NL8003882A - Inrichting voor het spreiden van flenzen. - Google Patents

Description

Λ.— **-· » Ψ Λ

Korte aanduiding; Inrichting voor het spreiden van flenzen.

5-------------------------------------------------------------

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het spreiden van twee tegenover elkaar gemonteerde flenzen in pijpstelsels, voorzien van een in een doorgaand 10 gat van de ene flens aan te brengen, axiaal verplaatsbaar drukelement.

Het is bekend om een schroefbout in een schroefgat van de flenzen aan te brengen, waarbij het einde van de schroefbout tegen de andere flens aandrukt, zodat door het 15 verdraaien van de bout de flenzen kunnen worden verspreid.

Zodoende kan zonder dat demontage en montage werkzaamheden aan het pijpstelsel behoeft plaats te vinden de tussen de flenzen aangebrachte pakking respectievelijk steekflens worden vervangen. Het bezwaar van deze bekende spreidsys-20 temen is, dat de schroefbouten gebruik moeten maken van een vooraf in de flens aangebracht schroefgat, hetgeen de flens extra duur maakt. Er is reeds voorgesteld om in het normale boutgat voor het bevestigen van de flenzen een schroefdraad te tappen, hetgeen het bezwaar oplevert dat vooral bij moeilijk 25 bereikbare plaatsen de schroefgang scheef in het gat wordt getapt, waardoor de spreidbout scheef tegen de tegenover liggende flens wordt gedrukt, hetgeen tengevolge van de relatief grote drukkrachten die nodig zijn voor het spreiden de bout doet buigen. Dit levert weer problemen op bij het 30 terugdraaien van de spreidbout.

- De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren op te heffen en‘verschaft daartoe een inrichting die zich onderscheidt door een geleidingsorgaan voor het geleiden van het verplaatsbare element in het gat.

35 Met dit geleidingsorgaan beoogt de uitvinding het drukelement nauwkeurig loodrecht op de tegenoverliggende flens te houden.

In een uitvoeringsvorm is het geleidingsorgaan een cylindrisch einddeel van het als zelftappende bout 8003882 t » uitgevoerd verplaatsbaar drukelement. Dankzij dit gelei-dingsorgaan wordt de in het gat door de zelftappende bout te vormen schroefdraad nauwkeurig coaxiaal met het gat aangebracht,' omdat het cylindrische einddeel passend langs de gat-5 wand glijdt.

Volgens een andere uitvoeringsvorm is het geleidings-orgaan een cylindrisch einddeel van een hulpelement met zelftappende schroefdraad, in welk hulpelement het verplaatsbare drukelement is opgenomen. Het hulpelement wordt weer nauwkeurig 10 in het gat uitgelijnd dankzij het cylindrische geleidings-orgaan, terwijl het drukelement op elke willekeurige wijze bijvoorbeeld ook hydraulisch in het hulpelement is te ver-, plaatsen.

/

Volgens weer een andere uitvoeringsvorm, in het 15 bijzonder geschikt voor zeer grote flenzen, is het geleidings-orgaan gevormd door een conisch, het drukelement opnemend lichaam en minstens twee daarmee samenwerkende buitenschalen voorzien van tot een denkbeeldig gemeenschappelijk cylindrisch vlak reikende scherpe uitsteeksels. Door het axiaal verplaat-20 sen van het conisch lichaam ten opzichte van de buitenschalen zullen deze naar buiten bewegen, waarbij de uitsteeksels in de wand van het gat van de flens dringen, waardoor het gelei-dingsorgaan wordt vastgeklemd. Het drukelement wordt in het conische lichaam van het geleidingsorgaan nauwkeurig uitge-25 lijnd ten opzichte van het gat in de flens.

De uitvinding zal nader worden toegelicht in de hieronder staande figuurbeschrijving van enkele uitvoerings-voórbeelden.

In de tekening toont: 30 figuur 1 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van een flensverbinding, waarbij een eerste uitvoeringsvorm van de spreidinrichting is toegepast, figuur 2 een detail van een hydraulische - ‘ uitvoeringsvorm-voorzien van een contra-35 element.· figuur 3 een met figuur 2 overeenkomend detail van een tweede uitvoeringsvorm, figuur 4 een met figuur 2 overeenkomend detail van een derde uitvoeringsvorm.

8003882 --3- *· ι »

De in de figuren aangegeven flenzen 1, 2 dienen voor het verbinden van pijpelementen 3, welke verbinding op de gebruikelijke wijze door bouten 4 tot stand wordt gebracht.

Teneinde de tussen de flenzen 1,2 aangebrachte 5 pakking 5 te kunnen vervangen moeten de flenzen 1, 2 van elkaar worden gedrukt hetgeen mogelijk is door het lossen van de bouten 4.

Vervolgens kan een spreidinrichting volgens de uitvinding in een blank gat van de flens 1 worden aangebracht, 10 zie figuur 1. De inrichting bestaat hierbij uit een drukele-ment 6, dat middels een niet getoonde schroefdraad in een hulpelement 7 in axiale zin heen en weer te bewegen is. Het hulpelement 7 is voorzien van een cylindrisch einddeel 8 dat nauw passend in het blanke gat van de flens 1 past. Tussen 15 het cylindrische einddeel en de zeskantkop van het hulpelement 7 is een conisch verlopende zelftappende schroefschacht 9 aangebracht, zodat door het aandraaien middels een normale schroefsleutel het hulpelement zich in het blanke gat van de flens 1 vastdraait. Het cylindrische geleidingselement 8 20 zorgt voor nauwkeurige uitlijning. Door het aandraaien van het drukelement 6 kan het vrije einde daarvan tegen de andere flens 2 drukken.

Figuur 2 toont een met de spreidinrichting uit figuur 1 overeenkomende uitvoering wat betreft de buitenvorm van het 25 hulpelement 7. Voorts wordt er gebruik gemaakt van de voor de bouten 4 bestemde blanke gaten in de flenzen 1, 2. Daartoe dient het tegenoverliggende gat te worden afgesloten met een contra element 10, hetwelk qua vorm met het hulpelement overeenkomt. Ook dit element 10 vertoont een cylindrisch 30 geleidingsdeel 8, waardoor is verzekerd dat het contra- element nauwkeurig uitgelijnd in het gat van de flens 1 wordt geschroefd.

Het hulpelement 7 is voorzien van een gladde cylindrische boring 21, waarin het als plunjer uitgevoerde drukelement 35 6' axiaal verschuifbaar is opgenomen. Op de-boring 21 kan een nippel 22 aansluiten voor de toevoer van een hydraulische of pneumatische medium via slang 23 vanaf een niet getoonde willekeurige drukbron.

0-Ring 24 verzorgt de gewenste afdichting tussen 8003882 t * -4- plunjer 6' en boring 21. Door het toevoeren van het druk-medium verplaatst het element 6' zich naar links en drukt tegen het contra element 10, om zodoende de flenzen 1,2 te spreiden.

5 Figuur 3 toont een uitvoering, waarbij het drukele- ment 11 is uitgevoerd als een zelftappende bout. De schacht daarvan is cylindrisch, en eindigt volgens het kenmerk van de uitvinding in een cylindrisch geleidingsvlak 12, dat nauw passend in het oorspronkelijke blanke gat van de flens 1, 2 10 past. Middels een zeskantkop 13 is het drukelement 11 nauwkeurig uitgelijnd in het gat van de flens 2 aan te brengen.

Een gelijksoortig uitgevoerd contra element 14 sluit het gat in de flens 1, waarbij de cylindrische einddelen van beide elementen tegen elkaar drukken. Schranken of scheefstaan is 15 hierbij uitgesloten.

Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm, waarbij het drukelement 20 is uitgevoerd als normale schroefbout, die samenwerkt met een cylindrisch gat in een conisch lichaam 21. Rondom het conische lichaam 21 zijn minstens twee schalen 22 20 aangebracht, welke een cylindrische buitenmantel vertonen.

Op deze cylindrische buitenmantel zijn ringvormige uitsteeksels 23 aanwezig, waarvan de toppen reiken tot een denkbeeldig cylindrisch vlak parallel aan de buitenmantel van de schalen 22. Hiermee wordt verzekerd dat de schalen en daardoor 25 het conische lichaam 21 respectievelijk het drukelement 20 nauwkeurig coaxiaal ten opzichte van het gat in de flenzen komt te liggen.

Het contra element 24 in de tegenoverliggende flens bestaat voor een deel uit een qua vorm gelijksoortig geleidings-30 lichaam 25 bestaande uit conische elementen en daaromheen aangebrachte schalen, waarbij hét conische element axiaal wordt verplaatst door het draadeind 26 waarop een losse moer 27 draaibaar is.

Door het aandraaien van de moer 27. zal het. conische 35 lichaam 25 naar links bewegen in figuur 4, waardoor de schalen zich vastklemmen in het gat van de linker flens 1.

Door het vervolgens aanbrerigen van geleidingsorgaan 21, 22 en het inschroeven van het druklichaam 20 zal ten. gevolge van de reactiekracht het conische lichaam 21 naar 40 rechts bewegen, de schalen 22 zich vastklemmen in. het gat van 8003882 -5- A is η de rechterflens 2, waarna door het verder draaien van het drukelement ,20 de flenzen zich zullen spreiden.

Vanzelfsprekend kan de bout 20 hier ook vervangen zijn door een hydraulische of pneumatische verplaatsingsinrich-5 ting volgens figuur 2.

Voor de eenvoud van het benodigde gereedschap verdient het de voorkeur om alle draaiende elementen te voorzien van een zeskant.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven be-10 schreven uitvoeringsvormen.

Zo kan het hydraulische verplaatsincpsysteem zijn uitgevoerd als cylinder-ringen eenheid die op het hulpelement 7 is te schroeven. De zuigerstang drukt vervolgens door de boring 21 heen direct of via een drukpen tegen het contra-15 element 10.

8003882

Claims (9)

1. Inrichting voor het spreiden van twee tegenover elkaar gemonteerde flenzen in pijpstelsels, voorzien van in een doorgaand gat van de ene flens aan te brengen, axiaal 5verplaatsbaar drukelement, gekenmerkt door een geleidingsorgaan voor het geleiden van het verplaatsbare element in het gat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleidingsorgaan een cylindrisch einddeel van het als zelftappende bout uitgevoerde verplaatsbare drukelement is.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleidingsorgaan een cylindrisch einddeel is van een hulpelement met zelftappende schroefdraad, waarin het verplaatsbare drukelement is opgenomen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, 15 dat de zelftappende schroefdraad van het hulpelement vanaf het cylindrische einde conisch verwijd.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleidingsorgaan is gevormd door een conisch, het drukelement opnemend lichaam en minstens twee daarmee samenwerkende 20 buitenschalen voorzien van tot een denkbeeldig gemeenschappelijk cylindrisch vlak reikende scherpe uitsteeksels.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de uitsteeksels ringvormig zijn.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 25 gekenmerkt door,dat een het drukelement afsteunend contra element 3§t in het tegenover liggende gat van de andere flens aan te brengen is.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het contra element gelijkvormig is met het drukelement 30 en/of geleidingsorgaan.

9.Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 1-8 met het kenmerk, dat de draaibare elementen zijn voorzien van een zeskantkop. 8003882