NL8003864A - Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8003864A
NL8003864A NL8003864A NL8003864A NL8003864A NL 8003864 A NL8003864 A NL 8003864A NL 8003864 A NL8003864 A NL 8003864A NL 8003864 A NL8003864 A NL 8003864A NL 8003864 A NL8003864 A NL 8003864A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
paper
channels
wires
reinforced
corrugated
Prior art date
Application number
NL8003864A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Chavannes Marc A
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Chavannes Marc A filed Critical Chavannes Marc A
Priority to NL8003864A priority Critical patent/NL8003864A/nl
Publication of NL8003864A publication Critical patent/NL8003864A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D21PAPER-MAKING; PRODUCTION OF CELLULOSE
    • D21HPULP COMPOSITIONS; PREPARATION THEREOF NOT COVERED BY SUBCLASSES D21C OR D21D; IMPREGNATING OR COATING OF PAPER; TREATMENT OF FINISHED PAPER NOT COVERED BY CLASS B31 OR SUBCLASS D21G; PAPER NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D21H27/00Special paper not otherwise provided for, e.g. made by multi-step processes
    • D21H27/30Multi-ply
    • D21H27/32Multi-ply with materials applied between the sheets
    • D21H27/34Continuous materials, e.g. filaments, sheets, nets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B3/00Layered products comprising a layer with external or internal discontinuities or unevennesses, or a layer of non-planar shape; Layered products comprising a layer having particular features of form
    • B32B3/26Layered products comprising a layer with external or internal discontinuities or unevennesses, or a layer of non-planar shape; Layered products comprising a layer having particular features of form characterised by a particular shape of the outline of the cross-section of a continuous layer; characterised by a layer with cavities or internal voids ; characterised by an apertured layer
    • B32B3/28Layered products comprising a layer with external or internal discontinuities or unevennesses, or a layer of non-planar shape; Layered products comprising a layer having particular features of form characterised by a particular shape of the outline of the cross-section of a continuous layer; characterised by a layer with cavities or internal voids ; characterised by an apertured layer characterised by a layer comprising a deformed thin sheet, i.e. the layer having its entire thickness deformed out of the plane, e.g. corrugated, crumpled
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31FMECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31F1/00Mechanical deformation without removing material, e.g. in combination with laminating
    • B31F1/20Corrugating; Corrugating combined with laminating to other layers
    • B31F1/24Making webs in which the channel of each corrugation is transverse to the web feed
    • B31F1/26Making webs in which the channel of each corrugation is transverse to the web feed by interengaging toothed cylinders cylinder constructions
    • B31F1/28Making webs in which the channel of each corrugation is transverse to the web feed by interengaging toothed cylinders cylinder constructions combined with uniting the corrugated webs to flat webs ; Making double-faced corrugated cardboard
    • B31F1/2813Making corrugated cardboard of composite structure, e.g. comprising two or more corrugated layers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B29/00Layered products comprising a layer of paper or cardboard
    • B32B29/002Layered products comprising a layer of paper or cardboard as the main or only constituent of a layer, which is next to another layer of the same or of a different material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B3/00Layered products comprising a layer with external or internal discontinuities or unevennesses, or a layer of non-planar shape; Layered products comprising a layer having particular features of form
    • B32B3/10Layered products comprising a layer with external or internal discontinuities or unevennesses, or a layer of non-planar shape; Layered products comprising a layer having particular features of form characterised by a discontinuous layer, i.e. formed of separate pieces of material
    • B32B3/18Layered products comprising a layer with external or internal discontinuities or unevennesses, or a layer of non-planar shape; Layered products comprising a layer having particular features of form characterised by a discontinuous layer, i.e. formed of separate pieces of material characterised by an internal layer formed of separate pieces of material which are juxtaposed side-by-side
    • B32B3/20Layered products comprising a layer with external or internal discontinuities or unevennesses, or a layer of non-planar shape; Layered products comprising a layer having particular features of form characterised by a discontinuous layer, i.e. formed of separate pieces of material characterised by an internal layer formed of separate pieces of material which are juxtaposed side-by-side of hollow pieces, e.g. tubes; of pieces with channels or cavities
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B7/00Layered products characterised by the relation between layers; Layered products characterised by the relative orientation of features between layers, or by the relative values of a measurable parameter between layers, i.e. products comprising layers having different physical, chemical or physicochemical properties; Layered products characterised by the interconnection of layers
    • B32B7/04Interconnection of layers
    • B32B7/12Interconnection of layers using interposed adhesives or interposed materials with bonding properties
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B2305/00Condition, form or state of the layers or laminate
    • B32B2305/08Reinforcements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B32LAYERED PRODUCTS
    • B32BLAYERED PRODUCTS, i.e. PRODUCTS BUILT-UP OF STRATA OF FLAT OR NON-FLAT, e.g. CELLULAR OR HONEYCOMB, FORM
    • B32B2307/00Properties of the layers or laminate
    • B32B2307/70Other properties
    • B32B2307/75Printability

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Description

-1-
I' J
N.0. 29221
Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een met metalen draden versterkt papierprodukt en golfkarton.
Hoewel het bekend is draden als versterkingselementen voor papierprodukt en te gebruiken, (zie bijvoorbeeld Ameri-5 kaans octrooischrift 4.203.790 dat overeenkomt met de Nederlandse octrooiaanvrage 7607112), zijn met de bekende produkten problemen ondervonden als gevolg van de onsamen-drukbaarheid van draad en de relatieve zwakte van papier ten opzichte van metalen draden. Zulk een probleem treedt 10 op bij het snijden van de bekende met metalen draden versterkte papierprodukten. Als gevolg van de onsamendrukbaar-heid van de draad en de lage scheursterkte van papier ontstaan dikwijls gekartelde randen als gevolg van een snij-bewerking. Bovendien hebben de snijbladen dikwijls de nei-15 ging de draden gedurende het snijden te grijpen, met als gevolg het scheuren van de papierlagen en het blootleggen van de draden. Het uiteindelijke produkt heeft een aantal nadelen. De belangrijkste problemen hebben betrekking op het blootleggen van de draden, hetgeen resulteert in ge-20 vaarlijke bewerkingen voor de bedieningspersoon, toegenomen arbeidskosten als gevolg van de moeilijkheid waarmee de produkten moeten worden behandeld, het mogelijke knellen van materiaal behandelende apparatuur, enz.
Het kan zijn dat bekende met metaal versterkte papier-25 produkten zuiver kunnen worden gesneden, indien een grote zorg wordt besteed aan het waarborgen dat de snij-instrumenten scherp zijn, steeds opgelijnd zijn en worden onderhouden in topconditie, teneinde zuivere, gladde sneden in alle gevallen tot stand te brengen onafhankelijk van het te 30 snijden materiaal. Echter zijn zulke eisen niet praktisch voor de produktie van grote hoeveelheden van versterkte papierlagen, in het bijzonder bij de golfkartonindustrie, waar de kosten van het produkt grotendeels afhangen van de werksnelheid bij het vervaardigen van de produkten. Even-35 eens wordt opgemerkt, dat in de golfkartonindustrie papier met een extreem hoge kwaliteit niet steeds wordt gebruikt ________bij het maken van golfkarton en aldus de neiging oplevert 8003864 I y ‘ -2- de problemen te vergroten die betrekking hebben op het snijden van de gevormde, met metalen draden versterkte lagen.
Een ander probleem ontstaat bij het bekende produkt, zoals van het type volgens het hierboven genoemde octrooi-5 schrift, omdat relatief dikke draden tussen relatief dunne papiervellen zijn aangebracht, die aan elkaar worden gehecht. Dit resulteert in een produkt met een reeks ruggen aan tenminste één van de buitenoppervlakken van de uiteindelijke papierconstructie. Op dit van ruggen voorziene of 10 geprofileerde oppervlak kan moeilijk worden gedrukt, terwijl het oppervlak onesthetisch is en er een naar verhouding grote hoeveelheid lijm of hechtmiddel nodig is voor het op geschikte wijze aan elkaar hechten van de papieren vellen met daartussen de draden.
15 Een extra probleem dat gepaard gaat met de bekende produkten, treedt op tijdens een golfwerkwijze, waarbij het met draden versterkte papierprodukt dwars op de zich in lengterichting uitstrekkende draden wordt gegolfd. Indien de draden bij zulk een werkwijze niet vast op hun plaats 20 worden gehouden, kunnen de draden wegglijden en bewegen, waardoor het papier wordt gescheurd, van elkaar worden getrokken of vervezeld, hetgeen zowel onesthetisch is als de ♦ neiging heeft de draden bloot te leggen met de daaruit volgende nadelen genoemd ten aanzien van de snijbewerkingen.
25 De uitvinding voorziet in een met draden versterkte papierconstructie, waarbij de versterkende draadelementen zijn aangebracht in en op hun plaats worden vastgehouden in kanalen die in de papierlagen zijn gedefinieerd. Aldus is volgens de uitvinding voorzien in een verbeterde, met 30 draden versterkte papierconstructie > waarbij een aantal versterkende draadelementen zijn aangebracht in op een onderlinge afstand gelegen, evenwijdige kanalen gevormd in één oppervlak van een papierlaag. De diepte van de kanalen is kleiner dan de dikte van de eerste papierlaag en 35 komt overeen met de hoogte van de daarin geplaatste draden, zodat een relatief glad esthetisch buitenoppervlak ontstaat, wanneer een tweede papierlaag met behulp van een hechtmiddel op het oppervlak van de eerste papierlaag wordt bevestigd. De diepte en breedte van de kanalen zijn zodanig, dat 40 de versterkende draadelementen vast op hun plaats worden 80 0 58 6 4 * . -3- C* 1 gehouden tussen de twee papierlagen en de zijden van de kanalen en aldus wordt verhinderd dat de draden wegglijden of in laterale richting ten opzichte van de kanalen bewegen. Derhalve worden de draden zowel tijdens een golfbewerking 5 toegepast op zulk een papierconstructie en/of een snijbe-werking, in de kanalen vast op hun plaats - - gehouden en/zniet ten opzichte van de kanalen kunnen bewegen. Derhalve zullen de draden niet worden uitgetrokken uit of tussen de papierlagen uit, waardoor anders het papier zou scheuren 10 en mogelijkerwijze de draad gevaarlijk zou worden blootgelegd. In het bijzonder bij gestandaardiseerde snijbewerkin-gen worden goede, zuivere en toelaatbare snijranden verkregen bij gerede produkten volgens de uitvinding.
