NL8001033A - Chassis-eenheid voor een elektrische broodrooster. - Google Patents

Description

* Λ ' *. & c - ^ W 4746-7 Ned. \

Chassis-eenheid voor een elektrische broodrooster

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op elektrische broodroosters en in het bijzonder op een verbeterde chassis-eenheid daarvoor.

Elektrische broodroosters van het "uitspringtype" hebben ge-5 woonlijk een frame van metaalplaat en dergelijke organen voor het steunen van broodgeleiders van metaaldraad en verwarmingselementen. In veel gevallen steken vrij zware metalen onderdelen uit over de bovenzijde van het frame van de broodrooster als steun voor de bovengenoemde onderdelen. Door het gebruik van deze metalen onderdelen en van een vrij zwaar steunframe worden 10 de kosten van dergelijke broodroosters hoger en kan de montage ervan tijdrovender zijn.

Voorbeelden van broodroosters van het genoemde type zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.529.537, 3.529.538, 2.778.912, 2.725.816 en 2.522.724.

15 De uitvinding verschaft daarom een chassis-eenheid voor een elektrische broodrooster, bestemd voor het steunen van tenminste twee verwarmingselementen in vertikale stand op een afstand van elkaar, in hoofdzaak onderling evenwijdig, voor het daartussen begrenzen van een broodopneemsleuf, waarbij elk verwarmingselement de vorm heeft van een kaart 20 met lippen op onderlinge afstand aangébracht langs de bovenrand en de onderrand ervan, waarbij deze chassis-eenheid volgens de uitvinding is gekenmerkt door de combinatie van een horizontale basis, een eerste en een tweede eindwand, welke eindwanden elk aan een eerste einde ervan zijn verbonden met een einde van de basis en welke eindwanden vertikaal van de basis 25 omhoog verlopen, welke basis is voorzien van een aantal op onderlinge afstand liggende sleuven voor het opnemen van de onderlippen van de ver-warmingskaarten,. waardoor de plaats van deze kaarten wordt vastgelegd met het vlak ervan loodrecht op de eindwanden, en van bevestigingsorganen, welke op bepaalde afstanden liggen van de opneemsleuven voor de lippen, 30 van tenminste twee broodgeleiders, elk bestaande uit een aantal elementen, welke op onderlinge afstanden zodanig met elkaar zijn verbonden dat een rooster is ontstaan, welke broodgeleiders elk bovenste en onderste elementen hébben, waarvan de onderste elementen in ingrijping kunnen worden gebracht met de bevestigingsorganen voor het bepalen van de plaats van elke brood-35 geleider tussen de eindwanden, op onderlinge afstanden van de verwarmings-kaarten, zodanig dat een snee brood kan worden opgenomen tussen de broodgeleiders, waarbij de tweede vrije einden van de eindwanden van de chassis-eenheid organen hebben voor ingrijping met de bovenste elementen van de 800 1 0 33

' A

* -2- broodgeleiders, waarbij de bevestigingsorganen en de bovenste ingrijporganen de broodgeleiders vertikaal houden, terwijl de bovenste elementen van de broodgeleiders zijn doorgezet en daardoor kunnen grijpen om de bovenlippen van de verwarmingskaarten en wel aan weerszijden daarvan, zodanig dat deze 5 kaarten aan de boveneinden worden gesteund.

Kort gezegd heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de chassis-eenheid voor een broodrooster volgens de uitvinding een horizontale basis en vertikale opstaande eindwanden, uitstekend van de tegenovergestelde einden van de basis, bij voorkeur gevormd van een enkele metaalplaat, die 10 U-vormig is gebogen.

Verwarmingskaarten worden vertikaal gesteund langs de basis tussen de eindwanden, op onderlinge afstand zodanig dat zij broodopneemsleuven begrenzen. Een bekende roosterslede voor het omhoog en omlaag bewegen van sneden brood in de ruimten tussen de verwarmingselementkaarten is gemonteerd 15 aan de chassis-eenheid.

Sleufvormige openingen zijn aangebracht in de basis aan weerszijden van de broodopneemsleuven, voor het opnemen van lippen aan de ondereinden van de verwarmingskaarten. Op onderlinge afstanden gelegen plaatvormige haken steken naar omhoog van de basis, terwijl sleuven zijn aangebracht in de vrije 20 einden van de opstaande eindwanden van het frame. De haken en de sleuven dienen voor het opnemen van onderste en bovenste horizontaal verlopende draadelementen van broodgeleiders van metaaldraad, welke deel uitmaken van de chassis-eenheid volgens de uitvinding en dienen voor het vertikaal houden van de broodgeleiders. Deze broodgeleiders dienen om de sneden brood buiten aanraking 25 te houden met de verwarmingselementkaarten. De bovenste horizontale draadelementen van de broodgeleiders zijn doorgezet om te kunnen grijpen om lippen, gevormd aan de bovenranden van de verwarmingskaarten. Alle beschreven onderdelen kunnen in elkaar worden gesnapt, waarbij geen aparte bevestigingsorganen nodig zijn. Er zijn ook geen dwarsorganen van metaalplaat nodig aan 30 de bovenzijde daar de broodgeleiders en de van sleuven voorziene basis voldoende steun geven aan de verwarmingskaarten.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een,uitvoeringsvoorbeeld van de chassis-eenheid volgens de uitvinding is weergegeven.

35 Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een elektrische broodrooster met de chassis-eenheid volgens de uitvinding, waarbij bepaalde delen zijn weggebroken.

Fig. 2 is een doorsnede volgens 2-2 van fig. 1.

Fig. 3 is een gedeeltelijk aanzicht in perspectief volgens 3-3 800 1 0 33 * -3- van fig. 1.

Fig. 4 is een vertikale langsdoorsnede volgens 4-4 van fig. 1.

Een elektrische broodrooster 10 van het uitspringtype, bestemd voor twee sneden brood tegelijk, heeft een chassis-eenheid 12 volgens de 5 uitvinding en is weergegeven in fig. 1. De broodrooster 10 heeft een buitenste, uit één stuk bestaand, ü-vormig, verchroomd huis 14 en siereindplaten 16, 18, bevestigd aan het huis, die tezamen de buitenbegrenzing van de broodrooster vormen. De horizontale wand van het huis, dus de bovenwand daarvan, heeft een paar broodopneemsleuven 19, 21. Een hefboom 20 voor het 10 regelen van de kleur van het geroosterde brood, steekt door een sleufvormige opening 22 in een eindplaat 16 vein de broodrooster. Een naar omlaag drukbare knop 24 is bevestigd aan een niet-weergegeven hefboom en dient voor het bedienen van een broodslede, waarop de sneden brood naar omlaag worden gebracht tot in het inwendige van de broodrooster en ook weer omhoog 15 worden gebracht, is eveneens aangebracht aan de eindplaat 16 en kan met de hand worden bediend. Een niet-weergegeven vergrendel- en vrijgeefmechanisme voor de broodslede is gemonteerd tussen de chassis-eenheid en de eindplaat 16 voor het regelen van de werking van de broodslede. Het vergrendel- en vrijgeefmechanisme wordt zelf bestuurd door een niet-weergegeven bimetaal-20 element van bekende constructie. Een niet-weergegeven elektrisch schakel-mechanisme voor het bedienen van de nog te beschrijven verwarmingselementen van de Broodrooster is gemonteerd aan de andere zijde van de broodrooster, tussen de eindplaat 18 en de chassis-eenheid 12.

Het genoemde grendel- en vrijgeefmechanisme en het elektrische 25 schakelmechanisme, evenals de eindplaten en het verchroomde sierhuis maken geen deel uit van de uitvinding, maar zijn alleen beschreven om de constructie van de broodrooster duidelijk te maken, waarbij de chassis-eenheid volgens de uitvinding kan worden toegepast.

De chassis-eenheid 12 volgens de uitvinding omvat een U-vormig 30 onderdeel 24 met een horizontale basis 26 en vertikaal opstaande eindwanden 28, 30, welke aan de ondereinden zijn bevestigd aan de beide einden van de basis. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de chassis-eenheid 12 is het onderdeel 24 gevormd van een enkele metaalplaat, welke U-vormig is gebogen.

De basis 26 heeft een aantal uitsparingen, zoals 32, waardoor 35 kruimels naar omlaag kunnen vallen van geroosterde sneden brood, door de basis 26 heen, in een niet-weergegeven kruimellade, welke onder de basis is aangebracht.

Uit één stuk met de basis zijn plaatvormige haken 34, 36 gevormd, die vertikaal naar omhoog zijn gebogen van de basis. Vier paren haken zijn 800 1 0 33 -4- * * in een voorkeursuitvoeringsvorm van de chassis-eenheid aangebracht, welke is weergegeven en dient voor het tegelijk roosteren van twee sneden brood.

Het doel van de haken wordt hieronder nader beschreven.

Bij de weergegeven eenheid heeft de basis 26 drie op onderlinge 5 afstand liggende horizontale plaatdelen 33, 35, 37 (fig. 2), welke zich uitstrekken over de lengte van de basis tussen de eindwanden 28, 30. Deze plaatdelen liggen op één lijn met de tegenovergestelde randen van de brood-opneemsleuven 19, 21, gevormd in de dekselplaat van de broodrooster en elk plaatdeel is voorzien van een reeks langwerpige sleuven, zoals 39 (fig. 3), 10 voor het opnemen van lippen 41, gevormd aan de verwarmingskaarten 43, aan de onderranden daarvan, welke hieronder nader worden besproken.

De eindwanden 28, 30 van de chassis-eenheid 12 hebben elk aan de bovenranden 38, 40 sleuven 42, 44. Deze sleuven zijn aan de bovenzijde open, zoals weergegeven in fig. 1 en 2 en liggen in hoofdzaak op één lijn met de 15 plaatdelen van de basis.

Behalve het onderdeel 24 heeft de chassis-eenheid 12 broodgeleiders van metaaldraad, zoals 46. Elke broodgeleider heeft dezelfde constructie en de vorm van een rooster. Elke broodgeleider bestaat uit een aantal ver-tikale L-vormige draadelementen 48, welke aan de korte benen 50 daarvan en 20 op onderlinge afstand zijn verbonden door een eerste, bovenste, horizontaal draadelement 52 en aan de langere benen 54 door een tweede, onderste, horizontaal draadelement 56. Het onderste draadelement 56 wordt opgenomen in de plaatvormige paren haken 34, 36 (fig. 4). Zoals hierboven reeds is gezegd zijn er vier paren haken voor het opnemen van vier broodgeleiders 25 46 bij de broodrooster voor twee sneden. De haken van elk paar liggen op onderlinge afstand naast een bijbehorend plaatdeel en op één lijn daarmee.

In het geval van een broodrooster voor vier sneden brood zijn extra paren haken nodig evenals extra broodgeleiders. De haken steunen de broodgeleiders en houden deze in één vlak langs de beide zijden van de broodopneemsleuven 30 19, 21.

De einden 55, 57 van de bovenste horizontale draadelementen 52 van de broodgeleiders worden opgenomen in bijbehorende sleuven 42, 44, gevormd langs de vrije einden van de eindwanden 28, 30, zoals weergegeven in fig. 1. De einden 55, 57 van de broodgeleiders zijn haaks gebogen 35 ten opzichte van het draadelement 52 teneinde langsbeweging van de broodgeleiders te voorkomen. De afstand tussen de bovenste en de onderste horizontale draadelementen 52, 56 van de broodgeleiders is iets kleiner dan de afstand tussen de paren haken 34, 36 en de sleuven 42, 44, zodat het nodig is de broodgeleiders op hun plaats te snappen om deze te doen steunen door 80 0 1 0 33 ♦ -5- de haken en de sleuven. Voor een gemakkelijke montage van de broodgeleiders zijn nokvlakken 58 gevormd aan de plaatvormige haken, waardoor de onderste horizontale draadelementen 56 van de broodgeleiders gemakkelijk in de haken worden geleid nadat de bovenste horizontale draadelementen 52 zijn opgenomen 5 in de sleuven 42, 44.

De verwarmingselementkaarten 43 worden gemonteerd tussen de eindwanden 28, 30 met het vlak van de kaarten in hoofdzaak loodrecht op deze eindwanden. De kaarten worden aan de tegenovergestelde boveneinden en ondereinden gesteund door respectievelijk de basis 26 en de broodgelei-10 ders 46. De verwarmingskaarten zijn vervaardigd van mica of een soortgelijk isolerend materiaal en worden op bekende wijze omwikkeld met verwarmings-elementdraad 62, bijvoorbeeld Nichrome of dergelijk materiaal. Zoals gezegd zijn de verwarmingskaarten 43 voorzien van uit één stuk daaraan gevormde lippen 41 en 64, respectievelijk aan de onderrand en de bovenrand daarvan.

15 De onderlippen 41 worden opgenomen in langwerpige sleuven 39, aan gebracht in de plaatdelen 33, 35, 37 van de basis 26 van de chassiseenheid 12, terwijl de bovenlippen 64 worden bevestigd door de bovenste horizontale draadelementen 52 van de opstaande broodgeleiders 46. De bovenelementen 52 van deze geleiders zijn doorgezet, zodat zij aan weerszijden kunnen liggen 20 van de bovenlippen 64 van de kaarten, zodat zijwaartse bewegingen van deze kaarten aan het boveneinde worden voorkomen. De broodgeleiders verlopen evenwijdig aan, maar op een afstand van de verwarmingskaarten, zoals weergegeven in de tekening.

Bij de broodrooster voor twee sneden, welke is weergegeven, zijn 25 drie verwarmingskaarten aangebracht, waarbij de middelste kaart dient voor het roosteren van de sneden in de beide broodopneemsleuven 19, 21. De beide buitenste kaarten worden elk aan de bovenzijde gesteund door een enkele broodgeleider, terwijl twee broodgeleiders zijn aangebracht, grenzend aan elkaar tussen de beide broodopneemsleuven 19, 21, waarbij deze brood-30 geleiders de middelste verwarmingskaart steunen. De bovenste horizontale draadelementen 52 van de broodgeleider, die de middelste verwarmingskaart steunen, zijn doorgezet, zoals hierboven is beschreven en overlappen daarbij de kaart ofwel zijn ertussendoor gevlochten, zodat ruimten zijn ontstaan voor het opnemen van de bovenlippen 64 van de kaart. Hoewel één broodge-35 leider voldoende is voor het vertikaal houden van een verwarmingskaart worden de beide broodgeleiders aan weerszijden van de middelste verwarmingskaart gebruikt teneinde te beletten dat in de sleuven 19, 21 gestoken sneden brood in aanraking komen met het verwarmingselement 62, gesteund door de kaart.

800 1 0 33 -6-

Uit het bovenstaande is duidelijk dat de chassis-eenheid eenvoudig van constructie is, daarvoor een minimum aantal onderdelen nodig zijn, maar toch deze chassis-eenheid voldoende steun heeft voor de verwarmingselement-kaarten, gebruikt in een broodrooster van het uitspringtype. Elk van de 5 beschreven onderdelen kan worden verbonden met een daarmee samenwerkend onderdeel zonder afzonderlijke bevestigingsorganen, zodat de chassis-eenheid gemakkelijk monteerbaar is. Ook het onderhoud aan de broodrooster is gemakkelijk, bijvoorbeeld wanneer een verwarmingskaartelement moet worden vervangen. Verder heeft de broodrooster een gering gewicht ten gevolge van het minimale 10 aantal plaatmetalen onderdelen, die voor de chassis-eenheid worden gebruikt.

«ν’ 800 1 0 33

Claims (9)

1. Chassis-eenheid voor een elektrische broodrooster, bestemd voor het steunen van tenminste twee verwarmingselementen in vertikale stand op een afstand van elkaar, in hoofdzaak onderling evenwijdig, voor het daartussen begrenzen van een broodopneemsleuf, waarbij elk verwarmingselement 5 de vorm heeft van een kaart met lippen op onderlinge afstand aangebracht lans de bovenrand en de onderrand ervan, waarbij deze chassis-eenheid volgens de uitvinding is gekenmerkt door de combinatie van een horizontale basis, een eerste en een tweede eindwand, welke eindwanden elk aan een eerste einde ervan zijn verbonden met een einde van de basis en welke eindwanden verti-10 kaal van de basis omhoog verlopen, welke basis is voorzien van een aantal op onderlinge afstand liggende sleuven voor het opnemen van de onderlippen van de verwarmingskaarten, waardoor de plaats van deze kaarten wordt vastgelegd met het vlak ervan loodrecht op de eindwanden, en van bevestigingsorganen, welke op bepaalde afstanden liggen van de opneemsleuven voor de 15 lippen, van tenminste twee broodgeleiders, elk bestaande uit een aantal elementen, welke op onderlinge afstanden zodanig met elkaar zijn verbonden dat een rooster is ontstaan, welke broodgeleiders elk bovenste en onderste elementen hebben, waarvan de onderste elementen in ingrijping kunnen worden gebracht met de bevestigingsorganen voor het bepalen van de plaats van elke 20 broodgeleider tussen de eindwanden, op onderlinge afstanden van de verwarmingskaarten, zodanig dat een snee brood kan worden opgenomen tussen de broodgeleiders, waarbij de tweede vrije einden van de eindwanden van de chassis-eenheid organen hebben voor ingrijping met de bovenste elementen van de broodgeleiders, waarbij de bevestigingsorganen en de bovenste ingrijporganen 25 de broodgeleiders vertikaal houden, terwijl de bovenste elementen van de broodgeleiders zijn doorgezet en daardoor kunnen grijpen om de bovenlippen van de verwarmingskaarten en wel aan weerszijden daarvan, zodanig dat deze kaarten aan de boveneinden worden gesteund.

2. Chassis-eenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de 30 bevestigingsorganen plaatvormige haken omvatten, welke van de basis naar omhoog uitsteken en dienen voor het opnemen van de onderste elementen van de broodgeleiders.

3. Eenheid volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de basis en de eindwanden uit één stuk als een ü-vormig onderdeel zijn gevormd.

4. Eenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de organen voor ingrijping met de bovenste elementen van de broodgeleiders de vrije einden omvatten van de eindwanden, welke zijn voorzien van sleufvormige openingen voor het opnemen van deze bovenste elementen 80 0 1 0 33 r*. -8- van de broodgeleiders, zodanig dat de broodgeleiders daardoor worden gesteund en in een vertikale stand worden gehouden.

5. Eenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de plaatvormige haken elk zijn voorzien van een nokvlak, waarbij de 5 afstand tussen deze haken en de van sleuven voorziene vrije einden van de eindwanden een bepaalde waarde groter is dan de afstand tussen de bovenste en de onderste elementen van de broodgeleiders, zodanig dat de onderste elementen van de broodgeleiders door dit nokvlak in ingrijping met de plaatvormige haken worden geleid.

6. Eenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk van de broodgeleiders bestaat uit een aantal in hoofdzaak vertikale draadelementen, welke aan hun boveneinden met elkaar zijn verbonden door een in hoofdzaak horizontaal bovenste draadelement, en aan hun ondereinden door een in hoofdzaak horizontaal onderste draadelement, waarbij de onderste en 15 bovenste horizontale draadelementen worden opgenomen in de plaatvormige haken en in de sleuven in de vrije einden van de eindwanden, waardoor elke broodgeleider wordt geplaatst in een vertikale stand nabij en evenwijdig aan het vlak van een bijbehorende verwarmingselementkaart.

7. Eenheid volgens één der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk dat de vertikale elementen van de broodgeleiders elk L-vormig zijn en het bovenste horizontale draadelement is verbonden met de vertikale elementen aan het korte been van de L-vorm.

8. Eenheid volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk dat de openingen in de vrije einden van de eindwanden sleuven zijn met open 25 einden aan de bovenranden van de eindwanden, waarbij de haken aan de basis elk een nokvlak hebben voor het geleiden van het onderste horizontale element van een bijbehorende broodgeleider in de haak, waarbij de afstand tussen de bovenste en de onderste horizontale elementen een bepaalde waarde groter is dan de afstand tussen deze sleuven en de haken, zodanig 30 dat de broodgeleiders in ingrijping met de haken kunnen worden gesnapt.

9. Eenheid volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de eenheid een eerste, een tweede en een derde verwarmingselementkaart omvat, welke op onderlinge afstand en evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht, waarbij zij twee opneemsleuven voor een snede brood begrenzen, waarbij een eerste, 35 een tweede, een derde en een vierde broodgeleider van metaaldraad zijn gemonteerd grenzend aan de verwarmingselementkaarten, waarbij de tweede verwarmingselementkaart is geplaatst tussen de eerste en de derde kaart en dient voor het verwarmen van sneden brood zowel in de eerste als in de tweede broodopneemsleuf, terwijl de tweede en de derde broodgeleiders 80 0 1 0 33 •ί -9- 2ijn geplaatst grenzend aan de tegenoverliggende vlakken van deze tweede verwarmingselementkaart, zodanig dat sneden brood, opgenomen in de sleuven, niet in aanraking kunnen komen met de tegenoverliggende vlakken van deze verwarmingselementkaart, terwijl de bovenste horizontale elementen van de 5 tweede en de derde broodgeleider zodanig vervlochten zijn dat zij tussen zich ruimten vormen voor het opnemen van de lippen, gevormd aan de bovenrand van de tweede verwarraingselementkaart, waardoor dit boveneinde van de kaart wordt gesteund. » «ν’ 800 1 0 33