NL8003221A - Inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie. - Google Patents

Inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie. Download PDF

Info

Publication number
NL8003221A
NL8003221A NL8003221A NL8003221A NL8003221A NL 8003221 A NL8003221 A NL 8003221A NL 8003221 A NL8003221 A NL 8003221A NL 8003221 A NL8003221 A NL 8003221A NL 8003221 A NL8003221 A NL 8003221A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cassette
grenades
magazine
firearm
frame
Prior art date
Application number
NL8003221A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bofors Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bofors Ab filed Critical Bofors Ab
Publication of NL8003221A publication Critical patent/NL8003221A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A9/00Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
    • F41A9/82Reloading or unloading of magazines
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A9/00Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
    • F41A9/01Feeding of unbelted ammunition
    • F41A9/06Feeding of unbelted ammunition using cyclically moving conveyors, i.e. conveyors having ammunition pusher or carrier elements which are emptied or disengaged from the ammunition during the return stroke
    • F41A9/09Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines
    • F41A9/10Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines pivoting or swinging
    • F41A9/13Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines pivoting or swinging in a vertical plane
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A9/00Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
    • F41A9/01Feeding of unbelted ammunition
    • F41A9/06Feeding of unbelted ammunition using cyclically moving conveyors, i.e. conveyors having ammunition pusher or carrier elements which are emptied or disengaged from the ammunition during the return stroke
    • F41A9/09Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines
    • F41A9/20Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines sliding, e.g. reciprocating
    • F41A9/22Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines sliding, e.g. reciprocating in a horizontal direction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Warehouses Or Storage Devices (AREA)
  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)

Description

*'·
Inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie*
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie, granaten, voor een artilleriestuk, bestaande uit een vuurwapen dat in een affuit is aangebracht,een magazijn dat geplaatst is op de aan een elavatiebeveging onderworpen 5 massa van het vuurwapen, en een kanaal voor de toevoer van munitie, bijvoorbeeld een hijsas, welke loopt vanaf een münitieopslagplaats en via de onderzijde van het affuit naar de bovenzijde van het affuit. De inrichting bevat vervolgens een cassette voor munitie, welke verplaatsbaar is tussen een invoerstand en een uitvoerstand voor de 10 munitie., ïh de genoemde uitvoerstand is de cassette ingesteld met zijn uitvoeropening gekeerd naar een invoeropening van dat magazijn wanneer het vuurwapen een bepaalde elavatie aanneemt, zodat de munitie van de cassette via die openingen kan worden overgebracht naar het magazijn* 15 Het is bekend in inrichtingen voor de overdracht van munitie van de betreffende soort verplaatsbare cassettes voor munitie te gebruiken, welke kunnen worden verplaatst naar het magazijn wanneer het vuurwapen een bepaalde elavatie heeft*
Het is eveneens bekend bijvoorbeeld op schepen een vuurwapen van 20 groot kaliber te gebruiken en de munitie vanuit een hoofdopslagplaats onder het dek toe te voeren met behulp van één of een aantal munitie hefinrichtingen, waarvan de hijsassen of hijstrommels vervolgens . verticaal worden geplaatst. Het platform van het betreffende affuit is bovendien voorzien van openingen die, wanneer het vuurwapen in de 25 laadstand staat, geplaatst zullen zijn boven de munitie-hefinrichtingen. Voor vuurwapens en inrichtingatfvan de genoemde soorten voor het overbrengen van munitie is eveneens voorgesteld de munitie met de hand over te brengen naar laders die dan geplaatst zijn bij het vuurwapen 800 32 21 2 en die bij verschillende stadia bij het afvuren tot taak hebben munitie, die afkomstig is van de hefinrichtingen, over te brengen naar munitierekken die gebruikt vorden, en waarbij eveneens munitie vanuit de munitierekken wordt overgebracht naar het magazijn van het 5 vuurwapen.
Voor vuurwapens van hierboven beschreven soort bestaat onderandere de wens dat munitie automatisch kan worden overgebracht van de munitie-hefinrichtingen naar het magazijn van het vuurwapen. Ce vuurwapens zijn gewoonlijk snelvuurwapens en zijn in betrekkelijk kleine ruimten 10 geplaatst, derhalve kan het in verschillende omstandigheden moeilijk zijn de wens te vervullen dat een technisch goed werkende en snelle automatische overdracht van munitie plaats heeft. Deze problemen worden eveneens ernstiger wanneer aan dit soort inrichting voor het overbrengen van munitie de eis wordt gesteld dat deze eenvoudig is 15 uitgevoerd, zodat de installatie en het onderhoud op een redelijk pijl kunnen worden gehouden.
De uitvinding verschaft een cassette die wordt toegepast bij het automatisch overbrengen van munitie. De cassette is verplaatsbaar in een '.richting evenwijdig aan de elevatielijn van het vuurwapen, 20 waarbij de cassette bovendien zodanig is aangebracht ten opzichte van het magazijn van het vuurwapen dat de cassette kan verplaatsen over het magazijn op een hoogte boven die van het magazijn. De potentiële energie, welke aan de munitie kan worden gegeven wanneer deze wordt toegevoerd in de cassette, kan vervolgens gedeeltelijk of 25 geheel worden gebruikt voor de overdracht van de munitie vanuit de cassette naar het magazijn van het vuurwapen.
In verdere ontwikkelingen van de onderhavige uitvinding zijn maatregelen voor de constructie van de cassette voorgesteld alsmede voor de bevestiging daarvan aan het magazijn van het vuurwapen. Deze ont-30 wikkelingen omvatten eveneens een zogenaamd buffermagazijn, waarin munitie kan worden ingezet vanuit de cassette en omgekeerd. Voorts is de cassette verdubbeld zodat de helft van de over te brengen munitie naar een magazijn van het vuurwapen wordt overgebracht.
Naast de automatisering van de overdracht van munitie wordt vol-35 gens de uitvinding een technisch eenvoudige en compacte constructie 800 3 2 21 < a 3 verschaft, die geschikt is voor gebruik in beperkte ruimten, bijvoorbeeld irfeeschuttorensvoor artilleriestukken voor schepen.
De inrichting voor het overbrengen van munitie kan een grote capaciteit worden gegeven, terwijl de opslag van munitie in 5 speciale buffermagazijnen het laden van het magazijn van het vuurwapen mogelijk maakt zonder dat vereist is dat het vuurwapen in een bepaalde dwarsatand wordt geplaatst onder alle omstandigheden waarin een laden plaats moet hebben.
Daar de potentiële energie wordt gebruikt voor het over-10 brengen van munitie vanuit de cassette naar het magazijn van heb vuurwapen, behoeven geen speciale organen voor het overbrengen van munitie, welke werkzaam zijn met benedenwaartse verplaatsingen in het magazijn van het vuurwapen, te ..worden gebruikt tussen de betreffende cassette e» het magazijn.
15 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.
Fig. 1 toont in een achteraanzicht de delen van een vuurwapen dat is aangebracht in een geschuttoren met de nieuwe inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie tussen een munitie-20 hefinrichting «n het magazijn van het vuurwapen.
Fig. 2 toont een horizontaal aanzicht, (gezien volgens de pijlen A-A) van het vuurwapen en de inrichting volgens fig. 1.
Fig. 3 toont een zijaanzicht (gezien volgens de pijlen B-B) van het vuurwapen en de inrichting volgens de fig. 1 en 2.
25 Fig. U toont delen volgens de doorsnede, gezien volgens de pijlen A-^-A^) van het vuurwapen en de inrichting volgens fig. 2.
Fig. 5 toont delen in een doorsnede, gezien volgens de pijlen B^-B^ van het vuurwapen en de inrichting volgens fig. 2.
Fig. 6a toont in een horizontaal aanzicht een laadinrichting, 30 op zichzelf bekend, die gebruikt wordt voor de onderhavige inrichting.
Fig. 6b toont een zijaanzicht van de landinrichting volgens fig. 6a.
De fig. 1-3 tonen de delen van een automatisch vuurwapen, dat op zichzelf bekend is, voor een schip, op welke delen de uit-35 vinding betrekking heeft. Een in dwarsrichting geplaatste geschut- 800 3 2 21 4 toren is met 1 aangegeven. In de geschuttoren is een loop 2 zodanig aangebracht dat deze een elavatie kan ondergaan in een tapondersteu-ning 3. Het vuurwapen ondersteunt, twee magazijnen Π en 5, die zijn vastgezet op z'n elavatie massa en die symmetrisch rondom het ver-5 lengstuk van de hardlijn van de boring zijn geplaatst. Elk magazijn bestaat uit twee afdelingen Ha, Hb resp. 5a, 5b. Elke magazijnafdeling is voorzien van een invoeropening voor munitie, welke invoer-opening geplaatst is aan de bovenzijde He van elk magazijn. De invoeropeningen voor alle magazijnafdelingen zijn in hoofdzaak in 10 fig. 2 getoond, waarin is aangegeven dat de betreffende bovenzijde geheel open zijn, zodat munitie 6 in de afdelingen via de genoemde bovenzijden kan worden ingezet.
Het platform 1a van de geschuttoren 1 kan in een bepaalde dwarsstand worden ingesteld, met twee openingen 1b in het platform 15 over twee op het schip bevestigde heftrommels, die evenwijdig aan elkaar zijn, en waarvan één in fig. 3 met 7 is aangegeven. De heftrommels zijn uitgevoerd als munitie- hefinrichtingen, welke op zichzelf bekend zijn en die vanuit een munitie opslagplaats onder het dek de munitie in bundels van telkens twee granaten naar 20 de bovenzijde van het platform brengen. Elke heftrommel bedient z'n magazijn, één van de magazijnen H en 5* waarbij, aangezien de inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie voor elke hef-trommel gelijk is, slechts één hiervan in meer bijzonderheden hierna zal worden beschreven.
25 Boven de betreffende opening 1b in het platform, welke in een bepaalde dwarsstand van het geschut over de heftrommel kan worden geplaatst, is een gestel 8 aangebracht dat aan de bodem is voorzien van een trommel 9 die benedenwaarts door de opening tb is gericht, waardoor paren granaten uit de hefinrichting in het gestel kunnen 30 worden ingezet. In zowel de heftrommel 7 als de trommel 9 worden de paren granaten geleid door longitudinale geleidingsrails Tb en 9b. Het gestel heeft eveneens een dergelijke geleidingsrail 10 op z'n binnenwand.
