NL7915018A - Met een geprojecteerde beeld werkende doelricht- inrichting. - Google Patents

Description

E 5676-1 · 7915018

Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting.

SDe uitvinding heeft betrekking op een met een geprojecteerd beeld wérkende doelrichtinrichting ten gèbruike bij de opleiding voor vuren met direkte richting, zoals het vuren vanuit een tank en het vuren met raket-werpers met direkte richting.

: De uitvinding verschaft een met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting met een scherm, een projector voor het projecteren _____ van een doelbeeld op het scherm, een orgaan voor het vanuit een wapen projecteren van een eerste lichtbundel op het scherm langs de richtlijn j ........ .......vanr'ket wapen, een orgaan voor het projecteren van een tweede lichtbundel 10 op het scherm en een stuurorgaan voor het sturen van de werking van de projector en het orgaan voor het projecteren van de eerste en de tweede lichtbundels, welk stuurorgaan een orgaan bevat voor het volgen van de beweging van de plaats waar de eerste lichtbundel op het scherm valt, een orgaan dat bij het afvuren van het wapen de plaats waar de eerste 15 lichtbundel op het scherm viel op het tijdstip van afvuren van het wapen als uitgangspunt gebruikt ten opzichte waarvan de plaats waar de tweede lichtbundel op het scherm valt wordt bewogen naar een gecorrigeerde stand die de daling en zijdelingse afwijking van het gesimuleerde projectiel of de gesimuleerde raket afgevuurd door een wapen simuleert en de inslag-20 plaats van het projectiel of de raket ten opzichte van het richtpunt van het wapen op het tijdstip van afvuren voorstelt.

Bij het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding ziet de gebruiker van het wapen op het scherm een doelbeeld dat zich bevindt op een gesimuleerde afstand die verschilt van de feitelijk konstante afstand 25 tussen het wapen en het doel, dat wil zeggen het scherm. De feitelijke afstand tussen het scherm en het wapen kan bijvoorbeeld zes meter bedragen, terwijl het beeld waarop wordt gericht zich op een gesimuleerde afstand van 2000 m kan bevinden.

De inrichting kan zijn voorzien van een orgaan voor het tot stilstand 30 brengen van het geprojecteerde beeld nadat een voorafbepaalde tijdsduur is verstreken na het afvuren van het wapen, teneinde de vluchttijd van het projectiel (of de raket) te simuleren en op het scherm de. inslagplaats (ten opzichte van het doelbeeld) aan te geven, waarbij de baandaling van het projectiel wordt gesimuleerd door het aangegeven punt naar beneden te 35 bewegen (ten opzichte van het uitgangspunt op het scherm waarop het wapen bij het afvuren was .gericht) en waarbij de zijdelingse afwijking van het projectiel wordt gesimuleerd door het aangegeven punt zijdelings te. bewegen (ten opzichte van het punt op het scherm waarop het wapen bij het afvuren was gericht).

ie'1 79150 18 - 2 -

Als de inrichting volgens de uitvinding wordt gebruikt voor het opleiden voor bediening van raketwerpers wordt de inrichting voor het projecteren van de tweede lichtbundel ingeschakeld op het tijdstip van afvuren, wat gepaard gaat met het gesimuleerde geluid van de afgevuurde 5 raket, en de tweede lichtbundel blijft zichtbaar tijdens de gesimuleerde vluchttijd van het projectiel dat behoort bij de raketwerper, waarbij de eigenschappen van die soort raket worden gesimuleerd totdat de vluchttijd naar de gesimuleerde afstand is verstreken, op welk tijdstip het doelbeeld tot stilstand kan worden gebracht en de reakties op de raket-10 werper worden beëindigd, zodat de schutter het punt ten opzichte van het doelbeeld wordt aangewezen waar de raket of het projectiel zich zou hebben bevonden na het doorlopen van de gesimuleerde afstand. Het inschakelen van de tweede lichtbundel wordt gewoonlijk bereikt door middel van een clek-.. , j.. trisch signaal dat wordt opgewekt door het sluiten van een schakelaar op 15 het afvuurorgaan van het wapen. De vertikale en horizontale beweging van ...-is het inslagpunt kunnen worden verkregen door het orgaan voor het projecteren, van de tweede lichtbundel aan te brengen op een scharnierende drager, zodat de projector voor de lichtbundel is gekanteld teneinde het punt waar de tweede lichtbundel het scherm treft in vertikale richting naar beneden en 20 zijdelings te bewegen teneinde het trefpunt horizontaal te bewegen, danwel door gebruik te maken van een stelsel met beweeglijke spiegel dat het trefpunt vertikaal en horizontaal beweegt, of gebruik te maken van acousto-optische bundelafbuiginrichtingen of elektro-optische bundelafbuig-inrichtingen.

25 De ballistische eigenschappen van een projectiel of raket voor een gegeven afstand lopen uiteen voor verschillende typen wapen en projectielen met yerschillende kalibers, waardoor verschillende vertikale en horizontale bewegingen van het trefpunt van de tweede lichtbundel voor verschillende wapens op dezelfde afstand optreden. De stuurinrichting 30 voor het sturen van de werking van de doelrichtinrichting met bewegend beeld volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een orgaan voor het bewaren of berekenen voor elk van de verschillende typen wapen van de vluchttijden, baandaling en zijdelingse baanafwijking van een projectiel of raket voor verschillende afstandinstellingen van het wapen, welk orgaan tijdens het 35 gebruik yan de inrichting elektrische uitgangssignalen levert afhankelijk van de vluchttijd en de baandaling en zijdelingse baanafwijking; een orgaan voor het selecteren van de bewaarde of berekende informatie die betrekking heeft op een bepaald wapen; een orgaan voor het verkrijgen van de afstand overeenkomstig de gesimuleerde afstand van het doelbeeld dat op het scherm 791 50 18 - 3 - wordt geprojecteerd; een orgaan dat als reaktie op het opgewekte elektrische uitgangssignaal van het geheugenorgaan of rekenorgaan afhankelijk van de vluchttijd van het projectiel of de raket de beweging van het beeld op het scherm tot stilstand brengt; een orgaan dat het afvuren van een wapen 5 detecteert voor het opwekken van een startsignaal; een detectieorgaan voor het detecteren van de trefplaats van de eerste lichtbundel op het scherm; een orgaan voor het instellen van het detectieorgaan op zodanige wijze dat het detectieorgaan het trefpunt van de eerste lichtbundel in het midden van het blikveld van het detectieorgaan houdt; en een orgaan dat als 10 reaktie op het opgewekte elektrische uitgangssignaal van het geheugenorgaan of rekenorgaan afhankelijk van de baandaling en zijdelingse baanafwijking van het projectiel, de trefplaats van de tweede lichtbundel op het scherm vertikaal en horizontaal over het scherm beweegt.

Als de inrichting is voorzien van een orgaan voor het tot stilstand 15 brengen van het geprojecteerde beeld kan het stuurorgaan een orgaan bevatten voor het automatisch terugstellen van de stuurinrichting voor het opnieuw in beweging zetten van de film in de projector en het opnieuw in het midden van het blikveld van de detector brengen van het trefpunt van de eerste lichtbundel nadat een voorafbepaalde tijdsduur is verstreken na 20 het tot stilstand brengen van de film in de projector en het instellen van het trefpunt van de tweede lichtbundel teneinde een beoordeling van. het resultaat van het afvuren van. het wapen mogelijk te maken.

Aan de hand van de bijgaande tekeningen worden twee uitvoeringsvoor-beelden. van de uitvinding beschreven, waarbij 25 Figuur 1 een schetsmatig perspectivisch aanzicht is van een met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens de uitvinding,

Figuur 2 een schetsmatig perspectivisch aanzicht van de optische apparatuur is,

Figuur 3 een blokschema van het circuit en de komponenten van de stuur-30 inrichting is en

Figuur 4 een diagram is van een projector voorzien van een inrichting voor het automatisch aflezen van de afstand.

De in fig. 1 afgebeelde met een geprojecteerd beeld werkende doel-richtinrichting omvat een doelscherm 10, een projector 11 voor het projec-.. 35 teren van· een doelbeeld op het scherm 10, een paneel 12 bestaande uit een elektronikadeel 12A en een opticadeel 12B waarop de projector .11. is gee . .

plaatst, een luidspreker 13, een afstandstuurinrichting 14, een bundel-projector 15 voor onzichtbaar licht die projecteert langs de richtlijn van het kanon van eenttank en een buhdelprojector 15A voor onzichtbaar 791 50 18 - 4 - licht die projecteert langs de richtlijn van een raketwerper en een afvuursignaalapparaat 15B (in de tank) voor het opwekken van een elektrisch uitgangssignaal als het kanon of de raketwerper wordt afgevuurd. De projector 11 kan een filmprojector of een projector voor een 5 televisiebeeld zijn.

Het doelscherm 10 bestaat uit een doorschijnend projectiescherm voor achtergrondp.rojectie (of een scherm voor projectie van voren als projectie van voren wordt toegepast) en een ondersteunend gestel 16 dat is gemonteerd op wielen 17.

10 Het paneel 12 is gemonteerd op een gestel 18 dat op wièlen 19 kan worden bewogen en bevat delen van de komponenten van de stuurinrichting voor het sturen van de filmprojector 11 en de optische apparatuur uit het opticadeel 12B dat later zal worden beschreven.

Het opticadeel 12B is afgebeeld in fig. 2, tezamen met het scherm 10 15 en de richtlijnprojector 15 die de in streeplijnen getekende bundel onzichtbaar licht op het scherm 10 projecteerd. Een richtlijndetector 20 is via een spiegel 22, een kantelbare spiegel 23 aangedreven door een galvanometer 24 en een kantelbare spiegel 25 aangedreven door een galvanometer 26 gefocusseerd op de plaats 21 waar het onzichtbare licht 20 het scherm 10 treft. Een inslagpuntprojector 27 projecteert een bundel zichtbaar licht coaxiaal op een plaat 28 op het scherm 10 via de spiegel 22, de spiegel 23 en de spiegel 25. In de praktijk vallen de beide plaatsen 21 en 28 samen op het scherm 10, maar met het oog op de duidelijkheid zijn zij in de tekening gescheiden afgebeeld. De detector 20 stuurt de 25 bewegingen van de spiegels 23 en 25 zodanig dat de detector 20 de ontzicht-bare lichtstip 21 steeds in het midden van het blikveld van de detector 20 houdt. Daardoor volgt de detector 20 de bewegingen van. de richtlijnprojector 15 (of 15A).

De inrichting.15B voor het opwekken van een afvuursignaal is bij 30 voorkeur rechtstreeks aangesloten, op het elektrische afvuursignaal van het wapen, maar het is mogelijk gebruik te maken van een inrichting die is verbonden met de trekker voor het afvuren van het wapen opdat een afvuursignaal wordt opgewekt.

De afstandbedieningsinrichting 14 volgens fig. 3 is voorzien van een 35 stuurinrichting 29 die wordt gebruikt voor het met de hand verkrijgen van de gesimuleerde afstand van het doel, of de gesimuleerde afstand kan worden verkregen uit een nader te beschrijven automatische afstandinrichting, alsmede van een kiesinri dating 13 die verschillende soorten wapens kan kiezen en wordt gebruikt voor het kiezen van.het in gebruik zijnde wapen.

791 50 18 - 5 -

Deze instelinrichtingen kunnen zijn gedupliceerd op een paneel 45 van de kast 12.