Volgens de uitvinding is voorzien in een met draden 15 versterkte papierconstructie, bestaande uit eerste en tweede papierlagen die met behulp van een hechtmiddel aan elkaar zijn bevestigd, op onderlinge afstand gelegen, evenwijdige kanalen, die tussen de papierlagen zijn aangebracht, en een aantal in lengterichting zich uitstrekkende, op 20 onderlinge afstand gelegen evenwijdige metalen draden die in de kanalen zijn geplaatst, waarbij de diepte van de kanalen wezenlijk overeenkomt met de hoogte van de daarin geplaatste draden en de breedte van elk kanaal tenminste gelijk is aan de totale breedte van de daarin aangebrachte 25 draden, waardoor de draden zodanig vast in de kanalen worden gehouden, dat het blootleggen van de draden bij het snijden van de versterkte papierconstructie is verhinderd.
De kanalen kunnen worden gevormd door het met behulp van een hechtmiddel bevestigen van een aantal papierstroken 30 tussen de papierlagen.
• De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van een tekening. In de tekening tonen: lig. 1 een schematisch aanzicht van de inrichting voor het vervaardigen van een met draden versterkte papiercon-35 structie volgens de uitvinding; fig. 2 een aanzicht volgens de lijnen 2-2 van fig. 1, dat het snijden van het middelste papiervel illustreert om de reeks kanalen voor de draden volgens de uitvinding tot stand te brengen; 40 fig. 3 een doorsnede volgens de lijn 3-3 van fig. 1, 8003864 * * * -4- die het gesneden middelste papiervel toont; fig. 4 een doorsnede langs de lijs 4-4 van fig. 1, die één van de "buitenste papiervellen met een daarop aangebracht hechtmiddel toont; 5 fig. 5 een doorsnede volgens de lijn 5-5 van fig· i» die het middelste papiervel toont, dat met behulp van een hechtmiddel op een buitenste papiervel is bevestigd; fig. 6 een doorsnede langs de lijn 6-6 van fig. 1, die gelijk is aan die van fig. 5» waarbij echter de draden in 10 de kanalen zijn geplaatst, die in het middelste papiervel zijn gevormd; fig. 7 ©en doorsnede volgens de lijn 7-7 van fig. 1, die het andere buitenste papiervel met een daarop aangebracht hechtmiddel toont; 15 fig. 8 een doorsnede langs de lijn 8-8 van fig. 1, die de met draden versterkte papierconstructie volgens de uitvinding toont; fig. 9 een aanzicht van een spoel en geleidingsinrichting die in de inrichting volgens fig. 1 wordt toegepast 20 voor het evenwijdig aan elkaar geleiden van het aantal draden in de reeks kanalen, die in het middelste papiervel zijn gevormd; fig. 10 een schematisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding voor 25 het vervaardigen van een andere uitvoeringsvorm van een met draden versterkte papierconstructie; fig. 11 een doorsnede langs de lijn 11-11 van fig. 10, die het snijmechanisme toont voor het snijden van het middelste papiervel, teneinde een reeks kanalen te vormen; 50 fig. 12 een doorsnede volgens de lijn 12-12 van fig.10, die de borstels volgens de uitvinding toont voor het zuiveren van dé vezels van gesneden papier uit het middelste papiervel; fig. 15 een doorsnede langs de lijn 15-15 "van fig. 10, 55 die het gesneden middelste papiervel toont, dat met behulp van een hechtmiddel op een buitenste papiervel is bevestigd; fig. 14 een doorsnede langs de lijn 14-14 van fig. 10, die twee draden toont, die in elk van de kanalen zijn geplaatst, die in het middelste papiervel zijn gevormd, dat 40 op een buitenste papiervel is gehecht; 8003864 - - ---------------------.-— - · —-. ............... - - - ............. € -5- fig. 15 een doorsnede volgens de lijn 15-15 van fig.10, die een andere uitvoeringsvorm van de met draden versterkte papierconstructie volgens de uitvinding toont; fig. 16 een aanzicht van de spoel- en geleidingsinrich-5 ting die in de inrichting volgens fig. 10 wordt toegepast voor het evenwijdig aan elkaar geleiden van het aantal draden in de reeks kanalen gevormd in het middelste papiervel; fig. 17 een aanzicht op vergrote schaal de randen van de met draden versterkte papierconstructie, die voorzien 10 zijn van een water bestendige kleefband; fig. 18 een schematisch aanzicht van de inrichting voor het vervaardigen van een met draden versterkt, gegolfd materiaal volgens de uitvinding; fig. 19 een doorsnede op vergrote schaal in de positie 15 19 van fig. 18, die de gegolfde, met draden versterkte pa pierconstructie toont, die met behulp van een hechtmiddel op een buitenste oppervlak of laag is bevestigd; fig. 20 een doorsnede op vergrote schaal die lijkt op die van fig. 19» genomen in de positie 20 van fig. 18, wel-20 ke doorsnede de met draden versterkte, gegolfde papierconstructie toont, die met behulp van een hechtmiddel tussen twee buitenste oppervlakken of lagen is bevestigd, teneinde een aan twee zijden van een vlak oppervlak voorzien, met draden versterkt golfkarton volgens de uitvinding te vormen; 25 fig. 21 een doorsnede volgens de lijn 21-21 van fig.20; fig. 22 een doorsnede die lijkt op die van fig. 21, waarbij de met draden versterkte papierconstructie volgens de uitvinding wordt gebruikt in de buitenste oppervlakken of lagen van het aan twee zijden vlakke golfkarton, alsmede 30 in het gegolfde medium; fig. 25 een doorsnede die lijkt op die van de fig. 21 en 22, waarbij echter de met draden versterkte papierconstructie volgens de uitvinding slechts wordt gebruikt in de buitenste oppervlakken of lagen van het aan twee zijden 55 vlakke golfkarton; fig. 24 een aanzicht op vergrote schaal gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk weggebroken, dat het aan twee zijden vlakke, met draden versterkte golfkarton volgens de uitvinding toont; 40 fig. 25 een schematisch aanzicht van de inrichting 8003864 λ t i, -6- voor het scheiden van de met draden versterkte laag volgens de uitvinding in delen en het zij aan zij plaatsen van de delen met de versterkingselementen, die dwars op de bewegingsrichting van de gescheiden delen zijn geplaatst; 5 fig. 26 een schematisch aanzicht van de inrichting voor het lamineren van de delen die volgens de uitvinding met de inrichting van fig. 25 worden vervaardigd tot een vel van met draden versterkte papierlagen, teneinde een constructie te vormen met in lengterichting en in dwars-10 richting versterkte elementen die daarin zijn opgenomen; fig. 27 een doorsnede op vergrote schaal in de positie 27 van fig. 26, die de gelaagde, met draden versterkte pa-pierconstruct!e toont, die voorzien is van in lengterichting en in dwarsrichting verlopende versterkingselementen die 15 daarin zijn opgenomen; en fig. 28 een aanzicht op vergrote schaal, gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk weggebroken, dat het aan twee zijden vlakke, met draden versterkte golfkarton volgens de uitvinding toont, waarbij de gelaagde papiereonstructie 20 die volgens de fig. 25 - 27 is vervaardigd, het buitenoppervlak van het aan twee zijden vlakke, met draden versterkt golfkarton vormt.
De uitvinding voorziét in een verbetert versterkt pa-pierprodukt, waarbij het gegolfde medium van het golfkarton 25 werd gevormd uit een papiereonstructie met een aantal evenwijdige op onderlinge afstand gelegen draden, die met hecht-middel daarop zijn bevestigd en dwars op de draden werd gegolfd. De versterkende draadelementen dienden voor het verhogen van de materiaalsterkte van het golfkarton, niet 50 slechts vanwege de draad zelf, maar vanwege de configuratie van het uiteindelijke gelaagd produkt waarin de draadelementen zijn opgenomen, dat wil zeggen de driehoekvormige vakwerkconstructie gevormd door de draadelementen. Voorts leverde de toepassing van de versterkende draadelementen in 35 golfkarton volgens een eerdere uitvinding van aanvraagster de mogelijkheid een driemaal grotere constructieve sterkte onder toepassing van slechts een middelmatig papiergewicht met een draad van 0,254· mm en een draadafstand van 6,35 ^m te bereiken dan anders bereikt werd door het sterkste golf- 4-0 karton dat op dat moment beschikbaar was. Deze toegenomen 8003864 ** "" i i ·* constructieve sterkte gold ten aanzien van compressie en/of buigen van bet golfkarton.
De verbeterde met draden versterkte papierconstructie volgens de uitvinding is zowel een verdere ontwikkeling van 5 en een aanvulling op de leer van de eerdere uitvinding van aanvraagster. In bet bijzonder is volgens de uitvinding voorzien in een verbeterde papierconstructie, waarbij de versterkende draadelementen vaster en stijver op bun plaats worden gehouden, zodat scheuren of afscheuren van het pa-10 pier en/of het blootleggen van de draadelementen bij het snijden en/of de golfbewerking van de verbeterde papierconstructie wordt vermeden.
Uit de volgende beschrijving zal duidelijk worden, dat diverse werkwijzen kunnen worden toegepast bij het formeren 15 van het verbeterde versterkte papierprodukt volgens de uitvinding. In het bijzonder brengt de beginstap bij het vormen van elk zulk produkt het vormen van een aantal op onderlinge afstand gelegen, evenwijdige kanalen voor het daarin plaatsen van draden met zich mee. Zulk een werkwijze en 20 inrichting voor het uitvoeren daarvan is schematisch in fig. 1 geïllustreerd. In deze figuur is een enkele trommel 10 aanwezig, waarop de gehele lamineringswerkwijze wordt uitgevoerd om de verbeterde papierconstructie volgens de uitvinding te produceren of te vervaardigen. De trommel 10 25 is voorzien van geschikte middelen (niet getoond) voor het verwarmen daarvan, teneinde het hechtmiddel te drogen en/of te doen uitharden, dat op de papiervellen is aangebracht. Bijvoorbeeld kan de warmte afkomstig zijn van stoom, warme olie of andere vloeistoffen. Aanvankelijk wordt een papier-$0 vel 12 toegevoerd van een rol 14 af via rollen 16, 18 en 20 naar het oppervlak van de trommel 10. Een hechtmiddel 28 dat in een trog 22 aanwezig is, wordt door middel van rollen 24, 26 op het oppervlak van het papiervel 12 aangebracht. Het hechtmiddel wordt bij voorkeur over het gehele 35 oppervlak van het vel 12 aangebracht, zoals uit fig. 4 blijkt, maar kan in plaats daarvan juist in stroken worden aangebracht, die overeenkomen met de papierstroken die op het vel 12 moeten worden gehecht, zoals hierna zal worden beschreven.
40 Eveneens wordt aan de trommel 10 en op het van een 8003864 ► * -8- hechtlaag voorziene oppervlak van liet vel 12 een tweede papiervel 30 toegevoerd, dat is gesneden om een aantal op afstand gelegen stroken te vormen. Het vel 30 wordt aangevoerd van een rol 34 af via vrij draaiende rollen 36, 38 en 5 40. Een snijtrommel 42 met een aantal op onderlinge afstand aan de omtrek geplaatste snijmessen of -bladen 44 rondom de Omtrek daarvan, dient voor het maken van een aantal sneden 45 die geheel door het papiervel 30 verlopen. Gedurende deze snijbewerking dienen de rollen 38 en 40 voor het op 10 niveau houden van het vel 30. Een stalen kam of andere inrichting 46 met een aantal fijne tanden 48 is achter de snijrol 42 geplaatst. Zoals het best in de figuren 1 en 2 is te zien, verlopen de tanden 48 van de kam 46 door het papiervel 30 en dienen voor het afbuigen en verwijderen 15 van de papierdraden die uit het vel 30 zijn gesneden, teneinde een reeks open ruimten of sleuven 31 in het vel 30 te vormen. Deze papierschraapsels die worden verwijderd, vallen op een transportmechanisme 50 dat onder het passerende vel 30 is geplaatst. Zoals uit fig. 2 blijkt komt de breedte 20 van de tanden 48 hoofdzakelijk overeen met de breedte van het open kanaal 31 dat in het vel 30 is gesneden en de afstand tussen de tanden 48 komt overeen met de afstand van aangrenzende paren snijbladen 44 van de snij-inrichting 42. Deze afstand komt op zijn beurt overeen met de gewenste af-25 stand van de draden die in de kanalen moeten worden ingébracht, die in het vel 30 zijn gevormd, hetgeen hierna zal worden beschreven.
Het papiervel 30 waaruit de gesneden draden zijn verwijderd, zoals in fig. 3 is te zien, bestaat uit een aan-30 tal op afstand gelegen banden of stroken 32. De afstand 31 tussen aangrenzende stroken 32 komt overeen met de dikte van de daartussen aan te brengen draad. Op dezelfde wijze komt de dikte van het papiervel 30 en dus de dikte van de afzonderlijke banden 32 eveneens bij voorkeur overeen met 33 cLe dikte van de draden die in het kanaal 31 moeten worden ingebracht.
De stroken of banden 32 worden via de aandrukrol 51 toegevoerd tot op de met een hechtmiddel beklede zijde van het buitenste papiervel 12 en tot op de verwarmde trommel 40 10. De aandrukrol 51 kan worden voorzien van een rubberen 8003864 't * -9- of ander veerkrachtig oppervlak teneinde de handen 32 in stevig contact te dwingen met de buitenste of onderste pa-pierlaag 12. De rol 10 omvat geschikte middelen voor het verwarmen daarvan, teneinde het hechtmiddel op de onderste 5 laag 12 te drogen, teneinde de stroken 32 op hun plaats te bevestigen. Uiteraard kunnen extra verwarmingselementen (niet getoond) eveneens worden toegepast om het droog- of uithardproces te versnellen, wanneer de vellen 12 en 30 de rol 10 passeren, een en ander op bekende wijze.
10 Wanneer het vel 12 met de daarop gehechte banden 32 van het tussenvel 30 om de trommel 10 wordt bewogen, wordt een aantal draden 32 tot in de kanalen 31 toegevoerd. Dit wordt uitgevoerd door middel van een geleidingsrol 54 die het aantal draden 52 geleidt, dat door een spoelinrichting 15 56 wordt afgeleverd. Bij voorkeur omvat deze spoelinrich ting 56 een aantal of een batterij van afzonderlijke spoelen 58 die op een gemeenschappelijke cilinder 60 zijn gemonteerd. De gemeenschappelijke cilinder 60 is op zijn beurt op een as 61 roteerbaar gemonteerd. Zoals het duide-20 lijkst uit fig. 9 blijkt, houdt elke afzonderlijke spoel 58 een aantal draden 52 dat daarin compact is gewikkeld teneinde de gewenste afstand voor de draden te verkrijgen, die in de kanalen 31 moeten worden geleid. Indien bijvoorbeeld een afstand van 6,35 mm tussen de draden 52 in het 25 gerede produkt gewenst is, zal elk van de afzonderlijke spoelen 58 kunnen worden geladen met bijvoorbeeld acht draden 52 die tussen de flenzen 59 van de spoelen 58 zijn gewikkeld. Voor deze afstand van 6,35 mm zouden de flenzen 59 een afstand in de orde van grootte van 50,4 mm kunnen heb-30 ben. Door toepassing van deze inrichting is het mogelijk een batterij van draad-extrusiemachines toe te passen, die met een hoge snelheid functioneren, bijvoorbeeld in de orde van grootte van 609,6 meter per minuut, teneinde elk van de afzonderlijke spoelen 58 te laden. Dat wil zeggen dat een 35 batterij van acht/exlrifèie-inrichtingen die zij aan zij lopen, op één tijdstip acht zou kunnen afleveren om een spoel 58 te laden. De geladen spoel 58 wordt daarna gemonteerd en op de gemeenschappelijke cilinder 60 gespied.
Voorts verkleint de toepassing van spoelen 58 om een aantal 40 draden 52 te ondersteunen, het aantal flenzen 59 voor de 8003864 -10- spoelinrichting 56. Dit is gewenst, aangezien zoals duidelijk is elke flens een naar verhouding grote ruimte in beslag neemt in vergelijking tot de draden 52.
De draden 52 uit de afzonderlijke spoelen 58 worden 5 daarna/%usesen geschikte op onderlinge afstand gelegen om-treksflenzen 62 (zie fig. 9) van de geleidingsrol 54-, teneinde de draden 52 nauwkeurig in de kanalen 31 op de aan elkaar gelamineerde vellen 30 en 12 te geleiden. Zoals in fig. 1 is getoond draait de spoelinrichting 56 in een rich-10 ting tegengesteld aan die van de wijzers van de klok, terwijl de geleidingsrol 34· draait in de richting van de wijzers van de klok. De flenzen 62 hebben een geschikte dikte en afstand, zodat een fijne geleidingsinrichting is verkregen. Hiervoor komt de afstand tussen afzonderlijke flenzen 62 15 nagenoeg overeen met de dikte van de draden 52 en de dikte van de afzonderlijke flenzen komt overeen met de breedte van de afzonderlijke papierstroken 32.
• Zoals eerder vermeld komt de dikte van het vel 30 overeen met de dikte van de draden 52 die in de kanalen 31 moe-20 ten worden geplaatst. Op dezelfde wijze komt de afstand tussen de afzonderlijke stroken 32 (dat wil zeggen de breedte van de kanalen 31) eveneens overeen met de dikte van de draden 52, zodat de draden 52 in een positie vast worden ondersteund, wanneer zij tot in de kanalen 31 worden toege-25 voerd.
Nadat de draden 52 in de kanalen 31 zijn aangebracht, wordt een tweede papiervel 66 met behulp van een hechtmid-del op de gelamineerde vellen 30 en 12 bevestigd teneinde de draden 52 daartussen in te sluiten. Het vel 66 wordt van 30 een rol 64 af via vrij draaiende rollen 68, 70 en 72 en de aandrukrol 74- toegevoerd aan de verwarmde trommel 10 liggend over de banden 32 en draden 52. Een hechtmiddel 28 dat in de trog 76 aanwezig is, wordt door middel van rollen 78, 79 op één zijde van het vel 66 aangebracht op een wijze die 35 gelijk is aan die van het aanbrengen van het hechtmiddel op één oppervlak van het vel 12 (zie fig. 7). De aandrukrol 74, alsmede de aandrukrol 51 kunnen worden voorzien van een rubberen of veerkrachtig oppervlak en worden onder druk tegen de trommel 10 aangehouden, zodat het vel 66 wordt ge-40 last en bevestigd op de gesneden middelste papierlaag 30 8003864 -11- ♦ (reeds met behulp van een hechtmiddel op het onderste vel 12 bevestigd). Deze ontstaande gelamineerde papierconstruc-tie 90 wordt van de trommel 10 af via de rollen 80 en 82 toegevoerd aan en opgewikkeld op de opneemtrommel 84·. Zoals 5 hierboven is vermeld wordt de trommel 10 verwarmd, teneinde het op de diverse vellen 12, 66 aangebrachte hechtmiddel te drogen en/of te doen uitharden. Bij een uitvoeringsvorm kan behalve de verwarming van de trommel 10 de met draden versterkte gelaagde constructie 90 voor het opwikkelen op de 10 trommel 84 worden gevoerd door een verwarmingsoven (niet getoond) teneinde het volledig drogen en/of uitharden te waarborgen. De gelaagde, met draden versterkte papiercon-structie 90 die op de trommel 84 is gewikkeld, kan daarna worden gebruikt voor elk gewenst doeleinde, zoals het vor-15 men van een gegolfd medium van een dubbel bekleed golfkarton.
Het is duidelijk dat de uiteindelijke met draden .versterkte gelaagde constructie 90 is voorzien van draden 52 die vast op hun plaats in de kanalen 51 worden gehouden, 20 die in de middelste laag 50 zijn gevormd en door de bovenste en onderste lagen 12 respectievelijk 66 worden bedekt. In dit verband wordt opgemerkt, dat de kanalen 5Ί die de draden 52 opnemen, een doorsnede-oppervlak hebben'dat groter is dan het doorsnede-oppervlak van de draden 52 die 25 daarin zijn aangebracht. Voorts heeft het gerede produkt 90 gladde vlakke oppervlakken. Dit is ethetisch, alsmede functioneel, doordat de uiteindelijke laminaatconstructie 90 zeer gemakkelijk kan worden gehecht aan andere materialen onafhankelijk van de gewenste doelstelling. Voorts zullen 50 de draden 52 nog vast op hun plaats worden gehouden tijdens elke snijbewerking of elke golfbewerking, die hierna wordt beschreven. Hierdoor wordt het risico van het blootleggen van de draden 52 verkleind gedurende verdere bewerkingen, evenals het risico wordt verkleind van het toebrengen van 35 schade en/of verwondingen, in het bijzonder tijdens snijden en/of golven van de gelaagde constructie 90.
Big. 10 toont een uitvoeringsvorm van een inrichting voor het vervaardigen van een met draden versterkte papier-constructie volgens de uitvinding. Bovendien is de inrieh-40 ting volgens fig. 10 zodanig ingericht, dat deze een andere 8003864 v -12- uitvoeringsvorm van de uitvinding kan vervaardigen. Bij deze uitvoeringsvorm wordt een kanaal van de dubbele breedte in bet middelste papiervel gesneden voor bet plaatsen van een paar versterkende draadelementen in elk van de al-5 dus gevormde kanalen. Met andere woorden zal de breedte van de kanalen in de middelste laag tenminste twee maal de dikte van de draad zijn teneinde twee draden in elk kanaal in te steken in plaats van juist één. Op deze wijze kan een tweemaal zo sterk voorwerp worden verkregen zonder de dikte 10 van de uiteindelijke papiereonstructie te vergroten. Dat wil zeggen dat twee draden elk met een bepaalde dikte, bijvoorbeeld 0,254 mm, in elk kanaal kunnen worden ingébracht in plaats dat een enkele draad met een dikte van 0,508 mm in bet kanaal wordt ingébracht, hetgeen zou vereisen, dat 15 de dikte van de middelste laag moet worden verhoogd tot 0,508 mm.
Bij de in fig. 10 getoonde uitvoeringsvorm worden twee verwarmde trommels 100, 102 toegepast voor het aan elkaar hechten van de papierlagen. Weer voeren geschikte middelen 20 (niet getoond) de warmte aan de trommels 100 en 102 toe. Aanvankelijk wordt een papiervel 104 uit de rol 106 via de vrij draaiende rollen 108 en 110 en de aandrukrol 112 toegevoerd tot op het oppervlak van de trommel 100. De vrij draaiende rollen 108, 110 dienen voor het handhaven van de 25 spanning in het papiervel 104, teneinde een gelijkmatig transport tot op de trommel 100 te waarborgen. Voorts is de aandrukrol 112 bij voorkeur voorzien van een rubberen of ander soortgelijk oppervlak, zodat druk daardoor kan worden uitgeoefend om het papiervel 104 vast te houden en om het 50 wegglijden daarvan ten opzichte van de trommel 100 te verhinderen. Dit vel 104 zal het middelste vel van de verbeterde, met draden versterkte·gelaagde papierconstructie volgens de uitvinding worden.
Volgens fig. 11 is de trommel 100 voorzien van een· 35 aantal omtrekssleuven 114 in het buitenoppervlak daarvan, die de snijbladen of -messen 118 van een snijrol 116 kunnen opnemen. Zoals hierboven vermeld moet een kanaal van de dubbele breedte in de middelste laag 104 worden gesneden. Aldus is de afstand tussen de afzonderlijke bladen 118 van 40 de snijrol 116 zodanig, dat de gewenste breedte van het ka- 8003864 -13- naal ontstaat, alsmede dat de gewenste afstand tussen de kanalen wordt gevormd.
Een roterende borstelinrichting 124 is aangrenzend aan de snij rol 116 aangebracht om bet oppervlak van de trommel 5 100 en bet vel 104 zelf te reinigen van de smalle papier- draden, waardoor een aantal op afstand gelegen stroken of banden 122 overblijft. De kanalen 120 worden aldus tussen de stroken 122 gedefinieerd. Zoals uit fig. 12 blijkt omvat de borstelinriobting 124 uit een aantal afzonderlijke 10 borstelelementen 126, die elk een breedte bebben die nagenoeg gelijk is aan de breedte van de kanalen 120 die in bet middelste vel 104 worden gesneden. De borstelinriobting 124 wordt in de richting van de wijzers van de klok geroteerd met een grotere snelheid dan die van de trommel 100, zodat 15 de gesneden papierdraden in buitenwaartse richting langs de raaklijn van de trommel 100 zullen worden weggeworpen tot op een drager 128, die een transportinrichting kan zijn om bet afval uit de ruimte te verwijderen, waarin de machine is geplaatst.
20 Een tweede papiervel 130 dat één van de buitenste pa- pierlagen van de verbeterde papierconstructie wordt, wordt van een rol 132 af via vrij draaiende rollen 134 eü 136 toegevoerd aan een lijminricbting 140, waar een heehtmiddel ' op één oppervlak van bet vel 130 door middel van rollen 142, 25 144 wordt aangebracht. Van daar af wordt bet vel 130 via andere vrij draaiende rollen 138 die de gewenste spanning in bet vel 130 handhaven tot op de verwarmde trommel 100 aangevoerd liggend over de middelste papierlaag 104, die op deze plaats bestaat uit een aantal stroken 122.
30 Een aandrukrol 146 is bij voorkeur voorzien van een rubberen of soortgelijk oppervlak en wordt in drukcontact met de trommel 100 gehouden, opdat deze druk wordt uitgeoefend om de twee papierlagen 104, 130 tegen elkaar aan te houden en het onderling wegglijden te verhinderen. De ge-35 lamineerde papierconstructie op de trommel 100 wordt daarna via de aandrukrol 146 gevoerd door een oven 148 die met warme lucht wordt verwarmd om het grootste gedeelte van het water of oplosmiddel te verdampen, dat in het heehtmiddel of in de papierlagen overblijft. De toepassing van een ver-40 warmings oven is een andere inrichting voor het bevorderen 8003864 -14- van het drogen en/of uitharden van het hechtmiddel, welke oven hij de in fig. 10 getoonde uitvoeringsvorm aanvullend aan de verwarmde trommel 100 wordt toegepast. Voorts wordt opgemerkt, dat de oven 148 niet alle vocht in de papierla-5 gen moet verwijderen, aangezien elk over-tollig vocht in het medium in de verwarmingsoven van de hierna te beschrijven golfmachine zal verdampen.
Uit de oven 148 worden de gelamineerde twee lagen 104, 130 toegevoerd aan een tweede verwarmde trommel 102, waarbij 10 afzonderlijke draden 150 uit een spoelinrichting 154 via een geleidingsinrichting 152 op nauwkeurige wijze in de kanalen 120 worden ingevoerd, die tussen de stroken 122 van de middelste papierlaag 104 zijn gevormd. Deze spoelinrichting 154 en de geleidingsinrichting 152 zijn elk gelijk aan 15 die beschreven zijn aan de hand van de inrichting volgens fig. 1, met uitzondering dat zij zijn ingericht voor het toevoeren van een paar draden 150 in elk van de kanalen 120. Zoals het duidelijkst uit fig. 16 blijkt, omvat de spoelinrichting 154 een aantal afzonderlijke spoelen 156 die op 20 een gemeenschappelijke cilinder 158 met behulp van een spie zijn gemonteerd. De afzonderlijke spoelen 156 worden elk geladen of voorzien van een aantal draden 150, in dit voorbeeld 16. Voor een afstand van 6,55 mm tussen de kanalen 120 zouden de afzonderlijke spoelen 156 elk ongeveer 25 50»8 mm breed kunnen zijn, aangezien twee draden 150 in elk kanaal 120 moeten worden geplaatst. De geleidingsinrichting 152, op dezelfde wijze als de geleidingsinrichting volgens fig. 1, omvat een geleidingsrol met een aantal op onderlinge afstand gelegen omtreksflenzen 153. De afstand 30 tussen de geleidingsflenzen 153 komt overeen met de breedte van de kanalen 120 (dat wil zeggen tweemaal de dikte van een draad 150) en de dikte van de flenzen 153 komt overeen met de breedte van de banden of stroken 122.
Een tweede overliggend papiervel 160 wordt uit een rol 35 162 via vrij draaiende rollen 164 en 166 toegevoerd aan een lijminriehting 168, waar een hechtmiddel op één zijde wordt aangebracht door middel van de rollen 170, 171. Het van een hechtlaag voorziene vel 160 wordt daarna via de vrij draaiende rollen 172, 174 toegevoerd aan de verwarmde trommel 40 102 tot deze ligt over het middelste papiervel 104 waarin 8003864 -15- de draden 150 zijn aangebracht, teneinde de met draden versterkte, gelamineerde constructie 180 te voltooien. De la-minaatconstructie van de drie papiervellen 104, 130 en 160 worden daarna via de aandrukrol 182 van de verwarmde trom-5 mei 102 afgenomen. De aandrukrol 182, evenals de rollen 112, 146, is bij voorkeur voorzien van een rubberen of soortgelijk oppervlak, zodat een druk op de trommel 102 kan worden uitgeoefend om het wegglijden van de papiervellen 104, 130 en 160 ten opzichte van elkaar en ten opzichte van 10 de trommel 102 te vermijden.
Tan de rol 182 af wordt de gelaagde constructie 180 door een oven 184 gevoerd, die dezelfde functie uitvoert als de oven 148, namelijk het verdampen van het grootste gedeelte van het water of oplosmiddel dat in het hechtmid-15 del of in het papierlaminaat 180 achterblijft. De uiteindelijke laminaatconstructie 180 wordt daarna over de vrij draaiende rollen 186 en 188 geleid en toegevoerd aan een opneemtrommel 190.
Zoals het duidelijkst uit fig. 15 blijkt, is de uit-20 eindelijke met draden versterkte papierconstructie 180 een constructie, waarbij paren van versterkende draadelementen 150 in kanalen 120 zijn bevestigd, die in het middelste papiervel 104 zijn gevormd. De bovenste en onderste buitenlagen 130, 160 alsmede de band 122 van het middelste vel 25 104 dienen voor het volledig omsluiten en inkapselen van de draden 150, zodat zij in een relatief stijve positie worden gehouden.
Bij de uitvoeringsvormen volgens de uitvinding die aan de hand van de figuren 1-16 zijn beschreven, kunnen di-30 verse typen hechtmiddelen worden toegepast afhankelijk van de eigenschappen die in het voltooide produkt gewenst zijn. Eén vorm van hechtmiddel dat bruikbaar is gebleken, omvat een mengsel van vinyl en zetmeel. Zulk een produkt wordt vervaardigd door "National Starch and Chemical Corporation" 35 en omvat een waterige oplossing bevattende "Tinamyl", een chemische modificatie van zetmeel, "Crosrez", een katalysator en "Durabond", een chemische modificatie van zetmeel. "Tinamyl", "Crosrez" en "Durabond" zijn handelsmèrken van "National Starch and Chemical Corporation" en één mengsel 40 kan als volgt worden gevormd: 8 0 U 3 8 6 4 -16-
Primair mengsel A Tap water 378,6 liter B Vinamyl 181,4 kg O Verwarmen tot 54*,4°0 5 D Natriumhydroxide 14,52 kg gemengd in 18,93 liter water E Tap water 378,6 liter
Secundair mengsel 10 A Tap water 1211,5 liter
verwarmd tot 29,4°C
B Crosrez 4-5,36 kg C Borax (10 mol) 13,61 kg D Durahond 635,0 kg 15 Daarna wordt het primaire mengsel gemengd met het se cundaire mengsel.
Het hechtmiddel is zeer sterk bestand tegen water na drogen en uitharden en heeft het voordeel, dat het de neiging vertoont te zwellen tijdens de uithardbewerking en zal 20 aldus volledig alle tussenruimten vullen, die kunnen bestaan tussen de vellen en de versterkende draadelementen die daartussen in de kanalen zijn aangebracht, welk hechtmiddel de vellen en de draden vast aan elkaar hechten. Andere typen hechtmiddelen kunnen eveneens worden gebruikt, 25 zoals caseïnen, smeltmiddelen, zoals mengsels van hars en was en druk gevoelige hechtmiddelen, die eveneens toevoegingen kunnen bevatten om daaraan een thermohardende kwaliteit te geven.
Voorts kunnen volgens een ander aspect van de uitvin-30 ding water bestendige mengsels als hechtmiddel worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld rubber-latex mengsels. Dit is in het bijzonder voordelig, doordat dit een zeer vereenvoudigde procedure met zich .meebrengt voor het vervaardigen van * een waterdichte (tegengesteld aan eenvoudig water werend) 35 kartonconstructie. Teneinde een waterdichte constructie te vervaardigen, is het noodzakelijk het karton te wassen of het inwendige van het karton te bedekken met een polyure- 8003864 -17- thaanfoelie. Echter zijn deze stappen niet noodzakelijk, indien een hechtmiddel van rubberlatex wordt gebruikt bij het vervaardigen van de gelamineerde papierconstructies volgens de uitvinding. In plaats van drie afzonderlijke aan elkaar 5>' gelamineerde papierlagen wordt het rubber-latex mengsel aangebracht tussen elk van de papierlagen, bij 195» 195 van fig. 17 aan beide zijden van de middelste papierlaag gehecht. Op deze wijze omgeeft het rubber-latex mengsel volledig de middelste papierlaag van een gelamineerde papier-10 constructie met uitzondering van de blootgelegde randen.
De resulterende gelaagde papierconstructie kan daarna volledig waterdicht worden gemaakt door op eenvoudige wijze de open randen van het laminaat te voorzien van een kleef-band. Zulk een constructie is in fig. 17 getoond, waarbij 15 een met draden versterkte laminaat 192, waarbij draden 194-in kanalen in de middelste papierlaag zijn aangebracht, om zijn randen is voorzien van een water werende kleefband 196. Water of ander vocht kan niet door het rubber-latex mengsel dringen (of de band op de randen), waardoor de on-20 geschondenheid van de middelste papierlaag wordt gewaarborgd tegen de nadelige effecten van vocht. In dit verband wordt opgemerkt, dat de middelste laag is voorzien van de versterkende draden. Aldus zal de constructieve sterkte van het met draden versterkte papierlaminaat aanzienlijk worden 25 gehandhaafd als gevolg van de versterkingsdraden, zelfs indien de buitenste papierlagen van het laminaat als gevolg van vocht zacht worden.
Toorbeelden van rubber-latex mengsels die deze kenmerken volgens de uitvinding met zich meebrengen, omvatten de 50 volgende: "Amsco RES 4125"(een zacht carboxyl styreenbuta-dieen copolymeer met 49 % vaste stof); "Basic Adhesives", Inc., BH-989 (een flexibel hechtmiddel op harsbasis), en "Basic Adhesives", Inc., BL-986 (een hechtmiddel op latex-basis). Opgemerkt wordt, dat door toepassing van deze rub-55 ber-Iatex mengsels een verwarmde rol of oven voor het uitharden of drogen naar wens wordt toegepast, aangezien deze rubber-latex mengsels alle wateremulsies zijn. let andere woorden vereisen deze geen verwarming voor het uitharden. Echter zal de toepassing van een verwarmde rol of oven een 40 sneller drogen van de hechtmiddelen tot gevolg hebben.
8003864 \ * -18-
Water werende kleefbanden voor het van kleefbanden voorzien van de randen van het papier laminaat zijn "bekend. Bijvoorbeeld omvatten kleefbanden van het papiertype die kannen worden gebruikt, "Scotch Brand 217" en "Scotch Brand 260".
5 Voorts kannen banden van het kunststoftype van "Mylar" of acetaat worden gebruikt, evenals banden van andere typen van geschikte kunststoffen. Deze banden van het kunststoftype kannen wel dan niet met vezels worden versterkt.
De draaddikte kan uiteraard variëren afhankelijk van 10 de gewenste constructieve sterkte. In het algemeen is gevonden, dat draadelementen 52 of 150 met een diameter in de orde van grootte van 0,127 - 0,635 mm, in het bijzonder 0,254 - 0,381 mm het meest doelmatig zijn. Papiervellen met diverse dikten kannen worden gebruikt, hoewel in het alge-15 meen het niet noodzakelijk is papier van 11,8 kg kracht te overschrijden, teneinde een extreem hoge mate van sterkte met draaddikten van 0,127 mm te verkrijgen. Het is echter duidelijk, dat wanneer extreem licht karton vereist is, lichter papier en dunner draad kan worden gebruikt.
20 Zoals hierboven is genoemd kan de afstand tussen de draadelementen 52 of 150 in de middelste laag van het papier-vel bijna elke gewenste afstand zijn, maar bij voorkeur ligt deze afstand in de orde van grootte van 3»175 tot 12,7 mm. Bij de in de figuren 1-16 getoonde uitvoerings-25 vormen is een afstand van 6,35 mm gebruikt, alsmede een draaddikte van 0,254 mm.
Zoals eerder is opgemerkt kan de met draden versterkte papierconstruetie die op de opneemrollen 84 of 190 zijn opgewikkeld, worden gebruikt voor elk gewenst doel, volgens 30 welke een verhoogde constructieve sterkte van een papier-produkt gewenst is. In het bijzonder is dit met draden versterkte papierlaminaat in het bijzonder geschikt voor het vervaardigen van golfkarton van het type waarbij de bekledingen of lagen zijn gehecht op de topdelen aan elke zijde 35 van het gegolfde medium. Pig. 18 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding voor het vormen van zulk golfkarton, dat in het ‘algemeen bekend staat als dubbel bekleed golfkarton, lis illustratie wordt bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding slechts één enkele draad 52 in elk van de kanalen 40 31 gebruikt, die in de middelste laag 30 van het met draad 8003864 : * -19- versterkte laminaat volgens de uitvinding zijn gevormd. Het is echter duidelijk, dat inrichtingen van dubbele draad of zelfs een groter aantal draden kan worden toegepast, teneinde een gewenste sterkte en stijfheid van het uiteinde-5 lijke golfkarton te bereiken. Toorts wordt opgemerkt, dat het met draad versterkte papierlaminaat volgens de uitvinding kan worden gebruikt als de buitenlagen of bekledingen van het dubbel beklede golfkarton, indien het gewenst is. Echter is in vele toepassingen gebleken, dat het louter 10 aanbrengen van een geschikte versterking in het golfmedium de gewenste mate van stijfheid zal worden bereikt, terwijl in andere toepassingen waar een hogere mate van stijfheid gewenst is, alle drie lagen met draden moeten worden versterkt.
15 Meer in het bijzonder en met verwijzing naar fig. 18 wordt een versterkt laminaat 200, zoals één van de laminaten vervaardigd met de constructie volgens fig. 1, van een rol 202 af via een paar golfrollen 204 en 206 toegevoerd.
De golfrollen 204 en 206 zijn standaardgolfrollen die die-· 20 ,nen voor het golven van het met draad versterkte laminaat 200 dwars op het aantal draden 52 in de kanalen 31* Een hechtmiddel wordt op het gegolfde laminaat aangebracht door middel van een rol 208 die in een met hechtmiddel gevulde trog 210 is ondergedompeld. Een tweede papierlaag 212 die 25 in de uitvoeringsvorm volgens fig. 18 louter bestaat uit een papiervel, wordt van een rol 214 en via een rol 216 toegevoerd, welke laatstgenoemde afsteunt op de golfrol 206 en aldus een constructie oplevert zoals getoond in fig. 19. Het is duidelijk, dat deze in fig. 19 getoonde constructie 30 duidelijkheidshalve op vergrote schaal is weergegeven. De gegolfde constructie of medium 200 waarbij de papierlaag 212 op de topdelen aan één zijde daarvan is aangebracht, passeert daarna een rol 218, waarna de constructie door een geschikte oven 220 wordt gevoerd om de vloeistof te verdam-35 pen en het hechtmiddel te doen uitharden.
De gegolfde constructie 200 met de daarop aan één zijde aangebrachte laag 212 wordt daarna via de rol 224 toegevoerd aan de inrichting 226 voor het aanbrengen van hechtmiddel, die- bestaat uit een rol 228 en een hechtmiddeltoe-40 voerrol 230, welke laatstgenoemde is ondergedompeld in een, 8003864 ’ -20-
!V
een heeh.tmid.del bevattende trog 232. Deze hechtmiddelaan-brenginrichting 226 brengt hechtmiddel op de topdelen van de buitenzijde van de gegolfde gelamineerde constructie 200 aan.
5 Een derde papierlaag 234· die in de getoonde uitvoe ringsvorm identiek is aan de onderste laag of vel 212, wordt uit een rol 236 via de rollen 238 en 240 aangevoerd, welke laatstgenoemde in aanraking zyn met de gegolfde laag of medium 200, wanneer deze uit de hechtmiddelaanbrengin-10 richting 226 uittreedt. Een ordersteuningsrol 242 werkt samen met de rol 240 om een stevig contact van de laag of het vel 234 met de gegolfde laag^ 200 te waarborgen. Het uiteindelijke produkt 250 dat bestaat uit het gegolfde medium 200 met bovenste en onderste bekledingen of lagen 212, 15 234 aan elke zijde daarvan, wordt daarna door een tweede oven 244 gevoerd om vloeistof te doen verdampen en het hechtmiddel te doen uitharden, dat in de inrichting 226 is opgebracht. De uiteindelijke constructie 240 is in fig. 20 in doorsnede getoond, en is duidelijkheidshalve op vergrote 20 schaal getekend.
Zoals in fig. 20 en 21 te zien is is het gegolfde medium 200 van het golfkarton 250 een laminaatconstructie volgens de uitvinding, die bestaat uit drie papierlagen 12, 30, 66 met draden 52-die in goten of kanalen 31 in de mid-25 delete laag 30 zijn aangebracht. In de bepaalde uitvoeringsvorm getoond in de figuren 20 en 21 heeft elk van de drie papierlagen 12, 30» 66 die de laminaatconstructie vormen, een dikte van 0,254 mm, die nagenoeg gelijk is aan die van de draden 52 aangebracht in de kanalen 31· De bovenste en 30 onderste bekledingen of lagen 212, 234 zijn in de getoonde uitvoeringsvorm eenvoudige papiervellen, die elk 0,508 mm dik zijn.
Opgemerkt wordt, dat bij een afstand tussen de draden 52 van 6,35 ®m in het gegolfde medium 200 van het karton 35 250 en onder toepassing van standaardgolfrollen 204, 206 teneinde de golven voort te brengen, waarin er ongeveer vijf staalbogen per 25,4 mm lengte aanwezig zijn, er meer dan 3000 staalbogen in 929 cm van het golfkarton aanwezig zijn.
40 De figuren 22 en 24 tonen een andere uitvoeringsvorm 8003864 * -21- Λ' van dubbelbekleed golfkarton 260, waarin een met draad versterkt laminaat zoals het laminaat 90, wordt gebruikt voor zowel de bovenste als onderste bekleding of laag 262, 264·, die aan de topdelen van elke zijde van het gegolfd medium 5 200 zijn gehecht, Aldus zijn er drie met draad versterkte laminaatvellen aanwezig, waaruit de constructie volgens de figuren 22 en 24 zijn opgebouwd.
Fig. 23 toont een andere uitvoeringsvorm en toepassing van de met draad versterkte laminaatconstructie, waarbij 10 een papiervel 266 van 0,508 mm dik wordt gebruikt als een golfmedium van dubbelbekleed golfkarton 270 en waarbij met draad versterkte laminaten, zoals het laminaat 90, de bovenste en onderste bekledingen 272, 276 vormen. Hoewel zulk een rangschikking niet de sterkte van de kartonnen 250 of 15 260 voortbrengen, waarbij de draden 274, 278 worden gebruikt voor het golfmedium 200, levert het karton volgens fig. 23 een toename in constructieve sterkte voor het golfkarton op.
ïen aanzien van fig. 23 wordt opgemerkt, dat de versterkende draadelementen 274 in de bovenste bekleding 272 20 lateraal of dwars verschoven zijn ten opzichte van de versterkende draadelementen 278 in de onderste bekleding 274. Dit is voordelig om een grotere sterkte te bereiken voor het uiteindelijke dubbelbeklede, met draad versterkte golfkarton 270, aangezien een doorborend element niet zuiver 25 daar doorheen kan worden ingestoken tussen versterkende draadelementen 274, 278. In wezen wordt door de zodanige laterale verschuiving van de draden dat de draadelementen 278 van de onderste bekleding 276 direct onder het middenpunt tussen de versterkende draadelementen 274 van de bo-30 venste bekleding 272 liggen, een equivalente afstand voor het karton 270 bereikt, die gelijk is aan de helft van de werkelijke afstand van de draden. Dat wil zeggen dat indien elk van de draden in zowel de bovenste als onderste bekleding 272 respectievelijk 276 op een afstand van 6,35 mm van 35 een andere ligt, dan wordt door de zodanige verschuiving van de draden in.de twee bekledingen 272, 276 dat de draden 278 van de onderste bekleding 276 onder en halfweg tussen de draden 274 van de bovenste bekleding 272 liggen, een equivalente afstand van 3,175 mm voor de versterkende draad-40 elementen 274, 278 verkregen. Opgemerkt wordt, dat ditzelfde 8003864 t) -22- principe eveneens kan worden toegepast met betrekking tot de versterkende draadelementen van bet gegolfde medium, indien bet gegolfde medium eveneens met draad is versterkt.
Teneinde een iog verdere toename van de sterkte van 5 dubbelbekleed golfkarton tot stand te brengen en in bet bijzonder om de constructieve sterkte van de buitenste bekledingen of lagen van bet karton te verbogen, kunnen twee delen van met draad versterkte papierlaminaten, elk vervaardigd volgens de uitvinding, zodanig tezamen worden ge-10 lamineerd, dat de versterkende draadelementen van elk van de twee laminaten loodrecht op elkaar zijn aangebracbt. Dat wil zeggen dat delen van met draad versterkte laminaten op bun beurt zodanig in serie tot een tweede met draad versterkt laminaatvel kunnen worden gelamineerd, dat één stel 15 versterkende draadelementen dwars op bet andere stel versterkende draadelementen is geplaatst. In wezen vormt dit een type van verschoven draadmazen of roosters, in de vorm van een rooster voor bet uiteindelijke laminaat. Het is duidelijk, dat bet tweede stel versterkende draden dat dwars 20 op bet eerste stel draden verloopt, dient voor bet verhogen van de constructieve sterkte van bet. uiteindelijke laminaat van bet roostertype.
Aan de band van de figuren 25 en 26 zal een inrichting worden beschreven voor bet vervaardigen van zulk een ver-25 sterkt papierlaminaat van bet roostertype, waarbij de versterkende draadelementen zowel dwars als in lengterichting van bet uiteindelijke laminaatvel zijn aangebracbt. Aanvankelijk wordt een met draad versterkt laminaat 300, zoals bijvoorbeeld bet laminaat vervaardigd volgens de figuren 30 1-8, van een trommel 300 af via een rol 302 toegevoerd aan een compensatie-inricbting voor bet compenseren van de vellengte en -spanning, die als geheel met bet verwijzings-nummer 304- is aangeduid. De compensatie-inricbting 304 omvat een rol 306 waarlangs bet vel 300 passeert, een dansende 33 rol 308 die vertikaal kan bewegen, en epn snijrol 310. Een aandrukrol 312 steunt af tegen de snijrol 310, teneinde bet vel 300 op elk moment in contact te houden met de snijrol 310. Een snijblad 314 wordt periodiek been en weer bewogen, teneinde bet vel 300 op nauwkeurige lengten te scheiden.
40 Bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt bet vel 8003864 ή -23- 300 met de in de kanalen van de middelste papierlaag aangebrachte draden 320 gescheiden in lengten die equivalent zijn aan de breedte van het vel 300 en elke gescheiden lengte wordt door een hellend orgaan 324 in benedenwaartse, rich-5 ting geleid tot op een band 326 die door een rol 328 wordt ondersteund. Opgemerkt wordt dat aangezien de draadelementen 320 in de kanalen vast op hun plaats worden gehouden, een zuivere snede zal worden verkregen zonder een merkbaar scheuren of afscheuren van de papierdagen of zonder het 10 blootleggen van de draadelementen. De snelheid van de band 326 en de snelheid waarmee het vel 300 wordt getransporteerd zijn zodanig op elkaar afgestemd, dat elk afgescheiden veldeel 330 op de band 326 wordt geplaatst wezenlijk grenzend/aij!iet eerdere veldeel. Om dit te bereiken kunnen in-15 dien gewenst extra toevoerrollen worden gebruikt, teneinde de juiste beweging van elk gescheiden veldeel 330 tot op de band 326 te verzekeren. Indien gewenst kunnen de afgescheiden veldelen 330 eveneens worden gestapeld voor het op een later tijdstip behandelen daarvan.
20 Uit fig. 26 blijkt, dat de snijrol 310 en het hellend orgaan 324 in aanzicht zijn getoond en dat de band 326 wordt ondersteund door de rollen 328, 329- Het blijkt dat elk van de gescheiden delen 330 thans grenzend het voorafgaande deel op de band 326 wordt geplaatst en dat de draden 23 320 die in de kanalen van de middelste laag worden vastgehouden, thans dwars op de richting van de beweging van de band 326 zijn geplaatst en dus dwars op de gescheiden delen 330. Een tweede met draad versterkt laminaatvel 340, dat weer volgens de figuren 1-8 kan worden vervaardigd, wordt 30 van een trommel 342 in benedenwaartse richting en via een aandrukrol 344 aangevoerd, welke aandrukrol de trommel aandrukt tegen de gescheiden delen 330, waarvan de versterkende draadelementen dwars zijn geplaatst. Een laag of een hechtmiddel wordt bij voorkeur op één zijde van het gela-35 mineerde vel 340 aangebracht door middel van rollen 346, 348 en 350, waarvan de laatstgenoemde gedeeltelijk is ondergedompeld in een trog 352 die een hechtmiddel bevat. Een pan 357 is bij voorkeur onder de hechtmiddelaanbrenginrich-ting aangebracht, teneinde te verhinderen dat hechtmiddel 40 eventueel afdruipt op de gescheiden delen 330. Het uitein- 8003864 ' -24- delijke laminaat 360 bestaande uit een eerste laminaat 330 met dwars geplaatste draden die daarin in kanalen worden vastgehouden en een tweede laminaatvel 34*0 met in lengterichting in kanalen daarvan aangebrachte draden, wordt daar-5 na via de rol 362 getransporteerd, die voorzien is van een samenwerkende aandrukrol 364. De aandrukrol 364 heeft een veerkrachtig oppervlak, teneinde het ongescheiden papier-laminaat 34-0 in stevig contact te houden met de gescheiden delen 330, teneinde de twee met draden versterkte papier-10 laminaatdelen aan elkaar te houden en te hechten. Het voltooide laminaatprodukt 326 loopt daarna over rollen 366, 368, 370 en wordt opgewikkeld op een spoel 372.
Het gebruikte hechtmiddel voor het hechten van het tweede met draad versterkte papiervel 340 aan de gescheiden 15 delen 330 van met draad versterkt papierlaminaat kan elke gewenste samenstelling hebben, bijvoorbeeld elk van de eerdergenoemde hechtmiddelen. Gewoonlijk wordt een hechtmiddel gebruikt, dat in aanwezigheid van warmte snel kan uitharden en onder deze omstandigheden kan het gewenst zijn 20 de rol 362 te verwarmen, teneinde het hechtmiddel snel te doen uitharden. In dat geval kunnen de rollen 366 en 368 de vorm hebben van koelrollen, teneinde het laminaat tot nagenoeg kamertemperatuur terug te brengen alvorens het op de spoel 372 wordt opgerold. Indien een hechtmiddel van rubber-25 latex wordt gebruikt om een waterdicht papierlaminaat te vervaardigen, zoals hierboven is vermeld, is het verwarmen van de rol 362 niet nodig voor het uitharden van het hechtmiddel, maar in plaats daarvan wordt het droogproces versneld. Het zal duidelijk zijn, dat hoewel de gescheiden 30 delen 330 boven op elkaar op de band 326 worden geplaatst, het niet nodig is de delen 330 aan elkaar te bevestigen, aangezien zij automatisch zullen worden gehecht aan het vel 34-0 en aldus een continu en wezenlijk ononderbroken laag vormen. Het is voorts duidelijk, dat andere werkwijzen voor 35 het hechten van delen van laminaten dwars op een tweede laminaatvel kunnen worden toegepast.
Het uiteindelijke laminaat 360 van het roostertype bestaande uit een eerste laminaat met versterkende draadele-menten die in lengterichting zijn geplaatst, en uit een 40 tweede laag met versterkende draadelementen die dwars zijn 8003864 -25- geplaatst, is in doorsnede in fig. 27 te zien. Het "blijkt, dat de bovenlaag (laminaatvel 34-0) bestaat uit een laminaat van drie papierdelen 374*» 376, 378, waarbij kanalen 382 in bet middelste deel 376 zijn gevormd en in welke kanalen 382 5 versterkende draadelementen 380 zijn aangebracht tussen de bovenste en onderste papierdelen 374, 378. Dit bovenste laminaat 34-0 is met behulp van een hechtmiddel bevestigd aan een tweede laag (laminaatdelen 330), eveneens bestaande uit drie papierdelen 384, 386, 388 die aan elkaar zijn ge-10 hecht. Weer is de middelste laag 386 voorzien van een reeks kanalen waarin versterkende draadelementen 320 zijn aangebracht. Echter zijn in dit geval de elementen 320 dwars op de versterkende draadelementen 380 van het bovenste laminaat 340 geplaatst, 15 Door toepassing van zowel dwarsgeplaatste als in leng terichting geplaatste versterkende draadelementen wordt een extra dimensie van sterkte toegevoegd aan het uiteindelijke papierlaminaat 360. In wezen vormt het uiteindelijke laminaat 360 een constructie van het verschoven roostertype, 20 waarbij slechts kleine vierkante oppervlakken van onversterkt papier bestaan, waardoor een sterkere constructie ontstaat die niet gemakkelijk kan worden doorboord. Zulk een laminaat 360 van het roostertype is in het bijzonder bruikbaar als buitenste bekledingen of lagen van dubbelbe-25 kleed, met draad versterkt golfkarton. Aldus kan het uit-eindelijke laminaat 360 bijvoorbeeld met de inrichting volgens fig. 18 worden gehecht aan elke zijde van de topdelen van een met draad versterkt gegolfd medium. Dat wil zeggen dat met verwijzing naar fig. 18 het uiteindelijke laminaat 30 360 van het roostertype in de plaats kan worden gesteld van één of beide laminaten toegevoerd uit de spoelen 214, 236. Zulk een dubbelbeklede golfkartonconstructie waarin een laminaat van het roostertype wordt gebruikt voor beide buitenste bekledingen is in fig. 28 getoond. Uit genoemde fi-35 guur is te zien, dat het dubbelbeklede golfkarton 400 bestaat uit een gegolfd medium 402 met versterkende elementen 404 die dwars op de golven zijn geplaatst, en uit twee buitenste bekledingen 406, 408 die op de topdelen van het gegolfde medium 402 zijn gehecht. Elk van deze uitwendige 40 bekledingen 406, 408 bestaat uit een laminaat van het roos- 8003864 ~’ -26- tertg^e, waarvan één laminaat 410 in lengterichting geplaatste draden 412 heeft, terwijl het andere laminaat 4-14 daarvan dwars geplaatste draden 416 heeft.
Zoals hierboven is opgemerkt, dient de toepassing van 5 een middelste papierlaag die van sleuven is voorzien of is gesneden om een reeks kanalen daarin te vormen voor versterkende draadelementen, als een geschikt afstand- en vast-houdmedium en resulteert in een verbeterde met draad versterkte laminaatconstructie. In dit verband zal het duide-10 lijk zijn, dat zelfs hoewel het doorsnede-oppervlak van de kanalen groter is dan het doorsnede-oppervlak van de daarin aangebrachte draden, de breedte en diepte van de kanalen hoofdzakelijk overeenkomen met de dimensies van de daarin aangebrachte draden, hoewel dit niet zo kritisch is voor de 15 breedte, zodat de draden stijf op hun plaats worden gehouden en de buitenste bekledingen relatief glad zijn. Dit is voordelig aangezien dit niet de golfrollen sterk zal doen slijten of de snijbewerkingen zal belemmeren. Yoorts is de hechting van diverse lagen papier verbeterd, alsmede de 20 hechting aan andere materialen.
Yolgens een andere uitvoeringsvorm kunnen de kanalen worden gevormd door het evenwijdig aan elkaar extruderen van thermoplastische stroken op een laag van papier, waarbij de stroken dezelfde functie hebben als de geillustreer-25 de papierstroken. Echter kunnen de kunststofstroken een extra voordeel opleveren, dat hechtmiddellagen niet vereist zouden zijn, indien het kunststof zelf zich hecht aan de papierlagen. Eveneens kunnen de eigenschappen van de kunststofstroken worden gevarieerd door de toepassing van ver-30 schillende vulstoffen.
Yolgens een andere uitvoeringsvorm kan een thermoplastisch materiaal worden geextrudeerd over een papierlaag met een aantal evenwijdige metalen draden die daarop zijn aangebracht, zodat de draden in feite hun eigen kanalen defi-35 nieren en daarin vast worden gehouden na uitharden van het plastische materiaal. De hoogte van het plastische materiaal moet tenminste gelijk zijn aan de hoogte van de draad. Een tweede papierlaag kan aan het genoemde plastische materiaal worden gehecht terwijl het nog kleverig is.
40 Uit de vorenstaande discussie is duidelijk, dat binnen 8003864 -27- het kader van de uitvinding diverse varianten mogelijk zijn.
8003864

Claims (11)

  1. 2. Papieroonstructie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de eerste papierlaag bestaat uit een pa- 20 piervel (12; 130) met een aantal papierstroken (32; 122) die aan het papiervel zijn gehecht, welke papierstroken zodanig evenwijdig aan elkaar en op afstand van elkaar verlopen, dat de afstand tussen de stroken (32; 122) de breedte van de kanalen (31; 120) definiëren en de tegenover elkaar 25 gelegen oppervlakken van de eerste en de tweede papierlaag de hoogte van de kanalen definiëren, waarbij de tweede papierlaag (66; 160) gehecht is aan het aantal op onderlinge afstand verlopende stroken (32; 122).
  2. 3. Papierconstructie volgens conclusie 1 of 2, m e t 30 het kenmerk, dat deze een gegolfde, met draad versterkte papierconstructie (200; 402) is, die dwars op de in lengterichting zich uitstrekkende draden (52; 404) is gegolfd.
  3. 4. Papierconstructie volgens conclusie 1, m e t het 35 kenmerk, dat de met draad versterkte papierconstructie golf kanton (200 + 212; 200 + 262; 266 ; 272) is, dat tenminste bestaat uit een bekleding (212; 262; 272) en een gegolfd medium (200; 200; 266), welke bekleding (212; 262; 272) gehecht is aan de toppen aan één zijde van het gegolf- 40 de medium (200; 200 ; 266) en welke eerste papierlaag (32 + 800386# * -29- 12; 120 + 13Ο; 374· t 376) een deel is van de "bekleding of het gegolfde medium, waarbij de kanalen (31; 120; 382) gevormd zijn in de eerste papierlaag,
  4. 5. Papierconstructie volgens conclusie 4, m e t bet 3 kenmerk, dat de draden (52; 404) in de kanalen zijn aangebracht in zowel de bekleding (262; 406) als bet gegolfde medium (200; 402).
  5. 6. Papierconstructie volgens conclusie 1, m e t bet kenmerk, dat de papierconstructie golfkarton (200; 10 270; 400) is bestaande uit een gegolfd medium (200; 266; 402. en eerste en tweede bekledingsmedia (262; 264; 272; 406; 408), welk eerste bekledingsmedium (262; 272; 406) is gehecht aan de toppen aan één zijde van bet gegolfde medium (200; 266; 402) en welk tweede bekledingsmedium (264; 276; 15 408) is gehecht aan de toppen aan de andere zijde van het gegolfde medium (200; 266; 402), terwijl de draden (52; 274; 404; 412; 416) zijn aangebracht in de kanalen in tenminste twee van de media.
  6. 7. Papierconstructie volgens conclusie 6,met het 20 kenmerk, dat de draden (52; 274; 404; 412; 416) zijn aangebracht in kanalen in alle media (200; 262; 264; 402; 406; 408).
  7. 8. Papierconstructie volgens conclusie 6, m e t het o kenmerk, dat de in lengterichting zich uitstrekkende 25 draden (274) in de kanalen (278) van één (272) van de twee media (272; 276) lateraal zijn verschoven ten opzichte van de in lengterichting zich uitstrekkende draden (274) in de kanalen (278) in het andere medium (276).
  8. 9. Papierconstructie volgens conclusie 1, m e t het 30 kenmerk, dat de met draad versterkte papierconstructie golfkarton (400) is bestaande uit een gegolfd medium (402) en een paar bekledingsmedia (406; 408), waarbij één (406) van de bekledingsmedia gehecht is aan de toppen aan één zijde van het gegolfde medium (402), terwijl het andere 35 (408) van de bekledingsmedia gehecht is aan de toppen aan de andere zijde van het gegolfde medium (402), welk ene bekledingsmedium (406) bestaat uit een' eerste en een tweede versterkt papierlaminaat (410; 414) die aan elkaar zijn gelamineerd, waarbij de draden (412; 416) in kanalen van elk 40 van de eerste en tweede versterkte papierlaminaten (410; 8. u 3 8 6 4 4 % 9 -30- / 414. zijn aangebracht, waarbij de draden (412) in bet eerste versterkte papierlaminaat (410) zicb uitstrekken in een eerste richting, terwijl de draden (416) in het tweede versterkte papierlaminaat (414) zich uitstrekken in een tweede 5 richting, welke tweede richting hoofdzakelijk loodrecht staat op de eerste richting.
  9. 10. Papierconstructie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de met draad versterkte papierconstructie bestaat uit een eerste en een tweede versterkt 10 papierlaminaat (330; 340) die aan elkaar zijn gelamineerd, waarbij de draden (320; 380) in kanalen in elk van de eerste en tweede versterkte papierlaminaten (330; *40) zijn aangebracht, waarbij de draden (320) in het eerste versterkte papierlaminaat (330) zich uitstrekken in een eerste 15 richting, terwijl de draden (380) in het tweede versterkte papierlaminaat (340) zich uitstrekken in een tweede richting, welke tweede richting hoofdzakelijk loodrecht staat op de eerste richting.
  10. 11. Papierconstructie volgens een van de voorafgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat meer dan één metalen draad (150) in tenminste sommige van de kanalen (120) is aangebracht.
  11. 12. Papierconstructie volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in lengte- 25 richting zich uitstrekkende draden (52; 150) een dikte hebben tussen 0,254 en 0,381 mm. ***** 8003864
NL8003864A 1980-07-03 1980-07-03 Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. NL8003864A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8003864A NL8003864A (nl) 1980-07-03 1980-07-03 Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8003864 1980-07-03
NL8003864A NL8003864A (nl) 1980-07-03 1980-07-03 Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003864A true NL8003864A (nl) 1982-02-01

Family

ID=19835563

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003864A NL8003864A (nl) 1980-07-03 1980-07-03 Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8003864A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3094916A1 (fr) * 2019-04-11 2020-10-16 Smurfit Kappa France Carton ondule

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3094916A1 (fr) * 2019-04-11 2020-10-16 Smurfit Kappa France Carton ondule

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU676923B2 (en) Apparatus for winding stiffened coreless rolls and method
US5431279A (en) Wallboard bundling tape and method
US7850812B2 (en) Methods for manufacturing a paint roller and component parts thereof
US20020077234A1 (en) Paint roller with integrated core and cover and method and apparatus for production of same
DE69916634T2 (de) Klebefilm zur ausbildung einer schneidekante in kartonspendern
US8052037B2 (en) Paper products for dunnage and packaging and method of making same
CA2168195C (en) Device for dividing a moving web of paper
US4311746A (en) Corrugated paper board
US4232074A (en) Reinforced paper product and method for the manufacturing thereof
US3329547A (en) Method and apparatus for making a laminate with unbonded edge
US8071191B2 (en) Reinforced packaging webs
SU772476A3 (ru) Способ изготовлени слоистого материала
NL8003864A (nl) Versterkt papierprodukt en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US20040213970A1 (en) Reinforced packaging webs and method
EP1586523A2 (en) Automated waterproofing membrane winder
DE2409608C2 (de) Vorrichtung zum Behandeln eines Materialbandes aus zusammendrückbarem Fasergut und zugehörigem Verfahren
WO1997032717A1 (de) Vorrichtung zur herstellung eines röhrchens
US3551245A (en) Method and means for forming from and securing to thin wrapper webs a reinforced tear strip
GB2078609A (en) Reinforced paper products
CA1117914A (en) Method of making packages slip-proof
WO2000033776A1 (en) A method of producing an adhesive surface protective sheet that includes a gripping tab
US20030091779A1 (en) Cutting edge for dispenser cartons
NZ194109A (en) Wire reinforced paper structure
FR2487254A1 (fr) Structure de papier renforce par des fils metalliques
JPH039811B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed