NL8002553A - Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen. - Google Patents

Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen. Download PDF

Info

Publication number
NL8002553A
NL8002553A NL8002553A NL8002553A NL8002553A NL 8002553 A NL8002553 A NL 8002553A NL 8002553 A NL8002553 A NL 8002553A NL 8002553 A NL8002553 A NL 8002553A NL 8002553 A NL8002553 A NL 8002553A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
auxiliary device
output
detector
output signal
Prior art date
Application number
NL8002553A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Arenco Pmb Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arenco Pmb Bv filed Critical Arenco Pmb Bv
Priority to NL8002553A priority Critical patent/NL8002553A/nl
Priority to ES501800A priority patent/ES501800A0/es
Priority to DK191881A priority patent/DK191881A/da
Priority to EP81200477A priority patent/EP0039534A3/en
Publication of NL8002553A publication Critical patent/NL8002553A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B11/00Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques
    • G01B11/02Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques for measuring length, width or thickness
    • G01B11/024Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques for measuring length, width or thickness by means of diode-array scanning
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A24TOBACCO; CIGARS; CIGARETTES; SIMULATED SMOKING DEVICES; SMOKERS' REQUISITES
    • A24CMACHINES FOR MAKING CIGARS OR CIGARETTES
    • A24C1/00Elements of cigar manufacture
    • A24C1/04Devices for cutting cigar binders or wrappers

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Details Of Cutting Devices (AREA)
  • Image Analysis (AREA)
  • Manufacturing Of Cigar And Cigarette Tobacco (AREA)

Description

-1- X
^ Sch/gn/ 318
Korte aanduiding: Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen
De uitvinding heeft betrekking op een elektronische hulpinrichting/ te koppelen aan een bewerkingsinrichting voor het met behulp van tenminste één gereedschapsorgaan bewerken van velvormige voorwerpen, 5 . bijvoorbeeld het uit tabaksbladen snijden van dekbladen voor sigaren met behulp van tenminste één snijorgaan met een met de gewenste omtreksvorm van een dekblad corresponderende snijvorm, welke bewerkingsinrichting omvat: (1) een transportorgaan voor het vanaf een voorr.?.adstation 10 naar een bewerkingsstation transporteren van telkens een voorwerp; en (2) positioneringsmiddelen voor het ten opzichte van een te bewerken voorwerp positioneren van het of elk gereedschapsorgaan* 15 L_Een bewerkingsinrichting van het genoemde type" is bekend. De toepassing is niet beperkt tot het genoemde uit tabaksbladen snijden van dekbladen voor sigaren, maar strekt zich ook uit tot de bewerking tot textiel, leer, hout, blik, glas, papier, meer in het algemeen op terreinen waar 20 men eigenschappen van contouren en de daardoor omsloten oppervlakken wenst te kennen.
De uitvinding beoogt middelen te bieden waardoor de bekende bewerkingsinrichting met zeer grote bedrijfszekerheid en betrouwbaarheid automatisch kan werken.
25 Een verder doel van de uitvinding is het verschaf fen van een elektronische hulpinrichting, waarvan de werking binnen ruime grenzen onafhankelijk is van de gemiddelde eigenschappen van de te onderzoeken objecten, bijvoorbeeld de mate van transparantie van de te bewerken bladen.
30 Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een hulpinrichting voor een tabaksbladen-r, bewerkingsinrichting, die middelen bevat, waardoor slechts in aanwezigheid van blad nerven kunnen worden gedetecteerd 800 25 53 / ........'Ί -2- ** * ter voorkoming van onjuiste interpretatie van bijvoorbeeld ruissignalen.
Verder stelt de uitvinding zich ten doel, een hulpinrichting te verschaffen, waarvan de werking binnen ruime grenzen onafhankelijk is van de snelheid, waarmee de te bewerken objecten worden getransporteerd.
Daartoe omvat de elektronische hulpinrichting volgens de uitvinding een waameemorgaan, dat zodanig is ingericht, aangesloten en ten opzichte van het transportorgaan geplaatst, dat het met vooraf gekozen eigenschappen van telkens een passerend voorwerp corresponderende elektrische signalen kan afgeven aan de positioneringsmiddelen.
Het waameemorgaan kan van het optische type zijn, waarbij gebruik wordt gemaakt van doorvallend licht of opvèllend licht, dan wel van het akoestische type, waarbij gebruik wordt gemaakt van een geluidsbron en een voor aftasting van het betreffende geluidveld ingerichte transducent, bijvoor- 800 2 5 53
* X
-3- beeld onder gebruikmaking van ultrasone frekwenties.
In het geval waarin genoemde inrichting dienst doet voor het uit tabaksbladen snijden van dekbladen voor sigaren is de elektronische hulpinrichting volgens de 5 uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm gekenmerkt door eerste, tweede en derde detectiemiddelen voor het uit de genoemde elektrische signalen afleiden van elektrische signalen die corresponderen met (1) de contourlijn van een blad; 10 (2) eventuele gaten in het blad; en .(3) nerven in het blad.
In de praktijk biedt die uitvoeringsvorm grote voordelen die het kenmerk bezit dat (1) het transportorgaan een aangedreven, transparante trans- 15 . portband is, ·’ (2) aan de ene vlakke zijde van de transportband een lichtbron is geplaatst, (3) aan de andere vlakke zijde van de transportband het waar-neemorgaan is geplaatst', 20 (4) het waarneemorgaan is uitgevoerd als video-camera van het type, dat telkens successievelijk dezelfde videolijn aftast en een daarmee corresponderend videosignaal afgeeft, en (5) de richting van de videolijn (verder aangeduid als x-rich-ting) tenminste in hoofdzaak loodrecht op de bandtrans-25 portrichting (verder aangeduid als y-richting) staat.
In een belangrijke variant hiervan bezit de hulp-. inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de eerste en de tweede detectiemiddelen een gemeenschappelijke comparator . omvatten, waarvan de ene ingang is gekoppel met de uitgang * van het waarneemorgaan en de andere ingang is verbonden met een eventueel instelbare drempelsignaalbron, zodanig dat een overgang tussen de twee mogelijke signaalwaarden van het tweewaardige uitgangssignaal van de comparator representatief is voor een gedetecteerde contourlijn of de rand van een gat. Bij voorkeur worden de tweede detectiemiddelen vrijgegeven na het, blijkens een eerste overgang in de waarde van het comparatoruitgangssignaal na het begin van de aftasting van een videolijn, detecteren door de eerste detectiemiddelen van een contourlijn. Een nadere uitwerking hiervan is die variant, die is gekenmerkt door 800 2 5 53 ___________i t * + -4- (1) een positieve-piekdetector . en een negatieve piek-detector waarvan de respectieve ingangen zijn gekoppeld met de uitgang van het waarneemorgaan , welke detectoren zodanig voor wederzijdse instelling gekoppeld 5 zijn, dat bij het als gevolg van het passeren van een extreme waarde van het ingangssignaal tijdelijk stationair f blijven van het uitgangssignaal van een der detectoren de andere detector wordt vrijgegeven; (2} een met de uitgangen van beide detectoren verbonden af- \ 10 trekschakeling, waarvan het uitgangssignaal correspondeert.
met het absolute verschil tussen beide detector-uitgangs- signalen, j (3) een eventueel instelbare venstersignaalbron , waarvan j het uitgangssignaal representatief is voor een met de ; 15 aanwezigheid van een nerf corresponderend signaalwaar— j denverschil; (4) een comparator , die met zijn beide ingangen is verbonden met de uitgangen van respectievelijk de.aftrek-schakeling en de venstersignaalbron ; 20 (5) een schakelaar voor het in afhankelijkheid van het uitgangssignaal van de comparator selectief doorgeven c.g. blokkeren van het uitgangssignaal van de comparator ! ~ | (fij een eerste tekenbepalingsschakeling ., waarvan | . de signaalingang met de uitgang van de schakelaar is 25 verbonden en waarvan het uitgangssignaal representatief is . voor het teken van de eerste afgeleide van het ingangssig-' naai; en ( (7) een tweede tekenbepalingsschakeling , waarvan de i signaalingang met de uitgang van de comparator is 30 verbonden, en waarvan het uitgangssignaal representatief is voor het teken van de eerste afgeleide van het ingangs— • signaal, ί een en einder zodanig dat het uitgangssignaal van de eerste tekenbepalingsschakeling representatief t 35 is voor de aanwezigheid van een nerf en het uitgangssignaal ' van de tweede tekenbepalingsschakeling representatief is voor de aanwezigheid van een gat of een contourlijn. , 800 2 5 53 -5-
Verder kan de hulpinrichting volgens de uitvinding zijn gekenmerkt door (1) een klokgeneratór voor het besturen van het waarneem- orgaan ; 5 (2) een met de eerste tekenbepalingsschakeling en de klokgenerator verbonden eerste vergrendeleenheid (3) een met de tweede tekenbepalingsschakeling. verbonden tweede vergrendeleenheid ; en 10 (4) een met het transportorgaan samenwerkende positiereferen- tiesignaalbron voor het vastleggen van de positie van een blad op het transportorgaan een en ander zodanig dat de eerste vergrendeleenheid /'alle informatie betreffende^nerven in een blad kan 15 dragen en de tweede vergrendeleenheid alle, informatie betreffende gaten in en de contourlijn van een blad kan dragen.
Ook kan een berekeningseenheid aanwezig zijn, die is verbonden met de respectieve uitgangen van de vergren-deleenheden, met de uitgangen van een lijneinde-detectie-eenheid en van een positiereferentiesignaalbron, met de referentiesignaalbron voor instelling daarvan, met een venster-signaalbron voor instelling daarvan en een uitgang bezit voor verbinding met de positioneringsmiddelen.'
Bij voorkeur is een detector aanwezig die is gekoppeld met de transportband en telkens op onderling gelijke afstanden een uitgangssignaal afgeeft, dat als stuursignaal wordt toegevoerd aan een schakelaar die is opgenomen in de kloklijn tussen de klokgenerator en het waaraeemorgaan, een en ander zodanig dat ook bij variaties in de transportband-snelheid de successieve aftasting van de videolijn equidistant plaatsvindt.
De hulpinrichting volgens de uitvinding kan zijn voorzien van aftastingsbesturingsmiddelen, die zijn ingericht voor het met constante, vooraf gekozen herhalings-periode tweemaal opeenvolgend aftasten van elke videolijn, waarbij slechts de bij elke tweede aftasting afgegeven signalen voor verdere verwerking worden doorgegeven.
80 0 2 5 53 -6-
De reeds genoemde drempelsignaalbron kan instelbaar zijn, waarbij instelling plaatsvindt aan de hand van meting van de hoogste en de laagste signaalwaarde bij aftasting van enkele videolijnen van een eerste blad 5 uit een serie bladen van overeenkomstig type.
Ook kan de venstersignaalbron instelbaar zijn, waarbij instelling plaatsvindt door meting van het aantal bij een begtininstelling gedetecteerde nerven en het zodanig bijregelen van de instelling, dat het aantal gedetecteerde 10 nerven gelijk is aan voorafgekozen aantal, bijvoorbeeld 10.
Een verfijnde variant is die, welke is gekenmerkt door correlatiemiddelen voor het onderling vergelijken van groepen aangrenzende videolijnen en het op 15. basis daarvan vormen van signalen, die informatie dragen over zich tenminste over voorafgekozen afstanden uitstrekkende potentiële contourlijnen, nerven en gaten# '
De uitvinding zal nu worden verduidelijkt aan 20 de hand van de bijgevoegde tekeningen. Hierin toont:
Fig. 1 een blokschema van een uitvoeringsvoor-beeld van een hulpinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2 een schematisch voorbeeld van een met êên videolijn corresponderend videosignaal, dat wordt 25 afgegeven door een videocamera bij het passeren van een tabaksblad;
Fig. 3 een detail van de grafiek volgens fig. 3, waarin tevens de werking van de piekdetectoren volgens fig. 1 is weergegeven.
30 Fig. 1 toont een blokschematische weergave van een uitvoeringsvoorbeeld van de hulpinrichting volgens -7- «r . « de uitvinding. Een videocamera 1 is ingericht voor het genereren van met de lichtdoorval door tabaksbladeren corresponderende videosignalen. Deze signalen worden toegevoerd aan een analoog/digitaal-omzetter 2, die is verbonden 5 met een positieve-piek-detector of PPD 3, een negatieve-piek-detector of NPD 4 en een comparator 35. De PPD 3 en de NPD 4 zijn door stellijnen 5, 6 zodanig voor wederzijdse instelling gekoppeld, dat bij het als gevolg van het passeren van een extreme waarde van het ingangssignaal tijdelijk 10 stationair blijven van het uitgangssignaal van één der detectoren de andere detector wordt vrijgegeven. Het uitgangssignaal van de PPD 3 en dat van de NPD 4 wordt toegevoerd aan een aftrekschakeling 7, die is ingericht voor het bepalen van de absolute waarde van het verschil tussen beide ingangs-15 signalen. Het uitgangssignaal van de schakeling’ 7 wordt toegevoerd aan een comparator 8, waarvan de andere ingang is verbonden met een venstersignaalbron 9, die een signaal geeft, waarvan de waarde representatief is voor een met de mogelijke aanwezigheid van een nerf corresponderend signaalwaarden-20 verschil. Het uitgangssignaal van de comparator 8 wordt toegevoerd aan een schakelaar 10, die is geopend in het geval van "geen blad"; deze schakelaar 10 wordt namelijk bestuurd Vanuit de comparator 35, die dient voor detectie van "blad/geen blad" en waarvan de ene ingang is verbonden 25 met de analoog/digitaal-omzetter 2 en de andere ingang met een drempelsignaalbron 11, die dient voor het instellen van het met de horizontale onderbroken lijn in figuur 2 aangeduide drempelniveau, een en ander zodanig, dat een overgang tussen de twee mogelijke signaalwaarden van het 30 tweewaardige uitgangssignaal van de comparator 35 representatief is voor een gedetecteerde contourlijn of de rand van een gat.
Vanaf de A/D-omzetter 2 vindt de signaalbehandeling digitaal plaats. Terwille van de duidelijkheid is evenwel het signaal in deze beschrijving op enkele plaatsen als analoog beschreven.
Aan de rechterzijde van het blokschema volgens fig. 1, bevinden zich twee omkaderde blokken, respectievelijk 12 en 13, die hierna meer in detail zullen worden besproken.
800 2 5 53 -8-
Het blok 12 correspondeert met de detectie van nerven; het blok 13 correspondeert met de detectie van gaten en contouren.
Het uitgangssignaal van de schakelaar 10 wordt toegevoerd aan een eerste tekenbepalingsschakeling 14, die met een kloklijn 15 en een signaallijn 16 is verbonden met een eerste vergrendeleenheid 17. De lijn 16 voert een signaal, dat correspondeert met het teken van de afgeleide van het video-uitgangssignaal van de videocamera 1 (signal).
dx
De uitgang van de comparator 35 is verbonden met een tweede tekenbepalingsschakeling 18, die door een kloklijn 19 en een signaallijn 20 is verbonden met een tweede vergrendeleenheid 21. De lijn 20 voert een signaal, dat correspondeert met het teken van de afgeleide van het videosignaal. De uitgangen van de vergrendeleenheden 17 en 21 zijn verbonden met een rekeneenheid 22, die, zoals met onderbroken lijnen is aangeduid, onder andere dienst doet voor het instellen van de venstersignaalbron 9 en de drempelsignaalbron 11, en verder voor het besturen van de niet-getekende middelen voor het positioneren van snij-gereedschapselementen, die deel uitmaken van bewerkingsinrichting voor het bewerken van de velvormige voorwerpen. Daartoe is de berekeningseenheid 22 verder voorzien van een meervoudige uitgangsaansluiting 23.
De hulpinrichting volgens fig. 1 omvat verder een klokgenerator 24, die is verbonden met een pixel-teller 25 (pixel=picture~ element=bee1delement), waarvan de uitgangssignalen worden toegevoerd aan de vergrendeleenheden 17 en 21; verder is de- generator 24 verbonden met een bestuurbare schakelaar 26, die dienst doet voor het starten van de analoog/digitaal-omzetter 2 en met een bestuurbare schakelaar 27 voor het starten van de video camera 1.
Een tweede uitgang van de camera 1 is verbonden met een schakeling 28 voor het detecteren van het lijn-einde, waarvan het uitgangssignaal wordt toegevoerd aan de rekeneenheid 22 en aan ëen twee-deler 29, die is gekoppeld met een logische kodeereenheid 30, waarvan de ene uitgang is verbonden met de schakelaar 27 voor besturing daarvan en waarvan de andere uitgang is verbonden met de lijn-einde-detectieschakeling 28, 8 0 0 2 5 53 -9- de schakelaar 26, de pixel-teller 25 en de tekenbepalings-schakelingen 14,en 18. Op deze wijze kan de pixel-teller 25 op nul worden teruggesteld, terwijl verder de nerf- en con-tourlogica kan worden vrijgegeven.
5 Verder is een y-coördinatendetector 31 aanwezig, die elke 0,7 ram een puls ( de x-richting correspondeert met de aftastrichting; de y-richting met de bandtransportrich-ting) afgeeft. Het uitgangssignaal van de detector 31 wordt toegevoerd aan de kodeereenheid 32, waarvan de uitgang 10 is verbonden met de kodeereenheid 30. Verder is een positie-referentiesignaalbron 33 (uitgevoerd als met een beeldpunt op een transportband 36 samenwerkende fotocel) aanwezig, die dient voor het afgeven van een positie-referentiesig-naal teneinde de positie van een blad tijdens de aftasting 15 nauwkeurig te relateren aan de positie die het blad bezit bij het versnijden. De uitgang van deze eenheid 33 is verbonden met de kodeereenheid 30 en de berekeningseenheid 22.
De videocamera 1 is van bekend type, bijvoorbeeld de KETICON LC 300 ü 1024. Deze camera bevat een lijn-20 vormige rangschikking van 1024 dioden en staat vast opgesteld onder de transparante transportband 36. Boven deze band ,36 bevindt zich een lichtbron 38, die via de band licht laat vallen op de in de camera l aanwezig fotodioden. Zonder op de details van de werking van deze bekende camera 25 in te gaan, wordt opgemerkt, dat de lading op deze dioden een maat is voor de hoeveelheid daarop gevallen licht.
Met behulp van een uit de klokgenerator 24 afkomstig klok-signaal worden de dioden een voor een afgetast (gescanned)? het hierdoor ontstane video-uitgangssignaal van de camera 1 30 wordt voor verdere verwerking toegevoerd aan de analoog/ digitaal-omzetter 2.
Indien zich op de transportband een tabaksblad .37 bevindt, zullen de ladingen op de verschillendé fotodioden niet aan elkaar gelijk zijn, maar bijvoorbeeld het in 35 figuur 2 getoonde beeld laten zien. In deze figuur is horizontaal het rangnummer van de respectieve dioden weergegeven, lopend van 1 tot en met 1024, corresponderend met de x-positie, dat wil zeggen dwars op de transportrichting, terwijl vertikaal het met f aangeduide lichtniveau uitstaat? hierbij 40 correspondeert de onderste horizontale lijn met het zwart- 800 2 5 53 i r -10- niveau en de bovenste horizontale lijn met het wit-niveau.
Uit fig. 2 blijkt dat het lichtniveau het zwart-niveati niet geheel bereikt tengevolge van de resterende transparantie van de tabaksbladen.
5 Bij de diode w wordt het begin van een blad waar genomen, dat wil zeggen een punt van de contourlijn daarvan. Tussen de dioden w en x is er blad aanwezig en het ladings-niveau op de tussengelegen dioden is derhalve lager dan in het gedeelte 1-w. Tussen de dioden x en y wordt nagenoeg 10 alle licht doorgelaten, hetgeen wijst op de aanwezigheid van een gat in het blad. Van y-z zien wij een dergelijk beeld als tussen w en x; z is het einde van het blad.
Tussen zr-1024 is geen blad aanwezig en de diode 1024 correspondeert met de andere rand van de transportband.
15 Het spreekt vanzelf dat uitsluitend in aanwezigheid van blad nerven mogen worden gedetecteerd, dat wil zeggen tussen w en z; De daarvoor gebruikte schakelaar 10 is reeds aan de hand van fig. 1 besproken.
Fig. 3 toont het deel van de in fig. 2 getekende 20 grafiek f tussen de dioden w en y op grotere schaal. In de omgeving van de dioden a en b bevinden zich nerven, die door de hulpinrichting volgens de uitvinding gedetecteerd . moeten worden. Aangézien de nerven zowel in een dik blad als een dun blad gedetecteerd moeten kunnen worden (correspon-25 derend met de doorval van respectievelijk relatief weinig en relatief veel licht) wordt gebruik gemaakt van de reeds beschreven verschil-schakeling 3, 4, 5, 6, 7. Deze schakeling werkt als volgt:
Indien het lichtniveau van wit in de richting rï Ψ 30 van zwart gaat (f=-££ ^ 0), dan volgt de NPD 4 dit niveau en blijft de PPD 3 op een constante waarde. Indien daarentegen het lichtniveau van zwart in de richting van wit gaat (f ,=Ü ^ °) / dan. volgt de PPD 3 dit niveau en blijft de NPD 4 op een constante waarde. De NPD 4 wordt omhooggetrokken 35 tot het niveau van de PPD 3 via de stellijn 6, indien het lichtniveau een lokaal maximum bereikt (dus indien f’= 0 en f" 4. 0) . De PPD 3 wordt omlaaggetrokken tot het niveau van 800 2 5 53 -11- de NPD 4 via de stellijn 5,indien het lichtniveau een lokaal minimum bereikt (f'= 0 en f" > 0).
Teneinde nu te,bepalen, of een lokaal minimum al dan niet dient te worden herkend als nerf, is de venstersignaal-5 bron 9 aanwezig, die samen met de comparator 8 een vergelijking uitvoert tussen de vensterwaarde en het verschil in uitgangssignaal van de PPD 3 en de NPD 4. Indien de absolute waarde van dit verschil groter is dan de vensterwaarde wordt een onderbrekingssignaal gegenereerd, corresponderend met 10 één ..van de twee mogelijke waarden van het tweewaardige uitgangssignaal van de comparator 8.in fig. 3 is een mogelijke vensterwaarde aangeduid met een vertikale, de kromme snijden- de lijn met aan elk van de uiteinden een horizontale eindstreep. Omdat bij overschrijding van de vensterwaarde 15 dit onderbrekingssignaal bij zowel positieve als negatieve flanken wordt, gegenereerd, dient ook te worden bepaald, op welke flank het onderbrekingssignaal is ontstaan. Een nerf immers start altijd met een negatieve flank en eindigt met een positieve flank. Voor één nerf 201' dienen béide flanken te zijn gedetecteerd. Door gebruikmaking van dit hiervoor beschreven verschilprincipe wordt vermeden dat de schakeling afzonderlijk dient te worden ingesteld voor donkere of lichte tabaksbladen. Omdat bekend moet zijn waar zich op het blad nerven bevinden, is in het onderhavige 25 uitvoeringsvoorbeeld de waarde van het venster adaptief instelbaar door de rekeneenheid 22, zodat kleine verschillen tussen de uitgangssignalen van de PFD 3 en de NPD 4 en ruis • niet als nerven worden geïnterpreteerd.
Omdat uitsluitend nerven mogen worden gedetecteerd 30 in aanwezigheid van een blad, dient de schakeling ook uitsluitend een signaal te genereren, indien een blad aanwezig is. Daar het verschil in lichtniveau tussen blad en niet-blad veel groter is dan bij nerven, zowel voor donkere als voor lichtere tabaksbladeren, is hiervoor een eenvoudige drempel-35 detector 35,11 toegepast met instelbare drempelwaarde. Deze drempelwaarde correspondeert met de in de figuren 2 en 3 weergegeven horizontale onderbroken lijn.
800 25 53 -12-
Indien geen blad aanwezig is, heeft het licht-niveau een waarde boven die drempel en is de nerf-detectie-schakeling 14, 15, 16, 17 geblokkeerd door corresponderende besturing van de schakelaar 10. Zakt het lichtniveau onder de betreffende drempel, dan wordt een blad gedetecteerd, waarbij de nerfdetectie wordt vrijgegeven.
Uit het voorgaande blijkt, dat de aanwezigheid van nerven en gaten in een tabaksblad kan worden gedetecteerd? verder is het van wezenlijk belang, te weten, waar de nerven en gaten zich op het blad bevinden.
De reeds genoemde camera 1 bevat 1024 (= 210) foto-dioden? in verband daarmee bevat de elektronische inrichting een teller 25 (pixel-telier) die meeloopt met diode-nummer in de camera 1 en ook van 1 tot 1024 telt. Aan het begin van een videolijn worden zowel de cameradioden als de pixel-teller 25 op nul teruggesteld. Vervolgens worden beide met dezelfde klokfrekwentie gevoed vanuit de klokgenerator 24.
Bij een overgang tussen"geen blad/blad" wordt door de drempeldetector 35, 11 een onderbrekingssignaal gegenereerd. Dit onderbrekingssignaal klokt de op dat moment· in de pixel-teller 25.aanwezige waarde in in de vergrendelschakeling 21. Hetzelfde geldt voor een overgang "blad/geen blad", zodat vanaf dit moment bekend is, waar zich op de transportband het blad bevindt.
De onderbrekingssignalen die worden gegenereerd door de nerf-detectieschakeling 3, 4, 7, 8, 9, 10, 14 klokken eveneens het pixel-telresultaat in in een vergrendelschakeling 17, zodat ook de positie van de nerven op de band bekend is.
In een bepaald uitvoeringsvoorbeeld is de snelheid van de transportband 36 0,11 τφ. Omdat als pixel-grootte 2 in dit geval een vierkantje van 0,7 x 0,7 mm wordt gebruikt, is de beschikbare tijd om een lijn af te tasten ongeveer 6,5 m s. Per diode is derhalve de maximale bemonstertijd 6,3 jis en dient derhalve de minimale waarde van de klokfrekwentie 157 kHz te bedragen. Indien deze frekwentie continu naar de camera dient te worden gestuurd en de snelheid van de transportband niet kan variëren worden de aftastlijnen achtereenvolgens met een onderlinge tussenruimte van 0,7 mm gevormd.
800 2 5 53 -13-
In de praktijk evenwel is de snelheid van de band variabel, waardoor fouten in de versterking van het videosignaal zouden ontstaan, hetgeen aanleiding zou geven tot instel-verschillen in de drempelsignaalbron 11 en de venstersignaal-5 bron 9. Het video-uitgangssignaal van een diode wordt namelijk bepaald door het produkt van de lichtintensiteit en de aftas* tingsherhalingsperiode die door de codeereenheid 32 wordt geregeld.
In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is 10 nu de aftastingsherhalingsperiode losgekoppeld, dus onafhankelijk, van de bandsnelheid- Daartoe start de y-coördinaten detector 31 steeds een aftastcyclus, die bestaat uit een eerste aftasting, na een vaste tijd na het begin waarvan gevolgd door een tweede aftasting. De eerste aftasting dient voor terugstelling 15 van de dioden en draagt niet bij tot de video-informatie.
•1
De tweede aftasting is de eigenlijke meetaftasting en dient voor vorming van de video-informatie.
Het zal duidelijk zijn, dat door het constante, vooraf gekozen tijdinterval tussen het starten van de "loze" 20 aftasting en de meetaftasting de beschreven problemen die optreden bij variaties in de bandsnelheid, geheel zijn opgelost.
Is nu een lijn afgetast, dan wordt de klok naar de camera geblokkeerd tot de start van de volgende 25 aftastlijn. Het blokkeren van de klok vindt plaats, omdat de camera geen startinformatie bezit. Men dient derhalve tot de diode 1024 te wachten voordat de aftastlijn kan worden gestopt, omdat anders de volgende aftastlijn niet begint met de diode 1.
800 25 53

Claims (13)

1. Elektronische hulpinrichting, te koppelen aan een bewerkingsinrichting voor het met behulp van tenminste één gereedschapsorgaan bewerken van velvormige voorwerpen, bijvoorbeeld het uit tabaksbladen snijden van dekbladen voor 5 sigaren met behulp van tenminste één snijorgaan met een met de gewenste omtreksvorm van een dekblad corresponderende snijvorm, welke bewerkingsinrichting omvat: (1) een transportorgaan voor het vanaf een voorraadstation naar een bewerkingsstation transporteren van telkens een 10 voorwerp; en (2) positioneringsmiddelen voor het ten opzichte van een te bewerken voorwerp positioneren van het of elk gereedschapsorgaan gekenmerkt door een waaraeemorgaan, dat zodanig'is ingericht, 15 aangesloten en ten opzichte van het transportorgaan geplaatst, dat het met vooraf gekozen eigenschappen van telkens een passerend voorwerp corresponderende elektrische signalen kan afgeven aan de positioneringsmiddelen.
2. Hulpinrichting volgens conclusie 1, waarbij 20 de genoemde inrichting dienst doet voor het uit tabaksblad snijden van dekbladen voor sigaren, gekenmerkt door eerste, tweede en derde detectiemiddelen voor het uit de genoemde elektrische signalen afleiden van elektrische signalen die corresponderen met respectievelijk de volgende eigenschappen: 25 (1) de contourlijn van een blad; (2) eventuele gaten in het blad; en (3) nerven in het blad.
3. Hulpinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 30 (1) het transportorgaan een aangedreven, transparante trans portband is, (2) aan de ene vlakke zijde van de transportband een lichtbron is geplaatst, (3) aan de andere vlakke zijde van de transportband het waar- 35 neemorgaan is geplaatst, (4) het waarneemorgaan is uitgevoerd als video-camera van het type, dat telkens successievelijk dezelfde videolijn aftast en een daarmee corresponderend videosignaal afgeeft, en 800 2 5 53 -15- (5) de richting van de videolijn tenminste in hoofdzaak loodrecht op de bandtransportrichting staat.
4. Hulpinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk/ dat de eerste en de tweede detectiemiddelen 5 een gemeenschappelijke comparator (5) omvatten, waarvan de ene ingang is gekoppeld met de uitgang van het waarneemorgaan (1) en de andere ingang is verbonden met een eventueel instelbare drempelsignaalbron (11), zodanig dat een overgang tussen de twee mogelijke signaalwaarden van het tweewaardige 10 uitgangssignaal van de comparator (5) representatief is voor een gedetecteerde contourlijn of de rand van een gat.
5. Hulpinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede detectiemiddelen worden vrijgegeven na het, blijkens een eerste overgang in de waarde van 15 het comparatoruitgangssignaal na het begin van de aftasting van een videolijn,. detecteren door de eerste detectiemiddelen van een contourlijn.
6. Hulpinrichting volgens één der conclusies / 2-5, gekenmerkt door', 20 (D eeiL positieve-piekdetector (3) en een negatieve piek- detector (4) waarvan de respectieve ingangen zijn gekoppeld met de.uitgang van het waarneemorgaan (1), welke detectoren zodanig voor wederzijdse instelling gekoppeld zijn, dat bij het als gevolg van het passeren van een 25 extreme waarde van het ingangssignaal tijdelijk stationair blijven van het uitgangssignaal van een der detectoren de andere detector wordt vrijgegeven? (2) een met de uitgangen van beide detectoren verbonden af-trekschakeling, waarvan het uitgangssignaal correspondeert 30 met het absolute verschil tussen beide detector-uitgangs- signalen, (3) een eventueel instelbare venstersignaalbron (9), waarvan het uitgangssignaal representatief is voor een met de aanwezigheid van een nerf corresponderend signaalwaar- 35 denverschil; (4) een comparator (8), die met zijn beide ingangen is verbonden met de uitgangen van respectievelijk de aftrek-schakeling (7) en de venstersignaalbron (9); (5) een schakelaar (10) voor het in afhankelijkheid van het 40 uitgangssignaal van de comparator (5) selectief doorgeven 800 25 53 -16- c.q. blokkeren van het uitgangssignaal van de comparator (8); (6) een eerste tekenbepalingsschakeling (14) , waarvan de signaalingang met de uitgang van de schakelaar (10) is verbonden en waarvan het uitgangssignaal representatief is 5 voor het teken van de eerste afgeleideuvan het ingangssignaal ; en (7) een tweede tekenbepalingsschakeling (18) , waarvan de signaalingang met de uitgang van de comparator (5) is verbonden, en waarvan het uitgangssignaal representatief 10 is voor het teken van de eerste afgeleide van het ingangssignaal, een en ander zodanig dat het uitgangssignaal van de eerste tekenbepalingsschakeling (14) representatief is voor de aanwezigheid van een nerf en het uitgangssignaal 15 van de tweede tekenbepalingsschakeling (18) representatief is voor de aanwezigheid van èen gat of een contourlijn.
7. Hulpinrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt' door, (1) een klokgeneratór (24) voor het besturen van het waameem- 20 orgaan (1); (2) een met de eerste tekenbepalingsschakeling (14) en de klokgenerator (24) verbonden eerste vergrendeleenheid (17) (3) een met de tweede tekenbepalingsschakeling. (18) verbonden 25 tweede vergrendeleenheid (21); en (4) een met het transportorgaan samenwerkende positiereferen-tiesignaalbron (33) voor het vastleggen van de positie van een blad op het transportorgaan een en ander zodanig dat de eerste vergrendel-30 eenheid (17) alle informatie betreffende nerven in een blad kan dragen en de tweede vergrendeleenheid (21)' alle informatie betreffende gaten in en de contourlijn van een blad kan dragen.
8. Hulpinrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt door een rekeneenheid (22), die is verbonden met de 35 respectieve uitgangen van de vergrendeleenheden (17, 21), met de uitgangen van een lijneinde-detectie-eenheid (28) en van een positiereferentiesignaalbron (33), met de referentie-signaalbron (11) voor instelling daarvan, met de venster- 800 2 5 53 -17- si gnaalbron (9) voor instelling daarvan en een uitgang (23) bezit .voor verbinding met de positioneringsmiddelen.
9. Hulpinrichting volgens een der conclusies 3-8/ gekenmerkt door een detector (31), die is gekoppeld met de transportband (36) en telkens op onderling gelijke afstanden een uitgangssignaal afgeeft, dat als stuursignaal wordt toegevoerd aan een schakelaar (27) die is opgenomen in de kloklijn tussen de klokgenerator (24) en het waameemorgaan (1), een en ander zodanig dat ook bij variaties in de trans-portbandsnelheid de successieve aftasting van de videolijn equidistant plaatsvindt.
10. Hulpinrichting volgens een der conclusies 3- 9, gekenmerkt door aftastingsbesturingsmiddelen (29, 30), die zijn ingericht voor het met constante, vooraf gekozen herhalingsperiode tweemaal opeenvolgend aftasten van elke videolijn, waarbij slechts de bij elke tweede aftasting afgegeven signalen voor verdere verwerking worden doorgegeven.!
11. Hulpinrichting volgens een der conclusies 4- 10, met het kenmerk, dat de drempelsignaalbron (11) instelbaar is en dat instelling plaatsvindt aan de hand van meting van de hoogste en de laagste'signaalwaarde bij aftasting van enkele videolijnen van een eerste blad uit een serie bladen van overeenkomstig type.
12 .· Hulpinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de venstersignaalbron instelbaar is en dat instelling plaatsvindt door meting van het aantal bij een begininstelling gedetecteerde nerven en het zodanig bijregelen van de instelling, dat het aantal gedetecteerde nerven j gelijk is aan een voorafgekozen aantal, bijvoorbeeld 10. I
13. Hulpinrichting volgens een der voorgaande ! conclusies, gekenmerkt door correlatiemiddelen voor het onderling vergelijken van groepen aangrenzende videolijnen. j en het op basis daarvan vormen van signalen, die informatie dragen over zich tenminste over voorafgekozen afstanden uitstrekkende potentiële contourlijnen, nerven en gaten. 80025 53
NL8002553A 1980-05-02 1980-05-02 Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen. NL8002553A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002553A NL8002553A (nl) 1980-05-02 1980-05-02 Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen.
ES501800A ES501800A0 (es) 1980-05-02 1981-04-30 Un dispositivo electronico auxiliar acopable con un mecanismo para cortar envolturas de cigarros a partir de hojas de tabaco.
DK191881A DK191881A (da) 1980-05-02 1981-04-30 Elektronisk hjaelpeindretning for bearbejdningsmaskiner for arklignende genstande
EP81200477A EP0039534A3 (en) 1980-05-02 1981-05-04 Electronic auxiliary device for use with equipment for working sheet-like objects

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002553 1980-05-02
NL8002553A NL8002553A (nl) 1980-05-02 1980-05-02 Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8002553A true NL8002553A (nl) 1981-12-01

Family

ID=19835238

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002553A NL8002553A (nl) 1980-05-02 1980-05-02 Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0039534A3 (nl)
DK (1) DK191881A (nl)
ES (1) ES501800A0 (nl)
NL (1) NL8002553A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105091756A (zh) * 2015-08-31 2015-11-25 中国烟草总公司广东省公司 一种烟叶分级中烟叶长度的检测方法

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0032120A3 (en) * 1978-03-09 1981-12-02 GULF & WESTERN CORPORATION Method of selecting a cutting position of a cutter with respect to a natural tobacco leaf
FR2454236A1 (fr) * 1979-04-11 1980-11-07 Seita Procede et dispositif de traitement de signaux video

Also Published As

Publication number Publication date
DK191881A (da) 1981-11-03
ES8307078A1 (es) 1982-11-01
EP0039534A3 (en) 1981-11-18
ES501800A0 (es) 1982-11-01
EP0039534A2 (en) 1981-11-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4217491A (en) Counting system for articles conveyed in a stream
EP0041489B1 (en) Method and device for counting sheet material
CA3074346C (en) Classification method and apparatus
US4962538A (en) Image analysis counting system
GB1171142A (en) Flaw Detector
WO2016063380A1 (ja) 包装体の検査装置
JP6520913B2 (ja) 物体検出装置、pos端末装置、物体検出方法及びコンピュータプログラム
EP0747665A3 (en) Dichotomic scanning system for edge determination of objects with relatively uniform surfaces
US3956629A (en) Inspection method and apparatus
US3718823A (en) Optical detectors for inspecting the condition of samples
US2788896A (en) Apparatus for gaging and classifying sheets
US3364358A (en) Measuring apparatus for measuring a linear dimension of a body
NL8002553A (nl) Elektronische hulpinrichting voor een bewerkingsinrichting voor velvormige voorwerpen.
US3411625A (en) Pattern recognition device
JP3186696B2 (ja) 光学式記号読取装置
GB1355781A (en) Apparatus for detecting postage stamps
KR20220138589A (ko) 적외선 및 가시광 카메라를 이용한 라벨 인식 시스템 및 그 방법
US3628032A (en) Apparatus for detecting objects
JPH0961113A (ja) ラベル位置検出装置
US20120041708A1 (en) Method and system for counting stacked items
JP3240571B2 (ja) 異物検査装置
NL8300892A (nl) Inrichting voor het herkennen van documenten aan gemoduleerd geremitteerd licht.
GB1600962A (en) Apparatus for checking documents
JP2758550B2 (ja) 外観検査装置
JPS60239889A (ja) パタ−ン識別装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed