NL8004903A - Injectiespuit. - Google Patents

Description

* *

Injectiespuit

De uitvinding betreft een injectiespuit voorzien van een houder met een daarin verschuifbare zuiger en een op de houder aansluitend hol verloopstuk , waarop een injectienaald kan worden geplaatst.

5 Het is algemeen bekend dat dergelijke injectie spuiten kunnen worden toegepast voor medische doeleinden. In vele gevallen zijn ze bestemd voor eenmalig gebruik dus voor het inspuiten van een dosis van een medische vloeistof, bijvoorbeeld een insulinevloeistof.

10 De vloeistof, die in het holle verloopstuk achterblijft, gaat verloren. Dit is een nadeel wanneer het om kostbare of schaarse medische vloeistoffen gaat. Dit is in het bijzonder het geval bij insulinevloeistoffen, omdat de insuline gewonnen wordt uit dierlijke organen, waarvan slechts een begrensde 15 hoeveelheid beschikbaar is. Anderzijds neemt het aantal diabetespatiënten de laatste jaren gestadig toe.

Desondanks gaat bij de toepassing van elke dosis van gemiddeld 1 ml van bijvoorbeeld een insulinevloeistof ca. 9% van de vloeistof verloren in het holle verloopstuk. Het volume van 20 de holle ruimte in het holle verloopstuk kan namelijk niet zo klein mogelijk gemaakt worden, omdat hierlangs lucht moet kunnen ontsnappen voordat de vloeistof bij de patient wordt ingespoten. Deze lucht, die reeds in de ongebruikte naald en spuit aanwezig is en die aan de wanden en het zuigertje van de injectiespuit hecht, wordt 25 voor het grootste deel als volgt verwijderd: men houdt de gevulde spuit met de naald omhoog en tikt tegen de injectiespuit. Hierdoor stijgt de lucht op en ontsnapt uit de injectiespuit, mits de door- 8004903 2 gang in het holle verloopstuk niet te klein is.

De uitvinding voorziet nu in een injectiespuit, waarin het gedeelte van de medisch toe te dienen vloeistof, in het bijzonder een insulinevloeistof, dat verloren gaat, tot een minimum 5 wordt beperkt.

De uitvinding betreft een injectiespuit als in de aanhef genoemd, die daardoor is gekenmerkt, dat de zuiger aan de bovenzijde voorzien is van een gesloten uitstekeifl gedeelte, dat in de uiterste stand van de zuiger in de houder de holte in het 10 verloopstuk opvult onder vrijlating van een kleine ruimte tussen de binnenwand van het verloopstuk en de buitenwand van genoemd uitstekend gedeelte, waarbij de top van het uitstekend gedeelte de doorgang van het holle verloopstuk naar de injectienaald dan afsluit.

15 De kleine ruimte tussen de binnenwand van het ver loopstuk en de buitenwand van het uitstekende gedeelte op de zuiger is nodig, omdat het niet gelukt de totale hoeveelheid lucht, die in de houder van de injectiespuit is gekomen bij het opzuigen van de medische vloeistof, te verwijderen door tegen de houder te tikken.

20 Er blijft altijd een kleine resthoeveelheid lucht achter. De kleine ruimte tussen de binnenwand van het verloopstuk en de buitenwand van het uitstekende gedeelte op de zuiger, dat volgens de uitvinding wordt toegepast, is echter voldoende groot om de achtergebleven lucht op te nemen, zodat deze niet in de injectienaald en daarna in 25 het lichaam van de patient terecht komt.

In het algemeen bedraagt het volume van de kleine ruimte, die vrij blijft nadat het uitstekëncè gedeelte de holle ruimte van het holle verloopstuk opvult, 10-50% van het volume van de totale holle ruimte van het holle verloopstuk.

30 De voorkeur verdient, dat 10-35% of liever nog 10-20% van de holle ruimte van het verloopstuk niet wordt opgevuld door het uitstekende gedeelte van de zuiger.

In de praktijk wordt bijvoorbeeld 14% van de holle ruimte van het verloopstuk niet opgevuld.

35 Hoewel de vorm van de holle ruimte vein het ver- 8004903 ' * ‘ί 3 loopstuk voor de uitvinding niet van wezenlijk belang is, zolang er maar voor gezorgd wordt, dat deze ruimte door het uitstekende gedeelte op de zuiger grotendeels wordt opgevuld, geeft men er in het algemeen de voorkeur aan dat de holle ruimte van het verloopstuk in 5 de richting van de er op te plaatsen injectienaald conisch toeloopt.

Dit is ook het geval met de buitenzijde van het verloopstuk, waarop de injectienaald wordt geplaatst, maar dit laatste is het gevolg van internationaal vastgelegde standaardisering van de koppeling tussen injectiespuit en injectienaald.

10 Men geeft er bovendien de voorkeur aan, dat het uitstekende gedeelte boven op de zuiger in de richting van de op het verloopstuk te plaatsen injectienaald eveneens conisch toeloopt.

Om een optimaal effect te verkrijgen wat betreft ongewenst verlies aan injectievloeistof, zorgt men ervoor dat het conische 15 verloop van het uitstekende gedeelte op de zuiger geschiedt onder een hoek, die kleiner is dan de hoek van het conische verloop van de holle ruimte van de conus.

Bij een vorkeursuitvoeringsvorm van een injectiespuit volgens de uitvinding voorziet men de zuigerstang van 20 inkepingen, die corresponderen met de schaalverdeling op de cylinder en die het opmeten van de door injectie toe te dienen dosering van een injectievloeistof blindelings mogelijk maken.

Door deze voorziening is het mogelijk dat patiënten, die slechtziend of blind zijn, zich toch zelf kunnen 25 bedienen. Hoewel in het algemeen de injectiespuit volgens de uitvinding met een bepaald volume van de houder geleverd zal worden, is het nodig dat met deze injectiespuit verschillende doses kunnen worden ingespoten.

De voorgeschreven dosis per keer is namelijk van 30 patient tot patient verschillend. In het algemeen wordt de houder van de injectiespuit volledig volgezogen, waarna zoveel vloeistof in de voorraadflacon wordt teruggespoten dat de voorgeschreven dosis in de injectiespuit achterblijft. Zelfs voor een blinde is nu bij de zojuist beschreven uitvoeirngsvorm gemakkelijk na te gaan of 35 de juiste dosis nog in de injectiespuit aanwezig is alvorens deze 8004903 * *-" ψ 4 dosis in te spuiten. De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de figuren, die betrekking hebben op een uitvoeringsvorm van een injectiespuit volgens de uitvinding.

Figuur 1 geeft een zuiger van een injectiespuit 5 volgens de uitvinding in aanzicht weer.

Figuur 2 is een doorsnede van een injectiespuit volgens de uitvinding, terwijl de zuiger staat in een stand, waarbij zich injectievloeistof in de houder bevindt.

Figuur 3 geeft in dwarsdoorsnede een injectie-10 spuit volgens de uitvinding met de zuiger in uiterste stand weer.

Figuur 4 is een vergrote doorsnede van het ver-loopstuk op een injectiespuit met daarin het uitstekend gedeelte op de zuiger overeenkomstig de uitvinding.

De zuiger bestaat uit een zuigerlichaam 1, dat 15 passend in de cylindrische houder 6 verschoven kan worden met een zuigerstang 2, die voorzien is van zijvlakken 3, die een gemakkelijke verschuiving van het zuigerlichaam door de cylinder 6 mogelijk maken. Aan het eind van de zuigerstang 2 bevindt zich een eindvlak 4, waartegen mendrukt, indien men injectievloeistof in-20 spuit. Het eindvlak 11 van de cylinder maakt het mogelijk dat de injectiespuit tijdens het inspuiten gemakkelijk gehanteerd kan worden.

De inkepingen 10 maken het mogelijk dat ook een slechtziende of blinde patient de juiste dosis kan instellen en inspuiten.

25 Overeenkomstig de uitvinding bevindt zich op zuigerlichaam 1 een uitstekend gedeelte 5, dat in de uiterste stand van de zuiger in de cylinder het verloopstuk 7, waarop de injectienaald moet worden geplaatst, nagenoeg geheel opvult met uitzondering van een kleine ruimte 8.

30 De figuren hebben betrekking op een voorkeurs uitvoeringsvorm, waarbij de holte 9 in het verloopstuk 7 conisch verloopt onder een hoek, die iets groter is dan de hoek, waaronder het uitstekend gedeelte op de zuiger 5 conisch verloopt. Daardoor wordt bereikt dat de uitgespaarde ruimte 8 zo klein mogelijk gehbu-35 den wordt voor minimalisering van het verlies van vloeistof, maar 80 0 4 90 3 5 voldoende groot is voor het vasthouden van de laatste restjes lucht tijdens het volledig inspuiten.

8004903

Claims (8)

1. Injectiespuit voorzien van een houder met een daarin verschuifbare zuiger en een op de houder aansluitend hol verloopstuk, waarop een injectienaald kan worden geplaatst daardoor gekenmerkt dat de zuiger aan de bovenzijde voorzien is van een ge- 5 sloten uitstekend gedeelte, dat in de uiterste stand van de zuiger in de houder de holte in het verloopstuk opvult onder vrijlating van een kleine ruimte tussen de binnenwand van het verloopstuk en de buitenwand van genoemd uitstekend gedeelte, waarbij de top van het uitstekend gedeelte de doorgang van het holle verloopstuk naar 10 de injectienaald dan afsluit.

2. Injectiespuit volgens conclusie 1,'met het kenmerk, dat het volume van de kleine ruimte, die vrij blijft nadat het uitstekende gedeelte de holle ruimte van het verloopstuk heeft opgevuld 10-50% van het volume van de totale holle ruimte van het 15 verloopstuk bedraagt.

3. Injectiespuit volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het volume van de kleine ruimte, die vrij blijft nadat het uitstekende gedeelte de holle ruimte van het verloopstuk heeft opgevuld 10-35% van het volume van de totale holle ruimte van het 20 verloopstuk bedraagt.

4. Injectiespuit volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het volume van de kleine ruimte, die vrij blijft nadat het uitstekende gedeelte de holle ruimte van het verloopstuk heeft opgevuld 10-20% van het volume van de totale holle ruimte van het 25 verloopstuk bedraagt.

5. Injectiespuit volgens een van de voorgaande conclusies, met'het kenmerk, dat de holle ruimte van het verloopstuk in de richting van de op het verloopstuk te plaatsen injectienaald conisch toeloopt.

6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het uitstekende gedeelte bovenop de zuiger in de richting van de op het verloopstuk te plaatsen injectienaald conisch toeloopt. 8004903 c <·-

7. Inrichting volgens conclusie 5, en 6 met het kenmerk, dat het conische verloop van het uitstekende gedeelte bovenop de zuiger geschiedt onder een hoek, die kleiner is dan de hoek van het conische verloop van de holle ruimte van het verloopstuk.

8. Injectiespuit volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de zuigerstang is voorzien van inkepingen, die corresponderen met de schaalverdeling op de houder, die het afmeten van de door injectie toe te dienen dosis van een in-jectievloeistof blindelings mogelijk maken. 8004903