NL8000667A - Verdeler voor vloeistof, in het bijzonder voor vloeibare zeep. - Google Patents

Description

70 0125.

c

Verdeler voor vloeistof, in het bijzonder voor vloeibare zeep.

De uitvinding heeft betrekking op een verdeler voor vloeistof, in het bijzonder voor vloeibare zeep, welke verdeler een recipiënt bevat die van een verdeelopening voorzien is, een verdeelelement dat op de recipiënt gemonteerd is en op de 5 verdeelopening aansluit, en een drager voor deze recipiënt, welke drager bes-temd is om tegen een muur opgehangen te worden.

Bij bekende verdelers van deze soort, gebruikp^oor het verdelen van vloeibare zeep, is de recipiënt een fles waarvan de open hals zowel de verdeelopening als de vulopening vormt.

10 Het verdeelelement is gevormd door een gietteut welke op de hals geschroefd is. Het verdelen gebeurt door de zwaartekracht en de fles moet bijgevolg bij het verdelen omgekanteld werden. Deze fles is hiertoe wentelbaar tussen twee armen van de drager gemonteerd.

15 De noodzaak de recipiënt te wentelen om zeep te verdelen is veelal hinderlijk, aangezien dit meestal moet gebeuren met vuile of natte handen. De recipiënt wordt hierdoor ook vlug bevuild.

Ook het hervullen van de recipiënt met vloeibare zeep 20 is meestal een vuile karwei, aangezien de vulopening terzelfder tijd de verdeelopening is en om de recipiënt te vullen men dus het verdeelelement, namelijk de gietteut, waaraan meestal nog zeep hangt, moet verwijderen. Overigens kan het voorkomen dat vloeibare zeep in de gietteut opdroogt en deze gietteut verstopt-.

25 De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te verhelpen en een verdeler voor vloeistof, in het bijzonder voor vloeibare · zeep te verschaffen, waarvan vooral het vullen zeer gemakkelijk 8000667 - 2 - en proper kan geschieden, en waarbij ook het verdelen van zeep gemakkelijk kan verwezenlijkt worden.

Tot dit doel is de recipiënt een bakje dat losneembaar van de drager is en dat aan de bovenzijde open is, welke 5 open bovenzijde de vulopening vormt, terwijl de drager een gedeelte bevat dat een deksel voor het bakje vormt, welk deksel, ' wanneer de drager het bakje draagt, de open bovenzijde ervan afsluit.

Om het bakje te vullen volstaat het dit bakje van 10 de drager los te nemen en het langs de open bovenzijde te vullen. Bij het terugplaatsen van het bakje op de drager wordt automatisch deze vulopening door de drager afgesloten.

De verdeelopening is afzonderlijk van de vulopening.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding 15 bevat de drager twee armen waartussen het bakje kan geschoven worden en waarop het bakje kan rusten.

Doelmatig is het bakje op twee zijkanten van een groef voorzien die in vorm en grootte gelijk is aan de armen en waarin de armen passen wanneer het bakje door de drager gedragen 20 wordt.

In een merkwaardige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het bakje aan zijn open bovenzijde van twee banen voorzien voor het deksel vormend gedeelte van de drager, waarin dit gedeelte bij het op de drager plaatsen van het bakje met zijn 25 randen schuift.

Bij deze uitvoeringsvorm draagt het deksel vormend gedeelte het bakje, zodat de drager niet nocdzakelijk van nog bijkomende draagelementen,zoals armen, moet voorzien zijn om het bakje te dragen.

30 In een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is het verdeelelement dat op de verdeelopening in het bakje aansluit, een pompje.

Bij deze uitvoeringsvorm kan men de verdeelopening gelijk waar plaatsen, maar bij voorkeur onderaan op de voorzijde 8000667

» A

- 3 - van het bakje. Het pompje zorgt tevens voor de afsluiting van de verdeelopening wanneer geen vloeistof moet verdeeld worden.

Met het pompje kan het verdelen zeer gemakkelijk en proper plaatsvinden.

5 Andere bijzonderheden en voordelen van de uitvinding zillen blijken uit de hier volgende beschrijving van een verdeler voor vloeistof, in het bijzonder voor vloeibare zeep, volgens de uitvinding; deze beschrijving wordt enkel als voorbeeld gegeven en beperkt de uitvinding niet; de verwijzingscijfers 10 betreffen de hieraan toegevoegde tekeningen.

Figuur 1 is een zicht in perspectief van een verdeler voor vloeibare zeep volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een zijaanzicht van de drager van de verdeler uit figuur 1.

15 Figuur 3 is een vooraanzicht van de drager uit figuur 2.

Figuur 4 is een vooraanzicht van de verdeler uit figuur 1.

Figuur 5 is een bovenaanzicht van het bakje van de verdeler uit de figuren 1 en 4.

Figuur 6 is een zijaanzicht van het bakje uit figuur 5.

20 Figuur 7 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VIÏ-VII

uit figuur 6.

Figuur 8 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VIIï-Vïll uit figuur 6.

Figuur 9 stelt een doorsnede voor volgens de lijn IX-IX 25 uit figuur 4, maar op grotere schaal getekend.

Figuur 10 stelt een doorsnede voor analoog aan deze uit figuur 9, maar van slechts een gedeelte van de verdeler en met betrekking op een andere uitvoeringsvorm van de verdeler volgens de uitvinding.

30 Figuur 11 stelt een doorsnede voor volgens de lijn XI-XI uit figuur 10.

In de verschillende figuren hebben dezelfde verwi jzngs-cijfers betrekking op dezelfde elementen.

De verdeler voor vloeibare zeep volgens de figuren 1 8000667 - 4 - tot 9 bevat in hoofdzaak een bakje 1, een pompje 2 dat op het bakje gemonteerd is en een drager 3 voor dit bakje. Al deze onderdelen zijn van kunststof vervaardigd.

Het bakje 1 bevat een vlakke rugwand 4 en heeft de 5 vorm van een rechthoek waarvan een zijde afgerond is. De bodem 5 van het bakje 1 volgt deze gebogen zijde en sluit vloeiend aan op de twee opstaande zijwanden 6 en 7 van het bakje. De voorwand 8 van het bakje bestaat uit een vlak onderste gedeelte, een naar voor gerichte uitsprong en een tussen de ]_0 zijwanden 6 en 7 naar voor gebogen lopend bovenste gedeelte.

De bovenzijde van het bakje 1, welke bovenzijde in de figuren net het verwi jzingsci jfer 9 aangeduid is, is open. Langs deze open zijde kan het bakje 1 met zeep gevuld worden.

In het onderste gedeelte van de voorwand 8 is een ]_5 verdeelopening 10 4angebracht waarop het pompje 2 gemonteerd is. Dit pompje 2 is van een op zichzelf bekend type en wordt hier dan ook slechts beschreven in zoverre nodig om de uitvinding duidelijk te maken. Dit pompje 2 is aan het bakje 1 bevestigd doordat het huis 11 van het pompje vastgekleefd is rond een 20 kraagje 12 dat de verdeelopening 10 omringt en een geheel vormt met het bakje 1. Aan de voorkant steekt een knopje 13 buiten dit huis uit, welk knopje de zuiger van het pompje bedient. Dit pompje 2 steekt met een mondstuk 14 in de binnenkant van het bakje 1.

25 De drager 3 bevat een vlakke rugplaat 15 die de vlakke rugwand 4 van het bakje 1 volledig kan afdekken.

Dezè rugplaat 15 is voorzien van twee openingetjes 16 voor schroeven om deze rugplaat' 15 tegen een muur te bevestigen.

Op de bovenste rand van de rugplaat 15 sluit een plaatvormig 30 deksel 17 aan voor de bovenste open zijde 9 van het bakje 1.

Dit deksel 17 sluit, wanneer het bakje 1 met zijn rugwand 4 tegen de rugplaat 15 van ce drager 3 bevestigd is, de open b’ovenzijde 9 van het bakje 1 volledig af. Om esthetische redenen wordt dit deksel 17 enigszins verzonken in het bakje 1. De i 8000667 - 5 - rugwand 4 van het bakje 1 is hiertoe een heel weinig lager dan de zijwanden 6 en 7 en de voorwand 8 en wel met een afstand die gelijk is aan de dikte van het deksel 17. De bovenste randen van de zijwanden 6 en 7 en van de voorwand 8 zijn 5 aan de binnenkant over gans hun lengte van een uitgroeving 18 voorzien waarin de vrije randen van het deksel 17 passen wanneer dit deksel de open zijde 9 volledig afsluit.

De drager 3 bevat ock twee armen 19, een op elk van zijn langs opstaande randen, welke armen aan dezelfde zijde als 10 het deksel 17 buiten de vlakke rugplaat 15 uitsteken . De armen 19 zijn gevormd door vlakke plaatjes waarvan het vlak loodrecht gericht is, zowel op de rugplaat 15 als op het deksel 17. De bovenste rand van elk van deze plaatjes is loodrecht gericht op de rugplaat 15, waarbij 15 evenwel het van de rugplaat 15 verwijderde einde van elk plaatje een naar het deksel 17 toe uitspringend rond uitsteeksel vormt. Dit uitsteeksel sluit vloeiend aan cp de onderzijde van elk plaatje, welke onderzijde naar de rugplaat 15 schuin van het deksel 17 wegloopt. Doordat de 20 twee armen 19 van kunststof vervaardigd zijn en relatief dun zijn, zijn ze enigszins elastisch vervormbaar.

De twee armen 19 werken samen met groeven 20 die in de twee zijwanden 6 en 7 van het bakje 1 aangebracht zijn.

De groeven 20 zijn elk in vorm en grootte gelijk aan een arm 19. 25 Ook de diepte van deze groeven 20 is gelijk aan de dikte van de armen 19, welke dikte dus uiteraard kleiner is dan de dikte van de. zijwanden 6 en 7. Een arm 19 kan bijgevolg een groef 20 juist volledig vullen. De groeven 20 zijn uiteraard zo gelegen dat, wanneer de rugwand 4 van het bakje 1 tegen de 30 rugplaat 15 aansluit, en dus het deksel 17 van de drager 3 de open bovenzijde 9 afsluit, de twee armen 19 volledig de groeven 20 vullen. Doordat in deze stand, welke stand in de figuren 1 en 9 voorgesteld is, het naar boven uitspringende uiteinde van de armen 19 in overeenstemmende uitsprongen van 8000667 - 6 - de groeven 20 zit, kan het bakje 1 niet verschoven worden ten opzichte van deze armen 19. Om het bakje 1 los te kunnen nemen van de drager 3, moet men de twee armen 19, door een kleine elastische vervorming, uit de groeven 20 lichten, waarbij 5 dan het uiteinde van de armen 19 naast de groef langs de zijwanden 6 en 7 kan glijden. Om dit uit de groeven 20 lichten vary'de armen 19 toe te laten, sluit op deze groeven aan de voorkant een inkeping 21 in de zijwanden 6 en 7 aan, zodat men met de nagels onder een in een groef 20 zittende arm 19 10 kan grijpen.

De rugplaat 15 van de drager 3 is in vorm en grootte gelijk aan de rugwand 4 van het bakje 1 indien men abstractie maakt van de groeven 20 en de heel kleine afstand waarover de bovenste rand van de rugwand 4 lager gelegen is dan de 15 bovenste rand van de zijwanden 6 en 7 en de voorwand 3.

Deze groeven 20 zijn evenwel gevuld door de armen 19, terwijl er boven de rugwand 4 van het bakje 1 nog het deksel 17 komt, wanneer het bakje 1 op de drager 3 geplaatst is.

Het verdelen van vloeibare zeep is zeer gemakkelijk.

20 Het volstaat op het knopje 13 van het pompje 2 te drukken.

De vloeibare zeep loopt dan aan de onderkant tussen het knopje en het huis 11 uit, waarbij om het afdruppen van de zeep te vergemakkelijken dit knopje 13 nog van een naar onder gericht uitsteeksel 13' voorzien is. Bij het verdelen moet men dus 25 het bakje 1 niet aanraken. Dit verdelen gebeurt onderaan aan :e voorkant, zodat dus het bevuilen van de verdeler hierbij minimaal is.

Ook het vullen van het bakje 1 kan zeer snel en gemakkelijk plaatsvinden. Het volstaat de armen 19 uit de groeven 20 te 30 Lichten en het bakje 1 van de drager 3 los te maken. Na het vullen van het bakje langs de open bovenzijde 9 schuift men dit bakje 1 terug tussen de armen 19 tot deze armen in de groeven 20 klikken. De bovenzijde 9 is dan automatisch door het deksel 17 van de drager 3 afgesloten.

8000667 - 7 -

De uitvoeringsvorm van de verdeler volgens de figuren 10 en 11 verschilt slechts van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm doordat het bakje 1 niet door armen 19 van de drager 3 gedragenwardt, maar rechtstreeks door het deksel 17 van 5 deze drager 3. Om dit toe te laten is de uitgroeving 18 aan de binnenkant van de bovenste randen van de zijwanden 6 en 7 en van de voorwand 8 van het bakje 1 vervangen door een groef die gevormd is .tussen twee op de binnenkant van de zijwanden 6 en 7 en van de voorwand 8, nabij de bovenzijde 9 staande 10 ribben 22. Wanneer het bakje 1 op de drager 3 geplaatst is, steekt het deksel 17 met zijn vrije randen in de groef gevormd tussen deze ribben 22. De armen 19 en de erbij horende groeven 20 in het bakje 1 kunnen weggelaten worden of kunnen behouden worden als een bijkomende bevestiging en beveiliging tegen 15 het loskomen van het bakje 1 van de drager 3.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen en binnen het raam van de octrooiaanvrage kunnen aan de beschreven uitvoeringsvormen vele veranderingen aangebracht worden, onder meer wat betreft 20 de vorm, de samenstelling, de schikking en het aantal van de onderdelen die voor het verwezenlijken van de uitvinding gebruikt worden.

8000667

Claims (12)

1. Verdeler voor vloeistof, in het bijzonder voor vloeibare zeep, welke verdeler een recipiënt bevat die vaneen verdeelopening voorzien is, een verdeelelement dat op de recipiënt gemonteerd is en op de verdeelopening 5 aansluit, en een drager voor deze recipiënt, welke drager bestemd is om tegen een muur opgehangen te worden, met het kenmerk dat de recipiënt een bakje is dat losneembaar van de drager is en dat aan de bovenzijde open is, terwijl de drager een gedeelte bevat dat een deksel voor het bakje 10 vormt, welk deksel, wanneer de drager het bakje draagt, de open bovenzijde ervan afsluit.

2. Verdeler volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de drager twee armen bevat waartussen het bakje kan geschoven worden en waarop het bakje kan rusten.

3. Verdeler volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat het bakje op twee zijkanten van een groef voorzien is ’ die in vorm en grootte gelijk is aan de armen.

4. Verdeler volgens een van de conclusies 2 en 3, met het kenmerk dat de armen een uitsprong bezitten, welke 20 uitsprong past in een uitsparing die uitgeeft op de overeenstemmende groeven in het bakje, terwijl de armen enigszins elastisch vervormbaar zijn om het inbrengen van de uitsprong in deze bijkomende uitsparingen toe te laten.

5. Verdeler volgens vorige conclusie, met het kenmerk 25 dat de armen vlakke platen zijn en de uitsprong op de uiteinden van de armen gelegen is en gevormd zijn door een naar boven uitspringend gedeelte dat in het vlak van de platen gelegen is.

6. Verdeler volgens een van de conclusies 4 en 5, 30 met het kenmerk dat op elk van de groeven in het bakje waarin een arm van de drager past, een inkeping uitgeeft die in het bakje aangebracht is, om de arm te kunnen vastnemen. 80 0 06 6 7 - 9 -

7. Verdeler volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk, dat het bakje aan zijn open bovenzijde van twee banen voorzien is voor het deksel vormend gedeelte van de drager waarin dit gedeelte bij het op de drager 5 plaatsen van het bakje met zijn randen schuift.

8. Verdeler volgens vorige conclusie , met het kenmerk dat de baan voor het deksel vormend gedeelte gevormd is door groeven welke aan de binnenkant tegen de open bovenzijde ten minste op de zijkanten van het bakje aangebracht zijn.

9. Verdeler volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het bakje een vlakke rugwand bezit, terwijl ook de drager benevens het deksel vormend gedeelte een vlakke rugplaat bezit welke tegen de rugwand van het bakje kan aansluiten.

10. Verdeler volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk dat het verdeelelement dat op de verdeelopening van het bakje aansluit, een pompje is.

11. Verdeler volgens vorige conclusie, met het kenmerk dat de verdeelopening en het pompje aan de onderkant van de 20 voorzijde van het bakje gelegen zijn.

12. Verdeler voor vloeistof, in het bijzonder voor vloeibare zeep, zoals hiervoor beschreven of in de hieraan toegevoegde tekeningen vocrgesteld. 8000667