NL8004966A - Aandrijfsysteem voor strookvormige media. - Google Patents

Aandrijfsysteem voor strookvormige media. Download PDF

Info

Publication number
NL8004966A
NL8004966A NL8004966A NL8004966A NL8004966A NL 8004966 A NL8004966 A NL 8004966A NL 8004966 A NL8004966 A NL 8004966A NL 8004966 A NL8004966 A NL 8004966A NL 8004966 A NL8004966 A NL 8004966A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
belt
drive system
media
endless belt
rollers
Prior art date
Application number
NL8004966A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Klaus Friedrich Stricker
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to DE19803032691 priority Critical patent/DE3032691A1/de
Application filed by Klaus Friedrich Stricker filed Critical Klaus Friedrich Stricker
Priority to NL8004966A priority patent/NL8004966A/nl
Priority to GB8028263A priority patent/GB2083161B/en
Priority to FR8019101A priority patent/FR2489575B1/fr
Publication of NL8004966A publication Critical patent/NL8004966A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H20/00Advancing webs
    • B65H20/06Advancing webs by friction band
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H7/00Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
    • F16H7/08Means for varying tension of belts, ropes, or chains
    • F16H7/10Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley
    • F16H7/12Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley of an idle pulley
    • F16H7/1254Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley of an idle pulley without vibration damping means
    • F16H7/1281Means for varying tension of belts, ropes, or chains by adjusting the axis of a pulley of an idle pulley without vibration damping means where the axis of the pulley moves along a substantially circular path
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/26Driving record carriers by members acting directly or indirectly thereon
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08778Driving features, e.g. belt
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H7/00Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
    • F16H7/08Means for varying tension of belts, ropes, or chains
    • F16H2007/0863Finally actuated members, e.g. constructional details thereof
    • F16H2007/0874Two or more finally actuated members

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Registering, Tensioning, Guiding Webs, And Rollers Therefor (AREA)
  • Devices For Conveying Motion By Means Of Endless Flexible Members (AREA)
  • Controlling Rewinding, Feeding, Winding, Or Abnormalities Of Webs (AREA)

Description

v3?* > -·» . I / N.0. 29.396 Λ'
Aandrijfsysteem voor strookvormige media
De uitvinding heeft betrekking op aandrijfsystemen voor strookvormige media en meer in het bijzonder op aandrijfsystemen voor strookvormige media met een paar door een riem gekoppelde pakketten van strookvormig media voor 5 het daartussen spoelen van de strookvormige media. Van bijzonder belang is een door een riem gekoppelde strookvormige media-aandrijving in een magnetische bandpatroon.
Het basisprincipe van de werking voor magnetische bandaandrijfsystemen, al dan niet in de vorm van een pa-10 troon, waarbij gebruik wordt gemaakt van dunne, buigzame, eindloze langs de omtrek lopende riemen voor het overbrengen van de band vanaf een spoel naar een andere onder spanning, bestaat uit de twee riemschijven bezittende platte riemaandrijving. In een dergelijke riemaandrijving is een 15 riemschijf de "aandrijvende" en de andere de "aangedreven" riemschijf of de "lading".
In een dergelijk systeem bestaat een slappe (lage spanning) en een strakke (hoge spanning) zijde van de eindloze riem, waarbij de strakke zijde zich altijd "stroom-20 afwaarts" ten opzichte van de aangedreven riemschijf bevindt in de bewegingsrichting van de riem en tussen de aandrijvende en aangedreven riemschijf. Omdat elk elastisch materiaal onder spanning rekt, is de strakke zijde van de eindloze riem dunner dan de slappe zijde en omdat dergelij-25 ke riemaandrijvingen altijd bestaan uit eindloze gesloten lussystemen, moet volgens natuurkundige wetten continuïteit in de massastroom bestaan. Dit betekent dat op elke plaats in de riemaandrijving een zelfde hoeveelheid riemmassa per tijdseenheid moet passeren. Dit vereist dan dat de snel-30 heid van de riem aan de strakkere (dunnere) zijde van een riemaandrijving groter moet zijn dan de snelheid van de-riem aan de slappere (dikkere) zijde in een mate die evenredig is met het verschil in dikte.
Magnetische bandpatronen zijn in verschillende vormen 35 vervaardigd met een brede reeks van toepassingsmogelijkheden bij geluidsregistratie, analoge registratie en digitale registratie. Vroegere bandpatroonconstructies maakten ge- 8004966 ' 1 2 η ‘ Ν bruik van windassen met klemrollen voor het bewegen van de band en verschillende vormen van slipkoppelingen of remmen als deel van de spoelaandrijvingen voor het opwekken van bandspanning. Omdat toepassing van Coulomb-wrijving in elk 5 mechanisch systeem een hoog energie-verlies geeft en een slechte regelbaarheid, laat het vroegere patroon met betrekking tot snelheidsnauwkeurigheid en gelijkvormigheid voor toepassingen bij analoge registratie te wensen over. Ook was, tengevolge van inefficient energie gebruik, snelle 10 versnelling en vertraging voor digitale computer-toepas-singen niet geschikt.
Door een riem aangedreven magnetische bandtransporten en patronen zijn bekend waarin een langs de omtrek lopende eindloze buigzame riem in aanraking staat met een spoel-15 pakket (band gewikkeld op draaibaar gemonteerde spoelnaven) zodanig dat beweging tot stand gebracht in de riem door uitwendige draaivermogen gevende bronnen een overbrenging van band vanaf het ene spoelpakket naar het andere veroorzaakt. Dergelijke inrichtingen zijn beschreven in de ΓΕΕ 20 transactions on Magnetics, Vol. MAG-14, No. 4, julie 1978, blz. 171 - 175 met de titel "An Improved ANSI-Compatible Magnetic Tape Cartridge” door Newell; Amerikaanse octrooi-schriften no1 s 2.658.398, 2.74-3.878; 3*114.512, 3.125.311» 3.154-.308 , 3.297.268 , 3.305.186, 3.4-67-338, 3-514-.049, 25 3-820.473, 3.892.255 en 3-907-230 en Franse octrooischriften no's 2.212.981, 2.220.841 en 2.260.165.
In de hierboven vermelde door een riem aangedreven bandtransporten en patronen wordt de riem bij voorkeur van de magnetische band gescheiden als de band over de magne-30 tische registratie-en weergeefkoppen loopt om bandbeweging-verstoringen, tengevolge van verschillen in elasticiteit tussen de riem en de band tot een minimum te beperken. Spanning in de magnetische band wordt opgewekt door de riem aan de opneemzijde van de aandrijving met een iets 35 grotere snelheid te laten lopen dan aan de toevoerzijde, zoals hierboven beschreven. Dit wordt bereikt door middel van tweevoudige dubbelwindassen of reminrichtingen in de riembaan.
De door een aan de omtrek lopende riem aangedreven pa-40 tronen die zijn beschreven in de stand van de techniek be- 8004966 • i 3 in en zitten de mogelijkheid van een twee richting plaats hebbende handbeweging onder spanning en zijn volledig verwijderbaar van het bandtransport als zelfstandige inrichtingen. Tengevolge echter van de zeer lage elasticiteitsmodulus van 5 de elastomere riemen die worden gebruikt bij sommige patronen, hetgeen nodig is om bandspanning op te wekken, zijn ' de resonantiefrequenties van de riem-bandsystemen zo laag dat deze de mate van versnelling en van vertraging of start-stop tijden van de patroon-bandaandrijfsystemen aan-10 zienlijk beperken. Grote versnelling en vertraging zijn van vitaal belang bij moderne met hoge snelheid werkende computer-bandaandrijvingen. Snelle versnelling van de band bij bekende patronen kan ook zeer hoge en schadelijke trek-spanningen opwekken in de band. Bovendien maken de elasti-15 citeitseigenschappen van de riemen het niet mogelijk om ogenblikkelijke snelheidsvariaties nauwkeurig te regelen, hetgeen van wezenlijk belang is voor hoogfrequente, nauwkeurige analoge registratie en digitale registratie met hoge omkeerbare magnetische inductie en hoge snelheid voor 20 computer-toepassingen.
Uit de stand van de techniek is in het algemeen de constructie bekend van door een langs de omtrek lopende riem aangedreven bandpatronen die het gebruik van elastomere riemen met zeer lage elasticiteitsmoduli vereisen ter-25 wijl de stand van de techniek geen enkel middel verschaft voor het nauwkeurig instellen van de effectieve bandspanning na volledige samenstelling van het patroon. In de stand van de techniek is de effectieve bandspanning niet te wijzigen na het samenstellen van de inrichting en is 30 deze afhankelijk van de fysische en elastische eigenschappen van de materialen die worden gebruikt en de variatie in afmetingen van de patroononderdelen tengevolge van ver-vaardigingstoleranties.
De belangrijkste middelen die in de stand der techniek 35 worden toegepast voor het verschaffen van het verschil in spanning in de eindloze riem bestaan uit mechanische rem-inrichtingen, tweevoudige dubbel windassen, Coulomb-wrijving, of het samenpersen van een dikke rubber riem. Een nadeel van deze bekende inrichtingen, andere dan die waar-40 bij gebruik wordt gemaakt van remmiddelen, is dat geen 8004966 * * 4 s versnelling van. de effectieve bandspanning mogelijk is na het samenstellen van de onderdelen. De uiteindelijke spanning wordt bepaald door de vervaardigingstoleranties van de afzonderlijke delen en de elasticiteitseigenschappen en 5 variaties van het riemmateriaal. De nadelen van de bekende inrichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van mechanische remmiddelen bestaan uit de lage betrouwbaarheid en de niet gelijkmatigheid van de spanning tengevolge van niet cotro-leerbare en vaak ogenblikkelijke variaties in de wrijvings-10 eigenschappen van de materialen die worden gebruikt en de aanzienlijke variatie in de wrijvingseigenschappen met de temperatuur en het gebruik.
Kort gezegd heeft de uitvinding betrekking op een aandrijfsysteem voor strookvormige media. Een paar draai-15 bare pakketten van strookvormig media-spoelen daartussen het strookvormige media. Een eindloze riem koppelt de draaiing van de pakketten met elkaar zonder slip tussen riem en strookvormige media, terwijl een riemspanner een grotere spanning opwekt in het deel van de eindloze riem 20 dat de riemspanner verlaat dan in het deel dat de riemspanner binnenkomt. De riemspanner bevat ten minste eerste en tweede draaibare rollen. De eerste rol bevat een harde buitenomtrek terwijl de tweede rol een viscoelastische buitenomtrek bevat. De eerste en tweede rollen worden samen-25 gedrukt aan tegenover elkaar liggende zijden van de eindloze riem zodanig dat als de riem daartussendoor wordt getrokken, rollende wrijving tussen de rollen een hogere spanning opwekt in het deel van de riem dat de spanner verlaat.
30 Met de uitvinding is het nu mogelijk om een mechanisch eenvoudig en betrouwbaar bandspanningsmechanisme te verschaffen die de nadelen en beperkingen van de bekende inrichtingen vermijdt.
Met een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 35 uitvinding is het ook mogelijk om middelen en mechanismen te verschaffen voor het nauwkeurig instellen van de uiteindelijke effectieve bandspanning na het samenstellen van de aandrijving voor de stripmedia, waarbij compensatie voor toleranties in de onderdelen en variaties in de elastici-40 teitseigenschappen van de eindloze riem en andere materia- 800 4 96 6
' A
5 " len van onderdelen mogelijk is. Sen uitvoeringsvorm van de uitvinding maakt het ook mogelijk om gebruik te maken van eindloze riemen met een hoge elasticiteitsmodulus bij trek. Tengevolge hiervan kan het aandrijfsysteem worden gebruikt 5 in magnetische bandpatronen voor met hoge snelheid werkende en hoge dichtheid bezittende digitale registratie-toepas-singen zoals voor computers.
Bovendien maakt de uitvinding het mogelijk een mechanisme te verschaffen voor magnetische bandpatronen waar een 10 lage "flutter" nodig is of nauwkeurige analoge registratie met een betrouwbaar gedrag over een breed temperatuurgebied en onder strenge milieu-omstandigheden.
De uitvinding maakt ook een veelzijdige toepassing mogelijk waarbij aanpassing mogelijk is aan de specifieke 15 behoeften voor afzonderlijke toepassingen.
De uitvinding zal thans nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld enige uitvoeringsvormen van e'en inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.
20 Fig. 1 geeft schematisch het basis-verschijnsel van rollende wrijving weer.
Fig. 2 geeft schematisch een type van het spannings-mechanisme weer dat wordt toegepast in een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
25 Fig. 3 geeft schematisch een voorkeursspanningsmecha- nisme weer voor gebruik in een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 4 geeft schematisch een gewijzigde uitvoeringsvorm van een voorkeursspanningsmechanisme weer voor ge-30 bruik in een gewijzigde voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 5 geeft schematisch een bovenaanzicht weer van een magnetische band-aandrijfpatroon voor digitale registra- * tie-toepassingen met hoge snelheid en hoge dichtheid en 35 waarbij de uitvinding is toegepast; het huis is verwijderd voor het zichtbaar maken van de inwendige delen van het patroon.
Fig. 6 geeft schematisch een bovenaanzicht weer van een magnetische bandpatroon voor gebruik in analoge en 40 nauwkeurige geluidsregistratietoepassingen, waarbij de uit- 8004966 * * 6 vinding is toegepast; het huis is verwijderd voor het zichtbaar maken van de inwendige delen van het patroon.
Fig. 7 geeft schematisch een perspectivisch aanzicht weer van nog een magnetische bandpatroon of bandtransport 5 met coaxiale spoelen voor digitale of geluidsregistratie waarbij de uitvinding is toegepast.
Fig. 8 geeft schematisch een perspectivisch aanzicht weer van nog een andere magnetische bandpatroon of bandtransport met coaxiale spoelen voor nauwkeurige analoge 10 registratie waarbij de uitvinding is toegepast.
Fig. 9 geeft op vergrote schaal een bovenaanzicht weer van het spanmechanisme toegepast in fig. 5 waarbij het mechanisme is weergegeven voor het bereiken van nauwkeurige instelling van de effectieve bandspanning.
15 Fig. 10 geeft een doorsnede weer van het spanmechanis me volgens fig. 9 volgens de lijn X-X in fig. 9·
Fig. 11 geeft een onderaanziht weer van het bandspan-mechanisme kijkende door het huis.
In fig. 1 is een harde cilinder weergegeven die rolt 20 over een plat elastomeer oppervlak. Gebaseerd op in hoofdzaak wetenschappelijk onderzoek en experimentele alsmede analytische analyse, zijn de natuurkundige principes van wat technologisch bekend staat als "rollende wrijving" mathematisch goed bepaald en empirisch geverifieerd. Wetenschappe-25 lijk onderzoek heeft aangetoond dat de energieverliezen die optreden als een harde cilinder onder belasting rolt over een elastomeer oppervlak in hoofdzaak het gevolg zijn van elastische hysterese-verliezen in het elastomere materiaal.
De grootte van de rollende wrijving is afhankelijk van de 30 belasting of mate van vervorming van het elastomere materiaal, de diameter van de harde cilinder, en de elastische eigenschappen van het elastomeer.
Het is aangetoond dat als een harde cilinder over een vlak elastomeer oppervlak rolt, de elastomeer in het voorge-35 deelte van het aanrakingscirkelsegment wordt samengedrukt zodat elastische arbeid daarop wordt uitgeoefend. Het elastomeer in het achtergedeelte van de aanrakingscirkel herstelt zich elastisch en drukt de cilinder voorwaarts. Als het elastomeer een ideaal elastisch materiaal zou zijn zou 40 de energie die vrijkomt als het elastomeer zich herstelt 8004966 7 precies gelijk zijn aan de energie die werd besteed aan het samendrukken van het elastomeer in het voorgedeelte van het aanrakingsgebied, zodat geen netto kracht nodig zou zijn om de cilinder te rollen. In de praktijk echter 5 gedragen alle elastomeren zich als viscoelastische materialen en verspillen energie, als zij worden vervormd, door inwendige wrijving of hysteresis. Dit energieverlies gedurende het vormherstel van het elastomeer materiaal wordt teruggevonden in de arbeid die nodig is om de cilinder 10 langs het elastomere oppervlak te rollen. Als men uitgaat van een cilinder 1 met een straal R die is onderworpen aan een belasting W per lengte-eenheid van de cilinder en de aanrakingskoorden met een elastomere laag 2 2a bedraagt, wordt volgens een vroegere analyse van Hertz (1881) de druk 15 bij een punt, op een afstand X van het midden van het aan-rakingsgebied, bepaald door vergelijking A: -
P2W xf Vergelijking A
"τα L 0}_
Als de cilinder over een kleine afstand £ voortbeweegt zal de arbeid die wordt uitgeoefend door de druk over 20 een strook met een breedte dx pdx bedragen (xcT/R) terwijl de totale arbeid wordt uitgeoefend door de voorste helft van de cilinder gegeven zal worden door de vergelijking AA;
CL
% Γη l £ ?\λ/η Vergelijking AA
v J p* d* -
Dientengevolge is de arbeid die wordt uitgeoefend per 25 afstandeenheid van beweging van de cilinder bepaald door vergelijking B;
I I - 2 (Wa-\ Vergelijking B
ui 37rl R J
Verdere analyse voor Hertz toont aan dat vergelijking BB: 8004966 * % 8 ^ r f. 2\“|^2
a = ^ W-R ( £/ Vergeliakin^BB
van toepassing als E = Xoung's elasticiteitsmodulus en ï * contractie-coëfficiënt.
Het invullen van deze waarde voor "a" in de vergelij-5 king voor de arbeid verricht per eenheid lengte geeft de vergelijking C: 3 & I I _ W^fl 16 }( 1-V W Vergelijking 0 υΓ K* L^ttA e j_
Fig. 2 geeft een bandspanmechanisme weer voor gebruik bij de onderhavige uitvinding met gebruikmaking van het ver-10 schijnsel van rollende wrijving bij’ een spoelmechanisme voor band voor strookvormige media zoals een twee-spoelb-bandrecorder of bandpatroon. In deze figuur is een harde cilinder of rol 3 vrij’ draaibaar aangebracht met een wrijvingsloos lager op een pen 4. De op de pen gemonteerde rol 15 3 wordt in aanraking gedrukt met een tweede rol 6 met een dikke ring van elastomeer 5 verbonden met zijn buitenomtrek en ook vrij draaibaar gemonteerd met een wrijvingsloos lager op een vaste pen 7. De harde cilinder 3 wordt stevig gedrukt in de elastomere ring 5 voor het tot stand brengen van 20 een zekere doorbuiging van het elastomeer terwijl een dunne eindloze buigzame riem 8 wordt geplaatst tussen de twee rollen en wordt voorgespannen door een spankracht Tg. Tengevolge hiervan is de spankracht T^ die nodig is om beide cilinders 3 en 6 in de richting aangeduid door de pijlen te 25 draaien en de riem in de richting aangeduid door de pijl 18 te bewegen groter dan Tg in een mate die evenredig is met de mate van doorbuiging van de elastomere ring 5- De pen 4 is beweegbaar of verstelbaar zodat de druk tussen de cilinders 3 en 6 kan worden gekozen en worden ingesteld op de 30 vereiste mate van spanning. De wijze waarop de pen 4 en daardoor cilinder 3 worden ingesteld wordt beschreven aan de hand van fig. 9-11. De hoogte van T^ kan exact worden berekend door gebruik te maken van vergelijking C. Deze uitvoeringsvorm werkt in twee richtingen; de diameters van 8004966 ' 9 de cilinders 3 en 6, aangeduid door E^ en Eg, moeten echter gelijk zijn om er voor te zorgen dat Tg dezelfde grootte heeft na omkering van de bewegingsrichting als T^ voor de omkering.
3 Fig. 3 geeft een voorkeursuitvoeringsvorm van een band- spanmechanisme weer voor gebruik bij de uitvinding. Bij deze constructie is een centrale rol 10, met een dikke elasto-mere ring 9 daaraan gehecht vrij draaibaar gemonteerd met een wrijvingsloos lager op een vaste pen 14. In deze uit-10 voeringsvorm zijn twee harde cilinders of rollen 11 en 12 met dezelfde diameter, weergegeven door de straal E^, elk vrij draaibaar gemonteerd met wrijvingsloze lagers op beweegbare of instelbare pennen 13 en 15 (instelbaar op de wijze zoals beschreven voor pen 4 in fig. 2). De cilinders 1'5 11 en 12 zijn symmetrisch geplaatst om de centrale rol 10, zoals weergegeven. Elke harde rol 11 en 12 is zodanig gemonteerd dat deze apart in de elastomere ring 9 van de rol 10 kunnen worden gedrukt. Een dunne eindloze buigzame riem 16 is geplaatst tussen de twee harde rollen 11 en 12 en de 20 elastomere ring 9 van de centrale rol 10 en voorgespannen door een spankracht T2. De spankracht die nodig is om alle drie rollen in de weergegeven richting te draaien en de riem in de bewegingsrichting, aangegeven door de pijl 17 te bewegen, is groter dan Tg in de mate die evenredig is 25 met de mate van doorbuiging van de elastomeer 9 bij de aan-rakingsplaats met de harde rollen 11 en 12. De hoogte van de kracht T^ voor het bewegen van de riem 16 kan ook hier weer nauwkeurig worden berekend met gebruikmaking van vergelijking C. Deze uitvoeringsvorm werkt ook in twee rich-30 tingen. Het voordeel van deze uitvoeringsvorm ten opzichte van die weergegeven in fig. 2 is dat de diameter E^ van de harde rollen 11 en 12 en de diameter Eg van de centrale rol 10 apart optimaal kunnen worden bepaald voor het beste gedrag. De diameter van de harde rollen 11 en 12 moeten ech-35 ter gelijk zijn om er voor te zorgen dat de grootte van de kracht Tg na omkering van de beweging dezelfde grootte heeft als T^ voor de omkering.
Fig. 4 geeft een ander spanmechanisme weer voor gebruik volgens de uitvinding hoewel deze uitvoeringsvorm 40 minder gewenst is dan die weergegeven in fig. 3. Bij de 80 0 4 96 6 10 uitvoering volgens fig. 4 is een harde cilindrische rol 104 centraal geplaatst en vrij draaibaar gemonteerd met een wrijvingsloos lager op een vaste pen 105. Twee cilindrische rollen 102 en 107 zijn symmetrisch om de centrale rol 104 5 geplaatst, zoals weergegeven. De twee cilindrische rollen 102 en 107 hebben dikke elastomere ringen 101 en 106, die daaraan zijn gehecht. De buitendiameters van de elastomere ringen 101 en 106 moeten gelijk zijn, terwijl elke rol 102 en 107 vrij draaibaar is gemonteerd met wrijvingsloze la-10 gers op beweegbare of instelbare pennen 105 en 108 (instelbaar op de wijze als beschreven voor pen 4 in fig. 2). Elk van een elastomere ring voorziene rol 102 en 107 is zodanig gemonteerd dat deze afzonderlijk in de harde rol 104 kunnen worden gedrukt. Ook hier is een dunne eindloze 15 buigzame riem 110 geplaatst tussen de harde rol 104 en de van een elastomere ring voorziene rollen 102 en 107 en voorgespannen door een spankracht Tg. Ook in deze uitvoeringsvorm is de spankracht die nodig is om alle drie rollen in de weergegeven richtingen te draaien en de riem 20 110 in de richting weergegeven door de pijl 109 te bewegen groter dan ^ in een mate die evenredig is met de doorbui-ging van de elastomere ringen 101 en 106 bij hun respectievelijke aanrakingsplaatsen met de harde rol 104. De grootte van kan ook nauwkeurig worden berekend met gebruikmaking 25 van vergelijking C.
Deze uitvoeringsvorm werkt ook in twee richtingen; omdat echter de riem in aanraking staat met de elastomere ringen van de rollen 102 en 107 kunnen echter ongewenste momentane variaties in de spankracht ontstaan.
50 Fig. 5 is een bandpatroon voor toepassing in eerste instantie in digitale patroon bandrecorders met hoge snelheid en hoge dichtheid voor computer-toepassingen waarbij de uitvinding is toegepast. In deze uitvoeringsvorm bevestigt een gemeenschappelijke basisplaat 19, welke het onderste 55 deel van een huis voor het patroon vormt, alle onderdelen.
Een eindloze dunne buigzame riem 25 loopt door het spanmechanisme 20, 21, 22 zoals beschreven aan de hand van fig. 5 en wordt geleid door vrijdraaiende riemschijven 27 en 42 die vrijdraaiend zijn gemonteerd op wrijvingsloze lagers en aan-40 drijfwindas 54 die ook vrijdraaibaar is gemonteerd op wrij- 8004966 •s.
11 ’ vingsloze lagers zodanig dat de riem in aanraking staat met de magnetische spoelpakketten 30 en 4-0 over een boog van niet kleiner dan 75°· De riem heeft een gelijkmatige dwarsdoorsnede en een gelijkmatige elasticiteitsmodulus 3 over zijn gehele lengte en is bij voorkeur bekleed met een dunne laag van een polymeer met een hoge wrijvingscoefficiënt om een niet slippende grensvlak tot Stand te brengen met de spoelpakketten 30 en 4-0 en de aandrijf windas 34-.
Het riemmateriaal heeft bij voorkeur een minimale elasti-10 citeitsmodulus van 4-00.000 psi. (28.124- kg/cm^).
De twee vrijdraaiende riemschijven 27 en 42 zijn via pennen 26 en 46 gemonteerd aan steunen 25 en 53 die draaibaar zijn om pennen 28 en 45. De steunen 25 en 43 zijn draaibaar bij 28 en 45 bevestigd aan de basisplaat 19 zo-15 danig dat zij de vrijdraaiende riemschijven 27 en 42 draaien als zij door drukveren 24 en 44 worden gedrukt in richtingen die de riem zullen voorspannen.
De krachten die worden uitgeoefend door de drukveren 24 en 44 op de steunen 25 en 43 worden zodanig berekend dat 20 zij een grootte bezitten diev een aanvankelijke spanning in de riem zal opwekken die hoog genoeg is om slip tussen de riem 23 en de spoelpakketten 30 en 40 èn de aandrijfwindas 34 onder de slechtste versnellings- en traagheidsomstandig-heden te voorkomen. Deze wijze van onder veerspanning mon-25 teren van vrijdraaiende riemschijven 27 en 42 geeft ook compensaties voor veranderingen in de minimaal vereiste riemlengte als de band wordt overgebracht vanaf de ene spoel naar de andere, zonder verlies van effectieve voor-spanning in de riem.
30 Spoelnaven 29 en 39 waarop de magnetische band wordt gewikkeld zijn vrijdraaiend gemonteerd met wrijvingsloze lagers op pennen 31 en 4-1 die stevig zijn bevestigd aan de basisplaat 19. Band 33 wordt in tegengestelde richtingen gewikkeld op de spoelnaven 29 en 39 zodat band vanaf de ene 35 spoelnaaf naar de andere onder spanning kan worden overgebracht.. Een bandgeleidingsbaan wordt gevormd door drie bandgeleidingen 32, 36 en 38 tussen de twee spoelnaven, zodat de band in aanraking wordt gebracht met een magnetische aflees/registreerkopsamenstel 37 en wordt voorkomen dat de-40 ze in aanraking komt met de aandrijfwindas 34. De aandrijf- 8004966 12 windas 34- wordt met de wijzers van het uurwerk meegedraaid zoals weergegeven in fig. 5 door de uitwendige motorwiD·^·-as 47 waardoor de riem 23 zijn geleide baan ook met de wijzers van het uurwerk mee doorloopt zoals weergegeven door 5 de pijlen. Deze riembeweging maakt, door middel van niet-slippende aanraking met de buitenste laag van de band op de banpakketten 30 en 40 dat de band wordt overgebracht vanaf de spoelnaaf 39» de aanvoerspoel voor deze richting van de handbeweging, naar de spoelnaaf 29, de opneemspoel.
10 De nauwkeurig ingestelde elastische vervorming van de elastomere ring 48 van de centrale rol 21 bij de aanrakings-plaats met de harde rollen 20 en 22 vereist, zoals beschreven aan de hand van fig. 3» een hogere spanning in de riem die in aanraking staat met de band op het opneemspoelpakket 15 30 om de riem door het spanmechanisme te trekken dan de spanning in de riem die in aanraking staat met de band op de aanvoerspoelpakket 40. Deze verhoogde spanning in het riemgedeelte aan de opneemzijde maakt dat de riem sneller aan deze zijde beweegt dan de riem aan de aanvoerzijde, om 20 de continuïteit in de massastroming te houden. Deze verhoogde snelheid van de riem aan de opneemzijde veroorzaakt spanning in de band als de band strak is en geeft ook het mechanisme de mogelijkheid om elke slapte in de band te verwijderen die kan worden ontwikkeld tussen de aanvoer en 25 opneempakketten als geen slip plaats vindt tussen de band en de riem.
Thans wordt verwezen naar de rolinstelmiddelen weergegeven in de fig. 9 - 11· De hierin weergegeven constructie maakt nauwkeurige instelling van de effectieve bandspanning 30 in het patroon mogelijk nadat het patroon volledig is samengesteld. De centrale rol 21 met een dikke elastomere ring 48, die daaraan is gehecht, is met vrijdraaiende wrijvingsloze kogellagers 52 bevestigd op een vaste as 51- De as 51 is stevig bevestigd aan de basisplaat 19- Beide harde cilin-35 drische rollen 20 en 22 zijn met vrijdraaiende wrijvingsloze kogellagers 50 gemonteerd op excentrisch geplaatste assen 54 respectievelijk 55* De excentrische montage van de assen maakt nauwkeurige instelling van de elastische vervorming van de elastomere- ring 48 mogelijk voor het mee-40 geven aan en het houden van de nauwkeurige gewenste band- 8004966 13 spanning. De excentrische assen zijn draaibaar bevestigd aan de basisplaat 19 door middel van vasthondringen 53 of dergelijke bevestigingsinrichtingen. Na instelling worden · de excentrische assen niet draaibaar bevestigd aan de basisvan 5 plaat door middel/kolomschroeven 56.
ïhans wordt verwezen naar de uitvoeringsvorm weergegeven in fig. 6. Deze uitvoeringsvorm is een bandpatroon die in eerste instantie is bestemd om te worden 'gebruikt in analoge en nauwkeurige geluidsregistratietoepassingen * 10 met lage "flutter”. Bij deze uitvoeringsvorm zijn ook alle onderdelen weer bevestigd aan een gemeenschappelijke basisplaat 200. Drie rollen zijn aangegeven met 204 en zijn in wezen dezelfde als de rollen 20, 21 en 22 welke het spanmechanisme van fig. 5 vormen. Eiemvoorspanorganen 206 zijn 15 in wezen dezelfde als de organen 24-28 in fig. 5 terwijl riemvoorspanorganen 208 in wezen dezelfde zijn als de organen 42-46 in fig. 5· Het belangrijkste verschil van deze uitvoeringsvorm ten opzichte van die van fig. 5 is int een enkel uitwendige aandrijfmotor-windas 68 direkt in aanra-20 king staat met de magnetische band 80 waardoor deze als direkt middel werkt voor het bewegen van de band 80 vanaf de toevoerspoel 77 naar de opneemspoel 62. De riem 79 in deze uitvoeringsvorm is een passief onderdeel en werkt alleen voor het tot stand brengen van bandspanning. In plaats 25 van dat de riem wordt geleid om een aandrijfwindas zoals in fig. 5 wordt de riem 79 geleid rondom twee vrijdraaiende riemschijven 64 en 75 die elk met vrijdraaiende wrijvingsloze lagers zijn gemonteerd op de pennen 66 en 74-· Deze baan van de riem 79 verschaft een aanzienlijk grotere mini-50 male wikkelingshoek of aanraking van de riem 79 met de spoelpakketten 61 en 76 van niet minder dan 135°· Deze grotere aanrakingshoek met de spoelpakketten vereist een veel lagere aanvankelijke spanning in de riem door de spanelementen 206 en 208. Dit maakt op zijn beurt een zeer gelijkma-35 tige draaiingsbeweging van alle draaiende onderdelen mogelijk en verschaft de basis voor de lage "flutter" die nodig is voor nauwkeurige analoge en geluidsregistratie van hoogste kwaliteit.
De band 80 wordt geleid tussen het aanvoerspoelpakket 40 76 en het opneemspoelpakket 61 door ten minste drie band- 8004966 ' . ‘ - 14 geleidingen 65, 71 en 73 niet lage wrijving. De uitwendige enkele motorwindas 68 maakt direkt contact met de magnetische hand 80 voor het tot stand brengen van een zeer nauwkeurige snelheidsregeling die essentieel is voor nauwkeu-5 rige registratie met lage flutter. Het vereiste niet-slip-pende wrijvingsgrensvlak tussen de motorwindas 68 en de hand 80 wordt tot stand gebracht met behulp van de door veerkracht aangedrukte klemrol 67 d.ie de band tussen de twee genoemde rollen stevig vastklemt. Zoals weergegeven in 10 fig. 6 wordt dit bij voorkeur tot stand gebracht door de klemrol 67 draaibaar te monteren op een pen 81 die stevig is bevestigd aan een steun 70· De steun 70 is draaibaar gemonteerd met een pen 82 op een steun 83 zodanig dat deze stevig in aanraking kan worden gedrukt met de uitwendige 15 motorwindas 68 door een drukveer 69. Een steun 84 is C-vor-mig en werkt als drager voor het monteren van de veer 69 en als een vasthouder voor de montagesteun 70 voor de klemrol als de klemrol 67 niet in aanraking staat met de motorwindas 68.
20 Contact tussen de magnetische band 80 en de registreer- en weergeefkop 72 wordt tot stand gebracht tussen twee bandgeleidingen 71 en 73 met lage wrijving.
In fig. 7 is een bandtransport of bandpatroon weergegeven waarbij aanvoer- en opneembandspoelpakketten 202 en 25 204 coaxiaal ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt.
Deze uitvoeringsvorm is het meest geschikt voor digitale registreertoepassingen. In deze uitvoeringsvorm wordt een eindloze band 90 in een gesloten lusbaan geleid zodanig dat het een niet-slippende contact maakt met het aanvoer-30 spoelpakket 212 tussen vrijdraaiende riemgeleidingsschij-ven 100 en 92. Bij het verlaten van de vrijdraaiende riem-schijf 92 wordt de riem geleid door de spanmechanisme-or-ganen 93, 94, 95 en 96 zodanig dat de riem 90 in niet-slippende aanraking staat met het opneemspoelpakket 210 tussen 35 de vrijdraaiende riemschijven 91 en 99· De elementen 93 en 96 zijn harde rollen gelijk aan 20 en 22 in fig. 5. Element 94 is een centrale rol en element 95 is een elastomere ring gelijk aan 21 respectievelijk 48 in fig. 5· Tussen rollen 93 en 96 en de elastomere ring 95 wordt druk uitge-40 oefend zoals beschreven aan de hand van fig. 5· Omdat, op 8004966 15 grond van de hiervoor uiteengezette principes, de riem 90 met een hogere snelheid wordt bewogen tussen de vrijdraai-ende riemschijf 96 van het spanmechanisme en de aandrijf-rol 98 dan het deel van de riem tussen de aandrijfrol 98 en 5 de rol 95 van het spanmechanisme, dat in niet-slippende aanraking staat met het aanvoerspoelpakket 212, wordt bij deze uitvoeringsvorm ook een effectieve en nauwkeurig instelbare bandspanning opgewekt. Duidelijkheidshalve zijn de feitelijke spoelpakketten 210 en 212 in fig. 7 gedeelte-10 lijk weggebroken. De patroonriemwindas 98 verschaft een niet-slippende aanraking tussen de riem en de uitwendige motorwindas 97 op dezelfde wijze als die welke is "beschreven aan de hand van fig. 9· 3?ig. 8 geeft nog een andere uitvoeringsvorm van de 15 uitvinding weer waarbij het bandspanmechanisme is ingébracht in een bandtransport of een bandpatroon met aanvoeren opneemspoelpakketten 216 en 214 welke coaxiaal ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt. Deze uitvoeringsvorm is het meest geschikt voor nauwkeurige analoge of hoge 20 kwaliteitsgeluidsregistreertoepassingen.
In deze uitvoeringsvorm wordt een eindloze band 110 in een gesloten lusbaan geleid zodanig dat deze in niet-slippende aanraking staat met het aanvoerspoelpakket 216 tussen vrijdraaiende riemgeleidingsschijven 119 en 112. Bij 29 het verlaten van de vrijdraaiende riemschijf 112 wordt de riem 110 geleid door het spanmechanisme 113j 114, 115 en 116 zodanig dat deze in niet-slippende aanraking staat met het opneempakket 214 tussen de vrijdraaiende riemschijven 111 en 118. Analoog aan de hiervoor beschreven principes 30 beweegt de riem in deze uitvoeringsvorm met een hogere snelheid tussen de vrijdraaiende schijven 111 en 118 waar de riem in aanraking staat met de opneemspoel dan tussen de vrijdraaiende schijven 112 en 119 waar de riem in aanraking staat met de aanvoerspoel. Elementen 113» 114, 115 35 en 118 zijn dezelfde als en werken op dezelfde wijze als elementen 20, 21, 48 en 22 van figl 5. Op deze wijze wordt ook een effectieve en nauwkeurig instelbare bandspanning in deze uitvoeringsvorm opgewekt. Duidelijkheidshalve zijn ^ * de feitelijke spoelpakketten gedeeltelijk ih fig. 8 wegge-40 broken. In deze uitvoeringsvorm wordt de band 122, welke 8004966 16 wordt gewikkeld op de aanvoer- en opneemspoelpakketten 216 en 214 direkt aangedreven door de uitwendige motorwindas 121 met een onder veerbelasting staande klemrol 120 voor het verschaffen van een niet-slippend grensvlak analoog 5 aan dat beschreven aan de hand van fig. 6. Het deel van de band 122 tussen de aanvoer- en opneemspoelpakketten en in aanraking met de motorwindas is aangegeven.
In de beschrijving van de uitvoeringsvormen volgens de uitvinding en de algemene besprekingen daarvan, werd gewe-10 zen op het gebruik van banden met een elasticiteitsmodulus
O
van 400.000 psi (28.124 kg/cm ) of groter. Het gebruik van banden met deze elasticiteitsmodulus verdient de voorkeur voor de bijzondere gebruikstoepassingen voor deze uitvoeringsvormen. Het werkingsprincipe van het spanmechanisme 15 volgens de uitvinding kan echter ook worden toegepast op riemmaterialen met elasticiteitsmoduli kleiner dan' 400.000 psi (28.124 kg/cm2).
Het werkingsprincipe van het spanmechanisme is gebaseerd op energieverliezen die plaatsvinden als een harde 20 cilinder (rol) onder belasting wordt gerold over een elastomeer materiaal dat zachter is dan het materiaal van de harde rol. Deze energieverliezen zijn in hoofdzaak het gevolg van elastische hysteresisverliezen in de elastomeer. Daarom moet, afgezien van de hoogte van de elasticiteits-25 modulus van het riemmateriaal, de elasticiteitsmodulus van het elastomeer materiaal kleiner zijn dan die van het riemmateriaal.
De elasticiteitsmodulus van de riem, de elasticiteitsmodulus van de elastomere ring, de dikte van de ring, de 30 grootte van de buitendiameter van de ring, de grootte van de buitendiameter van de harde rol, en de hoogte en mate van vervorming van het elastomere materiaal (veroorzaakt door de kracht tussen de rollen) kunnen op op zichzelf bekende wijze zodanig worden gekozen dat een optimaal span-35 ningsprofiel wordt verkregen en een optimaal gedrag van het spanmechanisme voor elke bijzondere toepassing in een pro-dukt.
Hoewel het materiaal voor de zachtere rol is beschreven als elastomeer materiaal, kan elk viscoelastisch mate-40 riaal worden gebruikt voor het opwekken van het verschijn- 8004966 17 sel van rollende wrijving. Bij voorkeur is het viscoelas-tische materiaal van een voorkeursgroep van elastomeren, namelijk, siliconrubber, welke een gelijkmatige elastici-teitsmodulus bezit over een breed temperatuurgebied.
5 Kort samengevat is hier een aandrijfsysteem voor stripmedia beschreven. Het aandrijfsysteem bevat een paar draaibare pakketten van stripmedia zoals spoelpakketten 30 en 40 in fig. 5, 61 en 76 in fig. 6, 210 en 212 in fig. 7, 214 en 216 in fig. 8, voor het daartussen spoelen van de 10 stripmedia. Hen eindloze riem zoals 23 in fig. 5» 79 in. fig. 6, 90 in fig. 7 en 110 in fig. 8 koppelt de draaiing van de mediapakketten met elkaar. De riemspanner is aangebracht voor het opwekken van een grotere spanning in het deel van de eindloze riem dat de riemspanner verlaat dan 15 in het deel dat de riemspanner binnenkomt. De riemspanner bevat ten minste eerste en tweede rollen zoals 21-48 en 22 in fig. 5» 48-21, 22 in fig. 6, 94-95» 96 in fig. 7 en 114-115, 116 in fig. 8. De eerste rol heeft een harde buitenomtrek en de tweede rol heeft een elastomere buitenom-20 trek. De· eerste en tweede rollen worden samengedrukt aan tegenover elkaar liggende zijden van de eindloze riem zodat, als de riem daartussen wordt getrokken, rollende wrijving tussen de rollen een hogere spanning in het deel van de riem, dat de spanner verlaat, opwekt.
25 Hoewel de riemspanner in fig. 3» die de veerkrachtige middenrol en de twee harde buitenrollen bevat, is beschreven in de Uitvoeringsvorm weergegeven in fig. 5» 6, 7» en 8, zal het duidelijk zijn dat de bandspanner in fig. 4 in plaats daarvan kan worden toegepast, waarbij een harde 30 middenrol en twee elastomere buitenrollen worden verschaft. Ook zal het duidelijk zijn dat met een zekere achteruitgang van de omkeerbaarheidseigenschappen de constructie met twee rollen volgens fig. 2 kan worden toegepast in de uitvoeringsvormen volgens fig. 5» 6, 7 en 8 door een van de 35 twee buitenrollen te verwijderen en andere geschikte veranderingen in een spanning veroorzakende en systeem componenten.
Hoewel een uitvoeringsvoorbeeld ter wille van de illustratie van de uitvinding is beschreven zal het duide-40 lijk zijn dat verschillende veranderingen, wijzigingen en 8004966 18 vervangingen kunnen worden aangebracht in een dergelig'ke uitvoeringsvorm welke vallen binnen het kader van de uitvinding .
8004966

Claims (23)

1. Aandrijfsysteem voor strookvormige media dat een paar draaibare pakketten van strookvormige media "bevat voor het daartussen spoelen van de strookvormige media, 5 een eindloze'riem die de draaiing van de media-pakketten met elkaar koppelt en een riemspanner, met het kenmerk, dat de riemspanner ten minste twee draaibare rollen bevat, waarvan de ene een harde buitenomtrek bevat en de andere een viscoelastische buitenomtrek bevat, waar-10 bij de ten minste twee rollen samen worden gedrukt aan tegenover elkaar liggende zijden van de eindloze riem waardoor de viscoelastische buitenomtrek wordt vervormd, zodat, als de riem daartussen wordt getrokken, rollende wrijving die wordt veroorzaakt door de vervorming, een hogere span_ 15 ning in het deel van de riem, dat de spanner verlaat opwekt dan in het deel dat de spanner binnenkomt.
2. Aandrijfsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de riemspanner in twee richtingen werkt en ten minste behalve de genoemde ten minste twee rollen 20 ten minste een rol bevat, waarbij eerste en tweede van de genoemde rollen beide of van een eerste soort zijn gekenmerkt door een harde buitenomtrek of een tweede soort gekenmerkt door een viscoelastische buitenomtrek terwijl een derde van de genoemde rollen van de soort is tegengesteld 25 aan de eerste en tweede rollen, waarbij de eerste en derde rollen samen worden gedrukt aan tegenover elkaar liggende zijde van de eindloze riem en de tweede en derde rollen samen worden gedrukt aan tegenover elkaar liggende zijde van de eindloze riem, waardoor de genoemde viscoelastische 30 buitenomtrek wordt vervormd zodat als de eindloze riem in elke richting tussen de rollen wordt getrokken, rollende wrijving, die wordt veroorzaakt door de vervorming een hogere spanning in het deel van de riem, dat de spanner verlaat, opwekt dan in het deel dat de spanner binnenkomt. 35 3· Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste en tweede rollen van de soort zijn welke een harde buitenomtrek bezit terwijl de derde rol van de soort is welke een viscoelastische buitenomtrek bezit.
4. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het 800 4 96 5 c kenmerk, dat de eerste en tweede rollen van de soort zijn welke een viscoelastische buitenomtrek bezit terwijl de derde rol van de soort is welke een harde buitenomtrek bezit. 5 5· Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tweede soort van rol bestaat uit een cilindrische rol met daarop een viscoelastische ring.
6. Aandrijfsysteem volgens conclusie 5» met het kenmerk, dat de binnenzijde van de viscoelastische 10 ring is gebonden aan de buitenomtrek van de cilindrische rol.
7. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rollen elk zijn gevestigd op in hoofdzaak wrijvingsvrije lagers.
8. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste soort van rol een hardere buitenomtrek bezit dan de eindloze riem terwijl de tweede soort van rol een veerkrachtiger buitenomtrek bezit dan de eindloze riem. 20 9· Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat dit middelen bevat voor het instellen van de druk tussen de eerste en tweede rollen en voor het onafhankelijk instellen van de druk tussen de tweede en de derde rollen.
10. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de media-pakketten zijn aangebracht in een in hoofdzaak gemeenschappelijk vlak.
11. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eindloze riem in in hoofdzaak 30 niet-slippende aanraking staat met elk media-pakket.
12. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eindloze riem in in hoofdzaak niet-slippende aanraking staat met elk media-pakket over een hoek van ten minste 75°·
13. Aandrijfsysteem volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat dit ten minste twee vrijdraaien-de riemschijven bevat en een draaibare riemwindas welke de eindloze riem leidt over een zodanige aanrakingshoek van ten minste 75°· 4-0 14·. Aandrijfsysteem volgens conclusie 13, met 8004966 «·. het kenmerk, dat dit middelen bevat voor het elk van de vrijdraaiende riemschijven afzonderlijk onder veer-belasting brengen daarvan waardoor de eindloze riem wordt voorgespannen en de eindloze riem in niet-slippende aanra-5 king met elk van de media-pakketten wordt gehouden.
15. Aandrijfsysteem volgens conclusie 14-, met het kenmerk, dat de vrij draaiende riemschijven zijn geplaatst langs de riembaan aan tegenover elkaar liggende zijde van de riemspanner en tussen de media-pakketten 10 terwijl de riemwindas is geplaatst langs de riembaan tussen de media-pakketten en aan de zijde van de media-pakketten welke liggen tegenover de riemspanner.
16. Aandrijfsysteem volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de riemwindas zodanig is ge- 15 plaatst dat deze in aangrijping kan komen met een uitwendige motorwindas.
17. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eindloze riem in in hoofdzaak niet-slippende aanraking met elk media-pakket staat over 20 een hoek van ten minste 135°.
18. Aandrijfsysteem volgens conclusie 17s met het kenmerk, dat dit ten minste vier vrijdraaien-de riemschijven bevat voor het geleiden van de eindloze riem over de aanrakingshoek van ten minste 135°> waarbij 25 een eerste en een txveede van de vrijdraaiende riemschijven zijn geplaatst langs de eindloze riembaan aan de zijde die ligt tegenover de riemspanner terwijl een derde en een vierde van de vrijdraaiende riemschijven langs de baan van de eindloze riem zijn geplaatst aan tegenover elkaar lig- 30 gende zijde van de riemspanner en tussen de media-pakketten,
19. Aandrijfsysteem volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de derde en vierde vrijdraaiende riemschijven bestaan uit beweegbare onder veerbelasting staande vrijdraaiende riemschijven voor het voorspannen van 35 de eindloze riem voor het in hoofdzaak voorkomen van slippen tussen de eindloze riem en de media-pakketten.
20. Aandrijfsysteem volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat dit ten minste een in twee richting werkende klemrol bevat welke bestemd is om in aan- 40 grijping te staan met de strookvormige media tussen de 80 0 4 9 6 6 cc media-pakketten.
21. Aandrijfsysteem volgens conclusie 20, ‘met het kenmerk, dat dit middelen hevat voor het onder veerbelasting brengen van de klemrol in de richting van 5 de strookvormige media voor het tot stand brengen van een niet-slippend grensvlak tussen de strookvormige media en een uitwendige motorwindas.
22. Aandrijfsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de media-pakketten coaxiaal 10 draaiend om een in hoofdzaak gemeenschappelijke as zijn gemonteerd.
23- Aandrijfsysteem volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de eindloze riem in hoofdzaak niet-slippende aanraking staat met elk media-pakket over 15 een hoek van ten minste 180°.
24. Aandrijfsysteem volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat dit ten minste vier vrijdraaien-de riemschijven bevat voor het geleiden van een eindloze riem over de aanrakingshoek van ten minste 180°.
25. Aandrijfsysteem volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat dit een in twee richting werkende riemwindas bevat welke is bestemd om in aangrijping te staan met de eindloze riem.
26. Aandrijfsysteem volgens conclusie 25, met 25 het kenmerk, dat de riemwindas de eindloze riem richt vanaf het vlak van een media-pakket naar het vlak van het andere media-pakket.
27. Aandrijfsysteem volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat dit een in twee richting wer- 30 kende windas bevat bestemd om in aangrijping te staan met de strookvormige media tussen de media-pakketten. # * * * * * 8004966
NL8004966A 1980-08-29 1980-09-01 Aandrijfsysteem voor strookvormige media. NL8004966A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19803032691 DE3032691A1 (de) 1980-08-29 1980-08-29 Antriebseinrichtung fuer ein bandmaterial
NL8004966A NL8004966A (nl) 1980-08-29 1980-09-01 Aandrijfsysteem voor strookvormige media.
GB8028263A GB2083161B (en) 1980-08-29 1980-09-02 Strip media drive apparatus
FR8019101A FR2489575B1 (fr) 1980-08-29 1980-09-04 Dispositif d'entrainement d'element en bande

Applications Claiming Priority (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3032691 1980-08-29
DE19803032691 DE3032691A1 (de) 1980-08-29 1980-08-29 Antriebseinrichtung fuer ein bandmaterial
NL8004966 1980-09-01
NL8004966A NL8004966A (nl) 1980-08-29 1980-09-01 Aandrijfsysteem voor strookvormige media.
GB8028263 1980-09-02
GB8028263A GB2083161B (en) 1980-08-29 1980-09-02 Strip media drive apparatus
FR8019101 1980-09-04
FR8019101A FR2489575B1 (fr) 1980-08-29 1980-09-04 Dispositif d'entrainement d'element en bande

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8004966A true NL8004966A (nl) 1982-04-01

Family

ID=27432560

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004966A NL8004966A (nl) 1980-08-29 1980-09-01 Aandrijfsysteem voor strookvormige media.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3032691A1 (nl)
FR (1) FR2489575B1 (nl)
GB (1) GB2083161B (nl)
NL (1) NL8004966A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4642721A (en) * 1983-09-19 1987-02-10 Data Electronics, Inc. Magnetic tape cartridge with increased data packing density
FR2709201B1 (fr) * 1993-08-20 1995-10-13 Jobart Jean Louis Cassette de bande magnétique équipée d'un dispositif de maintien en tension.

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3305186A (en) * 1963-04-18 1967-02-21 Kinclogic Corp Tape transport system using a drive belt contacting tape packs
CH575636A5 (nl) * 1972-08-21 1976-05-14 Schlumberger Inst System
US4102516A (en) * 1977-04-14 1978-07-25 Information Terminals Corporation Tensioning means for belt driven tape cassette
US4162774A (en) * 1977-10-17 1979-07-31 Verbatim Corporation Belt drive cartridge
US4146194A (en) * 1977-11-10 1979-03-27 Information Terminals Corp Floating roller tape cartridge
US4242709A (en) * 1979-01-29 1980-12-30 Stricker Klaus F Strip media drive system

Also Published As

Publication number Publication date
FR2489575B1 (fr) 1988-09-30
FR2489575A1 (fr) 1982-03-05
GB2083161B (en) 1984-04-18
GB2083161A (en) 1982-03-17
DE3032691A1 (de) 1982-05-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4242709A (en) Strip media drive system
US4688742A (en) Strip media tensioning system
US3305186A (en) Tape transport system using a drive belt contacting tape packs
US3114512A (en) Low power tape drive mechanism
US3802644A (en) Differential belt web transport
US3125311A (en) Motor reduction system coupling device
JPS58128071A (ja) ばね作用を受けるロ−ラ−を有する磁気テ−プ・カ−トリツジ
NL8403472A (nl) Magneetbandapparaat.
US4333618A (en) Apparatus for reducing tape tension variations in a peripheral belt drive tape transport system
NL8004966A (nl) Aandrijfsysteem voor strookvormige media.
US4447019A (en) Magnetic tape cartridge with resilient belt driving means and separate tape and belt idlers
US4159811A (en) Tape transport cartridge
US5372321A (en) Tape transport apparatus having pulley and pulley drive motor provided to the same base and move together
US3460781A (en) Tape recorder
US5374004A (en) Low-friction, belt-driven tape cartridge
US3222003A (en) Drive mechanism for tape recorders and/or reproducers
US4832283A (en) Tape transport cartridge
CA1108577A (en) Strip media drive system
US3443039A (en) Tape transport system with stationary heads mounted within a rotating structure
US4951163A (en) Magnetic recording and reproducing apparatus
US4982911A (en) Belt drive for power transfer to cartridge
US4117521A (en) Flexible disc recorder with skewed transducer transport
US4089488A (en) Tape transport apparatus
GB2117353A (en) Driving and tensioning magnetic tape
JPH0373060B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed