NL8005341A

NL8005341A - Twin-shank marine anchor - has flat plate legs forming V=shaped twin shank in planes parallel to fluke

Info

Publication number: NL8005341A
Application number: NL8005341A
Authority: NL
Original assignee: Haak Rob Van Den
Priority date: 1980-09-25
Filing date: 1980-09-25
Publication date: 1982-04-16
Also published as: KR860002018B1; KR830007350A

Abstract

The anchor has a fluke (3) to which a V-shaped twin shank is fixed. Each shank leg (2) has a wide flat shape, with the legs having their flats located in planes with an intersection (7), parallel to the fluke axis. During penetration of the sea bed, the soil (4) is displaced through a tunnel of constant sectional area. The shank legs make an angle along their length of 0 degrees plus or minus nine degrees with the fluke axis. The straight penetration position is maintained by stabilisers (11) at the rear corners of the fluke (3) each consisting of a side-ways offstanding earplate which stands at a forwardly opening angle.

Description

r i \r i \

Ankeranchor

De uitvinding heeft betrekking pp een anker, voorzien van een vloei waaraan een dubbele V-vormige schacht is verbonden, waarvan elk schachtbeen uit een breed vlak profiel bestaat.The invention relates to an anchor, provided with a rolling paper to which a double V-shaped shaft is connected, each shaft leg of which consists of a wide flat profile.

5 Een dergelijk anker is bekend uit de op 3 mei 1973 ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7115016. Men beoogt daarbij door een diepe penetratie de houdkracht van het anker te verhogen maar het bekende anker heeft het bezwaar dat de schachtbenen zodanig zijn geplaatst dat zij, in projectie 10 loodrecht pp de richting waarin de vloei penetreert beschouwd, een aanzienlijk oppervlak vertonen, dat veel weerstand oplevert, wat de diepe penetratie belemmert.Such an anchor is known from Dutch patent application 7115016 laid open for public inspection on May 3, 1973. The aim is to increase the adhesive force of the anchor by means of a deep penetration, but the known anchor has the drawback that the shaft legs are placed in such a way that projection 10 perpendicular to the direction in which the flow penetrates show a considerable surface area, which provides a lot of resistance, which hinders the deep penetration.

Dit bezwaar is bij het anker met dubbele V-vormige schacht volgens de uitvinding ondervangen doordat de schachtbenen 15 met hun brede vlak in vlakken zijn gelegen, die een in hoofdzaak aan de vloeihartlijn evenwijdige snijlijn hébben, een en ander zodanig dat bij de penetratie de grond zich als door een tunnel van nagenoeg constante doorsnede kan verplaatsen. Door de veel geringere weerstand, die zodoende wordt ondervonden, kan het 20 nieuwe anker veel dieper penetreren en een hogere houdkracht uitoefenen dan tot dusver bereikt kon worden.This drawback is obviated in the case of the anchor with a double V-shaped shaft according to the invention in that the shaft legs 15 are located in planes with their wide surface, which have a cutting line which is substantially parallel to the flow axis, such that in the penetration the ground can move through a tunnel of almost constant cross-section. Due to the much lower resistance thus encountered, the new anchor can penetrate much deeper and exert a higher holding force than could be achieved hitherto.

Men heeft nu het bereiken van die hoge houdkracht in de hand doordat als norm voor de stand, die aan de schacht wordt verleend, geldt dat de schachtbenen evenwijdig aan de vloei, 25 over hun hoogte gerekend gemiddeld een hoek van 0°±9° met de vloeihartlijn maken. In het algemeen is het anker gekenmerkt doordat de hoek, die elk schachtbeen met de vloeihartlijn maakt, van beneden naar boven afheemt, maar als ook bruikbaar alternatief 8005341 r * 2 doordat de genoemde hoek over de hoogte van de schacht gerekend geheel of gedeeltelijk constant is. Bij elk van deze uitvoeringsmogelijkheden kan de grond bij de penetratie van het anker door een tunnel passeren/ die door voor de stand van de dubbele schacht 5 . binnen de gestelde norm blijven, maar weinig doorgangsweerstand biedt. Met name bovenaan, vlak onder de ankersluiting, waar de schachtbenen samenkamen, kan de grond nu gemakkelijk passeren, waartegenover bij het bekende anker daar ter plaatse een de penetratie sterk belemmerend effect qptreedt omdat de snijlijn 10 tussen de schachtbeenvlakben daar in dat geval niet evenwijdig aan de vloei verloopt maar meer verticaal daarop gericht is, wat veel weerstand oplevert.The attainment of this high holding force is now in the hand because, as a standard for the position, which is conferred on the shaft, it holds that the shaft legs parallel to the flow, calculated over their height on average at an angle of 0 ° ± 9 ° with create the flow centerline. In general, the anchor is characterized in that the angle that each shaft leg makes with the flow axis decreases from bottom to top, but as a usable alternative 8005341 r * 2 in that the said angle is wholly or partly constant over the height of the shaft. . In each of these embodiments, the ground can pass through a tunnel at the penetration of the anchor / pass through for the position of the double shaft 5. remain within the set standard, but offer little through resistance. In particular at the top, just below the anchor clasp, where the shank legs converge, the ground can now easily pass, opposite to the known anchor, since on the spot there is a strong impeding effect on penetration, because the cutting line 10 between the shank leg surfaces in that case is not parallel to it. the flow proceeds but is directed more vertically thereon, which provides a lot of resistance.

