NL8002969A - Hangend dak. - Google Patents
Hangend dak. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8002969A NL8002969A NL8002969A NL8002969A NL8002969A NL 8002969 A NL8002969 A NL 8002969A NL 8002969 A NL8002969 A NL 8002969A NL 8002969 A NL8002969 A NL 8002969A NL 8002969 A NL8002969 A NL 8002969A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- roof
- cables
- cable
- suspended
- fixed points
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B7/00—Roofs; Roof construction with regard to insulation
- E04B7/14—Suspended roofs
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Working Measures On Existing Buildindgs (AREA)
Description
< ....... - ύτ * - N.0. 28651 1
Hangend dak.
De uitvinding Heeft "betrekking op een Hangend dak, ondersteund door tenminste drie vaste punten waarvan de dragende dakstructuur in Hoofdzaak bestaat uit een kabel-constructie waarop een weerbestendige dakbedekking is aan-5 gebracht, met Hemelwaterafvoer naar de zijkanten.
Hangende dakconstructies zijn reeds in velerlei vorm bekend. Zo beschrijft de Nederlandse octrooiaanvrage 68.01792 een constructie waarbij een verstijvingsligger of verstijvingsboog gedragen wordt door een in boogvorm tussen 10 vaste punten opgehangen op trek belaste kabel. Het Neder-r lands octrooischrift 64.846 beschrijft een overkapping met enigszins buigzame schenkels welke een functie vervullen vergelijkbaar met de baleinen van een paraplu. Een elastische overkapping wordt aldus verkregen, van welke met na-15 druk vermeld wordt dat hij zich onderscheidt van een stijve overkapping.
Daarnaast zijn overkappingen van het tenttype bekend welke allen een elastische, niet-stijve overkapping vormen. Daarbij is in vele gevallen de verspanning van de zijwanden 20 een integraal deel van de eigenlijke overkapping. Kenmerkend bij overkappingen van het tenttype is de gespannen kabelconstructie met meer of minder uitgesproken doorhanging of zeeg.
Tot de nadelen van de bovenbeschreven bekende hangende 25 daken behoort onder meer het feit dat isolatie, in het bijzonder thermische isolatie, moeilijk en slechts gebrekkig uitvoerbaar is. Ook de stabiliteit van de uitwendige belasting, meer in het bijzonder onder windbelasting is bij deze daken twijfelachtig en vaak uitgesproken slecht. De 30 voordelen tegenover vaste dakconstructies op starre spanten zijn onder meer gelegen in de relatief eenvoudige opbouw en de veelal lage kostprijs, het lage eigen gewicht en vaak de eenvoudige fundatie.
De uitvinding beoogt nu een hangend dak te verschaffen 35 dat de voordelen van een kabelstructuur combineert met die van een conventioneel stijf dak.
net hangend dak, zoals in de aanhef omschreven, wordt nu volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat het wezen- 800 2 9 69 * * 2 lijke deel van de dragende dakstructuur met behulp van een minimum aan op druk belaste verbandstaven tot spanten met een zekere spanthoogte is verstijfd, een en ander zodanig dat onder alle belastingcondities van eigen gewicht, 5 sneeuw, wind enzovoort, in alle kabels steeds een trek-spanning aanwezig is, zodat de dakbedekking stijf van aard kan zijn, zoals van beton.
Omdat de dakstructuur ervoor bestemd is om uiteindelijk een stijf dak te kunnen dragen en te vormen, worden met be-10 hulp van kabels stijve spanten geconstrueerd door een mini_ mum aan op druk belaste verbandstaven tussen de kabels te plaatsen teneinde de vereiste spanthoogte te verkrijgen. Op de verkregen stijve dakstructuur kan evenwel ook een buig-slap dak van het tenttype aangebracht worden.
15 Verder wordt het dak daardoor gekenmerkt dat er vanaf de vaste punten geleide diagonale hoofdspankabels zijn, welke bij elkaar komen om de nok van het dak en de dakkammen te vormen en dat er gevellijnkabels zijn, waarbij de dakdalen tussen elk tweetal vaste punten uitmonden op de gevellijn-20 kabel. Het eerder genoemde hemelwater wordt aldus op natuurlijke wijze naar de zijkanten van het dak geleid en kan vandaar door middel van regenpijpen afgevoerd worden.
Verder is elke gevellijnkabel met één einde bevestigd aan een van de vaste punten, en is glijdend over het naburi-25 ge vaste punt omgeleid naar de nok van het dak en vervult daarbij de functie van diagonale hoofdspankabel en is van een spaninrichting voorzien, terwijl ter plaatse van de daknok alle diagonale hoofdspankabels met elkaar verbonden zijn. Dankzij deze voorkeursuitvoeringsvorm is de span-30 ning in een gevellijnkabel en de diagonale hoofdspankabel bij benadering dezelfde en, voor het geval het dak symmetrisch belast wordt, ook bij benadering gelijk aan de spanning in alle andere overeenkomstige kabels, althans voor zover het dak en de vaste punteËeSymmetrische plattegrond 35 vertonen. Hierbij zij opgemerkt dat het bovenstaande niet geldig hoeft te zijn wanneer de plattegrond van het dak asymmetrisch is. Een van de belangrijke voordelen van het dak volgens de uitvinding bestaat daaruit dat het nagenoeg elke willekeurige plattegrond kan overdekken. Dit geldt 40 uiteraard ook voor de vaste punten.
8002969 3 ·’· -i °m het dak volgens de uitvinding te kunnen spannen wordt het verder daardoor gekenmerkt dat tegen iedere gevellijnkabel tenminste een verbandstaaf met zijn ene einde in hoofdzaak loodrecht op de kabel geplaatst is, van welke 5 staaf het andere einde met kabels verbonden is met dezelfde vaste punten waartussen de gevellijnkabel gespannen is, en dat het andere einde van elke verbandstaaf met een kruis-verbandkabel verbonden is met de nok of via de nok met een ander einde van een van de andere verbandstaven. ^et eigen-10 lijke spannen van de dakstructuur is mogelijk doordat in het punt waar het ene einde van de verbandstaaf aan de gevellijnkabel bevestigd is, een naspankabel aangrijpt en in hoofdzaak vertikaal omlaag gespannen is naar een vast punt. Dankzij deze constructie monden de dakdalen uit tussen elk 15 tweetal ter weerszijden gelegen vaste punten en zijn daarbij lager gelegen dan de vaste punten, levens wordt door toepassing van de verbandstaaf bereikt dat de gevellijnkabel ondanks het naspannen, in een vertikaal vlak kan verlopen.
Het zal duidelijk zijn dat op overeenkomstige wijze met 20 behulp van loodrecht op de betrokken kabel aangebrachte verbandstaven alle kabels welke de dakstructuur vormen tot spanten verstijfd kunnen worden. Bij grote overspanningen kunnen extra tot spanten gevormde kabels aangebracht wor-r den. Met het oog op de dakbelasting zijn de verbandstaven 25 in hoofdzaak vertikaal gericht terwijl ten behoeve van het windverband en om verdere stabiliteitsoverwegingen verbandstaven in diverse richtingen in in hoofdzaak horizontale vlakken eveneens toegepast kunnen worden volgens de boven beschreven kenmerken van de uitvinding. Zijn bepaalde sec-30 ties van de hoofd- of kruiskabels relatief lang dan kunnen zij door meer dan een verbandstaaf gestijfd zijn tot spant.
Verder kan erop gewezen worden dat de daknok in ver-tikale zin lager kan liggen dan een of meer der vaste punten, zolang althans de vanuit de daknok uitgaande dakdalen 35 voldoende verval behouden naar de gevellijnkabels toe.
Doordat er een grote vrijheid ontstaat door de toegepaste dakstructuur kunnen onder het eigenlijke dakvlak gelegen spantkabels bijvoorbeeld in een horizontaal vlak gelegd worden doch ook onder zekere hellingen teneinde 40 onder het hangend dak bevestigingselementen te vormen voor 8002969 » * ' 4 bijvoorbeeld verlichtingsornamenten, hijsinricbtingen en andere binnenhuis-voorzieningen.
Het dak volgens de uitvinding wordt verder daardoor gekenmerkt dat de kabels en/of verbindingsstaven van de 5 dakstructuur die de bovenkant van het dakvlak bepalen in hoofdzaak ingebed zijn in het stijve dak* Hiermee wordt bereikt dat het onderhoud van deze dakstructuurelementen tot een minimum kan worden beperkt en dat de dakbedekking isolerend tegen trillingen en temperatuursinvloeden op die 10 elementen werkt. Slijtage door schuiven over de kabels wordt aldus eveneens voorkomen.
Verder bestaat het dak uit tenminste een bovenste grof mazig dragend net en uit een op afstand eronder gelegen fijn mazig net, waarbij tenminste het onderste fijnmazige net 15 stevig verankerd is aan de zwak voorgespannen dakstructuur en dat het net of beide netten tesamen met het naspannen van de dakstructuur tot de definitieve bedrijfsspanning gespannen is of zijn, alvorens tenminste een eerste laag van de dakbedekking aangebracht wordt. Zoals uit het voren-20 staande blijkt wordt allereerst op de vaste punten de dakstructuur bestaande uit de kabels en de verbandstaven aangebracht en zover voorgespannen dat bij benadering de gewenste geometrie bereikt is. Vervolgens worden de netten aangebracht en verankerd aan de kabels, waarna het geheel, 25 inclusief de netten tot bedrijfsspanning wordt nagespannen met behulp van de in hoofdzaak vertikaal omlaag gerichte naspankabels. Gedurende het naspannen worden de eerder genoemde dakdalen in het dakvlak gevormd en komen de dak-kappen en de nok op hoogte. Dankzij de bovenbeschreven 50 werkwijze is het mogelijk de voorgespannen dakstructuur reeds in lichte mate te belasten, onder meer met enige arbeidskrachten welke de netten leggen en verankeren. Na het naspannen van de structuur en de netten wordt een stijfheid bereikt vergelijkbaar met die van klassieke uit 35 staven opgebouwde vakwerkspanten.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bestaat het hangend dak volgens de uitvinding uit een onderste fijnmazig (bekistings-)net en uit een op afstand erboven gelegen grofmazig net waarbij de dakbedekking op het fijn-40 mazige net gestort of gespoten is in een eerste laag met .* ^ * -*s λ * n .
O i» v L· v υ 3
- ~ I
5 zodanige dikte dat daarop, na eventuele verharding, het grofmazige net als wapening gelegd wordt. Daarop komt dan de tweede laag, zodat het grofmazige net ingebed is. Indien het grofmazige net voldoende grofmazig is, kan de 5 eerste laag er eventueel doorheen opgebracht worden. De grof- respectievelijk fijnmazigheid van de netten wordt niet alleen door sterkteoverwegingen bepaald doch ook door overwegingen verband houdend met de viscositeit van het toegepaste dakbedekkingsmateriaal en de verhardingssnelheid.
10 Goede bevochtigingseigenschappen zijn daarbij eveneens van belang. De netwerken kunnen daartoe uit glasweefselmatten bestaan en het dakmateriaal uit gespoten polyurethaan-schuim, waarop voor de weerbestandigheid een laag bitumineus dakleer of dergelijke is gehecht. De reeds uit zichzelf 15 stijve dakstructuur wordt na verharding van de dakbedekking qua stijfheid en sterkte volledig vergelijkbaar met een conventioneel stijf dak. Een buitengewoon groot voordeel van de beschreven dakbedekking bestaat uit de uitermate eenvoudige en goedkope wijze van aanbrengen. Op de eerste laag kunnen 20 de dakbedekkers-na verharding reeds lopen en zodoende het dak van buiten naar binnen toe afwerken. De toegepaste schuimen zijn organisch van aard. Worden echter anorganische materialen geëist dan voorziet de uitvinding erin dat de netwerken uit glasweefselmatten bestaan en dat het dak-25 bedekkingsmateriaal uit stijve elementen van bijvoorbeeld geschuimd glas (foamglass) bestaan, welke elementen aan de glasmatten en aan elkaar zijn gehecht. Een beloopbaar, volkomen weerbestendig stijf dak wordt aldus verkregen, met een vergelijkbaar hoge isolatiewaarde. In dit geval worden uiter-50 aard de elementen boven op het dragende net aangebracht en dus vallen in hoofdzaak alle dakstructuurelementen binnen de door het dak beschermde ruimte. Bovenop de stijve dakbe-dekkingselementen kan ter beveiliging tegen in hoofdzaak windbelasting een tweede net, bijvoorbeeld van glasweefsel-55 matten, vastgehecht worden.
Het hangende dak volgens de uitvinding is op tenminste drie vaste punten gefundeerd waarbij een of meer der vaste punten boven het maaiveld op een juk of kolom aangebracht kan zijn welke in positie gehouden worden door naar andere 40 vaste punten lopende voorspan- of tuikabels. De vaste pun- 8002969 > ** 6 ten kunnen evenwel ook op bijvoorbeeld een betonnen wand zijn aangebracht, zoals bijvoorbeeld toegepast bij houders of silo's. Een erboven aangebracht hangend dak volgens de uitvinding kan daarbij mede dankzij zijn isolerende eigen-5 schappen, van grote waarde zijn.
Een verder belangrijk voordeel van de dakconstructie volgens de uitvinding is diens veiligheid tegen overbelasting. Alwaar een conventioneel stijf dak met klassieke stijve spanten bij overbelasting volledig zou bezwijken, kan 10 bij het hangend dak volgens de uitvinding, het vaste punt van middelen voorzien zijn welke bij overbelasting een vooraf bepaalde ontlasting van de kabelspanningen geven door over een zekere afstand mee te geven. Weliswaar kunnen daardoor breuken of scheuren in de stijve dakbedekking op-15 treden, doch volledig bezwijken wordt daardoor voorkomen.
In veel gevallen zullen na herstel van de normale bedrijfs-spanning de breuken of scheuren hersteld kunnen worden.
Een groot voordeel hierbij is ook het feit dat veelal met lagere veiligheidscoëfficiënten gerekend kan worden bij het 20 ontwerp van het dak. Dit brengt uiteraard aanzienlijke kostenbesparingen met zich mee.
Tenslotte kan de bevestiging van een of meer kabels aan de einden van de verbandstaven volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zeer eenvoudig uitgevoerd worden doordat 25 de verbandstaaf een pijp is met vierkante of ronde doorsnede, waarbij nabij het einde een bout dwars door de staaf gestoken is, dat een of meer kabels evenwijdig aan het lijf van de bout tegen deze aangelegd zijn in het langsvlak van de staaf en dat met een U-vormige kabelklem de kabels en 30 de bou stevig tegen elkaar aangetrokken zijn, een en ander zodanig dat de kabels onderling en ten opzichte van de verbandstaaf gefixeerd zijn.
Als voordelen tegenover conventionele stijve daken op stijve spanten kunnen genoemd worden: 35 Afwatering van hemelwater altijd naar de zijkanten van het gebouw als gevolg van het naspannen, v/ele kabels kunnen om bijvoorbeeld de vaste punten en om andere onderlinge ontmoetingspunten doorgeleid worden, waardoor het aantal kabels beperkt wordt, de spanningen in 40 de verschillende parten van de kabels gelijk zijn, en op 8002969 7 Λ * Λ spanmiddelen "bespaard kan worden, dat netten eerst als "bekisting voor het aanbrengen van het dakmateriaal en vervolgens als bewapening ervan dienen, dat het aantal op druk belaste staven gering is en hun 5 lengte relatief kort, dat de dakstructuur in voorkomende gevallen boven een reeds bestaand gebouw aangebracht en voltooid kan worden omdat het aantal benodigde kolommen zeer gering is, en veel geringer dan bij conventionele daken waarna het oorspronkelijke ge-10 bouw in den droge afgebroken kan worden, dat inclusief de betonnen fundamenten van de vaste punten en de verankeringsblokken voor het naspannen, eventuele kolommen, dakstructuur de netten en de dakbedekking en het arbeidsloon tot 50% minder bedragen dan het goedkoopste 15 gelijkwaardige conventionele geïsoleerde dak en zelfs tot 20% voordeliger dan een conventioneel niet-geïsoleerd dak, dat het dak volgens de uitvinding ook onder gebruikmaking van een utilitaire extra belasting, geen binnen het grondvlak opgestelde steunkolommen behoeft, en dat tenslotte 20 de constructie een uitermate grote vrijheid van vormgeving geeft waardoor het gebouw praktisch onbelemmerd elke vorm van beschikbaar terrein kan volgen en het beschikbare grondoppervlak daardoor ten volle benut kan worden, en voor de architect een ongekende ontwerpvrijheid verschaft.
25 Tenslotte kan erop gewezen worden dat door de bouw methode het mogelijk is om uitgaande van de vaste punten een tijdelijk hoger gelegen hulpdak aan te brengen waaronder het blijvende hangende dak volgens de uitvinding in den droge kan worden opgericht. De verwerking van vele toepas-30 bare dakbedekkingsmaterialen vereist een verwerking in het droge en soms ook volgens bepaalde minimum temperaturen.
Het dak is daardoor bijzonder geschikt voor zogenaamde doorwerk-projecten. Het toegepaste hulpdak zou in principe van dezelfde constructieve opbouw kunnen zijn als het defi-35 nitieve dak, zij het in eenvoudiger vorm, zoals bijvoorbeeld zonder isolatie.
Opgemerkt zij verder nog dat de bij temperatuurswisselingen optredende thermische uitzetting van de verschillende toegepaste materialen niet anders is dan bij conven-40 tionele daken en in het algemeen zonder moeilijkheden opge- 8002969 8 * nomen kan worden door de elasticiteit van de toegepaste dakbedekkingsmaterialen of de vulmaterialen van de naden, lijdelijke thermische en blijvende verplaatsingen van de vaste punten kunnen aldus eveneens goed opgenomen worden.
5 Aan de hand van de bijgevoegde figuren zal een voor keursuitvoeringsvorm van het dak volgens de uitvinding onderstaand nader worden toegelicht.
Figuur 1 toont schematisch een gebouw met een dak-structuur volgens de uitvinding.
10 Figuur 2 toont schematisch een tweetal spanten ter plaatse van de dakdalen van het hangende dak volgens figuur 1.
Figuur 3 en 4 tonen twee loodrecht op elkaar staande doorsneden van de kabelbevestiging aan een verbandstaaf 15 zoals toegepast bij het hangend dak volgens de uitvinding.
In figuur 1 is een skelet weergegeven van een rechthoekig gebouw met een dak dat in zijn geheel met 1 is aangeduid, en waarvan de structuur voldoet aan de uitvinding. Het gebouw heeft twee lange en twee korte zijden waarvan de 20 lange voorzijde en de korte voorzijde respectievelijk met 2 en 3 zijn aangeduid. Het grondvlak wordt begrensd door de zijden 4 tot en met 7* Vertikaal boven de vier hoekpunten bevinden zich de zogenaamde vaste punten 8 tot en met 11. Deze worden gevormd door het punt van samenkomst van twee 25 hoekkolommen welke voor het vaste punt 8 zijn aangeduid doch voor de overige vaste punten overeenkomstig zijn. De beide hoekkolommen 12 en 13 liggen in het vlak van de zijwanden 2 en 3 en zijn gefundeerd ter hoogte van het maaiveld in fundatieblokken 14· en 15· In de vier hoekpunten 30 bevinden zich onder het maaiveld voorspan- of tuiblokken 16, vanuit welke blokken verankeringsogen 17 tot maaiveld-hoogte omhoog steken. Aan deze ogen 17 zijn voorspan- of tuikabels 18 met daarin aangebrachte spaninrichting 19 bevestigd, terwijl het bovenste einde in het bijbehorende 35 vaste punt 8 is bevestigd.
Er zij op gewezen dat de vaste punten 8 tot en met 11 ook φ andere wijze vervaardigd kunnen zijn. Als voorbeeld kan genoemd worden dat de vaste punten bijvoorbeeld op muren of betonnen wanden zouden kunnen liggen, waarbij zij 40 uiteraard aan de sterkte-eisen moeten voldoen welke door 8002969 * * 9 het hierna te beschrijven dak vereist worden.
De dakstructuur bestaat in principe uit een viertal gevellijnkabels 20, 22, 24, 26. Daarbij is het ene einde van gevellijnkabel 20 vast bevestigd in punt 11 terwijl de k;abel 5 glijdend om het vaste punt 8 geleid wordt in diagonale richting als diagonale hoofdspankabel 21 naar de nok 28 van het dak. Op overeenkomstige wijze vormt de gevelkabel 22 een doorlopend geheel om vast punt 9 met de diagonale hoofdspankabel 23. Alle diagonale kabels zijn met spanin-10 richtingen 29 aan een ring 30 ter plaatse van de nok 28 aan elkaar bevestigd. Zoals verderop zal blijken vormen de diagonale hoofdspankabels 21, 23, 25, 27 uiteindelijk de dakkammen van het dak.
Elke gevellijnkabel 20 vormt te samen met zijn in zijn 15 midden bevestigde verbandstaaf 31 en de binnenregelkabels 32 en 33 een stijf spant, en wel het daklijn-gevellijnspant.
De gevéllijnkabel 22 is op overeenkomstige wijze tot stijf spant gemaakt waarbij binnenregelkabel 34 een der elementen vormt. De binnenregelkabels 33 en 34 vormen één kabellengte 20 welke in het vaste punt 8 omgeleid wordt, zodat met één spanschroef 35 volstaan kan worden. De overige binnenregelkabels zijn op overeenkomstige wijze geconstrueerd.
teneinde de gevellijnkabel 20 in het vlak van de zij_ wand 2 te houden zijn kruisverbandkabels 36 gespannen tus-25 sen het binnenste einde 37 van de verbandstaaf 31 met de nokring 30. In figuur 1 is een uitvoering afgebeeld waarin de kruisverbandkabel 36 van gevellijnkabel 20 doorverbonden is met de overeenkomstige kruisverbandkabel van de gevellijnkabel 24. psetzelfde geldt voor de kruisverbandkabels 30 tussen de gevellijnkabels 22 en 26 aan de korte zijden van het gebouw. Ook hier zijn de nodige spaninrichtingen aangebracht.
In het punt 38 waar de verbandstaaf 31 aan de gevellijnkabel 20 in diens midden bevestigd is is verder een 35 vertikaal omlaag lopende naspankabel 39 bevestigd, welke via een spanschroef 40 ter hoogte van het maaiveld in een oog 42 is bevestigd, ket oog 42 is met een onder het maaiveld gelegen naspan-ballastblok 41 vast verbonden. Op overeenkomstige wijze lopen naspankabels in het vlak van de 40 overige zijwanden vertikaal omlaag vanaf het midden van de 8002969 10 gevellijnkabels 22, 24 en 26. De naspankabel 39 kan echter ook via andere kab e1c ombinat ie s in hoofdzaak vertikaal nagespannen worden.
Met het bovenstaande is in principe de structuur van 5 het hangende dak volgens de uitvinding beschreven. Bij het oprichten van het dak zijn aanvankelijk de naspankabels 39 onbelast en worden met de voorspan- of tuikabels 18 alle kabels in het dakvlak enigszins voorgespannen zodat zij de gewenste stand bij benadering innemen. Door vervolgens de 10 naspankabels 39 te spannen worden alle kabels van de dak-structuur tot de bedrijfsspanning nagespannen. Daarbij gaat het midden 38 van de gevellijnkabel 20 vertikaal omlaag zodat de verbandstaaf 31 met in zijn verlengde de kruisver-bandkabel 36 een dakdal gaan vormen terwijl de diagonale 15 hoofdspankabels 21, 23, 25 en 27 de dakkammen gaan vormen. Een stijve dakconstructie met afwatering vanuit de nok naar de middens van de vier gevellijnkabels is aldus ontstaan.
Door de spantvorming, zoals 20, 31» 32 en 33 is het dak in het horizontale vlak verstijfd.
20 Figuur 2 toont schematisch de verstijving tot spant in het vertikale vlak van de verbandstaven 31 met in hun verlengde de kruisverbandkabel 36 en zodoende tevens van de nok 28 met de nokring 30· ^er vereenvoudiging is in figuur 2 de nokring 30 getekend als een punt. Figuur 2 25 dient als aanvulling gedacht te worden bij de dakstructuur volgens figuur 1. Op overeenkomstige wijze zijn naar omstandigheden andere kabels in het dak en eventueel ook in de zijwanden van het gebouw tot spanten te verstijven. Dit kan zowel in het vlak als loodrecht op het vlak van het dak of 30 de wand plaats vinden.
Daartoe is in de nok 28-30 een korte vertikale verbandstaaf 43 geplaatst, aan welke ondereinde 44 een onder-regelkabel 44 is bevestigd welke loopt naar het punt 38 in het midden van de bijbehorende gevellijnkabel 20. In de onder-35 regelkabel 45 is een spaninrichting 46 opgenomen. Op overeenkomstige wijze is naar de gevellijnkabel 24 een onder-regelkabel gespannen zodat nu in het vertikale vlak een stijf spant is gevormd. Aangezien in veel gevallen de afmetingen zodanig zijn dat de beschreven verstijving onvol-40 doende is kan het spant nog verder onderverdeeld worden 8002969 % 11 door het aanbrengen van een volgende vertikale verbandstaaf 47* welke in het punt 37 aangrijpt en aan de kabel 4-5 is bevestigd. Een diagonale kabel 4-8 met spaninrichting voltooit deze onderverdeling door het punt 37 te verbinden 5 met het punt 44-. Op overeenkomstige wijze worden de overige dakstructuurkabels tot spanten verstijfd zoals schematisch met 49 is aangeduid.
Er kan nog op gewezen worden dat met behulp van de onderregelkabels 45 de hoogteligging van de nok 28-30 ge-10 varieerd kan worden ten opzichte van de -vaste punten 8 tot en met 11. Daardoor kan enerzijds de hellingshoek van de diverse dakvlakken naar wens ingesteld worden, doch ook kunnen de onderregelkabels 45, welke zich binnen het gebouw onder het dak bevinden, in het gewenste vlak gebracht 15 worden. In het bijzonder is het mogelijk om alle onderregelkabels 45 in een en hetzelfde horizontale vlak te brengen.
De onderregelkabels 45 maken het bovendien mogelijk om gebruikt te worden als bevestigingsmiddelen voor verlich-tingsarmaturen en dergelijke.
20 Uit een analyse van de dakstructuur zoals in de figuur 1 en 2 afgebeeld, blijkt dat met een minimum aan op druk belaste verbandstaven een stijf dak ontstaan is door voor het overige uitsluitend van kabels gebruik te maken.
In de figuren 3 en 4 is als voorbeeld een mogelijke be-25 vestiging afgebeeld tussen een verbandstaafeinde met een aantal ongeveer loodrecht erop gerichte kabels. Hierbij kan een dergelijk knooppunt uit één verbandstaaf met één kabel bestaan doch ook uit één verbandstaaf met meerdere kabels waarbij deze kabels niet in eenzelfde vlak met de verband-30 staaf behoeven te liggen. Een voordeel van de onderstaand beschreven verbinding bestaat daaruit dat het systeem zeer eenvoudig is, universeel, dat wil zeggen geschikt voor bevestiging van meerdere kabels aan één einde van een verbandstaaf, terwijl gedurende de erectiefase van het 35 bouwwerk en het dak de verbinding nog relatieve verplaatsingen tussen de kabels onderling en ten opzichte van de verbandstaaf mogelijk, maken, voordat de verbinding definitief wordt vast ge trokken. Zowel figuur 3 als 4 zijn gedeeltelijke doorsneden en gedeeltelijke aanzichten van een 40 dergelijk knooppunt waarbij figuur 4 een loodrechte doorsnede 8002969 12 weergeeft volgens de lijn 4-4 van figuur 3· Hoewel volgens de uitvinding verschillende kabels doorlopen voorbij een keerpunt zoals bijvoorbeeld de nok of een der vaste punten, en gedurende het opbouwen van het gebouw of het dak aldaar 5 toch onderling moeten kunnen verschuiven, zoals de figuren 3 en 4 afbeelden, zijn er echter ook knooppunten waar een der kabels eindigt. Hoewel dit niet is afgebeeld zijn bekende kabelconstructies hiervoor toepasbaar, zoals bijvoorbeeld het opnemen van een kabeloog door de afgebeelde 10 kabelklem. Aangezien in de figuren 3 en 4 een willekeurige verbandstaaf is afgebeeld heeft deze ook een willekeurig nummer 50 gekregen. Nabij zijn ene einde loopt via een tweetal boringen een pen in de vorm van een bout 50 met moer 51 dwars door de verbandstaaf heen. Het lijf van de bout 53 15 volgt aldus een diametrale lijn voor het geval de loodrechte doorsnede van de staaf cirkelvormig is, doch vierkante of rechthoekige doorsneden zijn evenzeer mogeüjk. Om het midden van het lijf 53 wordt een U-vormige kabelklem 54 gestoken waarvan op beide vrije einden schroefdraad is ge-20 sneden. Daaroverheen valt de bekende klembek 55 welke met twee moeren 56 verder over de U-vormige kabelklem getrokken kan worden. Daarbij worden tussen de bek en de ïï-vorm de kabels en het lijf 53 van de bout tegen elkaar getrokken. Er zijn als voorbeeld twee doorlopende kabels met willekeu-25 rige nummering 57 en 58 weergegeven. Alwaar de kabels het einde van de verbandstaaf snijden verdient het aanbeveling om op op zichzelf bekende wijze door afrondingen of het beschermen van de kabel met een ommanteling scherpe knikken in de kabel en andere beschadigingen te voorkomen.
30 De figuren 3 en 4 geven slechts voorbeelden van de bijzonder eenvoudige wijze waarop het gehele kabelsysteem onderling en met de verbandstaven en ook tussen verband-staven onderling zodanig bevestigd kan worden dat bij het oprichten en voorspannen beperkt schuiven nog mogelijk is 35 en daarna definitief vastzetten plaats kan vinden.
Wat betreft beveiliging tegen eventuele overbelasting, kan het vaste punt van middelen zijn voorzien welke bij overbelasting een vooraf bepaalde ontlasting van de kabel-spanning geven door over een zekere afstand mee te geven.
40 In figuur 1 kan dit gemakkelijk duidelijk gemaakt worden 8002969 13 doordat in de voorspankabels 18 een breekschalm aangebracht kan worden (slechts schematisch weergegeven) welke boven een vooraf bepaalde hoogste bedrijfsbelasting bezwijkt. Parallel met deze breekschakel zijn echter twee andere schakels 5 in het systeem opgenomen welke na een meegeven over een vooraf bepaalde afstand in de grootteorde van enige centimeters afhankelijk van de grootte van het gebouw, vervolgens strak komen te staan om de resterende belasting op te nemen. Het gehele bouwwerk vervormt daardoor enigszins doch 10 de gehele kabelstructuur blijft in tact, wordt sterk ontlast en voorkomt dat het gebouw volledig in elkaar zou storten. Ook de zeer elastische netten welke in het dak opgenomen zijn kunnen in het algemeen deze vervormingen zonder schade op te lopen verwerken. Slechts in de eigen-15 lijke stijve dakbedekking kunnen scheuren optreden. Het dak echter blijft in principe stijf en stabiel. Nadat de kabelstructuur opnieuw op bedrijfsspanning is gebracht kunnen de opgetreden scheuren in het stijve dak in veel gevallen gemakkelijk gerepareerd worden.
20 Hoewel dit niet is afgebeeld kan er nog op gewezen worden dat in het voorspanstadium de netten aan de kabels en verbandstaven stevig vastgehecht worden. Daartoe zijn aan vaklieden een aantal bevestigingsmethoden bekend, zowel met behulp van klemstrippen, enkelvoudige klemmen of 25 ook met behulp van gelijmde dubbelingen. Stijve dakelementen kunnen op de netten gehecht worden met bekende hechtmidde-len en bovendien verzekerd worden met behulp van metalen of andere borgklemmen. Na voltooiing is het dak zonder meer te belopen voor controle en onderhoud.
8002969
Claims (10)
1. Hangend dak, ondersteund door tenminste drie vaste punten waarvan de dragende dakstructuur in hoofdzaak bestaat uit een kabelconstructie waarop een weerbestendige 5 dakbedekking is aangebracht, met hemelwaterafvoer naar de zijkanten, met het kenmerk, dat het wezenlijke deel van de dragende dakstructuur met behulp van een mini_ mum aan op druk belaste verbandstaven tot spanten met een zekere spanthoogte is verstijfd, 10 een en ander zodanig dat onder alle belastingcondities ( eigen gewicht, sneeuw, wind, enz.) in alle kabels steéds een trekspanning aanwezig is, zodat de dakbedekking stijf van aard kan zijn, zoals beton.
2. Hangend dak volgens conclusie 1, m e t het 15 kenmerk, dat er vanaf de vaste punten geleide diagonale hoofdspankabels zijn, welke bij elkaar komen in de nok van het dak en dè dakkammen vormen en dat er gevellijnkabels zijn, waarbij de dakdalen tussen elk tweetal vaste punten uitmonden op de gevellijnkabel. 20 5· Hangend dak volgens een of meer der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat elke gevellijnkabel met één einde bevestigd is aan een van de vaste pirn-ten, dat hij glijdend over het naburige vaste punt omgeleid is 25 naar de nok van het dak en daarbij de functie van diagonale hoofdspankabel vervult en van een spaninrichting is voorzien, en dat ter plaatse van de daknok alle diagonale hoofdspankabels met elkaar verbonden zijn.
4. Hangend dak volgens een of meer der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat tegen iedere gevellijnkabel tenminste één verbandstaaf met zijn ene einde in hoodfzaak loodrecht op de kabel geplaatst is, van welke staaf het andere einde met kabels verbonden is met dezelfde 55 vaste punten waartussen de gevellijnkabel is gespannen, en dat het andere einde van elke verbandstaaf met een kruis-verbandkabel verbonden is met de nok of via de nok met een ander einde van een van de andere verbandstaven.
5. Hangend dak volgens conclusie 4, m e t het 40 kenmerk, dat in het punt waar het ene einde van de 8002969 verbandstaaf aan de gevellijnkabel bevestigd is, een na-spankabel aangrijpt en in .hoofdzaak vertikaal omlaag gespannen is naar een vast punt.
6. Hangend dak volgens een of meer der voorgaande con-5 clusies, met het kenmerk, dat de kabels en/of verbindingsstaven van de dakstructuur die de bovenkant van het dakvlak bepalen in hoofdzaak ingebed zijn in het stijve dak.
7. Hangend dak volgens een of meer der voorgaande con- 10 clusies, met het kenmerk, dat het dak tenminste uit een bovenste grofmazig dragend net en uit een op afstand eronder gelegen fijnmazig net bestaat, en dat tenminste het onderste fijnmazige net stevig verankerd is aan de zwak voorgespannen dakstructuur en dat het net (beide 15 netten) tesamen met het naspannen van de dakstructuur tot de difinitieve bedrijfsspanning gespannen is (zijn), alvorens Γ* tenminste een eerste laag van de dakbedekking aangebracht wordt.
8. Hangend dak volgens conclusie 7, ni e t het 20 kenmerk, dat het dak uit een bovenste grofmazig dragend net en uit een op afstand eronder gelegen fijnmazig net bestaat, waarbij de dakbedekking op het fijnmazige net gestort is in een zodanige dikte dat daarbij, na verharding, het grofmazige net als wapening geheel ingebed is. 25 9· Hangend dak volgens conclusie 7, i e t het kenmerk, dat de netwerken uit glasweefselmatten bestaan en dat het dakmateriaal opgespoten polyurethaan-schuim is, met aan de bovenkant een opgehechte laag bitumineus dakleer of dergelijke.
10. Hangend dak volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de netwerken uit glasweefselmatten bestaan en dat het dakmateriaal uit stijve elementen van bijvoorbeeld geschuimd glas ("foamglass") bestaat, welke aan de glasmatten en aan elkaar gehecht zijn.
11. Hangend dak volgens een of meer der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat een of meer der vaste punten boven het maaiveld op een juk of kolom aangebracht zijn, welke in positie gehouden worden door naar andere vaste punten lopende voorspan- of tuikabels.
12. Hangend dak volgens een of meer der voorgaande con- 800 2 9 65 clusies, met het kenmerk, dat het vaste punt van middelen is voorzien welke bij overbelasting een vooraf bepaalde ontlasting van de kabelspanningen geven door over een zekere afstand mee te geven. 5 13· Hangend dak volgens een of meer der voorgaande conclusies, waarbij een of meer kabels aan het einde van een verbandstaaf bevestigd zijn, met het kenmerk, dat de verbandstaaf een pijp is met vierkante of ronde doorsnede, waarbij nabij het einde een bout dwars door de staaf 10 gestoken is, dat een of meer kabels evenwijdig aan het lijf van de bout tegen deze aangelegd zijn in het langsvlak van de staaf en dat met een U-vormige kabelklem de kabels en de bout stevig tegen elkaar aangetrokken zijn, een en ander zodanig 15 dat de kabels onderling en ten opzichte van de verband» staaf gefixeerd zijn. ********* 8002969
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8002969A NL8002969A (nl) | 1980-05-22 | 1980-05-22 | Hangend dak. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8002969A NL8002969A (nl) | 1980-05-22 | 1980-05-22 | Hangend dak. |
NL8002969 | 1980-05-22 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8002969A true NL8002969A (nl) | 1981-12-16 |
Family
ID=19835346
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8002969A NL8002969A (nl) | 1980-05-22 | 1980-05-22 | Hangend dak. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8002969A (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2008101301A1 (en) * | 2007-02-23 | 2008-08-28 | Peter Robert Raffaele | Zero height roof |
WO2008109967A1 (en) * | 2007-03-11 | 2008-09-18 | Peter Robert Raffaele | Zero height roof |
CN101631915B (zh) * | 2007-02-23 | 2011-04-27 | 彼得·罗伯特·拉费乐 | 零高度屋顶 |
-
1980
- 1980-05-22 NL NL8002969A patent/NL8002969A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2008101301A1 (en) * | 2007-02-23 | 2008-08-28 | Peter Robert Raffaele | Zero height roof |
CN101631915B (zh) * | 2007-02-23 | 2011-04-27 | 彼得·罗伯特·拉费乐 | 零高度屋顶 |
WO2008109967A1 (en) * | 2007-03-11 | 2008-09-18 | Peter Robert Raffaele | Zero height roof |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4450656A (en) | Suspended roof | |
US3869836A (en) | Mobile home protector | |
US6843027B2 (en) | Cable system and method for wind-resistant buildings | |
US4680901A (en) | Precast concrete dome system | |
JPH01165842A (ja) | スタジアムの屋根の建造方法と屋根構造体 | |
EP2802717B1 (en) | Lattice girder structure using innovative multiple joints for roof covering purposes | |
KR20020080931A (ko) | 평면 격자형 케이블구조를 이용한 구조물 건설공법 | |
US4344262A (en) | Long span structural frame | |
US3619959A (en) | Concrete building | |
US6044593A (en) | Free hanging canopy | |
NL8002969A (nl) | Hangend dak. | |
RU2567588C1 (ru) | Вантовое покрытие | |
EP0081609B1 (en) | Suspended roof | |
US4074502A (en) | Method for manufacturing a support framework | |
CN114658214A (zh) | 高层建筑盘扣式高空大悬挑支撑架支锚压一体化施工方法 | |
CN112976253A (zh) | 恶劣地区桥面板预制及减少裂缝的结构及其施工方法 | |
WO2013058675A1 (ru) | Защитное сооружение с большепролетным светопрозрачным покрытием | |
JP2573545B2 (ja) | 工事用仮設テントの架構法 | |
RU2280121C1 (ru) | Способ возведения пролетного строения моста | |
CA1245877A (en) | Precast concrete dome system | |
RU2767619C1 (ru) | Конструктивный элемент (варианты) | |
RU2005837C1 (ru) | Пролетное строение моста | |
JP3252675B2 (ja) | 全天候型仮設屋根 | |
JPS58106034A (ja) | 吊下げ式屋根 | |
RU2083778C1 (ru) | Железобетонное стропило |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |