NL8004973A - Systeem voor het reproduceren van elektro-akoestische signalen, alsmede daarbij te gebruiken akoestische verwerkingseenheid. - Google Patents

Description

- 1 -

Systeem voor het reproduceren van elektro-akoestische signalen, alsmede daarbij te gebruiken akoestische verwerkingseenheid.

De uitvinding heeft algemeen betrekking op geluids-reproduktiesystemen, en meer in het bijzonder op een akoestisch verwerkingssyteem, dat een aantal elektro-akoestische signalen omzet tot een paar samengestelde 5 geluidssignalen, die akoestisch kunnen worden gezonden naar de rechter- en linkeroren van een luisteraar, of alternatief worden omgezet tot elektro-akoestische signalen voor reproduktie door een paar elektro-akoestische omzetters.

Algemeen wordt, wanneer een elektro-akoestisch 10 signaal van een radio-ontvanger of iets dergelijks wordt gereproduceerd door een luidspreker, geluid uitgestraald van de luidspreker, rechtstreeks getransporteerd naar het linker- en rechteroor van de luisteraar als direkt geluid, en tegelijk wordt het getransporteerd naar de oren 15 van de luisteraar als indirekt geluid, voortgebracht door reflectie van wanden en vloeren van een luisterkamer. Wanneer zo'n samengesteld geluid de oren bereikt van de luisteraar, voelt hij een geluidsbeeld buiten zijn hoofd wegens de bijdrage tot akoestische afstandsperceptie door 20 het indirekte geluid. Wanneer het elektro-akoestische signaal van de radio-ontvanger evenwel wordt gereproduceerd door een oortelefoon, is het geluidsbeeld binnen het hoofd van de luisteraar gelokaliseerd, aangezien er geen indirekt geluid is omvat.

25 Op overeenkomstige wijze wordt, wanneer een luisteraar juist is opgesteld met betrekking tot de luidsprekers in een stereogeluid-reproduceersysteem, geluid, uitgestraald van beide luidsprekers, getransporteerd naar zowel het linker- als het rechteroor als direkt geluid, terwijl 30 tegelijk geluid van beide luidsprekers wordt getransmitteerd naar de oren van de luisteraar als indirekt geluid, voortgebracht door reflectie. Wanneer evenwel de stereofonische signalen worden gereproduceerd door stereofonische koptelefoons, is niet alleen het indirekte geluid ge-35 elimineerd, maar hoort het linkeroor alleen de linkerkanaal- 8004973 - 2 - informatie, terwijl het rechteroor alleen het rechter-kanaalsignaal hoort, waardoor het gevoel van diepte en richting aanzienlijk wordt verminderd. In de praktijk behoeft de vermindering in stereo-effekt niet altijd ernstig 5 te zijn, in het bijzonder in het geval van opgenomen muziek, omdat gedurende het opnemen de microfoon (of microfonen), gebruikt voor het vormen van het linkerkanaal, in variërende mate alle geluidsgolven in de kamer zullen opnemen, zowel direkt geluid als indirekt geluid, voortgebracht door 10 reflecties, en de microfoon (of microfonen) voor het rechterkanaal eveneens, en door de plaatsing van de microfonen zullen bij reproductie de oren een velddiepte detecteren, wanneer een stereokoptelefoonstel wordt gebruikt. Het microfoonstel, gebruikt bij het oorspronkelijk opnemen van 15 de geluidssignalen, heeft in wezen de signalen voorverwerkt, waardoor het voor de luisteraar mogelijk is om in een binauraal reproduktiesysteem alle geluiden te horen, die worden "gehoord" door de microfonen.

De situatie is geheel verschillend bij een elektrisch 20 orgel, waarvan bijv. de eenvoudigste vorm ten minste twee kanalen heeft en een separate luidspreker voor het reproduceren van de elektro-akoestische signalen in elk kanaal. Evenals in het geval van stereofonische rëproduktie hoort, wanneer het orgel is geplaatst in een open ruimte, het 25 linkeroor geluid, uitgestraald van beide luidsprekers (welke als links en rechts kunnen zijn aangegeven), en hoort het linkeroor eveneens geluid, uitgestraald van zowel de linker-als de rechterluidsprekers, en additioneel wordt door beide oren indirekt geluid gehoord, voortgebracht door 30 reflecties van de wanden en vloeren van de luisterkamer. Wanneer evenwel de elektro-akoestische signalen worden gereproduceerd door een stel koptelefoons, hoort het linkeroor alleen de geluiden, die anders zouden zijn geproduceerd door de linkerluidspreker, terwijl het rechteroor 35 alleen de geluiden hoort, die normaal worden geproduceerd door de rechter luidspreker, hetgeen betekent, dat ongeacht de opnamekwaliteit de luisteraar niet hetzelfde programma hoort, dat wordt gehoord, wanneer naar de luidspreker wordt geluisterd. Het is éën ding om te trachten de 40 volledige betrouwe geluidsweergave te reproduceren van 8004973 # < - 3 - full-size luidsprekers in een set koptelefoons, maar het is een geheel ander ding om de aurale interactie van het twee-luidsprekersysteem na te streven, wanneer dit open in de luisterkamer is, en de oren bij de luidsprekers 5 kunnen horen, alsook het indirekte geluid, voortgebracht door reflecties. Indien er geen opname bij betrokken is, zijn er geen signaalverwerkingstechnieken, toegepast in de stereofonische opnametechniek beschikbaar om iets van de diepte of andere effekten van akoestische en aurale 10 interactie te bewaren.

Koptelefoonreproduktie van een muziekprogramma, voortgebracht door de duurdere elektronische orgels, die kenmerkend vier tot zes of meer kanalen hebben en een separate luidspreker voor elk, heeft weinig overeenkomst 15 met het programma, dat wordt gehoord, wanneer de luidsprekers geluid uitstralen in een kamer. Met de bedoeling, dat het orgel wordt gespeeld in een open ruimte, zijn de elektro-akoestische signalen, gekozen voor reproduktie voor de afzonderlijke kanalen, de relatieve onderlinge afstands-20 plaatsing van de luidsprekers, en de instelling van componentwaarden, ontworpen om er voor te zorgen, dat het orgel klinkt op de wijze, dat de ontwerper het wenst te laten klinken voor een persoon, die er naar luistert met beide oren in een open luisterkamer. Zo is er bijv. gewoon-25 lijk een afzonderlijk kanaal voor baspedaalnoten, en vier andere kanalen kunnen snaargeluiden dragen en andere assemble-effekten, die meer realistisch worden gemaakt, doordat ze van vier verschillende ruimtelijke plaatsen af worden uitgestuurd. Het probleem bij het pogen om 30 koptelefoons te gebruiken voor het reproduceren van het programma, voortgebracht door zo'n orgel, is, dat het linkeroor slechts de kanalen hoort, die de ontwerper heeft voorgeschreven voor het "linker"-kanaal, terwijl het rechteroor slechts die kanalen kan horen, bedoeld voor het 35 "rechter"-oor. Dit houdt niet alleen in het elektrisch mengen van signalen van twee of meer kanalen, hetgeen het risico met zich meebrengt van het opheffen en/of op ongewenste wijze toevoegen van signaalcomponenten, maar introduceert tevens de vraag, van welk orgelkanaal 40 signalen moeten worden gecombineerd om de "linker"- en 8004973 - 4 - "rechter"-signalen voor de koptelefoons te vormen. De beslissing op zijn best subjectief, en in elk geval is datgene, wat wordt gehoord door de luisteraar, weinig gelijkend aan hetgeen zou worden gehoord in een open kamer, 5 waar de geluiden van de verschillende kanalen akoestisch worden gemengd in volume tussen de oppervlakken van de luidsprekers en de oren van de luisteraar.

Afgezien van het aspect van onbevredigende kop-telefoonreproductie van de elektro-akoestische signalen 10 van een multikanaal-muziekinstrument, zijn in het geval van een multikanaal-elektronisch orgel met drie, vier of eventueel zes of zeven akoestische kanalen, de kosten van de reproduktiekanalen tamelijk hoog, aangezien elk gewoonlijk een vermogenscapaciteit van ongeveer 35 watt 15 heeft en een afzonderlijke betrekkelijk dure luidspreker. Van evenveel, zo niet meer belang, is de ruimte, nodig om de luidsprekers te accomoderen, die gewoonlijk en wenselijk worden ingebouwd in de console, in het bijzonder in het geval van orgels bedoeld voor gebruik in huis.

20 Dit probleem wordt in het bijzonder acuut, aangezien orgels zijn ontworpen voor steeds meer en meer kanalen — acht tot tien zou gewenst zijn voor een orgel met drie manualen — zonder een merkbare toename in de grootte van de console waarvan de afmetingen in wezen zijn 25 gefixeerd door de lengte van het toetsenbord en de bedoelde plaatsing in huis, wanneer verder in aanmerking moet worden genomen, dat de luidsprekers oordeelkundig moeten worden opgesteld teneinde het geluid te verdelen van al die kanalen en te voorkomen, dat er ongewenste 30 kruiskoppeling tussen kanalen optreedt, teruggaande golven, enz.

Het is nu een primair doel van de uitvinding om de kosten en ruimtevereisten te verminderen van de akoestische reproducerende kanalen van een elektronisch 35 toetsenbord-muziekinstrument.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een akoestisch verwerkingssysteem voor het mogelijk maken van binaurale reproduktie van een aantal elektro-akoestische signalen door een akoestische 40 koptelefoon, waarin het geluid, getransmitteerd naar 8004973 * 4 - 5 - de oren van de luisteraar, op nauwlettende wijze het geluidsbeeld simuleert, dat zou worden gehoord in een open kamer.

Nog een ander doel van de uitvinding is het ver-5 schaffen van een akoestisch verwerkingssysteem om een realistische reproduktie mogelijk te maken van een aantal elektro-akoestische signalen door een elektro-akoestische koptelefoon, waarin de geluidssignalen, gereproduceerd aan de oren van de luisteraar, nauwsluitend het geluids-10 beeld simuleren, dat zou worden gehoord, indien dit aantal elektro-akoestische signalen zouden worden omgezet in een open kamer.

In het kort worden deze doeleinden bereikt door een akoestische verwerkingseenheid te verschaffen, waarin 15 elektro-akoestische signalen, afkomstig van een multi- kanaalsignaalbron, worden geconverteerd tot corresponderende akoestische signalen, die akoestisch worden gemengd voor het voortbrengen van twee of een veelvoud van twee samengestelde geluidssignalen, die elk een dominante component 20 bevatten, corresponderende met een verschillend aangelegd elektro-akoestisch signaal, en sub-dominante geluiden, die in betrekking staan tot de andere aangelegde akoestische signalen. De akoestische verwerkingseenheid volgens de uitvinding bestaat uit een in wezen afgedichte boxachtige 25 omsluiting, waarin een aantal elektro-akoestische omzetters, ëën voor elk signaal, waarvan êën een kleine luidspreker kan zijn, zijn gemonteerd voor het verschaffen van de noodzakelijke akoestische interactie tussen de geluidsgolven, uitgestraald door de resp. luidsprekers voor het 30 voortbrengen van de gewenste samengestelde geluidssignalen aan een paar akoestische uitgangspoorten. Meer in het bijzonder zijn de luidsprekers gerangschikt binnen het omhulsel op een zodanige wijze, dat drukvariaties binnen het gesloten luchtvolume als gevolg van de vibraties van 35 het membraan van elke bekrachtigde luidspreker, mechanisch geluid-producerende vibraties induceert in de membranen van de andere, zodat elk een samengestelde geluidsgolf uitstraalt, die een dominante geluidsgolf bevat, corresponderende met het daaraan aangelegde elektro-akoestische 40 signaal, en sub-dominante geluidsgolven, corresponderende 8004973 - 6 - met de mechanisch geïnduceerde vibraties van zijn membraan.

In wezen kan het omhulsel worden opgevat als een miniatuur-kamer, waarin een aantal elektro-akoestische signalen akoestisch worden gereproduceerd en akoestisch worden 5 gemengd.

Voor de binaurale reproduktie van het aantal elektro-akoestische signalen in een akoestische koptelefoon zijn een paar akoestische transmissiewegen, die elk een geluidstransmitterend oorstuk omvatten, gekoppeld aan het 10 omhulsel van de akoestische verwerkingseenheid voor het koppelen van de genoemde twee samengestelde geluidssignalen, of twee gekozen combinaties van twee of meer van de genoemde samengestelde geluidssignalen, resp. aan het linker- en rechteroor van de luisteraar.

15 Alternatief worden het paar samengestelde geluids signalen, voortgebracht aan de akoestische uitgangspoorten, geconverteerd tot een paar corresponderende samengestelde elektro-akoestische signalen voor reproductie door een paar elektro-akoestische omzetters, zoals een elektrische 20 koptelefoon of een paar luidsprekers. In het laatste geval betekent het gebruiken van de beschreven akoestische menging en reductie van de muiti-kanaalsignalen tot twee samengestelde geluidssignalen, dat er nog steeds multiple versterker-kanalen zijn vereist, ma.ar elk kanaal is minder kostbaar en 25 veel kleiner in omvang, waarbij zeer kleine goedkope luidspreker, die niet meer dan een paar milliwatt aan vermogen per kanaal vereisen, worden gebruikt in de akoestische verwerkingseenheid, hetgeen kan worden verkregen door goedkope geïntegreerde ketenversterkers. Alleen de 30 twee reproducerende kanalen, die worden gebruikt voor het akoestisch reproduceren van het paar samengestelde elektro-akoestische signalen, vereisen versterkers van hoog vermogen en grote omvang, en dus relatief kostbare luidsprekers.

Andere doeleinden, aspecten, en voordelen van de 35 uitvinding zullen thans nader worden toegelicht aan de hand van de thans volgende gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringen onder verwijzing naar de tekening. In de tekening toont: fig. 1 een schematische weergave van de uitvinding, 40 fig. 2 een zijaanzicht gedeeltelijk opengesneden 8004973 - 4 - 7 - van een akoestische verwerkingseenheid volgens de uitvinding, fig. 2A een fragmentarisch zijaanzicht van een omzetter, die kan worden gebruikt voor het omzetten van 5 geluidssignalen, voortgebracht door de akoestische verwerkingseenheid van fig. 2 tot elektrische signalen in combinatie met elektro-akoestische reproduktiesystemen, en fig. 3 een uiteengenomen aanzicht in perspectief, gedeeltelijk opengesneden, van de akoestische verwerkings-10 eenheid van fig. 2.

In fig. 1 is een akoestische koptelefooninrichting volgens de uitvinding weergegeven in schematische vorm, en bestaat uit een multi-kanaalsignaalbron 10, bijv. een multikanaal-elektronisch orgel, dat zes afzonderlijke 15 elektro-akoestische signalen voortbrengt op zes afzonderlijke uitgangslijnen 12. In het geval van een elektronisch orgel worden de uitgangssignalen afgeleid van het uitgangssysteem van de resp. kanalen onmiddellijk aan de voorzijde van de luidspreker voor het kanaal. De zes elektro-akoestische 20 signalen van bron 10 worden aangelegd aan een akoestische verwerkingseenheid 14, die een in wezen afgedicht omhulsel omvat, waarin een corresponderend aantal elektro-akoestische omzetters zijn gemonteerd en verbonden voor het ontvangen van een resp. elektro-akoestisch signaal. Geluids-25 signalen, uitgestraald van afzonderlijke omzetters, worden akoestisch gemengd binnen het omhulsel voor het voortbrengen van samengestelde geluidssignalen, die akoestisch worden gekoppeld van het omhulsel door akoestische transmissie-organen 16 en 18, en worden getransmitteerd via een paar 30 akoestische wegen 20 en 22, die oortelefoons 20a en 20b bezitten, resp. naar het rechteroor R en het linkeroor L van een luisteraar P. Elk van de akoestische transmissie-organen 16 en 18 omvat een paar akoestische pijpen, gearrangeerd voor het koppelen van geluid van twee verschillende 35 op afstand gescheiden delen van het omhulselvolume, die met elkaar verenigd zijn en met de transmissiewegen 20 en 22 door een T-verbinding, teneinde in de transmissiewegen 20 en 22 afzonderlijke geluidsgolven voort te brengen, die elk een dominante geluidsgolf bevatten, corresponderende 40 met êën of meer gekozen verschillende van de elektro- 8004973 - 8 - akoestische signalen, aangelegd aan de verwerkingseenheid, en sub-dominante geluiden, corresponderende met andere van de aangelegde elektro-akoestische signalen. Dienovereenkomstig hoort de luisteraar P in beide oren een gedeelte 5 van het geluid uitgestraald van alle omzetters, waarbij sommige meer pre-dominant zijn dan andere.

Zoals getoond in de fig. 2 en 3, die resp. een zijaanzicht en een perspectief geven van een voorkeursconstructie van een akoestische verwerkingseenheid 14, 10 bestaat deze laatste uit een relatief klein boxachtig omhulsel 30, dat kan zijn gevormd van hout of een stijf kunststofmateriaal? bij een met succes bedreven uitvoeringsvorm was het van hout vervaardigde omhulsel ongeveer 25 cm lang, ongeveer 10 cm hoog, en ongeveer 7,5 cm diep. Het 15 inwendige volume van het omhulsel is verdeeld in twee ongeveer gelijke volumekamers A en B door een tussenschot 32, geplaatst evenwijdig aan de voorwand 34 van het omhulsel.

Het omhulsel is afgedicht uitgezonderd voor een enkele poort 36 voor het poorten van kamer A, terwijl kamer A 20 in verbinding staat met kamer B door een opening 38, gevormd in de tussenplaat 32. De funktie van deze poorten zal uit de verdere beschrijving duidelijk worden.

In de uitvoering, getoond in de fig. 2 en 3 zijn zeven gebruikelijke luidsprekers, elk met een cirkel-25 vormig trillingsmembraan met een diameter van ongeveer 5 cm gemonteerd binnen het omhulsel. Vier van de luidspreker 40, 42, 44 en 46 worden gesteund op het‘binnen-oppervlak van wand 34 en zijn uniform verdeeld over de lengte-afmeting daarvan, en, zoals getoond in fig. 3, 30 in wezen op gelijke afstand gelegen van de zijwanden van het omhulsel. Elk van de luidsprekers heeft de gebruikelijke drijver en korf geplaatst achter de luidsprekerconus.

De luidsprekers 40, 42, 44 en 46 zijn gemonteerd met de buitenomtrek van hun membranen in direkt contact met het 35 binnenoppervlak van wand 34, zodat een relatief klein luchtvolume wordt ingevangen tussen het diafragma en de wand, en zijn concentrisch geplaatst ten opzichte van de relatief kleine cirkelvormige openingen 48, 50, 52 en 54 in wand 34, die kenmerkend een diameter hebben van 0,64 cm.

40 Elk van deze vier luidsprekers is aangesloten voor het 8004973 - 9 - ontvangen van een elektro-akoestisch signaal van een verschillende van de kanalen van het elektronische orgel, hetgeen bijv. die kanalen kunnen zijn, die resp. op pre-dominante wijze elektro-akoestische signalen dragen, 5 die diapasongeluiden, tibiageluiden, snaargeluiden, en snaarensemblegeluiden representeren; dat wil zeggen de geluiden, die van belang zijn bij het creëren van animatie in een elektronisch orgel. Welk kanaal is verbonden met welke van de vier luidsprekers, is een zaak 10 van keuze van de ontwerper, in afhankelijk ervan welke twee van de vier kanalen dominant moeten zijn in de twee geluidssignalen, die worden getransmitteerd naar de koptelefonen, zoals thans zal worden uiteengezet.

De openingen 48 en 52, die resp. de membranen 15 van de luidsprekers 40 en 44 ontmoeten, zijn akoestisch met elkaar gekoppeld door akoestische transmissiewegen 56 en 58, en met de akoestische transmissieweg 22 door een T-verbinding 60, waarbij elk van de transmissiewegen een 0,64 cm lengte flexibele plastic buis kan zijn. Op over-20 eenkomstige wijze zijn de openingen 50 en 54, die resp.

de luidsprekerconi van de luidsprekers 42 en 46 confronteren, met elkaar gekoppeld door transmissiewegen 62 en 64 en via een T-verbinding 66 met buis 20, de transmissieweg, die gaat naar de rechteroortelefoon. Het deel van de 25 T-verbindingen 60 en 66, verbonden met de buizen 22 en 20, vormt in wezen een paar akoestische uitgang spoorten voor de verwerkingseenheid, waar resp. van een paar samengestelde geluidssignalen worden geproduceerd. Elk van de luidsprekers 40, 42 en 46 en de daarmee geassocieerde 30 akoestische transmissiewegen funktioneren op overeenkomstige wijze als een gebruikelijke stetoscoop, waarbij de conus van de luidspreker analoog is aan het membraan-borststuk van een stethoscoopinstrument, terwijl de buis lijkt op de oorbuizen van de stethoscoop. Geluidsgolven, 35 voortgebraoht door variaties in de druk van de lucht, begrensd tussen het luidsprekermembraan en het binnen-oppervlak van wand 34, veroorzaakt door vibraties van het membraan, worden getransmitteerd door de geluid-geleidende buis en oorpluggen naar het oor van de gebruiker. 40 De akoestische transmissiewegen 56, 58, 62 en 64 zijn ft Ω 0 4 9 7 3 - 10 - bij voorkeur van gelijke lengte zodat in hoofdzaak dezelfde transmissiewegen worden ingevoerd, en daardoor een balans wordt gegeven in het akoestische vermogen, geleverd aan de geluid-geleidende buizen 20 en 22. Het rendement van 5 de transmissie van geluid van het omhulsel is ongeveer evenredig aan het volume van de lucht, ingevangen tussen de luidsprekerconus en het inwendige oppervlak van wand 34; daarom worden de beste resultaten verkregen, wanneer er luidsprekers worden gebruikt met relatief ondiepe 10 membranen.

De reden van het beschreven akoestische transmissie-orgaan voor het koppelen van geluidsenergie van kamer B van het omhulsel zal worden begrepen, wanneer wordt aangenomen, dat er een elektro-akoestisch signaal wordt aange-15 legd aan uitsluitend luidspreker 40. De trilling van de conus van luidspreker 40 in responsie op bekrachtiging van de drijver daarvan, brengt corresponderende variaties teweeg in de druk van de lucht, ingesloten tussen de luidsprekerconus en de wand 34, en deze drukvariaties 20 worden getransmitteerd door buis 56, waarbij het principe van een stethoscoop wordt gebruikt, naar T-verbinding 60 en naar de linkerkoptelefoon. Tegelijk veroorzaakt de achterzijde^van het trillende membraan van luidspreker 40 variaties in de druk van de lucht, ingesloten in kamer B, 25 welke drukveranderingen worden opgelegd aan het achter-oppervlak van de membranen van luidsprekers 42, 44 en 46, waarbij het effekt afneemt bij afnemende afstand van luidspreker 40. De resulterende door druk geïnduceerde trillingen van de membranen van de luidsprekers 42, 44 en 46 30 veroorzaken corresponderende variaties in de druk van het volume van lucht, gedefinieerd door het vooroppervlak van de conus en wand 34, waardoor er voor wordt gezorgd, dat geluidsgolven, die algemeen corresponderen met het elektro-akoestische signaal, aangelegd aan luidspreker 40, ook 35 uittreden uit de openingen 50, 52 en 54. Het mechanisch geïnduceerde geluid, voortgebracht door luidspreker 42, dat een grotere amplitude heeft, dan het geluid, voortgebracht door de luidsprekers 44 en 46 wegens de dichtere nabijheid ervan tot elektrisch bekrachtigde luidspreker 40, 40 wordt gekoppeld via buis 62 en T-verbindihg 66 met 8004973 - 11 - transmissieweg 20 en de rechteroortelefoon, en opening 54, die luidspreker 46 ontmoet, is eveneens gekoppeld met de rechter oortelefoon. Het geluidssignaal, dat parasitair wordt geproduceerd door luidspreker 44 in responsie op 5 bekrachtiging van luidspreker 40, wordt via buis 58 gekoppeld met T-verbinding 60 en transmissieweg 22 naar de linker oortelefoon. Aldus is het geluidssignaal, voortgebracht door de elektrisch bekrachtigde luidspreker 40 dominant in de linker oortelefoon, en een gereduceerd amplitude-10 gedeelte van een in hoofdzaak corresponderend geluidssignaal verschijnt aan de rechter oortelefoon, waardoor in een belangrijke mate wordt gesimuleerd, wat elk oor zou horen, wanneer een enkele toon akoestisch wordt gereproduceerd in een luisterkameromgeving.

15 Het zal nu duidelijk zijn,dat, indien enige twee van de vier luidsprekers simultaan elektrisch worden bekrachtigd, één van deze een dominant geluidssignaal zal voortbrengen in éën van de oormicrofonen, en de andere een dominant geluidssignaal zal produceren in de andere 20 oormicrofoon, terwijl de luisteraar in beide oren tevens sub-dominante geluidssignalen zal horen van elk van de andere drie luidsprekers. Dit resultaat zal worden verkregen zowel wanneer de twee elektrisch bekrachtigde luidsprekers aangrenzend zijn of niet-aangrenzend. Hieruit vloeit voort, 25 dat, indien alle vier de luidsprekers 4, 42, 44 en 46 tegelijk worden bekrachtigd, een luisteraar in zijn rechteroor dominante geluiden zal horen corresponderende met de elektro-akoestische signalen, aangelegd aan de luidsprekers 42 en 46, en in zijn linkeroor dominante 30 geluiden corresponderende met de signalen, die de luidsprekers 40 en 44 bekrachtigen, en in beide oren subdominante geluiden, corresponderende met de elektro-akoestische signalen, aangelegd aan de andere luidsprekers.

De samenstelling van de samenstellende geluids-35 golven, die optreden aan de linker- en rechteroortelefonen, wordt verder beïnvloed door geluidsgolven, direkt gestraald in kamer B door extra luidsprekers, in de getoonde uitvoering drie, die worden gesteund in kamer A op tussenschot 38. Luidspreker 70, aangesloten om de elektro-akoestische 40 signalen van het baskanaal van het orgel te ontvangen, ύ η n q 7 τ - 12 - is bij voorkeur opgesteld equidistant ten opzichte van de einden van het tussenschot, zodat deze luidspreker zich bevindt boven het midden tussen luidsprekers 42 en 44, terwijl twee extra luidsprekers 72 en 74 resp. in lijn 5 met de luidsprekers 40 en 46 zijn opgesteld. De luidsprekers 70, 72 en 74 zijn concentrisch geplaatst boven resp. ope-ningen 76, 78 en 80 in het tussenschot 32, welke openingen diameters hebben, die in hoofdzaak gelijk zijn aan de diameter van de luidsprekerconi, zodat bij bekrachtiging 10 geluidsgolven rechtstreeks in kamer B worden gestraald.

Aldus induceren de geluidsgolven, uitgestraald door één of meer van de luidsprekers 70, 72 en 74 mechanisch een corresponderend signaal op de achterzijden van de membranen van de luidsprekers 40, 42, 44 en 46 in een mate,:die 15 wordt bepaald door de nabijheid van een bekrachtigde luidspreker ten opzichte van de luidsprekers, waarvan het geluid akoestisch wordt gekoppeld met de koptelefonen.

Elk van de luidsprekers 70, 72 en 74 zal bij bekrachtiging tevens een corresponderend signaal van lagere 20 amplitude induceren op de achterzijde van het membraan van de andere twee luidsprekers, waardoor de geluidssignalen, die uittreden uit de voorzijde van het membraan in kamer B, k verder worden beïnvloed. Aangezien laagfrequente tonen in wezen omni-directionaal zijn in een luisterkameromgeving, 25 is de luidspreker 70, gekozen voor het reproduceren van het elektro-akoestische signaal van het baskanaal, zo centraal mogelijk opgesteld ten opzichte van de andere luidsprekers, teneinde een nagenoeg gelijk effekt daarop te hebben, en zodoende in nagenoeg gelijke amplitude te 30 verschijnen in beide oortelefonen van de koptelefoon teneinde de reële levende kameromgeving te simuleren, waar het moeilijk is om te vertellen, waar de bastonen vandaan komen. De luidsprekers 72 en 74 kunnen worden gebruikt voor elk ander gewenst effekt; bijv. kunnen piano-achtige tonen worden 35 gereproduceerd door de luidspreker 72, terwijl luidspreker 74 kan worden bekrachtigd door een elektro-akoestisch signaal, dat karakteristieken heeft voor het simuleren van het effekt van een roterende Leslie-luidspreker.

De poort 36 in wand 30 maakt maximale afbuiging 40 mogelijk van de laagfrequente luidspreker 70, en geeft 8004973 - 13 - daarom een groter effekt, dan wanneer de kamer A. zou zijn afgedicht, terwijl poort 38 in het tussenschot het mogelijk maakt om het geluid in kamer B door te laten in het geval, dat zeer laagfrequente geluidssignalen daarin worden gepro-5 duceerd. Aangezien de basisfunktie van oortelefonen is om te luisteren naar een programma, dat iemand speelt, zonder dat anderen daardoor worden gestoord, is de poort 36 bij voorkeur gevuld met akoestisch dempingsmateriaal 82, teneinde het ontsnappen van hoogfrequente tonen via poort 36 10 tot een minimum terug te brengen; de poort is voldoende klein in diameter, dat het wordt uitgesloten, dat er buiten enige bastonen kunnen worden gehoord. Het dempingsmateriaal kan uit vezelglas bestaande akoestische isolatie zijn of een ander geschikt akoestisch dempingsmateriaal, dat bekend 15 is in de techniek.

Hoewel de beschreven uitvoering vier luidsprekers heeft met afwisselende gegroepeerd in paren voor het voortbrengen van de dominante geluidssignalen voor de linker- en rechter oortelefonen, zal het duidelijk zijn, 20 dat het principe kan worden uitgebreid tot een groter even aantal luidsprekers in kamer B, en het akoestisch mengen van de geluidsuitgang van afwisselende van de luidsprekers in het linker-oortelefoonkanaal en het akoestisch mengen van de uitgangen van de andere en het 25 transmitteren van het samengestelde geluidssignaal naar het rechter-oortelefoonkanaal. Indien het bijv. gewenst zou % zijn om als dominante signalen de elektro-akoestische signalen van zes afzonderlijke kanalen te reproduceren, kunnen er drie akoestische wegen worden gebruikt voor het 30 mengen en koppelen van de signalen van drie van de luidsprekers naar de linker transmissieweg 22, terwijl de signalen van de andere drie luidsprekers op overeenkomstige wijze worden gemengd en gekoppeld met de rechter akoestische transmissieweg 20. Indien nodig of indien gewenst kan het 35 aantal luidsprekers, gemonteerd op het tussenschot 32 op corresponderende wijze worden verhoogd. Zodoende kan het principe van de uitvinding worden toegepast voor het akoestisch verwerken van zo weinig als twee elektro-akoestische signalen, of zoveel als er gewenst zijn in een 40 elektronisch orgel, zelfs het meest geavanceerde orgel.

- 14 -

Indien de verwerkingseenheid is bestemd voor exclusief gebruik bij het verwerken van stereofone akoestische signalen, is alles wat nodig is een omhulsel, dat een enkele kamer definieert, waarin slechts twee omzetters zijn onder-5 steund, en een paar akoestische transmissiewegen, resp. gekoppeld met de twee omzetters voor het koppelen van de twee akoestische signalen naar het linker- en rechteroor van de luisteraar. Elk van de omzetters zal mechanisch zijn vibraties induceren in de andere omzetter, waardoor addi-10 tionele akoestische verwerking wordt verschaft, die algemeen equivalent is aan die, die zal worden verkregen, indien de stereofone signalen zouden worden gereproduceerd door een paar luidsprekers, die uitstralen in een luisterkamer.

Hoewel de beschreven uitvoering van de akoestische 15 verwerkingseenheid slechts gebruik maakt van twee kamers, omvat de uitvinding daarenboven de voorziening van één of meer extra kamers, gestapeld boven kamer A, waarbij elk één of meer luidsprekers bevat, die worden ondersteund voor het uitstralen van geluidsenergie in de aangrenzende kamer.

20 Zo kan bijv. een derde kamer, met wand 30, welke dienst doet als een tussenschot, zijn aangebracht boven kamer A, en kunnen één of meer luidsprekers gesteund zijn boven openingen daarin, die nagenoeg gelijk zijn in diameter aan de diameter van de luidsprekers, teneinde geluidsenergie 25 te stralen in kamer A, wanneer zij bekrachtigd worden door een resp. elektro-akoestisch signaal. De geluidsenergie, gestraald in kamer A, zal mechanisch corresponderende trillingen induceren in de membranen van de luidsprekers, gesteund in kamer A, welke op zijn beurt mechanisch 30 trillingen zal induceren in de membranen van de luidsprekers, gesteund in kamer B, teneinde akoestisch te worden gekoppeld van de eenheid naar de oorstukken van de akoestische transmissiewegen. Het kan in bepaalde toepassingen gewenst zijn om bijv. in de derde kamer een basluidspreker te 35 plaatsen van grotere diameter dan de luidsprekers, gebruikt in de andere kamers, teneinde in wezen omni-directionale bastonen te kunnen geven aan zowel het linker- als het rechteroorstuk.

Hoewel akoestische transmissie-organen 16 en 18 40 zijn beschreven als bestaande uit flexibele plastic buizen 800 4 97 3 # * - 15 - van. een bepaalde diameter, kunnen volgens de uitvinding ook buizen worden gebruikt van andere grootte, en kunnen de akoestische transmissiewegen andere vormen hebben, zoals bijv. doorgangen van geschikte grootte, gevormd of op 5 andere wijze aangebracht in de wand 34, en die in verbinding staan met een paar nippelconnectoren, die uitstéken uit de wand, waarmee de oortelefoontransmissiewegen 20 en 22 kunnen worden verbonden. Hoewel proeven hebben aangetoond, dat naarmate de luidsprekers (en bijgevolg het omhulsel) 10 kleiner is, de beschreven akoestische bewerkingseenheid beter werkt, is verder een aanvaardbare prestatie mogelijk met luidsprekers, die groter zijn dan die, gebruikt in de beschreven uitvoering. Het verdient daarom de voorkeur om de kleinst mogelijke commercieel verkrijgbare luid-15 sprekers te gebruiken (die gewoonlijk relatief ondiepe membranen hebben, waardoor het stethoscopische effekt wordt versterkt), teneinde de verdere voordelen te bereiken van vermindering van kosten en gewicht van de akoestische verwerkingseenheid, en gemak en geschiktheid bij het 20 monteren ervan in de orgelkast.

Als alternatief voor de beschreven akoestische reproduktie van de samengestelde geluidssignalen, voortgebracht aan de akoestische uitgangspoorten van de akoestische verwerkingseenheid, kunnen deze worden omgezet tot resp.

25 corresponderende elektrische signalen, voor reproduktie door elektro-akoestische omzetters, zoals elektrische koptelefonen of een paar luidsprekers. Hiertoe worden de samengestelde geluidssignalen, voortgebracht aan de uitgangspoorten van de verwerkingseenheid, dat wil zeggen 30 aan de uitgangen van de T-verbindingen 60 en 66, aangelegd aan resp. akoestische elektrische omzetters, getoond in fig. 2A als een paar luidsprekers 90 en 92, gesteund binnen resp. holtes C en D, die zijn gedefinieerd door een boxachtig omhulsel 94 met een tussenplaat 96, welke het inwendige 35 volume van het omhulsel verdeelt in twee nagenoeg gelijke volumeholtes. Het omhulsel kan zijn gevormd van hout of een stijf plastic materiaal, en elk van de holtes C en D staat, in verbinding met de omgeving via openingen 98 en 100 resp., gevormd in een wand van het omhulsel. De luidsprekers 40 90 en 92, waarvan elk de gebruikelijke drijver en korf heeft ö n n l o 7 3 - 16 - geplaatst achter de luidsprekerconus, zijn gemonteerd met de buitendiameter van hun membranen in direkt contact met het binnenoppervlak van wand 102 van het omhulsel, concentrisch ten opzichte van cirkelvormige openingen in 5 wand 102, waarin korte secties van holle buizen 22 en 20 zijn ingestoken voor het koppelen van de samengestelde geluidssignalen van de akoestische uitgangspoorten van een verwerkingseenheid van fig. 2 in de volumes, gedefinieerd door de wand 102 en de coni van de luidsprekers 90 en 92 10 resp. De vibratie van de luidsprekerconi in responsie op de resp. aangelegde samengestelde geluidssignalen produceert resp. corresponderende elektrische signalen met dezelfde informatie-inhoud als de aangelegde akoestische signalen.

Het omhulsel 94 is in grootte vergelijkbaar met het 15 omhulsel van de akoestische verwerkingseenheid, en indien, zoals eerder voorgesteld, de akoestische transmissiewegen de vorm hebben van doorgangen, ingevormd of op andere wijze aangebracht in de wand 34 van de verwerkingseenheid, en in verbinding met een paar nippelconnectoren, kan de 20 bovenwand 102 van het omhulsel 94 zijn gemonteerd onmiddellijk aangrenzend aan wand 34 van het omhulsel van de akoestische verwerkingseenheid met het oog op de compactheid en voor het verkorten van de akoestische transmissiewegen van de akoestische uitgangspoorten naar de akoesto-elektrische 25 omzettere. De luidsprekers 90 en 92 kunnen van dezelfde grootte en soort zijn als die, gebruikt in de verwerkingseenheid, en zijn kenmerkend goedkoop, gemakkelijk beschikbaar, 2,5 of 5 cm diameter luidsprekers van het type, dat gebruikt wordt in transistorradio1s.

30 Hoewel de akoesto-elektrische omzetters zijn beschreven als bestaande uit luidsprekers, kunnen ook alternatief microfoons worden gebruikt voor het omzetten van de samengestelde geluidssignalen tot corresponderende elektrische signalen.

35 Elektro-akoestische signalen van de omzetters 90 en 92 kunnen worden voortgebracht door ieder soort gewenste elektro-akoestische omzetters, waarbij het alternatief van luidsprekerreproduktie en elektrische oor-telefoonreproduktie is geïllustreerd in fig. 2A. De signalen 40 van de omzetters 90 en 92, die representatief zijn voor 8004973 - 17 - "linker" (Li en "rechter" (Ri samengestelde geluidssignalen, worden aangelegd aan resp. vermogenversterkers 104 en 106, en de versterkte signalen worden alternatief aangelegd door bekrachtiging van een paar mechanisch gekoppelde schakelaars 5 108 en 110 aan een paar luidsprekers 112 en 114, of aan de contacten 116 en 118 van de klink 120 van de stereofonische elektrische koptelefoon 122.

Zoals aangegeven door onderbroken lijn 124 zijn de uitgangen van de versterkers 104 en 106 normaal aangelegd 10 aan de luidsprekers 112 en 114, en wanneer de oortelefoon-klink wordt ingestoken, worden de schakelaars geactiveerd, zodat de luidsprekers worden losgekoppeld en het versterkte signaal wordt aangelegd aan de koptelefoon. Hoewel niet getoond in fig. 2A, zal het duidelijk zijn, dat wegens 15 relatief hoge vermogenscapaciteit van de versterkers 104 en 106, nodig om de luidsprekers te drijven, het noodzakelijk kan zijn om de versterkte signalen te verzwakken alvorens deze worden aangelegd aan de koptelefoon.

Het zal nu duidelijk zijn, dat het gebruik van de 20 akoestische verwerkingseenheid van fig. 2 voor het akoestisch verwerken en mengen van signalen van een aantal onafhankelijke signalen, zeven in de getoonde uitvoering, voor het vóórtbrengen van twee samengestelde geluidssignalen, het omzetten van de twee samengestelde geluidssignalen tot corresponderende 25 akoestische signalen, en het reproduceren van de twee elektrische signalen met resp, luidsprekers, de kosten en ruimtenvereisten van het geluidreproduktiesysteem in grote mate vermindert. Wanneer een gebruikelijk orgelsysteem met hetzelfde aantal kanalen zeven reproduktiekanalen nodig heeft, 30 die elk een 30 watt versterker hebben en een relatief grote en dure luidspreker, elk van de orde van grootte van 15 tot 25 cm diameter, de uitvinding een vergelijkbare reproduktie mogelijk maakt van eenzelfde aantal kanalen met negen kleine, goedkope luidsprekers, zeven laag-vermogen-versterkers, 35 êën voor elk van de luidsprekers, aanwezig in de akoestische verwerkingseenheid, waarvan elk een vermogenscapaciteit behoeft van niet meer dan een paar honderd milliwatt, slechts twee hoog-vermogen-versterkers van de orde van 30 tot 35 watt elk en slechts twee grote luidsprekers van de orde van grootte 40 van 25 tot 30 cm diameter,, om multikanaalsignalen naar buiten

o η n l o 7 X

- 18 - te kunnen weergeven. Geheel afgezien van de kostenbesparing/ maakt de resulterende besparing in ruimte het ontwerp en de vervaardiging mogelijk van orgels met een groot aantal kanalen, desgewenst zoveel als acht of tien, die kunnen 5 worden ondergebracht in een console van beperkt volume, voorgeschreven door de lengte van het toetsenklavier en de traditie. Tot nog toe was het geheel onmogelijk om meer dan ongeveer zes gebruikelijke reproduktiekanalen onder te brengen in een console van de grootte gewenst voor beoogd 10 huisgebruik. Verder hoort, wanneer de elektrische signalen, corresponderende met de samengestelde geluidssignalen, worden gereproduceerd door een stereofonische elektrische koptelefoon, het linkeroor het "linker” kanaal, en het rechteroor het "rechter" kanaal, zoals bepaald door de 15 karakteristieken van de akoestische verwerkingseenheid; met andere woorden, de koptelefoonluisteraar hoort in wezen dezelfde weergave, die zou zijn gehoord van het paar luidsprekers 112 en 114, en er is geen uitwissing of ongewenst toevoegen van signaalcomponenten.

20 Hoewel de uitvinding in het voorgaande is beschreven aan de hand van specifieke uitvoeringsvoorbeelden, zal het duidelijk zijn, dat er variaties mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding. Zo kan bijv. de akoestische verwerkingseenheid andere fysische vormen hebben dan die, 25 welke specifiek zijn beschreven of voorgesteld, en kunnen de akoesto-elektrische omzetters andere vormen hebben dan de voorbeelden, getoond en beschreven. Verdere variaties zullen de vakman na kennisname van het bovenstaande duidelijk zijn.

- conclusies - 8004973

Claims (26)

1. Systeem voor het voortbrengen van een aantal elektro-akoestische signalen, elk corresponderende met een kanaal van een multikanaal-elektronisch muziekinstrument, gekenmerkt door de combinatie van: 5 een akoestische verwerkingseenheid met een paar akoestische uitgangspoorten, dat een in hoofdzaak afgedicht omhulsel heeft, een met het aantal overeenkomend aantal elektro-akoestische omzetters, elk aangesloten voor het ontvangen 10 van een elektro-akoestisch signaal van een respectievelijke van de kanalen voor het omzetten van de elektro-akoestische signalen tot corresponderende akoestische signalen, en zodanig aangebracht binnen het omhulsel, dat er voor gezorgd wordt dat een elektrisch bekrachtigde omzetter 15 mechanisch nagenoeg corresponderende trillingen induceert in de andere omzetters, en voor het akoestisch combineren van de akoestische signalen, uitgestraald door het aantal omzetters voor het voortbrengen aan de akoestische uitgangspoorten van verschillende respectievelijke samengestelde 20 geluidssignalen, die elk verschillende verhoudingen bevatten van de akoestische signalen, en geluid-reproducerende organen, gekoppeld met de akoestische uitgangspoorten voor het reproduceren van de samengestelde geluidssignalen.

2. Systeem volgens conclusie l,met het ken merk, dat de geluid-reproducerende organen bestaan uit een paar akoestische transmissiewegen, gekoppeld met respectievelijke akoestische uitgangspoorten voor het transmitteren van de respectievelijke samengestelde 30 geluidssignalen direkt naar het linker- en rechteroor van een luisteraar als direkt geluid.

3. Systeem volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de akoestische transmissiewegen bestaan uit holle buizen van dezelfde diameter, elk verbonden aan 35 ëën einde van een respectievelijke akoestische uitgangspoort. q η η λ o 7 τ - 20 -

4. Systeem volgens conclusie 3, m e t het ken merk, dat de buizen in hoofdzaak dezelfde lengte hebben.

5. Systeem volgens conclusie 1, m e t het ken- 5 merk, dat de geluid-reproducerende organen bestaan uit een paar akoesto-elektrische omzetters, gekoppeld met respectievelijke akoestische uitgangspoorten voor het omzetten van de respectievelijke samengestelde geluidssignalen tot respectievelijke corresponderende elektrische 10 signalen, en een paar elektro-akoestische omzetters voor het omzetten van de respectievelijke elektrische signalen tot corresponderende geluidssignalen.

6. Systeem volgens conclusie 5,met het ken- 15 merk, dat de elektro-akoestische omzetters elektrische koptelefonen zijn.

7. Systeem volgens conclusie 5,met het ken merk, dat de elektro-akoestische omzetters luidsprekers zijn.

8. Systeem volgens conclusie 7,met het ken merk, dat het systeem verder een vermogensversterker omvat voor elk van de genoemde luidsprekers, en dat de vermogensversterkers en de luidsprekers een veel hogere vermogenscapaciteit bezitten dan de elektro-akoestische 25 omzetters, aanwezig in het omhulsel.

9. Systeem volgens conclusie l,met het ken merk, dat de akoestische verwerkingseenheid verder akoestische transmissie-organen heeft, gekoppeld met het omhulsel voor het koppelen daaruit aan de akoestische 30 uitgangspoorten van respectievelijke geluidssignalen, die elk ten minste één dominant geluidssignaal bevatten, corresponderende met een gekozen verschillende van de elektro-akoestische signalen, indien aanwezig, en subdominante geluidsgolven, corresponderende met andere 35 aanwezige elektro-akoestische signalen. 8004973 - 21 -

10. Systeem volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat het omhulsel een van wanden voorzien omhulsel is met ten minste twee op afstand gelegen openingen door één wand daarvan voor het ontvangen van de akoestische 5 transmissie-organen, dat elk van de elektro-akoestische omzetters een luidspreker is met een trillend membraan, dat ten minste twee van de luidsprekers zijn gesteund op de genoemde ene wand, elk met zijn membraan toegekeerd naar een respectievelijke van de openingen, en 10 dat de akoestische transmissie-organen een eerste akoestische transmissieweg omvatten voor het transmitteren van geluidsgolven van een eerste van de genoemde ten minste twee openingen naar een eerste van de genoemde uitgangs-poorten, en een tweede akoestische transmissieweg voor het 15 transmitteren van geluidsgolven van een tweede van de ten minste twee openingen naar de ander van de akoestische uitgangspoorten.

11. Systeem volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat het omhulsel een even aantal onderling op 20 afstand gelegen openingen heeft door de genoemde ene wand, dat een overeenkomstig even aantal luidsprekers is gesteund op de genoemde ene wand, elk met zijn membraan toegekeerd naar een respectievelijke van de openingen, en dat de akoestische transmissie-organen bestaan uit een eerste groep 25 van akoestische transmissiewegen voor het koppelen van geluidsgolven van de helft van de openingen naar de eerste akoestische uitgangspoort, en een tweede groep akoestische transmissiewegen voor het koppelen van geluidsgolven uit de andere helft van de genoemde openingen naar de andere 30 akoestische uitgangspoort.

12. Systeem volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat de ene wand in lengte en breedte is gedimensioneerd, en dat de genoemde openingen in hoofdzaak uniform zijn verdeeld over de lengte-dimensie, en 35 dat de akoestische transmissiewegen van de genoemde eerste groep zijn gekoppeld met afwisselende oneven openingen uit de uniform verdeelde openingen, en dat de akoestische transmissiewegen van de genoemde tweede groep zijn gekoppeld RflO 4 97 3 - 22 - met afwisselend even openingen uit de genoemde uniform op afstand verdeelde openingen.

13. Systeem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het omhulsel een inwendig tussenschot heeft, 5 opgesteld nagenoeg evenwijdig aan en op afstand gelegen van de genoemde ene wand, welke het volume, gedefinieerd door het omhulsel, verdeeld in een eerste kamer, die het genoemde aantal elektro-akoestische omzetters omsluit, en een tweede kamer, en waarbij de akoestische verwerkings-10 eenheid verder omvat: ten minste één extra elektro-akoestische omzetter, gemonteerd op het tussenschot in de tweede kamer, waarbij elk van de extra elektro-akoestische omzetters is aangesloten voor het ontvangen van een elektro-akoestisch signaal van 15 een andere verschillende van de kanalen, en elke bij bekrachtiging geluidsgolven uitstraalt in de genoemde eerste kamer, teneinde mechanisch nagenoeg corresponderende trillingen te induceren in de omzetters, die worden gesteund in de eerste kamer.

14. Systeem volgens conclusie 13,met het ken merk, dat ten minste ëên extra elektro-akoestische omzetter een luidspreker is met een trillend membraan, en ondersteund in een opening in het tussenschot, nagenoeg op gelijke afstand gelegen ten opzichte van de einden daar-25 van, waarbij het membraan ervan is toegekeerd naar de eerste kamer, en aangesloten voor het ontvangen van elektro-akoestische signalen van het baskanaal van het elektronische muziekinstrument.

15. Systeem volgens conclusie 14, m e t het k e n'- 30 merk, dat een aantal elektro-akoestische omzetters is ondersteund in respectievelijk op afstand gelegen openingen in het tussenschot, en elk is verbonden voor het ontvangen van een elektro-akoestisch signaal van een verschillende van de genoemde kanalen, en elk ter bekrachtiging werkzaam 35 voor het uitstralen van geluidsgolven in de genoemde eerste kamer. 8004973 - 23 -

16. Systeem volgens conclusie 13,met het ken merk, dat het genoemde tussenschot een opening daar doorheen heeft voor het verschaffen van een poort tussen de eerste en de tweede kamer.

17. Systeem volgens conclusie 14,met het ken merk, dat de tweede kamer in verbinding staat met de omgeving voor het verbeteren van het rendement van de genoemde ten minste ene extra luidspreker.

18. Akoestische verwerkingseenheid, te gebruiken bij 10 het reproduktiesysteem volgens één der voorgaande conclusies voor het voortbrengen van eerste en tweede samengestelde akoestische signalen van een aantal elektro-akoestische signalen, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid bestaat uit: 15 een in hoofdzaak afgedicht omhulsel met ten minste eerste en tweede openingen in een wand daarvan, akoestische transmissie-organen, die een paar afzonderlijke akoestische uitgangspoorten definiëren, die akoestisch zijn gekoppeld met de genoemde eerste en tweede 2. openingen, ten minste eerste en tweede elektro-akoestische omzetters, gemonteerd binnen het omhulsel respectievelijk over de ten minste eerste en tweede openingen voor het omzetten van de elektro-akoestische signalen tot corres- 25 ponderende akoestische signalen, en het leveren van akoestisch vermogen aan de respectievelijke uitgangspoorten, en zodanig ten opzichte van elkaar opgesteld, dat hun bekrachtigde omzetter mechanisch nagenoeg corresponderende trillingen induceert in de andere omzetters, en 30 organen voor het toevoeren van eerste en tweede verschillende elektrische signalen aan de genoemde ten minste eerste en tweede omzetters.

19. Akoestische verwerkingseenheid volgens conclusie 18, met het kenmerk, 35 dat het genoemde omhulsel een rechthoekige box is met de genoemde openingen in één wand daarvan, en dat elk van de genoemde omzetters een luidspreker o η n ü(i7? - 24 - is met een trillend membraan gesteund op de genoemde ene wand, waarbij dit membraan een respectievelijke opening ontmoet.

20. Akoestische verwerkingseenheid volgens conclusie 18, 5 met het kenmerk, dat het genoemde omhulsel een even aantal op afstand gelegen openingen.heeft in de genoemde ene wand, dat een even groot even aantal luidsprekers wordt gesteund op de genoemde wand, waarbij elk van deze luid-10 sprekers met zijn membraan is toegekeerd naar een verschillende van de genoemde openingen, en dat de genoemde akoestische transmissie-organen bestaan uit een eerste groep holle buizen voor het akoestisch koppelen van geluidsgolven van de helft van de genoemde 15 openingen naar een eerste van de genoemde akoestische uit-gangspoorten, en een tweede groep holle buizen voor het akoestisch koppelen van geluidsgolven van de andere helft van de genoemde openingen naar de tweede van de genoemde akoestische uitgangspoorten.

21. Akoestische verwerkingseenheid volgens conclusie 18, 19 of 20,met het kenmerk, dat het genoemde omhulsel een inwendig tussenschot heeft, dat het volume, gedefinieerd door het omhulsel, verdeeld in een eerste kamer, die de genoemde ten minste eerste en 25 tweede omzetters omsluit, en een tweede kamer, en dat het apparaat verder omvat: ten minste één extra elektro-akoestische omzetter, gemonteerd op het tussenschot binnen de tweede kamer, waarbij elk van de extra elektro-akoestische omzetters 30 is aangesloten voor het ontvangen van een verschillend elektrisch signaal, en bij bekrachtiging geluidsgolven uitstraalt in de genoemde eerste kamer voor het mechanisch induceren van in hoofdzaak corresponderende trillingen in de omzetters, gemonteerd in de eerste kamer.

22. Systeem voor het voortbrengen van ten minste eerste, tweede, en derde elektro-akoestische signalen, elk corresponderende met een respectievelijk kanaal, 8004973 - 25 - gekenmerkt door: ten minste eerste, tweede en derde elektro-akoestische omzetters, elk aangesloten voor het ontvangen van een verschillende van de elektro-akoestische signalen 5 voor het omzetten van deze elektro-akoestische signalen tot respectievelijke corresponderende akoestische signalen, en zodanig aangebracht binnen een in hoofdzaak afgedicht omhulsel, dat er voor gezorgd wordt, dat een bekrachtigde omzetter mechanisch nagenoeg corresponderende trillingen 10 induceert in de andere omzetters, en voor het akoestisch combineren van de akoestische signalen, uitgestraald door de omzetters voor het voortbrengen van eerste en tweede samengestelde geluidssignalen, die elk verschillende verhoudingen bevatten van de genoemde akoestische signalen, 15 en geluid-reproducerende organen voor het reproduceren van de genoemde eerste en tweede samengestelde geluidssignalen.

23. Systeem volgens conclusie 22,met het ken- 20. e r k, dat de geluid-reproducerende organen bestaan uit eerste en tweede akoestische transmissiewegen voor het respectievelijk transmitteren van de genoemde eerste en tweede samengestelde geluidssignalen direkt naar het linker-en rechteroor van de luisteraar als direkt geluid.

24. Systeem volgens conclusie 22,met het ken merk, dat de geluid-reproducerende middelen bestaan uit eerste en tweede akoesto-elektrische omzetters voor het respectievelijk omzetten van de genoemde eerste en tweede samengestelde geluidssignalen tot respectievelijke corres-30 ponderende elektrische signalen, en eerste en tweede elektro-akoestische omzetters voor het respectievelijk omzetten van de respectievelijke elektrische signalen tot respectievelijke corresponderende geluidssignalen.

25. Systeem volgens conclusie 24,met het kenmerk, dat de elektro-akoestische omzetters stereofonische elektrische oortelefonen zijn. 8004973 - 26 -

26. Systeem volgens conclusie 24, m e t het kenmerk, dat de elektro-akoestische omzetters luidsprekers zijn. 8004973