Bij de penetratie wordt de rechte stand van het anker bewaard door stabilisators bij de achterhoeken van de vloei, 15 elk bestaande uit een plaat die onder een naar voren openende verticale hoek staat, zodoende door de verkregen uplift langer de penetratie handhavend, alsmede weinig weerstand tegen penetratie gevend, waarbij de hoek <* , waaronder de plaat, evenwijdig aan de vloeihartlijn, ten opzichte van de vloei staat, van 15° tot 20 55° kan bedragen, afhankelijk van de grondsoort, terwijl de hoek β , waaronder de plaat, loodrecht pp de vloeihartlijn, ten opzichte van de vloei staat, van 0° tot 38° kan bedragen. Deze vorm van stabilisator heeft een goede stabilisatiewerking maar veel minder weerstand dan de onder een ten opzichte van de de vloei 25 naar binnen en naar achter - ppenende. hoéc gekaatste stabilisators, die bij het bekende anker zijn toegepast.During penetration, the straight position of the anchor is maintained by stabilizers at the back corners of the fluke, each consisting of a plate which is at a forwardly opening vertical angle, thus maintaining penetration for a longer period of time, as well as little resistance to penetration. giving penetration, where the angle <*, including the plate, parallel to the flow axis, relative to the flow, may be from 15 ° to 20 55 °, depending on the type of soil, while the angle β, including the plate, is perpendicular pp the center of flow, relative to the flow, can be from 0 ° to 38 °. This form of stabilizer has a good stabilizing effect but much less resistance than the one which pivots inwards and backwards with respect to the flow. how many reflected stabilizers which have been used with the known anchor.

Het anker is overigens in practisch elke grond bruikbaar doordat de schacht losneeirbaar en instelbaar is onder hoeken van 28° tot 50° voor harde en zachte grond, waarbij cm 30 een gewenste waarde van de houdkracht te kunnen afstellen de stabilisators door middel van een sensor regelbaar kunnen zijn teneinde de weerstand te verminderen dan wel te verhogen wanneer men in een bepaald geval de trekkracht op de ketting moet beperken of in een ander geval daarentegen een maximum houdvermogen vereist 35 is, welke sensors op een kracht-, stand- of bewegingsfunctie kunnen afgaan zoals nog nader beschreven zal worden.The anchor can be used in practically any ground, because the shaft is detachable and adjustable at angles from 28 ° to 50 ° for hard and soft ground, whereby cm 30 can be adjusted to a desired value of the holding force and the stabilizers can be adjusted by means of a sensor. may be in order to reduce or increase the resistance when in one case one has to limit the pulling force on the chain or in another case a maximum holding power is required, which sensors can rely on a force, position or movement function as will be described further.

8005341 » t 38005341 »t 3

De penetratie en daarmee het houdvermogen van het anker is verder te vergroten doordat het voorzien kan worden van een voorsnijder, welke een lengte van 40-120% van de schachtlengte kan hebben, waarbij de voorsnijder vlak bij het anker voorzien kan 5 worden van een strocmLijnplaat om de aanstrorning van de anker-sluiting te stroomlijnen, waardoor de weerstand vermindert.The penetration and thus the holding capacity of the anchor can be further increased because it can be provided with a pre-cutter, which can have a length of 40-120% of the shaft length, whereby the pre-cutter can be provided with a current line plate close to the anchor. to streamline the collision of the armature closure, reducing resistance.

De tussen de ketting- en ankersluiting op te natiën voorsnijder bevordert het ingraven van het anker wat tot een diepere penetratie leidt. Het uitbreken van dit van een voorsnijder voorziene anker 10 is niettemin eenvoudig doordat de voorsnijder vlak voor de stroamlijnplaat een vangopening voor een chaser heeft, terwijl ook het uitbrengen geen probleem vormt doordat de voorsnijder en het anker zó in elkaar gepast kunnen worden dat zij als Óen geheel door en over het water gesleept kunnen worden met de anker-15 ketting.The cutter to be ground between the chain and anchor clasp promotes anchor burial which leads to deeper penetration. Breaking out this pre-cut anchor 10 is nevertheless simple because the pre-cutter has a chaser trap opening just in front of the flowline plate, while also the casting is no problem because the pre-cutter and the anchor can be fitted together such that one can be towed completely through and over the water with the anchor-15 chain.

Als een verder aspect behelst de uitvinding een ankerrek, bestaande uit een aan de dekrand opgestelde kantelbare davit, onderaan voorzien van een stoel en bovenaan van een sluitbare steunring, waarin het anker met de voorsnijder cmge-20 klapt kunnen worden gestuwd.As a further aspect, the invention comprises an anchor rack, consisting of a tiltable davit arranged on the deck edge, provided with a chair at the bottom and with a closable support ring at the top, into which the anchor can be pushed with the cutter.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden daarvan.The invention is explained in more detail below with reference to illustrative embodiments thereof shown in the drawings.

Fig. 1 is een schematische afbeelding in perspec-25 tief van het nieuwe anker met dubbele V-vormige schacht, waarin in het bijzonder het goede passeren van de grond bij de penetratie van het anker is aangegeven? fig. 2a-f tonen enkele toepasbare stabilisatorvormen? fig. 3a, b tonen een stabilisator waarvan de stand 30 door middel van een sensor af te stellen is; fig. 4a-e tonen de nog betere penetratie van een anker met een voorsnijder ten opzichte van die van het in fig. 4f weergegeven anker zonder voorsnijder; fig. 5a-e zijn schanatische afbeeldingen van een 35 aantal op het nieuwe principe berustende ankers, terwijl fig. 5f 80 05 34 1 t * 4 de penetreergrondtunnel door het anker van fig. 5a aanschouwelijk voorstelt; en fig. 6 toont een ankerrek voor toepassing bij een anker met voorsnijder.Fig. 1 is a schematic perspective view of the new anchor with double V-shaped shaft, showing in particular the good passage of the ground at the penetration of the anchor? 2a-f show some applicable stabilizer shapes? Figures 3a, b show a stabilizer whose position is adjustable by means of a sensor; Figures 4a-e show the even better penetration of an anchor with a pre-cutter compared to that of the anchor without a cutter shown in Figure 4f; Figures 5a-e are schematic representations of a number of anchors based on the new principle, while Figures 5f 80 05 34 1 * 4 illustrate the penetration ground tunnel through the anchor of Figure 5a; and FIG. 6 shows an anchor rack for use with an anchor with pre-cutter.

5 In fig. 1 is een anker 1 met dubbele V-vormige schacht voorgesteld, waarvan de schachtbenen 2, 2 ander een in afhankelijkheid van de grondsoort te bepalen hoek ten opzichte van de vloei 3 ingesteld zijn, welke hoek voor harde grond ca.Fig. 1 shows an anchor 1 with a double V-shaped shaft, the shaft legs 2, 2 of which are alternatively set at an angle to be determined in dependence on the type of soil relative to the rolling paper 3, which angle for hard ground is approx.

28° en voor zachte grond ca. 50° bedraagt.28 ° and for soft soil approx. 50 °.

10 De uitvinding behelst de stand waarin de schacht benen 2,2 ten opzichte van elkaar op de vloei 3 worden ingesteld, welke stand zodanig is dat bij het ingraven de grond geringe weerstand ondervindt en als door een tunnel tussen de schachtbenen door schuift, zoals in fig. 1 met het passerende grondbrak 15 4 aanschouwelijk gemaakt is, waardoor het anker 1 diep in de grond penetreren kan. De schachtbenen 2,2 zijn daartoe in vlakken 5,5 'gelegen, die een aan de vloeihartlijn 6 evenwijdige snijlijn 7 hebben, welke snijlijn 7 gedeeltelijk fictief is, bij 7*, maar ter plaatse van het ankeroog 8, waar de schachtbenen 2,2 bovenaan 20 samenkanen, ook gedeeltelijk reëel optreedt, zoals met 7" is aangegeven. Zodoende kan de grond 4 tot bovenaan toe gemakkelijk tussen de schachtbenen 2,2 door schuiven, waartegenover bij de tot dusver bekende ankers met dubbele V-vormige schacht vocaal bovenaan waar de schachtbenen bij hun punt van samenkomst een 25 belenmerend effect veroorzakten, bij de penetratie veel weerstand ondervonden werd, waardoor geen diepe penetratie bereikt kon worden.The invention relates to the position in which the shaft legs 2,2 are set relative to each other on the rolling paper 3, which position is such that during the burial the ground experiences little resistance and slides through the shaft legs as through a tunnel, as in Fig. 1 is illustrated with the passing earth barge 15, so that the anchor 1 can penetrate deep into the ground. The shank legs 2,2 are therefore located in planes 5,5 ', which have a cutting line 7 parallel to the flow axis 6, which cutting line 7 is partly fictitious, at 7 *, but at the location of the anchor eye 8, where the shank legs 2, 2 at the top 20 converge, also partly real, as indicated by 7 ". Thus, the ground 4 can easily slide up to the top between the shank legs 2,2, compared to the hitherto known anchors with double V-shaped shaft at the top where the shank legs at their point of meeting produced a restrictive effect, much penetration was encountered during penetration, whereby deep penetration could not be achieved.

Een. maatgevende norm voor de stand van de schachtbenen 2,2 laat zich aldus definiëren dat de over de hoogte van de schacht gerekend gemiddelde beschrijvende 9 van elk van de schachtbenen, 3Q evenwijdig aan de vloei 3, in projectie op de vloei beschouwd, een hoek van niet meer dan 0°±9° met de vloeihartlijn 6 maakt, welke hoek bij voorkeur van beneden naar boven afneemt maar ook oyer de hoogte van de schacht gerekend geheel of gedeeltelijk constant kan zijn. Boven 30% van de schachthoogte vanaf de vloei 35 gerekend kan men in elk geval beter aan de norm voldoen en binnen 8005341 5 » 5 de aan de van 0° afwijkende grenswaarde tot 9° blijven, aangezien de grond 4 de wijdere doorgang onderaan tussen de schachtbenen 2,2 tenslotte gemakkelijker passeren kan dan door de smalle doorgang bovenaan onder het ankeroog 8, waar de ankersluiting 10 5 door de daar samenkomende schachtbenen 2,2 ingehaakt wordt en waar bij de tot dusver bekende ankers met dubbel V-vormige schacht zoals vermeld steeds een sterk belemmerende werking die veel weerstand uitoefent ontstaat.A. normative standard for the position of the shank legs 2,2 can be defined in this way that the average descriptive 9 of the height of the shank of each of the shank legs, 3Q parallel to the flow 3, viewed in projection on the flow, is an angle of does not make more than 0 ° ± 9 ° with the flow axis 6, which angle preferably decreases from bottom to top, but can also be wholly or partly constant, calculated on the basis of the shaft. In any case, it is better to meet the standard above 30% of the shaft height from the flow 35 and within 8005341 5 »5 remain at the limit value deviating from 0 ° to 9 °, since the ground 4 is the wider passage at the bottom between the finally, shaft legs 2,2 can pass more easily than through the narrow passage at the top under the anchor eye 8, where the anchor closure 10 5 is hooked by the shaft legs 2,2 converging there and where the hitherto known anchors with double V-shaped shaft as mentioned there is always a strongly hindering effect that exerts a lot of resistance.

Opgemerkt wordt dat de houdkracht van het hier 10 voorgestelde anker wordt bepaald door het product van het vloei- qppervlak en de penetratie. De penetratie is een derdemchtswortel-functie van de houdkracht en werkt dus zeer sterk door in de houdkracht. Daartegenover is bij het in het voorgaande genosnde bekende anker beoogd cm de schachtbenen mede houdkracht te laten 15 leveren, waardoor de penetratie ten zeerste tegengewerkt wordt en de houdkracht niet optimaal kan zijn.It is noted that the holding force of the anchor proposed here is determined by the product of the flow area and the penetration. Penetration is a third root function of the adhesive force and thus has a very strong effect on the adhesive force. On the other hand, with the known anchor mentioned in the foregoing, the aim is to have the shaft legs provide adhesive force, whereby penetration is strongly counteracted and the adhesive force cannot be optimal.

Het in fig. 1 weergegeven anker 1 heeft in de achterhoeken van de vloei 3 stabilisators 11, 11, welke door hun opstelling en plaatconstructie nagenoeg geen obstructie vormen tegen 20 penetratie maar aan het anker aan de achter-onderzij de een uplift geven waardoor de penetratiestand zo lang mogelijk gehandhaafd wordt.The anchor 1 shown in fig. 1 has stabilizers 11, 11 in the rear corners of the flow 3, which, due to their arrangement and plate construction, form virtually no obstruction against penetration, but give an uplift to the anchor at the rear bottom, so that the penetration position is maintained for as long as possible.

In fig. 1 is een naar buiten en naar voren cmhoog gebogen stabilisator 11 weergegeven, die evenwijdig aan de vloei-25 hartlijn gerekend onder een hoek α van 15°-55° en loodrecht op de vloeihartlijn onder een hoek g van 0°-38° ten opzichte van de vloei 3 schuin staat.Fig. 1 shows an outward and forwardly curved stabilizer 11, which is calculated parallel to the flow axis at an angle α of 15 ° -55 ° and perpendicular to the flow axis at an angle g of 0 ° -38 ° is at an angle to the rolling paper 3.

Fig. 2a-f tonen geschikte stabilisators 11 en 11', die eveneens onder de vermelde hoeken α en g ingesteld zijn. De 30 naar buiten en naar voren cmhoog gerichte schuine stand van de stabilisator 11 of 11' blijkt beter te voldoen dan de naar achter teruggebogen schuine stand die bij het in het voorgaande genoemde bekende anker is toegepast.Fig. 2a-f show suitable stabilizers 11 and 11 ', which are also adjusted at the indicated angles α and g. The tilted outward and forward facing tilt of the stabilizer 11 or 11 'appears to be more satisfactory than the tilted backward tilted position used in the aforementioned known anchor.

De stabilisator welke door de opstelling en de plaatconstructie 35 nagenoeg geen obstructie geeft tegen penetratie, geeft tevens het 80 05 34 1The stabilizer, which due to the arrangement and the plate construction 35 gives virtually no obstruction against penetration, also gives the 80 05 34 1

♦ V♦ Q

6 anker aan de aditer-onderzljde een uplift waardoor de penetratie-stand zo lang mogelijk gehandhaafd wordt.6 anchor an uplift to the aditer bottom so that the penetration position is maintained for as long as possible.

Een klein, dwars op de vloei tussen de schachtbenen gemonteerd instelbaar obstructievlak kan het anker bij het bereiken van de 5 gewenste houdkracht plotseling doen stoppen.A small obstruction plane mounted transversely to the flow between the shank legs can suddenly stop the anchor when the desired holding force is reached.

De stabilisator kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. In fig. 2a is het deel ABCD van de vloei cm de as AB onder een hoek a naar boven geklapt in vlak ABEF, aldus een naar boven gerichte kracht in de zijde, dus stabiliteit gevend.The stabilizer can be designed in various ways. In Fig. 2a, the part ABCD of the flow axis AS is folded upwards at an angle α in plane ABEF, thus giving an upward force in the side, thus giving stability.

10 Indien het anker scheef weggetrokken wordt, bijvoorbeeld in de in fig. 2a aangegeven richting AF, dan zal de pyramids ACE, in fig. 2b met specie gevuld worden, zodoende een goed vlak vormend cm de stabiliteit van het anker te herstellen. Dit vulbare deel ACEE^ is in fig. 2b vervangen door een plaat ACE^.If the anchor is pulled off at an angle, for example in the direction AF shown in Fig. 2a, the pyramids ACE, in Fig. 2b, will be filled with mortar, thus restoring the stability of the anchor to form a good plane. This fillable part ACEE ^ has been replaced in Fig. 2b by a plate ACE ^.

15 De stabilisator 11 van fig. 2c zal niet effectiever zijn dan die van fig. 2b, omdat ACEL^ in de penetratierichting geen stabiliteit toevoegt.The stabilizer 11 of Figure 2c will not be more effective than that of Figure 2b, because ACEL® does not add stability in the direction of penetration.

In fig. 2d is AC verlegd naar A^C, aldus verkrijgend A^E^C. de praktijk verfijnt men dit door verwisseling van gearceerde 20 oppervlakken tot A^B^E^C zoals bij de stabilisator 11' in fig.In Fig. 2d, AC is shifted to A ^ C, thus obtaining A ^ E ^ C. in practice this is refined by exchanging shaded surfaces to A ^ B ^ E ^ C as with the stabilizer 11 'in fig.

2e en ook in fig. 1 voorgesteld. Alle omschreven vormen werken stabilizerend. De plaat is daarbij naar voren en cnfcoog gebogen era de vloeirand A^C. Een era AC omlaag gebogen stabilisatievlak zoals in fig. 2f aangegeven kan eveneens de vereiste uplift op 25 de onderzijde verschaffen.2e and also shown in fig. 1. All described forms have a stabilizing effect. The plate is bent forward and curved in the yielding edge A ^ C. An era AC downwardly curved stabilizing surface as shown in Fig. 2f may also provide the required uplift on the underside.

Fig. 3 toont een cm de vloeirand 12 zwenkbare, door een met een sensor bediend bewegingselement 13 dirigeerbare vorm van stabilisator 11". De sensor 13 kan door een kracht of beweging in de treklijn 14 bestuurd worden cm de stand van de 3Q scharnierend aan de vloei 3 aangebrachte stabilisator 11" af te stellen en zodoende meer of minder weerstand uit te oefenen en daarmee de optredende houdkracht te regelen. De trekkracht in de lijn 14 kan dan begrensd warden cm breuk van de lijn te voorkomen.Fig. 3 shows the pivot edge 12 pivotable form of stabilizer 11 "which can be directed by a sensor-actuated movement element 13. The sensor 13 can be controlled by a force or movement in the pulling line 14. installed stabilizer 11 "and thus exert more or less resistance and thereby control the occurring holding force. The tensile force in line 14 can then be limited to prevent breakage of the line.

35 De weergegeven stabilisator 11" heeft aan de voorzijde 80 05 34 1 · t- 7 een de uplift bevorderende kant zoals in fig. 3a met een detail-doorsnede is aangegeven.The stabilizer 11 "shown has on the front side 80 05 34 1 · t-7 an uplift-promoting side as shown in detail section in FIG. 3a.

Tot nu toe zijn stabilisators altijd vast aanwezig geweest ten opzichte van de schamierbare vloei.Until now, stabilizers have always been present with respect to the hinged flow.

5 De werking van stabilisators in het algemeen is, dat ze weerstand geven bij penetratie. Dit betékent dat, indien het anker gaat roteren over de lengteas, de stabilisator welke de grootste penetratie heeft, ook de grootste naar boven gerichte kracht ontmoet, waardoor het anker weer in evenwicht wordt ge-10 bracht.The action of stabilizers in general is that they give resistance to penetration. This means that if the armature starts to rotate along the longitudinal axis, the stabilizer which has the greatest penetration will also encounter the greatest upward force, thereby rebalancing the armature.

• Veelal zijn de stabilisators rond en geven veel weerstand tegen penetratie, dus veel houdkrachtverlies, immers, een diep gepenetreerd anker geeft de meeste houdkracht.• Usually the stabilizers are round and give a lot of resistance to penetration, so a lot of adhesive force loss, after all, a deeply penetrated anchor gives the most adhesive force.

De uitvinding beoogt een stabilisator te ver-15 schaffen welke bij de penetratie zo weinig mogelijk weerstand oproept en welke tijdens de toestand dat het anker in een continue slip geraakt, zo min mogelijk weerstand geeft.The object of the invention is to provide a stabilizer which provides as little resistance as possible during penetration and which gives as little resistance as possible during the condition that the armature falls into a continuous slip.

Eten bijkanend voordeel is dat de stabilisator als een aileron van een vliegtuigvleugel de totale vloei naar 20 beneden wil richten, waardoor de penetratiebeweging nogmaals zolang mogelijk gehandhaafd zal worden.An additional advantage is that the stabilizer, like an aileron of an airplane wing, wants to direct the total flow downwards, so that the penetration movement will again be maintained for as long as possible.

Indien de stabilisator nu onder een grotere hoek op de vloei wordt gemonteerd, kan gezegd worden dat hierdoor de penetratieweerstand vergroot wordt, imtters, de druk die de 25 stabilisator naar beneden op de grond uitoefent, kan oneindig oplopen cmdat de grond naar beneden niet wegkan.If the stabilizer is now mounted on the rolling paper at a greater angle, it can be said that this increases the penetration resistance, since the pressure exerted by the stabilizer on the ground can increase indefinitely, since the ground cannot move downwards.

Men kan dus de penetratiediepte, dus de houdkracht, regelen door de hoek van de stabilisator te vergroten of te verkleinen.Thus, the depth of penetration, i.e. the holding force, can be controlled by increasing or decreasing the angle of the stabilizer.

30 Grotere penetratie, grotere houdkracht vraagt een zo klein mogeüjke hoek-instelling van de stabilisator.Greater penetration, greater holding force requires the stabilizer to be set at the smallest angle possible.

Kleinere penetratie, kleinere houdkracht wordt door middel van een grote hoek van de stabilisators verkregen.Smaller penetration, smaller holding force is obtained by means of a large angle of the stabilizers.

De hoek van de stabilisator kan beïnvloed worden 35 door middel van een: 80 05 34 1 δ i. a) hydraulische cilinder, b) luchtbediende cilinder, c) keg al of niet hydraulisch of door middel van lucht in- of uitgedrukt, 5 d) electromotor; de onder I) genoemde media kunnen geregeld worden ii. a) door een rekstrookje in de ankersluiting, b) door een drukplaat op de vloei, c) door een hefboom welke achterover wordt 10 gedrukt, d) radiografisch of el tijdens het plaatsen en intrekken van het anker vanaf een schip door electrische bediening.The angle of the stabilizer can be adjusted by means of a: 80 05 34 1 δ i. a) hydraulic cylinder, b) air-operated cylinder, c) keg, whether or not hydraulic or by means of air, expressed or expressed, 5 d) electric motor; the media mentioned under I) can be regulated ii. a) by a strain gauge in the anchor closure, b) by a pressure plate on the rolling paper, c) by a lever which is pushed backwards, d) radiographically or during the placing and retraction of the anchor from a ship by electric operation.

Het grote voordeel van deze houdkracht-beinvloeding 15 is, dat de ketting welke qua prijs een veelvoud van het anker bedraagt, in plaats van een veiligheidsfactor van twee, cp een veel lagere, factor uitgelegd kan worden, cmdat bij een vooraf ingestelde belasting, het anker zal gaan slippen, hetgeen dus op de ketting een zeer grote besparing zal geven.The great advantage of this influence on holding force 15 is that the chain, which in terms of price is a multiple of the anchor, can be interpreted instead of a safety factor of two, or a much lower factor, because at a preset load, the anchor will slip, which will therefore give a very large saving on the chain.

20 Evenzo zal bij een maximum gevraagde houdkracht de stabilisator zodanig ingesteld kunnen worden, dat totaal geen weerstand bij de penetratie wordt ondervonden, doch nu moet een sensar-mechanisme ingebauwd worden, dat op de rotatie reageert. Indien dus het anker met de linkervleugel onhoog gaat, zal de 25 hoek van de rechter stabilisator vergroot moeten worden en na bereiking van de balans zal de minimum hoek weer ingesteld worden.Likewise, at a maximum required holding force, the stabilizer can be adjusted in such a way that no penetration resistance is encountered at all, but now a sensar mechanism has to be incorporated which responds to the rotation. So if the anchor with the left wing goes up, the angle of the right stabilizer will have to be increased and after reaching the balance the minimum angle will be set again.

Ook kan de slip geregeld warden doordat de worst grond, tussen de vloei en schacht, overal in hoofdzaak in doorsnede gelijkblijft; daardoor kan een relatief kleine ob- 30 structie de totale worstbeweging doen stoppen, dus de houdkracht loopt plotseling op en de slip - de voorwaartse beweging van het anker - zal stoppen.The slip can also be regularly regulated in that the sausage ground, between the flow and shaft, remains substantially the same in cross-section everywhere; therefore, a relatively small obstruction can stop the entire sausage movement, so the holding force increases suddenly and the slip - the forward movement of the anchor - will stop.

Een obstructieplaat kan door i a t/m c en ii a t/m c 80 0 5 3 4 1An obstruction plate can be moved through i a to c and ii a to c 80 0 5 3 4 1

VV

9 beïnvloed worden alsmede door een hulpankertje achteraan het anker dat bij het bereiken van de maximum slip via een draad de ob-structieplaat in werking zet.9 as well as by an auxiliary anchor at the back of the anchor which activates the obstruction plate when the maximum slip is reached via a wire.

Fig. 4a-e tonen een anker 1 met voorsnijder 15 5 en geven een voorstelling van de ten. opzichte van het in fig. 4f weergegeven anker zonder voorsnijder nog diepere penetratiewerking die wordt uitgeoefend.Fig. 4a-e show an anchor 1 with pre-cutter 15 and represent the ten. compared to the anchor shown in Fig. 4f without a pre-cutter, even deeper penetration action is applied.

Fig. 4a en 4b tonen het anker 1 en de voorsnijder 15 samengéklapt bij het uitbrengen en fig. 4c t/m 4e het ont-10 vouwen en ingraven. Dankzij de voorsnijder 15 is in fig. 4e tenslotte een diepere penetratiestand bereikt dan het anker zonder voorsnijder in fig. 4f bereiken kan.Fig. 4a and 4b show the armature 1 and the pre-cutter 15 collapsed upon deployment and FIGS. 4c through 4e the unfolding and burial. Thanks to the pre-cutter 15, a deeper penetration position has been reached in Fig. 4e than the anchor can achieve without a cutter in Fig. 4f.

De voorsnijder 15 bestaat zoals weergegeven uit een mesvormige voorloper met een achteraan daaraan aangebrachte 15 strocmlijnplaat 16, die de aanstroming van de ankersluiting 10 verbetert.As shown, the pre-cutter 15 consists of a blade-shaped precursor with a flow line plate 16 mounted thereto, which improves the inflow of the anchor closure 10.

Door de toepassing van een voorsnijder kan de houdkracht verdubbeld worden.The adhesive force can be doubled by using a pre-cutter.

Naast de functie voor penetratie vervult de 20 voorsnijder 15 nog een andere belangrijke taak.In addition to the penetration function, the pre-cutter 15 also performs another important task.

Doordat het anker 1 gemakkelijk vanuit de sluiting 10 uitgetrokken wordt, kan met succes een chaser .17 toegepast worden.Since the anchor 1 is easily pulled out of the closure 10, a chaser 17 can be used successfully.

Hiertoe is vlak voor de strocmlijnplaat 16 een uitsparing 18 gemaakt, waarin de chaser 17 gevangen wordt om zodoende een verticale kracht 25 op de sluiting IQ uit te kunnen oefenen, waardoor het anker uitgebroken wordt.To this end, a recess 18 is made just in front of the flow line plate 16, in which the chaser 17 is captured in order to exert a vertical force 25 on the closure IQ, whereby the armature is broken out.

Is. nu het anker uitgebroken en vaart het schip weg, dan zal het anker van onderaf tegen de voorsnijder klappen en de chaser opsluiten (fig. 4al.Is. now that the anchor has broken out and the ship is moving away, the anchor will snap against the cutter from below and lock up the chaser (fig. 4al.

3Q Het anker zal dan ondersteboven met de voorsnijder 15 tussen de twee vloeipunten, met daaraan de ketting 14 of kabel in stabiele toestand door het water bewegen. Indien de ingezette sleepboot stopt en de draad 19 (pennantwire) weer viert terwijl de ketting aangetrokken wordt, kant automatisch het anker in de goede uit-35 gangspositie (fig. 4b en verder)..The anchor will then move upside down with the pre-cutter 15 between the two pour points, with the chain 14 or cable stably attached through the water. If the deployed tug stops and the wire 19 (pennantwire) re-establishes while the chain is tightened, automatically turn the anchor to the proper starting position (fig. 4b and further).

80 05 34 180 05 34 1

VV

1010

Fig. 5a-e geven schematisch een aantal ankers volgens de uitvinding weer.Fig. 5a-e schematically show a number of anchors according to the invention.

Fig. 5a toont een anker met losneembare en cnder verschillende hoeken ten opzichte van de vloei instelbare schacht-5 benen voor harde resp. zachte grond. Voor zachte grond worden de lesplaten 20,20 verwijderd, of een andere boutrij gebruikt.Fig. 5a shows an anchor with detachable and different angles to the flow adjustable shank-5 legs for hard resp. soft soil. For soft ground, the lesson plates 20,20 are removed, or another bolt row is used.

Fig. 5b, c tonen een schacht met brede schacht-benen 2,2 van constante breedte waaraan een of meer kabelogen 8 aan te brengen zijn en fig. 5d, e tanen een van een of meer 10 aan de schacht 2,2 aan te brengen hulpvloeien 21,21 voorzien anker 1.Fig. 5b, c show a shaft with wide shank legs 2,2 of constant width to which one or more cable eyes 8 can be fitted and fig. 5d, which can show one of one or more auxiliary fluids to be fitted on the shaft 2,2 21.21 provided anchor 1.

In fig. 5f is de tunneldoorgang voor de grond door het anker van fig. 5a aanschouwelijk voorgesteld, welke tunnelvorming overigens bij al de hier weergegeven ankeruitvoeringen 15 voorop staat.In Fig. 5f, the tunnel passage for the ground through the anchor of Fig. 5a is illustrated, which tunneling, incidentally, is paramount in all the anchor embodiments shown here.

In fig. 6 is een ankerrek 22 van het anker 1 met voorsnijder 15 weergegeven, met een on de dekrand 24 kantelbare staander 24, die onderaan een stoel 25 en bovenaan een stuwring 26 heeft, waarin het anker 1 met de daartegenaan geklapte voor-20 zijden 15 met de pennantwire 19 gehesen wordt, bij voorkeur door een knipsluiting 27 heen.Fig. 6 shows an anchor rack 22 of the anchor 1 with pre-cutter 15, with an upright 24 tiltable on the deck edge 24, which has a seat 25 at the bottom and a thrust ring 26 at the top, in which the anchor 1 with the front 20 folded against it. sides 15 is lifted with pennantwire 19, preferably through a snap closure 27.

Proeven hebben aangetoond dat een ankerrendement (houdkracht-gewicht) van 100 (zander voorsnijder) en 200 (mêt voorsnijder) bereikt kan worden.Tests have shown that an anchor efficiency (holding force-weight) of 100 (sand cutter) and 200 (cutter) can be achieved.

80 05 34 180 05 34 1

Claims

Anchor, provided with a rolling paper to which is connected a double V-shaped shaft, each shaft leg of which has a wide flat profile, characterized in that the shaft legs (2,2) with their wide plane are in planes (5,5) 5 which have a cutting line (7; 7 ', 7 ") parallel to the flow axis (6), such that during penetration the ground (4) can pass through a tunnel of almost constant cross-section move.,

Anchor according to claim 1, characterized in that the standard for the position which is given to the shaft is that the shaft legs (2,2) are parallel to the flux (3), averaged over their height at an angle of 0 ° ± 9 ° to the center of flow (61.

Anchor according to claim 2, characterized in that the angle that each shaft leg (2) makes with the flow axis (6) decreases from bottom to top.

Anchor according to claim 2, characterized in that said angle is wholly or partly constant over the height of the shaft (2,2).

Anchor according to any one of the preceding claims, characterized by stabilizers (11, 11 ', 11 ") at the rear corners of the fluke (3), each consisting of a plate at a forward opening vectacal angle α.

Anchor according to claim 5, characterized in that the angle at which the plate is parallel to the flow axis (6) relative to the flow (3) can be from 15 ° to 55 °, depending on the type of soil, while the angle g, under which the plate is perpendicular to the flow axis, with respect to the flow, can be from 0 ° to 35 °.

Anchor according to any one of the preceding claims, characterized in that the shaft (2,2) is detachable and adjustable at angles from 28 ° to 50 ° for hard and soft ground.

Anchor, characterized in that in order to be able to adjust a desired value of the holding force the stabilizers (11 ") can be controlled by means of a sensor (13) by 80 05 34 1.

Anchor, characterized in that it can be provided with a pre-cutter (15), which can have a length of 40-120% of the cutting length.

Anchor according to claim 9, characterized in that the pre-cutter (15) can be provided near the anchor (1) with a straw line plate (16) to streamline the loading of the anchor closure (10).

Anchor according to claim 10, characterized in that the pre-cutter (15) has a catch opening (18) for a chaser (17) just before the straw line plate (16).

Anchor according to any one of claims 9-11, characterized in that the pre-cutter (15) and the anchor (1) can be fitted together so that they can be towed as a whole through and over the water with the anchor chain (14) .

Anchor according to any one of claims 9-12, characterized by an anchor rack (22), consisting of a tiltable davit (24) arranged on the roof edge (23), provided at the bottom with a seat (25) and at the top with a lockable sturgeon ( 26), in which the anchor (1) can be pushed together with the pre-cutter (15).

14. Device substantially as suggested in the description and / or drawings. 80 05 34 f