NL8001337A

NL8001337A - MECHANICAL MILK EQUIPMENT.

Info

Publication number: NL8001337A
Application number: NL8001337A
Authority: NL
Original assignee: Mae Lois Moore
Priority date: 1980-03-06
Filing date: 1980-03-06
Publication date: 1981-10-01
Also published as: GB2071982B; GB2071982A

Description

t -1- 21213/CV/tlt -1- 21213 / CV / tl

Aanvrager: Mae Lois Moore te Tauranga, Nieuw Zeeland.Applicant: Mae Lois Moore at Tauranga, New Zealand.

Korte Aanduiding: Mechanische melkinrichting.Brief Designation: Mechanical milking device.

5 Moderne mechanische inrichtingen worden gebruikt voor het verwij deren van melk uit dieren door de aanbrenging van een vacuum op de tepels van het dier indien de tepels in ingrijping zijn in een tepelbe-ker,terwijl een de tepelbeker omgevende kamer afwisselend aan vacuum en dan aan atmosferische lucht wordt blootgesteld.Uit de tepels van een 10 dier afgevoerde melk wordt via een houder getransporteerd naar een melk-leiding of naar tanks of dergelijke afhankelijk van het type van de installatie.Modern mechanical devices are used to remove milk from animals by applying a vacuum to the nipples of the animal when the nipples are engaged in a teat cup, while a chamber surrounding the teat cup alternates between vacuum and then atmospheric air is exposed. Milk discharged from the nipples of an animal is transported via a container to a milk pipe or to tanks or the like depending on the type of installation.

In inelkinstallaties gebruikte houders kunnen in twee hoofdgroepen worden onderscheiden,namelijk het H-type houder of het bundel-type houder 15 en de huidige uitvinding heeft meer in het bijzonder betrekking op het laatstgenoemde type.Containers used in milking installations can be distinguished into two main groups, namely the H-type receptacle or the bundle-type receptacle 15, and the present invention relates more particularly to the latter type.

De functie van een houder is het verzamelen van melk uit de tepel-bekers en het transporteren van de melk naar een melkleiding of tank en het verbinden van de de tepelbekers omgevende kamers (tepelbeker-pulseer-20 kamers) met een bron van afwisselende onderdruk en atmosferische lucht, welke wordt aangebracht op de tepelbeker-pulseerkamers door mechanische en/of electrische pulseerkleppen waarvan er in de techniek verschillende soorten bekend zijn.The function of a container is to collect milk from the teat cups and to transport the milk to a milk line or tank and to connect the chambers surrounding the teat cups (teat cup pulse 20 chambers) with a source of alternating negative pressure and atmospheric air, which is applied to the teat cup pulsation chambers by mechanical and / or electric pulsation valves of which various types are known in the art.

Het wordt algemeen aangenomen,dat ter wille van de gezondheid en 25 het comfort van de dieren ,die mechanisch worden gemolken met apparatuur welke volgens het bovengeschetste principe werkt,tijdens het aanbrengen van onderdruk of vacuum op de tepelbeker-pulseerkamers dit vacuum het vacuum aangebracht op de melkkamer van de tepelbeker niet moet overschrijden en pulseerkleppen,welke werken om deze wensen te bewerkstelligen 30 zijn beschreVen in de Hieuw-Zeelandse octrooiaanvrage 163.990 en 172.271. Een nadelige eigenschap van de pulseerkleppen is dat een overmaat van lucht wordt toegelaten aan de melkleiding van de melkinstallatie,hetgeen aanleiding geeft tot het nadeel, dat schuimvorming optreedt in de melkleiding tijdens het melkproces. Indien de kamer van klauwstukken kan worden 35 gescheiden in een melkvacuumkamer èn een pulseerkamer onder het voordeel nemen van de vereffening van het vacuumprincipe dat is verwerkt in de in 800 1 3 37 -2- 21213/CV/tl ¥ < bovengenoemde aanvragen beschreven pulseerkleppen kan dit schuimvorm-probleem worden overwonnen.It is generally believed that for the sake of health and comfort of the animals, which are mechanically milked with equipment operating according to the principle outlined above, during the application of negative pressure or vacuum to the teat cup pulsation chambers, this vacuum is applied to the vacuum. should not exceed the milking chamber of the teat cup, and pulsation valves acting to accomplish these desires are described in New Zealand Patent Applications 163,990 and 172,271. A disadvantageous characteristic of the pulsation valves is that an excess of air is admitted to the milk line of the milking installation, which gives rise to the drawback that foaming occurs in the milk line during the milking process. If the chuck chamber can be separated in a milking vacuum chamber and a pulsating chamber taking advantage of the equalization of the vacuum principle incorporated in the pulsation valves described in 800 1 3 37 -2-21213 / CV / tl ¥ <above applications, this foaming problem can be overcome.

Dienovereenkomstig is het een oogmerk van de huidige uitvinding een werkwijze en inrichting te verkrijgen voor het mechanisch miken van 5 een dier waarbij aan het bovengenoemde probleem tegemoet wordt gekomen.Accordingly, it is an object of the present invention to provide a method and apparatus for mechanically aiming an animal that addresses the above problem.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding is voorzien in een werkwijze voqr het mechanisch melken van een dier waarbij melk uit de tepels van het dier wordt onttrokken in de op de tepels aangebrachte tepelbeker in een houder en dan in een melkleidingjwelke zich uitstrekt 10 vanaf de houder of een daarbij gelegen tank,waarbij een constant vacuum wordt aangebracht op een melkkamer van de houder en melkkamers van de tepelbekers ,terwijl gelijktijdig een pulserend vacuum wordt aangebracht op een pulseerkamer van de houder en een pulseerkamer van de tepelbekers en een vacuumvereffeningsorgaan is opgesteld tussen de melk en pulseerka-15mers van de houder onder het scheiden van de kamers,waarbij wordt uitgesloten,dat het niveau van het vacuum in de pulseerkamer van de tepelbeker die in de melkkamers van de tepelbeker overschrijdt.According to a first aspect of the invention, there is provided a method for mechanically milking an animal, wherein milk is extracted from the animal's nipples in the teat cup provided on the nipples in a container and then in a milk line which extends from the container. or an associated tank, wherein a constant vacuum is applied to a milking chamber of the holder and milking chambers of the teat cups, while simultaneously applying a pulsating vacuum to a pulsating chamber of the holder and a pulsating chamber of the teat cups and a vacuum equalizing member arranged between the milk and pulsation chamber from the container while separating the chambers, excluding the level of vacuum in the teat cup pulsation chamber exceeding in the teat cup milking chambers.

Volgens een verder aspect van de huidige uitvinding is voorzien in een houder voor een melkinrichting voorzien van een lichaam,welke een 20melkkamer begrenst en een pulseerkamer, die van de melkkamer is gescheiden door een vacuumvereffeningsorgaan,terwijl de melkkamer in verbinding te brengen is met tepelbekermelkkamers van een daarbij behorend stel tepelbekers en met een eerste vacuumbron en de pulseerkamer in verbinding te brengen is met tepelbekerpulseerkamers van een samenhangend stel tepel-25bekers en met een tweede vacuumbron ,waarbij de uitvoering zodanig is,dat in gebruik het niveau van het vacuum in de pulseerkamers van de desbetreffende tepelbeker die in de melkkamers van de tepelbekers niet kan overschrijden.According to a further aspect of the present invention, there is provided a holder for a milking implement comprising a body which defines a milking chamber and a pulsating chamber, which is separated from the milking chamber by a vacuum equalizing member, while the milking chamber can be connected to teat cup milking chambers. a corresponding set of teat cups and to be connected to a first vacuum source and the pulsation chamber is to teat cup pulsation chambers of a coherent set of teat cups and to a second vacuum source, the embodiment of which is such that in use the level of vacuum in the pulsation chambers of the relevant nipple cup that cannot exceed the milking chambers of the nipple cups.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 30 van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment of the construction according to the invention shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont schematisch in ,perspectief een aanzicht op een gebruikelijke melkinrichting waarop de uitvinding betrekking heeft.Fig. 1 schematically shows, in perspective, a view of a conventional milking implement to which the invention relates.

Fig. 2, 2a en 2 b tonen in doorsnede delen van een houder overeen-35 komend met die beschreven in de Nieuw Zeelandse octrooiaanvragen 163.990 en 172.271,waarbij de wijze van de werking van een pulseerklep gecombineerd 800 1 3 37 c * -3- 21213/CV/tl met de houder is weergegeven.Fig. 2, 2a and 2b show cross-sectional views of a container similar to that described in New Zealand Patent Applications 163,990 and 172,271, the mode of operation of a pulsation valve combined 800 1 3 37 c * -3- 21213 / CV / tl with the holder is displayed.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht op een houder volgens een uitvoerings-voorbeeld van de uitvinding.Fig. 3 shows a top view of a container according to an exemplary embodiment of the invention.

Fig. 4 toont een doorsnede over fig.3,gezien volgens de lijn IV- IV 5 in fig.3.Fig. 4 is a sectional view of FIG. 3, taken along line IV-IV 5 in FIG. 3.

Fig. 5 toont een doorsnede over fig.4,gezien volgens de lijn V -V in fig.4.Fig. 5 is a sectional view of FIG. 4, taken along line V-V in FIG. 4.

Fig. 6 toont schematisch een dwarsdoorsnede over een gebruikelijke bekende houder waarop wijzigingen zijn aangebracht in overeenstemming 10 met een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.Fig. 6 is a schematic cross-sectional view of a conventional prior art container to which modifications have been made in accordance with a second exemplary embodiment of the invention.

In fig.1 is in perspectief een gebruikelijke melkinrichting,zoals bekend in de techniek,schematisch weergegeven ,waarbij een bundelhouder 1 is verbonden met een aantal tepelbekers 2. Verder is een melkleiding 3 15 aangebracht voor het afvoeren van melk uit de houder 1.Fig. 1 shows a perspective view of a conventional milking implement, as known in the art, in which a bundle holder 1 is connected to a number of teat cups 2. Furthermore, a milk line 3 is provided for discharging milk from the holder 1.

Ieder van de tepelbekers 2 omvat een binnenste kamer 4 (hier verder aangeduid als de melkkamer van de tepelbeker) omgeven door een coaxiale tweede kamer 5 (hierna aangeduid als pulseerkamer van de tepelbeker). Leidingen 6 en 7 zijn aangesloten op de melkkamers 4 van de tepelbekers 20 en op de pulseerkamers 5 van de tepelbekers en staan verder in verbinding met het inwendige van de houder 1,waartoe op het lichaam van de houder nippels 8 en 9 zijn aangebracht. Via de leidingen 6 opgenomen melk wordt afgeleverd aan het onderste deel van de houder en beweegt vandaar uit de houder in de melkleiding 3 tijdens het melken.Each of the teat cups 2 comprises an inner chamber 4 (hereinafter referred to as the teat cup milking chamber) surrounded by a coaxial second chamber 5 (hereinafter referred to as the teat cup pulsation chamber). Lines 6 and 7 are connected to the milking chambers 4 of the teat cups 20 and to the pulsating chambers 5 of the teat cups and are further connected to the interior of the holder 1, for which nipples 8 and 9 are arranged on the body of the holder. Milk taken up via the conduits 6 is delivered to the bottom part of the container and from there moves out of the container into the milk conduit 3 during milking.

25 Zoals hierboven reeds vermeld zijn de omstandigheden bij het melken van een dier zodanig,dat indien de niet nader weergegeven tepels van het dier in ingrijping zijn in de melkkamers 4 van de tepelbekers een constant vacuum wordt aangebracht op de melkkamers 4 van de tepelbekers,terwij1 afwisselend vacuum en atmosferische druk (hieronder aangeduid als pulserend 30 vacuum) wordt aangebracht op de pulseerkamers 5 van de tepelbekers om te bewerkstelligen,dat de wanden 10 van de tepelbekers samenklappen op de binnenwand 10a en dan worden teruggetrokken.As already stated above, the conditions when milking an animal are such that if the nipples of the animal (not further shown) are engaged in the milking chambers 4 of the teat cups, a constant vacuum is applied to the milking chambers 4 of the teat cups, while alternating vacuum and atmospheric pressure (hereinafter referred to as pulsating vacuum) is applied to the pulsating chambers 5 of the teat cups to cause the walls 10 of the teat cups to collapse onto the inner wall 10a and then to be retracted.

De in fig.1 weergegeven houder is van het type zoals beschreven in de Kieuw Zeelandse octrooiaanvragen 163.990 en 172.271. Deze houders om-35 vatten een pulseerklep en de werking van deze klep tijdens het melken zal nu worden beschreven aan de hand van de fig.2, 2a en 2b,welke in door-. snede delen van de houder 1 tonen.The container shown in Fig. 1 is of the type as described in Kieuw Zeeland patent applications 163,990 and 172,271. These containers comprise a pulsating valve and the operation of this valve during milking will now be described with reference to Figs. 2, 2a and 2b, which are shown in detail. show cut parts of container 1.

Zoals weergegeven in de fig.2, 2a en 2b omvat de houder 1 een schaal 80 0 1 3 37 * + -4- 21213/CV/tl 11,welke voor reiniging en onderhoudsdoeleinden langs een flens 12 kan zijn gespleten in een bovenste lichaamsdeel 13 en een onderste lichaamsdeel 14. De flens 12 omvat een in de figuren niet nader weergegeven bajonet-type verbinding en bij samenbouw kunnen delen van de flens 12 5 van de bovenste en onderste lichaamsgedeelten 13 en 14 worden samengevoegd onder tussenplaatsing van een afdichtring 15.liet onderste lichaams-gedeelte 14 is uitgerust met een een geheel daarmee vormende nippel 16 waaraan de melkleiding 3 kan worden aangesloten en verder van een aantal een geheel daarmee vormende nippels 9,waarop de leidingen 6 (fig.1) van 10 de tepelbekers 2 zijn aangesloten,terwijl het bovenste lichaamsgedeelte 13 is uitgerust met een geheel daarmee vormende nippels 8,die bestemd zijn voor het opnemen van de leidingen 7 van de tepelbekers 2. Het bovenste lichaamsgedeelte 13 omvat verder een centraal opgesteld en naar beneden afhangend schort 18. Boven op het bovenste lichaamsgedeelte 13 is 15 een pulseerklep 19 opgesteld,die is afgedekt met een koepel 20,die is uitgevoerd voor aangrijping op een flens 21 van het bovenste lichaamsgedeelte 13. De functie van de hier weergegeven en nader in de Nieuw Zee-landse octrooiaanvragen 163.990 en 172.271 beschreven pulseerklep is het op gang brengen en regelen van het pulserend vacuum,dat wordt aangebracht 20 op de pulseerkamers 5 van de tepelbekers 2,terwijl een constante onderdruk wordt aangebracht op de melkleiding 3.As shown in Figs. 2, 2a and 2b, the holder 1 comprises a scale 80 0 1 3 37 * + -4-21213 / CV / tl 11, which may be split along a flange 12 in an upper body part for cleaning and maintenance purposes. 13 and a lower body part 14. The flange 12 comprises a bayonet-type connection, not shown in the figures, and when assembled, parts of the flange 12 of the upper and lower body parts 13 and 14 can be joined together with the insertion of a sealing ring 15. The lower body part 14 is provided with a nipple 16 which forms an integral part of it, to which the milk line 3 can be connected and further of a number of nipples 9 which form an integral part therewith, on which the lines 6 (fig. 1) of the teat cups 2 are connected, while the upper body part 13 is provided with nipples 8 which form a whole therewith, which are intended for receiving the conduits 7 of the teat cups 2. The upper body part 13 further comprises a centrally arranged and downwardly hanging apron 18. On top of the upper body part 13, a pulsating valve 19 is arranged, which is covered with a dome 20, which is designed to engage on a flange 21 of the upper body part 13. The function of the here Shown and described in more detail in New Zealand Patent Applications 163,990 and 172,271, pulsating valve is the initiation and control of the pulsating vacuum, which is applied to the pulsating chambers 5 of the teat cups 2, while a constant negative pressure is applied to the milk line 3 .

Een pulseerklep 19 omvat een komvormig spoelhuis 22 waarvan een bovenste flens 23 te plaatsen is op de flens 21 van het bovenste lichaamsgedeelte 13 van de houder en is uitgevoerd om in die stand te worden 25 vastgezet indien de koepel 20 in ingrijping is met dezelfde flens en het ondereinde 24 van het spoelhuis 12 op geschikte wijze in ingrijping is met een lip op de bovenzijde van het schort 18 van het bovenste lichaamsgedeelte 13 van de schaal 11. In deze stand verdeelt het spoelhuis 22 een bovenste pulseerkamer 25,maar verbinding met het inwendige van de 30 schaal van de houder kan worden bewerkstelligd via een aantal doortochten 26 in de wand van het spoelhuis 24.A pulsating valve 19 includes a cup-shaped bobbin case 22, an upper flange 23 of which is placed on the flange 21 of the upper body portion 13 of the container and is configured to be secured in that position if the dome 20 is in engagement with the same flange and the lower end 24 of the bobbin case 12 is appropriately engaged with a lip on the top of the skirt 18 of the upper body portion 13 of the shell 11. In this position, the bobbin case 22 divides an upper pulsation chamber 25, but communicates with the interior of the container shell can be accomplished through a number of passages 26 in the wall of the bobbin case 24.

Verder kan atmosferische lucht via doortochten 27 in de bovenste flens 23 van het spoelhuis 22 een gebied tussen het spoelhuis 22 en de complementaire spoel 28 voor de klep binnendringen. Atmosferische lucht 35 wordt gefiltreerd voorafgaand aan de binnentrede in de klep met behulp van een gasfilter 29,dat is aangebracht tussen de koepel 20 en de boven- 80 0 1 3 37 V £ "5·* 21213/CV/tl flens 23 van het spoelhuis 22. Atmosferische lucht kan binnentreden door doortochten 27 na te zijn bewogen onder de onderrand van de koepelvormige kap 20 en openingen 30 in de flens 21 van het bovenste lichaamsdeel 13 van de houder. Indien de spoel 28 in rust is is de bovenlip 31 daarvar 5 in ingrijping met de onderrand 32 van het diamafragma 33 en een 0-ring 34,die is bevestigd aan het boveneinde van de steel 35 van de spoel dicht af tegen een naburige schouder 36 van het spoelhuis 22.Furthermore, atmospheric air can penetrate an area between the bobbin case 22 and the complementary bobbin 28 for the valve through passages 27 in the top flange 23 of the bobbin case 22. Atmospheric air 35 is filtered prior to entering the valve using a gas filter 29 fitted between the dome 20 and the top flange 23 of the flange 23 of the valve. coil housing 22. Atmospheric air can enter through passages 27 after being moved under the lower edge of the domed cap 20 and openings 30 in the flange 21 of the upper body part 13 of the container When the coil 28 is at rest, the upper lip 31 is 5 meshes with the lower edge 32 of the diamond diaphragm 33 and an O-ring 34, which is attached to the upper end of the spool stem 35, tightly against an adjacent shoulder 36 of the bobbin case 22.

Bij het ondereinde van de spoel 28 is een ringvormige rubber ring 37 in de weergegeven stand bevestigd met behulp van een borgring 38 en 10 het zal duidelijk zijn,dat in de "rust" stand van de spoel 28 er een spleet bestaat tussen de bovenrand van de ring 37 en een inwendige schouder 39 van het spoelhuis,waardoor een verbinding is verkregen tussen de bovenste pulseerkamer 25 en het inwendige van de houder. Het ondereinde 38 van de spoel 28 is uitgerust met een boring 40,welke de vrije door-15 tocht van lucht mogelijk maakt.At the lower end of the coil 28, an annular rubber ring 37 is secured in the position shown by means of a retaining ring 38 and it will be appreciated that in the "rest" position of the coil 28 there is a gap between the top edge of the the ring 37 and an internal shoulder 39 of the bobbin case, whereby a connection is obtained between the upper pulsating chamber 25 and the interior of the container. The lower end 38 of the coil 28 is provided with a bore 40, which allows the free passage of air.

Be pulseerwaarde van de klep 19 wordt ingesteld door op of neerwaartse beweging van het instelorgaan 44 ten opzichte van de onderste bevesti-gingshuls 42 en een drukveer 46,die is gelegen in de koepelvormige kap en een trapsgewijs deel van de bovenste bevestigingshuls 41 brengt een 20 continue naar beneden gerichte kracht aan op het diafragma 30.The pulse value of the valve 19 is adjusted by up or down movement of the adjuster 44 relative to the lower fastening sleeve 42 and a compression spring 46, which is located in the dome-shaped cap and a stepped portion of the upper fastening sleeve 41, continuous downward force on the diaphragm 30.

De pulseerklep werkt voor het tot stand brengen van een pulserend vacuum op de pulseerkamers 5 van de tepelbeker op de hieronder nader te beschrijven wijze.The pulsation valve acts to create a pulsating vacuum on the pulsation chambers 5 of the teat cup in the manner to be described further below.

In de fig’.2, 2a en 2b duiden de pijlen de luchtbewegingen in de 25 pulseerklep aan.In Figures 2, 2a and 2b, the arrows indicate the air movements in the pulse valve.

Aangenomen wordt,dat vacuum heerst in de bovenste pulseerkamer 25 - en de pulseerkamers 5 van de tepelbeker, het gebied 47 binnen de koepel 20 onder vacuum wordt gebracht en lucht naar beneden wordt afgevoerd door de boring 25,spoel 28 tot in de schaal 11 . Indien het vacuum in gebied 30 47 in de koepel 20 laag is (bijv. 20 k.p.a.) zal de luchtdruk,welke de klep binnentreedt via openingen 30 en doortochten 27,welke een opwaartse kracht op het diafragma 33 heeft aangebracht,eventueel de neerwaartse voorspanning van de veer 46 overwinnen,waardoor veroorzaakt wordt,dat de spoel 28 en het diafragma 33 omhoog worden getild onder het verbreken 35 van de afdichting tussen de 0-ring 34 en de naburige schouder 36 van het spoelhuis 22.It is believed that vacuum prevails in the upper pulsation chamber 25 and the pulsation chambers 5 of the teat cup, the area 47 within the dome 20 is evacuated and air is vented down through the bore 25, coil 28 into the shell 11. If the vacuum in region 30 47 in the dome 20 is low (e.g., 20 kpa), the air pressure entering the valve through openings 30 and passages 27, which has applied an upward force to the diaphragm 33, will optionally reduce the downward bias of overcome the spring 46, causing the spool 28 and diaphragm 33 to be lifted up, breaking the seal between the O-ring 34 and the adjacent shoulder 36 of the bobbin case 22.

800 1 3 37 «k * -6- 21213/CV/tl800 1 3 37 «k * -6- 21213 / CV / tl

De nieuwe situatie is weergegeven in fig,2a. Atmosferische lucht via openingen 30 en openingen 27 beweegt onder de 0-ring van de spoel en in de bovenste pulseerkamer 25 en via nippels 8 in de pulseerkamers 5, waardoor een 3 /^°ïn® druk wordt veroorzaakt zodat de bekleding 10 (fig.1) 5 van de tepelbeker zal beginnen samen te klappen. Opgemerkt wordt,dat tijdens deze fase de rubber ring 37 voorkomt,dat binnenkomende lucht de schaal 11 binnentreedt. Indien het vacuumniveau in de koepel 20 lager is (bijvoorbeeld 35 k.p.a.) zal op de onderzijde van het diafragma 33 werkende luchtdruk een scheiding tussen het diafragma en de spoel 28 bewerkstelligen,welke situatie is weergegeven in fig.2b. Atmosferische lucht zal nu in het inwendige 47 van de koepel stromen en tegelijkertijd de spoel 28 naar beneden dringen totdat de 0-ring 34 heeft afgedicht.The new situation is shown in Figure 2a. Atmospheric air through openings 30 and openings 27 moves below the O-ring of the coil and into the upper pulsation chamber 25 and through nipples 8 in the pulsation chambers 5, causing a 3 / 4in pressure to cause coating 10 (Fig. 1) 5 of the nipple cup will start to collapse. It is noted that during this phase the rubber ring 37 prevents incoming air from entering the shell 11. If the vacuum level in the dome 20 is lower (e.g., 35 k.p.a.), air pressure acting on the bottom of the diaphragm 33 will effect a separation between the diaphragm and the coil 28, which situation is shown in Fig. 2b. Atmospheric air will now flow into the interior 47 of the dome and simultaneously push the coil 28 down until the O-ring 34 has sealed.

De nieuwe stand van de spoel maakt het mogelijk,dat lucht wordt aangetrokken via kamer 25 uit de pulseerkamers van de tepelbeker totdat werkje zame onderdruk is bereikt. Lucht treedt de schaal van de houder binnen en vormt een drukverschil tussen de vacuumbron en het inwendige van de houder en melk en lucht zullen via de melkleiding 3 wegstromen. De voor-spanning van de veer en de toenemende luchtdruk in de koepel zullen het diafragma 33 dwingen weer af te dichten op de spoel 28 en indien dit 20 plaatsvindt wordt de koepel weer opnieuw onder onderdruk gebracht en begint de kringloop opnieuw.The new position of the coil allows air to be drawn through chamber 25 from the pulsating chambers of the teat cup until effective negative pressure is reached. Air enters the bowl of the container and forms a pressure difference between the vacuum source and the interior of the container and milk and air will flow out through the milk line 3. The spring pre-tension and the increasing air pressure in the dome will force the diaphragm 33 to reseal on the coil 28 and if this occurs, the dome is again pressurized and the cycle starts again.

In een minder specifiek aspect kan worden gezegd,dat pulseerkleppen zoals beschreven aan de hand van de fig.2.2a en 2b, een koepelkamer (gebied 47 binnen de koepel 20) omvatten,die in verbinding te brengen is met 25 de schaal 11 van de houder,een pulseerkamer 25 van een pulseerklep,die in verbinding te brengen is met de schaal 11 van de houder en de koepelkamer ,waarbij de pulseerkamer 25 van de pulseerklep is opgesteld om een pulserend vacuum op te nemen en / of vrij te geven aan de houder. In een aspect van zijn werk wordt een deel van de pulseerkamer 25 van de pul-30 seerklep in open verbinding gebracht met de atmosfeer via openingen 30 en doortochten 27,terwijl in een ander aspect een ander deel van de kamer via nippels 8 in verbinding te brengen is met de pulseerkamers van ,de. tepelbekers van een melkinrichting.In a less specific aspect, it can be said that pulsating valves as described with reference to Figures 2.2a and 2b comprise a dome chamber (area 47 within the dome 20) which is connectable to the scale 11 of the container, a pulsating valve pulsating chamber 25, which is connectable to the shell 11 of the container and the dome chamber, the pulsating valve pulsating chamber 25 being arranged to receive and / or release a pulsating vacuum to the pulsating valve. holder. In one aspect of his work, part of the pulse chamber 25 of the pulse valve is brought into open communication with the atmosphere through openings 30 and passages 27, while in another aspect, another part of the chamber is connected via nipples 8 with the pulsation chambers of, the. nipple cups from a milking implement.

Een nadeel van deze eenheden is dat meer lucht wordt toegelaten aan 35 de luchtleiding dan gewenst is waardoor een schuimvorming en beschadiging van melkvetbolletjes in de stijgbuis naar de melkpijpleiding wordt ver- 800 1 3 37 t -7- 21213/CV/tl »' f oorzaakt, hetgeen resulteert in hogere niveau's van vrije vetzuren in de verse melk en daarmee samenhangende problemen met betrekking tot de kwaliteit van het opgeslagen bewerkte product.A drawback of these units is that more air is admitted to the air line than is desired, whereby foaming and damage of milk fat globules in the riser to the milk pipeline is caused. 800 1 3 37 t -7- 21213 / CV / tl »'f This results in higher levels of free fatty acids in the fresh milk and associated problems in the quality of the stored processed product.

In overeenstemming met een uitvoeringsvoorbeeld van de huidige 5 uitvinding zijn wijzigingen op een melkschaal van de beschreven soort aangebracht voor het elimineren van het schuimen van de melk.In accordance with an exemplary embodiment of the present invention, modifications have been made to a milk bowl of the type described to eliminate the foaming of the milk.

Zoals weergegeven in de fig.3 ,4 en 5 vervangt een vacuumvereffe-ningsorgaan zoals een diafragma 48 de afdichtring 15 waar de bovenste en onderste gedeelten 13 en 14 met elkaar zijn verbonden,hetgeen tot ef-10 fect heeft dat de schaal 11 wordt verdeeld in een pulseerkamer 49 en een melkkamer 50. Verder is een verdere nippel 51 aangebracht op de zijwand 1 van het bovenste gedeelte 13 van de houder 11,terwijl een het intrede- punt van de nippel 51 omgevende doortocht 52 is aangebracht,welke doortocht is voorzien van een schort 53 welke de pulseerkamer 49 scheidt 15 in een hoofddeel en een hulpkamer 54,waarbij de opstelling zodanig is, dat de onderrand 55 van het schort 53 is opgesteld voor het afdichtend in ingrijping komen met het bovenoppervlak van het diafragma 48,zodanig, dat een luchtdichte afdichting kan worden gevormd met het diafragma 48.As shown in Figures 3, 4 and 5, a vacuum equalizer such as a diaphragm 48 replaces the sealing ring 15 where the top and bottom portions 13 and 14 are joined together, which has the effect of dividing the shell 11 in a pulsating chamber 49 and a milking chamber 50. Furthermore, a further nipple 51 is arranged on the side wall 1 of the upper part 13 of the container 11, while a passage 52 surrounding the entry point of the nipple 51 is provided, which passage is provided from an apron 53 separating the pulsating chamber 49 into a main body and an auxiliary chamber 54, the arrangement being such that the bottom edge 55 of the apron 53 is arranged to seally engage the top surface of the diaphragm 48, such, that an airtight seal can be formed with the diaphragm 48.

Het diafragma 48 kan uit ieder geschikt flexibel materiaal,zoals rubber 20 of kunststof,zijn vervaardigd.The diaphragm 48 can be made of any suitable flexible material, such as rubber 20 or plastic.

Indien tijdens bedrijf het vacuumniveau in de melkkamer 50 van de houder daalt ohder dat in de hulpkamer 52 sluit het diafragma 48 stevig af tegen de rand 55 van het schort 53 en voorkomt een verder onder vacuum brengen van de kamer 49. De kamer 50 is verbonden met een bron van 25 continue onderdruk via een nippel 16 en de opstelling is zodanig, dat de onderdruk voor het in werking stellen van de pulseerklep 19 wordt verkregen door de nippel 51 en atmosferische lucht van de pulseerkamer van de pulseerklep wordt uitgelaten naar de kamer 49, Indien het vacuumniveau in de kamer 49 onder het vacuumniveau in de melkkamer 50 valt wordt het 30 diafragma 48 naar beneden getrokken waardoor de afdichting tussen het diafragma 48 en de rand 55 van het schort 53 wordt verbroken,waardoor lucht van de kamer 59 naar de hulpkamer 54 kan bewegen en op het punt,waar het vacuumniveau in de kamer 49 terugkeert tot hetzelfde niveau als in de melkkamer 50 het diafragma 48 afdicht tegen de rand 55 van het schort 35 53 waardoor een verder onder onderdruk druk brengen van de kamer 49 vanaf de vacuumbron gevoed in hulpkamer 52 via nippel 51 wordt voorkomen.If, during operation, the vacuum level in the milking chamber 50 of the container drops, that in the auxiliary chamber 52 the diaphragm 48 closes tightly against the rim 55 of the skirt 53 and prevents further vacuuming of the chamber 49. The chamber 50 is connected with a source of continuous negative pressure via a nipple 16 and the arrangement is such that the negative pressure for actuating the pulsating valve 19 is obtained by the nipple 51 and atmospheric air from the pulsating chamber of the pulsating valve is exhausted to the chamber 49 If the vacuum level in the chamber 49 falls below the vacuum level in the milking chamber 50, the diaphragm 48 is pulled down, breaking the seal between the diaphragm 48 and the rim 55 of the skirt 53, causing air from the chamber 59 to the auxiliary chamber 54 can move and at the point where the vacuum level in the chamber 49 returns to the same level as in the milking chamber 50 seals the diaphragm 48 against the edge 55 of the plate port 53 thereby preventing further pressurization of the chamber 49 from the vacuum source fed into auxiliary chamber 52 via nipple 51.

800 1 3 37 t’ -8- 21213/CV/tl800 1 3 37 t '-8- 21213 / CV / tl

Het zal dan ook duidelijk zijn,dat een orgaan is aangebracht voor continue instelling van het vacuuraniveau in de pulseerkamer van de houder opdat van de melkkamer 50 van de houder.It will therefore be clear that a means is provided for continuously adjusting the vacancy level in the pulsating chamber of the container in order to adjust the milking chamber 50 of the container.

Verder zal het duidelijk zijn,dat de maximale onderdruk in de pul-5 seerkamers van de daarmee samenhangende tepelbekers niet de onderdruk in het inwendige (melkkamers ) daarvan zal overschrijden indien het vacuum in de melkkamer 50 van de houder wordt overgrebracht door de nippels 9 en de daarmee samenhangende leidingen op de tepelbekers. Indien de onderdruk door de nippels 9 valt onder die aangebracht door de nippel 51 ten 10 gevolge van de aanwezigheid van melk in de melkleiding of de stijgbuis daarnaar zal het diafragma 48 omhoog worden getrokken tegen de zitting op de rand 55 en lucht zal worden toegelaten door het pulseerorgaan 19 om de maximale onderdruk in kamer 49 en dientengevolge de pulseerkamers van de tepelbekers niet groter te maken dan die in dè melkkamer 50 en dus 15 die in de melkleiding. Voor het verwijderen van melk uit de melkkamer 50 is een luchttoelaatgat 56 aangebracht.Furthermore, it will be clear that the maximum negative pressure in the pulsating chambers of the associated teat cups will not exceed the negative pressure in the interior (milking chambers) if the vacuum is transferred into the milking chamber 50 of the container by the nipples 9 and the associated pipes on the teat cups. If the negative pressure by the nipples 9 falls below that applied by the nipple 51 due to the presence of milk in the milk line or the riser thereto, the diaphragm 48 will be pulled up against the seat on the rim 55 and air will be admitted by the pulsator 19 to make the maximum underpressure in chamber 49 and consequently the pulsating chambers of the teat cups not larger than those in the milking chamber 50 and thus those in the milk line. An air admission hole 56 is provided for removing milk from the milking chamber 50.

Bij de in fig.6 weergegeven constructie is een gebruikelijke houder zoals weergegeven verdeeld in een onderste melkkamer 58 en een bovenste pulseerkamer 57. Nippels 54 ,waarvan er vier zijn,zullen een korte melk-20 leiding van de melkkamer van een tepelbeker opnemen en een nippel 60 is verbonden met een melkvacuumleiding van een gebruikelijk type. Een luchttoelaatorgaan 61 met een minimale diameter (bijvoorbeeld 1/32 inches) laat de lucht toe in de melkkamer van de houder om de doorgang van melk uit de kamer mogelijk te maken. Vier nippels 62 zijn bestemd voor het 25 opnemen van korte pulseerleidingen,die zijn verbonden met de pulseerkamers van tepelbekers en een nippel 63 is verbonden met een op afstand - gelegen bron 'van een pulserend vacuum en zoals in het voorgaande uitvoe-ringsvoorbeeld is een rand 64 van een doortocht 65 bestemd om te werken als zitting voor een diafragma 66. Tijdens bedrijf wordt een onderdruk 30 met een althans nagenoeg constante waarde aangebracht op de nippel 60, terwijl een pulserend vacuum wordt aangebracht op de nippel 63. Indien het niveau van het op de nippel 63 aangebrachte vacuum het niveau overschrijdt in de kamer 58 wordt het diafragma 60 geplaatst tegen de poort-rand 64 ,waardoor de onderdruk wordt afgesneden en het niveau van onder-35 druk in de pulseerkamer 57 niet groter blijft dan in kamer 58. Deze vereffening van onderdruk wordt door de nippels 62 en 59 overgedragen via 800 1 3 37 * * -9- 21213/CV/tl , f· de korte leidingen naar de desbetreffende pulseer en melkkamers van de tepelbeker en het zal duidelijk zijn,dat de voordelen van het begrenzen van het maximale onderdrukniveau in de pulseerkamers van de tepelbekers, zodanig dat dit niveau het onderdrukniveau in de melkkamers daarvan 5 niet overschrijdt,kan worden verkregen met een gebruikelijke houder,welke is gewijzigd in overeenstemming met dit verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.In the construction shown in Figure 6, a conventional container as shown is divided into a lower milking chamber 58 and an upper pulsating chamber 57. Nipples 54, of which there are four, will receive a short milk conduit from the teat cup milking chamber and a nipple 60 is connected to a milk vacuum line of a conventional type. An air admitting means 61 with a minimum diameter (e.g. 1/32 inches) allows the air into the milking chamber of the container to allow the passage of milk from the chamber. Four nipples 62 are for receiving short pulse lines connected to the pulsation chambers of nipple cups and a nipple 63 is connected to a remote source of a pulsating vacuum and as in the previous embodiment, an edge 64 of a passage 65 intended to act as a seat for a diaphragm 66. During operation, an underpressure 30 of an at least substantially constant value is applied to the nipple 60, while a pulsating vacuum is applied to the nipple 63. If the level of the vacuum applied to the nipple 63 exceeds the level in the chamber 58, the diaphragm 60 is placed against the port edge 64, thereby cutting off the underpressure and keeping the level of underpressure in the pulsation chamber 57 no greater than in chamber 58. This equalization of negative pressure is transferred by nipples 62 and 59 via 800 1 3 37 * * -9- 21213 / CV / tl, f · the short lines to the relevant pulse and milking chamber rs of the teat cup and it will be appreciated that the advantages of limiting the maximum underpressure level in the pulsation chambers of the teat cups such that this level does not exceed the underpressure level in its milking chambers can be obtained with a conventional container has been modified in accordance with this further embodiment of the invention.

Voor beide uitvoeringsvoorbeelden van de houder zijn de vacuumbron, welke in verbinding te brengen is met de melkkamer van de houder en de 10 vacuumbron,welke in verbinding te brengen is met de pulseerkamer van de houder uitgerust met afzonderlijke verbindingen van een hoofdvacuumbron (vacuumtank). Alternatief kunnen deze vacuumbronnen voor de houder worden gevoed van dezelfde aansluiting van de hoofdbron.For both embodiments of the container, the vacuum source, which is connectable to the milk chamber of the container, and the vacuum source, which is connectable to the pulsation chamber of the container, are equipped with separate connections from a main vacuum source (vacuum tank). Alternatively, these container vacuum sources can be powered from the same terminal of the main source.

Aspecten van de uitvinding zijn beschreven als voorbeeld en het zal 15 duidelijk .zijn,dat wijzigingen en/of aanvullingen daarop kunnen worden aangebracht binnen de geest en beschermingsomvang van de uitvinding.Aspects of the invention have been described by way of example and it will be understood that modifications and / or additions thereto may be made within the spirit and scope of the invention.

20 800 1 3 3720 800 1 3 37

Claims

1. Method for. mechanical milking of an animal, wherein milk is drawn from the nipples of the animal in nipple cups arranged on the nipples, then in a container and then in a milk line, which extends from the container or a tank arranged in the vicinity thereof characterized in that a constant negative pressure is applied to a milking chamber of the container and to the milking chambers of the teat cups, while simultaneously applying a pulsating vacuum to a pulsating chamber of the holder and pulsating chambers of the teat cups, while a vacuum equalizing member is disposed between the milk and pulsation chambers of the container, which vacuum equalizing member separates the chambers from each other and is used to prevent the level of vacuum in the pulsation chambers of the teat cups from exceeding within the milking chambers of the teat cups.

2. A method according to claim 1, characterized in that the vacuum equalizing means comprises a flexible diaphragm.

Method according to claim 1 or 2, characterized in that the vacuum equalizing member is formed by a diaphragm consisting of rubber or plastic.

4. Method as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the pulsating vacuum is supplied to the container via a passage which can be closed against the vacuum equalizing member.

Method according to claim 4, characterized in that the passage provides a pulsating vacuum on a central part of the vacuum equalizing member.

Method according to any one of the preceding claims, characterized in that the passage produces a pulsating vacuum on an area at or near the. circumference of the vacuum equalizer.

7. Holder for a milking implement comprising a body delimiting a milking chamber and a pulsating chamber, which is separated from the milking chamber by means of a vacuum equalizing member, wherein the milking chamber can be connected to milking chambers of teat cups of a corresponding set of teat cups and can be connected to a pulsation chamber of a relevant set of teat cups and to a vacuum source, such that in operation the level of the underpressure in the pulsation chambers of the relevant teat cups that in the milking chambers of . cannot exceed the nipple cups. 800 1 3 37 tf -11- 21213 / CV / tl

8. Container as claimed in claim 7, characterized in that the body delimiting the milking chamber is provided with at least one air admission hole.

A container according to claim 7 or 8, characterized in that the vacuum equalizing member is formed by a flexible diaphragm.

A container according to any one of claims 7-9, characterized in that the vacuum equalizing member is formed by a rubber diaphragm.

A container according to any one of the preceding claims 7-10, characterized in that the pulsating vacuum supplied to the container is supplied via a passage which can be sealed against the vacuum equalizing member. I.Q

A container according to claim 11, characterized in that the passage provides a pulsating vacuum to a central portion of the vacuum equalizing member,

13. Container according to claim 11, characterized in that the passage provides a pulsating vacuum on an area at or near the circumference of the vacuum equalizer.

Container as claimed in claim 13, characterized in that the passage is provided with an apron formed in one piece with the wall of the container, which delimits an auxiliary chamber within the pulsating chamber, while in the wall of the container an opening opens into the auxiliary chamber. nipple is fitted.

A container according to any one of claims 7 to 14, characterized in that the vacuum source to be connected to the milk chamber of the container and the vacuum source to be connected to the pulsating chamber of the container are provided with separate connections to a main vacuum source.

16. A container according to any one of the preceding claims 7-14, characterized in that the vacuum source to be connected to the milk chamber of the container and the vacuum source to be connected to the pulsating chamber of the container are fed from the same connection of a main vacuum source.

17. Holder as claimed in any of the foregoing claims in combination with a pulsating valve which is provided with a dome-shaped chamber, which can be connected to the pulsating chamber of the holder, of a pulsating chamber of a pulsating valve, which can be connected to the dome-shaped chamber and with the pulsating chamber of the container shell, while the pulsating chamber of the pulsating valve is arranged to receive and / or release a pulsating vacuum on the pulsating chamber of the container shell. 800 1 3 37 -12- 21213 / CV / tl fi

18. Holder according to claim 17, characterized in that the pulsating chamber of the pulsating valve is provided with a part communicating with the ATM spring and a further part which can be connected to the pulsating chambers of the teat cups of a teat cup. milking parlor.

19. Holder as claimed in any of the foregoing claims 7-16, in combination with a pulsating valve at least substantially as described above with reference to Figs. 2, 2a and 2b.

20. Holder for a milking implement at least substantially as described above and / or shown in the accompanying figures 3, 4 and 5.

21. Holder for a milking implement at least substantially as described above and / or shown in fig. 6. 15 80 0 1 3 37