NL8003373A - Ventilator voor het geleiden van lucht door een cirkelvormige opening. - Google Patents

Description

*>4 s *

Bf.O. 29.161 1 ~~

Ventilator voor het geleiden van lucht door een eirkelvormige opening.

Deze uitvinding "betreft een ventilator voor de geleiding van lucht door een cirkelvormige opening in een wand die twee aangrenzende ruimtes van elkaar scheidt, bestaande uit een waaier, die coaxiaal en draaibaar is bevestigd in bovengenoemde opening en <üe 5 bestaat uit een naaf met meerdere bladen en een bewegingsmecha-nisme dat, als de ventilator in werking is, het draaien van de waaier in de vastgestelde draairichting teweeg brengt. Elk blad van de waaier is aan de naaf bevestigd via een verbindingsstuk en het is radiaal begrensd door een binnenste uiteinde en door een buitenste 10 uiteinde, en aan de zijkanten door een voorste zijrand, welke dient om de omringende lucht te doorklieven, en door een achterste zijrand.

Deze uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op ventilatoren van het type omschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 15 nr. 35*928 van aanvrager. Bij ventilatoren van dit type zijn de voorste zijrand en de achterste zijrand van elk blad, tenminste met hun respectieve radiaal buitenste deel, naar voren gebogen ten opzichte van het overeenkomstige, aangrenzende deel dat radiaal meer naar.het middelpunt ligt.

20 Doel van deze uitvinding is de vorm van de waaier te verbete ren om daardoor een besparing van materiaal te verkrijgen bij de fabricage van de bladen en tegelijkertijd de verhouding te verbeteren tussen de door de waaier geproduceerde luchtstroom en het vermogen dat door het bewegingsmechanisme wordt verbruikt bij het 25 in beweging brengen van de roterende waaier.

Om dit doel te bereiken is een ventilator van het bovenvermelde type ontworpen, gekenmerkt door dat de voorste zijrand en de achterste zijrand van elk blad een profiel hebben in de vorm van een omgekeerde S.

30 De uitvinding zal nu worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvorm die de voorkeur verdient en die praktisch goed uitvoerbaar is, uitgebeeld in de tekeningen. Deze beschrijving dient ter verduidelijking, maar dient niet om deze ene vorm als exclusief voor te stellen.

35 Fig. 1 is een doorsnede van een ventilator volgens de uitvin ding, en fig. 2 is een zijaanzicht van een deel van fig, 1, pijl 2.

»n n x 7 77 2

Met 2 wordt de wand van een serre bedoeld, waarin een ventilator volgens de uitvinding is aangebracht. Wand 2 is voorzien van een opening met daarin een contourplaat 4· Aan de contourplaat 4 is binnenin een wand 7 vastgemaakt, parallel aan wand 2, met daarin 5 een cirkelvormige opening 8. De rand van de wand 17, die de cirkelvormige opening 8 begrenst, is omgebogen zodat een doorgang 9 wordt gevormd die de lucht in de opening 8 voert. In de opening 8 draait een waaier 10, waarvan de naaf 10a draaibaar is opgehangen aan een as X-X coaxiaal met genoemde opening 8. Naaf 10a heeft meerdere 10 radiale uitsteeksels 11, de spaken, aan elk waarvan een blad 12 is bevestigd. Blad 12 wordt aan de zijkanten begrensd door de randen 13 en 14» en radiaal door de buitenste rand 16 en de binnenste rand 15· De binnenste rand 15 begrenst het uiteinde van het blad dat radiaal het dichtst naar het midden ligt, dit is het deel waar-15 door het blad zelf verbonden is aan de naaf 10a via de spaak 11.

De bevestiging van blad 12 aan naaf 11 geschiedt door een aantal schroeven 17· Zijrand 14 is de achterzijde van het blad, terwijl zijrand 13 de voorzijde van het blad begrenst en dus de funktie heeft de lucht te doorklieven. Zijrand 13 heeft de vorm van een omgekeer-20 de S en bestaat uit een eerste, radiaal meer naar het midden gelegen deel 31» concaaf van vorm en een tweede, radiaal meer naar buiten gelegen deel 32, dat convex van vorm is. Deel 31 bestaat uit een binnenste deel 31a dat bijna rechtlijnig is en ongeveer in ra-diaalrichting verloopt, en uit een meer naar buiten gelegen deel 31h 25 dat naar voren gebogen is. Het deel 32 bestaat uit twee rechtlijnige delen 32b convergerend in de top 32a, een Y vormend die veruit draait in de draairichting van de waaier weergegeven op fig. 2 door pijl P. Met L wordt aangegeven het eindpunt van de binnenkant van de voorste rand 13 en met 3? wordt aangegeven het punt dat ra-30 diaal aan de buitenkant de rand 13 begrenst. De punten 1 en P zijn dus de punten waarop de voorste zijrand 13 aansluit op respectievelijk de binnenste rand 15 en de buitenste rand 16. Met XZ wordt aangeduid de radiale rechte lijn die de middellijn is van blad 10. Deze lijn XZ verdeelt dus het vlak van de axiale projectie van het 35 blad, zoals uitgebeeld op fig. 2 in twee gelijke delen 35 en 36.

Met bb is aangeduid de rechte lijn die door de punten L en P loopt. De rechte lijn b-b wijkt af ten opzichte van de rechte lijn XZ en vormt met deze een hoek B. Hoek B is circa 20°.

De achterrand 14 heeft eveneens de vorm van een omgekeerde S.

40 De rand 14 heeft een convex gebogen deel 35» radiaal meer naar het 80033 73 3 middelpunt gelegen, en een concaag gebogen deel 34 > dat radiaal meer naar de buitenkant is gelegen. De punten QR begrenzen de achterrand 14 rad’iaal, respectievelijk van het midden naar de buitenkant. Met c-c wordt aangegeven de rechte lijn die loopt door de 5 punten Q en S. De rechte lijn c-c helt naar voren ten opzichte van de rechte middellijn XZ van het blad en vormt met die rechte middellijn een hoek C. Doek C is ongeveer 20°.

Dank zij de bijzondere vormgeving van de zijranden 13 en 14 heeft het gehele blad 10 de vorm van een omgekeerde S die naar 10 naar voren helt ten opzichte van middellijn XZ. Bijgevolg is het radiaal buitenste deel 35 periferisch naar voren gebogen ten opzichte van deel 36 dat radiaal meer naar het middelpunt gelegen is.

Natuurlijk kunnen, zonder het principe van deze vinding te wijzigen, de vormen van de praktische verwezenlijking en details 15 van de uitvoering sterk gevarieerd worden vergeleken met wat hier beschreven en afgebeeld is, zonder daarmee buiten het kader van deze uitvinding te treden.

800 33 73

Claims (4)

1. Yentilator voor het geleiden van lucht door een cirkelvormige opening in een tussenwand, die twee aangrenzende ruimtes scheidt, bestaande uit een waaier, die coaxiaal is opgehangen, zodat hij draaibaar is in bovengenoemde opening, welke waaier omvat een naaf 5 met meerdere bladen en een bewegingsmechanisme dat tijdens het werken van de ventilator de rotatie van de waaier teweeg brengt in een vooraf bepaalde draairichting, waarbij elk blad van de waaier is bevestigd aan de naaf via een verbindingsstuk en radiaal wordt begrensd door een binnenste uiteinde en door een buitenste uiteinde en langs 10 de zijkanten door een voorste zijrand, die de taak heeft in de omringende lucht door te dringen, en door een achterste zijrand en waarbij de voorste zijrand en de achterste zijrand van elk blad, ten minste met hun respectievelijke radiaal buitenste deel, naar voren gekeerd zijn ten opzichte van het overeenkomstige aangrenzende 15 deel dat radiaal meer naar het midden ligt, gekenmerkt door dat de voorste zijrand (13) en de achterste zijrand (14) van elk blad (12) beide een profiel hebben in de vorm van een omgekeerde S.

2. Yentilator volgens conclusie 1, gekenmerkt 20. o o r dat het S-vormige profiel van de voorste zijrand (13) en het S-vormige profiel van de achterste zijrand (14) beide naar voren zijn gebogen ten opzichte van de richting van de radiale middellijn (XZ) van het blad (12) en dat het radiaal buitenste deel (35) van het blad ten opzichte van dat deel (36) van het blad dat radiaal meer 25 naar het midden gelegen is, naar vorem gebogen is in de draairichting (ï1) van de waaier.

3· Yentilator volgens conclusie 2, gekenmerkt door dat de inclinatiehoek (b) tussen de richting van de radiale middellijn (XZ) van het blad en de rechte lijn (b-b) die de uiterste pun-30 ten (L en P) verbindt van het S-vormige profiel van de voorste zijrand (13) en 4e inclinatiehoek (C) tussen eerder genoemde radiale richting (XZ) en de rechte lijn (c-c) die de uiterste punten (Q en R) verbindt van het S-vormige profiel van de achterste zijrand (14) beide tussen de 10°-40° liggen. 35

4· Yentilator volgens conclusie 3, gekenmerkt door dat het profiel van de voorste zijrand (13) van elk blad (12) in het radiaal meer naar buiten gelegen naar voren gebogen deel de vorm heeft van een wijd open Y (32), welke V zo is gericht dat hij de eigen top (32a) naar voren wendt met betrekking tot de draairich- 800 33 73 5 ~ ting (i1) van de waaier. 800 33 73