NL8005767A - CONTROL DEVICE FOR A SPEED TRANSMITTER. - Google Patents

CONTROL DEVICE FOR A SPEED TRANSMITTER. Download PDF

Info

Publication number
NL8005767A
NL8005767A NL8005767A NL8005767A NL8005767A NL 8005767 A NL8005767 A NL 8005767A NL 8005767 A NL8005767 A NL 8005767A NL 8005767 A NL8005767 A NL 8005767A NL 8005767 A NL8005767 A NL 8005767A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
amplifier
sensor
voltage
supply voltage
inverting input
Prior art date
Application number
NL8005767A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Wabco Steuerungstech
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wabco Steuerungstech filed Critical Wabco Steuerungstech
Publication of NL8005767A publication Critical patent/NL8005767A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60TVEHICLE BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF; BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF, IN GENERAL; ARRANGEMENT OF BRAKING ELEMENTS ON VEHICLES IN GENERAL; PORTABLE DEVICES FOR PREVENTING UNWANTED MOVEMENT OF VEHICLES; VEHICLE MODIFICATIONS TO FACILITATE COOLING OF BRAKES
    • B60T8/00Arrangements for adjusting wheel-braking force to meet varying vehicular or ground-surface conditions, e.g. limiting or varying distribution of braking force
    • B60T8/32Arrangements for adjusting wheel-braking force to meet varying vehicular or ground-surface conditions, e.g. limiting or varying distribution of braking force responsive to a speed condition, e.g. acceleration or deceleration
    • B60T8/88Arrangements for adjusting wheel-braking force to meet varying vehicular or ground-surface conditions, e.g. limiting or varying distribution of braking force responsive to a speed condition, e.g. acceleration or deceleration with failure responsive means, i.e. means for detecting and indicating faulty operation of the speed responsive control means
    • B60T8/885Arrangements for adjusting wheel-braking force to meet varying vehicular or ground-surface conditions, e.g. limiting or varying distribution of braking force responsive to a speed condition, e.g. acceleration or deceleration with failure responsive means, i.e. means for detecting and indicating faulty operation of the speed responsive control means using electrical circuitry
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60TVEHICLE BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF; BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF, IN GENERAL; ARRANGEMENT OF BRAKING ELEMENTS ON VEHICLES IN GENERAL; PORTABLE DEVICES FOR PREVENTING UNWANTED MOVEMENT OF VEHICLES; VEHICLE MODIFICATIONS TO FACILITATE COOLING OF BRAKES
    • B60T2270/00Further aspects of brake control systems not otherwise provided for
    • B60T2270/40Failsafe aspects of brake control systems
    • B60T2270/415Short-circuit, open circuit failure

Description

*** -* VO 1000*** - * VO 1000

Titel : Controle-inriehting voor een toerentalgever.Name: Inspection device for an encoder.

De uitvinding heeft betrekking op een controle-inriehting voor toerentalgevers van inrichtingen ter bescherming tegen glijden en slingeren, waarbij de via een sensorschakeling aan een voedingsspanningsbron aangesloten sensor dient voor het opwekken van een signaalspanning, 5 die overeenkomt met de draaiverhouding’van de wielenen, waarbij de signaalspanning in de normale toestand afwijkt van de voedingsspanning van de sensor.The invention relates to a control device for revolutions of anti-slip and anti-roll devices, wherein the sensor connected via a sensor circuit to a supply voltage source serves to generate a signal voltage corresponding to the turning ratio of the wheels. the signal voltage in the normal state deviates from the supply voltage of the sensor.

In inrichtingen ter bescherming tegen ^glijden en slingeren van railvoertuigen dienen toerentalgevers voor het controleren respec-10 tievelijk vaststellen van de draaiverhouding van de voertuig- wielen. Door de toerentalgever wordt «ea met de wielsnelheid veranderend wisselspanningssignaal met een frequentie die evenredig is aan de snelheid toegevoerd aan een verwerkingsschakeling, welke dit signaal vergelijkt met de grenswaarde en. bij het overschrijden van de te voren be-1'5 paalde grenswaarde of bij het onder deze waarde blijven signalen opwekt voor het loslaten of aantrekken van de remmen.In devices for protection against slipping and rolling of rail vehicles, revs serve to check and determine the turning ratio of the vehicle wheels, respectively. The accelerometer sends the AC voltage signal changing with the wheel speed with a frequency proportional to the speed to a processing circuit which compares this signal with the limit value and. if the previously determined limit value is exceeded or if it remains below this value, signals are generated for releasing or applying the brakes.

Wanneer in. een toerentalgever of ook aan de van de toerentalgever naar de ververkingsschakeling leidende leidingen een defect optreedt, kan dit tot gevolg hebben, dat door de verwerkingsschakeling 20 signalen worden opgewekt, die een foutieve remdrukregeling veroorzaken of bij een bescherming tegen slingeren het motortoerental foutief beïnvloeden.When in. If an accelerator or even the leads leading from the accelerator to the circuit are defective, this can lead to signals being generated by the processing circuit 20, which cause an incorrect brake pressure regulation or, in the event of protection against oscillation, have an erroneous influence on the motor speed.

Om het ontstaan van dergelijke foutieve signalen te verhinderen is het uit de Duitse octrooiaanvrage nr. 21 k2 lbh bekend om de signa-25 len van de toerentalgeveis van steeds twee voertuigwielen toe te voeren aan een maximaalorgaan, dat steeds het grotere signaal, d.w.z. het signaal, dat overeenkomt met de grootste wielsnelheid, verder voert naar de verwerkingsschakeling.In order to prevent the generation of such erroneous signals, it is known from German patent application No. 21 k2 lbh to supply the signals of the speed requirement of two vehicle wheels at a time to a maximum member, which always has the larger signal, ie the signal , which corresponds to the greatest wheel speed, feeds further to the processing circuit.

Het is met deze schakeling weliswaar mogelijk om het drukloos 30 worden van een wielremcilinder te verhinderen, maar men kan niet te weten komen of er een sensor foutief werkt en welke dit is. Het is ook niet mogelijk om fouten in de overdrachtsleidingen vast te stellen.Although it is possible with this circuit to prevent the wheel brake cylinder from becoming pressureless, it is not possible to find out whether a sensor is faulty and which it is. It is also not possible to detect errors in the transfer lines.

De uitvinding heeft tot doel om. te voorzien in een controle-inriehting voor toerentalgevers, welke eenvoudig is van opbouw en het 35 optreden van fouten in de toerentalgevers en/of de overdrachtsleidingen signaleert.The invention aims at. to provide a control device for speed generators, which is simple in construction and signals the occurrence of errors in the speed generators and / or the transmission lines.

aη n r 7fi 7 2aη n r 7fi 7 2

De uitvinding voorziet hiertoe in een inrichting van voomoemde soort, waarbij de uitgang van de sensor aangesloten is op de ingang van een verwerkingsschakeling, welke zo is opgebouwd, dat aan de uitgang ervan bij een defect in de sensor of in de aansluitleidingen van de sen-5 sor een foutsignaal wordt opgewekt, dat afhankelijk van het soort defect een versterker, welke dient voor het versterken van de signaalspanning, in een bovenste of onderste eindstand stuurt, waarbij de uitgang van de sensorschakeling aangesloten is op de ingang van een indicatieschakeling, welke twee parallel geschakelde versterkingstakken bevat en dient voor 10 het aansturen van een indicatie-inrichting; waarbij de eerste verster-kingstakr dient voor het opwekken van een indicatiespanning bij het optreden van een foutsignaal, dat wordt veroorzaakt wanneer de versterker in de onderste eindstand komt en waarbij de versterkingstrap dient voor het opwekken van een indicatiespanning bij het optreden van een fout-15 signaal, dat wordt veroorzaakt wanneer de versterker in de bovenste eindstand ervan komt.The invention provides for this purpose a device of the above-mentioned type, wherein the output of the sensor is connected to the input of a processing circuit, which is constructed such that at the output thereof in the event of a defect in the sensor or in the connection lines of the sensor. An error signal is generated, which, depending on the type of defect, sends an amplifier, which serves to amplify the signal voltage, into an upper or lower end position, the output of the sensor circuit being connected to the input of an indication circuit, which two reinforcement branches connected in parallel and serving to control an indication device; the first gain branch serving to generate an indication voltage upon the occurrence of an error signal caused when the amplifier is in the lower end position and the amplifying stage serving to generate an indication voltage upon the occurrence of an error-15 signal, which is caused when the amplifier reaches its upper end position.

Het is bij de inrichting volgens de uitvinding voordelig, dat iedere toerentalgever apart gecontroleerd kan worden, dat het aanbrengen van de controle-inrichting mogelijk is zowel in de toerentalgever zelf 20 alsook in de verwerkingsschakeling en dat de inrichting naderhand bij bekende inrichtingen ter bescherming tegen geleiden kan worden toegepast.It is advantageous with the device according to the invention that each speed transmitter can be checked separately, that the mounting of the control device is possible both in the speed transmitter itself and in the processing circuit and that the device is subsequently retrofitted with known devices for protection against conductivity can be applied.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader beschreven worden aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening.The invention will be described in more detail below with reference to an exemplary embodiment with reference to the drawing.

25 De tekening toont een principeschema van een als sensor in een inrichting ter bescherming tegen glijden dienende veldplaatgever met een controle-inrichting.The drawing shows a schematic diagram of a field plate sensor serving as a sensor in an anti-slip device with a control device.

De uit twee veldplaten 1 en 2 bestaande sensor is opgenomen in de emitterleiding 3 van een transistor 4, waarvan de basis via een leiding 30 5, waarin drie weerstanden 6, 7 en 8 zijn aangebracht, verbonden is met de polen van een voedingsspanningsbron. Een uitgangsleiding 9 leidt van sensor 1, 2 via een weerstand 10 naar de inverterende ingang van een different iaalversterker 11. In de uitgangsleiding 9 is een condensator 12 opgenomen. Door een weerstand 13, die opgenomen is in een de inverteren-35 de ingang met de uitgang van de differentiaalversterker 11 verbindende leiding 14, alsook door de weerstand 10 en de weerstanden van de veldplaten 1 en 2 is de versterking van de differentiaalversterker 11 vast- 80 05 76 7 3 gelegd. Een leiding 15 verbindt de emitterleiding 3 via een ont^oppe-, lingsdiode 16 met de leiding 9· Tussen de voedingsspanningsbron en de leiding 15 is in een leiding 17 een weerstand 18 opgenomen. Verder is in een leiding 19, die de voedings spanningsbron verbindt met de leiding 5 9 een weerstand 20 aangebracht. De leiding 19 is via een ontkoppelings- diode 21 eveneens aangesloten op de inverterende ingang van de differen-tiaalversterker 11. De niet-inverterende ingang van de differentiaalver-sterker 11 is via een leiding 22 aangesloten op een uit de weerstanden 6 en T bestaande spanningsdeler, die aangesloten is op de voedingsspan-10 ningsbron en waarvan de uitgangsspanning door middel van een zener diode 23 constant wordt gehouden.The sensor consisting of two field plates 1 and 2 is included in the emitter line 3 of a transistor 4, the base of which is connected to the poles of a supply voltage source via a line 30, in which three resistors 6, 7 and 8 are arranged. An output line 9 leads from sensor 1, 2 via a resistor 10 to the inverting input of a differential amplifier 11. A capacitor 12 is included in the output line 9. The resistance of the differential amplifier 11 is fixed by a resistor 13 which is included in a conduit 14 connecting the input to the output of the differential amplifier 11 and the resistance 10 and the resistors of the field plates 1 and 2. 80 05 76 7 3 laid. A lead 15 connects the emitter lead 3 via a deflation diode 16 to the lead 9. A resistor 18 is included in a lead 17 between the supply voltage source and the lead 15. Furthermore, a resistor 20 is arranged in a line 19 connecting the supply voltage source to the line 9. The line 19 is also connected via a decoupling diode 21 to the inverting input of the differential amplifier 11. The non-inverting input of the differential amplifier 11 is connected via a line 22 to a voltage divider consisting of resistors 6 and T which is connected to the supply voltage source and whose output voltage is kept constant by means of a zener diode 23.

De differentiaalversterker 11 vormt tezamen met de leidingen 17 en " 19 de weerstanden 18 en 20 en de ontkoppelingsdioden 16 en 21 een ver-werkingsschakeling, die bij het optreden van een fout in een sensor of 15 in de voedingsleidingen van de sensor een spanning aan de differentiaalverst erker 11 geeft, welke overeenkomt met de voedingsspanning.The differential amplifier 11, together with the lines 17 and 19, the resistors 18 and 20 and the decoupling diodes 16 and 21 form a processing circuit which, when an error occurs in a sensor or 15 in the supply lines of the sensor, supplies a voltage to the differential amplifier 11 which corresponds to the supply voltage.

De uitgang van de differentiaalversterker 11 is via een leiding 24 verbonden met twee versterkertakken. De eerste versterkertak bezit een differentiaalversterker 27, waarvan de niet-inverterende ingang via 20 een spanningsdeler 28, 29 en 30 aangesloten is op de pluspool en de minpool, van de voedings spanningsbron. De niet-inverterende ingang van de differentiaalversterker 33 is via een ontkoppelingsdiode 37, een leiding 38 en een laadcondensator 39 enerzijds aan de minpool van de voedings-spanningsbron en anderzijds via de weerstanden 25 en 32 aangesloten op 25 de pluspool van de voedingsspanningsbron. Aan de ontkoppelingsdiode 26 en 37 zijn steeds drie andere ontkoppelingsdioden, respectievelijk 1*0, 41, 42 en 1*3, 44, 45 voor het aansluiten van extra sensoren met bijbehorende verwerkïngsschakelingen parallel geschakeld.The output of the differential amplifier 11 is connected via a line 24 to two amplifier branches. The first amplifier branch has a differential amplifier 27, the non-inverting input of which is connected via 20 a voltage divider 28, 29 and 30 to the plus pole and the minus pole of the supply voltage source. The non-inverting input of the differential amplifier 33 is connected via a decoupling diode 37, a line 38 and a charging capacitor 39 on the one hand to the negative pole of the supply voltage source and on the other hand via the resistors 25 and 32 to the positive pole of the supply voltage source. Three other decoupling diodes, 1 * 0, 41, 42 and 1 * 3, 44, 45 for connecting additional sensors with associated processing circuits, are each connected to the decoupling diode 26 and 37.

Hét bovenstaand beschreven gedeelte van de schakeling wordt aange-30 duid als indicatieschakeling en heeft tot doel om fouten aan een sensor of in de voedingsleidingen van de sensor of ook fouten in de versterker vast te stellen en een foutsignaal op te wekken, dat aan een indicatie-inriehting wordt toegevoerd.The above-described part of the circuit is referred to as an indication circuit and aims to detect errors on a sensor or in the supply lines of the sensor or also errors in the amplifier and to generate an error signal which is associated with an indication. equipment is supplied.

De indicatie-inrichting bestaat in dit uitvoeringsvoorbeeld uit 35 een signaallamp 49, die via een leiding 48 en telkens een ontkoppelingsdiode 46 en 47 verbonden is met de uitgangen van de differentiaalverst erkers 27 ai 33.In this exemplary embodiment, the indicating device consists of a signal lamp 49, which is connected via a line 48 and each decoupling diode 46 and 47 to the outputs of the differential amplifiers 27 ai 33.

80 05 76 7 k80 05 76 7 k

De verging van de eontrole-inrichting volgens de uitvinding 2al in het hierna volgende nader worden verklaard.The wreckage of the control device according to the invention will be explained in more detail below.

Door de voedingsspanningsbron wordt via de weerstanden 6, 7 en 8, de zener diode 23 en de transistor k een constante spanning gelegd aan 5 de veldplaten 1 en 2 van de sensor. De differentiaalversterker 11 wordt via de condensator 12 aangestuurd doordat de weerstanden van de veldplaten 1 en 2 afwisselend veranderen en derhalve op de spanning tussen de veldplaten 1 en 2 een wisselspanning wordt gesuperponeerd.A constant voltage is applied to the field plates 1 and 2 of the sensor via the resistors 6, 7 and 8, the zener diode 23 and the transistor k through the supply voltage source. The differential amplifier 11 is driven via the capacitor 12 in that the resistances of the field plates 1 and 2 change alternately and therefore an alternating voltage is superimposed on the voltage between the field plates 1 and 2.

De weerstandsverandering van de veldplaten 1 en 2 ontstaat door-10 dat de voor een permanente magneet aangehrachte veldplaten hij het voorbijlopen van een door het bijbehorende voertuigenwiel aangedreven tandwiel afwisselend, afhankelijk van de tandstand, aan een zwakke of sterke magnetische flux zijn blootgesteld.The change in resistance of the field plates 1 and 2 is caused by the fact that the field plates applied for a permanent magnet are subjected alternately, depending on the tooth position, to a weak or strong magnetic flux when a gear wheel driven by the associated vehicle wheel passes.

Bij een niet-defecte sensor en niet-defecte verzorgingsleidingen 15 van de sensor wordt via de leiding 22 aan de niet-inverterende ingang van de differentiaalversterker 11 een spanning toegevoerd, die overeenkomt met de door de zenerdiode 23 vastgelegde spanning. In de indicatie-schakeling stelt zich derhalve achter de weerstand 25 op de laadconden-sator 39 bij een juist werkende sensor een spanning in, die gelijk is 20 aan de door de zener diode 23 vastgelegde spanning.In the case of a non-defective sensor and non-defective supply lines 15 of the sensor, a voltage is supplied via the line 22 to the non-inverting input of the differential amplifier 11, which corresponds to the voltage determined by the zener diode 23. In the indication circuit, therefore, a voltage equals 20 to the voltage recorded by the zener diode 23 behind the resistor 25 on the charging capacitor 39 when the sensor is working correctly.

Wanneer aan de sensor een defect optreedt, bijvoorbeeld het breken van de veldplaat 1, wordt de differentiaalversterker 11 via de weerstand 18 en de ontkoppelingsdiode 16 gestuurd, hetgeen tot gevolg heeft, dat de differentiaalversterker 11 naar de negatieve eindstand daarvan 25 gaat en een uit gangs spanning opwekt, welke wezenlijk afwijkt van de door de zener diode 23 vastgelegde spanning. Op de laadcondensator 39 van de indicatieschakeling daalt de spanning. Wanneer deze een waarde bereikt, welke kleiner dan de spanning op het knooppunt van de weerstanden 29 en 30,verminderd met de diodespanning van de ontkoppeldiode 26, is, dan 30 wordt door de differentiaalversterker 27 via de ontkoppelingsdiode k6 en de leiding kQ een uitgangssignaal afgegeven aan de signaallamp k9 en derhalve een fout aangegeven.When a defect occurs on the sensor, for example the breaking of the field plate 1, the differential amplifier 11 is driven via the resistor 18 and the decoupling diode 16, as a result of which the differential amplifier 11 goes to its negative end position and an output. generates voltage substantially different from the voltage recorded by the zener diode 23. The voltage drops on the charging capacitor 39 of the indication circuit. When it reaches a value less than the voltage at the node of the resistors 29 and 30, minus the diode voltage of the decoupling diode 26, then 30 is output from the differential amplifier 27 through the decoupling diode k6 and line kQ. at the signal lamp k9 and therefore an error is indicated.

Een andere foutmogelijkheid kan zijn, dat de uitgangsleiding 9 van de sensor 1, 2 breekt. In dit geval wordt de differentiaalversterker 35 11 via de weerstand 20 en de ontkoppelingsdiode 21 gestuurd en gaat eveneens- naar de negatieve eindstand ervan. De spanning op de laadcondensator 39 van de indicatieschakeling daalt. Bij het bereiken van een 80 05 76 7 5 waarde welke kleiner dan de spanning op het knooppunt van de weerstanden 29 en 30, verminderd met de diodespanning van de dioden 26, is, wordt door de differentiaalversterker 27 een uitgangssignaal via de ontkoppe-lingsdiode k6 aan de leiding h8 aan de signaallamp k9 afgegeven.Another error possibility may be that the output line 9 of the sensor 1, 2 breaks. In this case, the differential amplifier 35 11 is driven through the resistor 20 and the decoupling diode 21 and also goes to its negative end position. The voltage on the charging capacitor 39 of the indication circuit drops. When an 80 05 76 7 5 value is reached which is less than the voltage at the node of the resistors 29 and 30, less the diode voltage of the diodes 26, the differential amplifier 27 outputs an output signal through the decoupling diode k6 delivered to line h8 on signal lamp k9.

5 Wanneer daarentegen in de condensator 12 een defect optreedt, gaat de differentiaalversterker 11 naar een positieve eindstand daarvan. De spanning op ee laadcondensator 39 stijgt in dit geval langzaam. Wanneer deze de spanning op het knooppunt van de weerstanden 35 en 36, . verhoogd met de diodespanning van de ontkoppeingsdiode 37 bereikt ,wekt 10 dé differentiaalversterker 33 een uitgangssignaal op, dat via de ont-koppelingsdiode U7 en de leiding U8 de signaallamp k9 bereikt. Bij storingen in het leidingssysteem,bijvoorbeeld in de voedingsleidingen of de uitgangsleiding van de differentiaalversterker 11, wordt eveneens een foutsignaal opgewekt.On the other hand, when a defect occurs in the capacitor 12, the differential amplifier 11 goes to a positive end position thereof. The voltage on the charging capacitor 39 increases slowly in this case. When this is the voltage at the junction of resistors 35 and 36,. increased with the diode voltage of the decoupling diode 37, the differential amplifier 33 generates an output signal which reaches the signal lamp k9 via the decoupling diode U7 and the line U8. In the event of faults in the line system, for example in the supply lines or the output line of the differential amplifier 11, an error signal is also generated.

15' Wanneer bijvoorbeeld de plusleiding wordt onderbroken, wordt een stoorsignaal afgegeven op gelijke wijze als bij de negatieve eindstand van dié differentiaalversterker. Wanneer daarentegen de minleiding is gestoord, treedt een foutmelding op zoals bij de positieve eindstand van de differentiaalversterker. Bij het onderbreken van de uitgangsleiding 20 2k van de differentiaalversterker 11 wordt via de weerstanden 32 en 25 de laadcondensator 39 van de indicatieschakeling geladen en treedt een foutmelding op, zoals bij de positieve eindstand van de differentiaalversterker.When the positive line is interrupted, for example, a false signal is output in the same way as with the negative end position of the differential amplifier. If, on the other hand, the minus line is disturbed, an error message occurs, such as with the positive end position of the differential amplifier. When the output line 20 2k of the differential amplifier 11 is interrupted, the charging capacitor 39 of the indication circuit is charged via the resistors 32 and 25 and an error occurs, such as with the positive end position of the differential amplifier.

De laadcondensator 39 dient voor het onderdrukken van een wissel-25 spanningssignaal bij het rijden en derhalve voor het vormen van een gemiddelde spanning.The charging capacitor 39 serves to suppress an AC voltage signal while driving and thus to produce an average voltage.

80 05 76 780 05 76 7

Claims (6)

1. Controle-inrichting voor toerentalgevers van inrichtingen ter "bescherming tegen glijden en slingeren, waarbij de via een sensorschakeling aan een voedingsspanningsbron aangesloten sensor dient voor het opwekken van een signaalspanning die overeenkomt met de draaiverhouding van 5 de wielen, waarbij de signaalspanning in de normale toestand afwijkt van de voedingsspanning van de sensor, met het kenmerk, dat de uit gangs spanning van de sensor (1, 2) aangesloten is op de ingang van een verwerkings-schakellng (18, 20, 16, 21) die zo is opgebouwd, dat aan de uitgang ervan bij een defect in de sensor (1, 2) of in de aansluitleidingen van 10 de sensor (1, 2) een fout signaal wordt opgewekt, dat afhankelijk van de aard van het defect een versterker (11), welke dient voor het versterken van de signaalspanning, in een bovenste of onderste eindstand stuurt; dat de uitgang van de sensor schakeling aangesloten is op de ingang van een indïcatieschakeling, welke twee parallel geschakelde versterker-15 takken bevat en dient voor het aansturen van een indicatie-inrichting; dat de eerste versterkertak (27, 29, 30, 25, 32, 39) dient voor het opwekken van een indicatiespanning bij het optreden van een foutsignaal, dat wordt veroorzaakt, wanneer de versterker (11) in de onderste eindstand komt en dat de tweede versterkertak (33, 35, 36, 25, 32, 39) dient 20 voor het opwekken van een indicatiespanning bij het optreden van een foutsignaal, dat wordt veroorzaakt, wanneer de versterker (11) in de bovenste eindstand komt.1. Control device for revolutions of anti-slip and roll protection devices, the sensor connected via a sensor circuit to a power supply source serving to generate a signal voltage corresponding to the turning ratio of the wheels, the signal voltage being in the normal condition deviates from the supply voltage of the sensor, characterized in that the output voltage of the sensor (1, 2) is connected to the input of a processing circuit (18, 20, 16, 21) which is thus constructed, that at its output in the event of a defect in the sensor (1, 2) or in the connecting lines of the sensor (1, 2) an error signal is generated, which, depending on the nature of the defect, an amplifier (11), which serves to amplify the signal voltage, in an upper or lower end position; that the output of the sensor circuit is connected to the input of an indicator circuit, which two amplifiers connected in parallel er-15 branches and serves to control an indication device; that the first amplifier branch (27, 29, 30, 25, 32, 39) serves to generate an indication voltage upon the occurrence of an error signal caused when the amplifier (11) comes to the lower end position and the second amplifier branch (33, 35, 36, 25, 32, 39) serves to generate an indication voltage upon the occurrence of an error signal caused when the amplifier (11) enters the upper end position. 2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de sensor twee, aan een van voedingsspanningsvariaties onafhankelijke voedingsspanning 25 aangesloten en in serie geschakelde veldplaatweerstanden (1, 2) bevat, aan het verbindingspunt waarvan de signaalspanning af te nemen is.Device according to claim 1, characterized in that the sensor comprises two field voltage resistors (1, 2) connected to a supply voltage independent of supply voltage variations and connected in series to the connection point from which the signal voltage can be derived. 3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de veldjïaatweer-standen (1, 2) in de emitterleiding van een met een constante basisvoor-spanning bedreven transistor (b) zijn opgenomen. 30 b. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de sensor-schakeling een versterker (11) bevat, waarvan de niet-inverterende ingang aangesloten is op een constante voedingsspanning en dat de inverterende ingang van de versterker (11) via een weerstand (10) en ontkop-pelingsdioden (16, 21) en via weerstanden (l 8, 20) aangesloten is op de 35 ene pool van de voedingsspanningsbron en aan de sensor (1, 2). 80 05 76 7 τDevice according to claim 2, characterized in that the field jiate resistors (1, 2) are included in the emitter line of a transistor (b) operated with a constant base bias voltage. 30 b. Device according to claim 1, characterized in that the sensor circuit comprises an amplifier (11), the non-inverting input of which is connected to a constant supply voltage and the inverting input of the amplifier (11) via a resistor (10) and decoupling diodes (16, 21) and connected via resistors (18, 20) to the one pole of the supply voltage source and to the sensor (1, 2). 80 05 76 7 τ 5. Inrichting volgens conclusie k met het kenmerk, dat de versterker (11) met de niet-inverterende ingang ervan via een spanningsdeler (6, 7, 8. verbonden is met de pluspool van de voedingsspanningsbron, waarbij de spanning door middel van een zener diode (23) is gestabiliseerd, dat de 5 inverterende ingang van de versterker via een condensator (12) aangesloten is op het verbindingspunt van de beide veldplaatweerstanden (1, 2) van de sensor; dat de uitgang van de sensor (1,2) via een weerstand (20) verbonden is met de pluspool van de voedingsspanningsbron en via een ontkoppelingsdiode (21) verbonden is met de inverterende ingang 10 van de versterker (11) via een weerstand (10) en dat de ingang van de sensor (1, 2) via een weerstand (18) aangesloten is op de pluspool van de voedingsspanningsbron en via een ontkoppelingsdiode (16) aangesloten is op de inverterende ingang van de versterker (11) via weerstand (10).Device according to claim k, characterized in that the amplifier (11) with its non-inverting input is connected via a voltage divider (6, 7, 8.) to the positive pole of the supply voltage source, the voltage being applied by means of a zener diode (23) is stabilized, that the 5 inverting input of the amplifier is connected via a capacitor (12) to the connection point of the two field plate resistors (1, 2) of the sensor; that the output of the sensor (1,2) is connected via a resistor (20) to the plus pole of the supply voltage source and is connected via a decoupling diode (21) to the inverting input 10 of the amplifier (11) via a resistor (10) and that the input of the sensor (1, 2) is connected via a resistor (18) to the plus pole of the supply voltage source and is connected via a decoupling diode (16) to the inverting input of the amplifier (11) via resistor (10). 6. Inrichting volgens tenminste een der voorgaande conclusies met het 15 kenmerk, dat de beide versterkertakken van de indicatieschakeling elk een differentiaalversterker (27, 33) bevatten, waarbij de niet-inverte-rende ingang van de differentiaalversterker (27) van de eerste versterker-trap aangesloten is op een op de voedingsspanningsbron aangesloten eerste spanningsdeler (28, 29, 30), waarbij de inverterende ingang van de 20 differentiaalversterker (33) van de tweede versterkertak aangesloten is op een op de voedingsspanningsbron aangesloten tweede spanningsdeler (3^, 35, 38), waarbij de inverterende ingang van de differentiaalversterker (27) van de eerste versterkertak via een eerste ontkoppeldiode (26) en de niet-invert erende ingang van de differentiaalversterker (33) van de 25 tweede versterkertak via een tweede ontkoppeldiode (37),die verbonden is op een wijze die tegengesteld is aan de wijze waarop de eerste ontkoppeldiode (26) aangesloten is,zijn aangesloten op een laadcondensator (39) en waarbij de laadcondensator (39) anderzijds via een weerstand (25) aangesloten is op de ingang van de indicatieschakeling, terwijl de in-30 gang van de indicatieschakeling eveneens via een weerstand (32) verbonden is met de pluspool van de voedingsspanning.6. Device according to at least one of the preceding claims, characterized in that the two amplifier branches of the indication circuit each contain a differential amplifier (27, 33), the non-inverting input of the differential amplifier (27) of the first amplifier. stage is connected to a first voltage divider (28, 29, 30) connected to the supply voltage source, the inverting input of the 20 differential amplifier (33) of the second amplifier branch being connected to a second voltage divider (3 ^, 35, connected to the supply voltage source). 38), the inverting input of the differential amplifier (27) of the first amplifier branch via a first decoupling diode (26) and the non-inverting input of the differential amplifier (33) of the second amplifier branch via a second decoupling diode (37), connected in a manner opposite to the manner in which the first disconnection diode (26) is connected are connected to a load of seconds capacitor (39) and in which the charging capacitor (39) on the other hand is connected via a resistor (25) to the input of the indication circuit, while the input of the indication circuit is also connected via a resistor (32) to the positive pole of the supply voltage. 7. Inrichting volgens tenminste een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat aan de ontkoppeldiodes van de versterkertakken steeds een aantal andere overeenkomstige ontkoppeldioden (h09 hl 9 h2 en U3, 35 h5) parallel zijn geschakeld voor het aansluiten van andere te controle ren sensoren met bijbehorende ververkingsschakelingen. 80 05 76 7 25 2v I—1—I—-- -- . fr*i τγ i'ii ‘a-1 .^-cb---l ·· λ—Λ CD GO - Λ—^7-ll5;—" cvjX go 22 ro m rTli I I CO I I _|-----1-------1- ! -. yH I 6 ~6 1 6 Cvl “ΛΠ £f ^ _ϋ Ί s 2 ~ιΙ i __^ τ ^_.. rr ->ir> -^cn — 11—LU-"—ÈZH-^-——LU-" co 80 05 76 7 I-^-..Device according to at least one of the preceding claims, characterized in that a number of other corresponding decoupling diodes (h09 hl 9 h2 and U3, 35 h5) are always connected in parallel to the decoupling diodes of the amplifier branches for connecting other sensors to be checked with associated circuit circuits. 80 05 76 7 25 2v I — 1 — I —-- -. fr * i τγ i'ii 'a-1. ^ - cb --- l ·· λ — Λ CD GO - Λ— ^ 7-ll5; - "cvjX go 22 ro m rTli II CO II _ | --- --1 ------- 1-! -. YH I 6 ~ 6 1 6 Cvl “ΛΠ £ f ^ _ϋ Ί s 2 ~ ιΙ i __ ^ τ ^ _ .. rr -> ir> - ^ cn - 11 — LU - "- ÈZH - ^ -—— LU-" co 80 05 76 7 I - ^ - ..
NL8005767A 1979-10-20 1980-10-20 CONTROL DEVICE FOR A SPEED TRANSMITTER. NL8005767A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2942442 1979-10-20
DE19792942442 DE2942442C2 (en) 1979-10-20 1979-10-20 Monitoring device for speed sensor

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005767A true NL8005767A (en) 1981-04-22

Family

ID=6083945

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005767A NL8005767A (en) 1979-10-20 1980-10-20 CONTROL DEVICE FOR A SPEED TRANSMITTER.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE885790A (en)
DE (1) DE2942442C2 (en)
NL (1) NL8005767A (en)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3541852C2 (en) * 1985-11-27 1997-08-21 Bosch Gmbh Robert Monitoring arrangement for speed sensors
JPH077002B2 (en) * 1987-06-02 1995-01-30 トヨタ自動車株式会社 Rotation speed sensor abnormality detection device
JP2654657B2 (en) * 1988-02-03 1997-09-17 富士重工業株式会社 Failure determination method for automotive anti-skid device
US5343396A (en) * 1992-04-29 1994-08-30 Youngblood Richard J Sensor malfunction detection

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2200805A1 (en) * 1972-01-08 1973-07-19 Bosch Gmbh Robert CIRCUIT ARRANGEMENT FOR MONITORING AN ELECTRONIC TACHOMETER

Also Published As

Publication number Publication date
BE885790A (en) 1981-02-16
DE2942442A1 (en) 1981-05-14
DE2942442C2 (en) 1984-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP4008044B2 (en) Sensor bridge function monitoring method and function monitoring circuit device
CN109416382B (en) Grounding loss detection circuit
US6843537B2 (en) High reliability pressure sensor
US9221476B2 (en) Method and arrangement for monitoring a brake system of a brake arrangement of a rail vehicle
CN107645997B (en) Device and method for operating a motor vehicle
GB2243657A (en) A method for monitoring the friction between the roadway and the tyres of driven motor vehicle wheels
CS277112B6 (en) Connexion for checking up an end amplifier and its load
JPH09509500A (en) Error detection method in rotation speed sensor
KR20140050470A (en) Apparatus and method for stabilizing vehicle drive using fail safety function of wheel speed sensor
CA2032024A1 (en) Speed sensor gap fault-detection arrangement for multiple-axle rail vehicles
NL8005767A (en) CONTROL DEVICE FOR A SPEED TRANSMITTER.
JP4294739B2 (en) Rotation speed detector
EP1416286A2 (en) Wheatstone bridge
US11897445B2 (en) Apparatus and method for determining a rotational speed of at least one wheel of a vehicle
US7013233B2 (en) Method and device for the detection of the movement of an element
US6554376B2 (en) Method and device for adjusting the braking and/or driving effect on the wheels of a motor vehicle
JPH11506243A (en) In-vehicle device for transmission of signals formed using sensors
AU677955B2 (en) A wheel speed sensor input circuit with sensor status detection
US20230192219A1 (en) Method and device for plausibilizing a sensor signal of a single-track vehicle
JPH11512590A (en) Circuit device for evaluating a binary signal defined by a current threshold
EP0126051A2 (en) Method and device for preventing slipping and/or skidding between driveable and breakable wheels and the supporting surface in vehicle traction systems
CN111381070B (en) Vehicle and vehicle speed calculation method and device thereof
CZ2019526A3 (en) A method for estimating the slope of adhesion of a rail vehicle at a working point and apparatus for the method
US10571481B2 (en) Low wheel speed detection utilizing variable reluctance speed transducer
JP3139785B2 (en) Self-diagnosis method for sensor signal processing circuit

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed