NL7920074A - Steuninrichting voor een uit microfoon en hoorn bestaande telefooncombinatie, die handhaafbaar is in de luisterstand zonder hulp van de hand. - Google Patents

Description

- p & c f 7 9.2 Ö 0*4

W 5707-1 PCT

Steuninrichting voor een uit microfoon en hoorn bestaande telefooncombinatie, die handhaafbaar is in de luisterstand zonder hulp van de hand.

De uitvinding heeft betrekking op een steuninrichting voor een uit een combinatie van microfoon en hoorn bestaande telefoon, welke inrichting de gebruiker in staat stelt de telefooncombinatie te laten steunen op zijn schouder, waardoor hij zijn beide handen vrij kan houden.

5 Het is bekend, dat de telefoontoestellen in het algemeen de gebruikers niet in staat stellen te telefoneren zonder dat één hunner handen in beslag genomen wordt door het vasthouden van de telefooncombinatie. Wanneer de gebruiker op hetzelfde moment dat hij telefoneert, paperassen moet raadplegen of notities moet maken, is hij gedwongen een ongemakkelijke 10 houding aan te nemen om te trachten, bijvoorbeeld de telefooncombinatie in te klemmen tussen de schouder en de kin, terwijl hij sterk het hoofd buigt, hetgeen niet alleen onpraktisch is, maar bovendien uiterst vermoeiend is.

Men heeft reeds verschillende inrichtingen voorgesteld om een 15 telefooncombinatie op de schouder van de gebruiker te houden zodanig dat de hoorn geplaatst is op het oor van de gebruiker en de microfoon voor zijn mond, maar deze inrichtingen zijn dikwijls slecht; geschikt of weinig esthetisch en kunnen de plaatsing van de hoorn op de haak van het toestel hinderen.

20 Men kan in dit verband aanhalen de inrichting beschreven in het

Amerikaanse octrooischrift 2.525.699 of die welke het voorwerp is van het Belgische octrooischrift 552.476.

De uitvinding heeft ten doel het verschaffen van een steuninrichting voor een telefooncombinatie, die eenvoudig is, licht en weinig plaats in-25 neemt voor beroepsgebruik of niet.

De inrichting volgens de uitvinding streeft ernaar om te kunnen worden aangepast op alle telefooncombinaties van het gangbare model, om minder plaatsnemend te zijn, om een gemakkelijk ter hand nemen van de telefooncombinatie mogelijk te maken, die zij voorbereidt en om niet het 30 op haar plaats zetten van de telefoonhoorn op de haak van het toestel te hinderen.

Bovendien moet de inrichting volgens de uitvinding, in bedrijf genomen kunnen worden met de hand, die de telefooncombinatie vasthoudt zonder dat het nodig is de aan de gang zijnde conversatie te onderbreken.

35 De uitvinding verschaft derhalve een steuninrichting voor een uit 7920074 - 3 - * · , ’ } gerust met de inrichting volgens de uitvinding, geplaatst in de bedrijfs-stand;

Fig. 7 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VII-VII van fig. 1;

Fig. 8 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VIII-VIII in fig. 1; 5 Fig. 9 geeft een aanzicht volgens de pijl IX in fig. 7;

Fig. 10 geeft een aanzicht volgens de pijl X in fig. 8;

Fig. 11 geeft een aanzicht volgens de pijl XI in fig. 7; en

Fig. 12 geeft een aanzicht volgens de pijl XII in fig. 8.

De beschreven en weergegeven inrichting bevat een basis 1 van 10 langwerpige vorm, waarop zijn bevestigd klemmen 4, die bevestiging op de telefooncombinatie B mogelijk maken. Aan de uiteinden van de basis 1 zijn scharnierend verbonden twee beweegbare armen 2 en '3, die beweegbaar zijn tussen een opgevouwen stand van fig. 1, waarbij zij tegen de basis 1 aanliggen, en de bedrijfsstand van fig. 2-6. De arm 2, die een borststem 15 vormt tegen de borst van de gebruiker, is scharnierend om een as of tap 7, loodrecht op de hartlijn van de basis 1, en de arm 3, die een steunstaf 30 vormt om de nek van de gebruiker, is scharnierend om een as of tap 12, eveneens loodrecht op de hartlijn van de basis 1. De hartlijnen van de assen 7 en 12 sluiten een merkbaar rechte hoek in. De hartlijnen van de 20 assen 7 en 12 maken trouwens elk een scherpe hoek met de loodlijn 17 op het vlak van de basis 1, waarop de klemmen 4 zijn vastgemaakt.

De steunstaf 30, die bestemd is om in contact te komen met de nek van de gebruiker, bezit een verbrede sectie en kan een oppervlak bezitten, dat enigszins ruw gemaakt is voor een betere hechting. Dat is ook het geval 25 voor het uiteinde van de arm 2.

Overigens voor een regeling van de gebruiksstand kan de arm 3 telescopisch uitgevoerd zijn in zijn rechter gedeelte, welk kenmerk het bovendien mogelijk maakt de plaatsinneming van de inrichting in de opgevouwen toestand te verminderen.

30 Elke arm 2 en 3 werkt samen met een terugdrijfveer, die poogt om hen mee te nemen naar de bedrijfsstand, waarbij die veer bijvoorbeeld een schroefveer is, opgenomen in de corresponderende as of tap 7 of 12, die voor elke arm een deel 8 bevat, dat solidair is met de basis 1, die een kooi vormt voor de veer 5, en een deel 18, dat solidair is met de 35 corresponderende arm. De delen 8 en 18 van elke as of tap zijn in wrijvings- 7920074 - 3 - . > , >

J

gerust met de inrichting volgens de uitvinding, geplaatst in de bedrijfs-stand;

Fig. 7 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VII-VII van fig. 1?

Fig. 8 stelt een doorsnede voor volgens de lijn VIII-VIII in fig. 1; 5 Fig. 9 geeft een aanzicht volgens de pijl IX in fig. 7;

Fig. 10 geeft een aanzicht volgens de pijl X in fig. 8;

Fig. 11 geeft een aanzicht volgens de pijl XI in fig. 7; en

Fig. 12 geeft een aanzicht volgens de pijl XII in fig. 8.

De beschreven en weergegeven inrichting bevat een basis 1 van 10 langwerpige vorm, waarop zijn bevestigd klemmen 4, die bevestiging op de teletooncombinatie B mogelijk maken. Aan de uiteinden van de basis 1 zijn scharnierend verbonden twee beweegbare armen 2 en '3, die beweegbaar zijn tussen een opgevouwen stand van fig. 1, waarbij zij tegen de basis 1 aanliggen, en de bedrijfsstand van fig. 2-6. De arm 2, die een borststeun 15 vormt tegen de borst van de gebruiker, is scharnierend om een as of tap 7, loodrecht op de hartlijn van de basis 1, en de arm 3, die een steunstaf 30 vormt om de nek van de gebruiker, is scharnierend om een as of tap 12, eveneens loodrecht op de hartlijn van de basis 1. De hartlijnen van de assen 7 en 12 sluiten een merkbaar rechte hoek in. De hartlijnen van de 20 assen 7 en 12 maken trouwens elk een scherpe hoek met de loodlijn 17 op het vlak van de basis 1, waarop de klemmen 4 zijn vastgemaakt.

De steunstaf 30, die bestemd is om in contact te komen met de nek van de gebruiker, bezit een verbrede sectie en kan een oppervlak bezitten, dat enigszins ruw gemaakt is voor een betere hechting. Dat is ook het geval 25 voor het uiteinde van de arm 2.

Overigens voor een regeling van de gebruiksstand kan de arm 3 telescopisch uitgevoerd zijn in zijn rechter gedeelte, welk kenmerk het bovendien mogelijk maakt de plaatsinneming van de inrichting in de opgevouwen toestand te verminderen.

30 Elke arm 2 en 3 werkt samen met een terugdrijfveer, die poogt om hen mee te nemen naar de bedrijfsstand, waarbij die veer bijvoorbeeld een schroefveer is, opgenomen in de corresponderende as of tap 7 of 12, die voor elke arm een deel 8 bevat, dat solidair is met de basis 1, die een kooi vormt voor de veer 5, en een deel 18, dat solidair is met de 35 corresponderende arm. De delen 8 en 18 van elke as of tap zijn in wrijvings- 7920074 - 4 - contact volgens twee verschillende vlakken, die op elkaar aansluiten via schouders of verhogingen 15, die aanslagen vormen om het opengaan van de armen te beperken. De uiteinden van de spiraalveren 5 zijn opgenomén in ligplaatsen 20 van de delen 8 en 18 van de assen of tappen.

5 Voor het handhaven van de armen in de opgevouwen stand wordt een verende klem 16 vastgemaakt aan de basis 1 en ontvangt de arm 2, die een geschikte inkeping bezit. Deze zelfde arm 2 bezit eveneens een haak 14, die in opgevouwen stand, de arm 3 ontvangt en vasthoudt.

Aldus houdt de klem 16 de arm 2 vast, en door tussenkomst hiervan de 10 arm 3. Het openen van deze klem bewerkstelligt het gelijktijdig opengaan van de beide armen.

De inrichting volgens de uitvinding wordt gerealiseerd in elk geschikt materiaal, bijvoorbeeld in ZAMAC, of in PVC, of in NYLON en volgens elke geschikte techniek, bijvoorbeeld door gietvormen.

15 Zij kan worden geïntegreerd aan de telefooncombinatie tijdens het realiseren daarvan.

7920074

Claims (6)

1. Steuninrichting voor een uit microfoon en hoorn bestaande teletooncombinatie, bevattende een basis van langwerpige vorm voorzien van bevestigingsmiddelen aan de telefooncombinatie, met het kenmerk, dat zij, scharnierend in de beide uiteinden van de basis (1), twee armen (2,3) 5 bevat, die elk beweegbaar zijn tussen een opgevouwen positie, waarin de betreffende arm opgevouwen is tegen de basis, en een bedrijfsstand,waarin elke arm met de langsas van de basis een merkbaar rechte hoek maakt, waartoe de armen scharnierend zijn om twee assen (7, 12), die solidair zijn met de basis en die tussen hen een hoek insluiten, die merkbaar recht is, 10 waarbij de arm (2), waarvan de as of tap (7) zich dicht bij de microfoon bevindt, een borststeun vormt tegen de borst van de gebruiker, terwijl de arm (3), waarvan de as (12) zich dicht bij de hoorn bevindt, eindigt in een steunstaf (30) om de nek van de gebruiker., waarbij verende middelen (5) aanwezig zijn, die pogen elk der armen terug te drijven uit de 15 opgevouwen positie naar de bedrijfsstand,terwijl vergrendelmiddelen onder druk vrijgeefbaar zijn ten einde de armen (2, 3) in de opgevouwen positie te handhaven.

1. A * P & C W 5707-1 PCT - 5 -

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de arm (3), die de steunstaf (30) vormt, telescopisch is met een regelbare lengte.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de hartlijnen van de assen (7, 12) elk een scherpe hoek maken met het vlak van het deel van de basis (1), dat de bevestigingsmiddelen (4) aan de telefooncombinatie B draagt.

4. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat de verende middelen spiraalveren (5) zijn opgenomen in de scharnieren (7, 12).

5. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wrijvingsvlakken van de scharnierassen van de armen (2, 3) schouders of verhogingen (15) bevatten, die aanslagen vormen.

6. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vergrendelingsmiddelen bestaan uit een verende klem (16) L:bevestigd aan de basis (1) om de arm, die een borststeun vormt, vastgehouden, welke laatste een vasthoudhaak (14) bevat van de arm (3), die de steunstaf (30) vormt. 7920074