NL8002590A - Schakelinstallatie voor een verdeelnet van middenspanning. - Google Patents

Description

* D HO/Se/170

Coq B.V. te Utrecht

Schakelinstallatie voor een verdeelnet van middenspanning.

De uitvinding betreft een schakelinstallatie voor een verdeelnet van middenspanning, met aansluitingen voor een ringleiding, een aansluiting voor bijvoorbeeld aarde, en een aansluiting voor bijvoorbeeld een transformator.

5 Dergelijke schakelinstallaties, die gebruikt worden in !middenstations in bijvoorbeeld stadswijken, bevatten mees-, 'tal een drietal schakelaars, die op de gebruiksplaats af-.

I zonderlijk worden gekoppeld met spanningsrails, de ringlei- jding en de transformator. Op het onderstation is veel mon- | tage-arbeid noodzakëlijk, aangezien ter plaatse de afzon-i * iderli^ke schakelaars tot één installatie verenigd moe-i ten worden.

De uitvinding stelt zich ten doel een dergelijke in-•stallatie te verschaffen, die als één geheel beschouwd , kan worden en die op de gebruiksplaats alleen met behulp . jvan de daartoe bestemde aansluitingen met het net en de ibelasting gekoppeld behoeft te worden.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door een eerste schakelaar die naar keuze verbindbaar is met de aan- 20 sluitingen voor de ringleiding of met één van de aan-'sluitingen voor de ringleiding en de aansluiting voor aarde :en een tweede schakelaar die naar keuze verbindbaar is tussen ëên van de aansluitingen voor de ringleiding en de .aansluiting voor de transformator.

25

Volgens de uitvinding is het aantal schakelaars be-i perkt tot twee en is de opstelling zodanig gekozen, dat alle bij de bestaande installaties bekende schakel funkties i uitgevoerd kunnen worden. De installatie kan compact zijn.

800 2 5 90 *. w> ... 2

De eerste schakelaar is voor het doorverbinden van de einden van de ringleiding of voor het koppelen van êën van de einden van de ringleiding met aarde bij voorkeur aangebracht op een roteerbare isolerende schijf, waarbij de 5 genoemde aansluitingen langs de omtrek van de schijf gele gen zijn.

Voor het naar keuze verbinden van één van de einden van de ringleiding met de transformator is de tweede schakelaar bij voorkeur aangebracht op een om de aanslui-10 ting voor de transformator zwenkbaar zwenkorgaan. Voor de I beveiliging zijn bij voorkeur de aandrijving van de eerste j schakelaar en die van de schijf gekoppeld zodanig, dat de j aandrijving van de schijf bij gesloten schakelaar geblok— >' keerd is.

• t 15 Voorts is bij voorkeur de aandrijving van de twee— { ’ r I de schakelaar en die van de schijf gekoppeld, zodanig, dat : de aandrijving van de schijf bij gesloten schakelaar ge— 1 blokkeerd is.

Ook zijn de aandrijvingen van de schijf en het zwenk-20 · orgaan bij voorkeur gekoppeld.

De installatie kan in één huis zijn ondergebracht, zodat de installatie als een eenheid gehanteerd kan worden.

Het is mogelijk de aansluiting voor aarde bijvoorbeeld te verbinden met een meetinstallatie of een spanningsin-25 stallatie voor het uitvoeren van beproevingen.

De uitvinding wordt aan de hand van de tekening ver-: duidelijkt.

In de tekeningen toont:

Figuur 1-4 schematisch een schakelinstallatie vol-30 gens de uitvinding, waarbij de schakelaars verschillende ‘ standen innemen.

De schakel installatie volgens de uitvinding is bedoeld : voor een verdeelnet van middenspanning, welke wordt gevoerd door een ringleiding 1. De installatie vertoont een aan-35 sluiting 2 en 3 voor koppeling met de kabeleindsluiting 800 2 5 90 3 resp. 4 en 5 van de ringleiding 1. Tevens bevat de installatie een aansluiting 6 voor bijvoorbeeld aarde en een aansluiting 7 voor koppeling met een transformator 8 op een onderstation via een zekering 9.

5 Een schakelaar 10 is rond de aansluiting 7 zwenkbaar tussen een stand waarin geschakeld kan worden tussen de aansluiting 7 voor de transformator en de aansluiting 2 voor de ringleiding en een stand waarin geschakeld kan worden tussen de genoemde aansluiting 7 en de aansluiting 3 10 ivoor het andere einde van de ringleiding.

Een tweede schakelaar 11 is roteerbaar op bijvoorbeeld een schijf tussen een drietal standen, in één waarvan, de aansluitingen 2 en 3 voor de ringleiding met elkander gekoppeld kunnen worden, een tweede waarin de aansluitingen I * ' 15 2 voor de ringleiding en die voor bijvoorbeeld aarde 6 ver-: ί : bindbaar zijn en een derde waarin de aansluiting 3 voor de: I ί ί ringleiding en de aansluiting 6 voor bijvoorbeeld aarde; 'verbindbaar zijn.

In plaats van aan aarde kan de aansluiting 6 ook ver-20 bonden worden met een meetinstallatie of een installatie voor het leveren van spanningen.

Figuur 1 toont de situatie waarin het in de tekening 'linkereinde van de ringleiding 1 verbonden is met de trans-: formator 8 terwijl de ringleiding door de schakelaar 11 25 . gesloten is.

Figuur 2 toont de situatie waarin de ringleiding open is en het linker einde van de ringleiding is gekoppeld met j de transformator.

Figuur 3 toont de situatie waarin het linker einde van 30 'de ringleiding met de transformator is gekoppeld, terwijl; het rechter einde van de ringleiding met behulp van de schakelaar 11 met aarde is verbonden. Een dergelijke situatie kan zich voordoen bij het uitvoeren van werkzaamheden aan het rechter einde van de ring kabel, die dan op een an-35 dere plaats onderbroken dient te zijn.

800 2 5 90 4 * ♦

Figuur 4 toont de opstelling waarbij de transformator via de schakelaars 10 en 11 geaard is. In deze situatie kunnen werkzaamheden aan de transformator uitgevoerd worden.

De bovengenoemde schakelaars kunnen worden vervangen door vermogensschakelaars, waardoor een beveiliging bijvoorbeeld 9 kan vervallen.

( i ! : I ·» t - {

• I

l ) ~ 800 2 5 90

Claims (6)

1. 2. Schakelinstallatie volgens conclusie 1, met het: kenmerk, dat de eerste schakelaar op een roteerbare isole-; jrende schijf is aangebracht en de aansluitingen voor de ringleiding en die voor aarde langs de omtrek van die, ' schijf zijn gelegen. ♦
2. 3. Schakelinstallatie volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de tweede schakelaar aangebracht is op een om de aansluiting van de transformator zwenkbaar zwenkorgaan.
3. 4. Schakelinstallatie volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de aandrijving van de eerste schakelaar en die van de schijf gekoppeld zijn zodanig, dat de aandrijvcing van de schijf bij gesloten schakelaar geblokkeerd is.
4. 5. Schakelinstallatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrijving van de tweede schakelaar en die van de schijf gekoppeld is, zodanig, dat de aandrijving van de schijf bij gesloten schakelaar geblokkeerd is.
5. 6. Schakelinstallatie volgens conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de aandrijvingen van de schijf en het zwenkorgaan gekoppeld zijn. ,
6. 7. Schakelinstallatie volgens conclusies 1-6, met het : kenmerk, dat de installatie in ëén huis is ondergebracht. 800 2 5 90