In het gestel is een tuimelaar 11 aangebraebt die aan z'n 35 bovendeel op bekende wijze is ondersteund en die aan z'n benedendelen 800 32 21 < 3 5 eerste pallen 11a heeft- die kunnen samenverken met een achterflens op één van de granaten in het paar granaten dat in het gestel is ingezet. In fig. b staan twee granaten rechtop, die in het gestel zijn ingezet en die zijn aangegeven met 12 en 13, waarbij de genoemde 5 eerste pallen 11a en dan de achterflens van de granaat 13 grijpen.
De eerste pallen bevatten een deel dat op zij kan springen, op een op zichzelf bekende wijze, welk deel wanneer het paar granaten in het gestel is ingezet eerst op zij springt en vervolgens rondom de achterrand van de flens naar buiten schiet. Het paar granaten wordt 10 eveneens op een op zichzelf bekende wijze vastgehouden met behulp van een lader die hierna zal worden beschreven.
De tuimelaar 11 bevat eveneens tweede pallen 11b die in de getoonde stand van de granaten 12 en 13 de voorste delen van de granaat 13 grijpen. De tuimelaar wordt bediend door een hydraulische 15 cilinder 1¼. Vanuit een van de standen van de granaten 12 ai 13 afhankelijke opneemstand kan de tuimelaar aldus opwaarts slingeren naar de stand van de granaten die met 12' en 13' is aangegeven.
Tijlens deze beweging worden de granaten zijdelings gelad door twee geleidingsplaten 15a en 15b die aan de binnenzijde van het gestel 20 zijn geplaatst. Een klep 16 is in aangrijping met de lader die het paar granaten samen houdt bij het benedeneinde van de granaten. De klep houdt de granaten in de met 12' en 13' aangegeven standen vast wanneer de tuimelaar door de cilinder 1U wordt teruggeslingerd naar de opneemstand teneinde een nieuw paar granaten op te nemen. Een 25 drukeenheid 17« die geleid kan worden in een geleidingssleuf 18 in de wand van het gestel, is aangebracht bij de bfetreffende binnenwanden van het gestel. De aandrijfbeweging van de eenheid komt tot stand met behulp van een hydraulische cilinder 19· De geleidingsrail 10 is zodanig uitgevoerd dat deze op zij-kan springen teneinde mogelijk te 30 maken dat het paar granaten omhoog wordt gedraaid met behulp van de tuimelaar. Wanneer de tuimelaar zich in zijn ben eden stand bevindt wordt de geleidingsrail vergrendeld door de tuimelaar de geleidingsrail kan alleen op zij springen wanneer de tuimelaar begonnen is met z'n opwaartse slingering.
35 Het gestel 8 heeft een opening 8a die schuin is geplaatst en 800 32 21 6 die schuin opwaarts is gericht. De opening dient als een uitvoer-opening via welke het paar granaten 12' en 13' door de eenheid 17 uit het gestel worden gedrukt.
De nieuwe inrichting voor het overbrengen van granaten be-5 vat eveneens een cassette 20, waarnaar het paar granaten dat is afgevoerd uit het gestel 8, kan worden overgebracht. De cassette is onderandere ondersteund op een geleiding 21, die is aangebracht in steunen 22, 23, zodat deze evenwijdig is aan de hartlijn van de tappen. Aan z’n beneden zij de is de cassette op de geleiding 21 onder-10 steund via twee groepen wielen die op afstand van elkaar zijn aangebracht, welke resp. drie wielen 2k, 25, 26 hebben die kunnen samenwerken met de geleiding en die zijn opgesteld met een afstand tussen de wielen van 120^. Aan de bovenzijde is de cassette eveneens ondersteund in een geleidingsligger 27 die is aangebracht op een gestéL-15 deel 28, De cassette wordt in de geleidingsrail geleid via geleidings-rollen 29 of overeenkomende organen die het glijden vergemakkelijken. Eveneens loopt de geleidingsligger 27 evenwijdig aan de hartlijn van de tappen. Door middel van de hierboven beschreven constructie zal de cassette zijdelings verplaatsbaar zijn tussen een invoer-20 stand voor de granaten bij het gestel en een uitvoerstand voor de granaten bij het magazijn k.
De cassette bestaat uit twee afdelingen die in fig, 2 zijn aangegeven met 20a en 20b. Voor elke afdeling heeft de cassette een schuin geplaatste combinatie van een invoer- en uitvoeropening 20a' 25 voor granaten, naar beneden gericht. In de fig· 2, 3 en U is de afdeling 20a getoond en wel in de invoerstand van de cassette bij het gestel 8. Wanneer de afdeling 20a gedeeltelijk of geheel is gevuld met granaten kan de cassette zijdelings worden verplaatst zodat de afdeling 20b in de invoerstand bij het gestel zal komen, 30 dat wil zeggen de stand 20a in fig« 2. De zijdelingse verplaatsing van de cassette komttot stand door middel van een hydraulische cilinder 30, waarvan de zuiger samenwerkt met één zijwand van de cassette. In de invoerstand is de combinatie van invoer- en uitvoeropening op de onderzijde van de cassette gekeerd naar de uitvoer-35 opening 8a in het gestel zodat de granaten 12' en 13' door de een- 800 32 21 7 • i heid 17 inde cassette kunnen vorden gedrukt naar de met 12" en 13" aangegeven standen.
Aan de binnenzijde van de cassette zijn voor elke cassette-afdeling blokkeerorganen 31 aangebracht die beletten dat de granaten 5 12" en 13" uit de cassette glijden wanneer de eenheid 17 terugkeert teneinde klaar te zijn voor het naar buitendrukken van een nieuw paar granaten. Dë blokkeerorganen zijn uitgevoerd als sterwielen, waarmede de granaten 12" en 13", die naar buiten naar de cassette zijn gedrukt, kunnen samenwerken. Er is een as 31a die loopt vanaf 10 de sterwielen, en die een palwiel%-31b draagt, dat samenwerkt met een onder veerkracht staande pal, zodanig dat het palwiel alleen in een richting kan draaien. De pal kan worden vrijgemaakt door middel van een electromagneet 32, waarbij het palwiel vervolgens eveneens in de andere bewegingsrichting kan draaien.
15 Door middel van de genoemde electromagneet 32 heeft het afvoeren van granaten uit de cassette plaats wanneer deze in de uitvoerstand bij het magazijn k is geplaatst. De electromagneet kan vervolgens zodanig door impulsen worden geregeld dat bijvoorbeeld mogelijk wordt gemaakt dat voor elke impuls één paar granaten wordt 20 vrijgemaakt. Elke cassetteafdeling houdt 5‘ paren granaten vast, dat wil zeggen een totaal van 10 granaten, waarbij de gehele afdeling aldus met vijf impulsen zal zijn geledigd.
De cassette is verplaatsbaar ‘naar zijn uitvoerstand bij het magazijn k wanneer het vuurwapen een bepaalde elevatie aanneemt. De 25 bepaalde elavatie wordt in het uitvoeringsvoorbeeld verkregen wanneer het vuurwapen de maximale elevatie van 77° heeft. In de fig. heeft de loop een devatie van 0°. Wanneer het magazijn k naar binnen draait naar zijn laadstand zal een punt P van het magazijnjrondom de tapas op de radiale afstand B draaien. In de voerdingsstand van het maga-30 zijn zullen de invoeropeningen van het magazijn in hetzelfde vlak liggen als de uitvoeropening 8a van het gestel 8, dat wil zeggen in de fig. 3 en k zal het magazijn k een stand innemen die overeenkomt met de stand van het gestel 8. Aan zijn bovenzijde ondersteunt het magazijn een geleidingsligger 33, waarvan zijn einde in de laad-35 stand van het magazijn verbonden is met de geleidingsligger 27 zodat 800 32 21 8 de cassette kan verplaatsen over de magazijnafdelingen, geleid door de geleidingsligger 33. Ce zijdelingse verplaatsing kan dan zodanig plaatshebben dat de tvee afdelingen in de cassette elk zijn gekeerd naar zijn magazijnafdeling, of zodanig dat een willekeurige cassette-* 5 afdeling wordt geplaatst over een willekeurige magazijnafdeling, welk laatstgenoemde alternatief een grotere keuze verschaft wanneer de afdelingen van het magazijn worden gevuld met verschillende soorten munitie.
In fig. 2 is het eerst vermelde alternatief met de cassette** 10 afdelingen elk geplaatst over zijn magazijnafdeling, met 20' aangegeven. In fig. 2 is eveneens de bovenzijde van de cassette getoond die is voorzien van 8 inspectieholten 20c.
De inrichting voor het automatisch overbrengen van granaten bevat eveneens een buffermagazijn 3^, getoond in de fig. 2 en 5, 13 dat geplaatst is buiten het gestel 8, gerekend vanuit het vuurwapen.
Het buffermagazijn bestaat eveneens uit tvee afdelingen, die in fig. 2 schematisch zijn aangegeven met 3ta en 3½ en die elk 10 granaten of 3 paren granaten vasthouden. Het buffermagazijn is eveneens voorzien van een combinatie van invoer- en uitvoeropeningen 20 3ta voor de genoemde afdelingen, welke invoer- en uitvoeropeningen schuin zijn geplaatst en schuin opwaarts zijn gericht op een wijze die overeenkomt met een dezelfde stand als de uitvoeropening 8a van het gestel. De geleiding 21 en de geleidingsligger 27 lopen over het buffermagazijn zodat de cassette zijdelings over de afdelingen 25 3^a, 3^b van het buffermagazijn kan verplaatsen, waarbij de eassette- afdelingen vervolgens elk over hun buffermagazijnafdeling op één einde en tegelijkertijd kunnen worden geplastst, of een gekozen cassetteafdeling kan worden geplaatst over een gekozen afdeling van het buffermagazijn. Wanneer de cassette is geplaatst over het buffer-30 magazijn ligt de schuin geplaatste combinatie van invoer- en uitvoeropeningen op de benedenzijde van de cassette tegenover de schuin-opwaarts gerichte combinatie van invoer- en uivoeropeningen van het buffermagaz ijn.
Aan de binnenzijde van het buffermagazijn 3^ bevindt zich 35 een tuimelaar 35 resp. 36, voor elke afdeling. De tuimelaar wordt 800 32 21 r -i 9 aan zijn bovendelen ondersteund op een wijze die overeenkomt met die van de tuimelaar 11 in het gestel 8. Deze tuimelaars kunnen eveneens met behulp van hydraulische cilinders 37 resp. 38 worden gedraaid.
De cassette 20, het buffermagazijn 34, en het magazijn 4 5 van het vuurwapen zijn voorzien van inwendige geleidingsbanen voor de paren granaten, waarvan de geleidingsbanen voor de cassette en voor het buffermagazijn met 39 en 40 zijn aangegeven. De geleidingsbanen werken samen met de laders voor de resp. paren granaten, en maken het mogelijk dat de paren gr an at ei gemakkelijk tinnen de cassette 10 en het magazijn kunnen worden geplaatst. Een dergelijk geleiding is op zichzelf bekend en zal derhalve niet in meer bijzonderheden worden beschreven.
De genoemde geleidingsbanen zorgen er eveneens voor dat granaten, die zijn overgebracht uit het gestel, kunnen worden over-15 gebracht naar het buffermagazijn en wel met behulp van de potentiële energie welke de granaten hebben opgenomen in samenhang met de overdracht van het gestel naar de cassette, Eij het vrijmaken van het blokkeerorgaan 31, dat hierboven is beschreven, zullen de paren granaten naar beneden in het buffermagazijn glijden en wel met behulp 20 van de potentiële energie, zodat zij in aanraking zullen zijn met de tuimelaar 35 resp, 36, in de buffermagazijnafdelingen. Omgekeerd worden, wanneer de cassette granaten rondom het buffermagazijn opneemt, de granaten omhoog gedrukt inde cassette en wel met behulp van de tuimelaars 35, 36 en op een wijze die overeenkomt met de 25 overdracht uit het gestel 8 naar de cassette. De tuimelaars 35 resp.
36 zijn dat zodanig uitgevoerd dat eveneens het laatste paar granaten in de cassette kan worden gedrukt zonder een speciale drukeen-heid die overeenkomt met de eenheid 17.
Daar de paren granaten worden samengehouden in de lader en 30 het mogelijk moet zijn deze vrij te maken in het magazijn van het vuurwapen in samenhang met het* afvuren, moeten de granaten in het magazijn ten opzichte van elkaar iets verplaatst zijn. In fig. 2 is getoond hoe de granaten 6 in de paren afdelingen 4a, 4b resp. 5a, 5b tenopzichte van elkaar zijn verplaatst. Dit houdt in dat de cassette 35 zijn ten opzichte van elkaar verplaatste granaten in de twee afdelingen 800 32 21 10 20a, 20b op een overeenkomende wijze moet dragen, hetgeen op zijn beurt betekend dat de cassette longitudinaal verplaatsbaar moet zijn zodat deze verschillende longitudinale verplaatsingntanden ten opzichte van de uitvoeropening van het gestel 8 kan innemen. Voor dit 5 doel vordt de cassette ondersteund in een gestel dat op zijn beurt zijdelings verplaatsbaar is met de cassette, in overeenstemming met hetgeen hierboven is beschreven. Dit gestel ondersteunt einddelen 1*-1 en 1*2 die de organen 29 en resp. 2U, 25, 26, hierboven beschreven, voor het g makkelij ken voor het glijden ondersteunen. Op elke zijde 10 van de cassette is het gestel voorzien van tvee longitudinale zijdelen U3, 1*1*, 1*5. Op elke zijde is de cassette op de boven geplaatste zijde 1*3 resp. 1*5, op elke zijde, ondersteund via klamorganen 1*6 en 1*7, die zijn vastgezet op de buitenzijden van de zijwanden van de cassettes, en die de longitudinale verplaatsingen van de cassette 15 ten opzichte van het gestel mogelijkmaken.Aan hun einden hebben de bovengeplaatste zijdelen 1*3, 1*5 smalle delen, via welke de samenwerking met de klemorganen 1*6, 1*7 plaats heeft. De longitudinale verplaatsing van de cassette heeft via een hydraulische cilinder 20 d plaats, waarvan de zuiger kan samenverken met de cassette* 20 Voorts zijn de cassettes en de magazijnen voorzien van tastorganen, wéke niet nader zijn aangegeven, welke organen dienen voor het waarnemen van het aantal granaten en de standen van de granaten inde cassettes en de magazijnen. Teneinde de plaatsing van geleiders voor'de regeling en het aftasten op de verplaatsbare 25 cassette mogelijk te maken.is deze verbonden met een beschermend deksel 1*8, dat is samengesteld uit draaibare verbindingen die ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, welk deksel de geleiders beschermt tegen mechansche beschadiging, bijv. slijtage wanneer de cassette zijn zijdelingse beweging uitvoert.
30 De fig. 6a en 6b tonen een vel bekende lader die kan worden gebruikt voor de niéuwe inrichting, voor tvee 57 mm granaten. De lader is voorzien van der rollen 1*9 en 50, via welke de lader samenwerkt met geleidingsbanen 39, 1*0 in de cassettes en de magazijnen.
De lader is voorzien van pallen 51, 52, die bedienbaar zijn en die 35 samenverken met groeven in de achterflens van de resp. granaat. De 800 32 21 ψ « 11 lader heeft eveneens vdjmaakinrichtingen 53, 5^, die hedienbaar zijn in de magazijnen van het vuurwapen en in samenhang met het afvuren, zodat de granaten van de lader worden vrijgemaakt en in samenhang met het afvuren op bekende wijze kunnen worden uitgeworpen. Behalve de 5 pallen 51, 52 werkt de lader via geleidingsranden 55 en 56 samen met de resp. granaten.
De werking van de onderhavige inrichting zal thans in het kort worden beschreven.
Aangenomen wordt dat de cassette met één van zijn afdelingen 10 in de invoer stand bij het gestel 8 staat en dat het vuurwapen zich in een bepaalde dwarsstand bevindt waarbij de heftrommel via de ope-ningen 1b in het platform la onbedekt is. De paren granaten worden vanuit de munitieopslagplaats onder het dek via de munitiehefinrich-tingen, die op een op zichzelf bekende wijze in de heftrommel 7 aan-15 wezig zijn, naar het gestel 8 omhoog getransporteerd. De tuimelaar 11 van het gestel draait de resp. paren granaten omhoog naar de uitvoer-opening van het gestel, waarvan waaruit de eenheid 17 de resp. paren granaten in de betreffende cassetteafdeling drukt. Wanneer de cassetteafdeling gedeeltelijk of geheel is gevuld wordt de cassette 20 in de zijdelingse richting en in de longitudinale richting zodanig bediend dat z'n tweede afdeling in een stand voor het vullen van granaten komt. De cassette kan daarna worden verplaatst naar de stand over het vuurwapen dat dan onder een elavatiehoek staat zodat z'n magazijn 4\in de laadstand bevindt, waarna het gewenste aantal 25 granaten naar de magazijnafdelingen kan worden overgebracht en met behulp van de potentiële energie die aan de granaten wordt gegeven bij de overdracht vanuit het gestel. Eventueel kan de cassette zijdelings naar de stand over het buffermagazijn 3^ worden verplaatst, vaarnasgïe granaten kunnen worden overgebracht vanuit de cassette en 30 op de overeenkomende wijze naar het magazijn van het vuurwapen. Nadat de granaten zijn overgebracht naar één van de magazijnen U of 5 kan de cassette zijdelings worden verplaatst «or het opnemen van nieuwe // granaten, zodat voor het afvuren begint zovel de magazijnen als de cassettes met granaten zijn gevuld.
35 Nadat het magazijn van het vuurwapen gedeeltelijk of geheel 800 32 21 12 in samenzang met het afvuren is geledigd, kunnen de granaten die in de cassette zijn gebleven vorden overgebracht naar het magazijn van het vuurwapen. Bij een continu vuren kan de cassette granaten opnemen uit het buffermagazijn en deze overbrengen naar het magazijn 5 van het vuurwapen in een vuurpauze (s), hetgeen inhoudt'dat het vuur -wapen niet behoeft terug te keren naar de bepaalde dwarsstand wanneer de granaten in het magazijn van het vuurwapen en in de cassette zijn verbruikt.
Door een waarneming van de betreffende granaten in de 10 magazijnen en de cassettes kunnen de cassettes in afhankelijkheid van de vuuromstandigheden worden gecontroleerd, zodat een optimale overdracht van granaten kan worden verkregen. Een afvuren en voeden van munitie van verschillende soorten kan eveneens worden uitgevoerd en optimaal vorden geregeld. De nieuwe inrichting voor de automatische 15 overdracht van granaten bevat twee identieke helften van de uitrusting op beide zijden van het vuurwapen, waarbij de genoemde optimalisering dan eveneens betrekking heeft op de gecoördineerde regeling van de automatische overdracht van granaten in de twee helften.
20 De uitvinding is niet beperkt tot de getoonde uitvoerings vorm welke gevijzigd kan worden zonder dat het kader van de onderhavige uitvinding wordt verlaten. Zo kan bijv. het aantal afdelingen in de cassettes en de buffermagazijnen worden gewijzigd en is het eveneens mogelijk meer dan één buffermagazijn up elke zijde te 25 gebruiken. Het is eveneens mogelijk het ontwerp van de component eenheden in de nieuwe inrichting te wijzigen, waarbij de mogelijkheid aanwezig is in elke cassette een voedingsinrichting voor granaten op te nemen. Dergelijke voedingsinrichtingen zijn dan werkzaam in de cassette en gebruiken derhalve niet de bewegingen die optreden 30 in het magazijn van het vuurwapen.
De delen van de onderhavige inrichting voor een automatische overdracht van granaten voor vuurwapens van groot kaliber zijn gemakkelijk en op een doelmatige wijze te vervaardigen in een fabriek en zijn gemakkelijk op te nemen in het betreffende wapen, hetzij voor 35 een nieuwe inrichting hetzij voor een inrichting die reeds in gebruik 800 3 2 21 13 is, Op het betreffende wapen aangebracht is de nieuwe inrichting werkzaam zonde$/ënige wijzigingen vereist zijn op reeds bestaande uitrustingen,
Ih het kort samengevat heeft de uitvinding betrekking op een 5 inrichting voor het automatisch overbrengen van granaten voor een vuurwapen van groot kaliber, bijv. voor schepen e.d. Het vuurwapen bevat een magazijn dat is aangebracht op zijn aan een elevatie onderworpen massa, welk wapen is geplaatst onder een bepaalde elevatie bij het laden van het magazijn« Granaten worden getransporteerd van 10 een munitieopslagplaats, via de onderzijde van het affuit, naar de bovenzijde van het affuit. Een zijdelings verplaatsbare cassette is aangebracht voor het opnemen van granaten die daaraan zijn toegevoerd in een invoerstand; en in een uitvoerstand voor het overbrengen van granaten naar het magazijn wanneer dat de laadstand heeft ingeno-15 men. Voor de overdracht ven granaten van de cassette naar het magazijn van het vuurwapen wordt de potentiële energie van de granaten gebruikt, zodat geen speciale overbrengorganen, die werkzaam zijn in het magazijn, behoeven te worden gebruikt voor deze overdracht.
800 3 2 21

Claims (10)

1. Inrichting voor het automatisch overbrengen van granaten voor een artilleriestuk, bestaande uit een vuurwapen dat in een affuit is aangebracht, een magazijn dat is aangebracht op de aan 5 een elevatie onderworpen massa van het vuurwapen, en een kanaal voor de toevoer van granaten (hefas) welke zich uitstrekt vanuit een rnuni-tieopslagplaats en via de onderzijde van het affuit naar de bovenzijde van het affuit, waarbij een cassette verplaatsbaar is aangebracht tussen een invoerstand voor de granaten en een uitvoerstand, 10 waarin de cassette is geplaatst met zijn uitvoeropening gekeerd naar een in voer opening op het magazijn wanneer het vuurwapen een bepaalde elevatie heeft en de granaten via de openingen uit de cassette kunnen worden overgebracht naar het magazijn met het kenmerk, dat de cassette verplaatsbaar is in een richting evenwijdig aan de elevatie-15 lijn (3) van het vuurwapen en dat de cassette (20) zodanig is geplaatst dat deze in de genoemde uitvoerstand zich op een hoogte zal bevinden die hoger is dan die van het magazijn (b, 5) van het vuurwapen, zodanig dat een potentiële energie, gegeven aan de granaten in de cassette, kan worden gebruikt voor de overdracht van de 20 granaten vanuit de cassette naar het magazijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de cassette zodanig is uitgevoerd dat de uitvoeropening van de cassette eveneens dient als de invoeropening van de cassette, teneinde een combinatie van invoer- en -uitvoeropening van de cassette te vormen, 25 en dat de combinatie van invoer- en uitvoeropening schuin is geplaatst en gelegen is op de onderzijde van de cassette.
3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat deze is voorzien van een gestel (8) dat is aangevraagd bij de invoeropening bij granaten van de cassette welke geplaatst is boven de 30 mond van het voedingskanaal voor de granaten in het affuit, waarbij het gestel (8) is voorzien van een schuin geplaatste .uitvoeropening (8a) die omhoog is gericht, waarbij de combinatie van invoer- en uitvoeringsopening van de cassette kan worden geplaatst in een zodanige stand dat deze is gekeerd naar de invoerstand van de 35 cassette. 800 32 21 Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat deze is voorzien van een tuimaLaar (11) die in het gestel is aangebracht en die granaten (12, 13) kan grijpen die via het kanaal (7) in het gestel omhoog vorden gevoerd en die de granaten in samenhang met de 5 uitvoeropening (da) van het gestel omhoog draait.
5. Inrichting volgens conclusie 1+ met het kenmerk dat een eenheid (1?) voor de bediening van een granaat is aangebracht, die de granaten,welke door de tuimelaar naar de uitvoeropening van het gestel omhoog zijn gedraaid, in de cassette (20), geplaatst over de 10 uitvoeropening van het gestel, verplaatst.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de cassette blokkeerorganen (31, 32) heeft die granaten vasthouden welke in de invoerstand van de cassette in de cassette zijn ingezet, \earbij de blokkeerorganen kunnen worden vrijgemaakt 15 in de uitvoerstand van de cassette boven het magazijn van het vuurwapen.
7. Inrichting volgens één der conclusies 2-6 met het kenmerk dat een buffermagazijn (3¼) aanwezig is met een schuin geplaatste combinatie van invoer- en uitvoeropening, opwaarts gericht, waartegen 20 de cassette kan worden geplaatst met z'n combinatie van invoer- en uitvoeropening (20a'), waarbij de granaten vanuit de cassettes naar de buffermagazijnen kunnen worden overgébracht met behulp van de potentiële energie, gegeven aan de granaten in de cassettes, en waarbij de granaten vanuit het buffermagazijn naar de cassettes kunnen 25 worden overgebracht met behulp van een tuimelaar (35» 36) voor het buffermagazijn.
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de cassette is voorzien van twee evenwijdige afdelingen voor granaten en dat de cassette kan worden bediend voor een plaatsing 30 van afzonderlijke afdelingen in de invoer- en uitvoerstanden van de cassette met betrekking tot het gestèl (8).
9. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de cassette voor zijn zijdelingse beweging wordt geleid op geleidingen (21) die zich evenwijdig aan de elevatieas van het 35 vuuswdpen en bij de benedendelen van de cassette uitstrekken, waarop 800 32 21 ι6 de cassette kan worden verplaatst via geleidingsorganen, zoals ge-leidingsrollen, geleidingsvielen of dergelijke, en eveneens op een eerste geleidingsligger (27) die is aangebracht op de bovendelen van de cassette en waarbij een tweede geleidingsligger (33) is geplaatst 5 op de bovendelen van het magazijn (k, 5) van het vuurwapen, die in de genoemde bepaalde elevatie van het vuurwapen in aanraking is met z'n einden tegen heteinde van de eerste geleidingsligger, en waarbij de cassette, teneinde een longitudinale verplaatsing van de cassette mogelijk te maken, is opgehangen in een gestel waarin de cassette 10 longitudinaal kan worden verplaatst.
10. Inrichting volgens de conclusie 8 of 9, welk vuurwapen is voorzien van twee magazijnen en twee kanalen voor de toevoer van granaten met het kenmerk dat elk magazijn (H, 5) en het bijbehorende kanaal voor de toevoer van de granaten z'n cassette, z'n gestel en 15 z'n buffermagazijn heeft, en dat de buffermagazijnen geplaatst zijn aan de buitenzijde van de gestellen, gezien vanuit het vuurwapen.
11. Inrichting voor de automatische overdracht van granaten voor een vuurwapen, in hoofdzaak zoals aangegeven in de beschrijving en/of afgeheeld in de tekening. 800 32 21
NL8003221A 1979-06-07 1980-06-03 Inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie. NL8003221A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7904948 1979-06-07
SE7904948A SE428247B (sv) 1979-06-07 1979-06-07 Anordning for automatisk overforing av skott vid en artilleripjes

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003221A true NL8003221A (nl) 1980-12-09

Family

ID=20338223

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003221A NL8003221A (nl) 1979-06-07 1980-06-03 Inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4395936A (nl)
JP (1) JPS5653397A (nl)
CA (1) CA1153231A (nl)
CH (1) CH648406A5 (nl)
DE (1) DE3020482A1 (nl)
FR (1) FR2458786A1 (nl)
GB (1) GB2052024B (nl)
IT (1) IT1144064B (nl)
NL (1) NL8003221A (nl)
SE (1) SE428247B (nl)
YU (1) YU42975B (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4495853A (en) * 1982-07-13 1985-01-29 Fmc Corporation Fixed elevation automatic loading system for fixed ammunition
FR2553875B1 (fr) * 1983-10-21 1988-04-15 Creusot Loire Dispositif d'alimentation et de chargement tout azimut et tout site d'une arme en munitions
DE3702426A1 (de) * 1987-01-28 1988-08-11 Rheinmetall Gmbh Einrichtung zum lagern und laden von munition in einem turm
EP0403776A1 (de) * 1989-06-22 1990-12-27 Werkzeugmaschinenfabrik Oerlikon-Bührle AG Patronenmagazin und Patronenzuführvorrichtung
DE3928614A1 (de) * 1989-08-30 1992-10-08 Wegmann & Co Kampffahrzeug, insbesondere kampfpanzer
IT1400435B1 (it) * 2010-06-04 2013-05-31 Oto Melara Spa Elevatore per munizioni.
RU2618309C2 (ru) * 2015-03-11 2017-05-03 Открытое акционерное общество "Машиностроительный завод "Арсенал" (ОАО "МЗ "Арсенал") Система питания артиллерийского автомата боеприпасами
RU2618310C2 (ru) * 2015-06-17 2017-05-03 Открытое акционерное общество "Машиностроительный завод "Арсенал" (ОАО "МЗ "Арсенал") Питатель автомата артиллерийской корабельной установки

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE401401B (sv) * 1975-02-19 1978-05-02 Bofors Ab Anordning for automatisk ammunitionshantering
CH596533A5 (nl) * 1976-03-30 1978-03-15 Oerlikon Buehrle Ag

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5653397A (en) 1981-05-12
YU146880A (en) 1983-04-30
IT8048858A0 (it) 1980-06-02
YU42975B (en) 1989-02-28
CA1153231A (en) 1983-09-06
US4395936A (en) 1983-08-02
DE3020482C2 (nl) 1989-08-03
FR2458786A1 (fr) 1981-01-02
CH648406A5 (de) 1985-03-15
DE3020482A1 (de) 1981-01-29
GB2052024A (en) 1981-01-21
JPH0135280B2 (nl) 1989-07-24
SE428247B (sv) 1983-06-13
IT1144064B (it) 1986-10-29
GB2052024B (en) 1982-12-08
SE7904948L (sv) 1980-12-08
FR2458786B1 (nl) 1983-12-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0105101A2 (en) Automatic ammunition loading system for a large caliber cannon
NL8003221A (nl) Inrichting voor het automatisch overbrengen van munitie.
EP0784778B1 (en) Ramming system
US5811721A (en) Ammunition feeder
US4632011A (en) Automatic loader for an armored vehicle having a rotatable turret
US4011794A (en) Magazine-loading device for grenade launchers
RU156694U1 (ru) Магазин корабельной артиллерийской установки
GB2120759A (en) Revolving turret of an armoured combat vehicle having an automatic loading device
US4690031A (en) Automatic loader for an armored vehicle having a rotatable turret
US4064786A (en) Method and device for automatic ammunition handling
CA1040910A (en) Ammunition magazine for a tank gun
NL8103878A (nl) Houder voor het opnemen en de toevoer van een patroon.
US4700609A (en) Autoloader for military vehicle
NO922462L (no) Skuddmater for lading og toemming av et vaapenmagasin
GB1490112A (en) Loading device for a large-bore firearm
RU198043U1 (ru) Магазин корабельной артиллерийской установки
GB1564368A (en) Catridge-feeding device for an atuomatic firearm
GB2255621A (en) Ammunition storage and feed in an armoured vehicle
US4939980A (en) Tank turret magazine system with a primary magazine and an additional magazine
US1422678A (en) Ammunition hoisting and loading apparatus for ordnance
US2905056A (en) Feeder device for the automatic loading of guns
EP1248066B1 (fr) Procédé et système de chargement d&#39;une arme montée sur un navire
US593227A (en) Mechanism for quick piking ordnance
US638677A (en) Magazine-gun.
US2404277A (en) Multibarrel machine gun

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed