NL8001705A - Speelautomaat. - Google Patents
Speelautomaat. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001705A NL8001705A NL8001705A NL8001705A NL8001705A NL 8001705 A NL8001705 A NL 8001705A NL 8001705 A NL8001705 A NL 8001705A NL 8001705 A NL8001705 A NL 8001705A NL 8001705 A NL8001705 A NL 8001705A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- target
- arms
- playing field
- ball
- arm
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63F—CARD, BOARD, OR ROULETTE GAMES; INDOOR GAMES USING SMALL MOVING PLAYING BODIES; VIDEO GAMES; GAMES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- A63F7/00—Indoor games using small moving playing bodies, e.g. balls, discs or blocks
- A63F7/22—Accessories; Details
- A63F7/30—Details of the playing surface, e.g. obstacles; Goal posts; Targets; Scoring or pocketing devices; Playing-body-actuated sensors, e.g. switches; Tilt indicators; Means for detecting misuse or errors
- A63F7/305—Goal posts; Winning posts for rolling-balls
- A63F7/3065—Electric
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63F—CARD, BOARD, OR ROULETTE GAMES; INDOOR GAMES USING SMALL MOVING PLAYING BODIES; VIDEO GAMES; GAMES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- A63F7/00—Indoor games using small moving playing bodies, e.g. balls, discs or blocks
- A63F7/22—Accessories; Details
- A63F7/30—Details of the playing surface, e.g. obstacles; Goal posts; Targets; Scoring or pocketing devices; Playing-body-actuated sensors, e.g. switches; Tilt indicators; Means for detecting misuse or errors
- A63F2007/302—Hidden parts or passages
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Pinball Game Machines (AREA)
Description
;#V
VQ 207
Speelautomaat.
De uitvinding heeft betreKKing op een met schommelende tref-armen of platen uitgeruste inrichting voor het daarmee met behulp van een bal beoefenen van een trekspel.
Dergelijke trekspelinriohtingen worden veel gebruikt in re-5 creatieverblijven, lounges en speelkamers en wel als sociaal enter tainment in competitievorm. Bij dergeEij^e spellen wordt gewoonlijk een speelbal aan het boveneinde van een zich schuin benedenwaarts uitstrekkend speelveld gebracht. De bal beweegt dan onder invloed van de zwaartekracht door een labyrinth van banen gevormd door bal-10 richtmiddelen zoals trefarmen en bumperelementen met verschillende vormen, en beweegt t.enslotte naar een of meer buiten het speelveld gelegen banen, die zich gewoonlijk bevinden aan het ondereinde van het speelveld. Wanneer de bal door de banen beweegt en contact maakt met de trefarmen en bumperelementen, worden bepaalde circuits ge-15 sloten voor het optellen van de gescoorde punten en soms ook voor het bekrachtigen van een motor voor het opnieuw willekeurig op het speelveld bewegen van de bal. De speler kan de beweging van de bal gedeeltelijk regelen door een beperkt stoten tegen het speelveld en verder door het activeren van met de hand bediende elektrisch 20 aangedreven armen opgesteld op het speelveld, waarvan er tenminste een paar de onderste buiten het speelveld gelegen baan bewaken.Wanneer op de juiste wijze geactiveerd, geven de armen de bal een klap en richten deze weer naar de bovenzijde van het speelveld of naar speciale trefarmplaatsen in het speelveld. Tijdens het spel lichten 25 lampen op op verschillende plaatsen op zowel het speelveld als het scorebord dat zich bovenwaarts uitstrekt van het boveneinde van het speelveld en hoorbare inrichtingen zoals bellen of klakken worden gewoonlijk geactiveerd wanneer willekeurige balrichtorganen door de bal worden geraakt.
30 Een vorm van balrichtorganen opgesteld op het speelveld, kan 800 1 7 05 - 2 - zijn voorzien van een uitwerpgat dat de bal opneemt, en enkele ogenblikken vasthoudt voordat het door een motorbekrachtigde uitwerp-mechanisme de bal terugbrengt op het speelveld. Een andere vorm van balriohtmiddelen is de valtrefarm, die in de uitgeschoven 5 stand boven het speelveld uitsteekt en is ingericht om door de bal te worden aangeraakt en die vervolgens door geactiveerde motororga-nen wordt geplaatst naar een verborgen stand onder het speelveld.
Een variatie hiervan is de scoringsarm die zich bovenwaarts uitstrekt van het speelveld en die wordt gebogen wanneer deze wordt 10 aangeraakt door de bal voor het activeren van de scoringsorganen, de arm vertraagt en op zijn beurt de bal wegtrapt. Extra balafbuig-middelen zijn .voorzien van de duw- en/of slagbumper. Elk van deze heeft gewoonlijk de vorm van een paddestoel als voetstuk met een bovenring en een ringvormige onderschort welke zich op afstand van 15 de ring bevindt. Wanneer de bal met voldoende kracht tegen de stoot- bumper caramboleert, wordt de onderste schort gebogen en sluit de regelschakelaar. Het sluiten van de schakelaar bekrachtigt motor-organen die snel de bovenring naar beneden bewegen en de benedenwaartse beweging slaat de bal weg van de stootbumper. Gewoonlijk 20 worden een aantal andere balrichtorganen dicht bij de slag- en stootbumpers opgesteld, zodat de halbeweging zowel snel als in zeer veel richtingen plaats vindt. Extra balrichtorganen bevatten de rechte bumper en de slag- of slingerbumper, die meestal worden gebruikt voor het begrenzen van de balverloopbanen en/of speciale 25 scoringsarmen, opgesteld op het speelveld beschermen. De rechte bumper is alleen gevormd van een veerkrachtig materiaal, b.v. draad of rubber, terwijl de slag- of slingerbumper wordt bekrachtigd door motororganen welke reageren wanneer de bumper wordt aangeraakt door de bal voor het opnieuw bewegen van de bal weg van de bumper.
30 Zoals hiervoor reeds is gesteld, worden, wanneer de bal langs bepaalde banen passeert en bepaalde balriohtmiddelen raakt, telcircuits gesloten en de score opgeteld. Door het opnemen van een logica in het tel- of scoringssysteem, moeten bepaalde of meer de voorkeur verdienende armen worden geraakt door de bedienende 35 man voor het verkrijgen van een hoge totaalscore. De variaties in 800 1 7 05 * .
- 3 - wijze van scoren variëren ten zeerste, evenals de soort en opstelling van de balrichtmiddelen over het speelveld. De speler wordt uitgedaagd met het spelen en regelen van de bal door het tijdig bedienen van de armen en voor het opnieuw richten van de bal vol-5 gens sommige specificeerde spelregels voor het activeren van de verschillende balrichtmiddelen op het speelveld. Tijdens de snelle beweging van de bal over het speelveld moet een hoge mate van deskundigheid en snelle reflecties in het spel worden gebracht teneinde het volle voordeel te verkrijgen van de door de speler bedien-10 de armen bij het opnieuw richten van de bal voor extra scoringen en het van de buiten het speelveld gelegen baan weghouden van de bal. Dit vergroot de uitdaging en het beroep op de spelautornaat, waarbij het een ervaren speler van een gemiddelde of middelmatige speler onderscheidt.
j 15 In het algemeen kan gesteld worden dat een inrichting met een uitdagend doch bedienbaar spel, met andere bedieningskenmerken zoals spel met meerdere mensen, samengestelde of bonusscoringssy-stemen, bonusbal-herhalingen, zal worden geaccepteerd en daarnaar grote vraag is op de markt. Omdat echter ervaren spelers snel se-20 lectief zijn bij de keuze van de inrichting waarop zij bij voor keur spelen, kijken de eigenaars en bijgevolg de leveranciers van dergelijke apparaten voortdurend uit naar nieuwe spelen en nieuwe kenmerken welke kunnen worden toegevoegd aan de inrichting om het gehele spel meer aantrekkelijk te maken. Om deze redenen worden 25 nieuwe kenmerken voortdurend in dergelijke inrichtingen ingebouwd, welke nieuwe kenmerken hopenlijk zowel de spelers als eigenaars zullen lokken.
Hoewel zelfs door een enkel nieuw kenmerk de speler kan worden gelokt, moet het betrouwbaar en duurzaam zijn in constructie 30 en werking, moet het geschikt zijn om, economisch gezien, te wor den opgenomen in de inrichting om ook de producent en eigenaar te lokken.
De onderhavige uitvinding nu heeft betrekking op een speelautomaat van de soort met een speelveld en een bal, ingericht om 35 te bewegen over het speelveld en tegen en langs speciale balricht- 800 1 7 05 - 4 - middelen, en meer in het bijzonder op een verbeterde afwisselende trefarm vormen welke twee op afstand van elkaar opgestelde tref-armen gebruiken, die elk beweegbaar zijn tussen een stand waarin zij kan worden aangeraakt en een verborgen stand. Scharnierorganen 5 verbinden de trefarmen om deze tegelijkertijd te schuiven tussen een eerste trefarmstand, waarin de ene trefarm kan worden aangeraakt en de andere trefarm verborgen is, en een andere trefarmstand, waarbij de eerstgenoemde trefarm verborgen is en de andere trefarm kan worden geraakt. Gemeenschappelijke middelen werken op 10 de scharnierorganen in voor het bewegen van de trefarmen tussen de afwisselende standen wanneer de vrij liggende arm door de bewegende bal wordt geraakt. Geschikte scoringsmiddelen voor de inrichting worden dan bekrachtigd.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen thans, onder 15i verwijzing naar de tekening, enkele uitvoeringsvoorbeelden van de speelautomaat worden beschreven. In de tekening toont:
Fig.l een perspectivisch aanzicht van een speelbalautomaat, en toont hoe de uitvinding daarin kan worden opgenomen en gebruikt;
Fig.2 een vergroot vooraanzicht, met gedeeltelijk weggebro-20 ken delen, van de trefarmorganen volgens de uitvinding;
Fig.3 een aanzicht overeenkomstig fig.2 met de trefarmmidde-len in de andere stand;
Fig.4 en 5 doorsneden volgens de lijnen IV-IV resp. V-V in fig.2; en 25 Fig.6 een detail van de afwisselend omgekeerde balwielverbin- ding, gebruikt tussen de motor en de scharnierorganen van de afwisselende trefarmmiddelen volgens de uitvinding.
Volgens de tekening is een spelautomaat 10 voorzien van een bovenkast 12 ondersteund door poten 13 en wel ongeveer op taille-30 hoogte van de gebruikelijke speler. De kast 12 heeft een glazen bovenzijde waaronder een licht hellend, begrensd speelveld 15 is opgesteld. Met de hand bedienbaar baltoevoermechanisme 16 is opgesteld nabij de onderrechterhoek van een speelveld en wordt gebruikt voor het aan het· boveneinde van het speelveld 15 bij het begin van 35 het spel inwerpen van een ronde bal 17. De bal rolt vervolgens on- 800 1 7 05 - 5 - * -i der invloed van de zwaartekracht benedenwaarts over het licht hellende speelveld tegen en voorbij de verschillende op het speelveld opgestelde balrichtmiddelen en trefarmen. Bij de weergegeven inrichting zijn enkele van de afgebeelde balrichtorganen en trefarm-5 middelen voorzien van uitwerpgaten 19, bovenste geleidingsrails 20, op afstand van elkaar opgestelde baldoelen 22, stootbumpers 24, en slingerarmen 2B. Bovendien bevinden zich armen 28, welke naar keuze met de linker- of rechterbedieningsknoppen 29 kunnen worden bediend, ter weerszijden van een centrale, zich buiten het spel 10 bevindende baan 30. Een paar zijdelings buiten het spel gelegen banen 32 bevinden zich ter plaatse van de zijkanten van het speelveld tussen de op afstand van elkaar gelegen balrichtmiddelen 22 en 26. In het spel zal, wanneer de bal eenmaal beweegt door een buiten het spel gelegen baan, deze verloren zijnj en tenzij een 15 volgende bal aanwezig is om in het spel te kunnen worden gebracht, is het spel voorbij. Een muntmechanisme 33 bevindt zich aan de voorzijde van de kast voor het opnemen van munten in de juiste hoeveelheid om het spel voor de: gewenste hoeveelheid spelers mogelijk te maken. Een achterkast 34 is eveneens aangebracht, welke kast is 20 afgedekt met glas, een geschikte decoratie heeft en waarop de spel regels vermeld zijn. Speleraanduidorganen 35 geven zichtbaar aan welke speler aan de beurt is, en de spelerscoringsaanduiding 37 geeft continu de juiste scores aan in digitale vorm voor de respectieve spelers. Andere aanduidingsorganen kunnen zijn voorzien van 25 een kantelaanduiding, een "de bal is in het spel" aanduiding en op lichtende, met de score verband houdende lichten welke niet nader zijn aangeduid.
De speciale keuze of opstelling van de balrichtorganen en/of de trefarmen of de organen weergegeven op het speelveld, maken 30 geen deel van de onderhavige uitvinding uit, doch zijn uitsluitend weergegeven ter verduidelijking. Het is duidelijk, dat de inrichting sterk kan variëren met betrekking tot de bijzonderheden van de scoringskansen wanneer de bal over het speelveld beweegt en tegen de verschillende balrichtorganen en/of de trefarmen botst.
35 De basis is echter dat elk balrichtorgaan of trefarm, na door de 800 1 7 05 - 6 - bal te zijn aangeraakt, hetzij de bal opnieuw richt, de score van de speler verhoogt, of een combinatie van beide. Een telinrichting zoals beschreven in het ½eΓikaanse octrooischrift 4.093.232 kan zijn aangebracht voor het tellen van de totaalscore en voor het 5 verlichten van de lampen, volgens een vooraf opgestelde logica van de inrichting wanneer de bal caramboleert over het speelveld.
7.V; Het afwisselende trefarm of doelmechanisme 40 volgens de uitvinding, afgebeeld in fig.l en in detail in fig.2, is eveneens opgesteld op het speelveld 15 en is voorzien van twee 10 trefarmen 42L en 42R, die elk reiken door openingen 43L resp. 43R
in het speelveld. De trefarmen worden ondersteund door een freem-constructie 44 onder het speelveld en bewegen door de speelveld-openingen tussen een verheven stand boven het speelveld en een verborgen stand onder het speelveld. Zoals het beste blijkt uit 15 fig.2 verbinden scharnierorganen 46 de trefarmen’in een van de beurtelingse toestanden, waarbij de ene trefarm uitsteekt boven het speelveld (trefarm 42LJ en de andere trefarm is verborgen onder het speelveld (trefarm 42R]. Het scharnierorgaan 46 is werkzaam voor het verschuiven van de trefarmen naar de andere tref-20 stand wanneer de standen van de trefarmen worden omgekeerd (zie fig.3). Geschikte motororganen 48, welke reageren op de door de bal geraakte, uitstekende trefarm en werken door middel van geschikte verbindingsmiddelen 50, bewegen de scharnierorganen 46 en keren daarbij de standen van de trefarmen om. Een veer 52 beweegt de 25 scharniermiddelen naar de andere trefarmstand. Daar de constructie van elke trefarm 42 in wezen dezelfde'is, zal nu de gedetailleerde constructie van de trefarmen worden beschreven, welke voor beide gelijk is en waar het achtervoegsel L of R wordt gebruikt ter onderscheiding van de linker- of rechtertrefarm, gezien door de spe-30 Ier vanaf het ondereinde van het speelveld.
Elke trefarm 42 heeft de vorm van een gekleurde plaat 55 (zie fig.2 en 5] die aan de achterzijde is verbonden met in het al-'gemeen niet flexibele staven 57 die zich uitstrekken door en worden geleid in een opening 58 in het bovendeel van het freem 44. Het 35 freem 44 is verder voorzien van een paneel 60 dat gewoonlijk lood- 80 0 1 7 05 - 7 - recht op de onderzijde van het speelveld 15 is opgesteld en waarin een paar langwerpige sleuven 63L en 63R ongeveer in lijn met de respectieve speelveldopeningen zijn gevormd. Een glijelement B7L en 67R grijpt in elke sleuf 63 en is zijdelings van het paneel be-5 grensd voor het heen en weer bewegen in de lengterichting van de sleuf. Het glijelement is voorzien van een bout 66 welke door de sleuf reikt en aan het einde is verbonden met een glijelement 67 en aan het andere met een stang 68, die elk de randen van het paneel 60 nabij de sleuf 63 omgeven voor het op zijn plaats houden van 10 het glijelement 67. De bout heeft bovendien een van een nek voor zien schachtgedeelte 69 buitenwaarts grenzend aan de stang. De stangen 57 en 68 bevinden zich nabij het aangrenzende eind op afstand van elkaar, en een flexibele veerstaaf 72 overspant de afstand en is bevestigd door klinkorganen 74 of dergelijke in in lijn 15 liggend verband met de stangen. Op deze wijze zijn de trefplaat 55 en de stang 67 verbonden met het glijelement 67 en de stang 68 dwars over de veerstang 72, en kan de trefarm heen en weer bewegen in een richting loodrecht op het speelveld tussen de uitgestoken en verborgen standen.
20 Het scharnierorgaan 46 heeft de vorm van een langwerpig orgaan 76, dat ter plaatse van zijn middelpunt door een verbinding 78 draaibaar is verbonden met het paneel 60. De tegenover elkaar gelegen einden van het langwerpige orgaan 76 zijn voorzien van met open einden uitgeruste sleuven 80, die samenwerken met de schacht-25 gedeelten 79 van de glijelementen 65 en daardoor mechanisch worden verbonden met de glijelementen. Het zal duidelijk zijn, dat dit scharnier de vorm heeft van een schommel en de respectieve tref-armen verbindt wanneer de ene trefarm zich in de verborgen stand bevindt en de andere trefarm in de verhoogde stand.
3D Bij een normaal spel zal de botsing van de bewegende bal tegen de omhoog bewogen trefarm (b.v. 42L in fig.2) de trefarm buigen in dezelfde richting als de halbeweging in het algemeen zijdelings van de bovensts steunstaaf 57 en kruiselings van de bovenste geleidingsmiddelen ter plaatse van de freemopening 58. Daar de on-35 derste geleidingsmiddelen zijdelings worden begrensd, wordt de veer- 800 1 7 05 - 8 - stang 72 zijdelings weggebogen van het freempaneel 60. Deze afbuiging wordt gedetecteerd door de arm 82L of 82R van een voelschake-laar 84 ondersteund, door het freempaneel 60 nabij het buigende deel van de veer 72 links en 72 rechts, wanneer de betreffende 5 .trefarm bovenwaarts uitsteekt. Bijgevolg zal bij het aanraken van de trefarm door de bal aan de resulterende buiging van de veerarm de schakelaar 84 worden bediend en dit signaal wordt gebruikt voor het detecteren van een stoot tegen de trefarm of het doel en voor het bedienen van de motororganen 48.
10 Het zal duidelijk zijn, dat de veer 52 onder druk staat tus sen zijn verbinding met het freempaneel 60 en zijn verbinding met het langwerpige orgaan 76, en deze verbinding-en de draaiverbinding 78 voor het sohommelscharnierorgaan 76 alle in lijn liggen wanneer het schommelorgaan zich in een dode middenstand bevindt, waarbij 15 de beide trefarmen elk gedeeltelijk in een bovenwaarts bewogen en
gedeeltelijk verborgen stand bevinden. De veer dwingt daarbij de schommelscharnierorganen naar een van de beide trefarmstanden en houdt de trefarmen in elk van deze standen verend vast. In dit verband wordt opgemerkt, dat elke afwisselende trefarmstand gemakke-20 lijk kan worden ingesteld door middel van een instelbare stop 86L
of 86R in de vorm van een bout geschroefd door een flens 88 op het paneel 60, welke bout geschikt is om te stoten tegen de bumper 67 van het glijelement 65. De instelling van de verborgen trefarm regelt eveneens de stand van de tegenover gelegen, bovenwaarts bewo-25 gen trefarm. Verder is een standaanduidschakelaar 90L en 90R aange bracht om aan te geven wanneer de bovenwaarts bewogen trefarm de volledig uitgestoken stand nadert of zich daarin bevindt, in welke stand het glijelement 67 de standaanduidschakelaar bedient. De veer 52 trekt hierna de trefarmen in de nieuwe stand.
30 Opgemerkt wordt dat de verbindingsmiddelen 50 van de motor 48 met de scharnierorganen 46, zoals blijkt uit de fig.2, 4 en 6, bij het bestaan dat de motororganen de vorm hebben van een soleno-ide 52 met een stationaire spoel 93 en een beweegbare kern 94 vaak een cilindrisch uitsteeksel 95 met verminderde diameter heeft, die 35 is ingericht om heen en weer te bewegen langs een lineaire baan.
800 1 7 05 - 9 -
Een drukveer 96 houdt de kern 94 in zijn buitenwaarts uitstekende of niet werkende stand. De solenoïde 92 is op het paneel 60 van het freem 44 gemonteerd, zodat de kern 94 beweegt langs een hartlijn die dwars staat op de rotatiehartlijn door het draaipunt 70 5 . van de schommelarm 76, en deze snijdt. Door de kern wordt een vinger' 100 gedragen die zich dwars ten opzichte van de axiale beweging van de kern uitstrekt, welke vinger 100 eveneens reikt door een ope- . ning 102 in het freempaneel 60 en voorbij het orgaan 76. De opening in het freem is enigszins hartvormig met twee convergerende 10 ondervlakken 104 welke bij elkaar komen in een hoek waartegen de vinger normaal steunt in de neutrale stand onder invloed van de . veer 96..In deze stand, ligt de vinger 100 in lijn met het draaipunt 78 op de rotatieas van het schommelorgaan met de verbindingen van de veer 52. Het langwerpige schommelorgaan is verder voorzien 15 van divergerende nokvlakken 106L en 106R aan beide zijden van het midden, waarbij genoemde nokvlakken zich dwars en op afstand van de rotatieverbinding 78 uitstrekken en elk eindigen ter plaatse van een schouder 108L resp. 108R welke zich eveneens op afstand van de rotatiehartlijn bevinden. Opgemerkt wordt, dat uit fig.2 20 en 3 blijkt, dat wanneer het schommelorgaan 76 is gepositioneerd met de bediende trefarmen in een van.de beurtelingse standen, het nokoppervlak 106 gekoppeld met.de verborgen trefarm , zich in overliggend gekanteld verband met de vinger 100 bevindt in de neutrale stand. De vinger is draaibaar rond de hartlijn van de kern, waarbij 25 de kern bij voorkeur roteerbaar is in de spoel.
Tijdens bedrijf zal bij bediening van de motororganen de kern 94 en de daardoor gedragen vinger 100 axiaal worden verschoven, waarbij de vinger oorspronkelijk tegen het nokoppervlak botst en vervolgens langs het nokoppervlak glijdt, onderwijl de vinger 30 incidenteel roterend totdat deze botst tegen de schouder 108. Ver dergaande axiale beweging zorgt dat het langwerpige schommelorgaan roteert in een corresponderende richting rond de rotatiehartlijn voor het bovenwaarts bewegen van de verborgen trefarm naar de omhoog bewogen stand en omgekeerd voor het benedenwaarts bewegen 35 van de zichtbare trefarm naar de verborgen stand. Nadat de motor- enn17flü - 10 - organen niet meer worden bekrachtigd en de trefarmen zijn verplaatst, beweegt de kern onder invloed van de veer 96 naar de uitgeschoven stand en zorgt verder voor he.t weer naar de neutrale stand brengen van de vinger 100. Op dit moment zal de vinger onder 5 het tegenover gelegen nokvlak liggen dat weer correspondeert met de teruggetrokken trefarm. Om te waarborgen dat de kern 94 nauwkeurig wordt gecentreerd tijdens de teruggaande beweging, is een ge-leidingssteun 109 aangebracht, waarvan het ondereinde is bevestigd aan de flens 88 door middel van schroeven 110 of dergelijke. Het 10 boveneinde draagt een nylon bus 111 die een beweging met geringe wrijving mogelijk maakt tussen de bus en het uitsteeksel 95, waarvan de diameter enigszins kleiner is dan de binnendiameter van de bus 111. Het gedeelte van de flens 88 waar het uitsteeksel 95 anders contact mee zou maken, heeft een geschikte opening om een 15 ononderbroken beweging van het einde van het uitsteeksel tot onder de flens mogelijk te maken.
Het verbindingsorgaan 80 tussen het motororgaan 48 en het scharnierorgaan 46 werkt steeds op de wijze van een enkel indexeer-palwiel dat beurtelings wordt omgekeerd na iedere indexcyclus.
20 Opgemerkt wordt verder, dat de flens 88 kan zijn gevormd als een deel met een hoek 112 dat middels bouten 113 of dergelijke aan het onderste gedeelte van het freempaneel 60 is bevestigd. Op dezelfde wijze kan het bovenste trefarmgeleidingsorgaan ter plaatse van de opening 58 de vorm hebben van een hoekstuk 116 beves-25 tigd door middel van bouten 117 of dergelijke, aan het bovenste gedeelte van het paneelfreem 60, en zijn voorzien van geschikte opneemopeningen. Het freem op zichzelf kan de vorm hebben van een U-vormige component 120 met het hiervoor genoemde paneel 60 en aangrenzende, voorwaarts uitstekende zijflenzen 122, waaraan de zij-30 flenzen 124 met een tweede U-vormige component 126 kan zijn beves tigd door middel van lassen of dergelijke. Oe verbindingsstang 128 van de component 126 kan direct worden bevestigd aan de onderzijde van het speelveld. Het gehele trefarmmechanisme 40 wordt bij voorkeur als eenheid gedragen door het speelveld en alleen de elektri-35 sche verbindingen voor de bekrachtiging en het regelen moeten 800 1 7 05 - 11 - *? χ daarna afzonderlijk worden gemaakt teneinde het mechanisme speel-klaar in de inrichting aan te brengen.
Uit het vorenstaande blijkt, dat een nieuwe inrichting met afwisselende trefplaten resp. doelen is beschreven, die robuust 5 en betrouwbaar is in werking. Be scharniermiddelen die de geschei den trefarmen samenbewegen met behulp van de enkele motor, zijn werkzaam om de scharnierorganen in elke richting te bewegen en verschaffen daarbij een eenvoudige, betrouwbare werking, zijn gemakkelijk in onderhoud en bijvervanging van versleten onderdelen.
10 Het is duidelijk, dat binnen het raam van de uitvindings- gedachte een groot aantal wijzigingen mogelijk is.
800 1 705
Claims (8)
1. Inrichting met afwisselende trefarmen i.c. doelen voor gebruik in een speelautomaat i.c. flipperkast, met een speelveld, een over het speelveld beweegbare bal, gekenmerkt door een paar op afstand van elkaar opgestelde trefarmen die elk kunnen reiken 5 door geschikte openingen en kunnen worden geraakt door de over het speelveld bewegende bal, middelen zijn aangebracht voor het ondersteunen van elk van de trefarmen, scharniermiddelen die zodanig werkzaam met de trefarmen zijn verbonden, dat een trefarm uitsteekt boven het speelveld wanneer de andere is verborgen en geschikt is 10 voor het tegelijkertijd bewegen van beide trefarmen tussen de uitstekende en verborgen standen, middelen voor het verplaatsen van genoemde scharniermiddelen indien deze worden aangedreven door een motor, welke laatste werkzaam is verbonden met de verplaat-singsmiddelen voor het aandrijven daarvan, en regelmiddelen voor 15 het activeren van genoemde motor wanneer de boven het speelveld uitstekende trefarm door de bal wordt geraakt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat. de scharniermiddelen de vorm hebben van een langwerpig orgaan dat in het midden wordt ondersteund op de wijze van een schommel die 20 draaibaar is om een hartlijn dwars ten opzichte van genoemd orgaan en ten opzichte van de bewegingen van de trefarmen, en waarbij is voorzien in middelen voor het verbinden van tegenover elkaar gelegen einden van het langwerpige orgaan met de respectieve trefarmen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een 25 veer is verbonden met het schommelorgaan op de wijze van een dwars- pen met de dode middenstand tussen de tegenover elkaar gelegen, afwisselende trefarmstanden werkzaam voor het verend vasthouden van genoemd schommelorgaan en de daarmee verbonden trefarmen in elk van de afwisselende trefarmstanden.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoem de trefarmdraagorganen zijn voorzien van een freem dat in wezen loodrecht op de onderzijde van het speelveld is bevestigd, glijorga- 800 1 7 05 tfp· - 13 - nen geleid door het freem, welke ongeveer in lijn met elk van de betreffende speelveldopeningen kunnen bewegen, geleidingsmiddelen op het freem nabij elke speelveldopening, een in wezen niet flexibele stang verbonden met elke trefarm en samenwerkend met genoem-5 de geleidingsorganen en zich daar voorbij uitstrekkend naar de glijorganen, een flexibel veerorgaan verbonden -tussen genoemde arm en genoemde glijmiddelen, waardoor genoemd veerorgaan wordt gebogen bij botsing daartegen door de bal en aldus de uitstekende trefarm beweegt, en waarbij de bedieningsmiddelen welke zijn voor-10 zien van een arm bediend door het gebogen veerorgaan, werkzaam zijn voor het sluiten van een schakelorgaan.
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde motor is voorzien van een solenoide met een kern welke heen en weer beweegt langs een lineaire hartlijn, en middelen voor het 15 ondersteunen van de solenoide zodanig, dat genoemde lineaire hart lijn zich uitstrekt dwars ..door de rotatiehartlijn van genoemd schommelorgaan, waarbij genoemde verbindingsmiddelen zijn voorzien" van een vinger ondersteund door de kern en zich dwars ten opzichte daarvan uitstrekt, en reikt door het schommelorgaan, middelen voor 20 het positioneren van de vinger in een neutrale stand wanneer de solenoide wordt ontkracht, een paar nokorganen op het schommel-orgaan en op afstand van elkaar in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van de rotatiehartlijn opgesteld en gekoppeld met een van de trefarmen, en welke nokorganen eindigen bij een schouder, waar-25 bij het nokorgaan verbonden met de verborgen trefarm in een van beide afwisselende trefarmstanden zich bevindt in de aangrenzende gekantelde stand relatief ten opzichte van de neutrale vingerstand, en waarbij genoemde vinger draaibaar is rond de lineaire hartlijn van de kern, waardoor bij het in werking stellen van genoemde sole-30 noïde de kern oorspronkelijk beweegt voor het positioneren van de vinger naar de verborgen trefarmnokorganen die dan langs genoemde nokorganen beweegt naar genoemde schouder, en waarbij een verdere beweging van de kern vervolgens het schommelorgaan verplaatst en de daarmee verbonden trefarmen naar genoemde tegenover gelegen, 35 afwisselende trefarmstand. 8-0 0-1 7 0S - 14 -
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het Kenmerk, dat genoemde middelen voor het positioneren van de vinger in de neutrale stand, is voorzien van stationaire oppervlakken die zich op afstand van en zijdelings hellend ten opzichte van de rotatiehart-5 lijn bevinden en convergeren naar een hoek waartegen de vinger steunt in de neutrale stand.
7: Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de mid delen voor het positioneren van de vinger in de neutrale stand, zijn voorzien van een veer die is ingericht voor het verplaatsen 10 van de kern met de vinger tegen de hellende oppeivlakken en naar de hoek daarvan.
8. Inrichting volgens een der conclusies 5, 6 of 7, gekenmerkt door een veer verbonden met het schommelorgaan op de wijze van een dwarspen met een dode middenstand tussen de tegenover elkaar 15 gelegen, afwisselende-trefarmstanden werkzaam voor het vasthouden van het schommelorgaan aan de daarmee verbonden trefarmen in een van de afwisselende standen. 800 1 7 05
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US2308379 | 1979-03-23 | ||
US06/023,083 US4243222A (en) | 1979-03-23 | 1979-03-23 | Seesaw targets apparatus for pinball game |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001705A true NL8001705A (nl) | 1980-09-25 |
Family
ID=21813041
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8001705A NL8001705A (nl) | 1979-03-23 | 1980-03-21 | Speelautomaat. |
Country Status (16)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4243222A (nl) |
JP (1) | JPS55133272A (nl) |
AU (1) | AU532656B2 (nl) |
BE (1) | BE882363A (nl) |
BR (1) | BR8001678A (nl) |
CA (1) | CA1140176A (nl) |
DE (1) | DE3010084A1 (nl) |
DK (1) | DK99480A (nl) |
ES (1) | ES8102379A1 (nl) |
FR (1) | FR2451758A1 (nl) |
GB (1) | GB2044113B (nl) |
IE (1) | IE49225B1 (nl) |
IT (1) | IT1143122B (nl) |
LU (1) | LU82288A1 (nl) |
NL (1) | NL8001705A (nl) |
SE (1) | SE8002151L (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2470623A1 (fr) * | 1979-12-07 | 1981-06-12 | Tomy Kogyo Co | Billard de type flipper |
DE2954295C2 (nl) * | 1979-12-18 | 1991-08-14 | Tomy Kogyo Co., Inc., Tokio/Tokyo, Jp | |
US4773646A (en) * | 1987-01-28 | 1988-09-27 | Williams Electronics Games, Inc. | Moving target assembly |
US4804186A (en) * | 1987-12-02 | 1989-02-14 | Premier Technology, Inc. | Pinball drop target assembly |
JPH01244945A (ja) * | 1988-03-24 | 1989-09-29 | Nippon Waipabureede Kk | ワイパ装置 |
US5112049A (en) * | 1989-08-10 | 1992-05-12 | Premier Technology | Pinball machine having a play field which is changed during play |
US4943061A (en) * | 1989-08-22 | 1990-07-24 | Williams Electronics Games, Inc. | Multi-position drop target |
US5226653A (en) * | 1992-06-30 | 1993-07-13 | Williams Electronics Games, Inc. | Multilevel play feature for a pinball game |
US5924690A (en) * | 1998-03-16 | 1999-07-20 | Williams Electronic Games Inc. | Drop target for a pinball game |
USD886198S1 (en) * | 2017-12-20 | 2020-06-02 | Chung-Po Yang | Two player pinball machine |
US20210178249A1 (en) * | 2019-12-13 | 2021-06-17 | Andy Dao Quang Lee | Game playing apparatus and method |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB606920A (en) * | 1946-01-22 | 1948-08-23 | Thomas Craven Corlass | New or improved games apparatus |
US3647212A (en) * | 1970-06-01 | 1972-03-07 | Marvin Glass & Associates | Hockey game |
US3975019A (en) * | 1974-02-27 | 1976-08-17 | Marvin Glass & Associates | Pinball type game apparatus |
US4037842A (en) * | 1975-05-08 | 1977-07-26 | Marvin Glass & Associates | Target device for pinball games |
-
1979
- 1979-03-23 US US06/023,083 patent/US4243222A/en not_active Expired - Lifetime
-
1980
- 1980-02-20 IE IE328/80A patent/IE49225B1/en unknown
- 1980-02-20 CA CA000346063A patent/CA1140176A/en not_active Expired
- 1980-02-22 GB GB8006021A patent/GB2044113B/en not_active Expired
- 1980-02-28 AU AU55977/80A patent/AU532656B2/en not_active Expired - Fee Related
- 1980-03-07 DK DK99480A patent/DK99480A/da not_active Application Discontinuation
- 1980-03-15 DE DE19803010084 patent/DE3010084A1/de not_active Withdrawn
- 1980-03-19 SE SE8002151A patent/SE8002151L/ not_active Application Discontinuation
- 1980-03-20 FR FR8006191A patent/FR2451758A1/fr active Granted
- 1980-03-20 BR BR8001678A patent/BR8001678A/pt unknown
- 1980-03-21 JP JP3601980A patent/JPS55133272A/ja active Pending
- 1980-03-21 ES ES489772A patent/ES8102379A1/es not_active Expired
- 1980-03-21 LU LU82288A patent/LU82288A1/fr unknown
- 1980-03-21 NL NL8001705A patent/NL8001705A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-03-21 BE BE0/199888A patent/BE882363A/fr not_active IP Right Cessation
- 1980-03-21 IT IT48232/80A patent/IT1143122B/it active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES489772A0 (es) | 1980-12-16 |
SE8002151L (sv) | 1980-09-24 |
FR2451758B1 (nl) | 1984-01-27 |
IT8048232A0 (it) | 1980-03-21 |
IE800328L (en) | 1980-09-23 |
LU82288A1 (fr) | 1980-07-01 |
GB2044113B (en) | 1983-06-15 |
CA1140176A (en) | 1983-01-25 |
AU532656B2 (en) | 1983-10-06 |
DE3010084A1 (de) | 1980-10-02 |
GB2044113A (en) | 1980-10-15 |
BR8001678A (pt) | 1980-11-18 |
AU5597780A (en) | 1980-09-25 |
DK99480A (da) | 1980-09-24 |
US4243222A (en) | 1981-01-06 |
IE49225B1 (en) | 1985-08-21 |
JPS55133272A (en) | 1980-10-16 |
FR2451758A1 (fr) | 1980-10-17 |
ES8102379A1 (es) | 1980-12-16 |
IT1143122B (it) | 1986-10-22 |
BE882363A (fr) | 1980-07-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0510841B1 (en) | Interactive playfield feature for pinball games | |
US5383663A (en) | Player controlled dump ramp for a pinball game | |
US5417423A (en) | Multiple kicker ramp for a pinball game | |
US5226653A (en) | Multilevel play feature for a pinball game | |
US5358243A (en) | Ball trough for pinball games | |
US5806851A (en) | Interactive play for a pinball game | |
EP0366233B1 (en) | Pinball runway and scoring feature | |
CA1186353A (en) | Pinball machine and play feature thereof | |
NL8001705A (nl) | Speelautomaat. | |
US5181722A (en) | Movable optical target bank for a rolling ball game | |
US4257604A (en) | In-line drop targets | |
EP0412784A1 (en) | Player controlled ball sensing device for use in a pinball game | |
US4212465A (en) | Pinball game with plural re-projectors actuable by single solenoid acted upon by single switch | |
US4429876A (en) | Pinball machine and play feature thereof | |
US3785650A (en) | Manually controlled electric pinball game | |
US5333866A (en) | Pinball machine having an interactive playfield | |
US5044639A (en) | Ball game with player controlled rebound surface | |
US5913516A (en) | Multimode target with variable trajectory ball ramp | |
US2520283A (en) | Pivotal ball return means for pin games | |
US4424970A (en) | Panic post for pinball games | |
US4037842A (en) | Target device for pinball games | |
US5332217A (en) | Pinball game with moveable track mechanism | |
NL8202033A (nl) | Aandrijfmechanisme voor een speelbal. | |
AU600382B2 (en) | Pinball machine | |
JPS5881060A (ja) | ピンボ−ル・ゲ−ム機のための転落用タ−ゲツト機構 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |