NL8001951A - Spanentransportinrichting. - Google Patents
Spanentransportinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001951A NL8001951A NL8001951A NL8001951A NL8001951A NL 8001951 A NL8001951 A NL 8001951A NL 8001951 A NL8001951 A NL 8001951A NL 8001951 A NL8001951 A NL 8001951A NL 8001951 A NL8001951 A NL 8001951A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- channel
- chain
- links
- chips
- grooves
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G19/00—Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors
- B65G19/18—Details
- B65G19/22—Impellers, e.g. push-plates, scrapers; Guiding means therefor
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23Q—DETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
- B23Q11/00—Accessories fitted to machine tools for keeping tools or parts of the machine in good working condition or for cooling work; Safety devices specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools
- B23Q11/0042—Devices for removing chips
- B23Q11/0057—Devices for removing chips outside the working area
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G19/00—Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors
- B65G19/04—Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in open troughs or channels
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G19/00—Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors
- B65G19/04—Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in open troughs or channels
- B65G19/06—Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in open troughs or channels the impellers being scrapers similar in size and shape to the cross-section of the trough or channel
- B65G19/08—Conveyors comprising an impeller or a series of impellers carried by an endless traction element and arranged to move articles or materials over a supporting surface or underlying material, e.g. endless scraper conveyors for moving bulk material in open troughs or channels the impellers being scrapers similar in size and shape to the cross-section of the trough or channel and attached to a single belt, rope or chain
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Auxiliary Devices For Machine Tools (AREA)
- Pusher Or Impeller Conveyors (AREA)
- Chain Conveyers (AREA)
Description
N.O. 28.951 ^
Spanentransportinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een spanentransportinrichting, in het bijzonder op een stelsel voor de centrale verwijdering van spanen, die door meerdere machinewerktuigen worden geproduceerd.
In de industrie, en in het bijzonder de mechanische industrie, waar 5 dikwijls meerdere machinewerktuigen in dezelfde ruimte staan, is het bekend een stelsel te gebruiken bestaande uit tenminste een kollektorkanaal, gevormd in of op de vloer van deze ruimte, welk kanaal, meestal door middel van goten, vultrechters of ook door transportbanden, de spanen ontvangen die door de gezamenlijke machinewerktuigen worden geproduceerd, tegelijker-10 tijd met het koelmiddel, dat meestal bij de verschillende snijbewerkingen of spaanafnemende bewerkingen wordt gebruikt.
Ook is het bekend om binnen het opvangkanaal een ketting te gebruiken voor het transporteren van de spanen en het koelmiddel naar tanks of naar verzamelvaten, die met een uiteinde van het kanaal in verbinding 15 staan.
Gewoonlijk is de ketting gewikkeld in de vorm van een ring om ge-leidepulleys, waarvan er tenminste een door een motor wordt aangedreven, welke ketting zich langs het kanaal uitstrekt, zodat voortdurend de bodem van het kanaal wordt geveegd en spanen naar het kanaaleinde worden getrans-20 porteerd, dat in verbinding staat met de tanks of de vaten. De ketting bestaat meestal uit cirkelvormige schakels, die elk liggen in een vlak dat loodrecht staat op het vlak van de aangrenzende schakels, waarbij een transportgang van de ketting in hoofdzaak in kontakt met de bodem van het kanaal verloopt, en een retourgang in een horizontaal vlak door de ge-25 noemde gang of in een vertikaal vlak.
De bodem van het kanaal van de bekende inrichtingen is meestal V-vormig, waarbij over deze bodem de transportgang verloopt, waarbij een van elk paar kettingschakels een vertikale positie inneemt, met zijn buitenrand in kontakt met de meetkundige tophoek van de omgekeerde V 30 van de bodem, terwijl de andere schakels van elk paar een horizontale positie innemen.
In de bovenbeschreven bekende inrichtingen treden enkele nadelen op, waarbij het hoofdnadeel bestaat uit de relatief snelle slijtage van de ketting, waarbij slechts de helft van de schakels in kontakt met de 35 bodem glijden en deze dus in betrekkelijk korte tijd zijn doorgesleten.
De snelle slijtage van de ketting wordt ook veroorzaakt door het feit, dat de V-vormige bodem van het kanaal een relatief gereduceerde opening bezit, teneinde alle spanen die in het opvangkanaal terecht komen te 80 0 1 9 51 -2- kunnen verwijderen, wat echter tot gevolg heeft, dat de spanen gemakkelijk obstrukties kunnen gaan vormen, wat weer leidt tot een aanzienlijke toename van de wrijving die op de schakels van de ketting werkt.
De uitvinding beoogt derhalve een installatie te verschaffen voor 5 het transport van spanen, die vrij is van de bovenvermelde nadelen.
Het bovenvermelde doel wordt bij de onderhavige uitvinding bereikt door middel van een installatie voor het transport van spanen, in het bijzonder voor het centraal verwijderen van spanen, die door meerdere machinewerktuigen worden geproduceerd, bestaande uit een opvangkanaal, 10 dat de spanen kan ontvangen, en een transportketting, die. in de vorm van - een ring om pulleys loopt, waarvan er tenminste een is gemotoriseerd,. ------- welke ring bestaat uit meerdere schakels die elk zijn gelegen in een res-pektievelijk vlak dat nagenoeg loodrecht staat op de twee vlakken van de aangrenzende schakels, welke installatie gekenmerkt is door een kanaal-15 vormige benedengeleider respektievelijk bovengeleider, een transportgang en een retourgang van de ketting, waarbij de bovengeleider parallel loopt met de benedengang en ten opzichte hiervan zijdelings is verplaatst, en waarbij de kanaalvormige benedengeleider een nagenoeg W-vormige dwarsdoorsnede bezit en twee parallelle groeven vormt, die zich langs het opvang-20 kanaal uitstrekken, terwijl van de schakels van elk paar van de genoemde transportgang er een in kontakt met de bodem van een van de groeven is en hierover glijdt, en de andere in kontakt is met de bodem van de andere van de groeven en hierover glijdt.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de 25 tekeningen, waarop enkele uitvoeringsvormen zijn weergegeven. Deze tekeningen en de hiernavolgende beschrijving vormen echter vanzelfsprekend geen beperking van de beschermingsomvang.
Fig. 1 toont schematisch in zijaanzicht een eerste uitvoeringsvorm van de installatie volgens de onderhavige uitvinding;
30 fig. 2 toont op vergrote schaal een aanzicht volgens de lijn II-II
in fig. 1; fig. 3 toont schematisch in zijaanzicht een tweede uitvoeringsvorm van de installatie volgens de onderhavige uitvinding.
In fig. 1 wordt met het verwijzingscijfer 1 de installatie aangegeven 35 geplaatst in een put 2, die gevormd is in de vloer 3 van een ruimte waarin meerdere, niet weergegeven machinewerktuigen zijn geplaatst, welke worden gedragen door balken 4, die zich dwars over de put 2 uitstrekken.
De put 2 in fig. 1 bevat twee eindschachten 5 en 6, waarvan de eerste in verbinding staat met een niet weergegeven opvangtank. De schach-40 ten 5 en 6 zijn met elkaar verbonden door een kanaal 7, dat, zoals in 800 1 9 51 -3- fig. 2 is weergegeven in hoofdzaak rechthoekig in doorsnede is.
Zoals in fig. 2 verder is weergegeven is een zijvlak van het kanaal 7 geheel bedekt met een vertikale wand 8, waarvan het benedeneinde stijf verbonden is met een horizontale wand, die de bodem van het kanaal 7 ge-5 deeltelijk bedekt. Het oppervlak hiervan tegenover de wand 8 is gedeeltelijk bedekt of bekleed, en wel beginnend vanaf zijn boveneinde door de vertikale wand 10, tot aan het benedeneinde van deze vertikale wand 10, waarbij de wand 10 als wand 11 schuin naar beneden loopt. Het benedeneinde van de wand 11 is weer stijf bevestigd aan de rand van de wand 9, die ligt 10 tegenover de rand welke met wand 8 is verbonden,
De wanden 8, 9, 10 en 11 begrenzen een kanaal 12, dat dient voor het opvangen van zowel spanen, die door de machinewerktuigen worden geproduceerd en op de vloer 3 boven de put terecht komen, alsmede koelmiddel dat bij de snijbewerkingen wordt toegepast.
15 De spanen en het koelmiddel, die in het inwendige van het kanaal 11 vallen worden naar de schacht 5 getransporteerd door middel van de transportinrichting die met het verwijzingscijfer 13 is aangegeven, en bestaat uit een eerste pulley 14, gedragen door een steunblok 15 in de schacht 5, welke pulley 14 gemonteerd is op een as 16, die door een in het blok 15 20 geplaatste motor 17 wordt aangedreven. De inrichting 13 omvat een tweede pulley 18, die gemonteerd is op een steunblok 19, geplaatst in de schacht 6, welke pulley 18 is gemonteerd op een as 20, die vrij op het blok 19 draaibaar is gemonteerd. De inrichting 13 omvat verder een ketting 21 in de vorm van een gesloten ring, welke ketting om de pulleys 14 en 18 loopt 25 en zich door het kanaal 12 uitstrekt.
De ketting 12 bestaat uit een groot aantal afwisselende schakels 22 en 23, waarbij de vlakken waarin de op elkaar volgende schakels 22 en 23 zijn gelegen loodrecht op elkaar staan. De schakels 22 werken samen met een ringvormige groef 24 aangebracht in de omtrek van de pulleys 14 30 en 18, terwijl de schakels 23 buiten de pulleys 14 en 18 bewegen, en elk zijn voorzien van een uitsteeksel 25, dat als de schakels 23 over de omtrek van een van de pulleys 14 en 15 lopen, zich uitstrekt naar de hartlijn of as van de pulleys.
Zoals in fig. 2 duidelijk is weergegeven zijn de pulleys 14 en 18 35 met hun assen geplaatst in een positie die nagenoeg loodrecht staat op de wand 11, terwijl de ketting 21 wordt onderverdeeld in een benedengang of transportgang 26 en een boven- of retourgang 27, die zich respektievelijk uitstrekken langs de kanaalvormige geleiders 28 en 29 binnen het opvang-kanaal 12.
40 Zoals verder uit fig. 2 blijkt bestaat geleider 29 uit een horizon- 300 1 9 51 t ml^m.
tale kanaalsektie 30, waarvan de holte naar boven is gekeerd, welke kanaal-sektie 30 stijf bevestigd is aan de wand 11 door middel van draagsteunen 31. De kanaalsektie 30 is niet kontinu en verdeeld in meerdere sekties 32 (fig. 1) met tussengelegen openingen 33, waar de schakels 22 en 23 5 van de retourgang 27 direkt boven de wand 11 hangen. Deze laatste staat onder een hoek van ongeveer 45° ten opzichte van de loodlijn en is in zijn benedeneinde verbonden met een zijdelings einde van de geleider 28 waarvan het andere einde stevig bevestigd is aan de wand 8. Geleider 28 vormt het benedendeel van het opvangkanaal 12 en heeft een doorsnede die 10 nagenoeg de vorm van een W bezit, waarvan de holten eveneens naar boven......
zijn gekeerd. De geleider 28 wordt gevormd door twee L-vormige sekties 34 en 35, met elk een staand deel 36 en een liggend deel 37 van de L, die nagenoeg loodrecht op elkaar staan, terwijl de vrije einden van de liggende delen 37 stevig met elkaar zijn verbonden. De twee sekties 34 en 35 zijn 15 met hun buitenrand in kontakt met de wand 9, terwijl de liggende delen 37 zodanig zijn geplaatst, dat tussen deze liggende delen in een V-vorm ontstaat, waarvan de holte naar de wand 9 is gekeerd, terwijl een opening van meer dan 90° ontstaat. De twee sekties 34 en 35 vormen twee V-vormige groeven 38 en 39 met hun holten naar boven gekeerd, waarvan de eerste 20 wordt doorlopen door de schakels 22 en de tweede door de schakels 23 van de transportgang van de ketting 21. De schakels 22 en 23 van de retourgang 27 van de ketting 21 glijden in kontakt met de bovenranden van een enkele groef 40 met nagenoeg rechthoekige dwarsdoorsnede, begrensd door de delen 32 van de sektie 30.
25 Zoals uit fig. 1 blijkt is het blok 15, dat de pulley 14 draagt, in een vaste positie binnen de schacht 5 gemonteerd, terwijl het blok 19 dat de pulley 18 draagt, op zodanige wijze op een voet 41 is gemonteerd, dat het blok 19 kan schuiven in een richting parallel aan de as van het kanaal 7 onder de werking van een veer 42 teneinde de ketting 21 gespan-30 nen te houden.
De schacht 5 staat in verbinding met de opvang- en scheidingstanks, die niet zijn weergegeven, waarmee verder een pijp 43 in verbinding staat voor het laten circuleren van het koelmiddel, welke pijp zich uitstrekt binnen het opvangkanaal 12 boven de retourgang 27 van de ketting 21 en 35 gedragen wordt door meerdere armen 44, die aan de balken 4 zijn bevestigd.
De pijp 43 staat in verbinding met de verschillende machinewerktuigen geplaatst op de vloer 3 door middel van respektievelijke voedingspijpen 45. Tijdens gebruik worden de spanen die door de machinewerktuigen worden geproduceerd en die op de vloer 3 terecht komen evenals het gebruikte 40 koelmiddel bij het snijden via niet weergegeven goten of trechters, of 80 0 1 9 51 t- -5- direkt gevoerd in het inwendige van het opvangkanaal 12, waarbij zij langs de schuine wand 11 van het kanaal worden verzameld binnen de groeven 38 en 39 van de benedengeleider 28.
De bediening van de motor 17 door een operateur brengt de as 16 5 van de pulley 18 in rotatie in de richting van de in fig. 1 aangegeven pijl. De retourgang 27 van de ketting 21 begint dan over de benedengeleider 28 naar de schacht 50 te glijden, waarbij de schakels 22 en 23 en de uitsteeksels 25 de spanen meenemen, die op de bodem van het opvangkanaal 12 liggen. Deze laatste worden gevoerd naar de schacht 5 en als gevolg hiervan naar 10 de opvangtanks die met deze schacht in verbinding staan, samen met het koelmiddel, dat op de bodem van het opvangkanaal 12 terecht is gekomen.
Vanwege de hoek van nagenoeg 45° die de pulleys 14 en 18 innemen, nemen zowel de schakels 22 als 23 deel aan het transport van de spanen naar de schacht 5. De spanen in de groef 38 worden door de schakels 22 mee-15 genomen, terwijl de schakels 23de spanen meeslepen, die in de groef 39 terecht zijn gekomen.
Uit de bovenstaande beschrijving, en in het bijzonder uit fig. 2, blijkt, dat de schakels 22 en 23 gedurende hun verplaatsing langs de benedengeleider 28, slechts met hun buitenrand in kontakt komen met de sek-20 ties 34 en 35. Dit is het gevolg van het feit, dat zoals hierboven is vermeld, de korte zijden 37 van de L-vormige sekties 34 en 35 een omgekeerde V insluiten met een openingshoek van meer dan 90°, zodat de flanken van de schakels 22 en 23 opgeheven blijven ten opzichte van de bovenvlakken van de korte zijden 37.
25 Gedurende de verplaatsing van de transportgang 26 over de beneden geleider 28 glijden de schakels 22 en 23 van de retourgang 27 in kontakt met de delen 32 van de sektie 30 binnen de groef 40, die door deze delen wordt begrensd.
Tijdens bedrijf kunnen delen van geproduceerde spanen aan de 30 ketting 21 vast blijven zitten, zonder in het inwendige van de schacht 5 te vallen. Deze spanen worden dan door de schakels 22 en 23 en de uitsteeksels 25 van de retourgang 27 langs de groef 40 gevoerd, waarvan de onderbrekingen meewerken aan het verwijderen van de spanen, die dan door de openingen 33 op de gebogen wand 11 vallen.
35 De uitvoeringsvorm die in fig. 3 is weergegeven betreft een instal latie 46 met een kanaal 47 gevormd door een in hoofdzaak horizontaal eerste deel 48 en een tweede deel 49, dat zich naar boven uitstrekt vanaf een uiteinde van het deel 48 en eindigt in een afvoertrechter 50, waardoor de spanen kunnen worden afgevoerd in niet weergegeven verplaatsbare 40 containers.
O Λ Π Λ O
-6-
Het deel 48 van het kanaal 47 is nagenoeg identiek aan het kanaal 12 en de onderdelen worden aangegeven met de verwijzingscijfers die overeenkomstige onderdelen van het kanaal 12 in de andere figuren aangeven.
Het deel 48 van het kanaal 47 verschilt van het kanaal 12 alleen daarin, dat 5 de pulley 14 een vrijlooppulley is en dat er geen schacht 5 aanwezig is.
De benedengang 26 van de ketting 21 wordt naar boven gebogen ter plaatse waar twee delen 48 en 49 elkaar ontmoeten door middel van een wiel 51, dat in een vertikaal vlak is gemonteerd en vrij kan draaien om een horizontale as 52, die weer wordt ondersteund door een vaste vork 53. Op 10 deze zelfde plaats van samenkomst van de delen "48 ~en'49 wordt de bovengang 27 van de ketting 21 afgebogen door middel van een boven de kettirrg -------- 21 geplaatste geleider 54.
In de installatie 46 wordt de ketting 21 aangedreven door een derde pulley 56, geplaatst in het boveneinde van het deel 49 en vast gemonteerd 15 op een schuin opgestelde as 56, die weer gemonteerd is op een drager 57 en door een motor 58 wordt aangedreven.
Tijdens bedrijf werkt de installatie 46 op nagenoeg analoge wijze als de installatie 1 in de fig. 1 en 2, behalve dat in het onderhavige geval de spanen langs het deel 49 van het kanaal 47 worden opgeheven en als 20 gevolg daarvan worden afgevoerd naar de trechter 50, terwijl het koelmiddel terugstroomt naar de schacht 6, waarin dit koelmiddel wordt opgevangen en weer naar de niet weergegeven machine wordt gevoerd, waar het opnieuw wordt gebruikt.
Teneinde het omhoogvoeren van de spanen langs het gebogen deel 49 25 te vergemakkelijken is dit voorzien van een plaat 59, die in hoofdzaak parallel loopt met de benedengang 26 en boven deze laatste gang is aangebracht. Volgens een in de tekeningen niet weergegeven variant is daarom de plaat 59 niet kontinu, maar opgebouwd uit meerdere dwarse stroken die gelijkmatig langs het deel 49 zijn verdeeld.
30 Vanzelfsprekend wordt hierdoor het principe van de uitvinding niet aangetast, terwijl verdere wijzigingen en aanvullingen mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
800 1 9 51
Claims (6)
1. Stelsel voor het transport van spanen, in het bijzonder voor het centraal verwijderen van spanen, die door meerdere machinewerktuigen worden geproduceerd, voorzien van een opvangkanaal (12,47) voor het opvangen 5 van de spanen, en een transportketting (21) die zich in de vorm van een ring over pulleys (14-,18,55) uitstrekt, waarvan er tenminste een wordt aangedreven, waarbij de genoemde ketting (21) bestaat uit meerdere schakels (22,23) die elk liggen in een respektievelijk vlak, dat nagenoeg loodrecht staat op de vlakken van de twee aangrenzende schakels, g e-10 kenmerk door een kanaalvormige benedengeleider en bovenge- · leider (28,29) voor het respektievelijk geleiden van een transportgang (26) en een retourgang (27) van de ketting (21), waarbij de bovengeleider (29) parallel loopt met de benedengang (28) en zijdelings ten opzichte daarvan is verplaatst, terwijl de kanaalvormige benedengeleider (28) een 15 in hoofdzaak W-vormige dwarsdoorsnede bezit en twee parallelle groeven (38, 39. vormt, die zich langs het opvangkanaal (12,4-7) uitstrekt, en waarbij van de schakels van elk paar aangrenzende schakels (22,23) van de transportgang (26) er een in kontakt is met en glijdt over de bodem van de ene van de genoemde groeven (38,39) terwijl de andere in kontakt is met en glijdt 20 over de bodem van de andere van de genoemde groeven (38,39).
2. Stelsel volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat in de kanaalvormige benedengeleider (28) elk van de twee groeven (38,39) twee nagenoeg vlakke flanken (36) bezit, die een eerste V-vorm insluiten met een bepaalde openingshoek en met een naar boven gekeerde holte, ter- 25 wijl de naast elkaar geplaatste flanken (36) van deze twee groeven een tweede V-vorm insluiten met een openingshoek groter dan 90° en waarvan de holte naar beneden is gekeerd,
3. Stelsel volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de kanaalvormige benedengeleider (28) de vorm bezit van twee L-vormige 30 sekties (35-35) die naast elkaar zijn geplaatst en stevig met elkaar zijn verbonden.
4-. Stelsel volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het opvangkanaal (4-7) bestaat uit tenminste één nagenoeg horizontaal deel (4-8).
5. Stelsel volgens conclusie 4-, met het kenmerk, dat het opvangkanaal (47) verder een tweede deel (49) bevat, dat naar boven is gebogen vanaf het einde van het eerste deel (48) en eindigt in een opvangtrechter (50).
6. Stelsel volgens conclusie 5,gekenmerkt door 40 wanddelen (59) die zich dwars uitstrekken door het naar boven gebogen 80 0 1 9 51 V -8- deel (49) in een richting parallel met de transportgang (26) van de ketting en boven deze ketting is opgesteld. 80 0 1 9 51
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
IT5313079U IT7953130V0 (it) | 1979-04-04 | 1979-04-04 | Impianto per il trasporto di trucioli |
IT5313079 | 1979-04-04 | ||
IT5380879U IT7953808V0 (it) | 1979-12-17 | 1979-12-17 | Impianto per il trasporto ed il sollevamento di trucioli |
IT5380879 | 1979-12-17 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001951A true NL8001951A (nl) | 1980-10-07 |
Family
ID=26329540
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8001951A NL8001951A (nl) | 1979-04-04 | 1980-04-02 | Spanentransportinrichting. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3012972A1 (nl) |
FR (1) | FR2453091A1 (nl) |
GB (1) | GB2047132A (nl) |
NL (1) | NL8001951A (nl) |
-
1980
- 1980-03-27 GB GB8010402A patent/GB2047132A/en not_active Withdrawn
- 1980-04-02 DE DE19803012972 patent/DE3012972A1/de not_active Withdrawn
- 1980-04-02 NL NL8001951A patent/NL8001951A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-04-03 FR FR8007594A patent/FR2453091A1/fr not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2047132A (en) | 1980-11-26 |
DE3012972A1 (de) | 1980-10-23 |
FR2453091A1 (fr) | 1980-10-31 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3778959A (en) | End loaders | |
US4727978A (en) | Reciprocating conveyor for particulate material | |
US7448490B2 (en) | Conveying system with a slide-over device between two belt conveyors, slide-over device and intermediate element with a slide-over surface | |
WO1996041759A1 (en) | Conveyor apparatus having a nodular contact surface | |
US4144817A (en) | Trolley conveyor | |
JPH0662699A (ja) | 鶏卵収集装置 | |
NL8401329A (nl) | Bandtransporteur voor het verticaal of steil transporteren van stortgoed. | |
NL8001951A (nl) | Spanentransportinrichting. | |
JPS6294241A (ja) | 加工物の選別装置 | |
US3511360A (en) | Trough conveyor for containers | |
US4085635A (en) | Wire brick cutter | |
US2662653A (en) | Carton and box inverter | |
KR890002368B1 (ko) | 파우어 앤드 프리이 콘베이어 | |
CN211469652U (zh) | 运输装置 | |
GB2091197A (en) | Produce handling machine | |
US3603449A (en) | Transition structure between conveyor and rotary elevator wheel | |
GB2093422A (en) | Vertical conveyor | |
JP2938333B2 (ja) | 仕分装置 | |
US2920743A (en) | Slat conveyor for pill-counting apparatus | |
EP0168872A1 (en) | Conveyor device | |
GB2088807A (en) | Attitude of scrapers in single chain scraper conveyor | |
WO1993014010A1 (en) | Improvements in or relating to conveyors | |
EP0500569B1 (en) | Conveyor with compartments interconnected by flexible sealing members | |
JPS6251850B2 (nl) | ||
SU1263353A1 (ru) | Устройство дл электрофоретической очистки бурового раствора |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |