NL8003983A - Inrichting voor het transport van vloeibaar of gasvormig stromingsmedium. - Google Patents
Inrichting voor het transport van vloeibaar of gasvormig stromingsmedium. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8003983A NL8003983A NL8003983A NL8003983A NL8003983A NL 8003983 A NL8003983 A NL 8003983A NL 8003983 A NL8003983 A NL 8003983A NL 8003983 A NL8003983 A NL 8003983A NL 8003983 A NL8003983 A NL 8003983A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- impeller
- flow
- heat
- axial
- fan
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D11/00—Heat-exchange apparatus employing moving conduits
- F28D11/02—Heat-exchange apparatus employing moving conduits the movement being rotary, e.g. performed by a drum or roller
- F28D11/04—Heat-exchange apparatus employing moving conduits the movement being rotary, e.g. performed by a drum or roller performed by a tube or a bundle of tubes
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F12/00—Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening
- F24F12/001—Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air
- F24F12/002—Use of energy recovery systems in air conditioning, ventilation or screening with heat-exchange between supplied and exhausted air using an intermediate heat-transfer fluid
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D15/00—Heat-exchange apparatus with the intermediate heat-transfer medium in closed tubes passing into or through the conduit walls ; Heat-exchange apparatus employing intermediate heat-transfer medium or bodies
- F28D15/02—Heat-exchange apparatus with the intermediate heat-transfer medium in closed tubes passing into or through the conduit walls ; Heat-exchange apparatus employing intermediate heat-transfer medium or bodies in which the medium condenses and evaporates, e.g. heat pipes
- F28D15/0208—Heat-exchange apparatus with the intermediate heat-transfer medium in closed tubes passing into or through the conduit walls ; Heat-exchange apparatus employing intermediate heat-transfer medium or bodies in which the medium condenses and evaporates, e.g. heat pipes using moving tubes
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F28—HEAT EXCHANGE IN GENERAL
- F28D—HEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
- F28D15/00—Heat-exchange apparatus with the intermediate heat-transfer medium in closed tubes passing into or through the conduit walls ; Heat-exchange apparatus employing intermediate heat-transfer medium or bodies
- F28D15/02—Heat-exchange apparatus with the intermediate heat-transfer medium in closed tubes passing into or through the conduit walls ; Heat-exchange apparatus employing intermediate heat-transfer medium or bodies in which the medium condenses and evaporates, e.g. heat pipes
- F28D15/04—Heat-exchange apparatus with the intermediate heat-transfer medium in closed tubes passing into or through the conduit walls ; Heat-exchange apparatus employing intermediate heat-transfer medium or bodies in which the medium condenses and evaporates, e.g. heat pipes with tubes having a capillary structure
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02B—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
- Y02B30/00—Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]
- Y02B30/56—Heat recovery units
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Thermal Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Sustainable Development (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)
- Heat-Exchange Devices With Radiators And Conduit Assemblies (AREA)
- Feeding, Discharge, Calcimining, Fusing, And Gas-Generation Devices (AREA)
Description
j» s VO 0732
Inrichting voor het transport van vloeibaar of gasvormig stromingsmedium.
De uitvinding betreft een inrichting voor het transport van een vloeibaar of gasvormig stromingsmedium met een voor het geleiden van dat stromingsmedium dienst doend huis en een draaibaar gelegerd, door een motor aangedreven loopwiel voor het transporteren van het stro-5 mingsmedium door dat huis heen, welk wiel op een as of een als een as werkzaam machinedeel een aantal, in de omlooprichting opeenvolgende, zich enerzijds in nagenoeg radiale richting buitenwaarts en anderzijds over de axiale lengte van dat loopwiel uitstrekkende schoepen draagt.
Doel van de uitvinding is een inrichting van de onder-10 verpelijke soort, welke tevens dienst doet als systeem voor het terugwinnen van energie, in het bijzonder van warmte. Voor terugwinning van warmte zijn tot dusverre zogenaamde warmtewisselaars voorgesteld, welke in de luchttechniek en in de techniek van het bouwen van klimatiserings-inrichtingen, evenals in het bereik van de industriële behandeling van 15 afgewerkte gassen een essentieel element vormen. 3ij alle bekende warm-teuitwisselsystemen, zij het dat deze volgens het recuperatie- dan wel volgens het regeneratieprincipe werken, of ook als zogenaamde "warmte-buis" uitgevoerd zijn, doet zich het nadeel voor, dat de constructie gecompliceerd is en omslachtige apparatuur vergt: voor de aandrijving 20 van het, voor het energietransport in de warmtewisselaar dienst doende medium moet een b.v. als ventilator of pomp uitgevoerde, voor of achter de warmtewisselaar opgestelde, aparte transportmachine toegepast worden, terwijl bovendien nog een kanalensysteem voor het medium nodig is. Het is duidelijk, dat dergelijke inrichtingen constructief omslachtig zijn 25 en omvangrijke montagewerkzaamheden en plaatsruimte vergen en dienovereenkomstig ook kostbaar zijn. Daarentegen wordt overeenkomstig de uitvinding een inrichting van de onderwerpelxjke soort beoogd, welke tevens een compact, bedrijfszeker en weinig onderhoud vergend, eenvoudig en economisch gunstig warmteterugwinningssysteem vormt en waarbij voor 30 de energieoverdracht zélf geen extra energie behoeft te worden opgebracht .
Teneinde dit doel te bereiken wordt, volgens de uitvinding, bij een inrichting voor het transport van een vloeibaar of gasvormig stromingsmedium met een voor de geleiding van dat stromingsmedium 80039 83 2 dienst doend huis en een draaibaar gelegerd, door een motor aangedreven loopwiel voor het transport van het stromingsmedium door dat huis heen, welk wiel op een as of op een als as werkende machine-deel een aantal in omlooprichting opeenvolgende, zich enerzijds in nagenoeg radiale rich-5 ting buitenwaarts en anderzijds over de axiale lengte van het loopwiel heen uitstrekkende schoepen draagt, voorgesteld, dat de door het huis van de inrichting heen gaande volumestroom van het transportmedium door een in het inwendige van het loopwiel aangebrachte scheidingslaag wordt onderverdeeld in een toevoerlucht- of buitenluchtstroom en een afvoer-10 luchtstroom en, vast toegevoegd aan de schoepen, telkens is voorzien in ten minste één warmtebuis, welke met de bijbehorende schoep omloopt en waarvan het éne axiale eindbereik is toegevoegd aan de toevoerlucht-of buitenluchtstroom en waarvan het tweede axiale eindbereik aan de afvoer lucht stroom toegevoegd is. Hierbij kan b.v. de ten minste enkele 15 warmtebuis in de schoep geïntegreerd zijn, waarbij die buis bij voorkeur is ondergebracht in de schoep. De inrichting kan echter daarenboven b.v. ook zodanig zijn, dat aan elke schoep een aantal bijbehorende warm-tehuizen toegevoegd is, waarbij - bij voorkeur - de aan elke schoep toegevoegde warmtebuizen onderling evenwijdig verlopen.
20 Hierbij wordt een constructie verkregen, welke eenvou dig in opbouw is, door geen afzonderlijke warmtewisselaars, transportmachines en geleidingskanalensystemen nodig zijn, aangezien alles in één toestel is samengevoegd. Verdere voordelen van de uitgevonden inrichting bestaan in compactheid, geringe benodigde plaatsruimte, eenvou-25 dige montage en vooral ook in betrouwbaarheid in werking waarbij in verregaande mate onderhoudswerkzaamheden komen te vervallen.
De inrichting kan b.v. als radiaalventilator zijn uitgevoerd, waarbij de aan de warmteuitwisselïng deelnemende media telkens in axiale richting en centraal aangezogen worden en in radiale richting 30 buitenwaarts worden weggeblazen, waarbij, bij voorkeur,, de warmtebuizen evenwijdig of althans nagenoeg evenwijdig aan de draaias van het loopwiel verlopen. De inrichting kan echter b.v. ook als dwarsstroomventi-lator zijn uitgevoerd, waarbij de aan de warmteuitwisselïng deelnemende mediumstromen telkens in radiale richting aangezogen worden en, na om-35 kering in het inwendige van het loopwiel, eveneens in radiale richting buitenwaarts uitgeblazen worden, waarbij, bij voorkeur, de warmtebuizen 800 39 83 3 * 4.
telkens evenwijdig of althans nagenoeg evenwijdig aan de draaias van het loopwiel verlopen. De inrichting kan tenslotte ook als axiaal-ventilator uitgevoerd zijn, waarbij de aan de warmteuitwisseling deelnemende mediumstromen telkens in axiale richting, doch concentrisch ge-5 richt aangezogen worden èn in axiale richting weer, eveneens concentrisch gericht, naar buiten weggeblazen worden, waarbij in dit geval bij voorkeur de warnrtebuizen radiaal ten opzichte van de draaias van het loopwiel gericht zijn. Verder is ook nog mogelijk, de inrichting uit 'te voeren als radiaal- of axiaalpomp, welke voor het transport van 10 vloeibare media, bij het gelijktijdig terugwinnen van energie fungeert.
De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, waarin uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding enkele uitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding zijn weergegeven, nog nader worden toegelicht.
15 Pig. 1 is een schematisch. v66raanzicht van een als " radiaalventilator uitgevoerde, eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 2 is een zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 1; 20 , fig. 3 is een schematisch, vooraanzicht van een als dwarsstroomventilator uitgevoerde, tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. H is een zijaanzicht van de inrichting volgens fig.
3; 25 fig. 5 is een schematisch, vooraanzicht van een als.
axiaalventilator uitgevoerde, derde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 6 is een zijaanzicht van de inrichting volgens fig.
5; en 30 de figuren 7S 8, 9 en 10 laten verschillende mogelijk heden zien voor de constructieve uitvoering van de schoepen voor de uit-voeringsvoorbeelden volgens de figuren 1-6.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 gaat het om een radiaalventilator 1, waarbij de aan de warmteuitwisseling 35 deelnemende media telkens axiaal volgens pijlri'ehtingen 2 resp. 3 en centraal aangezogen worden, en de beide mediumstromen volgens onderling 800 3 9 83 k tegengestelde richtingen 6 (pijlen 2 en 3) binnentreden, en in de radiale richting volgens de pijlen h en 5 uit het loopwiel uittreden. Het gaat dus om een dubbel-strooms ventilatorinrichting. Volgens de uitvinding is er nu in voorzien, dat de door het huis van de inrichting gaan-5 de volume stro om van het transportmedium door en het inwendige van het loopwiel 6 aangebrachte scheidingslaag 7 - een scheidingswand - wordt onderverdeeld in een toevoerlucht- of buitenluchtstroom 8 en een afvoer-luchtstroom 9 terwijl, vast aangebracht ten opzichte van de schoepen 10, 11 enz. telkens is voorzien in ten minste een warmtehuis 12, bij voor-10 keur in een aantal warmtebuizen, welke warmtebuis resp. -buizen met bijbehorende schoep omloopt en waarvan het ene axiale eindbereik 12a is toegevoegd aan de toevoerlucht- of buitenluchtstroom en waarvan het tweede axiale eindbereik 12b is toegevoegd aan de afvoerluchtstroom.
De scheidingswand verloopt haaks op de loopwiellangsas 13 en scheidt 15 de ruimte in het inwendige van het huis in een de toevoerlucht of buitenlucht 8 opnemende deelruimte en een de afvoerlucht 9 opnemende deelruimte. De warmtebuizen verlopen evenwijdig of althans nagenoeg evenwijdig aan de draaias van het loopwiel en de aan elke schoep töegevoegde warmtebuizen verlopen onderling evenwijdig. De warmtebuizen zijn hetzij 20 geïntegreerd in de schoep of in de schoep ondergebracht.
Voorbeelden voor de uitvoering van de verbinding tussen de warmtebuizen en de schoepen zijn weergegeven in de figuren 7-10. Het gaat hierbij om uitvoeringsvoorbeelden, waarbij de warmtebuizen gelijkmatig over de schoeplengte verdeeld zijn. Bij de uitvoeringsvorm 25 volgens fig. 7 reiken de warmtebuizen 1U door de schoep 15, terwijl ter verhoging van de intensiteit van de warmteuitwisseling is voorzien in de ribben 16. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 8 zijn de warmtebuizen 17 ingebed in het schoepenlichaam 18, dat b.v. uit geschuimd kunststof kan bestaan. Bij de inrichting volgens fig. 9 is het schcepenlichaam 19 30 als hol profiellichaam uitgevoerd, dat in het inwendige de warmtebuizen 20 bevat. Bij al deze uitvoeringsvormen zijn de warmtebuizen telkens, op een op zichzelf bekende wijze, uitgevoerd als een aan weerseïnden hermetisch afgesloten buisstuk, dat aan zijn binnenzijde is voorzien van een bekleding uit poreuze stof, met naar alle zijden met elkaar in open 35 verbinding staande holten, b.v. uit metallische sinterstof, een metallische of textiele, viltachtige weefsels of structuren, uit een aantal la- 800 3 9 83 * -f 5 gen fijnmazige netten enz. waarbij die buis is gevuld met een, overeenkomstig de capaciteit van die buis nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid vloeibaar werkmedium.
Zoals bekend verkeert hierbij de vloeistof en de damp 5 van dit werkmedium bij elke werktemperatuur in fase-evenwicht. Wanneer een einde van het buisstuk, dat bij voorkeur als ribben-buisstuk is uitgevoerd, wordt omspoeld door een warme luchtstroom, verdampt aldaar een deel van het, met zijn damp in evenwicht verkerende vloeibare werkmedium,
De damp stroomt dan naar het andere einde van de buis, dat door de kou-10 dere luchtstroom wordt omspoeld en condenseert aldaar onder afgifte van de tevoren opgenomen verdampingsvarmte. Het temperatuurniveau van het werkmedium, d.v.z. condensatie- en verdampingstemperatuur, stellen zich daarbij steeds zo in, dat er evenwicht is tussen warnateopname en warmteafgiffce in het systeem. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 10 15 is het gehele schoepenlichaam 21 als warmt ebuis uitgevoerd en heeft daarbij de gedaante van een, aan alle zijden hermetisch gesloten, hol lichaam, dat aan zijn binnenzijde is voorzien van een bekleding 22 uit poreus materiaal, b.v. uit metalen sinterstof, metallisch, of textiel, viltachtig weefsel of dergelijke structuur, uit een aantal lagen fijn-20 mazige netten enz., en is gevuld met overeenkomstig de capaciteit van dat holle lichaam nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid vloeibaar werkmedium 23.
De radiaalventilator 1 transporteert dus bij het omlopen eerst lucht volgens de pijlen 2 en U, waarbij deze lucht - die b.v.
25 warm kan zijn - warmte afgeeft aan het medium in de warmtebuizen 12 in de schoepen, welke op hun beurt, op de bovenbeschreven wijze, warmte weer af ge ven aan het transportmedium, dat in het tweede deel van de dubbelstrooms-radiaalventilator volgens pijlrientingen 3 en 5 getransporteerd wordt. Op deze wijze wordt eenvoudig en met weinig voorzieningen 30 een goed warmtetransport en een goede warnateuitwisseling bereikt.
De figuren 3 en h tonen een als dwarsstroomventilator uitgevoerde inrichting van bovenvermelde soort, waarbij de aan de warmte-uitwisseling deelnemende mediumstromen telkens in radiale richting volgens pijlrichtingen 26, 2J aangezogen worden en, na omkering in het in-35 wendige van het loopwiel, ook weer in radiale richting, doch volgens, de pijlrichtingen 28, 29 uit het loopwiel buitenwaarts weggeblazen worden.
800 3 9 83 β
Deze dwarsstroomventilator is eveneens een dubhelstr ooms-dwarsstroomventilat or, waarbij de ruimte in bet inwendige van het huis van het blaas-toestel en van het profiel wordt onderverdeeld door een haaks op de loopwiellangsas 30 verlopende scheidingswand 31 in een,, de toevoer- of 5 buitenlucht opnemende en in een, de afroerlucht opnemende deelruimte 32 resp. 33. Ook hierbij verlopen de warmtebuizen 3^ evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de draaias van het loopwiel 35. Zij kunnen ook hier vast met de schoepen verbonden zijn, in de schoepen zijn geïntegreerd of tussen de schoepen zijn aangebracht - zij het dat dan de stroming ge-10 stoord wordt - en moeten met het loopwiel en met de bijbehorende schoepen van dat loopwiel omlopen.
In beide gevallen - het geval van de radiaalventilator volgens de figuren 1 en 2 en het geval van de dwarsstroomventilator volgens figuren 3 en U - is de scheidingswand vlak of althans nagenoeg 15 vlak en heeft de vorm van een schijf. In beide gevallen bestaat de scheidingswand tevens telkens uit een met het loopwiel omlopend, buiten de loopwielomtrek in radiale richting uitstekend, centraal deel 9a resp. 31a èn een uit een, dit deel als ring omgevend buitengedeelte 31b resp. 1b, dat met zijn buitenomtrek aan de binnenzijde van het huis aangebracht 20 is (de afdichting op de buitenstraal kan door een lamellenafdichting nog aanzienlijk worden vergroot) en met zijn binnenomtrek de buitenomtrek van het centrale gedeelte overlapt, h.v. doordat het hier omheen grijpen onder het vormen van een labyrinthachtige afdichting. Gewoonlijk is deze scheidingswand in het midden van het dubbelstrooms-loopwiel aan-25 gebracht, doch kan om thermo dynamische redenen ook buiten het midden voorkomen.
Bij de Inrichting volgens de figuren 5 en 6 gaat het om een axiaalventilator Uo, welke in zekere zin als dubbelstrooms-axi-aalventilator Is uitgevoerd en waarbij de aan de warmteuitwisseling deel-30 nemende medïumstromen telkens In axiale richting volgens pijlrichting U1, k2t doch concentrisch, aangezogen en in axiale richting; volgens pijl-richtingen ^1, h2 buitenwaarts weggeblazen worden. De toevoer- of buitenluchtstroom en de afvoerluchtstroom zijn telkens cilindrisch en concentrisch ten opzichte van elkaar, doordat de ene stroom de andere om-35 geeft, waarbij de stromlngsrichting van beide medïumstromen eventueel ook onderling tegengesteld kan worden gekozen. De warmte-afgevende lucht- 800 3 9 83 7 ψ stroom bevindt zich. echter - na gedwongen geleiding - aan. de buitenzijde. Terwijl bij de beide eerste uitvoeringsvormen - radiaalventilator en dwarsstroomventilator - de warmtebuizen telkens evenwijdig aan de langs-as van het loopwiel verlopen, zijn hier de warmtebuizen ^3, ^ radiaal 5 ten opzichte van de draaias van het loopwiel gericht. Er is nog voorzien in een scheidingswand h-5» welke de ruimte in het inwendige van het huis van het blaastoestel en van het loopwiel onderverdeelt in een, de toevoerlucht van het loopwiel of buitenlucht opnemende deelruimte hè en een de afvoerlucht opnemende deelruimte ^7, en de vorm heeft van een « 10 cilinder, welke concentrisch ten opzichte van het loopwiel is en tezamen hiermede omloopt. Bij deze axiaalventilator zijn de warmtebuizen, evenals bij de radiaalventilator of bij de dwarsstroomventilator, bestanddeel van de schoep of vormen ook zelf de schoep. Ter oppervlak— vergroting kunnen ook weer lamellen of ribben aangebracht zijn.
15 De inrichting kan ook, volgens hier niet nader weer gegeven uitvoeringsvoorbeelden, als radiaal- of axiaalpomp uitgevoerd zijn, welke dienst doet voor het transport van vloeibare media bij gelijktijdige terugwinning van energie.
Yoor de regeling kan er in zijn voorzien, dat ter ver-20 andering van de intensiteit van de warmteoverdracht, de warmtebuizen uit hun normale stand verkanteid worden, b.v. doordat bij radiaal- of axiaalmachines het loopwiel of ook de gehele ventilator gekanteld wordt.
Als gevolg van de eentrifugaalkracht wordt de condensaatstroom in het inwendige van de buis, afhankelijk van de kantelhoek, versneld, tegen-25 gegaan of in een andere richting geleid.
800 39 83
Claims (12)
1. Inrichting voor het transport van een vloeibaar of gas- vormig stromingsmedium, met een voor de geleiding van dat stromingsmedium dienst doend huis en een draaibaar gelegerd, door een motor aangedreven loopwiel voor het transport van het stromingsmedium door het huis 5 heen, welk loopwiel op een as of een als as werkzaam machinedeel een aantal in omlooprichting opeenvolgende, zich enerzijds in nagenoeg radiale richting buitenwaarts en anderzijds over de axiale lengte van het loopwiel heen uitstrekkende schoepen draagt, met het kenmerk, dat de door het huis van de inrichting gaande volumestroom van het transport -10 medium door een, in het inwendige van het loopwiel aangebrachte schei-dingslaag wordt onderverdeeld in een toestromende transportmediumstroom b.v. de toevoeriucht - of buitenluchtstroom en een wegstromende trans-portmediumstrcom, b.v. de afvoerluchtstroom, terwijl vast toegevoegd aan de schoepen telkens is voorzien in ten minste een warmtebuis, welke met 15 de bijbehorende schoep omloopt, en waarvan het ene axiale eindbereik is toegevoegd aan de toestromende transportmediumstroom, b.v. de toevoeriucht- of buitenluchtstroom, en waarvan het tweede axiale eindbereik is toegevoegd aan de wegstromende transportmediumstroom, b.v. de afvoerluchtstroom.
2. Inrichting volgens- conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste een warmtebuis in de schoep geïntegreerd is, welke buis b.v. in de schoep ondergebracht kan zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan elke schoep een aantal bijbehorende warmtebuizen toegevoegd is, 25 welke b.v. onderling evenwijdig aangebracht zijn en bij voorkeur over de schoeplengte gelijkmatig verdeeld kunnen zijn. U. Inrichting volgens ten minste een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de warmtebuizen (17) zijn ingebed in het schoepenlichaam (18), dat b.v. uit ges-chuimd kunststof kan bestaan of 30 welk schoepenlichaam (19I als hol profiellichaam uitgevoerd is, dat in het inwendige de warmtebuizen (20) bevat of, tenslotte, de warmtebuizen (ih) door het schoepenlichaam (15). heenreiken, of ook het gehele schoepenlichaam (21) als warmtebuis is uitgevoerd. 800 3 9 83
5. Inrichting volgens ten minste éên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de warmtebuizen (ik, 17, 20) elk uitgevoerd zijn als een aan zijn beide axiale einden hermetisch gesloten buis-stuk, dat aan zijn binnenzijde is voorzien van een bekleding uit poreuze 5 stof, met naar alle zijden met elkaar in open verbinding staande holten, b.v. uit metallische sinterstof, metallische of textiele, viltachtige weefsels of dergelijke structuren, uit een aantal lagen fijnmazige netten, enz., waarbij dat buisstuk gevuld is met een overeenkomstig zijn capaciteit nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid vloeibaar werk-10 middel.
6. Inrichting volgens conclusie 5,- met het kenmerk, dat het schoepenlichaam (21) Is uitgevoerd als aan alle zijden hermetisch gesloten, hol lichaam, dat aan zijn binnenzijde is voorzien van een bekleding (22) uit poreuze weefstof, b.v. uit metallische sinterstof, uit 15 metallische of textiele, viltachtige weefsels of dergelijke structuren, uit een aantal lagen fijnmazige netten, enz., waarbij dat holle lichaam is gevuld met een, overeenkomstig zijn capaciteit nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid vloeibaar werkmiddel (23). J. Inrichting volgens ten minste een der voorgaande conclu- 20 sies, met het kenmerk, dat de inrichting als radiaalventilator (1) is uitgevoerd, waarbij de aan de warmteuitwlsseling deelnemende medium-stromen telkens in axiale richting en centraal aangezogen en In radiale richting buitenwaarts weggeblazen worden, waarbij, bij voorkeur, de warmtebuizen (12) evenwijdig of althans nagenoeg evenwijdig aan de 25 draaias van het loopwiel verlopen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de radiaalventilator (1) een dubbelstrooms-radiaalventilator is en de ruimte in het inwendige van het huis van het blaastoestel en van het loopwiel wordt onderverdeeld door een haaks op de langsas van het loopwiel 30 verlopende scheidingswand In een, de toevoerlucht of buitenlucht en in een de afvoerlucht opnemende deelruimte (8 respectievelijk 9), waarbij, bij voorkeur, de beide mediumstromen aan de beide uiteinden van het loopwiel in axiale richting en onderling tegengesteld aangezogen worden.
9. Inrichting volgens ten minste êên der voorgaande con-35 clusies, met het kenmerk, dat de inrichting als dwarsstroomventilator (23) is uitgevoerd, waarbij de aan de warmteuitwisseling deelnemende me- 800 3 9 83 cLiumst romen telkens in radiale richting aangezogen worden en, na omkering in het inwendige van het loopwiel, ook weer in radiale richting doch naar "buiten weggeblazen worden, waarbij, bij voorkeur, de warmte-buizen evenwijdig of althans nagenoeg evenwijdig aan de draaias van het 5 loopwiel verlopen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de dwarsstroomventilator (25) een dubbelstrooms-dwarsstroomventilator is en de ruimte in het inwendige van het huis van het blaastoestel en van het loopwiel wordt onderverdeeld door een haaks op de langsas van 10 het loopwiel verlopende scheidingswand in een, de toevoerlucht of buitenlucht en in een, de afvoerlucht opnemende deelruimte (32 resp. 33), waarbij, bij voorkeur, de beide mediumstromen aan, met elkaar corresponderende plaatsen aan de buitenomtrek van het loopwiel aangezogen en in nagenoeg onderling evenwijdige richting door het loopwiel en het huis 15 heen gevoerd worden,
11. Inrichting volgens conclusie 3 of 10,. met het kenmerk, dat de scheidingswand (17, 31J vlak. of althans nagenoeg vlak is en de gedaante heeft van een schijf, en b.v. bestaan kan uit een met het loopwiel omlopend, buiten de loopwielomtrek in radiale richting uitstekend, 20 centraal gedeelte, en uit een, dat centrale gedeelte als ring omgevend buitengedeelte, dat met zijn buitenomtrek aan de binnenzijde van het huis is aangebracht en met zijn binnenomtrek de buitenomtrek van het centrale gedeelte, onder b.v. labyrinthachtige afdichting, overlapt.
12. Inrichting volgens ten minste een der conclusies 1 - 6, 25 met het kenmerk, dat de inrichting als axiaalventilator (^0) is uitgevoerd, waarbij de aan de warmteuitwisseling deelnemende mediumstromen telkens in axiale richting (M, b2j, doch concentrisch gericht aangezogen worden en in axiale richting, en ook weer concentrisch, gericht, buitenwaarts weggeblazen worden, en, bij voorkeur, de warmtehuizen (^3, 30 bh) radiaal ten opzichte van de draaias van het loopwiel gericht zijn.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de axiaalventilator een dubbelstrooms-axiaalventilator is en de ruimte in het inwendige van het huis van het blaastoestel én van het loopwiel wordt onderverdeeld door een, met het loopwiel omlopende, ten opzichte 35 hiervan concentrische, cilindrische scheidingswand in een, de toevoerlucht of buitenlucht en, in een de afvoerlucht opnemende deelruimte, 800 3 9 83 v. v waarbij, bij voorkeur, de toevoerlucht- of buitenluchtstroom en de af-voerluchtstroom elk cilindrisch zijn en concentrisch ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, doordat de ene de andere omgeeft, en zich bij voorkeur de warmte-afgevende luchtstroom aan de buitenzijde bevindt. 5 1U. Inrichting volgens ten minste een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de inrichting als radiaal- of axiaalpomp uitgevoerd is, welke voor het transport van vloeibare media bij gelijktijdige terugwinning van energie fungeert.
15. Inrichting volgens ten minste een der voorgaande con- 10 clusies, met het kenmerk, dat ter verandering van de intensiviteit van de warmteoverdracht de warmtebuizen uit hun normale stand gekanteld worden, doordat bij radiaal- -of axiaalmachines het loopwiel gekanteld wordt. 800 3 9 83
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2930240 | 1979-07-26 | ||
DE19792930240 DE2930240A1 (de) | 1979-07-26 | 1979-07-26 | Vorrichtung zum foerdern eines fluessigen oder gasfoermigen stroemungsmediums |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8003983A true NL8003983A (nl) | 1981-01-28 |
Family
ID=6076780
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8003983A NL8003983A (nl) | 1979-07-26 | 1980-07-10 | Inrichting voor het transport van vloeibaar of gasvormig stromingsmedium. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4401151A (nl) |
CA (1) | CA1144421A (nl) |
DE (1) | DE2930240A1 (nl) |
DK (1) | DK322880A (nl) |
FR (1) | FR2462597A1 (nl) |
GB (1) | GB2057113A (nl) |
NL (1) | NL8003983A (nl) |
NO (1) | NO802155L (nl) |
SE (1) | SE8005377L (nl) |
Families Citing this family (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3227325C2 (de) * | 1982-07-22 | 1996-10-02 | Karsten Laing | Kreiselpumpe mit integriertem Wärmeübertrager |
DE3342985A1 (de) * | 1983-11-28 | 1985-06-13 | Fritz Dipl.-Ing. Kaubek | Kontinuierlichwirkende sorptionsapparate und verfahren zu deren betrieb |
EP0238565A1 (de) * | 1985-10-03 | 1987-09-30 | Stoffel Technologies, Inc. | Verfahren zum austausch thermischer energie und schweisselektroden-rollenanordnung mit kühlung nach dem austauschverfahren und anwendung des verfahrens |
US4640344A (en) * | 1986-03-04 | 1987-02-03 | Manco Corporation | Self-cleaning, rotary heat exchanger |
US5975841A (en) * | 1997-10-03 | 1999-11-02 | Thermal Corp. | Heat pipe cooling for turbine stators |
DE19908327A1 (de) * | 1999-02-26 | 2000-08-31 | Behr Gmbh & Co | Lüfterrad, insbesondere eines Lüfters einer Heizungs- oder Klimaanlage |
US6814134B1 (en) * | 2000-01-24 | 2004-11-09 | Mary E. Brezinski | Compact electronic cabinet cooler |
EP1202019A1 (en) * | 2000-10-23 | 2002-05-02 | Lucent Technologies Inc. | Heat exchanger |
SE527867C2 (sv) * | 2004-11-12 | 2006-06-27 | Bjoern Gudmunsson | Kylanordning |
US7748381B2 (en) | 2005-12-09 | 2010-07-06 | 3M Innovative Properties Company | Portable blower system |
US10428660B2 (en) * | 2017-01-31 | 2019-10-01 | United Technologies Corporation | Hybrid airfoil cooling |
CN108194410B (zh) * | 2017-12-10 | 2020-02-11 | 安徽银龙泵阀股份有限公司 | 一种具有冷却功能的酒精工艺泵用叶轮 |
WO2020057834A1 (en) * | 2018-09-19 | 2020-03-26 | Arcelik Anonim Sirketi | A rotary heat exchanger |
CN115264712B (zh) * | 2022-07-04 | 2023-08-04 | 臧蕙心 | 新风机 |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE595956C (de) * | 1931-12-08 | 1934-05-17 | K & Th Moeller G M B H | Umlaufender rekuperativer Rauchgaslufterhitzer |
JPS4827350A (nl) * | 1971-08-17 | 1973-04-11 | ||
JPS5186857A (nl) * | 1975-01-28 | 1976-07-29 | Nissan Motor | |
DE2717203B2 (de) * | 1977-04-19 | 1981-05-07 | Johannes 5067 Kürten Kirchmeier | Wärmerückgewinnende Vorrichtung |
DE2717462A1 (de) * | 1977-04-20 | 1978-10-26 | Schrag Heizungs Lueftungs Klim | Radialgeblaese, insbesondere fuer die klimatechnik |
-
1979
- 1979-07-26 DE DE19792930240 patent/DE2930240A1/de not_active Withdrawn
-
1980
- 1980-07-10 NL NL8003983A patent/NL8003983A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-07-17 NO NO802155A patent/NO802155L/no unknown
- 1980-07-22 GB GB8023999A patent/GB2057113A/en not_active Withdrawn
- 1980-07-23 US US06/171,516 patent/US4401151A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-07-25 CA CA000357073A patent/CA1144421A/en not_active Expired
- 1980-07-25 FR FR8016867A patent/FR2462597A1/fr active Pending
- 1980-07-25 DK DK322880A patent/DK322880A/da not_active Application Discontinuation
- 1980-07-25 SE SE8005377A patent/SE8005377L/xx not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DK322880A (da) | 1981-01-27 |
CA1144421A (en) | 1983-04-12 |
NO802155L (no) | 1981-01-27 |
US4401151A (en) | 1983-08-30 |
FR2462597A1 (fr) | 1981-02-13 |
GB2057113A (en) | 1981-03-25 |
DE2930240A1 (de) | 1981-02-12 |
SE8005377L (sv) | 1981-01-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8003983A (nl) | Inrichting voor het transport van vloeibaar of gasvormig stromingsmedium. | |
US3347059A (en) | Heat pump | |
US3333346A (en) | Domestic clothes dryer | |
US3251540A (en) | Air moving device | |
US20160298880A1 (en) | Temperature control unit, especially vehicle temperature control unit | |
KR0167380B1 (ko) | 블레이들리스 임펠러 및 내부 열전달기구를 갖는 임펠러 | |
US3025684A (en) | Refrigerating machine | |
US10041701B1 (en) | Heating and cooling devices, systems and related method | |
JP2008111649A (ja) | 除湿空調装置 | |
US3926010A (en) | Rotary heat exchanger | |
US4252181A (en) | Heat recovering fan | |
US2862434A (en) | Ventilation system | |
US4313493A (en) | Forced air unit | |
US4000777A (en) | Rotary heat exchanger | |
US3933008A (en) | Multistage heat exchanger | |
US2944801A (en) | Rotary interchanger with direct interfacial fluid contact | |
US2496602A (en) | Air-conditioning system | |
NL8005324A (nl) | Inrichting voor het transport van een vloeibaar of gasvormig stromingsmedium. | |
US3973622A (en) | Temperature-control system with rotary heat exchangers | |
US2490067A (en) | Thermodynamic machine | |
US2942439A (en) | Self-contained air conditioning unit employing mixed flow fan | |
SE543529C2 (sv) | Torkkammare via diffusion avfuktad mot i torkluftflödet insatta boxar | |
JP3893234B2 (ja) | 除湿機 | |
JPS6056518B2 (ja) | 衣類乾燥機 | |
US3030781A (en) | Air conditioners |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |