NL8004702A - Stelsel voor het plaatsen van een hulpdek in een vaartuig of dergelijke. - Google Patents

Description

·' κ

"Y

Lx 5700

Stelsel voor het plaatsen van een hulpdek in een vaartuig of dergelijke.

Het is bekend, een hulpdek tussen twee aanwezige scheepsdekken aan te brengen, ten einde de beschikbare ruimte in het scheepsruim beter te benutten voor het vervoeren van goederen, die niet gemakkelijk kunnen worden gestapeld, zoals bijv. motorvoertuigen. Dergelijke 5 hulpdekken moeten gemakkelijk kunnen worden verplaatst en verwijderd*

De uitvinding beoogt een stelsel te verschaffen, dat toelaat dergelijke hulpdekken op eenvoudige wijze tussen bestaande dekken aan te brengen, in het bijzonder bij schepen, die zijn ingericht voor het vervoeren van laadkisten, waarbij in de bestaande dekken 10 openingen, die in groepen van vier zijn gerangschikt, zijn aangebracht, welke groepen van openingen met gelijke onderlinge afstanden over het dek zijn verdeeld, en zijn ingericht voor het daarin vastzetten van grendelbouten, in het bijzonder bajonetbouten, waarmede dergelijke laadkisten losneembaar op het dek kunnen worden vastge-15 zet.

Het stelsel volgens de uitvinding omvat een aantal steunelementen, die elk aan de boven- en aan de onderzijde van horizontale flenzen zijn voorzien, waarin openingen zijn gevormd, waardoorheen grendelbouten van de voornoemde soort kunnen worden gestoken, welke 20 openingen in groepen van vier zijn gerangschikt, en dezelfde onderlinge afstand hebben als de openingen in het vaste dek*

De bovengedeelten van deze steunelementen zijn ingericht om paarsgewijs met rechthoekige laadvloerelementen te worden verbonden door middel van dergelijke grendelbouten, welke rechthoekige laad-25 vloerelementen een breedte hebben, die althans nagenoeg gelijk is aan die van de steunelementen, en aan elk van de benedenhoeken zijn voorzien van openingen voor het doorsteken van een grendelbout, wike openingen met dezelfde onderlinge afstand zijn aangebracht als de overeenkomstige openingen in de steunelementen en in het vaste, dek* 30 Op deze wijze wordt een uit eenheden opgebouwd stelsel ver kregen, dat het snel opbouwen van een hulpdek toelaat, aangezien, daar de beide uiteinden van de steunelementen aan elkaar gelijk zijn, het onverschillig is, welk uiteinde naar boven wordt gericht, terwijl, hoewel dergelijke elementen licht zijn, een sterke verbinding wordt 35 verkregen.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand· van een tekening; hierin toont: 80 0 4 70 2 -2- fig*1 een doorsnede in perspectief van een schip met een hulpdek volgens de uitvinding; fig.2 en 3 ©en boven- resp· zijaanzicht van een dergelijk hulpdek; 5 £ig.4 een vooraanzicht op grotere schaal van een steunelement voor het ondersteunen van een dergelijk hulpdek; fig.5 een zijaanzicht van een dergelijk steunelement nabij een scheepswand met bijkomende bevestigingsmiddelen; fige6 een doorsnede door een scheepsdek ter plaatse van de 10 bevestiging van een dergelijk steunelement; fig.7 een zijaanzicht van het boveneinde van het steunelement met gedeelten van daaraan bevestigde laadvloerelementen; fig.8 een bovenaanzicht van de bevestiging volgens fig.7 tussen een steunelement en vier laadvloerelementen; 15 fig.9 een zijaanzicht van een bij een dergelijke laadvloer be horende veiligheidsbalk; fig.10 een eindaanzicht van de veiligheidsbalk van fig.9; fig.11 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van een gren-delbout voor het stelsel volgens de uitvinding; en 20 fig.12 een bovenaanzicht van de bout van fig.11.

In £ig*1 is een deel van een scheepl in doorsnede afgebeeld, terwijl fig.2 en 3 een bovenaanzicht resp. dwarsdoorsnede van dit gedeelte tonen. Het schip omvat een hoofddek 2 en een bovendek 3· In het hoofddek 2 bevinden zich groepen k van openingen, die in rijen 25 in de langsrichting van het schip zijn gerangschikt. Elke openingen-groep omvat vier langwerpige openingen 5..8, waarbij de onderlinge afstand tussen deze groepen gelijk is, en ook de afstand tussen de openingen in elke groep dezelfde is. Elk van de openingen 5..8 is ingericht voor het opnemen van een grendelbout 9 (fig.11 en 12), 30 die een bajonetvergrendeling kan verschaffen, en die bestaat uit een tussengedeelte 10, een daarin draaibaar bovengedeelte 11, en een eveneens in het tussengedeelte draaibaar benedengedeelte 12. De beide boutgedeelten kunnen doormiddel van een bedieningshefboom 13 worden gedraaid. Deze bouten zijn ingericht om niet-afgebeelde laad-35 kisten op het hoofddek 2 vast te zetten, waarbij het benedengedeelte 12 van een bout in een van de openingen 5..8 wordt gestoken, terwijl het bovengedeelte 11 in een opening in een hoekstuk van de desbetreffende laadkist wordt gestoken. Met behulp van de hefboom 13 worden dan de boutgedeelten 11 en 12 in de grendelstand gedraaid. De boutgedeel- 80 0 4 70 2 -3« \ ten 11 en 12 zijn dan met hun langsas dwars op de langsas van de desbetreffende langwerpige opening 5···8 gericht.

Tot de normale uitrusting van een dergelijk schip behoort een groot aantal grendelbouten 9 van de voornoerade soort. Deze bou-5 ten kunnen nu ook worden gebruikt, wanneer een hulpdek volgens de uitvinding QB^het hoofddek 2 moet worden geplaatst. Dit hulpdek omvat een aantal steunelementen 14 en een aantal laadvloerelementen 15* waarvan de afmetingen overeenkomen met die van laadkisten, welke laad-vloereleraenten in de hoeken van langwerpige openingen zijn voorzien, «10 waarin het bovengedeelte 11 van een grendelbout 9 past.

Elk steunelement 14 bestaat uit twee hoekbalken 16, die door diagonale schoren 17 en door een dwarsbalk 18 met elkaar zijn verbonden, welke dwarsbalk zich boven het zwaartepunt van het desbetreffende steunelement bevindt. De dwarsbalk 18 is van twee openingen 19 <]£ voorzien, waarin de vorkbenen van een hefvorkwagen 20 kunnen worden gestoken, zodat een dergelijk steunelement met behulp van een dergelijke hefvork vertikaal kan worden opgetild. Elke hoekbalk 16 is aan de boven- en aan de benedenzijde van een flens 21 voorzien. In elke flens bevinden zich vier langwerpige openingen 22..2^, waarvan de 20 onderlinge afstand overeenkomt met die tussen de openingen 5* *8 in het hoofddek 2. Voorts komt de onderlinge afstand tussen de openingen groepen in het dek 2 overeen met die tussen de openingengroepen in de steunelementen.

Het opbouwen van een hulpdek volgens de uitvinding geschiedt 25 op de volgende wijze. In elk van de openingen 5·*8 in het hoofddek 2 wordt een grendelbout 9 gestoken, waarbij het tussengedeelte 10 ervan op het dek rust, terwijl het benedengedeelte 12 op het dek is vergrendeld, terwijl het bovengedeelte 11 naar boven uitsteekt. Met een hefvorkwagen 20, waarop een steunelement 14 vertikaal is ondersteund, 50 worden dan de benedenflenzen 21 van dit steunelement op twee van de openingengroepen 4 (fig.1) geplaatst, zodat de opstaande bovengedeelten 11 van de daarin aangebrachte grendelbouten in de openingen 22..

25 van de flenzen van dit steunelement dringen. Daarna worden de boutgedeelten 11 in de grendelstand gedraaid voor het bedienen van 55 de desbetreffende hefbomen 13, ten einde het steunelement recht opstaand op het benedendek 2 te vergrendelen. De hefvorkwagen 20 plaatst dan een tweede steunelement 14 tegenover het eerste, en wel op de naburige rij openingengroepen 4. Dit steunelement wordt op dezelfde wijze als het eerste vastgezet. Nadat een aantal steunelementen al-ifO dus paarsgewijs tegenover elkaar zijn opgesteld, en in de openingen 30 0 4 70 2 -4- in de bovenflenzen 21 grendelbouten 9 zijn geplaatst, wordt een laad-vloerelement 15 door een hefvorkwagen 20 aangevoerd, welke vloerele-menten eveneens van openingen voor het insteken van de vorkbenen zijn voorzien. Deze hefvorkwagen rijdt dan in de tussenruimte tussen 5 de steunelementen 14, waarbij het laadvloerelement horizontaal wordt gehouden, en waarbij de vorkbenen op een voldoende hoogte worden gehouden om dit laadvloerelement boven de steunelementen 14 te plaatsen. Het vloerelement wordt dan op een paar steunelementen 14 neergelaten, waarbij steeds een van de grendelbouten 8 van elke groep in de flenzen 10 21 in de overeenkomstige opening in de hoek van het vloerelement wordt gestoken. Met behulp van de hefbomen 13 worden dan de bovengedeelten van deze bouten gedraaid om het vloerelement op de beide steunelementen 14 te vergrendelen. Er wordt opgemerkt, dat, zoals in fig.4 en 8 is weergegeven, het vloerelement op slechts een vierde 15 gedeelte van elke flens 21 rust. Het opbouwen van het hulpdek gaat dan op dezelfde wijze voort, waarbij de verschillende vloereleraenten naast elkaar worden aangebracht.

Om de gewenste zijdelingse stabiliteit te verkrijgen, worden zijdelingse steunen 26 (fig.5) gebruikt, die met de zijdelingse 20 scheepswand worden verbonden. Op deze zijdelingse steunen rusten vulplaten 28 om de laadvloer aldaar aan te vullen.

Om de voertuigen op het hulpdek te rijden wordt een oprijbrug 29 gebruikt, die uit een aantal vloerelementen 15 bestaat, die op korte steunelementen 14a (fig.1) rusten.

25 Voorts omvat het hulpdek een veiligheidsbalk 30 om het oprijden te voorkomen, die uit een aantal in eikaars verlengde gelegen balk-onderdelen 30 bestaat, waarin openingen 33 zijn aangebracht, waarin de vorkbenen van een hefvorkwagen 20 passen. Deze balkonderdelen 30 zijn verder van neerwaarts gerichte pennen 34 voorzien, die in ope-30 ningen in de vloerelementen 15 passen, zoals in fig.10 is afgebeeld.

Het in het voorgaande beschreven samenstel kan op een zeer eenvoudige wijze worden opgebouwd, zo nodig zelfs door slechts een man. Het afbreken ervan geschiedt op dezelfde eenvoudige wijze.

Het zal duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding 35 nog vele wijzigingen mogelijk zijn. De steunelementen 14 en de grendelbouten 9 kunnen bijv. op een andere wijze dan is afgebeeld worden uitgevoerd.

80 0 4 70 2

Claims (3)

1. Stelsel voor het aanbrengen van een hulpdek tussen bestaande dekken van een schip of dergelijke, welk schip is ingericht voor het vervoeren van laadkisten, waarbij ten minste een van de bestaande dekken is voorzien van in groepen van vier gerangschikte openingen, 5 waarbij de afstanden tussen de groepen onderling gelijk zijn, en ook de onderlinge afstand tussen de openingen in een groep dezelfde is, welke openingen zijn ingericht om daarin een grendelbout, in het bijzonder met bajonelvergrendeling, te plaatsen, ten einde een laad-kist losneembaar op dit dek te kunnen bevestigen, gekenmerkt 10 door een aantal steunelementen, die elk aan de boven- en aan de onderzijde van horizontale flenzen zijn voorzien, waarin openingen voor het opnemen van dergelijke grendelbouten zijn gevormd, welke openingen in groepen van vier zijn gerangschikt, en op dezelfde onderlinge afstand als de openingen in het dek zijn gelegen, waarbij de bovenge-15 deelten van deze steunelementen paarsgewijs met rechthoekige laadvloer-eleraenten kunnen worden verbonden met behulp van overeenkomstige grendelbouten, welke vloerelementen een breedte hebben, die althans ongeveer gelijk is aan die van de steunelementen, en in elke hoek aan de benedenzijde zijn voorzien van een opening voor het opnemen van 20 een grendelbout, welke openingen op dezelfde onderlinge afstand zijn gelegen als de overeenkomstige openingen van een steunelement en in het vaste dek*

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een deel van de steunelementen door middel van bijkomende steunen met de 25 scheepswand kunnen worden verbonden.

3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de steunelementen in dwars op de langsrichting van het schip gerichte rijen w rden aangebracht, waarbij het vlak van elk steunelement evenwijdig aan het langsmiddenvlak van het schip is gericht. 30 h. Stelsel volgens een van de conclusies 1..3, met het kenmerk, dat elk steunelement twee eindbalken omvat, die door kruisverbindingen met elkaar zijn verbonden, waarbij elk element aan de boven- en aan de onderzijde van flenzen is voorzien, waarin vier openingen zijn aangebracht, waarin de grendelbouten passen. 35 5. Stelsel volgens een van de conclusies 1..h, met het kenmerk, dat in elk steunelement boven het zwaartepunt openingen zijn 80 0 4 70 2 -6- aangebracht, waarin vorkbenen van een hefvork kunnen worden gestoken, ten einde deze elementen in de vertikale stand naar en van de bevestigingspunten op het dek te kunnen vervoeren· 80 0 4 70 2