NL8001980A - Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en onthulzen/slijpen van een korrelig vrijstromend stortgoed en inrichting voor uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en onthulzen/slijpen van een korrelig vrijstromend stortgoed en inrichting voor uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8001980A
NL8001980A NL8001980A NL8001980A NL8001980A NL 8001980 A NL8001980 A NL 8001980A NL 8001980 A NL8001980 A NL 8001980A NL 8001980 A NL8001980 A NL 8001980A NL 8001980 A NL8001980 A NL 8001980A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
silo
bulk material
tube
gas
gas flow
Prior art date
Application number
NL8001980A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ir Giok Khoen Khoe
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ir Giok Khoen Khoe filed Critical Ir Giok Khoen Khoe
Priority to NL8001980A priority Critical patent/NL8001980A/nl
Priority to US06/328,549 priority patent/US4466200A/en
Priority to EP81200379A priority patent/EP0039098A1/en
Priority to PCT/NL1981/000009 priority patent/WO1981002924A1/en
Priority to JP56501271A priority patent/JPS57500438A/ja
Publication of NL8001980A publication Critical patent/NL8001980A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B3/00Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
    • F26B3/02Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air
    • F26B3/06Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour flowing through the materials or objects to be dried
    • F26B3/08Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour flowing through the materials or objects to be dried so as to loosen them, e.g. to form a fluidised bed
    • F26B3/092Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour flowing through the materials or objects to be dried so as to loosen them, e.g. to form a fluidised bed agitating the fluidised bed, e.g. by vibrating or pulsating
    • F26B3/0926Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour flowing through the materials or objects to be dried so as to loosen them, e.g. to form a fluidised bed agitating the fluidised bed, e.g. by vibrating or pulsating by pneumatic means, e.g. spouted beds
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B3/00Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
    • F26B3/02Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air
    • F26B3/06Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour flowing through the materials or objects to be dried
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B3/00Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat
    • F26B3/02Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air
    • F26B3/10Drying solid materials or objects by processes involving the application of heat by convection, i.e. heat being conveyed from a heat source to the materials or objects to be dried by a gas or vapour, e.g. air the gas or vapour carrying the materials or objects to be dried with it
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B9/00Machines or apparatus for drying solid materials or objects at rest or with only local agitation; Domestic airing cupboards
    • F26B9/06Machines or apparatus for drying solid materials or objects at rest or with only local agitation; Domestic airing cupboards in stationary drums or chambers
    • F26B9/08Machines or apparatus for drying solid materials or objects at rest or with only local agitation; Domestic airing cupboards in stationary drums or chambers including agitating devices, e.g. pneumatic recirculation arrangements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)
  • Storage Of Harvested Produce (AREA)

Description

I A
' »
Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en ont-hulzen/slijpen van een korrelig vrij stromend stortgoed en inrichting voor uitvoering van de werkwijze.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het convectief drogen van een korrelig vrijstromend stortgoed, waarbij men het stortgoed in een silo brengt en in de silo in contact brengt men een zodanige, vertikaal ingevoerde, naar boven 5 gerichte stroom heet drogend gas, dat door die gasstroom voortdurend korrels langs een recht omhoog lopende baan worden meegevoerd tot boven het stortgoed en als een fontein omlaag vallen op het omringende stortgoed dat in de silo langzaam omlaag zakt.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit het 10 Amerikaanse octrooischrift 2.786.280. Daarbij wordt de gasstroom via een in de bodem van de silo aangebracht mondstuk vrij in het in de silo aanwezige stortgoed geblazen. Een deel van de gasstroom stroomt langs een rechte baan omhoog waarbij het de zich op haar weg bevindende stortgoedkorrels meevoert en een door het omringen-15 de, langzaam omlaag zakkende stortgoed begrensd cilindrisch kanaal in de stortgoedmassa doet ontstaan; de rest van de ingevoerde gasstroom (in de praktijk veelal de helft tot driekwart) buigt op zijn weg naar boven zijdelings af en stroomt door het omringende stortgoed weg.
20 Deze werkwijze geeft een hoog droogrendement, vooral dank zij het zijdelings afgebogen en omhoog stromende gas.
Wanneer die werkwijze wordt toegepast op stort- 8001980 2 ,· * goed waarbij de het vochttransport beheersende weerstand in de korrels ligt, bijvoorbeeld op korrelige landbouwprodukten, geeft ze alleen in het beginstadium een constante droogsnelheid met als gevolg dat bij dergelijk stortgoed gemakkelijk beschadi-5 ging van de korrels, zoals barsten of scheuren, optreedt, waardoor de gebruikswaarde van met die bekende werkwijze gedroogd stortgoed sterk wordt verminderd.
Het systeem laat bovendien weinig variatie toe. Men-kan bijvoorbeeld de vulhoogte van de silo praktisch niet wij-10 zigen en ook wijzigen van het debiet van de luchtstroom is nauwelijks mogelijk.
Gevonden werd nu dat door beheersen van de hoeveelheid zijdelings afgebogen drogend gas, een constante droogsnelheid kan worden bereikt. Dit kan hierdoor worden verklaard 15 dat de korrels die door het langs een rechte baan omhoog stromende deel van de gasstroom worden meegevoerd het in het buitenste laagje aanwezige vocht afstaan aan het drogende gas, terwijl - omdat de het vochttransport beheersende weerstand binnen in de korrels ligt - de vochtverdeling in de kern van de korrels praktisch niet 20 verandert en dat de korrels daarna, als ze op het omringende stortgoed zijn gevallen en met dit stortgoed gestaag langzaam omlaag zakken, dank wij de beperkte zijdelingse gasstroom, voldoende gelegenheid krijgen om de bij het drogen in de gasstroom opgetreden ongelijkmatige vochtverdeling te egaliseren, zodat als de korrels 25 vervolgens weer in de gasstroom geraken en door de gasstroom worden meegevoerd, de gehele cyclus zich herhaalt. De mate waarin de hoeveelheid zijdelings afgebogen gas wordt beheerst, kan precies worden afgestemd op de aard van het stortgoed en het beoogde droogresultaat.
30 De werkwijze volgens de uitvinding wordt nu daar door gekenmerkt, dat men bij het drogen van stortgoed waarbij de het vochttransport beheersende weerstand in de korrels ligt een buis in het stortgoed steekt coaxiaal met de as van de verti-kale gasstroom, waarbij de buis tot op een bepaalde afstand boven 35 de bodem van de silo wordt neergelaten, zodanig dat continu een 8001980 - * * 3 hoeveelheid van het omlaag zakkende stortgoed tot de gasstroom wordt toegelaten, en de huis een zodanige lengte heeft, dat hij met het bovenste uiteinde boven het stortgoed uitsteekt.
Men bereikt hiermede onder andere de volgende 5 voordelen.
Dank zij de in het stortgoed gestoken buis kan men in de silo optredende verschijnselen nauwkeurig beheersen.
Men kan veel grotere variaties in het debiet van het drogende gas toelaten dan bij de werkwijze volgens het Amerikaanse octrooi-10 schrift 2.786.280 en zelfs het debiet van hêt gas praktisch halveren in vergelijking met het debiet dat bij de werkwijze volgens het Amerikaanse octrooischrift 2.786.280 nodig is, terwijl de druk waaronder het gas wordt ingeblazen kleiner kan zijn en tot ca. 2/3 van de druk bij de bekende werkwijze kan bedragen. Voorts worden 15 aan de vulhoogte van de silo geen maximum grenzen meer gesteld; bij de werkwijze volgens het Amerikaanse octrooischrift 2.786.280 geldt een maximum voor de vulhoogte, omdat als de vulhoogte te groot wordt, geen doorgaande gasstroom meer optreedt en al het gas door het stortgoed wordt verspreid.
20 De diameter van de volgens de uitvinding in het stortgoed gestoken buis moet zodanig zijn, dat stortgoed korrels die door de gasstroom worden meegevoerd zoveel mogelijk in de buis worden geschoten en dan met grote snelheid worden meegevoerd tot boven het in de silo aanwezige stortgoed. In de praktijk 25 betekent dit, dat de inwendige diameter van de buis ten minste gelijk moet zijn aan de diameter van het mondstuk waardoor de gasstroom in de silo wordt ingevoerd. Anderzijds dient de inwendige diameter van de buis bij voorkeur niet groter te zijn dan 2 maal de gemiddelde diameter van de recht omhoog lopende baan waarlangs 30 zonder toepassing van een buis stortgoedkorrels door de gasstroom worden meegesleurd tot boven het stortgoed.
Liefst is de inwendige diameter van de in het stortgoed gestoken buis nagenoeg gelijk aan de gemiddelde diameter van de recht omhoog lopende baan waarlangs zonder toepassing van 35 een buis stortgoedkorrels door de gasstroom worden meegesleurd 1001980 • *- 4 tot boven het stortgoed. In de praktijk betekent dit dat de inwendige diameter van de buis liefst 0,8 - 1,2 maal de gemiddelde diameter van die recht omhoog lopende baan bedraagt. Bij een dergelijke inwendige diameter van de in het stortgoed gestoken 5 buis, treden de minste verstoringen in de stroming op en wordt de gunstigste regeling van het droogproces bereikt.
De diameter van de recht omhoog lopende baan waarlangs zonder toepassing van een in het stortgoed gestoken buis stortgoedkorrels door de gasstroom worden meegesleurd tot boven 10 het stortgoed hangt af van de aard van het stortgoed dat in de silo wordt gedroogd, van de diameter van de silo en de diameter van het mondstuk waardoor de gasstroom in de silo wordt ingevoerd.
In de praktijk wordt die diameter proefondervindelijk vastgesteld, bijvoorbeeld door de bij de werkwijze 15 volgens de uitvinding te gebruiken silo met het in die silo te drogen stortgoed te vullen tot de maximale hoogte waarbij met het beschikbare debiet aan drogend gas - zonder in het stortgoed gestoken buis - nog net een langs een rechte baan omhoog gaande gasstroom ontstaat waarin korrels van het stortgoed worden meegesleurd 20 tot boven het niveau van het omringende stortgoed, door via het mondstuk in de bodem van de silo de maximaal beschikbare stroom drogend gas in de silo te blazen en de kinetische druk over een dwarsdoorsnede te meten.
Voor een nauwkeurige bepaling van de diameter van 25 de recht omhoog lopende baan waarlangs, zonder toepassing van een in het stortgoed gestoken buis, stortgoedkorrels door de gasstroom worden meegesleurd tot boven het stortgoed, kan men geschikt een dergelijke proef doen in een silo die doormiddel van een door de as van de silo lopende transparante plaat is gehalveerd, 30 waarbij men bij dezelfde vulhoogte met stortgoed de halve hoeveelheid gas inblaast. De doorsnede van de recht omhoog lopende baan is dan door de transparante plaat heen zichtbaar en kan gemakkelijk worden gemeten.
De afstand tussen de onderkant van de in het 35 stortgoed gestoken buis en de bodem van de silo die bij de werk 8001980 « It 5 wijze volgens de uitvinding wordt aangehouden, bepaalt in belangrijke mate het stromingspatroon dat bij de werkwijze volgens de uitvinding in de silo optreedt en daarmede het bereikte droogre-sultaat.
5 Dit wordt hierna nader beschreven en toegelicht aan de hand van de figuren, waarvan:
Fig. 1 het stromingspatroon weergeeft dat optreedt in een silo bij uitvoeren van de droogwerkwijze volgens Amerikaan-10 se octrooischrift 2.786.280.
Fig. 2 een grafiek weergeeft van de droogsnelheid van rijst onder verschillende proefomstandigheden.
Fig. 3 een grafiek weergeeft van enerzijds de droogsnelheid van rijst onder een bepaalde combinatie van proef-15 omstandigheden, en anderzijds van de temperatuur die de rijstkorrels onder die omstandigheden verkrijgen.
Fig. 1 geeft het in de praktijk bij de werkwijze volgens Amerikaanse octrooischrift 2.786.280 in de silo optredende stromingspatroon weer. De stroming van het gas is aangegeven met 20 halve pijlen; de beweging van het korrelige stortgoed met volledige pijlen.
Dit stromingspatroon kan als volgt worden verklaard :
Het gas dat via een toevoermondstuk bij 0 de silo 25 binnen-komt met een bepaalde impuls, verliest op zijn weg door de silo een deel van zijn impuls; de snelheid daalt als functie van de afstand van 0. Met deze vermindering van de -snelheid gaat gepaard een geleidelijke toename van de statische druk langs de as van de silo (de gasstroom) welke toename van de statische druk 30 echter wordt beperkt door dissipatie-verliezen en naarmate de dissipatie-verliezen toename zelfs overgaat in een afname van de statische druk. Langs de as van de treedt bijgevolg op een bepaald punt (A) een drukpiek op.
De statische-druk die optreedt langs de as van de 35 gasstroom maakt, dat een deel van het gas uit de gasstroom zich in 8001980
* V
6 zijdelingse richting verspreidt. Beneden punt (A) stroomt dit zijdelings afgebogen gas terug naar 0, vaar het zich vermengt met vers bij 0 ingevoerd gas. Dit recirculerende gas voert korreltjes uit de omringende stortgoedmassa mee en brengt ze in de 5 gasstroom. Boven het punt (A) stroomt het zijdelings afgebogen gas in de omringende stortgoedmassa omhoog. Doordat voortdurend aan het ondereinde van de stortgoedmassa korreltjes door het recirculerende gas vorden meegevoerd naar de gasstroom zakt de stortgoedmassa langzaam omlaag. Bovenop wordt ze aangevuld door 10 stortgoedkorreltjes die door de gasstroom mee zijn gevoerd tot boven het stortgoed en daar als een fontein omlaag vallen op het omringende stortgoed.
Door een buis in het stortgoed te steken coaxiaal met de as van de vertikale gasstroom, wordt een deel van de 15 stroming van gas door het omringende stortgoed verhinderd.
Voor een buis met een inwendige diameter die nagenoeg gelijk is aan de gemiddelde diameter van de recht omhoog lopende baan waarlangs - zonder toepassing van een buis -stortgoedkorrels door de gasstroom worden meegevoerd, kunnen zich 20 de volgende gevallen voordoen.
Wanneer het ondereinde van de buis zich op minder dan de helft van de afstand OA vanaf de bodem van de silo bevindt, zuigt de door het mondstuk ingeblazen gasstroom extra gas aan door het rondom de buis aanwezige stortgoed heen, welk gas korrels 25 meesleurt; de hoeveelheid aangezogen gas en daarmee ook de hoeveelheid meegesleurde korrels wordt bepaald door de afstand van het ondereinde van de buis tot de bodem van de silo en door het debiet van de door het mondstuk ingeblazen gasstroom.
Een dergelijke stand van de buis is in de praktijk 30 in het algemeen niet gewenst.
Wanneer het ondereinde van de buis zich bevindt tussen de helft van de afstand OA en het punt A wordt een deel van de ingeblazen gasstroom zijdelingsafgebogen en teruggezogen naar de gasinlaat; daarnaast wordt ook extra gas aangezogen door 35 het rondom de buis aanwezige stortgoed heen.
8001980 7 '* Λ
Dit is een bruikbare stand van de buis.
Wanneer het ondereinde van de buis zich bevindt ter hoogte van het punt A treedt alleen een recirculatiestroom van zijdelings afgebogen gas op.
5 Het debiet van de gasstroom door de buis is gelijk aan het debiet van het via het mondstuk ingevoerde gas. Ook deze stand van de buis is bruikbaar.
Wanneer het ondereinde van de buis zich boven het punt A bevindt, wordt de binnenkomende gasstroom verdeeld in 10 een door de buis omhoog gaande stroom en een door het om de buis aanwezige stortgoed omhoog gaande stroom. Daarnaast treedt een onbelemmerde recirculatiestroom op. De verdeling tussen de gasstroom door de buis en de gasstroom omhoog door het omringende stortgoed en daarmee van de concentratie van de suspensie van 15 korrels diemet de gasstroom omhoog gaat wordt bepaald door de precieze stand van de buis.
In het algemeen treedt, wanneer het ondereinde van de buis zich boven het punt A bevindt, het gunstigste droog-effect op. Aan een dergelijke stand van de buis wordt daarom de 20 voorkeur gegeven. De precieze stand van de buis die men voor het drogen van een bepaald stortgoed kiest, hangt daarbij nog af van neveneffecten die men eventueel wil bereiken.
Doordat de korrels als een ijle suspensie in de gasstroom omhoog bewegen, botsen ze ook regelmatig tegen elkaar, 25 en tegen de wand van de huis, wat een slijpend effect teweeg brengt. Het slijpend effect wordt daarbij vooral bepaald door de gasinlaat snelheid en door regelen van die snelheid kan het slijpend effect worden geregeld. Men kan hiervan gebruik maken, om de korrels zowel te drogen als het buitenste laagje van de 30 korrels te verwijderen.
Deze mogelijkheid is vooral van belang bij het drogen van korrelige landbouw gewassen, waarbij vaak naast het drogen ook afslijpen of onthulzen moet plaats vinden.
Een gunstige bijkomstigheid is, dat het af-35 geslepen gedeelte bij de werkwijze van de uitvinding meteen 8001980 8
« V
afgescheiden wordt van de rest. Dit gebeurt door wegblazen (bij kleine deeltjes) of segregatie (bij grote schillen), in welk laatste geval de schillen als het ware boven het oppervlak van het omringende stortgoed drijven.
5 De silo die bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt toegepast, kan willekeurige afmetingen hebben. In het algemeen moet de diameter ten minste 15 cm zijn, maar de bovengrens voor de diameter wordt alleen door praktische overwegingen » bepaald.
10 Wanneer de diameter van de silo, die met het oog op een bepaalde droogcapaciteit gewenst is, erg groot zou worden, kan men in de silo meerdere stromen van drogend gas toepassen. waarbij elke gasstroom opzichzelf voor een gedeelte van de silo het beoogde droog- en slijpeffect geeft.
15 Een geschikte keuze van de diameter van de silo, in combinatie met de keuze van de vulhoogte maakt het mogelijk de totale duur van een droogcyclus in te stellen.
Als drogend gas kan men bij de werkwijze van de uitvinding geschikt lucht gebruiken. In het geval dat het te 20 drogen stortgoed gevoelig is voor zuurstof, kan men in plaats van lucht een inert gas, bijvoorbeeld stikstof toepassen.
De temperatuur waarop het gas wordt verhit, hangt af van de eigenschappen van het stortgoed dat gedroogd wordt en van het resultaat dat men wenst te bereikan.
25 Men kan de werkwijze van de uitvinding toepassen met een grote verscheidenheid van korrelige produkten die als stortgoed worden gebruikt.
De belangrijkste hiervan zijn de korrelige landbouw produkten, variërend van granen tot bijvoorbeeld koffie- 30 bonen en oliehoudende zaden. Granen wenst men in het algemeen te drogen en eventueel te onthulzen onder zodanige omstandigheden dat er geen korreldegradatie optreedt als gevolg van de bereikte korreltemperatuur.
Dit wordt bereikt, wanneer de temperatuur van het o o 35 drogende gas niet hoger is dan 200 C, in het bijzonder 160 C.
8001980
> JF
9
De temperatuur van de korrels wordt dan niet zo hoog, dat degradatie optreedt. De gunstigste temperatuur kan eenvoudig proefondervindelijk worden vastgesteld.
Bij oliehoudende zaden is het dikwijls gunstig 5 een hogere gastemperatuur te gebruiken om zowel drogen als roosteren van de korrels te verkrijgen. Sesamzaad wordt bijvoorbeeld geroosterd bij temperaturen van ca. 100 - 110°G en men dient dan een gastemperatuur te gebruiken die een dergelijke temperatuur van de korrels geeft. De temperatuur van het gas 10 dient hiertoe boven 160°G en bij-voorkeur boven 200°C te liggen.
De meest geschikte temperatuur kan ook hier eenvoudig door enkele proefjes worden vastgesteld.
Voor koffiebonen is het gunstig wanneer ze gelijktijdig worden gedroogd en gebrand. De temperatuur voor branden 15 van koffie ligt gewoonlijk bij ongeveer 300°C. De gunstigste gastemperatuur kan weer proefondervindelijk worden vastgesteld.
De werkwijze volgens de uitvindng kan zowel la-dingsgewijze als continu worden uitgevoerd.
In het eerste geval vult men de silo tot de gewenste hoogte, 20 leidt een gasstroom in en gaat daarmee door tot de lading droog is, waarna men de silo ledigt.
In het tweede geval vult men de silo, leidt een gasstroom in en voert daarna continu meer stortgoed in, terwijl men gelijktijdig een overeenkomstige hoeveelheid stortgoed op 25 een ander punt aan de silo onttrekt.
De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, bestaande uit een silo die aan de bovenzijde in verbinding staat met de buitenlucht, met in de bodem ten minste een toevoermond-30 stuk voor een gasstroom, verbonden met een toevoerleiding voor heet gas, welke inrichting wordt gekenmerkt doordat in de silo ter hoogte van elk toevoermondstuk voor een gasstroom een buis is geplaatst waarvan de as samenvalt met de verticale as die door dat toevoermondstuk loopt, welke buis op een zekere afstand 35 boven de bodem van de silo eindigt.
8001980 10
De silo kan bijvoorbeeld aan de bovenzijde open zijn, maar is bijvoorkeur aan de bovenzijde voorzien van een deksel met een gasafvoerkanaal, dat geschikt kan zijn voorzien van een stofvanger, bijvoorbeeld een cycloon; op die wijze ver-5 mijdt men problemen met milieuverontreiniging.
De laatstgenoemde uitvoeringsvorm biedt bovendien de mogelijkheid, om de gasstroom die bij gebruik van de inrichting via het toevoermondstuk wordt ingevoerd, in plaats van met behulp van een compressor in de silo te blazen, door middel van een op 10 het gasafvoerkanaal aangesloten zuigpomp door de silo te zuigen.
Op die wijze droogt men onder een zekere onderdruk, wat in het algemeen gunstig is.
Boven elke in de silo geplaatste buis bevindt zich geschikt een spatplaatje, bij voorkeur op een zodanige 15 afstand boven de buis dat, als de inrichting in bedrijf is de uit de buis komende stroom van gas en meegesleurde korrels daardoor wordt afgebogen. Daardoor wordt een goede verdeling van het omlaagvallende stortgoed over de omringende stortgoedmassa bereikt en bovendien voorkomen dat korrels met de gasstroom uit 20 de inrichting worden afgevoerd.
Bij voorkeur is de inrichting voorzien van organen waarmee de stand van de buis in de silo kan worden ingesteld. Dit maakt het mogelijk de stand van de buis aan te passen bij het stortgoed dat men behandelt, bij het debiet van 25 de gasstroom en bij het effect dat men wenst te bereiken.
Deze laatste mogelijkheid biedt vooral als de inrichting zo is uitgevoerd dat de gasstroom 'door de silo wordt gezogen nog belangrijke bijkomende voordelen.
Men kan dan de silo bijvoorbeeld vullen, door 30 de buis tot op de bodem te laten zakken en het stortgoed van beneden af door de buis in de silo te zuigen. Wanneer de silo op deze wijze tot de gewenste hoogte is gevuld, kan men vervolgens de in de silo stekende buis langzaam omhoog trekken, terwijl men gas door de silo blijft zuigen, waarbij dan, als de 35 juiste stand van de buis in de silo is bereikt, vanzelf de voor 800 1 9 80 11 het drogen essentiele circulatiepatronen optreden.
In de volgende voorbeelden zijn enkele proeven beschreven, die de werkwijze volgens de uitvinding en het ermee bereikte effect illustreren.
5
Voorbeeld I
Er werden enkele droogproeven uitgevoerd in een silo in de vorm van een cilindrisch vat (inwendige diameter 30 cm), met een conische bodem (helling 45°), die aan de top was voor-10 zien van een inlaatopening voor drooglucht met een diameter van 27 mm, en waarin verstelbaar een buis met een lengte van 1,5 m en een inwendige diameter van 53 mm was gemonteerd, met de as van de buis samenvallend met de as van de silo.
De inlaatopening voor drooglucht was verbonden 15 met een toevoerleiding voor lucht, waarin een regelklep, een stromingsmeter en een elektrische verhitter waren gemonteerd.
Bij alle proeven werd in de silo 58,5 kg rijst met een vochtgehalte, berekend op kurk droge rijst, volgens NEN 3090, van 30 gew.% gebracht.
20 Via het toevoermondstuk werd lucht met een tem peratuur van 160°C in de silo geblazen.
De stand van de in de silo geplaatste buis en het luchtdebiet werden als volgt gevarieerd:
25 TABEL A
Proef gasdebiet (kg/s) afstand buis tot bodem _ _ _(cm)_ 1 0,030 2 30 2 0,034 8 3 0,030 10 4 0,034 12 5 0,046 20 35 800 1 9 80 12
1 V
De proeven werden voortgezet tot een vochtgehalte van omstreeks 16% (0,16 ^0 per kg droge rijst, overeenkomend met 14% berekend op natte rijst, dit is het maximaal toelaatbare vochtgehalte bij opslag van rijst, waarbij schimnelgevaar wordt 5 vermeden) was bereikt.
Het verloop van de droging werd gevolgd door Van tijd tot tijd monstertjes rijst uit de silo te trekken en het vochtgehalte te bepalen.
Het resultaat van deze proeven is weergegeven in 10 fig. 2.
In alle gevallen bereikt men, dank zij de in de silo geplaatste buis dat de droogsnelheid constant is. Hierdoor treedt bij het drogen praktisch geen beschadiging van de rijst (barsten of scheuren van de rijst) op.
15
Voorbeeld II
In dezelfde silo als werd gebruikt bij de proeven van Voorbeeld I, werd opnieuw een droogproef uitgevoerd.
Er werden in de silo gebracht 58,5 kg rijst met 20 een vochtgehalte van 30%, berekend op de droge rijst. De in de silo stekende buis werd zo ingesteld, dat de afstand tot de bodem 8 cm bedroeg en er werd bij deze proef 0,046 kg/s lucht met een temperatuur van 160°C via het toevoermondstuk in de silo geblazen.
De proef werd voortgezet tot een restvochtgehalte 25 was bereikt van ca. 16% (droge basis).
Tijdens de proef werden van tijd tot tijd monsters rijst getrokken, waarvan zowel het vochtgehalte als de temperatuur werden bepaald.
De resultaten van deze metingen zijn weergegeven in 30 fig. 3.
Ook nu werd een constante droogsnelheid bereikt.
De temperatuur van de rijstkorrels steeg, ondanks de gastemperatuur van 160°C slechts tot 65°C bij een vochtgehalte van 16%, een temperatuur waarbij nog geen digradatie van de korrels; er werd een 35 opbrengst aan ongebroken, gedroogde korrels bereikt van 59-63%.
8001980

Claims (12)

1. Werkwijze voor het cónvectief drogen van een korrelig vrijstromend stortgoed, waarbij men het stortgoed in een silo brengt en in de silo in contact brengt met een zodanige, 5 vertikaal ingevoerde, naar boven gerichte stroom heet drogend gas, dat door die gasstroom voortdurend korrels langs een recht omhoog lopende baan worden meegevoerd tot boven het stortgoed en als een fontein omlaag vallen op het omringende stortgoed dat in de silo langzaam omlaag zakt, met het kenmerk, dat men bij het drogen van 10 stortgoed waarbij de het vochttransport beheersende weerstand binnen in de korrels ligt een buis in het stortgoed steekt coaxiaal met de as van de vertikale gasstroom, waarbij de buis tot op een bepaalde afstand boven de bodem van de silo wordt neergelaten, zodanig dat continu een hoeveelheid van het omlaag 15 zakkende stortgoed tot de gasstroom wordt toegelaten, en de buis een zodanige lengte heeft, dat hij met het bovenste uiteinde boven het stortgoed uitsteekt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buis die men in het stortgoed steekt een inwendige diameter 20 heeft die ten minste gelijk is aan de diameter van het mondstuk waardoor de gasstroom in de silo wordt ingevoerd en ten hoogste gelijk is aan 2 maal de gemiddelde diameter van de recht omhoog lopende baan waarlangs zonder toepassing van een buis stortgoed-korrels door de gasstroom worden meegesleurd tot boven het stortgoed» 25
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de buis een inwendige diameter heeft van 0,8 - 1,2 maal de gemiddelde diameter van de recht omhoog lopende baan waarlangs zonder toepassing van in het stortgoed gestoken buis:, stortgoed-korrels door de gasstroom worden meegesleurd tot boven het stort-30 goed.
4. Werkwijze volgens den der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men de buis in het stortgoed steekt tot ten hoogste de helft van de afstand tussen het punt waar op de as van de gasstroom een drukpiek optreedt en de bodem van de silo. 35
.5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat men de buis zover in het stortgoed steekt dat het ondereinde van 800 1 9 80· v de buis zich bevindt boven het niveau waar, op de as van de gasstroom een drukplek optreedt.
6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, bestaande uit een silo 5 die aan de bovenzijde in verbinding staat met de buitenlucht, met in de bodem ten minste een toevoermondstuk voor een gasstroom, verbonden met een toevoerleiding voor heet gas, met het kenmerk, dat in de silo ten hoogte van elk toevoermondstuk voor een gasstroom een buis is geplaatst waarvan de as samenvalt met de ver-10 tikale as die door dat toevoermondstuk loopt, welke buis op een zekere afstand boven de bodem van de silo eindigt.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de silo aan de bovenzijde open is.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 15 dat de silo aan de bovenzijde is voorzien van een deksel met een gasafvoerkanaal.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat in het gasafvoerkanaal een stofvanger is opgenomen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 20 dat de stofvanger een cycloon is.
11. Inrichting volgens een der conclusies 8-10, met het kenmerk, dat het gasafvoerkanaal is aangesloten op een zuigpomp voor gas.
12. Inrichting volgens conclusie 6-11, 25 met het kenmerk, dat organen aanwezig zijn waarmee de stand van de buis in de silo kan worden ingesteld. 8001980
NL8001980A 1980-04-03 1980-04-03 Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en onthulzen/slijpen van een korrelig vrijstromend stortgoed en inrichting voor uitvoeren van de werkwijze. NL8001980A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001980A NL8001980A (nl) 1980-04-03 1980-04-03 Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en onthulzen/slijpen van een korrelig vrijstromend stortgoed en inrichting voor uitvoeren van de werkwijze.
US06/328,549 US4466200A (en) 1980-04-03 1981-04-03 Process and apparatus for drying a granular free flowing bulk material
EP81200379A EP0039098A1 (en) 1980-04-03 1981-04-03 Process for convectively drying and if desired roasting and hushing polishing a granular free flowing bulk material and device for carrying out said process
PCT/NL1981/000009 WO1981002924A1 (en) 1980-04-03 1981-04-03 Process and apparatus for drying a granular free flowing bulk material
JP56501271A JPS57500438A (nl) 1980-04-03 1981-04-03

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001980A NL8001980A (nl) 1980-04-03 1980-04-03 Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en onthulzen/slijpen van een korrelig vrijstromend stortgoed en inrichting voor uitvoeren van de werkwijze.
NL8001980 1980-04-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001980A true NL8001980A (nl) 1981-11-02

Family

ID=19835111

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001980A NL8001980A (nl) 1980-04-03 1980-04-03 Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en onthulzen/slijpen van een korrelig vrijstromend stortgoed en inrichting voor uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4466200A (nl)
EP (1) EP0039098A1 (nl)
JP (1) JPS57500438A (nl)
NL (1) NL8001980A (nl)
WO (1) WO1981002924A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0149266B1 (en) * 1983-12-19 1988-05-18 Duphar International Research B.V Method of drying a solid and device therefor
US6833014B2 (en) * 2002-07-26 2004-12-21 3M Innovative Properties Company Abrasive product, method of making and using the same, and apparatus for making the same
RU2578920C1 (ru) * 2015-03-20 2016-03-27 Федеральное государственное бюджетное научное учреждение Всероссийский научно-исследовательский институт механизации сельского хозяйства (ФГБНУ ВИМ) Способ реверсивной сушки семян
RU2654768C2 (ru) * 2016-10-25 2018-05-22 Ключников Артём Сергеевич Способ эффективной, низкотемпературной, конвективной сушки
CN110385076B (zh) * 2018-04-19 2021-12-14 淄博市博山瑞吉特化工有限公司 化工生产装置

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2786280A (en) * 1954-03-12 1957-03-26 Ca Nat Research Council Method of contacting solid particles with fluids
FR1173209A (fr) * 1956-02-02 1959-02-23 Inventa Ag Procédé pour le traitement par des gaz de matières solides granulaires
FR1192565A (fr) * 1958-02-20 1959-10-27 Perfectionnements aux séchoirs pneumatiques à recyclage
DE1296612B (de) * 1965-02-17 1969-06-04 Puetter Gustav Verfahren und Vorrichtung zum chargenweisen Granulieren staubfoermiger Stoffe und/oder zur Umhuellung von Partikeln
DE1629004A1 (de) * 1966-03-22 1971-01-14 Theodor Mayr Trockner fuer Koernerfruechte
US3911594A (en) * 1974-02-04 1975-10-14 Daryl C Mcintire Particulate material circulating means
DE2539042B2 (de) * 1975-09-02 1980-07-24 Waeschle Maschinenfabrik Gmbh, 7980 Ravensburg Verfahren und Vorrichtung zur Temperaturbehandlung von oder zum Stoffaustausch bei Schüttgut
FR2352732A1 (fr) * 1976-05-28 1977-12-23 Izumi Masahiko Stockage de graines avec circulation
US4373272A (en) * 1980-09-25 1983-02-15 General Electric Company System for controlling spouted bed inlet conditions
US4349967A (en) * 1980-10-06 1982-09-21 General Electric Company Magnetic field coupled spouted bed system

Also Published As

Publication number Publication date
WO1981002924A1 (en) 1981-10-15
EP0039098A1 (en) 1981-11-04
JPS57500438A (nl) 1982-03-11
US4466200A (en) 1984-08-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP6510563B2 (ja) 穀粒を分別するためのシステムおよび方法
US5048693A (en) Method and apparatus for sorting articles with small density differences utilizing a flotation stream
AU2016269832A1 (en) Method and device for producing an expanded granulate
US4865722A (en) Method and apparatus for separation using fluidized bed
CN108224903A (zh) 颗粒物料连续分级筛选气流干燥器
NL8001980A (nl) Werkwijze voor het convectief drogen en eventueel branden en onthulzen/slijpen van een korrelig vrijstromend stortgoed en inrichting voor uitvoeren van de werkwijze.
US4946584A (en) Hydraulic product separator
CN206919573U (zh) 脱水蔬菜加工用敞口式热风烘干装置
US5357686A (en) Apparatus for drying a moist particulate material with superheated steam
US4861464A (en) Method and apparatus for separation using fluidized bed
US3475832A (en) Continuous fluid bed dryer
Chang et al. Bulk properties of grain as affected by self-propelled rotational type grain spreaders
CN207894121U (zh) 颗粒物料连续分级筛选气流干燥器
US6612049B2 (en) Preheating and drying device
US412388A (en) hungerford
JP2002068473A (ja) 粉粒体用シューター
CA2090032C (en) Apparatus and method for improving density uniformity of a fluidized bed medium, and/or for improving material fluidized bed sorting
CA1158857A (en) Process for convectively drying and optionally roasting and peeling/grinding a granular free- flowing bulk material and a device for carrying out the process process
Converse et al. Corn dust emissions with repeated elevator transfers after selected drying treatments
CN109221916A (zh) 一种用于蒸谷米加工浸泡蒸煮的智能一体化控制系统
GB2083009A (en) Discharge of material from a silo
Tarhan et al. Aerodynamic properties of apricot pits
Ng et al. Drying kinetics of Malaysian paddy (Group D Particles) in spouted bed dryer
AU767437B2 (en) Method and apparatus for heat treatment of particulate material
US2931499A (en) Hydraulic separation system

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed