NL8002460A - Draaibare regelafsluiter met geluiddempende middelen. - Google Patents

Draaibare regelafsluiter met geluiddempende middelen. Download PDF

Info

Publication number
NL8002460A
NL8002460A NL8002460A NL8002460A NL8002460A NL 8002460 A NL8002460 A NL 8002460A NL 8002460 A NL8002460 A NL 8002460A NL 8002460 A NL8002460 A NL 8002460A NL 8002460 A NL8002460 A NL 8002460A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chamber
bore
control valve
flow
damping
Prior art date
Application number
NL8002460A
Other languages
English (en)
Other versions
NL180698C (nl
NL180698B (nl
Original Assignee
John Roscoe Butler Trustee Eld
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by John Roscoe Butler Trustee Eld filed Critical John Roscoe Butler Trustee Eld
Priority to NL8002460A priority Critical patent/NL180698C/nl
Publication of NL8002460A publication Critical patent/NL8002460A/nl
Publication of NL180698B publication Critical patent/NL180698B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL180698C publication Critical patent/NL180698C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K47/00Means in valves for absorbing fluid energy
    • F16K47/02Means in valves for absorbing fluid energy for preventing water-hammer or noise

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Details Of Valves (AREA)
  • Lift Valve (AREA)

Description

i *x
Draaibare regel af$1 ui ter met geluiddempende middelen.
De uitvinding heeft betrekking op een draaibare regel afslui ter bestaande uit een huis en een draaibaar in een door dit huis begrensde kamer aangebracht afsluitorgaan, 5 waarbij het huis is voorzien van twee doorstroomopeningen met daarop aansluitende, door deze openingen met de kamer in verbinding staande, in eikaars verlengde liggende buisstukken voor het op de afsluiter aansluiten van leidingen voor het toevoeren en afvoeren van vloeistof en waarbij het afsluit-10 orgaan bestaat uit een in de kamer passend lichaam met een boring, die door draaiing van dit lichaam in de kamer met zijn open uiteinden tegenover de doorstroomopeningen kan worden ingesteld en daarbij een verbindingskanaal tussen de beide buisstukken vormt en welk lichaam is voorzien van twee, 15 aan de buitenzijde daarin aangebrachte langwerpige sleuven, die zich elk vanaf een van de beide open uiteinden van de boring in dit lichaam in onderling tegengestelde richtingen langs de omtrek daarvan uitstrekken en door naar hun uiteinden convergerende wanden worden begrensd, terwijl het lichaam 20 tussen de smalle uiteinden van deze sleuven en de uiteinden van de boring liggende volle wanddelen bezit, die door verdraaiing van het lichaam in de kamer zodanig ten opzichte van de doorstroomopeningen kunnen worden ingesteld, dat deze geheel of gedeeltelijk worden afgesloten en de afsluiter 25 voorts van middelen voor het dempen van het bij doorstroming van een vloeistof daarin opgewekte geluid is voorzien.
Regel afsluiters met draaibare afsluitorganen zijn in velerlei uitvoeringsvormen bekend en dergelijke regelafslui-ters zijn bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooi-'30 schriften 3.433.793, 3.558.100 en 3.612.102. De in deze octrooi schriften beschreven regel afsluiters zijn echter niet voorzien van geluiddempingsmiddelen.
Regel afsluiters van de bovenbeschreven soort, die wel van geluidsdempingsmiddelen zijn voorzien zijn eveneens 35 op zichzelf bekend en dergelijke regelafsluiters zijn bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.665.965, 3.693.659, 3.704.726, 3.722.854, 3.773.085, 3.776.278, 3.813.079,3.880.399, 3.941.350, 3.978.891 en 3.990.475.
Deze laatstgenoemde bekende afsluiters zijn zonder 40 8 0 0 2 4 6 0 t * - 2 - uitzondering zodanig uitgevoerd, dat de daarbij toegepaste geluiddempingsmiddelen zich altijd in de baan van de door de afsluiter stromende vloeistof bevinden, hetgeen het bezwaar heeft, dat de doorstroming van de vloeistof door deze afslui-5 ters ook in de volledig geopende stand daarvan door de geluiddempingsmiddelen wordt belemmerd.
De uitvinding verschaft een regelafsluiter van de bovenbeschreven soort, waarbij dit bezwaar is vermeden, doordat in het lichaam van het afsluitorgaan een de wand van de 10 boring omgevende geluiddempingskamer is gevormd en de geluiddempende middelen in deze kamer zijn aangebracht.
Door deze uitvoering van de regelafsluiter is bereikt, dat de geluiddempingsmiddelen zich alleen bij een gedeeltelijk geopende stand van de afsluiter in de stromingsbaan van de 15 vloeistof bevinden en de vloeistof in de volledig geopende stand van de afsluiter onbelemmerd door het doorstroomkanaal van de afsluiter kan stromen.
Volgens een eerste uitwerking van de uitvindings-gedachte kunnen de bij de regelafsluiter toegepaste geluid-20 dempende middelen uit kogeltjes bestaan.
De regelafsluiter kan daarbij zodanig zijn uitgevoerd, dat in de boring van het lichaam van het afsluitorgaan een dubbelwandige koker is aangebracht, welke is samengesteld uit een binnenste buis en een buitenste buis, tussen welke 25 buizen de dempingskamer is gevormd en waarbij de wand van de buitenste buis van sleuven is voorzien.
De wand van de binnenste buis is bij voorkeur niet van openingen voorzien, terwijl de beide buizen excentrisch ten opzichte van elkaar in de boring zijn aangebracht en zo-30 wel de ruimte tussen deze buizen als de sleuven in het lichaam van het afsluitorgaan met kogeltjes van verschillende diameters zijn gevuld.
Volgens een tweede uitwerking van de uitvindings-gedachte kunnen de geluiddempende middelen uit over de omtrek 35 van de boring verdeeld in de dempingskamer aangebrachte, zich in de lengterichting van de boring uitstrekkende radiale ribben bestaan.
Deze dempingsribben kunnen hierbij zijn voorzien van openingen, die in de omtreksrichting van de boring zodanig 40 8002460
* I
- 3 - ten opzichte van elkaar verplaatst in de ribben zijn aangebracht, dat zij tezamen een uit meerdere gebogen lijnen bestaand stromingspatroon van de vloeistof door de dempings-kamer bepalen.
5 De dempingskamer is bij voorkeur voorzien van een groot aantal, in de wand daarvan aangebrachte openingen, door welke deze kamer met het door de boring gevormde vloei-stofkanaal in verbinding staat.
De regelafsluiter volgens de uitvinding is ongeacht 10 de daarbij toegepaste geluiddempende middelen steeds zodanig uitgevoerd, dat in de volledig geopende stand daarvan een onbelemmerde vloeistofstroming door het stromingskanaal optreedt .
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan 15 de hand van de bijgaande tekening, waarin is: fig. 1 een 1angsdoorsnede van een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een draaibare regel afslui ter volgens de uitvinding.
fig. 2 een afbeelding in perspectief van het bol-20 vormige afsluitorgaan van de regel afsluiter volgens fig. 1.
fig. 3 een 1angsdoorsnede van de regel afsluiter volgens fig. 1 met het afsluitorgaan in een stand, waarbij dit het doorstroomkanaal van de afsluiter gedeeltelijk afsluit.
fig. 4 een bovenaanzicht van de afsluiter volgens 25 fig. 1 met het afsluitorgaan in een stand, waarbij dit het doorstroomkanaal juist begint af te sluiten.
fig. 5 een aanzicht van een open uiteinde van de boring in het lichaam van het afsluitorgaan en een in het vlak van tekening ontwikkelde afbeelding van de zich vanaf 30 dit uiteinde uitstrekkende en daarmede in verbinding staande sl euf.
fig. 6 een dwarsdoorsnede op vergrote schaal van een deel van het lichaam van het afsluitorgaan met de van openingen voorziene wand van de boring, de deze wand omgeven-35 de dempingskamer en de daarmee in verbinding staande regel-sleuf, alsmede de in de kamer en deze sleuf aangebrachte kogeltjes.
fig. 7 een doorsnede over de lijn .VII-V11 uit fig. 6. fig. 8 een afbeelding van een andere vorm voor de 40 8 0 0 2 4 0 0 # ir - 4 - in de dempingskamer en de regelsleuven van de afsluiter volgens fig. 6 aan te brengen kogeltjes.
fig. 9 een gedeeltelijk in 1angsdoorsnede en gedeeltelijk in aanzicht weergegeven regel afslui ter met het bolvor-5 mige afsl uitorgaan in de stand, waarin dit het doorstroom-kanaal volledig afsluit.
fig. 10 een langsdoorsnede van een regel afsluiter volgens de uitvinding met geluiddempende ribben in plaats van kogeltjes in zijn volledig geopende stand.
10 fig. 11 een langsdoorsnede van de regelafsluiter volgens fig. 10 met het bolvormige afsluitorgaan daarvan in een stand, waarin dit het doorstroomkanaal begint af te sluiten en waarbij de geluiddempende ribben in perspectief zijn weergegeven.
15 fig. 12 een langsdoorsnede van een gewijzigde uitvoeringsvorm van de in fig. 10 weergegeven regel afslui ter met het bolvormige afsluitorgaan in een stand, waarbij dit het doorstroomkanaal gedeeltelijk afsluit.
fig. 13 een doorsnede over de lijn XIII-XIII uit 20 fig. 12.
fig. 14 een doorsnede van het bolvormige afsluitor-gaan, waarin nog geen dempingskoker is aangebracht.
fig. 15 een langsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een van openingen voorziene dempingskoker.
25 fig. 16 een langsdoorsnede van het bolvormige afsluit- orgaan met de in de boring daarvan aangebrachte dempingskoker.
fig. 17 een langsdoorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van de regelafsluiter volgens de uitvinding in zijn volledig gesloten stand en waarbij de dempingskoker bestaat 30 uti een paar niet-concentrische buizen met in de ruimte daartussen aangebrachte kogeltjes van verschillende diameters.
fig. 18 een afbeelding in perspectief van het bolvormige afsluitorgaan, gezien volgens de lijn XV111-XV11 uit fig. 17.
35 fig. 19 een afbeelding in perspectief yan het af sluitorgaan, gezien volgens de lijn XIX-XIX uit fig. 17.
In de verschillende figuren van de tekening zijn overeenkomstige onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzings-cijfers, die voorzover nodig van een accent zijn voorzien.
40 800 2 4 ÖO
Λ % - 5 -
In de figuren 1 t/m 9 is de daarin weergegeven draaibare regel afslui ter in zijn geheel met het verwijzingscijfer 9 aangeduid. Deze regel afslui ter bevat een huis 10, dat is samengesteld uit twee half-bolvormige delen 10a en 10b met 5 op elkaar passende ringvormige flenzen 10c en lOd. Deze flenzen zijn op elkaar bevestigd door middel van bouten 10e. Het huis 10 begrenst een in hoofdzaak bolvormige inwendige kamer 11 en is voorzien van twee doorstroomopeningen met daarop aansluitende, door deze openingen met de kamer in verbinding 10 staande, in eikaars verlengde liggende buisstukken 40 voor het op de afsluiter aansluiten van leidingen voor het toevoeren en afvoeren van de vloeistof. De buisstukken 40 maken deel uti van een doorstroomkanaal 40a met een lengteas 40b.
De regel afslui ter bevat voorts een afsluitorgaan 13 15 met een bolvormig lichaam 14, dat is voorzien van een doorgaande boring 14a met een constante dwarsdoorsnede. De boring 14a heeft een lengteas 14e (fig. 2). De wand 14b van de boring is voorzien van een groot aantal, over de omtrek daarvan verdeeld daarin aangebrachte radiale openingen 14c. De wand 20 14b wordt geheel omgeven door een buitenste cilindrische kamer 14d, die door de radiale openingen 14c met de boring 14a in verbinding staat.
De dwarsdoorsnede van de boring 14a is nagenoeg gelijk aan de dwarsdoorsnede van de door de buisstukken 40 be-25 grensde delen van het doorstroomkanaal. Het bolvormige lichaam 14 is draaibaar in de kamer 11 aangebracht, teneinde de grootte van de door!aatopening van het doorstroomkanaal te kunnen regelen. Wanneer het lichaam 14 in de met de volledig geopende toestand van de afsluiter overeenkomende stand is gedraaid 30 (fig. 1) liggen de beide uiteinden van de boring 14a tegenover de openingen van de buisstukken 40 en valt de lengteas 14e (fig. 2) van de boring 14a samen met de lengteas 40b van het doorstroomkanaal 40a door het huis 10 van de afsluiter.
Zoals in fig. 2 is weergegeven is het bolvormige 35 lichaam 14 voorzien van een paar langwerpige sleuven 44 met een ongeveer driehoekige omtreksvorm, welke zich elk vanaf een van de open uiteinden van de boring 14a in onderling tegengestelde richtingen langs de omtrek van het lichaam uitstrekken. Elk van deze sleuven 44 wordt begrensd door een 40 8002460 * - 6 - paar onder een scherpe hoek ten opzichte van de lengteas 14e van de boring 14a naar binnen gerichte wanden 45, die in de richting van de uiteinden 46 van de sleuven (fig. 5) convergeren. De overige, niet van sleuven voorziene delen van het 5 oppervlak van het lichaam 14, welke naast en achter de uiteinden 46 van de sleuven 44 liggen vormen sluitvlakken 47 (fig. 9), die in de sluitstand van het lichaam 14 tegenover de openingen van de buisstukken 40 liggen en deze tezamen met daarin aangebrachte afdichtinsringen 47a volledig afsluiten.
10 Het lichaam 14 is verder voorzien van een paar, aan weerszijden naar buiten uitstekende coaxiale cilindrische assen 22 (fig. 3) van welke er een als bedieningsas is uitgevoerd en daartoe aan zijn vrije uiteinde van een vierkant voor het bevestigen van een handwiel of dergelijke is voorzien.
15 De assen 22 zijn in diametraal tegenover elkaar in het huis 10 aangebrachte openingen gelagerd en zijn door middel van in met deze openingen coaxiale buisvormige delen 12 van het huis aangebrachte pakkingen afdichtend door de wand van het huis naar buiten gevoerd.
20 De met elkaar samenvallen hartlijnen van de assen 22 en de buisvormige uitsteeksels 12 bepalen de draaiingsas 16a van het bolvormige lichaam 14. Deze draaiingsas 16a valt samen met de hoofdas 11a van de kamer 11. Deze hoofdas 11a is onder een scherpe hoek ten opzichte van de lengteas 14e (fig.2) van 25 de boring 14a gericht. Deze scherpe hoek komt tevens overeen met de hoek tussen de lengteas 40b van het doorstroomkanaal (fig. 1) en de hoofdas 11a van de kamer 11.
Zoals in fig. 5 is weergegeven bezit elke sleuf 44 bij ontwikkeling in een plat vlak een langwerpige, in hoofd-30 zaak driehoekige omtreksvorm. In het algemeen zijn de booglengten van de beide sleuven 44 aan elkaar gelijk en kunnen deze booglengten corresponderen met een middelpuntshoek, die kleiner of groter is dan 90°. Bij voorkeur corresponderen deze booglengten met een middelpuntshoek tussen ongeveer 180° 35 en ongeveer 270°. Bij een dergelijke grote booglengte van de sleuven 44 bedraagt de middelpuntshoek, over welke het bolvormige lichaam 14 tussen de volledig gesloten en de volledig geopende stand van de afsluiter kan worden verdraaid 270° of meer, hetgeen een groot regelbereik oplevert, waarbinnen de 40 800 2 4 60 . ί * - 7 - per tijdseenheid door het doorstroomkanaal 40a van de afsluiter 9 stromende hoeveelheid vloeistof geleidelijk en nauwkeurig kan worden veranderd.
Bij de in de figuren 1 t/m 9 weergegeven uitvoerings-5 vorm van de regel afsl ui ter zijn de cilindrische kamer 14d en de beide sleuven 44 in het bolvormige lichaam van het afsluit-orgaan met geluiddempende middelen gevuld. Zoals in het bijzonder in fig. 6 is weergegeven kunnen deze geluiddempende middelen bestaan uit kogeltjes 44a, die door middel van tus-10 sen de convergerende wanden van de sleuven aangebrachte dwarsstaafjes 44e in deze sleuven zijn opgesloten.
Wanneer de regel afslui ter 9, zoals in fig. 1 is weergegeven volledig is geopend vormt de boring 14a tezamen met de buisstukken 40 een volledig vrij doorstroomkanaal 40a voor 15 de vloeistof. De door dit kanaal stromende vloeistof zal hierbij door de openingen 14c tevens in de kamer 14d (fig. 1) en de sleuven 44 doordringen en deze vullen. Daar de dwarsdoorsnede van de'door!aatopening van de boring 14a even groot is als de dwarsdoorsnede van de door!aatopeningen van de buis-20 stukken 40 zal de boring 14a geen noemenswaardige drukverandering van de doorstromende vloeistof veroorzaken en derhalve zal door de vloeistofstroom ook geen noemenswaardig geruis in de afsluiter 9 worden opgewekt.
In zijn volledig geopende stand zal de regel afslui ter 25 9 derhalve nagenoeg geen drukverval van de doorstromende vloeistof veroorzaken, hetgeen een zeer belangrijk voordeel van de onderhavige uitvinding vormt.
In de volledig gesloten toestand van de afsluiter, zoals is weergegeven in fig. 9 zullen de sluitvlakken 47 de 30 openingen van de buisstukken 40 volledig afsluiten en zal er geen vloeistof door de boring en/of de sleuven van het bolvormige lichaam 14 stromen.
In elke andere, gedeeltelijk geopende toestand van de regel afsluiter 9 zal een gedeelte van de vloeistof door 35 de zich tegenover de openingen van de buisstukken 40 bevindende sleuven 44 stromen (fig. 3). In een aantal standen van het bolvormige lichaam, zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 4, zal de vloeistof gedeeltelijk door de boring 14a en gedeeltelijk door de sleuven 44 stromen.
40 80 0 2 4 60 *· i' - 8 -
Bovendien in elke gedeeltelijk geopende toestand van de regel afslui ter de in de geluiddempingskamer 14d en de sleuven 44 aangebrachte kogeltjes 44a (fig. 3) bewerkstelligen, dat de vloeistof in plaats van volgens een rechtlijnige baan 5 volgens een groot aantal gebogen banen door deze kamer en de sleuven zal stromen. Zo zal de vloeistof vanuit het op de toevoerleiding aangesloten buisstuk 40 in een van de sleuven 44 en vervolgens in de kamer 14d stromen. Een deel van de vloeistof zal door de openingen 14c stromen, terwijl de rest 10 van de vloeistof door de kamer 14d zal stromen. Deze beide gedeelten van de totale vloeistofstroom worden in de andere, met het op de afvoerleiding aangesloten buisstuk 40 in verbinding staande sleuf weer samengevoegd en vanuit deze sleuf door het laatstgenoemde buisstuk aan de afvoerleiding toege-15 voerd. De door de vloeistof doorlopen banen zijn in de tekening schematisch door pijltjes aangeduid.
In de met een gedeeltelijk geopende toestand corresponderende tussenstand van het bolvormige lichaam zullen derhalve de kogeltjes 44a en de openingen 14c een groot drukver-20 val in de vloeistofstroom doen ontstaan, waardoor het stro-mingsgeruis, dat zonder toepassing van deze geluiddempende middelen in de betreffende tussenstanden van het lichaam 14 zou worden opgewekt vrijwel volledig wordt gedempt. De kogeltjes 44a kunnen bolvormig zijn (fig. 1), doch in plaats hier-25 van kunnen ook niet-bolvormige kogeltjes 44'a (fig.8) worden toegepast.
Bij de in de figuren 10 en 11 weergegeven uitvoeringsvorm van de regel afslui ter 9a, welke in vele opzichten met de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm overeenkomt is de kamer 30 14d in een groot aantal kleinere ruimten onderverdeeld door middel van zich in langsrichting uitstrekkende radiale ribben 60, die elk van een of meer openingen 61 zijn voorzien. De openingen 61 van naburige ribben zijn ten opzichte van elkaar verplaatst daarin aangebracht, teneinde een volgens een pa-35 troon van gebogen lijnen verlopende vloeistofstroming tussen de ribben 60 te verkrijgen, zoals is voorgesteld door de pijlen 63.
Howel dit niet in de figuren 10 en 11 is weergegeven kunnen ook bij deze uitvoeringsvorm van de regel afslui ter de 40 80 0 2 4 60 - 9 - sleuven 44 met kogeltjes 44a zijn gevuld, teneinde een extra geluiddempende werking te verkrijgen. In alle overige van belang zijnde opzichten komt de in de figuren 10 en 11 weergegeven uitvoeringsvorm van de regel afslui ter overeen met de 5 in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm.
In de figuren 12 en 13 is nog een andere uitvoeringsvorm van de regelafsluiter 9b weergegeven, waarbij de wand
O
14b van de boring 14a niet van openingen is voorzien, terwijl deze afsluiter voor het overige op dezelfde wijze is uitge-10 voerd als de afsluiter volgens de figuren 10 en 11. Opgemerkt wordt, dat wanneer bij de in de figuren 12 en 13 weergegeven regelafsluiter 9b de sleuven 44 tegenover de openingen van de buisstukken 40 zijn ingesteld de vloeistof alleen door de openingen 61 in de ribben 60 en de kamer 14d van de ene sleuf 15 44 naar de andere sleuf 44 kan stromen, zoals door de pijlen 64 en 65 in deze figuren is aangeduid.
Bij de regelafsluiters 9a en 9b met een van ribben 60 voorzien bolvormig lichaam 14 kan derhalve door een geschikte keuze van de plaatsen van de openingen 61 in de nabu-20 rige ribben een niet-rechtlijnig stromingspatroom van de vloeistof worden verkregen. De vloeistof zal hierbij vanuit de eerste kamers 60a, welke door een eerste paar naburige ribben wordt begrensd in een tweede overeenkomstige kamer 60b en vanuit deze achtereenvolgens op dezelfde wijze door alle 25 overige kamers stromen. De vloeistof zal hierbij derhalve volgens een aantal in axiale richting gebogen banen in de omtreks-richting van de kamer langs de daarin aangebrachte ribben 60 stromen.
De figuren 14 t/m 16 dienen ter illustratie van een 30 bij voorkeur toegepaste wijze van vervaardiging van het af-sluitorgaan 13. In het bolvormige lichaam 14 wordt eerst een boring 70 aangebracht, waarvan de lengteas met een middellijn van het lichaam 14 samenvalt. Fig. 15 toont een in deze boring 70 aan te brengen dempingskoker 72, bestaande uit een volle 35 buis 75 met aan de beide uiteinden daarvan gevormde ringvormige flenzen 74. De wand van de buis 75 vormt een boring 73 en is van een groot aantal openingen 14c voorzien. De buitendiameter van de flenzen 74 is iets groter dan de binnendia-meter van de boring 70, waardoor de koker 72, nadat deze met 40 800 2 4 60 - 10 - kracht in de boring 70 is geperst in deze boring zal worden vastgeklemd. Vervolgens worden buitenvlakken van de flenzen 74 aan de omtreksvorm van het bolvormige lichaam 14 aangepast, zodat deze de draaiing van dit lichaam in de kamer 11 (fig.1) 5 niet zullen belemmeren.
Hierbij wordt tussen het buitenoppervlak van de cilindrische buis 75 en de cilindrische wand van de boring 70 de gewenste dempingskamer 14d gevormd, waarin de geluiddempen-den middelen, zoals kogeltjes 44a of ribben 60 kunnen worden 10 aangebracht. Voor de regelafsluiters 9a en 9b, zoals respectievelijk weergegeven in de figuren 10 en 11 en de figuren 12 en 13 kunnen de ribben 60 door gieten of lassen op de buitenwand van de cilindrische buis 75 worden gevormd of aangebracht.
15 De geluiddempende middelen, zoals de ribben 60 op de koker 72 of de kogeltjes 44a bewerkstelligen, dat de vloeistof volgens een patroon van gebogen lijnen door de kamer 14d zal stromen. De vloeistof kan tevens door de openingen 14c tussen de boring 14a en de kamer 14d stromen. Als gevolg hiervan zal 20 de vloei stofstroom in een groot aantal afzonderlijke stroompjes worden onderverdeeld. De geluiddempende middelen en de openingen 14c onderdrukken het stromingsgeruis van de vloeistof, wanneer de doorlaat van het stromingskanaal van de afsluiter door het afsluitorgaan 13 wordt verkleind.
25 In de figuren 17 t/m 19 is nog een andere uitvoe ringsvorm van de regel afslui ter volgens de uitvinding weergegeven. Deze regel afslui ter 9c is voorzien van een dempings-koker 72', welke is samengesteld uit een paar niet-concentri-sche buizen 81 en 82, tussen welke een kamer 83 is gevormd.
30 De radiale afmeting van deze kamer 83 neemt geleidelijk toe vanaf een minimale waarde tot een maximale waarde, welke waarden afhankelijk zijn van de onderlinge excentriciteit van de buizen 81 en 82.
De koker 72' is voorzien van een axiale boring 14a.
35 In de wand van de buitenste buis 82 is een groot aantal smalle, zich in de lengterichting van de buis uitstrekkende en in deze richting ten opzichte van elkaar verplaatste sleuven 84 aangebracht (fig. 19). De binnenste buis 81 kan van openingen zijn voorzien, doch bij de regel afslui ter 9c is dit niet het 40 800 2 4 60 - 11 - > geval. De buizen 81 en 82 worden in de juiste onderlinge stand gehouden door op de uiteinden daarvan aangebrachte flenzen 74a, die zijn voorzien van naar binnen gerichte en zich in axiale richting uitstrekkende ringvormige verhogingen 74b en 74c met 5 verschillende dikten. De flenzen 74a zijn voorts voorzien van axiale openingen 74d.
Het bolvormige lichaam 14 is op dezelfde wijze uitgevoerd als reeds aan de hand van de figuren 14 t/m 16 is beschreven. Voor de vervaardiging van dit lichaam wordt eerst 10 een boring 70 in het lichaam 14 aangebracht, waarvan de hartlijn samenvalt met een middellijn van het lichaam. De buitendiameter van de flenzen 74a wordt iets groter gekozen dan de binnendiameter van de boring 70, teneinde ervoor te zorgen, dat de koker 72*', wanneer deze met kracht in de boring 70 15 wordt geperst in deze boring wordt vastgeklemd. Vervolgens worden dan de buitenvlakken van de flenzen 74a aan de omtreks-vorm van het lichaam 14 aangepast, zoadat deze flenzen de draaiing van het lichaam in de kamer 11 (fig. 1) niet zullen belemmeren. De open ruimte tussen de buitenste buis 82 van 20 de koker 72' en de cilindrische wand van de boring 70 vormt een kamer 14d', waarvan de functie reeds in het voorgaande is beschreven.
De kamer 83 wordt gevuld met kogeltjes 44a' met verschillende diameters, welke daarin op hun plaats worden ge-25 houden door de cilindrische wanden van de buizen 81 en 82 (fig. 17).
Wanneer bij de draaibare regel afsluiter 9c het af-sluitorgaan 13 in een stand is ingesteld, waarbij geen enkel gedeelte van de boring 14a zich tegenover de openingen van de 30 buisstukken 40 bevindt en alleen de sleuven 44 zich tegenover deze openingen bevinden zal de vloeistof vanuit het met de toevoer!eiding verbonden buisstuk 40 via de zich tegenover de opening daarvan bevindende sleuf 44 in de kamer 14d' stromen. Vanuit deze kamer 14d' zal de vloeistof vervolgens door de 35 sleuven 84 in de kamer 83 stromen. De kogeltjes 44a' bewerkstelligen, dat de vloeistof in plaats van volgens een rechtlijnige baan volgens een patroon van gebogen lijnen door de kamer 83 zal stromen. Een gedeelte van de vloeistof zal uit de kamer 83 in de zich tegenover de opening van het met de 40 8 0 0 2 4 6 0
- V
- 12 - afvoerleiding verbonden buisstuk 40 bevindende sleuf 44 stromen en door deze aan dit buisstuk worden toegevoerd. Een ander deel van de vloeistof zal door de kleine openingen 74d uit de kamer 83 wegstromen. In de volledig gesloten toestand 5 van de regel afslui ter, zoals weergegeven in fig, 17 kan het bolvormige lichaam 14 door middel van gebruikelijke afdich-tingsorganen 40g ten opzichte van de openingen van de buis-stukken 40 worden afgedicht.
De kogeltjes 44a' en de openingen 74d bewerkstelli-10 gen een vrijwel volledige onderdrukking van het stromingsge-ruis, dat zonder de aanwezigheid van deze middelen zal worden opgewekt, wanneer het lichaam 14 wordt ingesteld in een stand, waarbij dit de doorlaat van de afsluiter gedeeltelijk blokkeert. Wanneer de beide buizen 81 en 82 van de koker 72' excentrisch 15 ten opzichte van elkaar worden aangebracht, zoals in fig. 17 is weergegeven wordt een betere geluiddemping verkregen dan wanneer deze buizen concentrisch ten opzichte van elkaar worden aangebracht.
Ook bij deze 1aatstbeschreven uitvoeringsvorm van de 20 regel afslui ter wordt de vrije doorstroming van de vloeistof door het afsluitorgaan 13, wanneer dit in de met de volledig geopende toestand van de afsluiter overeenkomende stand is ingesteld niet door de geluiddempende middelen belemmerd.
25 ......
8002460

Claims (10)

1. Draaibare regel afsluiter bestaande uit een huis en een draaibaar in een door dit huis begrensde kamer aangebracht afsluitorgaan , waarbij het huis is voorzien van twee doorstroomopeningen met daarop aansluitende, door deze ope-' 5 ningen met de kamer in verbinding staande, in eikaars verlengde liggende buisstukken voor het op de afsluiter aansluiten van leidingen voor het toevoeren en afvoeren van vloeistof en waarbij het afsluitorgaan bestaat uit een in de kamer passend lichaam met een boring, die door draaiing van dit lichaam in 10 de kamer met zijn open uiteinden tegenover de doorstroomope-ningen kan worden ingesteld en daarbij een verbindingskanaal tussen de beide buisstukken vormt en welk lichaam is voorzien van twee, aan de buitenzijde daarin aangebrachte langwerpige sleuven, die zich elk vanaf een van de beide open uiteinden 15 van de boring in dit lichaam in onderling tegengestelde richtingen langs de omtrek daarvan uitstrekken en door naar hun uiteinden convergerende wanden worden begrensd, terwijl het lichaam tussen de smalle uiteinden van deze sleuven en de uiteinden van de boring liggende volle wanddelen bezit, die 20 door verdraaiing van het lichaam in de kamer zodanig ten opzichte van de doorstroomopeningen kunnen worden ingesteld, dat deze geheel of gedeeltelijk worden afgesloten en de afsluiter voorts van middelen voor het dempen van het bij doorstroming van een vloeistof daarin opgewekte geluid is voor-25 zien, met het kenmerk, dat in het lichaam (14) van het afsluitorgaan (13) een de wand (14b) van de boring (14a) omgevende geluiddempingskamer (14d) is gevormd en de geluiddempende middelen (44a;60) in deze kamer zijn aangebracht.
2. Regel afslui ter volgens conclusie 1, m e t het 30 kenmerk, dat de geluiddempende middelen zodanig zijn aangebracht, dat deze het bij gedeeltelijke afsluiting van het doorstroomkanaal (40a) van de afsluiter door de vloeistof-stroming in de sleuven (44) van het afsluitorgaan veroorzaakte geluid dempen.
3. Regel afslui ter volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de geluiddempende middelen uit kogeltjes (44a) bestaan.
4. Regelafslui ter volgens conclusie 1, m e t het 8002460 - 14 - kenmerk, dat in de boring van het lichaam van het af-sluitorgaan (13) een dubbelwandige koker (721) is aangebracht, welke is samengesteld uit een binnenste buis (81) en een buitenste buis (82), tussen welke buizen de dempingskamer (14d) 5 is gevormd en waarbij de wand van de binnenste buis van sleuven (84) is voorzien.
5. Regelafsluiter volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de buizen (81,82) excentrisch ten opzichte van elkaar in de boring zijn aangebracht en de ruimte daar- 10 tussen met kogeltjes (44a) van verschillende diameters is gevuld.
6. Regelafsluiter volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat behalve de dempingskamer (14d) ook de sleuven (44) in het lichaam van het afsluitorgaan met 15 kogeltjes (44a) zijn gevuld.
7. Regelafsluiter volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de geluiddempende middelen uit over de omtrek van de boring verdeeld in de dempingskamer aangebrachte, zich in de lengterichting van de boring uitstrekkende radiale 20 ribben (60) bestaan.
8. Regelafsluiter volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de dempingsribben (60) zijn voorzien van openingen, die in de omtreksrichting van de boring zodanig ten opzichte van elkaar verplaatst in de ribben zijn aange- 25 bracht, dat zij tezamen een uit meerdere gebogen lijnen bestaand stromingspatroon van de vloeistof door de dempingskamer bepalen.
9. Regelafsluiter volgens een der conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat de dempingskamer (14d) is 30 voorizen van een groot aantal, in de wand daarvan aangebrachte openingen (14c), door welke deze kamer met het door de boring (14a) gevormde vloei stofkanaal in verbinding staat.
10. Regelafsluiter volgens een der conclusies 1 t/m 9, met het kenmerk, dat de afsluiter zodanig is . 35 uitgevoerd, dat in de volledig geopende stand daarvan een onbelemmerde vloei stofstroming door het stromingskanaal (40a) optreedt. 800 2 4 60
NL8002460A 1980-04-25 1980-04-25 Draaibare regelafsluiter. NL180698C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002460A NL180698C (nl) 1980-04-25 1980-04-25 Draaibare regelafsluiter.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002460A NL180698C (nl) 1980-04-25 1980-04-25 Draaibare regelafsluiter.
NL8002460 1980-04-25

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8002460A true NL8002460A (nl) 1981-11-16
NL180698B NL180698B (nl) 1986-11-03
NL180698C NL180698C (nl) 1987-04-01

Family

ID=19835216

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002460A NL180698C (nl) 1980-04-25 1980-04-25 Draaibare regelafsluiter.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL180698C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL180698C (nl) 1987-04-01
NL180698B (nl) 1986-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4106525A (en) Fluid pressure control
US10883765B2 (en) Heat exchanger with heilical flights and tubes
US4889163A (en) Valve assembly
US5803119A (en) Fluid flow control device
US3954124A (en) High energy loss nested sleeve fluid control device
US4671380A (en) Hydraulic noise attenuators
US4402485A (en) Eccentrically nested tube gas line silencer
US5524863A (en) Quarter turn rotatable flow control valve
AU703067B2 (en) Rotary noise attenuating valve
US4765446A (en) Hydraulic damper of adjustable damping force type
US3443793A (en) Variable area orifice,rotary control valve
RU1775022C (ru) Запорный элемент
KR101118554B1 (ko) 조절 볼 밸브
JP2007508512A (ja) デュアル・セグメント・ボール弁
US6520209B1 (en) Device in a valve
KR20180070728A (ko) 유체 유동 제어 장치 및 시스템과 이들을 통해 유체를 유동시키는 방법
US6102154A (en) Muffler
NL8002460A (nl) Draaibare regelafsluiter met geluiddempende middelen.
FI88641B (fi) Regleringsventil
DE3471352D1 (en) Plug valve
JPS5930950B2 (ja) 消音手段を有するロ−タリ−制御バルブ
CA1059179A (en) Multiple conduit swivel joint
EP1018614B1 (en) Plug valve
EP3695146A1 (en) Valve and closure member
JP2808432B2 (ja) 流体制御装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19951101