NL8003180A - Stroomdeler voor een meettransformator. - Google Patents

Description

N/29.530-St/f. *

Stroomdeler voor een meettransformator.

De uitvinding betreft een stroomdeler voor een meettransformator voor het potentiaalvrij meten van stromen, met een uit een metaalstrook gevormde stroomgeleider die de totale te meten stroom voert en die in de richting van 5 de stroom vóór een meetplaats in een meetleiding en een shuntleiding is verdeeld, welke leidingen zich achter de meetplaats weer tot de oorspronkelijke stroomgeleider verenigen, waarbij de meetleiding in een het meetsysteem van de meettransformator vormend magnetisch circuit naar binnen 10 steekt.

Uit het Duitse "Auslegeschrift" 2.734.729 is een meettransformator voor het. potentiaal vrije meten van stromen bekend, waarbij de te meten stroom met behulp van een stroomdeler als bovenbeschreven in een meetstroom en een 15 shuntstroom wordt verdeeld en waarbij alleen de door de meet-stroombaan vloeiende stroom in de eigenlijke meettransformator voor de meting wordt gebruikt.

De uitvinding beoogt een stroomdeler van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die over een 20 groot meetbereik van de meettransformator met-een kleine,te verwaarlozen fout werkt.

De stroomdeler volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de metaalstrook bestaat uit een in de langs-richting daarvan lopende strip en twee langsbanden, welke 25 strip en banden zich aan de beide korte strookzijden weer in strookeinddelen tot het oorspronkelijke profiel van de metaalstrook verenigen, waarbij de strip als meetleiding dient en de banden de shuntleiding vormen, waartoe de strip enerzijds en de banden anderzijds zo zijn vervormd, dat zij 30 in verschillende richtingen uitsteken, en waarbij voorts de banden elk ten minste êên U-vormig gebogen deel met dicht naast elkaar liggende benen vormen.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvormen van de stroom-35 deler, bij de bespreking waarvan nog andere gunstige constructieve maatregelen naar voren zullen komen.

Fig. 1 is een aanzicht van een metaalstrook voordat daaruit een stroomdeler is gevormd; 800 3 1 60 4" > -2- fig. 2 rs een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de stroomdeler volgens de uitvinding ; fig. 3 is een dergelijk perspectivisch aan-5 zicht als fig. 2 van een tweede uitvoeringsvorm van de stroomdeler; fig. 4 is een ander perspectivisch aanzicht •van de stroomdeler van fig. 3; en fig. 5 is een perspectivisch aanzicht van 10 een deel van een derde uitvoeringsvorm van de stroomdeler.

In de fig. zijn overeenkomstige onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

In fig. 1 is een bij voorkeur uit koper bestaande, langwerpige metaalstrook 1 in de uitgangstoestand 15 afgebeeld,voordat daaruit een stroomdeler is gevormd. Bij deze uitvoeringsvorm zijn in de metaalstrook twee in de langsrichting lopende sleuven 5 uitgeponst, die symmetrisch ten opzichte van de middenlangsas van de strook 1 liggen en op enige afstand van de korte strookzijden eindigen. De 20 beide sleuven 5 sluiten aldus een smalle strip 4 tussen zich in, terwijl ter weerszijden van deze sleuven banden 6 en 7 zich zijn gevormd, die~in de aan de smalle strookzijden gevormde einddelen 2 en 3 van de strook 1 samen met de strip 4 weer tot Het oorspronkelijke strookprofiel verenigen. Inplaats 25 van het vooraf uitponsen van de sleuven 5 ter vorming van de strip 4 is het ook mogelijk om de strip 4 rechtstreeks uit te snijden bij de hieronder beschreven buigbewerking van de mehaalstrook 1. De strip 4 dient als meetleiding, hetgeen inhoudt, dat het door deze strip 4 vloeiende deel van de 30 stroom met behulp van het magnetische circuit van een niet getekende meettransformator wordt bepaald, terwijl de banden 6 en 7 als shuntleiding dienen. Bij het buigen van de metaalstrook 1 wordt deze zo vervormd, dat de strip enerzijds en de beide banden 6 en 7 anderzijds in verschillende rich-35 tingen uitsteken, waarbij echter de langsassen van de banden 6 en 7 en de langsas van de strip 4 loodrecht op het vlak van de oorspronkelijke metaalstrook 1 gericht blijven.

De banden 6 en 7 worden U-vormig gebogen, zodanig, dat de benen van de ü zeer dicht naast elkaar liggen, 40 zodat de door de shuntstroom opgewekte strooivelden elkaar 8003180 v «ï -3- althans nagenoeg opheffen.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 2 vormt het tussen de beide benen van de U-vormig gebogen banden 6 en 7 lopende symmetrievak ook het symmetrievlak van de uit de strip 5 4 gevormde meetleiding. Deze meetleiding heeft de vorm van een cirkelvormige ring met twee evenwijdige en dicht naast elkaar liggende toevoerleidingen 9. De ring 8 zelf vormt de primaire wikkeling van een in de tekening niet afgebeelde meettransformator, die de door de ring 8 vloeiende stroom 10 magnetisch bepaalt.

De toevoer van de totale stroom vindt plaats door middel van twee stroomrails 10 en 11, die in de fig. 2 en 4 met streeppuntlijnen zijn aangeduid en die bijvoorbeeld door hardsolderen al op andere geschikte wijze met de ook 15 in de gebogen toestand van de metaalstrook 1 nog in eenzelfde vlak liggende einddelen 2 en 3 van de strook elektrisch geleidend zijn verbonden.

Bij de uitvoeringsvorm van fig. 2 zijn de banden 6 en 7 en de strip 4 in tegengestelde richtingen uit-20 gebogen, waarbij dankzij het gemeenschappelijke symmetrievlak van deze delen de stroomdeler met relatief eenvoudige werktuigen kan worden gevormd. Anderzijds krijgt bij deze uitvoering de stroomdeler een relatief grote bouwdiepte.

De uitvoeringsvorm van de fig. 3 en 4 is in 25 dit opzicht gunstiger en neemt minder ruimte in beslag.

De banden 6 en 7 zijn hier tweemaal ü-vormig gebogen en vormen een bij benadering gesloten lus, waarbij de beide U-vormige delen van elke band een gemeenschappelijk been 12 hebben, terwijl de beide andere benen 13 en 14 elk aan hun 30 einde met een rechthoekige ombuiging 15 resp. 16 op de einddelen 2 en 3 van de metaalstrook 1 aansluiten. Het tussen de benen 12 en 13, 14 lopende symmetrievlak staat hier loodrecht op het symmetrievlak van de meetleiding 4, 8, die op dezelfde wij ze-als afgebeeld in fig. 2 uit de strip 4 ge-35 vormd is. De einddelen 2 en 3 van de metaalstrook 1 zijn weer aan stroomrails 10 en 11 vastgesoldeerd.

De uitvoeringsvorm van fig. 5 biedt een verdere verbetering, doordat de metaalstrook 1 buitenwaarts van zijn verdeling in de strip 4 en de banden 6,7 in zijn eind-40 delen 2 en 3 een toegevoegde ombuiging 17 heeft, waarvan de 8003180 -4- buigrichting dezelfde draaizin heeft als de betrokken eerste ombuiging 15 resp. 16- De aldus verkregen dubbel omgezette uiteinden van de strookeinddelen 2 en 3 liggen in een vlak, dat evenwijdig ligt aan het tussen de benen 12 en 13 resp. 14 5 lopende symmetrievlak. Daardoor kunnen de uiteinden van deze einddelen 2 en 3 tegen de voorzijden van de dicht naast elkaar liggende stroomrails 10 en 11 worden vastgesoldeerd.

De afstand tussen deze stroomrails hoeft dan niet groter te zijn dan voor de elektrisdhe isolatie daartussen nodig 10 is, hetgeen gunstig is voor de compensatie van het door de stroom in de stroomrails opgewekte strooiveld.

De beschreven stroomdelers zijn in het bijzonder geschikt voor toepassing in meettransformatoren voor statische elektriciteitsmeters. Daarbij kunnen zij bovendien 15 zowel voor het bepalen van het meetbereik als voor het ijken van de elektriciteitsmeter dienen. Bij overigens gelijkblijvende elektronische meetinrichting is het namelijk mogelijk om met verschillend gedimensioneerde stroomdelers verschillende meetbereiken van de elektriciteitsmeter te verkrijgen.

20 De meetbereiken worden bepaald door een passende keuze van de verhoudingen tussen de doorsnede-oppervlakken van de strip 4 en van de banden 6 en 7, waarbij het doorsnede-oppervlak van de strip 4 steeds slechts een breukdeel van het doorsnede-oppervlak van de beide banden 6 en 7 bedraagt. Bij 25 voorkeur wordt de bij een bepaald stroomdelertype behorende doorsnedeverhouding eerst in lichte mate ten gunste van de doorsnede van de banden 6 en 7 verschoven, dus de doorsnede van deze banden iets te groot gedimensioneerd.

Ter compensatie van niet te verhinderen onnauwkeurigheden 30 bestaat dan de mogelijkheid om elke afzonderlijke meter individueel te ijken door in geringe mate materiaal van de banden 6 en 7 weg te nemen. Aldus kan de meter op eenvoudige wijze worden afgesteld.

Met de beschreven uitvoeringen van de stroom-35 deler is het mogelijk om de de primaire wikkeling van de meet-transformator vormende ring 8 op eenvoudige wijze op voldoende afstand van de beide als shunt dienende banden 6 en 7 te plaatsen. Er is dan voldoende plaats voor de meettransforma-tor en voor de afscherming daarvan tegen vreemde velden, ter-40 wijl de invloed van het strooiveld van het door de banden 6 300 3 1 80 -5- en 7 vloeiende stroomdeel gering is.

De einddelen 2 en 3 van de stroomdeler behoeven niet met stroomrails 10 en 11 te worden verbonden, maar kunnen ook rechtstreeks tot aansluitklemmen zijn gevormd.

S00 3 1 80

Claims (7)

1. Stroomdeler voor een meettransformator voor het potentiaalvrij meten van stromen, met een uit een me-taalstrook gevormde stroomgeleider, die de totale te meten stroom voert en die in de richting van de stroom vóór een 5 meetplaats in een meetleiding en een shuntleiding is verdeeld, welke leidingen zich achter de meetplaats weer tot de oorspronkelijke stroomgeleider verenigen, waarbij de meetleiding in een het meetsysteem van de meettransformator vormend magnetisch circuit naar binnen steekt, met het 10 kenmerk, dat de metaalstrook (1) bestaat uit een in de langsrichting daarvan lopende strip (4) en twee langs-banden (6,7), welke strip en banden zich aan de beide korte strookzijden weer in strookeinddelen (2,3) tot het oorspronkelijke profiel van de metaalstrook verenigen, waarbij 15 de strip (4) als meetleiding dient en de banden (6,7) de shuntleiding vormen, waartoe de strip enerzijds en de banden anderzijds zo zijn vervormd, dat zij in verschillende richtingen uitsteken, en waarbij voorts de banden' elk ten minste éên U-vormig gebogen deel met dicht naast elkaar liggende 20 benen (12, 13, 14) vormen.

2. Stroomdeler volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de strip (4) in de nog niet gebogen metaalstrook (1) symmetrisch ten opzichte van de banden (6,7) ligt.

3. Stroomdeler volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het tussen de beide benen van de U-vor-mig gebogen banden (6,7) lopende symmetrievlak ook het symmetrievlak van de uit de strip (4) gevormde meetleiding (8,9) is.

4. Stroomdeler volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de banden (6,7) tweemaal U-vormig gebogen zijn en een bijna gesloten lus vormen, waarvan de U-vormige delen een gemeenschappelijk been (12) hebben, terwijl de andere benen (13, 14) van de U-vormige delen 35 met een rechthoekige ombuiging (15, 16) op de einddelen (2,3) van de metaalstrook (1) aansluiten, waarbij het tussen de benen (12, 13 resp. 14) lopende symmetrievlak loodrecht op het symmetrievlak van de uit de strip (4) gevormde 800 3 1 80 'l -1- % meetleiding (8, 9) staat.

5. Stroomdeler volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de einddelen (2,3) van de metaal-strook (1) buitenwaarts van de onderverdeling van de strook 5 in de strip (4) en de banden (6,7) elk een toegevoegde ombuiging (17) hebben, waarvan de buigrichting dezelfde draaizin als de betrokken eerste ombuiging (15 resp. 16) heeft, waarbij de aldus gevormde dubbelomgezette uiteinden van de einddelen (2,3) in een vlak liggen, dat evenwijdig aan het tussen de 10 benen (12, 13 resp. 14) lopende symmetrievlak ligt.

6. Stroomdeler volgens één der voorafgaande conclusies, gekenmerkt door de toepassing in meet-transformatoren voor statische elektriciteitsmeters, waarvan de meetbereiken bij overigens gelijkblijvende elektronische 15 meetinrichting door passende keuze van de verhouding van het doorsnede-oppervlak van de strip (4) tot het doorsnede-oppervlak van de banden (6,7) variabel zijn.

7. Stroomdeler volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de stroomdeler zelf door het afne- 20 men van materiaal van de banden (6,7) daarvan voor de individuele ijking van elke afzonderlijke elektriciteitsmeter dient. . 8003180 *