NL7920026A - DEVICE FOR CLAMPING WORKPIECES. - Google Patents

DEVICE FOR CLAMPING WORKPIECES. Download PDF

Info

Publication number
NL7920026A
NL7920026A NL7920026A NL7920026A NL7920026A NL 7920026 A NL7920026 A NL 7920026A NL 7920026 A NL7920026 A NL 7920026A NL 7920026 A NL7920026 A NL 7920026A NL 7920026 A NL7920026 A NL 7920026A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
levers
arms
claw
clamping
guide
Prior art date
Application number
NL7920026A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Martinsson Bertil
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Martinsson Bertil filed Critical Martinsson Bertil
Publication of NL7920026A publication Critical patent/NL7920026A/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23BTURNING; BORING
    • B23B31/00Chucks; Expansion mandrels; Adaptations thereof for remote control
    • B23B31/02Chucks
    • B23B31/10Chucks characterised by the retaining or gripping devices or their immediate operating means
    • B23B31/12Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable
    • B23B31/16Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable moving radially
    • B23B31/16004Jaws movement actuated by one or more spiral grooves
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23BTURNING; BORING
    • B23B2231/00Details of chucks, toolholder shanks or tool shanks
    • B23B2231/22Compensating chucks, i.e. with means for the compensation of irregularities of form or position
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23BTURNING; BORING
    • B23B2231/00Details of chucks, toolholder shanks or tool shanks
    • B23B2231/30Chucks with four jaws

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Jigs For Machine Tools (AREA)
  • Gripping Jigs, Holding Jigs, And Positioning Jigs (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Description

-1- 21286/CV/tl-1- 21286 / CV / tl

Aanvrager: Bertil Martinsson , N. Köpmangatan 22 C, 803 52 GAVLE, Zweden. Korte Aanduiding: Inrichting voor het vastkleiranen van werkstukken.Applicant: Bertil Martinsson, N. Köpmangatan 22 C, 803 52 GAVLE, Sweden. Brief Designation: Device for fastening work pieces.

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vastklem- men van werkstukken voorzien van drie hefbomen met althans twee armen, waarbij ieder van de hefbomen scharnierend is verbonden met een bedie-ningsorgaan, dat althans in hoofdzaak radiaal in heen en weer gaande wijze beweegbaar is ten opzichte van een basis van de inrichting ,en van 10 een mechanisme voor het gelijktijdig bewegen van de bedieningsdelen voor het vastklemmen of vrijmaken van een werkstuk,waarbij ieder van de twee armen van ieder van de hefbomen in ingrijping is met een klauw en deze klauw bedient voor het in contact komen met het werkstuk.The invention relates to a device for clamping workpieces comprising three levers with at least two arms, each of the levers being hingedly connected to an operating member which is movable at least substantially radially in a reciprocating manner relative to a base of the device, and of a mechanism for simultaneously moving the operating parts for clamping or releasing a workpiece, each of the two arms of each of the levers engaging a claw and this claw controls for coming into contact with the workpiece.

Een inrichting van deze soort is beschreven in het Amerikaanse 15 octrooi 2.921.796 en maakt het mogelijk een doelmatige vastklemming te verkrijgen,in het bijzonder van werkstukken welke een onregelmatige vorm hebben. Deze bekende inrichting heeft echter een ernstig nadeel, in het bijzonder indien verhoudingsgewijs weinig klauwen,bijvoorbeeld vier klauwen worden gebruikt. Aangezien de hefbomen evenals de klauwen radiaal 20 beweegbaar zijn naar en afgekeerd van een hart van de inrichting zullen de hefbomen de klauwen onderwerpen aan bedieningskrachten,die zijn gericht onder een hoek ten opzichte van de langsrichting van de geleidingen waarin de klauwen beweegbaar zijn. Zodoende zal er niet slechts een krachtcomponent in de bewegingsrichting van de klauwen optreden maar ook 25 een krachtcomponent welke daar dwars op is gericht. Deze dwarsgerichte krachtcomponent zal een aanzienlijke slijtage van de klauwen en hun geleidingen veroorzaken en deze slijtage kan resulteren in een ontoelaatbare speling of zelfs een vastlopen van de klauwen. Om de inrichting dan weer bruikbaar te maken zijn dure herstelwerkzaamheden vereist.A device of this kind is described in US patent 2,921,796 and makes it possible to obtain an effective clamping, in particular of workpieces which have an irregular shape. However, this known device has a serious drawback, in particular if relatively few claws, for example four claws, are used. Since the levers as well as the jaws are movable radially toward and away from a center of the device, the levers will subject the jaws to actuating forces directed at an angle to the longitudinal direction of the guides in which the jaws are movable. Thus, not only will a force component occur in the direction of movement of the claws, but also a force component directed transversely thereon. This transverse force component will cause significant wear to the jaws and their guides and this wear can result in inadmissible play or even jamming of the jaws. Expensive repair work is required to make the device usable again.

30 Met de uitvinding wordt beoogd het bovengenoemde nadeel zo goed mo gelijk te vermijden.The object of the invention is to avoid the above drawback as far as possible.

Volgens de uitvinding kan dit worden verkregen doordat twee van de hefbomen ieder met hun ene arm in ingrijping zijn met dezelfde klauw.According to the invention this can be obtained in that two of the levers each engage with the same claw with one arm.

Op deze wijze zal de klemkracht op iedere klauw worden aangebracht door 35 twee hefbomen. De dwarsgerichte klemkracht uitgeoefend op de klauw door de ene hefboom kan worden vereffend door de krachtscomponent aangebracht 7920026 -2- 21286/CV/tl door de andere hefboom,zodat de resulterende klemkracht van de klauw althans in hoofdzaak evenwijdig aan de bewegingsrichting van de klauw zal zijn gericht. Het resultaat hiervan is uiteraard,dat de slijtage minimaal zal zijn.In this way, the clamping force will be applied to each claw by two levers. The transverse clamping force exerted on the claw by one lever can be equalized by the force component applied 7920026 -2- 21286 / CV / tl by the other lever, so that the resulting clamping force of the claw will be at least substantially parallel to the direction of movement of the claw are targeted. The result of this is, of course, that the wear will be minimal.

5 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren,waarin een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding schematisch is weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the accompanying figures, in which an embodiment of a device according to the invention is schematically shown.

Fig. 1 toont in perspectief een aanzicht op een kleminrichting volgens de uitvinding.Fig. 1 shows a perspective view of a clamping device according to the invention.

10 Fig. 2 toont de kleminrichting gezien in perspectief gedeeltelijk in aanzicht zoals afgebeeld in fig.l en gedeeltelijk in doorsnede.FIG. 2 shows the clamping device seen in perspective partly in view as shown in fig. 1 and partly in section.

Fig. 3 toont de in fig.l en 2 afgebeelde inrichting gedeeltelijk gezien in vooraanzicht en gedeeltelijk in doorsnede.Fig. 3 shows the device shown in FIGS. 1 and 2 partly in front view and partly in section.

Fig. 4 toont de inrichting gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk 15 in aanzicht gezien volgens de lijn IV- IV in fig.3.Fig. 4 shows the device partly in section and partly in view taken along line IV-IV in fig. 3.

Fig. 5 toont de inrichting gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede gezien volgens de lijn V - V in fig.3.Fig. 5 shows the device partly in elevation and partly in section along the line V - V in fig. 3.

De in de figuur weergegeven kleminrichting is ontworpen als een klauwplaat voor een draaibank en is voorzien van een basis 1,welke met 20 de achterzijde in fig.l op de gebruikelijke wijze te verbinden is met de spil van een draaibank. Zoals uit fig.2 en 3 blijkt omvat de klauwplaat hefbomen 2 waarvan er vier zijn aangebracht en die ieder zijn voorzien van twee armen 3 en 4. De hefbomen 2 zijn scharnierend verbonden met bedieningsorganen 5, die radiaal en heen en weer beweegbaar zijn in de 25 basis 1. Een vastzetmechanisme 6 dient voor het bewegen van de hefbomen 2 voor het vastklemmen van een werkstuk 7 (fig.l) of 8 (fig.3).The clamping device shown in the figure is designed as a lathe chuck and is provided with a base 1, which can be connected to the spindle of a lathe in the usual manner with the rear side in fig. As can be seen from Figs. 2 and 3, the chuck comprises levers 2, four of which are provided and each of which is provided with two arms 3 and 4. The levers 2 are hingedly connected to operating members 5, which are movable radially and reciprocally in the Base 1. A locking mechanism 6 serves to move the levers 2 to clamp a workpiece 7 (fig. 1) or 8 (fig. 3).

Ieder van de twee armen 3 en 4 van ieder van de hefbomen is verbonden met een klauw 9 voor het in contact brengen met een werkstuk.Each of the two arms 3 and 4 of each of the levers is connected to a claw 9 for contacting a workpiece.

Twee naburige hefbomen 2 hebben altijd hun ene naburige arm 3 resp.4 in 30 ingrijping met dezelfde klauw 9. De armen 3 en 4 van iedere hefboom 2 strekken zich onder een hoek,bij/foorkeur eer rechte hoek ten opzichte van elkaar uit.Two neighboring levers 2 always have their one neighboring arm 3 and 4 respectively engaged with the same jaw 9. The arms 3 and 4 of each lever 2 extend at an angle, preferably at right angles to each other.

Aspennen 10,die zijn ingestoken in de bedieningsorganen 5 door bijvoorbeeld een schroefverbinding steken uit door openingen in de hefbo-35 men,die om de pennen verdraaibaar zijn. De bedieningsorganen 5 zijn beweegbaar in groeven of geleidingen in de basis 1 ,welke is voorzien van 7920026 -3- 21286/CV/tl een achterste deel 12, dat met behulp van niet nader weergegeven bouten is verbonden met een voorste deel 13. De vier geleidingen 11, een voor ieder bedieningsorgaan en hefboom,zijn aangebracht in het voorste deel 13. De geleidingen 11 hebben geleidingsgroeven voor corresponderende 5 geleidingsuitsteeksel op bedieningsorganen 5.Shaft pins 10, which are inserted into the actuators 5 by, for example, a screw connection, protrude through openings in the levers which are rotatable about the pins. The operating members 5 are movable in grooves or guides in the base 1, which is provided with a rear part 12 of 7920026 -3- 21286 / CV / tl, which is connected to a front part 13 by means of bolts (not shown). guides 11, one for each actuator and lever, are provided in the front part 13. The guides 11 have guide grooves for corresponding guide protrusion on actuators 5.

Ook de klauwen 9 zijn beweegbaar in radiale groeven of geledingen 15 in het voorste deel 13. De klauwen 9 hebben geleidingsgroeven 16,die geleidingsuitsteeksels 17 op het voorste deel 13 opnemen. Het voorste deel 13 heeft dus vier radiale geleidingen 11 voor de ' be^ieningsdelen 5 10 en vier radiale geleidingen 15 voor de klauwen 9. Deze twee stellen geleidingen 11 en 15 zijn afwisselend aangebracht om de omtrek van het voorste deel 13 en strekken zich uit naar een centrale cirkelvormige doortocht 18 in het voorste deel 13. Iedere klauw 9 heeft een geleidings-orgaan 19,dat beweegbaar is in de geleiding 15 en een daarmede verbonden 15 klemorgaan 20. Het klemorgaan is aangepast voor het aangrijpen op het werkstuk en kan op de gebruikelijke wijze zijn voorzien van een aantal stappen 21 voor het vereenvoudigen van het vastklemmen.Also the claws 9 are movable in radial grooves or articulations 15 in the front part 13. The claws 9 have guide grooves 16, which receive guide projections 17 on the front part 13. The front part 13 thus has four radial guides 11 for the operating parts 5 and four radial guides 15 for the claws 9. These two sets of guides 11 and 15 are arranged alternately around the circumference of the front part 13 and extend to a central circular passage 18 in the front part 13. Each claw 9 has a guide member 19 which is movable in the guide 15 and a clamping member 20 connected thereto. The clamping member is adapted for engaging the workpiece and can in the usual manner are provided with a number of steps 21 for simplifying clamping.

De twee armen 3 en 4 van de hefbomen zijn opgenomen in uitsparingen 22 in geleidingsorganen 19 en daarin scharnierbaar ondersteund in een 20 vlak loodrecht op de hartlijnen van de pennen 10. Meer in het bijzonder zijn de twee naburige armen 3 en 4 (fig.2,5) van twee naburige hefbomen, gezien in de bewegingsrichting van het geleidingsorgaan 19,naast elkaar gelegen in de uitsparing 22 in dit zelfde geleidingsorgaan 19. Ieder van de twee armen is gelegen tussen twee schuifelementen 23 en 24 voorzien 25 van een eerste geschikt vlak oppervlak 25 welke in ingrijping is met de arm en een cirkelvormig gekromd tweede oppervlak 26,dat in ingrijping is met een cirkelvormig gekromd zittingoppervlak 27 van een geleidingsdeel 19. De uitstrekking van de legerelementen 23 en 24 langs de pennen 10 komt overeen met de uitstrekking of breedte van de armen 3 en 4 in dezelf-30 de richting. De armen 3 en 4 in eenzelfde uitsparing 22 kunnen dus hellend zijn ten opzichte van elkaar onder het bewerkstelligen dat het desbetreffende paar legerelementen schuift tegen hun zittingoppervlakken 27. Bovendien kunnen de armen 3 en 4 schuiven op de oppervlakken 25.The two arms 3 and 4 of the levers are received in recesses 22 in guide members 19 and pivotally supported therein in a plane perpendicular to the axes of the pins 10. More specifically, the two adjacent arms 3 and 4 (fig. 2 5) of two adjacent levers, viewed in the direction of movement of the guide member 19, juxtaposed in the recess 22 in this same guide member 19. Each of the two arms is located between two sliding elements 23 and 24 provided with a first suitable face surface 25 which meshes with the arm and a circularly curved second surface 26 which meshes with a circularly curved seat surface 27 of a guide member 19. The extension of the bearing elements 23 and 24 along the pins 10 corresponds to the extension or width of arms 3 and 4 in the same direction. The arms 3 and 4 in the same recess 22 can thus be inclined relative to each other, causing the respective pair of bearing elements to slide against their seating surfaces 27. In addition, the arms 3 and 4 can slide on the surfaces 25.

De uitsparing 22 omvat,afgezien van het deel aangepast voor het 35 opnemen van de gedeeltelijk cilindrische legerelementen 23 en 24 een buitenste rechthoekig uitgespaard gedeelte 28 waarin een T-vormig instel- 7920026 -4- 21286/CV/tl •orgaan.29 is gelegen,welk orgaan is voorzien van een deel of flens 30, welke is opgenomen in een uitsparing in het klemorgaan 20. De relatieve opstelling tussen het geleidingsorgaan 19 en het klemorgaan 20 wordt op deze wijze bepaald. Ieder geleidingsorgaan 19 heeft twee radiaal gerichte 5 blinde gaten 31 waarin cilindrische moeren 32 zijn geplaatst,welke moeren zijn voorzien van schroefdraadgaten 33,die zich loodrecht op de hartlijnen van de moeren uitstrekken. De klemorganen 20 zijn voorzien van gaten 35, welke zich evenwijdig aan een draaiingsas van de klauwplaat uitstrekken en zijn voorzien van een deel met een grotere diameter voor,het opnemen 10 van de koppen van bouten 36 en een deel met een kleinere diameter voor het opnemen van de schachten van de bouten. Er zijn twee sleuven 37 in ieder geleidingsdeel 19 om de doortocht mogelijk te maken van de schachten van de twee bouten 36,welke schachten zijn voorzien van schroefdraad bezittende delen,die in ingrijping zijn met de schroefdraadgaten 33 in 15 de moeren 32. De klemorganen 20 zijn zodoende doelmatig verbonden met geleidingsorganen 19 en deze verbinding is instelbaar,zodat de onderlinge ligging tussen ieder geleidingsorgaan 19 en klemorgaan 20 kan worden ingesteld. Deze instelling kan worden uitgevoerd door het losmaken van de bouten 36, het venijderen van het klemdeel 20 en het vervangen van het 20 instelorgaan 29 door een ander instelorgaan waarvan het deel of flens 30 voor ingrijping met klemdeel 20 is verplaatst in de bewegingsrichting van het geleidingsorgaan 19 ten opzichte van de flens 30 op het oorspronkelijk gebruikte instelorgaan. Indien het klemdeel 20 weer wordt aangebracht tegen het geleidingsorgaan 19 en in ingrijping is met het instelorgaan 29 25 zal het klemdeel 20 een stand ten opzichte van het geleidingsorgaan 19 innemen,welke is verplaatst langs de bewegingsrichting van het geleidingsorgaan 19 in verhouding tot de oorspronkelijke stand. Deze nieuwe stand wordt vastgezet door het vastzetten van de bouten 36 in de moeren 32,die zijn geplaatst in de gaten 31. Deze instelbaarheid van de klemor-30 ganen 20 is een belangrijk voordeel indien bijvoorbeeld een excentrisch vastklemmen van een werkstuk ten opzichte van de draaiingsas 34 van de klauwplaat wordt gewenst. Het is duidelijk,dat twee of meer van de klemorganen 20 opnieuw kan worden ingesteld ten opzichte van de geleidingsorganen 19 op boven beschreven wijze. Ofschoon slechts drie en twee hef-35 bomen duidelijk in de fig.2 resp.3 zijn afgebeeld zal het duidelijk zijn, dat de weergegeven klauwplaat is voorzien van vier hefbomen en dat deze 7920026 -5- 21286/CV/tl hefbomen zijn aangepast voor het bedienen van de vier klauwen 9,die ieder zijn aangebracht tussen de bedieningsorganen 5 voor twee hefbomen 2. De hefbomen 2 zijn relatief verplaatst in de richting van de hartlijn 34,zodat een arm 3 van een hefboom kan zijn gelegen naast een andere arm 5 4 van een naburige hefboom. Meer in het bijzonder zijn twee diametraal tegenover elkaar gelegen hefbomen op gelijke wipe verplaatst in de richting van de hartlijn 34 ten opzichte van de twee andere diametraal tegenover elkaar gelegen hefbomen. De ligging van de bovenste rechter hefboom in fig.2 langs pen 10 wordt verkregen door een daarom gelegen 10 huls 38. Op overeenkomstige wijze zijn soortgelijke afstandshulzen voor de andere hefbomen aangebracht aan de ene of de andere axiale zijde van de hefbomen voor het verkrijgen van de gewenste opstelling -langs de hartlijn 34.The recess 22, apart from the part adapted to receive the partially cylindrical bearing elements 23 and 24, comprises an outer rectangular recessed portion 28 in which a T-shaped adjuster 7920026-4-21286 / CV / tl • member 29 is located. which member is provided with a part or flange 30, which is received in a recess in the clamping member 20. The relative arrangement between the guide member 19 and the clamping member 20 is determined in this way. Each guide member 19 has two radially oriented blind holes 31 in which cylindrical nuts 32 are placed, these nuts having threaded holes 33 extending perpendicular to the centerlines of the nuts. The clamping members 20 are provided with holes 35 which extend parallel to an axis of rotation of the chuck and are provided with a larger diameter part for receiving the heads of bolts 36 and a smaller diameter part for receiving of the shafts of the bolts. There are two slots 37 in each guide portion 19 to allow passage of the shafts of the two bolts 36, which shafts are provided with threaded parts that engage threaded holes 33 in nuts 32. Clamping members 20 are thus efficiently connected to guide members 19 and this connection is adjustable, so that the mutual location between each guide member 19 and clamping member 20 can be adjusted. This adjustment can be made by loosening the bolts 36, removing the clamping member 20 and replacing the adjusting member 29 with another adjusting member whose part or flange 30 for engagement with clamping member 20 has been displaced in the direction of movement of the guide member 19 relative to the flange 30 on the adjuster originally used. When the clamping member 20 is again fitted against the guide member 19 and is in engagement with the adjusting member 29, the clamping member 20 will assume a position relative to the guide member 19 which is displaced along the direction of movement of the guide member 19 in relation to the original position . This new position is secured by tightening the bolts 36 in the nuts 32, which are placed in the holes 31. This adjustability of the clamping members 20 is an important advantage if, for example, an eccentric clamping of a workpiece relative to the axis of rotation 34 of the chuck is desired. It is understood that two or more of the clamping members 20 can be reset relative to the guide members 19 in the manner described above. Although only three and two levers are clearly shown in fig. 2 and 3, it will be clear that the chuck shown has four levers and that these 7920026 -5- 21286 / CV / tl levers are adapted for operating the four jaws 9, each arranged between the actuators 5 for two levers 2. The levers 2 are moved relatively in the direction of the center line 34, so that one arm 3 of a lever can be located next to another arm 5 4 from a neighboring lever. More specifically, two diametrically opposed levers are moved on the same wipe in the direction of centerline 34 relative to the two other diametrically opposed levers. The location of the top right lever in Fig. 2 along pin 10 is obtained by a sleeve 38 located around it. Similarly, similar spacing sleeves for the other levers are provided on one or the other axial side of the levers for obtaining the desired arrangement - along the centerline 34.

Zoals duidelijk zal zijn uit fig.l is een cirkelvormig deksel 39 15 aangebracht om het voorste deel 13 en de hefbomen 2. De deksel is verbonden met de omtrek van het voorste deel 13 met behulp van bouten en is voorzien van radiale uitsparingen 40 voor de klauwen 9 en een centrale uitsparing 41 in het gebied waar de uitsparingen 40 bij elkaar komen.As will be apparent from Fig. 1, a circular cover 39 is mounted around the front part 13 and the levers 2. The cover is connected to the perimeter of the front part 13 by bolts and is provided with radial recesses 40 for the claws 9 and a central recess 41 in the area where the recesses 40 meet.

Zoals blijkt uit fig.4 kan het deksel 39 afgezien van de buitenflens 20 zijn voorzien van delen 43 die aanliggen tegen delen van het voorste deel 13. Zoals blijkt uit fig.4 wordt de huls 38 op zijn plaats gehouden doordat de binnenzijde van het deksel nabij het buiteneinde van de pen 10 is gelegen. Dit geldt voor twee van de hefbomen; de huben van de twee andere hefbomen zijn gelegen tussen de hefbomen en de bedieningsorganen 25 5 zodat deze twee hefbomen het dichtst bij de binnenzijde van het deksel zullen zijn gelegen.As shown in Figure 4, apart from the outer flange 20, the lid 39 may be provided with parts 43 abutting parts of the front part 13. As shown in Figure 4, the sleeve 38 is held in place by the inside of the lid is located near the outer end of the pin 10. This applies to two of the levers; the hubs of the other two levers are located between the levers and the actuators so that these two levers will be closest to the inside of the lid.

Uit fig.4 en 5 blijkt hoe het voorste deel 13 aanligt tegen het achterste deel 12. In het voorste deel 13 is een ringvormige uitsparing aangebracht,welke is gericht naar het achterste deel 12 en waarin een 30 ring 44 is gelegen,welke ring is voorzien van een spiraalvormige draad 45 naar de bedieningsorganen 5,welke ieder zijn voorzien van een corresponderende draad 46 die in ingrijping is met de spiraalvormige draad 45. Aan de tegenover de draad 45 gelegen zijde is de ring 44 voorzien van een tandkrans 47,welke een weinig hellend is ten opzichte van het vlak van 35 de ring 44 en althans in hoofdzaak radiaal gerichte tanden heeft,die in ingrijping zijn met de tanden van een corresponderend tandwiel 48,dat is 7920026 _6- 21286/GV/tl opgenomen in een uitsparing 49 in het achterste deel 12. Het tandwiel 48 is aangebracht op een einde van een as 50 waarvan het andere einde is gelegen bij de omtrek van het achterste deel 12 en zodanig is uitgevoerd, dat deze geschikt is voor het opnemen van een instelsleutel. De as 50 5 vormt dus een instelschroef. Zoals'blijkt uit fig.5 is het ringvormige tandwiel 47 opgenomen in een ringvormige kleine uitsparing 51 in het achterste deel 12 naast de uitsparing 48. Het zal duidelijk zijn,dat twee of meer tandwielen 48 en assen 50 kunnen zijn aangebracht om een instelling mogelijk te maken op verschillende plaatsen om de omtrek van 10 de klauwplaat. Opgemerkt wordt,dat slechts de bedieningsorganen 5 in ingrijping zijn met de schroefdraad 45 van de ring 44. De geleidingsorga-nen 19 van ée klauwen 9 zijn niet in ingrijping met de ring 44.Figures 4 and 5 show how the front part 13 rests against the rear part 12. In the front part 13 an annular recess is arranged, which is directed towards the rear part 12 and in which a ring 44 is located, which ring is provided with a spiral wire 45 to the operating members 5, each of which is provided with a corresponding wire 46 which meshes with the spiral wire 45. On the side opposite the wire 45, the ring 44 is provided with a gear ring 47, which is slightly inclined with respect to the plane of the ring 44 and has at least substantially radially oriented teeth which mesh with the teeth of a corresponding gear wheel 48, which is 7920026 _6-21286 / GV / tl received in a recess 49 in the rear part 12. The gear wheel 48 is arranged on one end of a shaft 50, the other end of which is located at the circumference of the rear part 12 and is designed such that it is suitable for receiving an adjustment key. The shaft 50 5 thus forms an adjustment screw. As shown in Figure 5, the annular gear wheel 47 is contained in an annular small recess 51 in the rear portion 12 adjacent to the recess 48. It will be understood that two or more gears 48 and shafts 50 may be provided to allow adjustment. in different places around the perimeter of the chuck. It is noted that only the operating members 5 are engaged with the screw thread 45 of the ring 44. The guide members 19 of one claws 9 are not engaged with the ring 44.

De werking van de beschreven kleminrichting zal nu duidelijk zijn. Door het draaien van de as 50 en het tandiel 48 met behulp van een sleu-15 tel zal de ring 44 worden gedraaid en zal de schroeflijnvormige draad daarvan de twee bedieningsorganen 5 radiaal bewegen . Indien bijvoorbeeld het werkstuk 7 in fig.l op het een vierkante doorsnede bezittende deel moet worden vastgeklemd wordt de as 50 gedraaid om de bedieningsorganen 5 radiaal naar binnen te bewegen. Deze zullen de vier hefbomen 2 meene-20 men en door de armen 3 en 4 daarvan ook de klauwen 9 totdat de klauwen allen positief aanliggen tegen het werkstuk. Door de samenwerking tussen de hefbomen 2 en de klauwen 9 zal een automatische aanpassing aan de vorm van het werkstuk optreden. Dit zal nu worden beschreven aan de hand van fig.3 waarin een werkstuk 8,dat een rechthoekige doorsnede 25 heeft,is aangeduid met stippellijnen. Indien de bedieningsorganen 5 en de hefbomen 2 radiaal naar binnen worden bewogen zal de linker en de rechter klauw 9 eerst het werkstuk 8 grijpen. Bij doorgaande naar binnen gerichte beweging van de bedieningsorganen 5 kunnen de linker en de rechter klauw niet verder bewegen en zullen de hefbomen 2 draaien om de 30 pennen 10 gedurende de doorgaande beweging van de bedieningsorganen 5. Zodoende zullen de bovenste en de onderste klauw verder doorgaan met bewegen totdat zij in ingrijping komen met het werkstuk 8,waarna dit werkstuk doelmatig is vastgeklemd met behulp van alle klauwen 9. Gedurende het verdraaien van de hefbomen zullen de armen uiteraard hun stand wijzi-35 gen ten opzichte van de klauwen,hetgeen mogelijk is ten gevolge van het aanbrengen van de legerelementen 23 en 24,4e hierboven zijn beschreven aan 7920026 -7- 21286/CV/tl de hand van fig.2.The operation of the described clamping device will now be clear. By rotating the shaft 50 and the gear 48 with the aid of a key, the ring 44 will be turned and the helical thread thereof will move the two actuators 5 radially. For example, if the workpiece 7 in FIG. 1 is to be clamped onto the square cross-section, the shaft 50 is rotated to move the actuators 5 radially inward. These will carry the four levers 2 and by their arms 3 and 4 also the claws 9 until the claws all abut positively against the workpiece. Due to the cooperation between the levers 2 and the claws 9, an automatic adaptation to the shape of the workpiece will occur. This will now be described with reference to Fig. 3, in which a workpiece 8, which has a rectangular cross-section 25, is indicated by dotted lines. If the operating members 5 and the levers 2 are moved radially inward, the left and right claw 9 will first grip the workpiece 8. With continuous inward movement of the controls 5, the left and right claws cannot move further and the levers 2 rotate about the 30 pins 10 during the continuous movement of the controls 5. Thus, the top and bottom claw will continue moving until they engage the workpiece 8, after which this workpiece is effectively clamped using all jaws 9. During the turning of the levers, the arms will of course change their position relative to the jaws, which is possible as a result of the mounting of the bearing elements 23 and 24,4e described above on 7920026 -7- 21286 / CV / tl using fig. 2.

De inrichting kan uiteraard worden gewijzigd; zo kan de inrichting zijn voorzien van drie of meer klauwen en een overeenkomstig aantal hefbomen. Meer dan twee hefbomen kunnen eveneens zijn aangebracht voor 5 het bedienen van iedere klauw. De hefbomen kunnen een aanzienlijke lengte evenwijdig aan hun scharnierassen hebben en ieder van de hefbomen kan ook zijn voorzien van vier of meer armen,die mogelijk in paren op afstand zijn gelegen langs de scharnieras van de hefbomen.The layout can of course be changed; for example, the device can be provided with three or more claws and a corresponding number of levers. More than two levers can also be provided to operate each claw. The levers may have a substantial length parallel to their pivot axes, and each of the levers may also include four or more arms, which may be spaced in pairs along the pivot axis of the levers.

10 792002610 7920026

Claims (9)

1. Inrichting voor het vastklemmen van werkstukken voorzien van althans drie hefbomen (2) met althans twee armen (3, 4),waarbij ieder van de hefbomen scharniered is verbonden met een bedieningsorgaan (5),dat althans in hoofdzaak op heen en weer gaande wijze radiaal beweegbaar is 5 ten opzichte van een basis νεη de'inrichting,en een mechanisme (6) voor het gelijktijdig bewegen van de bedieningsorganen voor het vastklemmen of vrijgeven van een werkstuk (7,8), waarbij ieder van de twee armen (3, 4. van ieder van de hefbomen (2) in ingrijping is met een klauw (9) en deze klauw bediend voor het in aanraking brengen met het werkstuk, met 10 het kenmerk,dat twee van de hefbomen (2) met hun ene arm (3,4) in ingrijping zijn met dezelfde klauw (9).Device for clamping workpieces provided with at least three levers (2) with at least two arms (3, 4), each of the levers being hingedly connected to an operating member (5) which is at least substantially reciprocating is radially movable with respect to a base device, and a mechanism (6) for simultaneously moving the actuators for clamping or releasing a workpiece (7.8), each of the two arms (3 , 4. each of the levers (2) is engaged with a claw (9) and this claw is actuated for contacting the workpiece, characterized in that two of the levers (2) have their one arm (3,4) engage with the same claw (9). 2. Inrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de armen (3,4) van de hefbomen zich althans in hoofdzaak loodrecht op elkaar uitstrekken.Device according to claim 1, characterized in that the arms (3,4) of the levers extend at least substantially perpendicular to each other. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de klauwen 15 (9) zijn voorzien van een geleidingsorgaan (19),dat beweegbaar is in een geleiding (15) in de basis en een klemorgaan (20),dat instelbaar is verbonden met het geleidingsorgaan.Device according to claim 1 or 2, characterized in that the claws 15 (9) are provided with a guide member (19) which is movable in a guide (15) in the base and a clamping member (20) which is adjustable is connected to the guide member. 4. Inrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat de armen (3,4) van de hefbomen (2) op scharnierbare wijze zijn opgenomen in uitsparingen 20 (22) in de geleidingsorganen (19).Device according to claim 3, characterized in that the arms (3,4) of the levers (2) are hingedly received in recesses 20 (22) in the guide members (19). 5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat twee naburige armen van twee naburige hefbomen (2) naast elkaar zijn gelegen in een uitsparing (22) in dezelfde klauw (9) terwijl ieder van de armen is gelegen tussen twee legerelementen (23, 24) die zijn voorzien van een eer- 25 ste oppervlak (25),dat in ingrijping is met een arm en van een tweede cirkelvormig gekromd oppervlak (26), dat in ingrijping is in een cirkelvormig gekromd zittingoppervlak (27) van de klauw (9).Device according to claim 1, characterized in that two neighboring arms of two neighboring levers (2) are located side by side in a recess (22) in the same claw (9) while each of the arms is located between two bearing elements (23 24) having a first surface (25) engaging an arm and a second circular curved surface (26) engaging a circular curved seating surface (27) of the claw (9). 6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van vier hefbomen (2) met daarbij behorende 30 bedieningsorganen (5),terwijl de hefbomen zijn aangepast voor het bedienen van vier klauwen (9) die ieder zijn aangebracht tussen twee hefbomen en in ingrijping zijn met de naburige armen van deze twee hefbomen.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the device is provided with four levers (2) with associated operating members (5), while the levers are adapted to operate four claws (9), each of which is mounted between two levers and engaged with the neighboring arms of these two levers. 7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat het mechanisme (6) is voorzien van een draaibaar lichaam (44),dat is 35 voorzien van een spiraalvormige draad (45) op een radiaal vlak ,welke draad in ingrijping is met een van draad voorzien deel van de bedienings- 7920026 "9_ 21286/CV/tl organen (5) ten einde een radiale beweging daarvan mogelijk te maken bij draaiing van het lichaam.Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the mechanism (6) is provided with a rotatable body (44), which is provided with a spiral thread (45) on a radial plane, which thread is in engagement with a threaded portion of the actuators 7920026 "9_ 21286 / CV / tl (5) to allow radial movement thereof upon rotation of the body. 8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk,dat het lichaam (44) is voorzien van een tandkrans (47),dat in ingrijping is met een 5 tandwiel (48),dat vanaf de buitenzijde van de basis (1) in draaiing te brengen is ten einde een draaiing van het lichaam mogelijk te maken.8. Device according to claim 7, characterized in that the body (44) is provided with a gear ring (47) which meshes with a gear (48) which rotates from the outside of the base (1). to enable rotation of the body. 9. Inrichting volgens conclusie 8,met het kenmerk,dat het tandwiel (48) een draaiingsas heeft loodrecht op de draaiingsas van het lichaam (44). 7920026Device according to claim 8, characterized in that the gear wheel (48) has an axis of rotation perpendicular to the axis of rotation of the body (44). 7920026
NL7920026A 1978-08-21 1979-08-17 DEVICE FOR CLAMPING WORKPIECES. NL7920026A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7808784A SE423497B (en) 1978-08-21 1978-08-21 DEVICE, SPECIFIC REPLY CHUCK, FOR FIXED TENSION OF THE WORK PIECE
SE7808784 1978-08-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7920026A true NL7920026A (en) 1980-06-30

Family

ID=20335615

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7920026A NL7920026A (en) 1978-08-21 1979-08-17 DEVICE FOR CLAMPING WORKPIECES.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE2953042A1 (en)
NL (1) NL7920026A (en)
SE (1) SE423497B (en)
WO (1) WO1980000427A1 (en)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT390023B (en) * 1987-10-05 1990-03-12 Cerny Anton METHOD FOR PRODUCING OR ALL-SIDED WORKPIECE WORKPIECES AND MACHINING CENTER FOR IMPLEMENTING THE PROCESS
US6138683A (en) * 1997-09-19 2000-10-31 Thione International, Inc. Smokeless tobacco products containing antioxidants
US5922346A (en) * 1997-12-01 1999-07-13 Thione International, Inc. Antioxidant preparation
EP2566644B1 (en) 2010-05-05 2015-04-29 Karlein, Birgit Centric clamping device
DE102015204502B4 (en) 2015-03-12 2016-11-10 Volker Henke Compensating chuck for centric clamping of workpieces
TWI639483B (en) * 2017-01-17 2018-11-01 和和機械股份有限公司 Centering clamping device
EP3450066B1 (en) * 2017-08-29 2023-10-18 HVM Technology GmbH Compensating clamping chuck

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2828134A (en) * 1955-09-26 1958-03-25 Buck Tool Co Counter balanced chuck
US2932524A (en) * 1958-06-20 1960-04-12 Toledo Pipe Threading Machine Automatic chuck
US2921796A (en) * 1959-03-17 1960-01-19 Frederick I Ernest Work-holding chuck

Also Published As

Publication number Publication date
DE2953042A1 (en) 1980-12-18
SE423497B (en) 1982-05-10
WO1980000427A1 (en) 1980-03-20
SE7808784L (en) 1980-02-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4828276A (en) Device for handling workpieces
NL7920026A (en) DEVICE FOR CLAMPING WORKPIECES.
US7185895B2 (en) Chuck with locking system
NL7907175A (en) ELECTRICAL ANGLE ADJUSTMENT FOR A MOTOR VEHICLE MIRROR.
US20020092395A1 (en) Clamping device for a tubular component, especially by means of moveable jaws
EP0149397B1 (en) Device for simultaneously controlling two oscillating elements, e.g. the flaps of an airconditioning installation of a motor vehicle
NL8501051A (en) BOLT COLLET FOR A BOLT WELDING GEAR.
US4049282A (en) Collet actuating mechanisms
GB2214109A (en) Workpiece clamp
WO1991014527A1 (en) Machining unit with rotary head carrying pivoting tools
EP1044747B1 (en) Chuck with six arms on ball joint, yoked two by two
FR2714319A1 (en) Gripping and transport device.
US6948351B2 (en) Tongs that include a link arm mechanism where the length of one link is adjustable
FR2561338A1 (en) FRICTION-FREE DEVICE FOR RETRIEVAL OF A MOBILE PIECE IN TRANSLATION
BE1014382A5 (en) Chuck for retaining clamp for glass tube.
NL192783C (en) Device for externally rotationally symmetrical machining of rod or tube material.
DE281327C (en)
EP0914228A1 (en) Device for the maintenance of programmable automatons
JP2020200942A (en) Clamping apparatus for clamping-in object
SU1007912A2 (en) Transportation apparatus
SU178640A1 (en) CARTRIDGE FOR CLAMP BAR MATERIALS
GB2034426A (en) Device for automatically adjusting brake clearance in particular for an earth moving machine
SU1763111A1 (en) Guide device for screw movement of gear shaper ram
SU1127745A1 (en) Rotating clamping device
PL59622B1 (en)