen van zowel de chrominantie- als luminantiecomponent van het kleurentelevisiesignaal bewerkt door de keten met een periode van in hoofdzaak een horizontale lijn voor het verschaffen van een bitverliescompensatiesignaal, en door middelen waarvan de 20 afzonderlijke betreffende ingangen zijn gekoppeld voor het ontvan gen van resp. het kleurentelevisiesignaal en het bitverliescompensatiesignaal, welke middelen aanspreken op een regelsignaal voor het gekozen verschaffen van een uitgangssignaal, dat overeenkomt met een van zijn ingangssignalen.
27. Digitale zeefketen voor het bewerken van een digitaal geco deerd samengesteld signaal, voorzien van een periodieks signaalcom-ponent met een bekende frequentie en symmetrisch met betrekking tot een signaalkruisingsas, welk gecodeerde samengestelde signaal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen omvat, die overeenkomen 30 met afzonderlijke amplitudewaarden daarvan verschaft met een fre quentie, die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de periodieke signaalfrequentie en volgens een in frequentie en fase gegrendeld verband met het periodieke signaal, welke frequentie van het doelmatig aantal veelvouden groter is dan tweemaal de fre-35 quentie van de hoogste frequentiecomponent van het samengestelde 80 05 8 7 8 i - 83 - signaal, gekenmerkt door een eerste middel gekoppeld voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen van het samengestelde signaal, en door een tweede middel gekoppeld met het eerste middel voor het rekenkundig samenvoegen van een 5 bepaald aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een gemiddelde nulwaarde bepalen van de periodieke signaalcomponent, voor het verschaffen van een gemiddelde waardeuitgangssignaal, dat het digitaal gecodeerde samengestelde signaal vertegenwoordigt, waaruit de periodieke signaalcomponent is verwijderd.
28. Keten volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het tweede middel is gekoppeld voor het rekenkundig samenvoegen van een geheel aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een tijdinterval bepalen, dat gelijk is aan een geheel aantal cycli van de periodieke signaalcomponent.*
29. Keten volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het tweede middel is gekoppeld voor het rekenkundig samenvoegen van een oneven geheel aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, waarbij elk gemiddelde waardeuitgangssignaal verschaft door het tweede middel overeenkomt met een digitale vertegenwoordiging die 20 optreedt in het midden van elk bepaald aantal opeenvolgende digita le vertegenwoordigingen, genomen voor het middelen.
30. Keten volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het tweede middel een middel omvat voor het wegen van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen overeenkomstig gekozen weegcoëfficiënten, 25 en een middel voor het verschaffen van een gewogen gemiddelde waar deuitgangssignaal door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal gewogen opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die de gemiddelde nulwaarde bepalen.
31. Keten volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de afzon- 30 derlijke amplitudewaarden van het samengestelde signaal worden ver schaft met een frequentie, die gelijk is aan een even geheel aantal veelvouden van de periodieke signaalfrequentie, waarbij het middel voor het verschaffen van het gewogen gemiddelde waardeuitgangssignaal is gekoppeld voor het rekenkundig samenvoegen van een bepaald 35 oneven geheel aantal gekozen gewogen opeenvolgende digitale verte- 8005878 β - 84 - « genwoordigingen, die de gemiddelde nulwaarde bepalen, en elk der gewogen gemiddelde waardeuitgangssignalen verschaft door het twee'de middêl overeenkomt met een digitale vertegenwoordiging, die optreedt in het midden van elk aantal opeenvolgende digitale verte-5 genwoordigingen, genomen voor het middelen.
32. Digitale zeefketen voor het uit een samengesteld kleurentele-visiesignaal verwijderen van een chrominantiehulpdraaggolfsignaal, welk kleurentelevisiesignaal wordt gecodeerd in opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen door het bemonsteren met een frequentie, 10 die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de hulpdraag- golfsignaalfrequentie onder toepassing van een bemonsteringssignaal, dat in frequentie en fase is gegrendeld met het hulpdraaggolfsig-naal, waarbij de frequentie van het doelmatige aantal veelvouden groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequentiecom-15 ponent van het samengestelde signaal, gekenmerkt door een eerste middel gekoppeld voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, en door een tweede middel gekoppeld met het eerste middel voor het verschaffen van een gemiddelde waardeuitgangssignaal door het rekenkundig samenvoegen van een be-20 paald aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een gemiddelde nulwaarde bepalen van de hulpdraaggolfsignaalcomponent.
33. Keten volgens conclusie 27 of 32, met het kenmerk, dat het eerste middel een registermiddel omvat voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen in syn- 25 chronisatie met een bekend kloksignaal, waarbij het tweede middel optel- en deelmiddelen omvat voor het rekenkundig samenvoegen van het bepaalde aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen in synchronisatie met het kloksignaal.
34. Keten volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de bemon- 30 steringssignaalfrequentie gelijk is aan een geheel aantal veelvou den van de hulpdraaggolfsignaalfrequentie, waarbij het tweede middel is gekoppeld voor het verschaffen van de gemiddelde waarde door het rekenkundig samenvoegen van een geheel aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een tijdinterval bepalen, dat 35 gelijk is aan een geheel aantal hulpdraaggolfsignaalcycli. 80 05 8 7 8 - 85 -
35. Keten volgens conclusie 32. met het kenmerk, dat het tweede middel is gekoppeld voor het verschaffen van de gemiddelde waarde door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald oneven geheel aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, waarbij elk gemid-5 delde waardeuitgangssignaal verschaft door het tweede middel, over eenkomt met een digitale vertegenwoordiging, die optreedt in het midden van elk der vertegenwoordigingen van het bepaalde aantal opeenvolgende vertegenwoordigingen, genomen voor het middelen. 3B. Digitale zeefketen voor het uit een digitaal gecodeerd, sa-10 mengesteld kleurentelevisiesignaal verwijderen van een chrominantie- hulpdraaggolfsignaal, welk kleurentelevisiesignaal opeenvolgende gegevens omvat, verkregen door het bemonsteren met een frequentie, die gelijk is aan een even geheel aantal veelvouden van de frequentie van de hulpdraaggolfsignaalcomponent, welke frequentie van het 15 even geheel aantal veelvouden groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequentiecomponent van het samengestelde signaal, waarbij het bemonsteringssignaal in frequentie en fase is gegrendeld met het hulpdraaggolfsignaal, gekenmerkt door een eerste middel gekoppeld voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende 20 gegevens, en door een tweede middel gekoppeld met het eerste middel voor het wegen van de opeenvolgende gegevens overeenkomstig gekozen weegcoëfficiënten, en voor het verschaffen van een gewogen gemiddelde gegevenswaardeuitgangssignaal door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald oneven geheel aantal gewogen opeenvolgende ge-25 gevens, die een gewogen gemiddelde nulwaarde bepalen van de hulp- . draaggolfsignaaloomponent, waarbij elk gewogen gemiddelde gegevenswaardeuitgangssignaal overeenkomt met gegevens, die optredeniin het midden van elk der gegevens van het oneven geheel aantal gewogen opeenvolgende gegevens, genomen voor het middelen.
37. Ksten volgens conclusie 36, met het kenmerk, dat de bemon- steringsfrequentie gelijk is aan viermaal de hulpdraaggolfsignaal-frequentie, waarbij het tweede middel is gekoppeld voor het verschaffen van de gewagen gemiddelde gegevenswaarde door het onafgebroken rekenkundig samenvoegen van drie afwisselende gegevens van 35 vijf opeenvolgende gegevens met de eerste en vijfde gegevens gewogen 8005878 * - 86 - door een factor 1/2 en de derde gegevens ongewogen.
38. Digitale kamzeefKeten voor het uit een digitaal gecodeerd, samengesteld signaal verwijderen van gekozen periodieke signaalcom-ponenten, die een periodiek grondsignaal vertegenwoordigen met een 5 bekende frequentie en frequentiecomponenten daarvan van een hogere en een lagere orde, welke gekozen signaalcomponenten symmetrisch zijn met betrekking tot een signaalkruisingsas, waarbij het gecodeerde, samengestelde signaal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen omvat die overeenkomen met afzonderlijke amplitudewaarden 10 daarvan verschaft met een frequentie, die gelijk is aan een doelma tig aantal veelvouden van de periodieke grondsignaalfrequentie en volgens een in frequentie en fase gegrendeld verband met het periodieke grondsignaal, welke frequentie van het doelmatig aantal veelvouden groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequen-15 tiecomponent van het samengestelde signaal, gekenmerkt door een eerste middel gekoppeld voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen van het samengestelde signaal, en door een tweede middel gekoppeld met het eerste middel voor het opeenvolgend verschaffen van een gemiddelde waardeuitgangs-20 signaal door het rekenkundig samenvoegen van een bepaald geheel aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een gemiddelde nulwaarde bepalen van de periodieke grondsignaalcomponent in een tijdinterval, dat gelijk is aan een geheel aantal cycli van het periodieke grondsignaal, waarbij een periodieke signaalcompo-25 nent van de laagste orde door de kamzeefketen wordt verwijderd, welke component een frequentie heeft die gelijk is aan de frequentie van de afzonderlijke amplitudewaarden gedeeld door het aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, genomen voor het middelen.
39. Stelsel voor het bewerken van een digitaal gecodeerd, samen gesteld signaal, voorzien van een periodieke signaalcomponent met een bekende frequentie en symmetrisch met betrekking tot een sig-naalkruisingsas, welk samengestelde signaal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen omvat die overeenkomen met afzonderlijke am-35 plitudewaarden daarvan verschaft met een frequentie, die gelijk is 8005878 - a 7 - aan een doelmatig aantal veelvouden van de periodieke signaalfre-quentie en volgens een in frequentie en fase gegrendeld verband daarmee, welke frequentie van het doelmatige aantal veelvouden groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequentiecompo-5 nent van het samengestelde signaal, gekenmerkt doorr een eerste middel gekoppeld voor het ontvangen en opslaan van opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen van het samengestelde signaal, door een tweede middel gekoppeld met het eerste middel voor het opeenvolgend verschaffen van een gemiddelde waardeuitgangssignaal door het IQ rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal opeenvolgende digi tale vertegenwoordigingen, die een gemiddelde nulwaarde bepalen van de periodieke signaalcamponent, welk gemiddelde waardeuitgangssignaal van het tweede middel het digitaal gecodeerde, samengestelde signaal vertegenwoordigt, waaruit de periodieke signaalcompo-15 nent is verwijderd, en door een derde middel, voorzien van een eer ste ingang gekoppeld voor het ontvangen van hetuitgangssignaal van het tweede middel, en van een tweede ingang gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen van het samengestelde signaal voor het verschaffen van een verschilsig-20 naai, dat de periodieke signaalcomponent vertegenwoordigt.
40. Stelsel volgens conclusie 39, voor het van een digitaal gecodeerd, samengesteld kleurentelevisiesignaal scheiden van een lu-minantie- en chrominantiesignaalcomponent, waarbij de periodieke signaalcomponent overeeekomt met een kleurhulpdraaggolfsignaal 25 welk kleurentelevisiesignaal is gecodeerd in opeenvolgende digita le gegevens door het bemonsteren met een kloksignaalfrequentie, die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de kleurhulp-draaggolfsignaalfrequentie onder toepassing van een bemonsterings-signaal, dat in frequentie en fase is gegrendeld met het hulpdraag-30 golfsignaal, met het kenmerk, dat het eerste middel een register- middel omvat voor het ontvangen en opslaan van de opeenvolgende gegevens met de kloksignaalfrequentie, waarbij het tweede middel optel- en deelmiddelen omvat voor het rekenkundig samenvoegen van het bepaalde aantal opeenvolgende gegevens, die een gemiddelde nulwaar-35 de bepalen van het kleurhulpdraaggolfsignaal in synchronisatie met 80 0 5 8 7 8 V s » - 88 - het kloksignaal, welk gemiddelde waardeuitgangssignaal van het tweede middel de afgescheiden luminantiecomponent vertegenwoordigt, en het derde middel is gekoppeld voor het verschaffen van het ver-schilsignaal in synchronisatie met het kloksignaal, welk verschil-5 signaal de afgescheiden chrominantiecomponent vertegenwoordigt.
41. Stelsel volgens conclusie 40, met het kenmerk, dat het tweede middel een ketenvertraging verschaft, die gelijk is aan een bekend vast aantal klokcycli, waarbij het stelsel verder een vast vertragingsmiddel omvat, gekoppeld tussen een ingang van het twee- 10 de middel en de tweede ingang van het derde middel voor het compen seren van de vertraging, verschaft door het tweede middel.
42. Werkwijze voor het bewerken van een samengesteld signaal, dat een periodieke signaalcomponent omvat met een bekende frequentie en symmetrisch met betrekking tot een signaalkruisingsas, welk 15 samengestelde signaal wordt gecodeerd in de vorm van opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen door het bemonsteren met een frequentie, die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de frequentie van het bekende periodieke signaal, welke frequentie van het doelmatig aantal veelvouden groter is dan tweemaal de frequen-20 tie van de hoogste frequentiecomponent van het samengestelde sig naal, gekenmerkt door de stappen van het ontvangen en opslaan van opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen van het samengestelde signaal, en het rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een gemiddelde nul-25 waarde bepalen van de periodieke signaalcomponent voor het ver schaffen van een gemiddelde waardeuitgangssignaal, dat het digitale samengestelde signaal vertegenwoordigt, waaruit de periodieke signaalcomponent is verwijderd.
43. Werkwijze volgens conclusie 42, met het kenmerk, dat de stap 30 van het rekenkundig samenvoegen het samenvoegen bevat van een be paald geheel aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die een tijdinterval bepalen, gelijk aan een geheel aantal cycli van de periodieke signaalcomponent.
44. Werkwijze volgens conclusie 42, met het kenmerk, dat de stap 35 van het rekenkundig samenvoegen verder het wegen omvat van de op- 8005878 - 89 - eenvolgende digitale vertegenwoordigingen overeenkomstig gekozen weegcoefficiënten, en het samenvoegen van een bepaald aantal gewogen opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, die de gemiddelde nulwaarde bepalen.
45. Werkwijze volgens conclusie 44, met het kenmerk, dat de be- monsteringsfrequentie een even geheel aantal veelvouden is van de periodieke signaalfrequentie, waarbij de stap van het rekenkundig samenvoegen het samenvoegen bevat van een bepaald oneven geheel aantal gekozen gewogen opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, 10 die de gemiddelde nulwaarde bepalen, en elk gewogen gemiddelde waar- deuitgangssignaal overeenkomt met een digitale vertegenwoordiging, die optreedt in het midden van elke vertegenwoordiging van het oneven aantal opeenvolgende digitale vertegenwoordigingen, genomen voor het middelen.
46. Werkwijze voor het digitaal scheiden van de chrominantie- en de luminantiecomponent van een digitaal, samengesteld kleuren-televisiesignaal, vertegenwoordigd door opeenvolgende gegevens, verkregen door het bemonsteren met een frequentie, die gelijk is aan een doelmatig veelvoud van de frequentie van de kleurhulpdraag-20 golfcomponent onder toepassing van een bemonsteringssignaal, dat in frequentie en fase is;gegrendeld met het hulpdraaggolfsignaal, welke frequentie van het doelmatige aantal veelvouden groter is dan tweemaal de frequentie van de hoogste frequentiecomponent van het samengestelde signaal, gekenmerkt door de stappen van het ontvangen 25 en opslaan van de opeenvolgende gegevens ter voorbereiding voor het daaropvolgend rekenkundig samenvoegen daarvan, verder het opeenvolgend rekenkundig samenvoegen van een bepaald aantal opeenvolgende gegevens, die een gemiddelde nulwaarde bepalen van de kleurhulp-draaggolfcomponent, voor het verschaffen van een gemiddelde gege-30 venswaardeuitgangssignaal, dat de afgescheiden luminantiecomponent vertegenwoordigt, en het van het digitale, samengestelde 'kleuren-televisiesignaal aftrekken van het verkregen gemiddelde gegevens-waardeuitgangssignaal voor het verkrijgen van een verschilsignadl, dat de afgescheiden chrominantiecomponent vertegenwoordigt.
47. Werkwijze volgens conclusie 46, met het kenmerk, dat de op-' 30 05 8 7 S 'Ir - 90 - » eenvolgende gegevens worden verkregen door het bemonsteren met een frequentie, die gelijk is aan driemaal de kleurhulpdraaggolfsignaal-frequentie, waarbij, de stap van het rekenkundig samenvoegen het opeenvolgend samenvoegen bevat van drie opeenvolgende gegevens voor 5 het verschaffen van het gemiddelde gegevenswaardeuitgangssignaal, en elk stel verkregen gemiddelde gegevens overeenkomt met de gegevens, die optreden in het midden van de drie opeenvolgende gegevens.
48. Werkwijze volgens conclusie 46, waarbij de opeenvolgende gegevens worden verkregen door het bemonsteren met een frequentie, 10 die gelijk is aan viermaal de kleurhulpdraaggolfsignaalfrequentie, met het kenmerk, dat de stap van het rekenkundig samenvoegen het opeenvolgend samenvoegen omvat van drie afwisselende gegevens van vijf opeenvolgende gegevens met. de eerste en vijfde gegevens gewogen door een 1/2 en de derde gegevens ongewogen, voor het verschaf-15 fen van een gewogen gemiddelde gegevenswaardeuitgangssignaal, waar bij elk verkregen gemiddelde gegevensstel overeenkomt met de gegevens, optredende in het midden van de vijf opeenvolgende gegevens.
49. Digitale zeefketen voor het bewerken van een digitaal signaal, dat een samengesteld signaal vertegenwoordigt, voorzien van 20 een signaalcomponent met een bekende frequentie, welk digitale signaal opeenvolgende digitale waardevertegenwoordigingen omvat met een frequentie, die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de bekende frequentie en volgens een in frequentie en fase gegrendeld verband met de signaalcomponent, welke frequentie van 25 het doelmatig aantal veelvouden groter is dan tweemaal de bekende frequentie, gekenmerkt door eerste middelen, die aanspreken op een kloksignaal in synchronisatie met de frequentie van het doelmatige aantal veelvouden voor het ontvangen en opslaan van elk der opeenvolgende digitale waardevertegenwoordigingen gedurende een tijds-30 duur die overeenkomt met een interval, bepaald door althans drie opeenvolgende digitale waardevertegenwoordigingen, ontvangen door de eerste middelen, en door tweede middelen, gekoppeld met de eerste middelen voor het rekenkundig samenvoegen van elke· ontvangen digitale waardevertegenwoordiging md:een gekozen aantal andere ge-35 kozen vertegenwoordigingen van de ontvangen digitale waardeverte- 8005878 ï - 91 - genwoordigingen voor hst in plaats van elke ontvangen digitale waar-davertegenwoordiging opwekken van een andere digitale waardeverte-genwoordiging van het gemiddelde van de waarden van de rekenkundig samengevoegde digitale waardevertegenwoordigingen, die een nulge-5 middelde produceren van een gedeelte van de rekenkundig samenge- voegde digitale waardevertegenwoordigingen, die overeenkomen met de signaalcomponent met de bekende frequentie.
50. Keten volgens conclusie 49, met het kenmerk, dat het digitale signaal een analoog samengesteld signaal vertegenwoordigt, waar-10 bij een analoog-naar-digitaal-omzettermiddel is aangebracht, gekop peld voor het ontvangen van het analoge samengestelde signaal en aansprekende op een kloksignaal voor het omzetten van het ontvangen samengestelde signaal in de opeenvolgende digitale waardeverte-genwoordigingen met de frequentie van het kloksignaal, evenals een 15 klaksignaalgeneratormiddel, dat aanspreekt op de signaalcomponent met de bekende frequentie, vervat in het samengestelde signaal, voor het opwekken van het kloksignaal met een frequentie, die het doelmatig aantal veelvouden is van de frequentie van de signaalcomponent.
51. Stelsel voor het bewerken van een digitaal signaal, dat een samengesteld signaal vertegenwoordigt, voorzien van terugkerende intervallen met soortgelijke informatie voor het vervangen van gebrekkige gedeelten van het samengestelde signaal met soortgelijke informatie van andere terugkerende intervallen, welk samengestelde 25 signaal een signaalcomponent bevat met een bekende frequentie, ge lijk aan een doelmatig niet geheel aantal veelvouden van de frequentie van de terugkerende intervallen en met een bekende nominale fase gedurende elk terugkerend interval, welk digitale signaal opeenvolgende digitale waardevertegenwoordigingen omvat met een fre-30 quentie, gelijk aan een doelmatig aantal veelvouden van de bekende frequentie en volgens een in frequentie en fase gegrendeld verband met de signaalcomponent, waarbij de frequentie van het doelmatig aantal veelvouden groter is dan tweemaal de bekende frequentie, gekenmerkt door eerste middelen, die aanspreken op een kloksignaal 35 in synchronisatie met de frequentie van het doelmatige aantal veel- 8005878 - 92 - vouden voor het aan een ingang ontvangen van elk der opeenvolgende digitale waardevertegenwoordigingen, en het rekenkundig samenvoegen van elke digitale waardevertegenwoordiging met een gekozen aantal andere gekozen ontvangen digitale waardevertegenwoordigingen voor 5 het in plaats van elke ontvangen digitale waardevertegenwoordiging opwekken van een andere digitale waardevertegenwoordiging van het gemiddelde van de waarden van de rekenkundig s'amengevoegde digitale waardevertegenwoordigingen, die een nulgemiddelde produceren van een gedeelte van de rekenkundig samengevoegde digitale waar-10 devertegenwoordiging overeenkomende met de signaalcomponent met de bekende frequentie, verder door tweede middelen gekoppeld voor het ontvangen van de opeenvolgende digitale waardevertegenwcordi-gingen van het samengestelde signaal en de andere digitale waardevertegenwoordiging opgewekt door de eerste middelen, voor het ver-15 schaffen van een digitale verschilwaardevertegenwoordiging van het verschil tussen elke ontvangen digitale waardevertegenwoordiging en elke andere digitale waardevertegenwoordiging, opgewekt in plaats van elke ontvangen digitale waardevertegenwoordiging, door derde middelen gekoppeld voor het ontvangen van de digitale ver-20 schilwaardevertegenwoordiging voor het aanpassen van zijn fase om overeen te komen met de nominale fase van de signaalcomponent gedurende het terugkerende interval, dat moet worden vervangen door een samengesteld bitverliescompensatiesignaal, dat de digitale verschilwaarde-vertegenwoordiging bevat, door vierde middelen, 25 gekoppeld voor het ontvangen van elke in fase aangepaste digitale verschilwaardevertegenwoordiging en elke andere digitale waarde- t vertegenwoordiging voor het samenvoegen van de ontvangen vertegenwoordigingen voor het vormen van het samengestelde bitverliescompensatiesignaal aan een uitgang, door vijfde middelen, die in een 30 keten zijn gekoppeld met de eerste, tweede, derde en vierde midde len tussen de ingang en de uitgang voor het vertragen van de vertegenwoordigingen, die het samengestelde bitverliescompensatiesignaal vormen over een interval, dat in hoofdzaak gelijk is aan het terugkerende interval van het samengestelde signaal, en door zesde 35 middelen gekoppeld voor het ontvangen van het digitale signaal en 8005878 .-93- i het vertraagde, samengestelde bitverliescompensatiesignaal, en aan-spreKende op een regelsignaal, dat het optreden aangeeft van gebrekkige gedeelten in het samengestelde signaal voor het gekozen verschaffen aan een uitgang van een van de ontvangen signalen, wel-5 ke zesde middelen aanspreken op het regelsignaal voor het verschaf fen van het samengestelde, vertraagde bitverliescompensatiesignaal aan de uitgang wanneer het regelsignaal het optreden aangee-ft van een gebrekkig gedeelte, en voor het verschaffen van het digitale signaal aan de uitgang bij afwezigheid van het regelsignaal voor 10 het aangeven van het optreden van het gebrekkige gedeelte.
52. Stelsel volgens conclusie 51, met het kenmerk, dat de vijfde middelen voor het vertragen van de vertegenwoordigingen, die het samengestelde bitverliescompensatiesignaal vormen, is gekoppeld voor het ontvangen en vertragen van het samengestelde bitverlies- 15 compensatiesignaal, verschaft door de vierde middelen.
53. Stelsel volgens conclusie 51, waarbij het samengestelde signaal een kleurentelevisiesignaal is, en de signaalcomponent met de bekende frequentie een kleurhulpdraaggolfcomponent is, die een kleursynchroonsignaalgedeelte bevat, dat optreedt bij het begin 20 van elk terugkerend interval met de nominale fase, met het kenmerk, dat de derde middelen voor het aanpassen van de fase van de digitale verschilwaardevertegenwoordiging bestaan uit een eerste aanpasbaar vertragingsmiddel v^oor het vertragen van de digitale verschil-waardevertegenwoordiging over een interval, dat in hoofdzaak gelijk 25 is aan een terugkerend interval van het kleurentelevisiesignaal ten opzichte van het optreden aan de ingang van het eerste middel van het gedeelte van het kleurentelevisiesignaal, waaruit de vertraagde, digitale verschilwaardevertegenwoordiging werd verkregen, waarbij de vijfde middelen voor het vertragen van de vertegenwoor-30 digingen, die het bitverliescompensatiesignaal vormen, een tweede verstelbaar vertragingsmiddel omvatten, en de eerste en tweede verstelbare vertragingsmiddelen aanspreken op het kloksignaal in synchronisatie met de frequentie van het doelmatige aantal veelvouden voor het synchroon aanpassen van de vertraging verschaft door 35 elk der vertragingsmiddelen gedurende afwisselende terugkerende 8005878 - 94 - intervallen met een interval, dat gelijk is aan een kloksignaalcy-clus.
54. Werkwijze voor het bewerken van een digitaal signaal, dat , een samengesteld signaal vertegenwoordigt, voorzien van een aantal 5 signaalcomponent8n, waarvan er één een bekende frequentie heeft, welk digitale signaal opeenvolgende digitale waardevertegenwoordi-gingen omvat met een frequentie, die gelijk is aan een doelmatig aantal veelvouden van de bekende frequentie en volgens een in frequentie en fase gegrendeld verband met de ene signaalcomponent met 10 de bekende frequentie, welke frequentie van het doelmatig aantal veelvouden groter is dan tweemaal de bekende frequentie, gekenmerkt door de stappen van het overbrengen van opeenvolgende digitale waardev8rtegenwoordigingen door een overbrengingsbaan voor digitale signalen met een snelheid, die overeenkomt en synchroon is met de 15 frequentie van het doelmatig aantal veelvouden, welke overbren gingsbaan een lengte heeft, die gelijk is aan een interval, bepaald door althans drie opeenvolgende digitale waardevertegenwoordigingen, het samenvoegen van elke digitale waardevertegenwoordi-ging, overgebracht door de overbrengingsbaan voor digitale signa-20 len met een gekozen aantal andere gekozen digitale waardevertegen- woordigingen, die worden overgebracht door de overbrengingsbaan voor digitale signalen, voor het in plaats van elke digitale waar-devertegenwoordiging opwekken van een andere digitale waardeverte-genwoordiging van de optelling van de waarden van de samengevoegde 25 digitale waardevertegenwoordigingen, die een opgetelde nulwaarde produceren van een gedeelte van de samengevoegde digitale waardevertegenwoordigingen overeenkomende met de signaalcomponent met de bekende frequentie, en het wegen van elke andere digitale waarde-vertegenwoordiging voor het verkrijgen van een digitale uitgangs-30 waardevertegenwoordiging van het gemiddelde van de waarden, ver tegenwoordigd door de samengevoegde digitale waardevertegenwoordigingen. 8005878
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US06/088,719 US4251831A (en) | 1979-10-26 | 1979-10-26 | Filter and system incorporating the filter for processing discrete samples of composite signals |
US8871979 | 1979-10-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8005878A true NL8005878A (nl) | 1981-04-28 |
Family
ID=22213045
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8005878A NL8005878A (nl) | 1979-10-26 | 1980-10-24 | Zeefketen en stelsel, voorzien van de zeefketen voor het bewerken van afzonderlijke monsters van samengestelde signalen. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4251831A (nl) |
JP (2) | JPS5685927A (nl) |
BE (1) | BE885879A (nl) |
CA (1) | CA1155217A (nl) |
DE (2) | DE3040242C2 (nl) |
FR (1) | FR2469075B1 (nl) |
NL (1) | NL8005878A (nl) |
Families Citing this family (23)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4491862A (en) * | 1982-06-15 | 1985-01-01 | Itt Industries, Inc. | Color-television receiver with at least one digital integrated circuit for processing the composite color signal |
US4591925A (en) * | 1983-04-06 | 1986-05-27 | Ampex Corporation | Encoded dropout compensator system |
US4528598A (en) * | 1983-04-08 | 1985-07-09 | Ampex Corporation | Chrominance inverting all-pass filter |
KR890005240B1 (ko) * | 1983-10-18 | 1989-12-18 | 마쯔시다덴기산교 가부시기가이샤 | 영상신호 처리장치 |
JPS6086985A (ja) * | 1983-10-18 | 1985-05-16 | Matsushita Electric Ind Co Ltd | ドロツプアウト補償装置 |
DE3533699A1 (de) * | 1985-09-21 | 1987-03-26 | Bosch Gmbh Robert | Verfahren zur kompensation von signalausfaellen |
US4760470A (en) * | 1985-09-27 | 1988-07-26 | Ampex Corporation | Multi-standard adaptive dropout compensator |
JPH06105984B2 (ja) * | 1985-12-17 | 1994-12-21 | パイオニア株式会社 | Y−c分離回路 |
DE3607928A1 (de) * | 1986-03-11 | 1987-09-17 | Thomson Brandt Gmbh | Schaltung zur digitalen kompensation eines determinierten stoersignals |
US4782904A (en) * | 1986-11-07 | 1988-11-08 | Ohaus Scale Corporation | Electronic balance |
FR2624992B1 (fr) * | 1987-12-21 | 1990-04-06 | Comp Generale Electricite | Generateur de signal temporel periodique genre fractal |
US5379077A (en) * | 1991-12-12 | 1995-01-03 | Brooktree Corporation | System for and method of, operating upon NTSC and PAL signals |
US6008859A (en) * | 1996-07-31 | 1999-12-28 | Sanyo Electric Co., Ltd. | Image data processing apparatus |
US5982408A (en) * | 1997-04-10 | 1999-11-09 | Lexmark International, Inc. | Method and apparatus for HSYNC synchronization |
DE10007783A1 (de) * | 2000-02-21 | 2001-08-23 | Rohde & Schwarz | Verfahren und Anordnung zur Daten- und Taktrückgewinnung bei einem biphase-codierten Datensignal |
US7298418B2 (en) * | 2004-02-06 | 2007-11-20 | Broadcom Corporation | Method and system for processing in a non-line locked system |
EP1686812A1 (en) * | 2005-01-28 | 2006-08-02 | TTE Germany GmbH | Method and transmitter for processing a video signal |
US9319028B2 (en) | 2005-02-23 | 2016-04-19 | Vios Medical Singapore Pte. Ltd. | Signal decomposition, analysis and reconstruction using high-resolution filter banks and component tracking |
US7706992B2 (en) | 2005-02-23 | 2010-04-27 | Digital Intelligence, L.L.C. | System and method for signal decomposition, analysis and reconstruction |
US9036088B2 (en) * | 2013-07-09 | 2015-05-19 | Archibald Doty | System and methods for increasing perceived signal strength based on persistence of perception |
US9421375B2 (en) * | 2013-10-28 | 2016-08-23 | Biotronik Se & Co. Kg | Sensing unit for a tissue stimulator |
US11602311B2 (en) | 2019-01-29 | 2023-03-14 | Murata Vios, Inc. | Pulse oximetry system |
JP7443952B2 (ja) * | 2020-06-19 | 2024-03-06 | 沖電気工業株式会社 | 信号処理装置、信号処理プログラム及び信号処理方法 |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3463874A (en) * | 1966-05-25 | 1969-08-26 | Minnesota Mining & Mfg | Dropout compensator for ntsc color television |
GB1436757A (en) * | 1973-09-11 | 1976-05-26 | Quantel Ltd | Drop out compensation system |
BE860257A (fr) * | 1976-10-29 | 1978-02-15 | Ampex | Appareil d'enregistrement et de restitution de signaux de television destines a former des images fixes |
CA1083709A (en) * | 1976-11-15 | 1980-08-12 | Thomas V. Bolger | Signal defect compensator |
US4075656A (en) * | 1977-01-26 | 1978-02-21 | Ampex Corporation | Circuit for digitally encoding an analog television signal |
US4143396A (en) * | 1977-01-26 | 1979-03-06 | Ampex Corporation | Digital chrominance separating and processing system and method |
DE2810697C2 (de) * | 1978-03-11 | 1987-01-08 | Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart | Verfahren zur Trennung des Farbartsignals vom Leuchtdichtesignal bei Farbfernsehsignalen mit quadraturmodulierten Farbhilfsträgern |
-
1979
- 1979-10-26 US US06/088,719 patent/US4251831A/en not_active Expired - Lifetime
-
1980
- 1980-10-20 CA CA000362754A patent/CA1155217A/en not_active Expired
- 1980-10-24 NL NL8005878A patent/NL8005878A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-10-24 DE DE3040242A patent/DE3040242C2/de not_active Expired
- 1980-10-24 BE BE0/202595A patent/BE885879A/fr not_active IP Right Cessation
- 1980-10-24 DE DE3050630A patent/DE3050630C2/de not_active Expired
- 1980-10-24 FR FR8022767A patent/FR2469075B1/fr not_active Expired
- 1980-10-27 JP JP14952880A patent/JPS5685927A/ja active Granted
-
1990
- 1990-10-17 JP JP2276589A patent/JPH03263996A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2469075B1 (fr) | 1985-12-13 |
JPH0324118B2 (nl) | 1991-04-02 |
DE3040242C2 (de) | 1983-06-01 |
FR2469075A1 (fr) | 1981-05-08 |
CA1155217A (en) | 1983-10-11 |
US4251831A (en) | 1981-02-17 |
BE885879A (fr) | 1981-02-16 |
JPH03263996A (ja) | 1991-11-25 |
DE3040242A1 (de) | 1981-04-30 |
JPS5685927A (en) | 1981-07-13 |
DE3050630C2 (de) | 1991-11-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8005878A (nl) | Zeefketen en stelsel, voorzien van de zeefketen voor het bewerken van afzonderlijke monsters van samengestelde signalen. | |
US4107736A (en) | Noise reduction system for video signals | |
US4485399A (en) | Method and apparatus approximately correcting errors in a digital video signal | |
NL8005722A (nl) | Werkwijze en inrichting voor bewerking van een kleurenvideosignaal. | |
JPS59205888A (ja) | カラ−テレビ信号の輝度情報と色情報を分離する装置 | |
US4941186A (en) | Method and apparatus for concealing errors which extend over several pixels in a digital video signal | |
NL8005525A (nl) | Werkwijze en inrichting voor bewerking van een kleurenvideosignaal. | |
EP0549174B1 (en) | Adaptive chrominance filtering control | |
FR2606570A1 (fr) | Appareil de television avec possibilite de visualisation d'une trame gelee | |
US4636840A (en) | Adaptive luminance-chrominance separation apparatus | |
US4916527A (en) | Luminance signal/color signal separation circuit | |
US5150203A (en) | Variable chrominance filtering for encoding television signals | |
JPH0584112B2 (nl) | ||
US4694331A (en) | Vertical transition processor for a comb filter | |
KR0130951B1 (ko) | 휘도신호/색신호 분리 회로 | |
US4847683A (en) | Diagonal correction in composite video decoder | |
EP0217646B1 (en) | A multi-standard adaptive dropout compensator | |
EP0362747A2 (en) | Circuitry for comb filtering PAL and NTSC video signals | |
JP2596731B2 (ja) | ルミナンス/クロミナンス信号成分分離装置 | |
GB2087191A (en) | A filter and system incorporating the filter for processing discrete samples of composite signals | |
KR0131400B1 (ko) | 웨스턴 클린 팔에서의 조합 및 분리용 비첨예 컷 필터 | |
PT95922B (pt) | Filtro de pente video de padroes multiplos adaptativo | |
JPH0241956B2 (nl) | ||
JP2699488B2 (ja) | コムフィルタ | |
FR2478924A1 (fr) | Procede et appareil pour realiser la compensation de manques de signal sur une ligne de signaux de television couleurs |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: AMPEX SYSTEMS CORPORATION |
|
BV | The patent application has lapsed |