NL8003026A - Prothese, in het bijzonder voor cervicale artrosis. - Google Patents

Description

* 4 UT.0.29.086

Prothese, in het bijzonder voor cervicale artrosis

De uitvinding heeft betrekking op een prothese, in het bijzonder voor cervicale artrosis.

Bij de behandeling en voorkoming van cervicale artrosis, is het bekend om een speciale prothese te gebruiken welke is be-5 stemd om het hoofd van een patiënt ten opzichte van de schouders onder spanning te houden. De tot nu toe beschikbare prothesen bevatten in hoofdzaak twee halfbuisvormige organen die met elkaar kunnen worden verbonden via een beschrijvende lijn, en welke zijn bestemd om met één einde te rusten op lagere delen van de kin en 10 de nek en met het andere einde op de schouders via een opblaasbaar kussen. Als fluidum naar dit kussen wordt gevoerd brengt dit de genoemde organen ten opzichte van de schouders omhoog en bepaalt dit op deze wijze een trekspanning in het hoofd van de patiënt.

Omdat elke patiënt zijn eigen anatomische vorm bezit, zijn 15 dergelijke prothesen tot nu toe in verschillende standaard maten vervaardigd. Tengevolge van het noodzakelijk beperkte aantal maten waarin de prothesen kunnen worden vervaardigd, is er echter altijd een bepaald aantal patiënten dat geen gebruik kan maken van dergelijke prothesen. Anderzijds zou een toeneming in het aantal van 20 dergelijke maten leiden tot een buitensporig hoge kostprijs voor dergelijke prothesen.

Het doel van de uitvinding is een prothese te verschaffen voor het behandelen en voorkomen van cervicale artrosis, die de hierboven genoemde nadelen van de tot nu toe bekende prothesen niet 25 of in veel mindere mate bezit.

Volgens de uitvinding wordt een prothese verschaft, in het bijzonder voor cervicale artrosis, welke is gekenmerkt doordat dit een draagfreem bevat bestemd om te rusten op de schouders van een patiënt, een opblaasbaar kussen dat kan worden geplaatst tussen 30 het genoemde freem en de schouders, een vormbare constructie bevestigd aan het freem, en ten minste een eerste en een tweede onder-steuningsorgaan verbonden met de genoemde constructie, waarvan elk respectievelijk is bestemd om zodanig te worden geplaatst dat het samenwerkt met lagere delen van de kin en de nek van de patiënt; 35 fluidum dat aan het kussen wordt toegevoerd maakt dat het freem ten opzichte van de schouders omhoog beweegt en op overeenkomstige wijze een trekspanning in het hoofd van de patiënt opwekt.

800 3 0 26 2

De uitvinding zal thans nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening waarin hij wijze van voorbeeld enige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 geeft schematisch een perspectivisch aanzicht weer 5 van een eerste uitvoeringsvorm van een prothese vervaardigd volgens de uitvinding.

Fig. 2 geeft schematisch een perspectivisch aanzichtweer van een tweede uitvoeringsvorm van een prothese volgens de uitvinding.

, Fig. 3 geeft een gedetailleerd bovenaanzicht weer van de pro-10 these volgens fig. 2.

Fig. 4 geeft een gedeeltelijke doorsnede weer van de prothese weergegeven in fig. 3·

Fig. 1 geeft een prothese weer voor cervicale artrosis, in zijn geheel aangeduid met het verwijzingsgetal 10, en welke een 15 ondersteuningsfreem 11 bevat bestemd om te rusten op de schouders (niet weergegeven) van een patient, waarbij een kussen 12 is geplaatst tussen het freem 11 en de schouders, en een vormbare constructie 13 is bevestigd aan het freem 11 via instelblokken 14> door middel waarvan het mogelijk is om de positie van de genoemde 20 constructie ten opzichte van het freem 11 in te stellen.

In het bijzonder heeft het freem 11 een ïï-vorm en bestaat dit in hoofdzaak uit evenwijdige tegenover elkaar liggende armen 15 die zodanig zijn gebogen dat deze een basis vormen voor het steunen op de schouders van een patiënt. Een uitsteeksel 16 steekt in een 25 tussenpositie uit elk van de genoemde armen, en werkt als een ondersteuning voor een blok 14, waaraan het uitsteeksel is verbonden door middel van een schroef 17. De laatstgenoemde kan van buitenaf worden bediend door middel van een knop 18, waarmede de afstand tussen naar elkaar gekeerde tegenover elkaar liggende oppervlakken 30 van een blok 14 en het uitsteeksel 16 kan worden ingesteld.

De constructie 13 bevat een voorste U-vormig element 19 en een achterste U-vormig element 20, waarvan de einden grijpen in overeenkomstige zittingen die in de blokken 14 zijn aangebracht.

In het bijzonder is elk eind van het element 19 in lengterichting 35 verschuifbaar in de betreffende zitting in het blok 14» en. kan in elke gewenste positie worden vergrendeld door middel van een knop 21 die inwerkt op een betreffende schroef, niet weergegeven, die radiaal samenwerkt met het genoemde einde. Het genoemde U-vormige element 19 ondersteunt in zijn midden een geprofileerd orgaan 22 dat 40 een uitholling 23 bezit die is gevoerd met elastisch vervormbaar 800 30 26 * * 3 materiaal 24 en zodanig is gevormd dat deze een ondersteunend orgaan vormt voor de kin van de patiënt.

Aan de achterzijde tie vat het ïï-vormige element 20 van schroefdraad voorziene einden die zijn bestemd om samen te werken met een 5 van schroefdraad voorziene knop 25» die, als deze wordt gedraaid, het element 20 in lengterichting beweegt. Met het laatstgenoemde element zijn twee platen 26 verbonden die zijn bekleed met elastisch vervormbaar materiaal 27» die zijn bestemd om samen te werken met, betreffende onderste delen van de nek van de patiënt.

10 Het kussen 12 kan worden opgeblazen door een pomp 28 die met het kussen is verbonden via een buigzame buis 29» waaraan een schroef is bevestigd om de lucht, die zich in het kussen 12 bevindt, te laten wegstromen. Een drukmeter 51 is verbonden met de buis 29» waardoor de luchtdruk in het kussen 12 voortdurend kan worden 15 waargenomen.

fig. 2 geeft een tweede uitvoeringsvorm van een prothese vervaardigd volgens deuitvinding» welke in zijn geheel is aangegeven met het verwijzingsgetal 55· In het bijzonder bevat de prothese 55 in hoofdzaak hetzelfde freem 11 en hetzelfde kussen 12 als die welke 20 zijn beschreven aan de hand van de prothese 10, maar bevat een vormbare constructie 36 die is vervaardigd volgens een ander principe dan dat welke is toegepast voor het vervaardigen van de constructie 13 volgens fig. 1.

De constructie 56 is bevestigd aan verticale wanden 34 die op-25 staan vanaf het freem 11 in plaats van aan de uitsteeksels 16 volgens fig. 1, en bevat een voorste gestel 37 en een achterste gestel 38, welke beide een U-vorm bezitten. Elk van deze gestellen 37 en 38 bevat in hoofdzaak twee staven 39 waarvan een eerste einde draaibaar is bevestigd om een ondersteuningspen 40 en he.t tweede einde is ver-30 bonden met een voorste dwarsorgaan 41 en respectievelijk een achterste dwarsorgaan 42 via buisvormige blokken 43· Door deze blokken te bewegen, waarvan de constructie hierna aan de hand van fig. 3 en 4 nader zal worden beschreven, is het mogelijk om de afstand van elk dwarsorgaan 41 of 42 ten opzichte van hun ondersteuningspen 40 in 35 te stellen. 33¾ de genoemde pen strekt zich vanaf elke staaf 39 een aanhangsel 44 uit voorzien van een van schroefdraad voorziene doorgaande boring, die niet is weergegeven, waarin een schroef 45 kan worden geschroefd door middel van een knop 46. Aan het tegenover liggende einde van deze knop is elke schroef 45 afgerond (niet weer-40 gegeven) om samen te werken met het daar naartoe gekeerde oppervlak 800 3 0 26 4 van een wand 47 die zich in dwarsrichting uitstrekt vanaf de wand 34.

Zoals beschreven aan de hand van fig. 1 is een concaaf orgaan 22 dat inwendig is gevoerd met elastisch vervormbaar materiaal in 5 het midden op het voorste dwarsorgaan 41 bevestigd, en is draaibaar aangebracht om een ondersteuningspen 49 die is verbonden met een aanhangsel 50 dat uitsteekt vanaf het dwarsorgaan 41·

Aan zijn achterzijde heeft het dwarsorgaan 42 een zeshoekige dwarsdoorsnede en draagt twee bussen 51 die in axiale richting 10 schuifbaar daarover zijn, waarvan elk door middel van een draag-srbaaf 52 een draagorgaan 53 ondersteunt dat in een zodanige positie kan worden gebracht dat dit samenwerkt met een onderste deel van de nek van de patiënt.

Het systeem voor het op de juiste plaats brengen van elk or-15 gaan 53 wordt hierna aan de hand van fig. 5 en 4 nader beschreven.

Yerwijzend naar fig. 4 kan de positie die wordt aangenomen door de staaf 52 langs het zeshoekige dwarsorgaan 42 worden vastgezet door middel van een knop 54» door middel waarvan een schroef 55 wordt geschroefd totdat het einde daarvan in aanraking komt met 20 een overeenkomstig zijvlak van het genoemde zeshoekige dwarsorgaan 42. Het andere einde van elke staaf 52 bevat aan de zijkant een vertanding % die frontaal samenwerkt met de vertanding 57 die zijdelings is aangebracht aan een einde van een tweede staaf 58· Door middel van een knop 59» welke een schroef bedient, die verder 25 niet is weergegeven, kunnen de vertandingen 58 en 57 axiaal uit aangrijping met elkaar worden gebracht waarna de helling van de staaf 58 ten opzichte van de staaf 52 naar wens kan worden versteld. Tenslotte is de staaf 58 met één einde verbonden met het draagorgaan 53 door middel van een kogelsehamier 60.

50 Fig. 5 geeft een geprofileerde verstijvingsplaat 61 weer waarmede de blokken 43 met elkaar zijn verbonden en die ook is voorzien van een aanhangsel 62 dat is verbonden met een centraal deel van het genoemde dwarsorgaan 42.

De constructie van één van de blokken 43 wordt hierna nader 55 beschreven aan de hand van fig. 4· Elk van deze blokken bevat een buisvormig orgaan 65 dat schuifbaar is langs de staaf 59 en dat taps toeloopt naar het vrije einde van de genoemde staaf. De laatstgenoemde bevat in lengterichting een zijdelingse vertanding 64 waarmede een getand koppelingsorgaam 65 in aangrijping staat, welk 40 orgaan is ondergebracht binnen het buisvormige orgaan 63. Dit orgaan 800 3 0 26 5 4 « wordt fomtaal in aangrijping met de vertanding 64 gedrukt door de verende werking uitgeoefend door veren 66, en bevat een geleidings-pen 67 die schuifbaar is in een niet weergegeven zitting aangebracht in het orgaan 63.

5 De werking van de prothesen 10 en 35 wordt hierna nader be schreven, waarbij de begintrappen van aanpassing aan het hoofd van een patiënt afzonderlijk voor elk zal worden beschreven.

Verwijzend naar fig. 1 wordt het freem 11 aangebracht om de nek van een patiënt door de geprofileerde constructie 13 tijdelijk 10 te verwijderen door elke knop 21 los te draaien. Als het freem is aangebracht, wordt de constructie 13 naar zijn plaats teruggebracht en worden de knoppen 18, 21 en 25 achtereenvolgens geleidelijk aangedraaid totdat het concave orgaan 22 en de platen 26 nauwkeurig in aanraking zijn met de kin en de nek van de betreffende patiënt.

15 Zoals kan worden gezien kunnen het concave orgaan 22 en de platen 26 in de prothese 10 ten opzichte van het freem 11 worden bewogen door een combinatie van bewegingen volgens een systeem van cartesiaanse coördinaten.

Verwijzend naar fig. 2, 3 en 4 wordt het freem 11 om de nek 20 van een patiënt geplaatst door het dwarsorgaan 41 tijdelijk uit te trekken door de blokken 43 los te maken van de betreffende staven 39. Dit wordt gedaan door het koppelingsorgaan 65 naar boven te drukken vanaf de buitenzijde om dit uit aangrijping te brengen van de vertanding 64 van de staaf 39, waardoor het buisvormige orgaan 25 63 kan schuiven langs de staaf 39 totdat dit buiten aangrijping daarvan komt. Na het terugbrengen van de staaf 39 > worden het voorste gestel 37 en het achterste gestel 38 tegelijkertijd geleidelijk bewogen totdat het concave orgaan 48 en de draagorganen 53 respectievelijk in aanra^king zijn met de kin en de nek van de 30 patiënt. In het geval van het voorste gestel 37 kan of de schroef 45 worden bediend door de knop 48 om de staaf 39 om de pen 40 te laten draaien of kan het koppelingsorgaan 65 worden bediend om het dwarsorgaan 41 ten opzichte van de pen 40 te bewegen zoals hiervoor vermeld. Verder wordt, omdat het concave orgaan 48 draaibaar om de 35 draagpen 49 is bevestigd, dit altijd aangepast aan de omtrek van de kin van de patiënt.

In het geval van het achterste gestel 38 kan men het dwarsorgaan 42 eerst een beweging ten opzichte van de pen 40 laten maken door elk van de koppelingsorganen 65 van de blokken 43 te bedienen.

40 Hier wordt de beste positie van de draagorganen 53 gezocht door de onn7 n 9« 6 ondersteuningskassen 51 langs het dwarsorgaan 42 te laten schuiven, waarbij deze bussen in hun beste positie kunnen worden vergrendeld door de schroef 55 (fig. 4) bediend door de knop 54· De positie die wordt aangenomen door de draagorganen 55 kan verder fijn worden in-5 gesteld door de meest geschikte hoekpositie tussen de staven 58 en 52 te zoeken en deze positie te vergrendelen door de knop 59 naar beneden te schroeven, door middel waarvan de vertandingen 58 en 57 frontaal met elkaar in aangrijping zijn gebracht (fig. 3)· Verdere verstellingen van de organen 53 zijn mogelijk omdat deze zijn be-10 vestigd op de kogelschamieren 60.

Tenslotte kan elke staaf 39 worden gedraaid om zijn onderst euningspen 40 door de schroeven 45 door middel van hun knoppen 48 te bedienen.

In dit tweede geval zijn het concave orgaan 48 en de draag-15 organen 53 van de prothese 35 beweegbaar ten opzichte van het freem 11 door middel van een combinatie van bewegingen volgens een systeem van pool-coiJrdinaten.

Verwijzend naar fig. 1 en 2, wordt, als de prothesen 10 en 35 zijn aangepast aan het hoofd van de patient, het kussen 12 opge-20 blazen door de pomp 28 te bedienen, waarbij tegelijkertijd de druk in het kussen wordt gecontroleerd door middel van de drukmeter 31· Hierdoor wordt het freem 11 ten opzichte van de schouders van de patient omhoog bewogen, waardoor een trekspanning wordt overgebracht op het hoofd van de patient hetzij via de geprofileerde constructie 25 1 3 van de prothese 10 hetzij via de geprofileerde constructie 36 van de prothese 35·

Een onderzoek van de eigenschappen van de prothesen vervaardigd volgens de uitvinding geeft aan dat deze de hiervoor vermelde doeleinden kunnen bereiken.

30 In dit opzicht kan elk van de genoemde prothesen op perfecte wijze worden aangepast aan elke anatomische bouw, en verder direct • door de patient zelf worden ingesteld, die derhalve de beste spanningsconditie kan kiezen.

Daarom is het alleen maar noodzakelijk om één maat van prothesen 35 volgens het ontwerp volgens de fig. 1 of 2 te vervaardigen, waardoor een aanzienlijk besparing in produktiekosten kan worden bereikt en ook de noodzakelijkheid wordt vermeden prothesen met niet goede afmetingen in voorraad te houden, zoals tot nu toe het geval is geweest tengevolgejvan het feit dat de prothesen standaard afmetingen 40 bezitten.

800 3 0 26 ï w 7

Tenslotte zal het duidelijk zijn dat hinnen het kader van de uitvinding wijzigingen kunnen worden aangebracht aan de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen vervaardigd volgens de uitvinding.

Zo kunnen bijvoorbeeld de uitsteeksels 16 of verticale wanden 5 34 met liet freem 11 worden verbonden door middel van een ringvormige geleiding, bijvoorbeeld met een trapeziumvormige dwarsdoorsnede, waardoor het hoofd van de patient kan draaien terwijl het hoofd onder spanning wordt gehouden.

• Tenslotte kunnen, hoewel de prothesen 10 en 13 zijn beschreven 10 in het bijzonder in verband met hun gebruik bij cervicale artrosis, bijvoorbeeld ook worden gebruikt voor het stilhouden van het hoofd in het geval vanesn breuk of verdraaiing, zonder te treden buiten het kader van de uitvinding.

ft 0 0 3 0 26

Claims (16)

1. Prothese, in het bijzonder voor cervicale artrosis, met het kenmerk, dat de prothese een draagfreem bevat dat is bestemd om te rusten op de schouders van een patiënt, 5 een opblaasbaar kussen dat kan worden geplaatst tussen het genoemde freem en de schouders, een vormbare constructie bevestigd op het freem, en ten minste een eerste en een tweede draagorgaan verbonden met het freem, waarvan elk respectievelijk is bestemd om zodanig te worden geplaatst dat het samenwerkt met onderste delen van de 10 kin en de nek van de patiënt terwijl middelen zijn aangebracht om fluïdum toe te voeren naar het kussen voor het omhoog bewegen van het freem ten opzichte van de schouders en dientengevolge het opwekken van een trekspanning in het hoofd van de patiënt.

2. Prothese volgens conclusie 1,met het kenmerk, 15 dat het freem een ïï-vorm bezit.

3. Prothese volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de vormbare constructie een paar U-vormige organen bevat die met hun respectievelijke einden zijn verbonden met het freem en die respectievelijk het genoemde eerste en tweede draagorgaan 20 dragen.

4· Prothese volgens conclusie 3 , waarbij elk van de genoemde U-vormige organen in hoofdzaak een paar armen bevatten die met één einde zijn verbonden met het freem, en een dwarsorgaan dat is verbonden met het tweede einde van de genoemde armen, met het 25 kenmerk, dat de prothese middelen bevat voor het instellen van de afstand van het dwarsorgaan ten opzichte van een gebied van het freem waarmee het genoemde eerste einde van de armen is verbonden.

5. Prothese volgens conclusie 4» met het kenmerk, 30 dat elk van de genoemde armen een zijvertanding aan zijn tweede einde bevat terwijl buisvormige organen zijn bevestigd aan de daartegenover liggende einden van het genoemde dwarsorgaan, waarbij elk buisvormig orgaan schuifbaar is langs de genoemde arm en een vertanding bevat die is bestemd om frontaal in aangrijping te 35 komen met de genoemde vertanding van de genoemde arm tegen de werking van veermiddelen in.

6. Prothese volgens conclusie 4» met het kenmerk, dat elk van de genoemde armen aan het genoemde eerste einde van schroefdraad is voorzien en in aangrijping staat met een overeen- 40 komstige schroefdraad in een handgreep verbonden met het freem, 800 30 26 waarbij draaiing van de knop maakt dat het genoemde eerste einde van de genoemde arm axiaal beweegt.

7. Prothese volgens één der conclusies 1 - 5) m e t het kenmerk, dat genoemde eerste einde van elk van de genoemde 5 armen draaibaar is bevestigd om een ondersteuningspen die is verbonden met het freem, terwijl middelen zijn aangebracht voor het instellen van de hoekpositie die wordt aangenomen door de genoemde arm.

. 8. Prothese volgens één der conclusies 4 - 7> h e t het 10 kenmerk, dat genoemde eerste ondersteuningsorgaan dat is bestemd om samen te werken met een deel van de kin van de patiënt is aangebracht aan de voorzijde op het dwarsorgaan van het genoemde U-vormige orgaan.

9. Prothese volgens conclusie 8, met het kenmerk, 15 dat het genoemde eerste ondersteuningsorgaan draaibaar is aangebracht om het genoemde dwarsorgaan.

10. Prothese volgens één der conclusies 4 - 9> m e t het kenmerk, dat het genoemde ondersteuningsorgaan dat is bestemd om samen te werken met een deel van de nek van de patiënt aan de 20 achterzijde is aangebracht op het dwarsorgaan van het genoemde ïï-vormige orgaan.

11. Prothese volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het genoemde tweede ondersteuningsorgaan schuifbaar is gemonteerd langs het genoemde dwarsorgaan, terwijl middelen zijn aange-25 bracht om de positie, die wordt aangaaomen door het genoemde tweede orgaan ten opzichte van het genoemde dwarsorgaan vast te houden.

12. Prothese volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat het genoemde tweede orgaan met het genoemde dwarsorgaan is verbonden door middel van.een paar staven die onder een hoek verstel-30 baar met elkaar kunnen worden verbonden.

13· Prothese volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat elk van de genoemde staven aan een einde een cirkelvormige zij-vertanding bevat die losmaakbaar in aangrijping kan worden gebracht met een vertanding aan een daartegenover liggende staaf,

14. Prothese volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het genoemde tweede draagorgaan is aangebracht op een kogelscharnier.

15. Prothese volgens een der voorgaande conclusies, m e t het kenmerk, dat de genoemde constructie met het freem is verbon-40 den door middel van een ringvormige geleiding waardoor de genoemde ft 0 0 3 0 26 constructie ten opzichte van het freem kan draaien.

16. Prothese, in het bijzonder voor cervicale artrosis, zoals beschreven aan de hand van de tekeningen. 800 30 26