NL8001037A - Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie. - Google Patents

Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie. Download PDF

Info

Publication number
NL8001037A
NL8001037A NL8001037A NL8001037A NL8001037A NL 8001037 A NL8001037 A NL 8001037A NL 8001037 A NL8001037 A NL 8001037A NL 8001037 A NL8001037 A NL 8001037A NL 8001037 A NL8001037 A NL 8001037A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
drive machine
tool carrier
guide rod
cutting head
Prior art date
Application number
NL8001037A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Foell Remswerk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Foell Remswerk filed Critical Foell Remswerk
Priority to NL8001037A priority Critical patent/NL8001037A/nl
Priority to US06/125,696 priority patent/US4353154A/en
Publication of NL8001037A publication Critical patent/NL8001037A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q37/00Metal-working machines, or constructional combinations thereof, built-up from units designed so that at least some of the units can form parts of different machines or combinations; Units therefor in so far as the feature of interchangeability is important
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/51Plural diverse manufacturing apparatus including means for metal shaping or assembling
    • Y10T29/5104Type of machine
    • Y10T29/5109Lathe
    • Y10T29/5112Convertible
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T408/00Cutting by use of rotating axially moving tool
    • Y10T408/31Convertible cutting means
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T82/00Turning
    • Y10T82/21Portable lathe for brake drum, disc, or shoe

Description

f i 80.3072/M/Rda/sme
Aanvraagster : Rems-Werk Christian F311 und SShne GmbH & Co.
te Vaiblingen, Bondsrepubliek Duitsland.
Korte aanduiding: Inrichting voor het bewerken van buizen,, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie, welke inrichting is voorzien van een elektromotorische aandrijving.
5 Op het gebied van het installeren van sanitaire en ver- warmingsinstallaties worden werktuigen en gereedschappen van verschillende soort gebruikt. Deze worden gedeeltelijk met de hand maar overwegend echter elektromotorisch aangedreven. Zo zijn er bijvoorbeeld schroefdraadsnijmachines voor het maken van schroef-10 draad op stalen buizen voor het leggen van deze buizen, pijpbuig-machines voor het verschaffen van bochten in stalen, alsmede kope_ ren buisleidingen en afkortmachines respectievelijk zaagmachines voor het afkorten van buizen op een bepaalde lengte. Voorts zijn er inrichtingen bekend voor het constant draaien van stalen buizen, 15 zoals dit bijvoorbeeld voor het lassen noodzakelijk is en reinigings-machines waarbij een spiraal tot draaiing wordt gebracht om daarmee, in het bijzonder verstopte afvoerleidingen vrij te maken. De genoemde werktuigen en machines zijn allen als afzonderlijk systeem uitgevoerd, dat wil zeggen elke van de genoemde machines en werk-20 tuigen bezit een meestal elektromotorische aandrijfinrichting en een mechanisch drijfwerk alsmede een huis waarin beide zijn ondergebracht. Hierdoor ontstaan hoge investeringskosten. Bovendien geeft het hanteren en het transport veel moeite.
De uitvinding heeft tot doel een inrichting voor het 25 verwerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van de installatie van sanitaire- en verwarmingsinstallaties te verschaffen waarmede met een minimum van moeite in de uitvoering praktisch alle voorkomende werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een aandrijfma-30 chine als basismachine toe te passen waarmede naar keuze aandrijf-bare werkstukken of gereedschapswerktuigen voor het uitvoeren van een groot aantal bewerkingen afzonderlijk of in combinatie met elkaar uitvoerbaar zijn, zoals bijvoorbeeld draadsnijden, het buigen 800 1 0 37 λ i - 2 - van pijpen, het afsnijden respectievelijk afkorten, lassen en het reinigen van pijpen.
Met voordeel is in de aandrijfmachine tenminste één de betreffende werktuigdrager opnemende geleidingsstang vastzetbaar 5 en losneembaar te ondersteunen, waarbij de werktuigdrager tenminste een doorgaande doorboring bezit waarmede deze op een geleidingsstang verschuifbaar is ondersteund. Een geleidingsstang kan uitwisselbaar zijn aangebracht en de werktuigdrager kan via deze geleidingsstang met de aandrijfmachine losneembaar zijn verbonden. Het is doelmatig 10 wanneer de werktuigdrager aan het onderste eind een half uitgevoerd lager bezit, waarmede de werktuigdrager in ingebouwde toestand op een in de aandrijfmachine vast aangebrachte geleidingsstang zit.
Ook kunnen in een horizontaal vlak twee geleidingsstangen in de aandrijfmachine zijn aangebracht. Bij deze uitvoeringsvorm 15 bezit de werktuigdrager twee doorgaande doorboringen voor het opnemen van de geleidingsstangen. De werktuigdrager wordt door het op de geleidingsstangen schuiven gemakkelijk losneembaar met de aandrijfmachine verbonden.
Aan de werktuigdrager kunnen een buisafsnijder, een 20 draadsnijder en een buisfrees zwenkbaar worden ondersteund, waarbij voor het opnemen van de werktuigen de gereedschapsdrager van lagers kan zijn voorzien. Het fixeren van de werktuigen in hun ondersteuningen geschiedt doelmatig met behulp van een pen.
Op de plaats van de genoemde werktuigen is ook aan de 25 werktuigdrager een bankschroef te bevestigen, waarbij de bankschroef ondersteuningen bezit, die passend ten opzichte van de steunen op de werktuigdrager zijn uitgevoerd. De aandrijfmachine bezit een draai-inrichting bij voorkeur een spaninrichting met spanbekken, die naar keuze het werkstuk of het werktuig voor een 30 draaiende bewerking aandrijft. Met de draai-inrichting van de aandrijfmachine kan een schroefdraadsnijkop met een buisvormige flens verbindbaar zijn, waarbij de schroefdraadsnijkop draaiend is ondersteund.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is op een 35 geleidingsstang een handcirkelzaagmachine zwenkbaar aangebracht, die bij voorkeur ran een lagergat voor het opnemen van de geleidingsstang is voorzien. Deze handcirkelzaagmachine kan voor de 80 0 1 0 37 ' i - 5 - draadsnijkop respectievelijk voor de spaninrichting zijn aange-bracht.
Met de draai-inrichting van de aandrijfmachine kan ook een afsnijkop met een buisvormige flens verbindbaar zijn. De bank-5 schroef is bij voorkeur voor de afsnijkop aangebracht. Bij een variant van de opstelling is de afsnijkop aan de tegenover de draadsnijkop liggende zijde van de aandrijfmachine aan te brengen.
Het is van voordeel in de draai-inrichting van de aandrijfmachine een schroefdraadsnijkop voor grotere buisdiameter met 10 een aandrijftap te schuiven. De draadsnijkop bezit aan de onderzijde een oplegvlak waarmede deze op de aandrijfmachine steunt.
Bij een verdere variant volgens de uitvinding is met de draai-inrichting van de aandrijfmachine voor het opnemen van buizen van grotere diameter een draaibare klokvormige flens door 15 middel van bij voorkeur een buisvormige flens te verbinden. In de mantel van de klokvormige flens zijn doelmatig meer voor het ar-reteren van de ingevoerde buis met grotere diameter dienende schroeven aangebracht. Met de draai-inrichting van de aandrijfmachine kan voorts een draaiende aandrijving via een aandrijfbuis verbonden 20 zijn. Deze draaiende aandrijving kan een loodrecht verlopende kolom bezitten waarvan de onderzijde bijvoorbeeld met een half leger op een geleidingsstang rust en die een doorboring voor het verschuifbaar ondersteunen op de andere geleidingsstang bezit. De kolom kan ook twee doorlopende doorboringen voor het opnemen van de gelei-25 dingsstangen hebben. De kolom wordt hierbij op met de aandrijfmachine vast verbonden gel ei dings stangen geschoven. Aan de kolom is met voordeel een draagarm met twee op een afstand achter elkaar in één vlak liggende rollen aangebracht. Een van de beide rollen is doelmatig via een riem met de aandrijfmotor verbonden en dien ten gevolge aandrijfbaar. De aandrijfbare rol kan voor het spannen 50 van de drijfriem op zijn as een handgreep bezitten, waarbij de handgreep bij voorkeur zodanig beugelvormig is uitgevoerd dat deze met het lichaam bedienbaar is. De mantelvlakken van de rollen hebben zomogelijk een oppervlak dat een zo groot mogelijke wrijving geeft en bij voorkeur worden zij uit rubber gevormd of zij bezitten 35 een loopvlak uit rubber of soortgelijk materiaal. Yoor het aandrukken van de op de rollen liggende buis kan een leidrol zijn aangebracht, die op het eind van een in de hoogte verstelbare draagarm 80 0 1 0 37 x i - 4 - is,bij voorkeur in een in de kolom loodrecht verlopende geleidings- / is huis,aangebracht en/met hehulp van een vastkleminrichting op de gewenste hoogte op de kolom vastzethaar.
Volgens verdere kenmerken van de uitvinding is met de 5 draai-inrichting van de aandrijfmachine een pijpbuiginrichting met een dienovereenkomstig uitgevoerde spil aandrijfbaar respectievelijk bezit de draai-inrichting een spil waaraan een spiraal van een buisreinigingstoestel bevestigbaar is.
Door de uitvinding wordt met slechts één enkele aan-10 drijfmachine als basismachine door eenvoudig hanteren met belangrijk minder moeite het uitvoeren van een groot aantal bewerkingen aan buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van de installatie van sanitaire en verwarmingsinstallaties mogelijk. Naar keuze kan ook zonder bijzondere moeite het omschakelen bij 15 een draadsnijmachine met een buisdraai-inrichting waarbij de ingespannen buis om zijn as draait een uitvoering volgen waarbij de buis vast is ingespannen en de snijkop zich draait.
De uitvinding wordt aan de hand van de bijgaande tekening nader toegelicht, waarin: 20 Fig. 1 een afbeelding in perspectief van een aandrijf- machine;
Fig. 2 de aandrijfmachine volgens Fig. 1 met een buis-draaimachine in een uitgetrokken perspectivische afbeelding;
Fig. 3 de buisdraaimachine volgens Fig. 2 in een per-25 spectivische afbeelding in gebruikstoestand;
Fig. 4 de aandrijfmachine volgens Fig. 2 met een werk-tuigdrager en een bankschroef in uitgetrokken perspectivische afbeelding;
Fig. 4& de opstelling volgens Fig. 4 echter met aan de 30 werktuigdrager aangebrachte bankschroef;
Fig. 5 de aandrijfmachine volgens Fig. 1 met een draad-snijkop in uitgetrokken perspectivische afbeelding;
Fig. 6 de aandrijfmachine volgens Fig. 1 met een hand-cirkelzaagmachine in uitgetrokken perspectivische afbeelding; 35 Fig. 7 de aandrijfmachine volgens Fig. 1 met een afsnij- kop in uitgetrokken perspectivische afbeelding;
Fig. 8 de machine volgens Fig. 7> echter met een voorziening voor het inbouwen van een afsnijkop aan de andere zijde; 80 0 1 0 37 - 5 - j 1.
Fig. 9 de machine volgens Fig. 5 met een draadsnijkop voor grotere buisdiameter en een gescheiden aandrijving?
Fig. 10 de aandrijfmachine volgens Fig. 1 met een draaibare klokvormige flens in uitgetrokken perspectivische afbeelding? 5 Fig.11 de aandrijfmachine volgens Fig. 1 met een draai- inrichting in uitgetrokken perspectivische afbeelding?
Fig. 12 een zijaanzicht van een deel van de draai-in- richting?
Fig. 13 de aandrijfmachine volgens Fig. 1 met een pijp-10 buigtoestel in uitgetrokken perspectivische afbeelding?
Fig. 14 een aanzicht van een in de handel verkrijbaar toestel voor het reinigen van pijpen en
Fig. 15 een bovenaanzicht van het op de aandrijfmachine volgens Fig. 1 gebouwde pijpreinigingstoestel volgens Fig. 14 is.
15 De aandrijfmachine als grondmachine wordt voor alle be werking toegepast. De machine bestaat uit een huis 1 met bedienings-elementen 2, een elektromotor 3> een drijfwerk 4 voor de draai-in-richting 5 alsmede een als een stuk met het huis uitgevoerde spa-nenkuip 6. De draai-inrichting 5 kan met voordeel een draaibaar 20 ondersteunde spankop met ongeveer radiaal verstelbare ( niet afgeheelde) spanbekken zijn, die bij voorkeur motorisch in de spanstand of uit de spanstand kunnen worden bewogen. Een geleidings-stang 7 is vast met de aandrijfmachine te verbinden. Een verdere geleidingsstang 8 is uitwisselbaar in de aandrijfmachine aange-25 bracht. Op de beide geleidingsstangen 7, 8 is volgens Fig. 2 en 3 een werktuigdrager 9 door middel van een kleminrichting 55 vastzet-baar en uitwisselbaar te monteren. Hierdoor kan de werktuigdrager eenvoudig als een eenheid uit de aandrijfmachine genomen respectievelijk hierin aangebracht worden.
30 De werktuigdrager 9 heeft een doorgaande uitboring 51 waardoorheen de geleidingsstang 8 wordt geschoven waarbij de uitboring 51 in het gedeelte 53 van de werktuigdrager 9 doorloopt.
Aan het onderste eind bezit de werktuigdrager 9 een half lager 50 waarmede deze op de geleidingsstang 7 te plaatsen is. Na het in-35 schuiven en vastzetten van de geleidingsstang 8 is de werktuigdrager gemakkelijk losneembaar met de aandrijfmachine verbonden, doch hij blijft echter op de geleidingsstang 7 en 8 verschuifbaar. Hiertoe is voor een beter beetpakken de werktuigdrager 9 van een hand- 800 1 0 37 i i - 6 - greep 54 voorzien.
Voorts bezit de werktuigdrager 9 lagers 13» 14» 15 voor het aanbrengen van verschillende werktuigen. In de Pig. 2 en 3 zijn als voorbeeld een buisafsnijder 10, een draadsnijder 11 en een buis-5 frees 12 aangebracht. De werktuigen hebben lagers 56» 57» 58 waarin na het aanbrengen van het werktuig op de lagers 13» 14» 15 een pen 52 kan worden geschoven, zodat de werktuigen vast met de werktuigdrager 9 zijn verbonden, doch om de as 59 van de pen 52 zwenkbaar blijven. Bij de uitvoering volgens de Fig. 2 en 3 heeft de draad-10 snijmachine een draaibare snijkop. De werktuigdrager 9 met de werktuigen 10, 11, 12 wordt na het uittrekken van de geleidingsstang 8 als eenheid met het halve lager 50 op de onderste geleidingsstang 7 geplaatst. Vervolgens wordt de geleidingsstang 8 door de uitboring 51 van de werktuigdrager 9 in een overeenkomstige lageruitsparing 15 in het huis 1 geschoven en met een kleminrichting 55 aan het huis vastgeklemd. Voor het afkorten van het werkstuk wordt de buisafsnijder 10 om de as 59 gezwenkt tot een snijelement 60A tegen het werkstuk aandrukt, waarbij het werkstuk door de aandrijfmachine gedraaid en daardoor doorgesneden wordt.
20 De schroefdraadsnijder 11 dient voor het snijden van uit wendige schroefdraad op een buis of op een staaf. Eet werkstuk wordt hierbij door een doorboring 62 in de draadsnijder geleid waarvan de (niet afgeheelde) snijmessen radiaal in de uitboring 62 reiken. Gedurende het snijden is het werkstuk in de spankop van de spanin-25 richting 5 ingespannen en wordt door de spankop tot draaiing gebracht. De draadsnijkop 11 wordt bij het schroefdraad snijden door middel van de werktuigdrager 9 axiaal ten opzichte van de buis bewogen. Hierbij kan door een lichte ondersteuningskracht met de hand op de handgreep 54 het verder schuiven worden beïnvloed.
30 De buisfrees 12 heeft een van scherpe kanten voorziene conische frees 64, die door het axiaal verschuiven in het eind van de buis kan worden gebracht en hiermede dit eind van binnen bewerkt worden.
In Fig. 3 is de inrichting volgens Pig. 2 in gemonteerde 35 toestand afgebeeld. In de met de spankop uitgeruste draai-inrichting 5 is een buis 65 ingespannen, die uit de beide zijden van de aandrijfmachine steekt.
Bij de uitvoeringsvorm volgens Pig. 4 is in plaats van 80 0 1 0 37 ί ϊ - 7 - de werktuigen 10-12 een bankschroef 38 aangebracht, die van gevorkte lagers met gaten 60 tussen de lagers 13-15 van de werktuigdrager kan worden geplaatst. Door de openingen in de lagers 13-15 en in de lagers 60 wordt overeenkomstig de uitvoering volgens Fig. 2 een 5 pen gestoken, waardoor de bankschroef 38 zwenkbaar met de werktuigdrager 9 is verbonden. Voor het verstellen van tenminste één van de bekken 66A, 66B wordt een uit de bankschroef reikende asstomp 66 gedraaid die via een (niet getoond) drijf werkt met tenminste één van de bankschroefbekken drijvend is gekoppeld welke bekken in axiale 10 richting van de asstomp verschuifbaar is. Yoor het vergemakkelijken van de verstelling van de bekken van de bankschroef kan op de asstomp een kruk 67 worden gestoken.
De bankschroef kan ook zodanig zijn uitgevoerd dat deze direct, dus zonder werktuigdrager 9 op de geleidingsstangen 7> 8 15 kan worden gemonteerd (Fig. 4a). Yoor dit doel heeft de bankschroef 38A aan één eind een doorgaande uitboring 68 voor de geleidingsstang 8 en aan het tegenover liggende kopeind een naar buiten toe open uitdieping 87 waarmede de bankschroef op de geleidingsstang 7 kan worden geplaatst. Op de geleidingsstangen 7» 8 wordt de bankschroef 20 38A met de kleminrichting 35 geborgd* De bekken van de bankschroef zijn ongeveer loodrecht ten opzichte van de geleidingsstangen 7> 8 en ten opzichte van de spanenkuip 6 beweegbaar, terwijl bij de bankschroef 38 volgens Fig 4 de bewegingsrichting ongeveer loodrecht op de geleidingsstangen en ongeveer evenwijdig aan de spanen-25 kuip ligt. De bankschroef 38A kan nu evenals de werktuigdrager 9 volgens Fig. 2 gemakkelijk uitwisselbaar met de aandrijfmachine worden verbonden.
Tezamen met de opstelling van een bankschroef volgens de Fig 4 en 4a kan in de draai-inrichting 3 een aantal werktuigen 30 voor het bewerken van het in de bankschroef vastgezette werkstuk worden geplaatst. Zo kan in de draai-inrichting 5 een draadsnijkop 16 volgens Fig. 5 met behulp van een buisvormige flens 17 worden ingespannen, zodat de draaiende spankop via de flens 17 de snijkop 16 draait. De draadsnijkop heeft draadsnijbekken 69 waarmede een 35 uitwendige schroefdraad kan worden gesneden. Hierdoor wordt een schroefdraadsnijmachine met vaststaand werkstuk en draaibare snijkop gevormd.
800 1 0 37 i » - 8 -
Op de geleidingsstang 8 kan op zichzelf of extra een elektrisch aangedreven handcirkelzaagmachine 18 (Fig. 6) worden ge» schoven en met de kleminrichting 55 worden vastgezet. De handcirkel» zaagmachine heeft een lagergat 39 om deze op de geleidingsstang 8 5 te kunnen schuiven waarop de machine dan zwenkbaar is ondersteund. Met de handcirkelzaagmachine is het van schroefdraad voorziene werkstuk gemakkelijk af te zagen. Se handcirkelzaagmachine is van een zaagblad 70 voorzien. Se motor is door middel van een elektri» sche voedingsleiding 88 q> een spanningsbron aan te sluiten.
10 Het werkstuk kan ook met behulp van een afsnijkop 19 volgens Fig. 7 af gesneden worden* waarbij het werkstuk in de bank» schroef 38 volgens Fig. 4 is ingespannen. Se afsnijkop 9 heeft een buisvormige flens 71» die in de draai-inrichting wordt ingespannen en door middel van de spankop tot draaiing wordt gebracht. Hierdoor 15 wordt de afsnijkop 19 roterend aangedreven, terwijl het in de bankschroef 38 ingespannen werkstuk stilstaat. Soor een niet afge-beelde spaninrichting wordt een snijorgaan 72 van de afsnijkop 19 tegen het werkstuk gedrukt, die door een opening 73 in de afsnij» kop steekt. Soor het draaien van de afsnijkop 19 wordt het gewenste 20 buiseind afgesneden.
Se draadsnijkop 16 en de afsnijkop 19 kunnen ook gemeenschappelijk aan de aandrijf machine worden gemonteerd. In dit geval wordt de afsnijkop 19 aan de van de draadsnijkop 16 resp. van van de spanenkuip afgekeerde zijde van de aandrijfmachine aan de draai» 25 inrichting aangebracht (Fig. 8) Hierdoor komt het nadelige voor elkaar uitwisselen van de werktuigen 16 en 19 te vervallen.
Voor het bewerken van buizen of staven met grotere diameter kan ook een schroefdraadsnijkop 40 (Fig. 9) met een aandrijf-tap 21 in de draaibare spankop van de draai-inrichting 5 worden in-50 gespannen, zodat via de spankop de aandrijftap en een (niet getoond) drijfwerk een snijkop 74 met schroefdraadsnijbekken 75 roterend kan worden aangedreven. Se schroefdraadsnijbekken zijn ongeveer radiaal ten opzichte van elkaar instelbaar ondersteund. Vanneer de schroef-draadsnijkop 40 in de spaninrichting 5 moet worden ingespannen, kun-35 nen van te voren de geleidingsstangen 7» 8 worden verwijderd. Het te bewerken werkstuk steekt door een opening 76 van de schroefdraad-snijkop 40 en is in een spaninrichting 77 draaiingsvast ingespannen, welke inrichting op twee tegenover elkaar liggende geleidingsstangen 800 1 0 37 - 9 - 79» waarvan in Fig, 9 slechts één geleidingsstang is getoond, axiaal verschuifbaar en vastzetbaar is ondersteund. De beide geleidings-stangen 79 zijn in lagers 79A van de schroefdraadsnijkop 40 bevestigd. Be spaninrichting 77 kan met behulp van een knop 78 be-5 dienbare kleminrichting 78A op de geleidingsstangen 79 worden vastgezet. Voor het naar elkaar toe bewegen van de (niet afgeheelde) spanbekken van de spaninrichting 77 is een asstomp 80 aangebracht die met behulp van een hierop te zetten handgreep kan worden gedraaid, waardoor de spanbekken via een drijfwerk op de gewenste 10 manier versteld kunnen worden. Bij een dergelijke uitvoering van de inrichting staat het werktuig stil, terwijl de door de spankop van de draai-inrichting 5 uit aangedreven snijkop 74 bij het schroef-draadsnijden draait.
Wanneer de inrichting voor het afkorten van buizen of 15 staven 25 van grotere diameter (Fig. 10) moet worden gebruikt, dan wordt in de draai-inrichting 5 van de aandrijfmachine een blokvormige flens 24 door middel van een in diameter kleiner uitgevoerde bij voorkeur buisvormige flens ingespannen, zodat de flens 20 en het daar in vastgeklemde werktuig 25 door de spankop van de draai-20 inrichting 5 roterend worden aangedreven. In de mantel van de blokvormige flens 24 zijn over de omtrek klemschroeven 26 verdeeld aangebracht waarmede het werktuig in de flens kan worden bevestigd.
Het ingespannen werkstuk kan dan met de hierboven beschreven werktuigen worden bewerkt.
25 Voor het verbinden of scheiden van buizen door lassen resp. snöjferanden is het noodzakelijk de buis gelijkmatig te draaien. Be hiertoe dienende draaiaandrijving is volgens Fig. 11 eveneens als hulptoestel aan de aandrijfmachine aan te sluiten. Via een aandrijfbuis 27 wordt de verbinding tussen de draaibare spankop 30 van de draai-inrichting 5 en de draaiaandrijving bereikt. Be draaiaandrijving heeft een naar boven gerichte kolom 41 waarin in zijn onderste kopvlak een in dwarsdoorsnede half cirkelvormige uitdieping 46 is aangebracht, waarin de geleidingsstang 7 grijpt. In het bovenste gebied van de kolom 41 is een doorgaande uitboring 47 35 voor de geleidingsstang 8 aangebracht. Be kolom is op de beide geleidingsstangen 7» 8 verschuifbaar ondersteund en kan met de kleminrichting 55 op de geleidingsstangen vastgezet worden. Aan de ko- 800 1 0 37 — 10™ X * lom 41 is een dwarsverlopende draagarm 45 met twee op een afstand achter elkaar in één vlak liggende rollen 29 en 30 aangebracht, die uit rubber bestaan of een rubberen bekleding bezitten. Be rol 29 is via een drijfriem 28 met de aandrijfbuis 27 verbonden (Fig. 12).
5 Be aangedreven rd 29 is ten opzichte van de draagara 45 niet verschuifbaar. Omdat voor de genoemde bewerkingen, in het bijzonder voor het lassen het toerental van de te lassen buizen overeenkomstig de,verscheidene diameter ook verschillend groot moeten zijn om een aan het lassen aangepaste draaisnelheid te bereiken, bezit de as 10 van de rol 29 aan het vrije eind van de ene arm een tweearmige hefboom 35 die om een as 33A verzwenkbaar is. Boor het verzwenken van 'de hefboom en daardoor van de rol 29 kan de spanning van de riem 28 worden ingesteld. Behalve de vertraging van de aandrijfbuis 27 naar de rol 29 kan ook een regeling van het toerental worden bereikt 15 door het veranderen van de slip van drijfriem 28. Be hefboom 33 is beugelvormig uitgevoerd zodat deze tijdens het lassen, waarbij de werkende persoon, in het bijzonder bij het autogeen lassen, beide handen gebruikt, ook met het lichaam worden bediend. Eet té draaien werkstuk 31 (Fig, 12) ligt op de rollen 29 en 30. Om te garanderen 20 dat door het werkzaam aanliggen een meenemen van de buis 31 door de aangedreven rol 29 wordt bereikt, wordt de buis door een tegen-drukrol 32 tegen de rollen 29 en 30 gedrukt (Fig. 11). Be tegen-drukrol 32 is aan het eind van een in de hoogte verstelbare zwenk-bare draagarm 43 vrij ondersteund welke arm op een in de kolom 41 25 loodrecht verlopende geleidingsbuis 42 verschuifbaar en vastzetbaar is, Be draagarm 43 wordt op de betreffende hoogte, die door de diameter van de te draaien buis.31 is bepaald door een met behulp van een hendel 44A te bedienen kleminrichting 44 op de geleidingsbuis 42 vastgezet.
30 Volgens Fig. 13 kan met de draaibare spankop van de
draai-inrichting 5 een pijpbuigtoestel 37 worden aangedreven. Het pijpbuigtoestel heeft een gestel 82 waarin een aandrijfbus 81 draaibaar, echter axiaal onverschuifbaar is ondersteund. Het voorbij het gestel 82 uitstekende eind van de aandrijfbus 81 wordt in de 35 spankop van de draai-inrichting 5 ingespannen, waarbij de bodem van het gestel 82 op de spaankuip van de aandrijfmachine rust. In de van inwendige schroefdraad voorziene aandrijfbus 81 is een van schroefdraad voorziene spil 83 geschroefd die aan een einddeel 87A
80 0 1 0 37
4 I
- 11 - van een in het gestel 82 verschuifbare, T-vormige houder 88 draai-ingsvast is bevestigd, be houder 88 bestaat uit twee op een afstand van elkaar liggende smalle platen 89, 90 die in het gebied van een einde elk door middel van een steunelement 84, 84A met elkaar zijn 5 verbonden en waartegen de te buigen buis gedurende het buigen wordt gesteund. Aan het tegenover de aandrijfbus 81 liggende eind van het gestel 82 is een tegendrukstuk 85 bevestigd waarvan het naar de houder 88 toegekeerde vlak 92 overeenkomstig de gewenste maximale buigingsradius is gekromd.
10 Toor het buigen van de buis wordt óp de aandrijf machine het gewenste toerental en de draairichting ingesteld. De aandrijfbus 81 wordt door de apenkop van de draai-inrichting 5 roterend aangedreven, waarbij de schroefspil 83 uit de aandrijfbus naar buiten wordt geschoven. Hierdoor wordt de houder 88 waarin de buis 15 is geplaatst in de richting naar het tegendrukstuk 85 geschoven, dat in de T-vormige houder gaat. Hierbij wordt de buis die slechts tegen de steunelementen 84, 84A wordt ondersteund tegen de oploop-vlakken 92 van het tegendrukstuk 85 tot de gewenste krommingsra-dius gebogen. Hieraan aansluitend wordt door het omschakelen van 20 de draairichting van de aandrijfmachine de schroefspil 83 weer in de aandrijfbus 81 teruggetrokken, waarbij de houder 88 van het tegendrukstuk 85 wordt verwijderd en de gebogen buis kan worden uitgenomen. De naar de buis toegekeerde kopeinden van de steunelementen kunnen met voordeel licht concaaf zijn uitgevoerd, zodat 25 zij de vorm van de buis benaderen.
Fig. 14 toont een pijpreinigingstoestel, dat in de handel verkrijgbaar is en dat in hoofdzaak uit een in de te reinigen buis in te brengen, zich draaiend en bijzonder buigzaam uitgevoerde spiraal 86 bestaat, die aan een trommel 34 met hierin zijn draai-30 ingsas is bevestigd. He trommel wordt door middel van een kruk 35 door de hand tot draaiing gebracht. Met de aandrijfmachine kan het pijpreinigingstoestel belangrijk eenvoudiger bediend worden.
Hiertoe is in plaats van de kruk 35 en de trommel 34 een spil 36 aangebracht die met een aandrijving van de aandaijfmachine (Fig. 15) 35 of met de draai-inrichting is verbonden en roterend wordt aangedreven. He spiraal 86 wordt direct in de spil geplaatst of aan de spil bevestigd. He spil kan ook een onderdeel van de draai-inrich- 800 1 0 37 "12"* J s ting 5 zijn.
De draai-inrichting 5 behoeft niet voor het opneaen van werktuigen met spanbekken voorzien te zijn. Om een inrichting voor het naar elkaar toe stellen van de spanbekken te vermijden kunnen 5 bijvoorbeeld de werktuigen 16, 19,24 zonder buisvormige flens 17» 20, 71 uitgevoerd zijn en direct op de draai-inrichting 5 worden bevestigd. Zo kunnen de werktuigen radiaal uitstaande flenzen bezitten waarmede zij gemakkelijk losneembaar bijvoorbeeld door middel van een schroefverbindingen op de naar de spaaenkuip 6 toege-10 keerde of hiervan afgekeerde zijde aan de draai-inrichting worden bevestigd. Ook andere uitvoeringsvormen van verbindingen tussen de draai-inrichting 5 en een werktuig zijn denkbaar. Zo kan het werktuig een radiaal uitstekende kap bezitten, die in een uitdieping van de draai-inrichting komt te liggen, zodat de draai-inrichting 15 het werktuig door middel van de in de omtreksrichting aansluitende hierin aangebrachte tap in de draairichting meeneemt. Door middel van een dergelijke qua vorm sluitende verbinding, kunnen ook de aandrijftap 21 (Fig. 9), de aandrijfbuis 27 (Fig. 11), de aandrijf-bus 81 (Fig. 13) of de spil 36 (Fig. 15) net de draai-inrichting 20 worden verbonden. Bij dergelijke verbindingen moet de zekerheid bestaan, dat het werktuig zich niet in axiale richting ten opzichte van de draai-inrichting 5 kan verschuiven. Hiertoe kan een niet afgebeelde snapsluiting in de draai-inrichting zijn voorzien, of een niet meeroterend deel van het werktuig wordt op de aandrijfin-25 richting vastgezet, zodat het werktuig in axiale richting is geborgd.
In een andere, niet getoonde uitvoeringsvorm van de aandrijfmachine zijn de geleidingsstangen vast met de aandrijfmachine verbonden. Zij liggen bij voorkeur aan de beide zijden van 30 de draai-inrichting evenwijdig ten opzichte van de as hiervan boven de spanenkuip 6. Het werktuig 38, de werktuigdrager 9 en de kolom 41 van de draaiaandrijving bezitten dan twee doorgaande uitboringen, waarmede zij op de geleidingsstangen te schuiven zijn. Door middel van een kleminrichting zijn deze op tenminste een van de geleidings-35 stangen gemakkelijk uitwisselbaar vast te zetten.
800 1 0 37

Claims (17)

1. Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soort gelijke werkstukken op het gebied van de installatie van sanitaire-en vervamningsinstallatie met een elektromotorische aandrijving, gekenmerkt door een aandrijfmachine als grondmachine en 5 met door deze aandrijfmachine naar keuze aandrijfbare werkstukken of werktuigen voor het uitvoeren van een aantal bewerkingen afzonderlijk of in combinatie met elkaar, zoals het schroefdraadsnijden, het buigen van buizen, het afsnijden reep. afkorten, het lassen of het reinigen van pijpen.
2. Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk, dat in de aandrijfmachine tenminste één de hierbij behorende werktuigdrager (9) opneaende geleidingsstang (8) vastzetbaar en losneembaar is ondersteund en dat de werktuigdrager (9) bij voorkeur tenminste één doorgaande uitboring (51) bezit waarmede 15 deze op een geleidingsstang (8) verschuifbaar is ondersteund, en bij voorkeur uitwisselbaar is aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de op de geleidingsstang (8) in de lengterichting hiervan beweegbare werktuigdrager (9) via de geleidingsstang 20 (8) met de aandrijfmachine losneembaar is verbonden en dat de werktuigdrager (9) in het bijzonder voor het opnemen van de werktuigen van lagers (13; 14; 15) is voorzien waarmede de werktuigen bij voorkeur door middel van een pen (52) vastzetbaar zijn.
4. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, met 25 het kenmerk, dat aan de werktuigdrager (9) een buisaf- snijder (10), een schroefdraadsnijder (11) en een buisfrees (12) zwenkbaar zijn ondersteund.
5. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat aan de werktuigdrager (9) een bankschroef 30 (33) is bevestigd, die bij voorkeur lagers (60) bezit, die passend ten opzichte van de lagers (13; 14; 15) van de werktuigdrager (9) 800 1 0 37 k 1 * - 14 - zijn uitgevoerd.
6. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de aandrijfmachine een draai-inriehting (5), "bij voorkeur een spaninrichting met spanbekken bezit, die naar keuze het 5 werkstuk of werktuigen (16, 19» 24» 27» 34, 37» 40) voor de draaiende bewerking aandrijft.
7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat met de draai-inrichting (5) een bij voorkeur draaiend ondersteunde schroefdraadsnijkop (16) met bij voorkeur een buis- 10 vormige flens (17) verbindbaar is en dat bij voorkeur op de gelei-ding3Stang (8) in het bijzonder een handcirkelzaagmachine (18) zwenkbaar is aangebracht, die bij voorkeur met een lager (39) voor het opnemen van de geleidingsstang (θ) is voorzien en bij voorkeur voor de schroefdraadsnijkop (16) is aangebracht.
8. Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk, dat met de draai-inrichting (5) van de aandrijfmachine een afsnijkop (19) met in het bijzonder een buisvormige flens verbindbaar is en dat de bankschroef (38) bij voorkeur voor de afsnijkop (19) is aangebracht, die bij voorkeur aan de tegenover de draad-20 snijkop (16) liggende zijde van de aandrijfmachine is aangebracht.
9. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat in de draai-inrichting (5) van de aandrijfmachine een draadsnijkop (40) voor buizen met grotere diameter met een aan-drijftap (21) insteekbaar is aangebracht en dat de draadsnijkop 25 (40) bij voorkeur aan de onderzijde een oplegvlak (22) bezit waar mede deze op de aandrijfmachine steunt.
10. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat met de draai-inrichting (5) van de aandrijfmachine voor het opnemen van buizen (25) met grotere diameter een draaibare 30 blokvormige flens (24) door middel van bij voorkeur een buisvormige flens (20) verbindbaar is en dat in de mantel van de klokvormige flens (24) bij voorkeur meer voor het bevestigen van de ingestoken 80 0 1 0 37 i l - 15 - met buis (25)/grotere diameter dienende schroeven (26) zijn aangebracht.
11. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat met de draai-inrichting (5) van de aandrijfmachine een draaiaandrijving via een aandrijfbuis (27) is verbonden, die 5 een kolom (41) bezit, die tenminste één uitboring (51) voor verschuifbare ondersteuning op de geleidingsstang (8) bezit, en dat aan de kolom (41) in het bijzonder een draagarm (45) met twee op een afstand achter elkaar en in één vlak liggende rollen (29; 30) is aangebracht en dat bij voorkeur de rol (29) via een riem (28), 10 waarvan de spanning bij voorkeur door middel van een hendel (33) instelbaar is, met de aandrijfbuis (27) verbonden en hiermede aandrijf baar is.
12. Inrichting volgens conclusie 11, me the t kenmerk, dat de hendel (33) aan de as van de het werktuig aandrij- 15 vende rol (29) is aangebracht en bij voorkeur zodanig beugelvormig is uitgevoerd dat deze met het lichaam bedienbaar is.
15· Inrichting volgens een van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat voor het aandrukken van de op de rollen (29; 30) rustende buis (31) een tegendrukrol (32) is aangebracht 20 bij voorkeur aan het eind van een in de hoogterichting verstelbare draagarm (43) die in het bijzonder zwenkbaar is opgesteld en bij voorkeur aan een in de kolom (41) loodrecht verlopende geleidings-buis (42) is gevoerd en dat de draagarm (43) bij voorkeur via een vastklemorgaan (44) op de noodzakelijke hoogte op de kolom (41) 25 vastzetbaar is.
14· Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk, dat in de draai-inrichting (5) van de aandrijfmachine een pijpbuigtoestel met een overeenkomstig uitgevoerde flens in-steekbaar aangebracht is, waarbij voor het opvangen van het draai-30 moment tenminste één geleidingsstang (7? 8) is voorzien.
15. Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk, dat aan de draai-inrichting (5) een pijpreinigingstoestel 800 1 0 37 t l - 16 - (34) via een buigzame as (36) is aangesloten.
16. Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk, dat in de draair-inrichting (3) een spil te plaatsen is, die met een spiraal (86) van een pijpreinigingstoestel (34) aan-5 drijfhaar verbonden is.
17· Inrichting volgens conclusie 1,aei het ken merk, dat de spil een deel van de draai-inrichting (5) is en dat de spiraal (86) aan de spil draaiingsvaet bevestigbaar is. 800 1 0 37
NL8001037A 1980-02-20 1980-02-20 Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie. NL8001037A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001037A NL8001037A (nl) 1980-02-20 1980-02-20 Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie.
US06/125,696 US4353154A (en) 1980-02-20 1980-02-28 Apparatus for working pipes

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8001037 1980-02-20
NL8001037A NL8001037A (nl) 1980-02-20 1980-02-20 Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie.
US06/125,696 US4353154A (en) 1980-02-20 1980-02-28 Apparatus for working pipes
US12569680 1980-02-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001037A true NL8001037A (nl) 1981-09-16

Family

ID=26645595

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001037A NL8001037A (nl) 1980-02-20 1980-02-20 Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie.

Country Status (2)

Country Link
US (1) US4353154A (nl)
NL (1) NL8001037A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4744274A (en) * 1987-02-04 1988-05-17 Vasquez Eduardo C Wax ring pattern machining tool
US5884379A (en) * 1997-04-11 1999-03-23 Drum Workshop, Inc. Drum processing apparatus
ES2333019T3 (es) * 2003-09-14 2010-02-16 Conxtech, Inc. Procedimiento de rotacion para la soldadura de una estructura de travesaño al (a los) lado(s) de una columna.
IN2012DN00745A (nl) * 2009-07-31 2015-06-19 Sumitomo Wiring Systems
US8950648B2 (en) 2011-05-07 2015-02-10 Conxtech, Inc. Box column assembly
CN108406323B (zh) * 2016-07-16 2019-08-02 南通北外滩建设工程有限公司 一种管道内壁一体化智能处理设备
WO2019177776A1 (en) 2018-03-16 2019-09-19 Milwaukee Electric Tool Corporation Pipe threader
US11077483B2 (en) * 2018-10-24 2021-08-03 Jon David Simonson Appartus and method for steering metal pipe during grooving process
CN111496482B (zh) * 2020-05-06 2021-09-10 江苏中宇电力器材有限公司 一种耳轴挂板的加工方法及实施该加工方法的套丝机
CN117162513A (zh) * 2022-07-20 2023-12-05 珠海市连盛电子科技有限公司 一种自动化硒鼓密封焊接方法

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US699535A (en) * 1901-07-25 1902-05-06 Benjamin F Kelley Drilling-machine.
US1543114A (en) * 1922-09-23 1925-06-23 Charles E H Lloyd Machine tool
US2052600A (en) * 1933-04-20 1936-09-01 Edward C Boss Machine construction
US2071201A (en) * 1933-08-10 1937-02-16 Gen Electric Workshop unit
US2619135A (en) * 1948-11-27 1952-11-25 Alfred S Callaway Multiple machine tool
US2614605A (en) * 1949-02-11 1952-10-21 Senna Service Inc Pipe-bending machine
US3988814A (en) * 1973-03-21 1976-11-02 Hoffman Robert E Milling machine
US4057893A (en) * 1976-04-07 1977-11-15 Still-Walter Tool & Manufacturing Company Milling table lathe
GB2010139B (en) * 1977-12-23 1982-02-17 Besenbruch Hofmann Work holder assembly for lathe used in dressing cylindrical and disc shaped articles

Also Published As

Publication number Publication date
US4353154A (en) 1982-10-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5609081A (en) Portable round-tube cutter
JP4538459B2 (ja) 管状及び円形断面体を機械加工する、特に切断するための装置
US7152325B2 (en) Powered tubing cutter
US9868164B2 (en) Apparatus for machining, particularly for cutting a tubular or round section body
NL8001037A (nl) Inrichting voor het bewerken van buizen, staven of soortgelijke werkstukken op het gebied van sanitaire- en verwarmingsinstallatie.
US9802285B2 (en) Device for holding a milling and/or grinding machine
US4497100A (en) Apparatus for working pipes
JPH06285760A (ja) 直径の異なる管状の工作物の端部側を成形するための装置
US6581499B2 (en) Automated pipe cutter tool box
FR2383742A1 (fr) Appareil et procede de perforation de tubes, et procede de fabrication d'une partie de cet appareil
JP2002509488A (ja) 管端加工装置
US6026720A (en) Cue servicing and repair apparatus
CA2140689A1 (en) Tube bevelling machine with adjustable bevelling head
US5647803A (en) Thread cutting device
US5810522A (en) Hand-held bar edging tool and support therefor
US4712954A (en) Tube cutting device
GB2069887A (en) Apparatus for use in machining workpieces
US6206762B1 (en) Method and apparatus for cutting mults from a billet
US2573991A (en) Work holding portable circular saw
NL192783C (nl) Inrichting voor het uitwendig rotatiesymmetrisch bewerken van staaf- of buismateriaal.
NL8401651A (nl) Een door een computer te besturen mobiele buizensnijmachine.
US1279965A (en) Pipe-cutting machine.
US4406090A (en) Methods and apparatus for grinding spiral tool cutting edges having non-circumferentially relieved edges
AT378342B (de) Vorrichtung zum bearbeiten von rohren, stangen oder dergleichen fuer den bereich der sanitaerund heizungsinstallation
RU20046U1 (ru) Токарный станок для обточки цилиндрических заготовок

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed