NL8000480A - Zakje van kunststof foelie en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Description

- 1 -

Zakje van kunststof foelie en werkwijze voor de. vervaardiging daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op een zakje van kunststof 'foelie met een voor- en een achterwand en met aan de binnenzijden van deze wanden aangebrachte/ voor het ineen-grijpen complementair uitgevoerde sluit-profiellijsten, die 5 op een bepaalde afstand van en evenwijdig aan de openings-randen van het zakje lopen, zodat de foeliegebieden tussen de sluit-profiellijsten en de openingsranden grijplippen vormen, die verlengstukken van de wanden van het zakje vormen.

10 Zakjes van deze soort hebben in de laatste jaren in zelfbedieningswinkels, ijzerwarenwinkels enz. voor de verkoop van kleine partijen kleine voorwerpen zoals schroeven, moeren en dergelijke artikelen een goede ingang gevonden. Om nu dergelijke zakjes aan haken te kunnen ophangen, is men reeds 15 zodanig te werk gegaan, dat een stuk karton, dat is voorzien van een gat, bovenaan het zakje werd gehecht. Dit karton-stuk werd ook gebruikt om informaties zoals de prijs, aantal stuks en dergelijke informatie daarop te drukken of te schrijven. Het aanhechten van het kartonstuk vereist echter een 20 extra arbeidsgang en omdat het kartonstuk gewoonlijk werd bevestigd met klemmen, maakte het niet slechts het openen van het zakje moeilijker, maar het leidde ook vaak ertoe, dat het zakje tijdens het openen werd verscheurd en daardoor onbruikbaar werd.

25 Het is ook reeds bekend een zakje van kunststof foelie van de bovengenoemde soort in het middelste gebied van de sluitlijst te voorzien van twee op een afstand van elkaar aangebrachte gestanste openingen, de sluitlijsten slechts tussen deze gestanste openingen en de zijdelingse randen 30 van het zakje in elkaar te drukken, wanneer het zakje werd gesloten, en een van karton gestanst insteekelement te gebruiken, dat in het bovenste derde gedeelte een insnoering heeft, waarvan de breedte overeenkomt met de afstand van de gestanste openingen van het foeliezakje, zodat het boven-35 ste derde gedeelte uit het gesloten zakje steekt en dit dankzij een in het bovenste eindbereik van het insteekelement aangebracht gat aan een haak of dergelijk bevestigings-

Rnnnun - 2 - element kan worden opgehangen. Er werden ook reeds bedrukte insteekelementen gebruikt om te kunnen voldoen aan de eisen van zelfbedieningswinkels, die werden gesteld aan de opmaking van de waren. Maar ook dit bekende foeliezakje maakt 5 extra arbeidsgangen noodzakelijk, namelijk het uitstanzen van het insteekelement, het stanzen van openingen in het foeliezakje en het inschuiven van het insteekelement in het foeliezakje.

Aan de uitvinding lag daarom het probleem ten grondslag 10 een zakje van de bovengenoemde soort te verschaffen, dat geschikt is voor zelfbedieningswinkels en op eenvoudige wijze een mogelijkheid verschaft voor het ophangen van het zakje zodat de nadelen van de bovenbeschreven bekende zakjes kunnen worden vermeden. Dit probleem wordt volgens de uit-15 vinding opgelost, doordat het verlengstuk van de achterwand van het zakje een aanzienlijk stuk over de bovenkant van de grijplip van de voorwand uitstrekt. Bij een dergelijk zakje kan het voor het ophangen en aanbrengen van informatiesdienende gebied reeds gedurende de vervaardiging van het eigen-20 lijke zakje worden verschaft, zonder dat dit tot complicaties in de vervaardigingsmachine voor de zakjes leidt, en bovendien worden al de boven opgenoemde nadelen van de bekende zakjes voor zelfbedieningswinkels feermeden. Zoals onderstaand nog zal worden aangetoond, kan het zakje volgens de uitvin-25 ding in principe worden geproduceerd door bekende vervaar-digingswerkwijzen en het foeliegebied, dat steekt over de grijplip van de voorwand van het zakje/vormt een kopstuk, dat kan worden voorzien van een onder de bovenrand aangebracht ophanggat. Dit kopstuk kan verder zodanig worden uitgevoerd 30 of behandeld, dat het kan worden bedrukt bijv. met een stempel of met inkt of dergelijke vloeistof kan worden beschreven. Een verder voordeel van het zakje volgens de uitvinding wordt gezien in het feit, dat het genoemde kopstuk de toegang naar het inwendige van het zakje op geen enkele wijze verhindert, 35 ook niet bij kleine zakjes.

Bij een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van het zakje volgens de uitvinding bestaat het verlengstuk van de achterwand van het zakje uit twee foelielagen, die langs de zijkanten aaneengelast en aan de bovenkant bij voorkeur door ^ een versterkingsverdikking onderling zijn verbonden. Daar- 8000450 * * - 3 - door wordt een aanzienlijke versterking, van het kopstuk bereikt, wat in het bijzonder gunstig blijkt te zijn, wanneer het zakje aan een haak of een dergelijk ophangelement moet worden opgehangen/ waartoe men dan de beide foelielagen 5 van het kopstuk voorziet van een doorlopend gat. Bij deze uitvoeringsvorm zal men informaties in de regel op de bovenste foelielaag drukken of schrijven, omdat echter de beide foelielagen van het kopstuk eveneens een zakje vormen, kan daartussen ook een kartonstuk of dergelijk element wor-10 den geschoven, dat is voorzien van informatiesen/of decoraties .

Het is bijzonder gunstig de versterkingsverdikking door twee in elkaar grijpende, vergrendelde en/of aaneen-geplakte en/of samengelaste profiellijsten te vormen, waar-15 van ieder is aangebracht aan één van de foelielagen van het v©rlengstuk van de achterwand. Zoals de onderstaande beschrijving nog zal laten zien, kan een dergelijk zakje met een uit een dubbele laag bestaand kopstuk, waarvan één laag volgens de uitvinding wordt gevormd door een verlengstuk van 20 de achterwand van het zakje, zonder moeilijkheden met gebruikelijke technieken worden vervaardigd.

De uitvinding heeft tenslotte betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van zakjes volgens de uitvinding; zij gaat daarbij uit van een bekende vervaardigings- 2 ^ werkwijze van zakjes, waarbij een buisfoelie wordt geextru-deerd, die is voorzien van geprofileerde complementaire sluitlijsten, wordt platgelegd en door snijden en lassen dwars op de langsrichting van de buis in de zakjes wordt verdeeld, nadat de complementaire sluitlijsten met elkaar in ingrij-ping zijn gebracht. Volgens de uitvinding wordt een dergelijke werkwijze zodanig uitgevoerd, dat de buisfoelie tijdens het extruderen voor elk paar sluitlijsten wordt voorzien van twee complementair uitgevoerde profiellijsten, die evenwijdig aan de sluitlijsten en op een afstand daarvan zijn 35 aangebracht, die aanzienlijk groter is dan de gewenste hoogte van de grijplip van de voorwand van de gerede zakjes, dat deze profiellijsten in de platgelegde buis voor het vormen van een versterkingsverdikking paarsgewijze worden samengevoegd, en dat de beide lagen van de platgelegde buisfoelie 40 in de langsrichting aan de zijde, die is afgekeerd van de a η π n l q n -4- sluitlijsten, van de samengevoegde profiellijsten direct daarnaast worden opengesneden, terwijl slechts de ene laag van de platgelegde buisfoelie op een afstand van de sluitlijsten, die overeenkomt met de hoogte van de grijplip van de 5 voorwand, tussen de sluitlijsten en de toegevoegde profielli jsten wordt opengesneden. Op deze wijze kunnen de zakjes volgens de uitvinding op bekende machines voor de. vervaardiging van foeliezakjes worden geproduceerd, die slechts met geringe kosten moeten worden veranderd.

10 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van een zakje volgens de uitvinding is weergegeven? daarin tonen: fig. 1 het zakje in perspectief? 15 fig. 2 een doorsnede volgens de lijn 2-2 in fig. 1? fig. 3 schematisch een dwarsdoorsnede door een buisfoelie voor het vervaardigen van zakjes volgens de uitvinding en fig. 4 schematisch een platgelegde buisfoelie in pers-20 pectief.

Het in fig. 1 en 2 weergegeven zakje bestaat uit een kunststof foelie, die zodanig is gevouwen, dat een voorwand 1 en een achterwand 2, die langs zijdelingse lasnaden 20 met elkaar zijn verbonden, een vouw "f" vormen, die de bodemkant 25 van het zakje vormt. Geprofileerde complementair gevormde sluitlijsten 3,4 zijn aan de naar elkaar gekeerde binnenzijden van de voor- en achterwand van het zakje aangebracht.

De sluitlijst 3 vormt een ribbe met een pijl- of weerhaakvormige kop, die kan worden gedrukt in de sluitlijst 4, die 30 een ondersneden groef vormt, aan de achterwand 2 van het zakje en zo het eigenlijke zakje sluit. De sluitlijsten 3 en 4 vormen wegens de buigzaamheid van de gebruikte kunststof een soort ritssluiting, die veelvuldig kan worden geopend en weer gesloten. Het openen vindt plaats, doordat de 35 grijplippen, die worden gevormd door de wanden van het zakje boven de sluitlijsten 3,4, worden gepakt en dwars op het vlak van het zakje uit elkaar worden getrokken.

Bij de tot nu toe bekende zakjes van kunststof foelie hebben de grijplippen, die worden gevormd door de voor- en 40 achterwand, boven de sluitlijsten 3,4 slechts een hoogte van ongeveer 1 cm. Het zakje volgens de uitvinding onderscheidt 8 o o o 4 8 fl f * - 5 - zich daarentegen, doordat slechts de voorwand 1 een dergelijke gebruikelijke grijplip 5 vormt (zie in het bijzonder fig. 2), terwijl de achterwand 2 een verlenging 6 heeft, die ver over de sluitlijst 4 uitsteekt en aanzienlijk hoger 5 is dan de grijplip 5.

Volgens de uitvinding kan het verlengstuk 6 worden gebruikt als reklame- of informatievlak; voor dit doel is het naar buiten gekeerd oppervlak zodanig uitgevoerd resp. geprepareerd, dat zij kan worden bedrukt of beschreven.

10 Volgens de uitvinding vertoont het verlengstuk 6 ver der een gat 10, met behulp waarvan het gehele zakje aan een haak of dergelijk bevestigingsmiddel kan worden opgehangen.

Hoewel een dergelijke eenvoudige uitvoeringsvorm van het zakje volgens de uitvinding met een kopstuk, dat wordt 15 gevormd door het verlengstuk 6, beslist gunstig is, wanneer de inhoud van het zakje niet al te zwaar is of wanneer het zakje niet ophangbaar behoeft te zijn, wordt een verder verbeterde en bijzonder duidelijk uit fig. 2 blijkende uitvoeringsvorm van het zakje volgens de uitvinding de voorkeur 20 gegeven, omdat dit zakje een bijzonder versterkt kopstuk heeft en omdat het bovendien bijzonder eenvoudig met gebruikelijke machines kan worden vervaardigd.

Bij deze de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm wordt het kopstuk van het zakje gevormd uit twee foelielagen, na-25 melijk het verlengstuk 6 van de achterwand 2 van het zakje en de foelielaag 7. De lagen 6 en 7 zijn zoals de voorwand 1 en de achterwand 2 langs de zijkanten 20 van het zakje aan-eengelast en de beide lagen van het kopstuk hebben ieder een profiellijst 8 resp. 9, die in elkaar grijpen en een ver-30 sterkingsverdikking vormen. Deze verdikking strekt zich uit over de gehele breedte van het zakje en is volgens de uitvinding boven de ophanggaten 10 van de lagen 6 en 7 aangebracht. De profiellijsten 8 en 9 worden bij voorkeur stevig onderling verbonden, bijv. door ultrasoon-lassen; de lasver-35 binding is echter ook reeds voldoende, die ontstaat wanneer de voor- en achterwand 1,2 van het zakje en de lagen 6 en 7 langs de zijkanten 20 worden aaneengelast.

Volgens de uitvinding is het naar buiten gekeerde oppervlak van de laag 7 voorzien van een veld 70, dat kan wor-40 den bedrukt of beschreven.

8000480 - 6 -

Zakjes, die zijn uitgevoerd volgens fig. 1 en 2, kunnen gemakkelijk worden vervaardigd van een geëxtrudeerde buisfoelie, die op bekende machines kan worden geproduceerd.

Deze buisfoelie heeft geprofileerde, complementair uitge-5 voerde sluitlijsten alsmede volgens de uitvinding voor elk paar sluitlijsten nog een paar complementaire profiellijsten, die op gelijke wijze als de sluitlijsten met de buisfoelie geextrudeerd worden of daarop worden aangebracht, nadat de buisfoelie het extrusiemondstuk heeft verlaten.

10 Fig. 3 toont schematisch de aanbrenging van de sluit lijsten 3,4 en van de profieHijsten 8,9 aan een opengeblazen buisfoelie, zoals zij een ringextrusiemondstuk verlaat.

In fig. 3 werden de vouwlijnen "f" aangeduid, die later de zijvouwen van de platgelegde buisfoelie resp. de bodemkanten 15 van de zakjes vormen, zoals dit blijkt uit fig. 4. Zoals deze fig. toont, worden na het platleggen van de buisfoelie de sluitlijsten 3,4 en de profiellijsten 8,9 paarsgewijze samengevat en in elkaar gestoken, waarna men op doelmatige wijze de profiellijsten 8,9 door ultrasoon-lassen stevig on-20 derling verbindt. Zoals reeds werd uiteengezet kan het echter ook voldoende zijn de profiellijsten 8,9 met elkaar te verbinden wanneer de platgelegede buisfoelie dwars op de langs-richting van de buis wordt doorgesneden en aaneengelast (bij voorkeur door scheidingslassen) om op gebruikelijke wijze 25 de buis in zakjes te verdelen. Een dergelijke scheidingslijn werd in fig. 4 met 11 aangeduid. Dan wordt de bovenste laag van de platgelegde buisfoelie, die de voorwanden 1 van de zakjes vormt, langs de lijn 12 opengesneden, zodat de grijplippen 5 ontstaan, en de beide foelielagen van de platgelegde buis 30 worden tussen de aan elkaar grenzende profiellijstparen 8,9 doorgesneden, zoals dit in fig. 4 bij 80 is weergegeven.

Zakjes volgens de uitvinding kunnen echter ook op andere wijze dan boven beschreven worden vervaardigd, bij voorbeeld door vouwen van een vooraf vlak foeliestuk of door het ver-35 vaardigen van een buisfoelie, die slechts één enkele rij achter elkaar liggende zakjes vormt. De sluit- en profiellijsten 3,4 resp. 8,9 kunnen bovendien ook afzonderlijk worden vervaardigd en op de foelie geplakt of gelast.

De profiellijsten kunnen bijzonder voordelig worden gebruikt 40 voor het besturen tijdens de vervaardiging van de zakjes en/of tijdens het bedrukken van de zakjes.

Q Λ Λ Π /t Ö A _ Λλπ/ίΊ hgt ac —

Claims (6)

1. Zakje van kunststof foelie met een voor- en een achterwand en met aan de binnenzijden van deze wanden aangebrachte, voor het ineengrijpen complementair uitgevoerde sluitprofiellijsten, die op een bepaalde afstand van en 5 evenwijdig aan de openingsranden van het zakje lopen, zodat de foeliegebieden tussen de sluitprofiellijsten en de openingsranden grijplippen vormen, die verlengstukken van de wanden van het zakje zijn, met het kenmerk, dat het verlengstuk (6,7) van de achterwand (2) van het zakje 10 zich een aanzienlijk stuk over de bovenkant van de grijplip (5).van de voorwand (1) uitstrekt.

2. Zakje volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het verlengstuk (6,7) van de achterwand (2) 15 is voorzien van een ophanggat (10) en daarboven langs haar bovenkant van een versterkingsverdikking (8,9).

3. Zakje volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het verlengstuk (6,7) van de achterwand (2) 20 van het zakje een bedrukbaar en/of beschrijfbaar oppervlak-tegebied (70) heeft.

4. Zakje volgens êën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verlengstuk van de achterwand 25 (2) van het zakje bestaat uit twee foelielagen (6,7), die langs de zijkanten (20) samengelast zijn en aan de bovenkant bij voorkeur door een versterkingsverdikking (8,9) onderling zijn verbonden.

5. Zakje volgens conclusie 4,met het ken merk, dat de versterkingsverdikking is gevormd door twee in elkaar grijpende, vergrendelde en/of samengeplakte en/of aaneengelaste profiellijsten (8,9) , waarvan ieder aan ëên van de foelielagen (6,7) van het verlengstuk van de achter-35 wand (2) is aangebracht.

6. Werkwijze voor het vervaardigen van zakjes volgens ëën of meer der voorgaande conclusies door extruderen van een Λ Λ Λ Λ η Λ - 8 - buisfoelie, die is voorzien van geprofileerde complementaire sluitlijsten, wordt platgelegd en door snijden en lassen dwars op de langsrichting van de buis in zakjes wordt verdeeld, nadat de complementaire sluitlijsten met 5 elkaar in ingrijping zijn gebracht, met het kenmerk, dat de buisfoelie tijdens het extruderen voor elk paar sluitlijsten wordt voorzien van twee complementair uitgevoerde profiellijsten, die evenwijdig aan de sluitlijsten en op een afstand daarvan zijn aangebracht, die 10 aanzienlijk groter is dan de gewenste hoogte van de grijp-lip van de voorwand van het gerede zakje, dat deze profiel-lijsten in de platgelegde buis voor het vormen van een ver-sterkingsverdikking paarsgewijze samengevoegd worden, en dat de beide lagen van de platgelegde buisfoelie in de langs-15 richting aan de van de sluitlijsten afgekeerde zijde van de samengevoegde profiellijsten direct daarna worden opengesneden, terwijl slechts de ene laag van de platgelegde buisfoelie op een afstand van de sluitlijsten, die correspondeert met de hoogte van de grijplip van de voorwand, 20 wordt opengesneden tussen de sluitlijsten en de profielli jsten. • · · · “ · *“ · " · · · “ 8000430