NL8004795A - Verpakking voor voedingsmiddelen; meerlaags polymeer velmateriaal. - Google Patents

Description

3 " ' *, -« I ÏJv. 925 . >

Titel: Verpakking voor voedingsmiddelenjmeerlaags polymeer velmateriaal.

Verpakkingen voor voedingsmiddelen uit warm lasbare vellen of film -worden gebruikt voor die voedingsmiddelen, welke door koeling of droging houdbaar- worden gemaakt. De film of velstruktuur, welke voor dit doel wordt gebruikt, moet aan het binnenvlak losbaar zijn, betrek-5 kelijk imperiabel voor zuurstof en vocht, terwijl het buitenvlak voldoende bescherming voor de inhoud van de verpakking moet geven. Het materiaal mag ook geen nadelige invloed op de voedingsmiddelen hebben.

De mogelijkheid om voedingsmiddelen warm in een vel of film te verpakken of daarin te steriliseren maakt het mogelijk deze zonder 10 koeling op te slaan. Steriliseren bij het warm vullen of daarna betekent een extra beperking in de keuze van het materiaal voor het vel of de filmstruktuur. Glas moet bestand zijn tegen sterilisatietempera-turen van meer dan 82° of hoge druk stoom bij 120° en meer gedurende tenminste een half uur. De struktuur mag niet verloren gaan, terwijl 15’ ook geen krimp danwel plooien of rimpelen als gevolg van de sterilisatie niet op mogen treden. De tegenhoudende eigenschappen voor zuurstof en water mogen niet blijvend benadeeld worden door de bij de sterilisatie optredende omstandigheden De. struktuur moet voldoende sterk zijn om de verpakking in warme toestand te kunnen hanteren. Deze extra 20 eisen,, welke verbonden zijn bij het warm vullen of bij het warm steriliseren sluiten verschillende soorten materialen, zoals deze tot nog toe worden gebruikt, bij het verpakken van voedingsmiddelen, uit.

Verpakkingsmiddelen in de vorm van een vel of film zijn beproefd, waarbij de barrière gevormd wordt door aluminiumfolie.

25 Aan deze folie zijn geschikte materiaalsoorten voor de binnen- en buitenlaag gehecht. Een struktuur met een aluminiumfolie kan niet in eenmaal worden vervaardigd, zoals dit wel het geval is bij een meer-laags polymerische struktuur, welke in een faze geëxtrudeerd kan worden.

Een struktuur met een aluminiumfolie is ondoorzichtig en voorts niet te 30 gebruiken bij een oven met microgolfverwarming voor de verpakte voedingsmiddelen.

Verpakkingen in de vorm van warm lasbare pouches, zakjes, of gesloten dragers moeten uit meerdere lagen polymerische film of vel in eenmaal geëxtrudeerd kunnen worden. De verpakking moet bestand zijn 35 tegen de normale omstandigheden bij de sterilisatie. Het vel of de film- 8004795 χ· Tl i 2 structuur moet transparant zijn en geschikt cm door de consument in een microgolf oren "bereid te worden.

De film of het vel bestaat in hoofdzaak uit een buitenlaag, een barrière en een warm lasbare binnenlaag. Eventueel kunnen extra binnen-5· lagen worden gebruikt tussen de bovenbedoelde lagen.

Nadere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening toegelicht. Daarin toont : fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een pouch volgens de uitvinding; IQ fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een gesloten drager vol gens de uitvinding; fig. 3 op vergrote schaal een doorsnede door een film of vel, zoals dit wordt gebruikt bij een verpakking volgens de uitvinding; fig. k een grafiek, welke de permeabiliteit voor zuurstof geeft 15 van een ethyleen-vinyl alcohol polymeerfilm als functie van het vochtgehalte; fig. 5 een grafiek,, welke een vergelijking geeft van de permeabiliteit voor zuurstof als functie van de tijd bij'een film volgens de uitvinding in vergelijking tot eenzelfde film die niet volgens de uit-. 2q vinding is vervaardigd; en fig. 6 een grafiek welke de vergelijking weergeeft van het vochtgehalte als functie van de tijd van een film van de verpakking volgens de uitvinding ten opzichte van een film welke niet volgens de uitvinding is uitgevoerd.

25 Elke laag van het vel of de filmstruktuur heeft een bepaald doel en moet aan daaraan aangepaste vereisten voldoen. Bepaalde eisen van het materiaal gelden voor alle lagen. De lagen moeten bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit voldoende flexibel materiaal, zodat een flexibele constructie wordt gevormd, welke tijdens gebruik niet breekt; Uit economisch 30 oogpunt moeten de materialen van de lagen extrudeerbaar zijn, d.w.z. de vloeiïngsleer van elke materiaalsoort in de gesmolten toestand moet het mogelijk maken, dat de lagen gelijktijdig geëxtrudeerd worden en een geïntegreerde filmstruktuur geven. Voor het maken van een goedkope film moet het materiaal ook betrekkelijk goedkoop zijn met betrekking tot de 35 hoeveelheid welke zich in de gerede struktuur bevindt. Omdat de film of het vel transparant moet zijn om gebruikt te kunnen worden in een oven voor microgolven en ook voor andere doeleinden doorzichtig moet zijn, 8004795 r i 3 moet ook elke laag aan die eigenschap voldoen.· De beslissing cm een bepaald soort materiaal voor een laag te gebruiken bepaalt ook de keuze van de materiaalsoorten voor de andere, lagen. De te bespreken vereisten met betrekking tot de materiaalsoort gelden op de eerste plaats die 5 van de binnenste tegenhoudende laag of barrière.

Deze barrière moet voldoende weerstand bieden tegen zuurstof teneinde de voedingsmiddelen in de verpakking duurzaam te doen zijn. Gezien de dikte welke wordt vereist voor een geschikte barrière behoeft het materiaal niet duur te zijn. Een copolymeer van etheen en vinyl-10 alcohol (CEVA) is impermeabéLvoor zuurstof in vergelijking tot andere polymerische materiaalsoorten, zoals saran en acrylnitrile, welke worden gebruikt voor verpakkingen, welke een barrière moeten vormen tegen zuurstof. Een zeer dunne laag CEVA vormt al een zeer doelmatige barrière tegen zuurstof. Extrudeerbare soorten CEVA zijn op de markt onder 15 de naam EVAL. De tegenhoudende kwaliteiten voor zuurstof van het materiaal CEVA worden nadelig beïnvloed door de aanwezigheid van water in die laag. Een kleine hoeveelheid water zal het vochtgehalte van een dunne laag zodanig doen oplopen, zodat de tegenhoudende eigenschappen aanzienlijk worden verminderd. Bedoelde eigenschap herstelt zich wan-20 neer het vocht wordt verwijderd.

Polyalkenen, zoals polyetheen, polypropeen en mengsels en copolymer en van deze twee vormen een uitstekende vochtbaarière. Polyalkenen kunnen warm gelast worden. Polyetheen, polypropeen en mengsels eni copolymeren daarvan smelten bij een temperatuur die hoog genoeg is 25' om warm gelast te kunnen worden, en zijn bestand tegen hoge vultempera-turen bij ongeveer 88° C of sterilisatietemperaturen bij 130° C, terwijl met normale installaties bij gebruikelijke druk gelast wordt bij een temperatuur tussen 180° C en 210° C. Polyalkenen zijn derhalve zeer geschikt om te worden gebruikt als binnenlaag, welke lasbaar moet zijn.

30 De permeabiliteit van polyalkenen ten opzichte van water wordt bij verhoogde temperatuur, welke optreedt bij het normale steriliseren, aanzienlijk verhoogd. Een polyalkeenlaag zou dus tijdens het warm vullen of steriliseren water naar de CEVA-barrièrelaag doorlaten. Aangezien polyalkenen weer betrekkelijk impermeabël voor water worden, nadat 35 gekoeld is, zal vocht uit de CEVA-laag niet meer door de alkeenlaag kunnen ontsnappen. Dit betekent, dat de laag of de lagen, welke zich aan de buitenzijde van de verpakking bevinden, betrekkelijk permeabel 8004795 i

• V

' · k voor water moeten zijn. wanneer onder normale ernstaadigheden wordt opgeslagen, waarbij vocht uit de CEVA-laag kan ontsnappen.

Een geschikt polyaerisch materiaal voor de buitenlaag is nylon.

Nylon is voldoende permeabel voor vocht, zodat dit uit de barrierelaag 5 kan ontsnappen en de tegenhoudende eigenschappen voor zuurstof weer worden hersteld, terwijl dit materiaal voldoende bestand, is tegen water, .. zodat de verpakking ook niet zal beschadigen wanneer deze vochtig wordt. Nylon heeft voorts alle gewenste eigenschappen voor de buitenzijde van de verpakking. Nylon is taai, flexibel, wordt weinig beïnvloed door 10 warmte of koude, is slijtvast, transparant en kan voor etiketteerdoeleinden bedrukt worden. Voorts is'nylon niet duur en een van de weinige polymeren dat geschikt is voor een f ilmstruktuur,· waaraan het CEVA_ materiaal hecht.

Aangezien polyalkenen niet voldoende aan het CEVA-materiaal 15' hechten moeten maatregelen worden genomen om een geschikte hechting te verkrijgen, opdat de f ilmstruktuur niet verstoord wordt. Een tussenlaag uit polymerisch materiaal, dat aan de CEVA-laag hecht, zo ook aan de poly-alkenen moet worden gebruikt tussen de poly-alkeen- en lasbare binnenlaag en de laag CEVA, welke de barrière vormt tegen zuur-20 stof.

Wanneer de lasbare binnenlaag een poly-alkeen een poly-etheen van hoge dichtheid is, dan worden gemakkelijk hechtende, extrudeerbare polymerische materialen voor de binnenlaag gekozen, zoals deze onder de naarn Plexar op de markt zijn. Deze materiaalsoorten zijn mengsels 25 van een polyalkeen, zoals ethyleenvinyl acetaat met een entcopolymeer van polyetheen van hoge dichtheid en een carbonzuuranhydride met een niet-gecondenseerde ring.

Wanneer de binnenlaag van een tegen hoge temperaturen bestand zijnde polyalkeen polypropeen is of een mengsel van polypropeen en 30 polyetheen of een copolymeer van propyleen en ethyleen, dan wordt als geschikt hechtend, extrudeerbaar polymerisch materiaal voor de binnenlaag materiaal gekozen, dat onder de naam Admer in de handel is.

Deze materiaalsoorten zijn een zure anhydride van geënt polyalkeen.

De hechtende polymerische materialen, welke onder de naam 35 Plexar en Admer worden verkocht, hechten eveneens goed aan nylon,

Aangezien CEVA ook aan nylon hecht kan een verdere tussenlaag van nylon aan de binnenzijde van de CEVA-laag worden gebruikt. Het 8004795 * * * 5 > hechtende polymeer bevindt zich tussen de nylon tussenlaag en de poly-alkeenlaag aan de binnenzijde.

Fig. 1 toont een warm gelaste pouch volgens de uitvinding. Deze pouch is gevormd uit twee rechthoekige films, waarvan de warm las-5 bare tegen een hoge temperatuur bestand zijnde polyalkeenlagen naar elkaar toe zijn gekeerd en de nylonlaag van de film zich aan de buitenzijde bevindt. Een gebruikelijke lasstang wordt gebruikt om de films volgens de lijn 12 aan elkaar te lassen, welke zich over drie van de vier zijflenzen uitstrekt. Nadat de voedingsmiddelen in de pouch zijn 10 gebracht, wordt ook de vierde flens warm gelast.

De pouch volgens fig. 1 is na het vullen en dichtlassen om warm. gesteriliseerd te worden. Gevulde pouches worden geladen in een kook-vat of-retort en in water onder hoge druk bij ongeveer 130° C gedurende twee uren gekookt. Er bestaat een verband tussen de tijd en de tempera-15 tuur en bij hogere temperatuur kan in het algemeen korter worden gekookt. De meeste voedingsmiddelen vereisen ongeveer een half uur bij 120° C. Ook andere bekende sterilisatietechnieken kunnen worden toegepast, zoals microgolven of verwarming met hete lucht.

De pouch volgens fig. 1 kan warm worden gevuld met bepaalde 20 . voedingsmiddelen, welke geen hoge temperaturen behoeven om gedurende lange tijd houdbaar te zijn. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld stroop, ketchup, vruchtensappen, gelei en conserven, zo ook voedingsmiddelen met een hoge zuurgraad. Het warm vullen geschiedt normaliter bij een temperatuur boven 82° C. De pouch wordt nadat deze gevuld en 25dichtgelast is, in een heet waterbad gedompeld totdat gist en schimmels vernietigd zijn.

Fig. 2 toont een gesloten drager volgens de uitvinding. Deze drager 20 is warm gevormd uit betrekkelijk dik materiaal door de poly-alkeenzijde van de meerlaags film zoals deze hierboven is beschreven 30 te voorzien van een extra laag polyalkeen op het binnenvlak van de . drager. Het nylonvlak is de buitenzijde van de drager. Na het inbrengen van voedingsmiddelen in de drager 20, wordt een deksel 26 uit een meer-laagsfilm op de drager gezet, waarbij het warm lasbare polyalkeenvlak gericht is naar het polyalkeenvlak aan de bovenzijde van de flenzen 2kt 35 welke de omtreksrand van de drager vormen. Gebruikelijke lasstaven bewerkstelligen het warm vastlassen van het deksel aan de flenzen 2b volgens de lasnaden 22. De dragers kunnen warm worden gevuld of geste- 8004795 > 6 riliseerd, zoals hierboven amschreven.

Fig. 3 toont op vergrote schaal een doorsnede door een filmstructuur volgens de uitvinding. De buitenzijde van de verpakking is de nylonlaag van de film. De barrièrelaag dient om zuurstof tegen te hou- 5 den, welke laag doelmatig bestaat uit een copolymeer van etheen en vi- / . . nyl alcohol (CAVA). De binnenlaag is warm lasbaar, bij voorkeur een po-lyalkeen, dat smelt: ibij een temperatuur die hoger is dan die welke ontstaat bij het warm vullen of steriliseren.

i

Tussen de barrièrelaag en de warm lasbare laag bevindt zich 10 een tussenlaag, waarvan de functie is om de CEVA-laag warm te hechten aan de polyalkeenlaag. Zoals blijkt is de tussenlaag uit twee lagen opgebouwd, n.1. een nylonlaag nabij de CEVA-laag en een hechtende polymeer, zoals Plexar of Admer gemodificeerd polyalkeen. Een nylonlaag hecht goed aan de CEVA, terwijl de hechtende polymeer een goede ver— 15 binding vormt met de warm lasbare polyalkeenlaag en de nylon. De beschreven struktuur kan gelijktijdig worden geëxtrudeerd in êén behande-lingsfaze ter vorming van een goedkope film. De totale dikte ligt tussen 0,07 en 0,3 mm.

Fig. k toont het effect van vocht in de CEVA-barrièrelaag ten 20 opzichte van de permeabiliteit voor zuurstof. Bij een hoog waterge-halte worden de tegenhoudende eigenschappen van de CEVA-laag tegen zuurstof belangrijk verminderd. Het voltrekken van vocht uit de CEVA-laag doet de barriêre-eigenschappen zich herstellen. Aangezien het warm vullen of steriliseren plaats vindt bij een temperatuur van 88° C 25 of hoger, worden de barriêre-eigenschappen van polyalkeen verminderd totdat een lagere temperatuur weer is bereikt. Gedurende de tijd dat de verpakking is blootgesteld aan warmte bij het vullen of het koken kan vocht door de polyalkeenlaag doordringen naar de CEVA-laag. Wanneer de verpakking op omgevingstemperatuur kamt, zal het vocht uit de 30 CEVA-laag een hoge vochtigheidsgraad veroorzaken, waardoor de tegenhoudende eigenschappen voor zuurstof verminderen. Het herstellen van de vochtondoordringbaarheid van het polyalkeen bij omgevingstemperatuur voorkomt het ontsnappen van vocht,

Fig. 5 toont een vergelijking van een film volgens de uitvin-35 ding met een proef film, welke een gelijke film is, waaraan een verdere laag uit gemodificeerd HDPE (Plexar II) aan de buitenzijde van de nylonlaag was toegevoegd. De film volgens de uitvinding bestond uit 795$ 8004795 ' " ' - ' τ > ’ nylon/20$ CEVA/7 , 5% nylon/10$ Plexor 111/35% HDPE. Be proef film, bestond uit 32,5$ HDPE/7,5$ nylon/20$ CEVA/7,5$ nylon/32,5$ HDPE. Uit de films werden pouches gemaakt, welke werden gevuld en gesteriliseerd.

Fig. 5 toont, dat de zuurstofbarrièrekwaliteit beter is, aangezien de 5 buitenste nylonlaag wan de film volgens de uitvinding het mogelijk maakt., dat het vocht, dat is ingesloten in de CEVA-laag, kan ontsnappen. De tegenhoudende eigenschappen voor zuurstof van de film. volgens de uit- vinding verbetert daarvan een permeabiliteit van 650 cc/m /dag tot 2 20 cc/m /dag binnen zes uur na sterilisatie, terwijl de proeffilm met 10 een extra laag HDPE op de nylonlaag terugliep van 400 cc/m /dag tot 300 cc/m /dat in 2^ uur. Ha een volle dag was de proeffilm vijftienmaal meer doorlatend voor zuurstof dan de film volgens de uitvinding.

De HDPE-huitenlaag van de proeffilm verhinderde het ontsnappen van vocht, uit de CEVA-laag. De voortdurende aanwezigheid van vocht deed 15 de barrière-eigenschappen tegen zuurstof in de proeffilm sterk dalen.

In fig. 6 is het relatieve gewicht als functie van de tijd bij een verpakking volgens de uitvinding vergeleken met een proefverpak-king met een laag HDPE boven de buitenste nylonlaag op de CEVA-laag.

Dezelfde films volgens fig. 5 werden gebruikt. Het relatieve gewicht 20 is uitgezet als een maat in percentagewisseling in gewicht van water binnen de film. Het relatieve gewicht is : géwicht op een bepaald tijdstip t - oospronkelijk gewicht „ ^ oorspronkelijk gewicht

De verpakkingen hadden de vorm van pouches en waren gevuld met 22. tomatenpasta. De verpakkingen werden gewogen om het oorspronkelijke gewicht vast te stellen. Vervolgens werden zij gedurende een half uur gesteriliseerd bij 120° C. De gesteriliseerde pouches werden regelmatig op de eerste, tweede, derde, zesde, zevende, tiende, dertiende en vijftiende dag na het steriliseren gewogen. Uit de grafiek blijkt, dat de 2Q verpakkingen volgens de uitvinding aanvankelijk bij het steriliseren een groter gewicht hadden dan de proefverpakkingen. Ha één dag bevatte de verpakking volgens de uitvinding minder vocht dan de film, waaruit de proefverpakking was vervaardigd. De daaropvolgende twee weken werden de verpakkingen volgens de uitvinding sneller droog dan de proef-35 verpakking en had deze reeds na enkele uren hetzelfde vochtgehalte.

Van de proefverpakkingen veranderde het vochtgehalte nauwelijks en bleef op een ontoelaatbaar hoog gehalte met het oog op de hoge permea- 8004795 > 8 . biliteit tegen zuurstof voor een verpakking, zoals weergegeven in fig.

5.

Transparante films volgens de uitvinding zijn geëxtrudeerd uit 7,5% nylon/ 20% CEVA/ 7,5% nylon/ 105 Plexar III/ 55% HOPE met een dik-^ te tussen 0,11 en 0,15 mm en zij kunnen worden gevuld met aardappelen, tomaten, mais, worteltjes, vleeswaren en verse bonen.- De verpakking werd gedurende tenminste een kalf uur gesteriliseerd bij 120° C. De resultaten waren uitstekend.

. Films van hetzelfde type werden gebruikt bij het warm verpakken IQ van stroop en tomatenpasta. Ook hierbij werden goede, resultaten bereikt.

« 8004795

Claims (15)

1. Warm gelaste verpakking voor het steriliseren en ongekoeld opslaan van'voedingsmiddelen, welke verpakking "bestaat uit een meer-laags polymeer velmateriaal, waarbij de laag van het velmateriaal, dat het buitenvlak van de verpakking vormt, een polymeer is, dat be-5 trekkelijk doorlaatbaar voor vocht is, de laag van het velmateriaal, welke het binnenvlak van de verpakking vormt een warm lasbaar polymeer is voor het maken van een hechting; welke bestand is tegen de steri-lisatietemperatuur, terwijl de binnenlaag een vinylalkohol zuurstof-barriêrelaag is.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de laag van het velmateriaal, dat het buitenvlak van de verpakking vormt, nylon is, de laag welke het binnenvlak van de verpakking vormt, een polyalkeen is voor het maken van een warmtelas, welke bestand is tegen de sterilisatietemperatuur, terwijl de binnenste barrièrèaag een copo-15 lymeer van etheen en vinylalcohol (CEVA) is.

3. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het meer-laags velmateriaal een polymeerlaag omvat, welke zowel hecht aan de polyalkeenlaag als aan de etheen- en vinylalcohollaag. 1+. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de poly-20 alkeenlaag een polyalkeen bevat, welke gekozen is uit de groep, bestaande uit polyetheen van grote dichtheid, polypropeen, cöpoly-meren van propeen en etheen en mengsels van polypropeen en polyetheen.

5· Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de hechtende polymeerlaag een gemodificeerd polyalkeen omvat.

6. Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de poly alkeenlaag een polyetheen van grote dichtheid is, terwijl de hechtende laag een polyalkeen is, welke gemengd is met een entcopolymeer van polyetheen en een onverzadigde gecondenseerde ring carbobzuuranhydride-:-

7. Verpakking volgens conclusie 5) gekenmerkt, dat de polyalkeen 30 een polypropeen of een gemengd polypropeen is of een propeencopolymeer, terwijl de hechtende laag een zuuranhydride geënt polyalkeen is.

8. Verpakking volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de meer-laagsstruktuur in volgorde crnvat een buitenlaag uit nylon, een zuur-stofbarrière uit een copolymeer van etheen en vinylalcohol, een nylon- 35 8004795 -10- ’ laag, een hechtende laag uit polyalkeen, gemengd met een entcopoly-meer van polyetheen en een onverzadigde gecondenseerde ring carbonzuur-anhydride en een binnenoppervlaktelaag van polyetheen van hoge dichtheid.

9. Verpakking volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het meer laagsvelmateriaal de vorm heeft van warm lashare pouch.

10. Verpakking volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het oppervlak van polyetheen van hoge dichtheid van het meerlaagsvelma-teriaal door extrusie "bekleed is met extra hoge dichtheid polyetheen, 10 waarbij het resulterende vel gebracht is in de vorm van een bak, • welke wordt afgedekt door een film van het meerlaags velmateriaal.

11. Meerlaagspolymeer velmateriaal, omvattende een voor vocht relatief permeabele oppervlaktelaag, een inwendige vinylalcoholzuurstof-barriêrelaag en een voor vocht relatief impermeabele oppervlaktelaag.

12. Meerlaagsvelmateriaal volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de voor vocht relatief permeabele oppervlaktelaag nylon omvat.

13. Meerlaagsvelmateriaal volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de voor vocht relatief impermeabele oppervlaktelaag een warm lasbaar polymeeromvat. 20 1^. Meerlaagsveldmateriaal volgens conclusie 11,'met het kenmerk, dat de inwendige zuurstofbarrièrelaag etheen-vinylalcoholcopolymeer omvat.

15· Meerlaagsvelnateriaal volgens conclusie 1U, met het kenmerk, dat deze een laag van gemodificeerd polyalkeenpolymeer omvat, welke 25 gehecht is aan de oppervlaktelaag en-.een de etheen-vinylalcohollaag.

16. Verpakking voor commerciële sterilisatie en ongekoelde opslag van voedingsmiddelen, welke verpakking meerlaagspolymeermateriaal omvat, waarbij de laag, die het uitwendige oppervlak van de verpakking vormt betrekkelijk permeabel voor vocht is, de laag die het inwendige 30 oppervlak van de verpakking vormt betrekkelijk impermeabel voor vocht is en een inwendige laag aanwezig is, welke een vinylalcoholzuurstof-barrièrelaag is. 17- Verpakking volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de zuurstofbarrièrelaag etheen-vinylalcoholcopolymeer omvat. 35 8004795 -11-. * 18. · Verpakking volgens conclusie 16, met Het kenmerk, dat de uitwendige oppervlaktelaag nylon omvat.

19. Verpakking volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de inwendige oppervlaktelaag een polyalkeenpolymeer of copolymeer is. 8004795