Tijdens het gebruik van de doelrichtinrichting projecteert de projector 11 een doelbeeld op het scherm 10. De gebruiker van het wapen ziet 5 dan een doel op een gesimuleerde afstand die kan variëren, waarbij het doelbeeld een bewegend beeld is. De kanonnier richt op het doel via zijn vizier en houdt rekening met de baandaling van het projectiel door zijn vizier hoger te richten dan het doel en houdt rekening met de zijdelingse afwijking van het projectiel en de bewegingssnelheid van het doel door 10 zijn vizier voor het doel in te stellen. Tijdens deze bewegingen van het wapen markeert de richtlijnprojector 15 (of 15A) op het scherm 10 onzichtbaar de nauwkeurige plaats van de richtlijn ten opzichte van het doel en te gelijkertijd volgt de detector 20 de bewegingen van de stip 21 en daardoor de bewegingen van het kanonvizier. Als de kanonnier er van overtuigd is 15 dat het wapen juist is gericht, vuurt hij het wapen af en op dat tijdstip wordt het geluid van het afvuren van het wapen gesimuleert door een inrichting 31, waarbij het geluid wordt versterkt in een versterker 32 en wordt afgegeven via de luidspreker 13 en waarbij het volgen van de spiegels 23 en 25 wordt geblokkeerd, zodat het richtpunt op het tijdstip van afvuren 20 wordt gefixeerd en een tijdketen .33 voor de vluchttijd 33 wordt gestart.

Aan het einde van de vluchttijd wordt de filmprojector 11 tot stilstand gebracht en de baandaling voor het gekozen wapen op de gesimuleerde afstand wordt ingevoerd door de spiegel 25 door middel van een. galvanometer 26 te bewegen teneinde het inslagpunt 28 naar beneden te bewegen en de zijdelingse 25 baanafwijking voor het gekozen wapen op de gesimuleerde afstand wordt ingevoerd door de spiegel 23 door middel van de galvanometer 24 zo te bewegen dat het inslagpunt 28 zijdelings wordt bewogen, waarna de projector 27 voor het inslagpunt wordt ingeschakeld. De kanonnier kan dan, gedurende een voorafbepaalde tijdsduur door zijn vizier nauwkeurig zien waar zijn projec-30 tiel zou zijn ingeslagen op het doel en hij kan het resultaat van het schot beoordelen.

Het stuurstelsel voor de inrichting uit de figuren 1 en. 2 is.afgebeeld in fig. 3. In de. kast 12 bevinden zich een detector 20., de.spiegel 22, de. kantelbare spiegel 23, de galvanometer 24, de kantelbare spiegel 2.5, de 35 galvanometer 26,· de projector 27 voor de bundel zichtbaar licht, de geluidssimulator 31, de audioversterker 32, de tijdketen. 33 voor de vluchttijd, een tijdketen 34 voor het. beoordelen., een bistabiel circuit 35, een stuurinrichting 36 voor de zijdelingse, afwijking, een stuurinrichting 37 voor de baandaling, een volg-en-houdt-circuit 38 voor de x-as, een volg - 791 5 0 18 - 6 - en-houdt-circuit 39 voor de y-as, een servostuurinrichting 40 voor de x-as, een servo-stuurinrichting 41 voor de y-as, een bistabiele keten 42 en generatoren 43 en 44 voor de raket-responsie-éigenschappen.

Op de afstandbedieningsinrichting 14 bevindt zich een kiesinrichting 5 en indicatieinrichting 30 voor het wapen, een kiesinrichting en een indica-1 tieinrichting voor de afstand en een schakelaar 46 voor het kiezen van de handkiesinrichting 29 voor de afstand of het automatische afstand-signaal uit de doelprojector 11.

De ballistische stuurinrichtingen 36 en 37 kunnen bestaan uit een 10 informatiegeheugen met afleesinrichting dat ballistische informatie over de baandaling en zijdelingse baanafwijking van een projectiel voor een reeks gebruiksafstanden bewaart. De informatie is aanwezig voor verscheidene soorten wapen en de soort wapen kan worden gekozen met de wapenkies-inrichting 30. Derhalve bewarai.de inrichtingen 36 en 37 voor elk gekozen 15 wapen informatie betrekking hebbende op de baan van het projectiel dat wordt afgevuurd met die soort wapen voor elke afstand gekozen door de afstandkiesinrichting 29. De tijdketen 33 voor de vluchttijd bewaart eveneens informatie die betrekking heeft op de vluchttijd van het projectiel van een gekozen wapen voor elke afstand gekozen met de afstandkies-20 inrichting 29.

In plaats van te bestaan uit informatiegeheugens met afleesinrichtingen kunnen de inrichtingen 33, 36 en 37 elk bestaan uit een rekentuig dat automatisch de waarden van de baandaling, de zijdelingse baanafwijking en de vluchttijd berekent voor het gekozen wapen en de gekozen afstand.

25 Het stuurötelsel uit fig. 3 werkt als volgt:

De instrukteur kiest door middel van de laatste kiesinrichting 30 de soort wapen en/of projectiel die wordt gebruikt en de ballistische stuurinrichtingen 36 en 37 en de tijdketen 33 voor de vluchttijd lezen of berekenen daardoor de gewenste informatie overeenkomstig de afstand die 30 is gekozen met de afstandkiesinrichting 39 of een automatisch afstands-signaal afgegeven door de film in de projector 11 en elke inrichting 36 en 37 levert een uitgangssignaal. De detector 20 stuurt de spiegels 23 en 25 zodat het richtpunt van het kanonvizier wordt gevolgd, waarbij het stuursignaal via de inrichtingen 38 en 39 de servostuurinrichtingen 40 en 41 35 bereikt. De kanonnier bedient de afvuurtrekker 15B van het kanon en een startsignaal stelt de bistabiele keten 35 in. Het uitgangssignaal van de bistabiele keten 35 start de tijdketen 33 voor de vluchttijd en de geluidsimulator 31 en vergrendelt de houdtinrichtingen 38 en 39, zodat de spiegels 23 en 25 worden vastgezet en niet meer reageren op de volgsignalen.

791 50 18 - 7 - uit de detector 20. Na een tijdsduur bepaald door de tijdketen 33 voor de vluchttijd wordt een uitgangssignaal opgewekt dat wordt toegevoerd aan de bistabiele keten 42. Het uitgangssignaal van de bistabiele keten 42 start de tijdketen 34 en maakt het mogelijk dat de uitgangssignalen van 5 36 en 37 worden toegevoerd aan de houdtinrichtingen 38 en 39, waarbij het signaal uit 36 en 37 wordt opgeteld bij de signalen die reeds worden bewaard in 38 en 39, waardoor extra signalen worden toegevoerd aan de servoversterkers 40 en 41, waardoor de spiegels 23 en 25 bewegen teneinde de vereiste correcties voor baandaling en zijdelingse baanafwijking mee 10 te delen aan het oorspronkelijke richtpunt dat werd bewaard toen de afvuurtrekker 15B werd bediend, en het uitgangssignaal van de bistabiele keten 42 brengt de filmprojector 11 tot stilstand en schakelt de projector 27 voor het zichtbare inslagpunt in, teneinde de resultaten van het afgevuurde projectiel aan te geven aan de kanonnier. Na de beoordelings-15 periode die wordt bepaald door de tijdketen 34 stelt het uitgangssignaal van 34 de bistabiele ketens 35 en 32 terug naar hun begintoestand, waardoor de houdtinrichtingen 38 en 39 worden ontgrendeld, zodat het volgsignaal uit de detector 20 opnieuw de spiegels 23 en 25 kan sturen en de projector 27 voor het trefpunt wordt uitgeschakeld en de filmprojector 20 11 opnieuw wordt gestart.

Als de inrichting wordt gebruikt voor de raketopleiding wordt het ingangssignaal voor de houdtinrichtingen 38 en 39 uit de detector 20 via de generatoren 43 en 44 voor de raket-responsie-eigenschappen geschakeld en het stuursignaal voor 38 en 39 wordt naar de uitgang van 25 de bistabiele keten 42··/ geschakeld en de inslagprojector 27 wordt verbonden met de uitgang van de bistabiele keten 35 en werkt als volgt.

De instrukteur kiest door middel van de wapenkiesinrichting 30 de soort te simuleren raket, de inrichtingen 43 en 44 bevatten de vlucht-eigenschappen van verschillende raketten en doen de ballistische stuur-30 inrichtingen 36 en 37 geen uitgangssignaal opwekken en de tijdketen 33 voor de vluchttijd de gewenste informatie aflezen of berekenen overeenkomstig de afstand die is gekozen met de afstandkiesinrichting 29 of een automatisch afstandsignaal uit de doelprojector 11. De detector 20 stuurt de spiegels 23 en 25 teneinde het richtpunt van het vizier van de 35 raketwerper te volgen, het stuursignaal passeert de responsieinrichtingen 43 en 44 en de houdtinrichtingen 38 en 39 naar de servostuurinrichtingen 40 en 41. De kanonnier bedient de afvuurtrekker 15A voor de raket en een startsignaal stelt de bistabiele keten 35 in. Het uitgangssignaal van 35 start de tijdketen 33 voor de vluchttijd en de geluidssimulator 31 en 791 5 0 18 - 8 - schakelt de projector 27 voor het inslagpunt in, zodat de kanonnier een simulatie van het achtereinde van het projectiel tijdens de vlucht kan zien. De raketkanonnier stuurt zijn raket dan op de gebruikelijke wijze naar het bewegende doelbeeld, waarbij de gesimuleerde raket reageert zoals de werke-5 lijke raket zou reageren op de volgbewegingen van de kanonnier. Na een voorafbepaalde tijdsduur bepaald door de tijdketen 33 voor de vluchttijd, afhankelijk van de gekozen afstand en het gekozen wapen, wordt de bistabiele keten 42 ingesteld. Het uitgangssignaal van 42 start de beoor-delingstijd 34 en vergrendelt de houdtinrichtingen 38 en 39, zodat de 10 spiegels 23 en 25 worden gefixeerd en niet reageren op de golfsignalen uit de detector 20 en de doelprojector 11 wordt tot stilstand gebracht, waardoor de kanonnier een zichtbare indicatie krijgt van de plaats van het projectiel ten opzichte van het doelbeeld als het projectiel zich op dezelfde gesimuleerde afstand als het doel bevindt, zodat de prestaties van 15 de kanonnier kunnen worden beoordeeld.

Na een voorafbepaalde beoordelingstijd stelt het uitgangssignaal van de tijdketen 34 de bistabiele ketens 35 en 42 terug naar hun begintoestand, waardoor de houdtinrichtingen 38 en 39 worden ontgrendeld teneinde het volgsignaal uit de detector 20 opnieuw de spiegels 23 en 25 te doen sturen 20 en de projector 27 voor het inslagpunt uit te schakelen.

De automatische afstandinrichting is afgebeeld in fig. 4. De afstands-sturing kan worden omgeschakeld naar automatische afstandssturing, zodat de afstandinformatie wordt verkregen van de geprojecteerde film (of tele-visieband). Deze eenheid bevindt zich in de kast 12 en wordt ingeschakeld 25 met de afstandstuurinrichting 14. Een opnemer 53 is bevestigd aan de filmprojector 11 en de uitgangssignalen van de opnemer 53 worden toegevoerd aan een serie-parallel-gegevensomzetter 54 waarvan het uitgangssignaal wordt toegevoerd aan de inrichtingen 33, 36 en..37.

In plaats van de kantelbare spiegels 23 en 25 (fig. 2) en bijbehorende 30 komponenten voor het sturen van de spiegels is het mogelijk de detector 20 en de projector 27 voor de inslagplaats te monteren op kantelbare en draaibare tafels die worden bewogen door servomotoren gestuurd door de servoversterkers 40 en 41.

In plaats van de hiervoor beschreven coaxiale uitvoering is een 35 coincidentie-uitvoering mogelijk, waarbij de projector voor het inslagpunt een optische baan kan hebben die geheel is gescheiden van de optische baan van de detector. De projector voor ;het inslagpunt heeft dan een dubbel paar kantelbare spiegels en galvanometers. De galvanometers worden gestuurd door een dubbel paar stuurvers.terkers teneinde de onzichtbare stip 21 te 791 50 18 - 9 - doen samenvallen met de zichtbare stip 28. De detector kan dan voortgaan met het volgen van de onzichtbare stip 21 terwijl de projector voor het inslagpunt met de zichtbare stip 28 het resultaat van het vorige schot op een ander deel van het scherm aangeeft.

5 De beschreven uitvoeringen kunnen ook aan de kanonnier het effekt aangeven van het afvuren van lichtspoormunitie. Dit wordt bereikt door er voor te zorgen dat de projector voor het inslagpunt wordt ingeschakeld en wordt gepulseerd op het tijdstip waarop het kanon (in simulatie) wordt afgevuurd. De baandaling en zijdelingse baanafwijking worden geleidelijk 10 meegedeeld aan de spiegels naarmate de vluchttijd voortschrijdt, totdat de vluchttijd naar de schijnbare doelafstand is bereikt. Op dat tijdstip worden de vereiste baandaling en zijdelingse baanafwijking meegedeeld aan de spiegels en de projector voor het inslagpunt wordt continu ingeschakeld teneinde het inslagpunt van de lichtspoormunitie ten opzichte van het 15 doel te tonen.

De beschreven uitvoeringsvoorbeelden kunnen ook aan de kanonnier het effekt tonen van het afvuren van lichtspoormunitie (of raketten) die in schijnbare afmeting afnemen naarmate zij zich naar het doel bewegen.

Dit gebeurt door middel van een met een servomotor gestuurde laser-20 expander aan de optische uitgang van de projêctor voor het inslagpunt. Het brandpunt van de laser-expander wordt ingesteld met de servomotor teneinde een stip 28 met de vereiste afmetingen op het scherm te vormen. De servomotor en daardoor de afmetingen van de stip worden gestuurd aan de hand van de vluchttijdinformatie. Als het afvuren van het kanon wordt gesimuleerd 25 defocusseerd de servomotor de projector voor het inslagpunt, waardoor een grote stip op het scherm ontstaat. Naarmate de vluchttijd voortschrijdt wordt de projector voor het inslagpunt geleidelijk gefocusseerd teneinde een kleine stip te leveren. Het effekt van deze stipverkleining is dat de kanonnier de illusie krijgt van een schijnbaar driedimensionele verandering 30 naarmate de lichtspoormunitie (of de raket) zich naar het doel beweegt.

Bij een gewijzigde uitvoeringsvorm kan de projector blijven werken na: het afvuren van het wapen/projectiel in plaats van tot stilstand te worden gebracht en de projector voor.het zichtbare inslagpunt werkt kortstondig teneinde een visuele aanwijzing van het resultaat van het schot 35 te geven.

791 50 18

Claims (17)

1. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting, gekenmerkt door een scherm (10), een projector (11) voor het projecteren van een doel-beeld op het scherm, een orgaan (15) voor het projecteren van uit een wapen 5 van een eerste lichtbundel op het scherm langs de richtlijn van het wapen, een orgaan (27) voor het projecteren van de tweede lichtbundel op het scherm en een stuurorgaan (12B) voor het sturen van de werking van de projector (11) en het orgaan (15,27) voor het projecteren van de eerste en de tweede lichtbundels, welk stuurorgaan (12B) een orgaan (20) (22-26) bevat 10 voor het volgen van de beweging van het punt waar de eerste lichtbundel op het scherm valt, een orgaan dat bij het afvuren van het wapen de plaats van het punt waar de eerste lichtbundel op het scherm viel op het tijdstip van afvuren van het wapen gebruikt als uitgangspunt ten opzichte waarvan de plaats waar de tweede lichtbundel op het scherm valt wordt bewogen naar 15 een gecorrigeerde stand die de baandaling en zijdelingse baanafwijking van het gesimuleerde projectiel of de gesimuleerde raket afgevuurd door het wapen simuleert en de inslagplaats van het projectiel of de raket ten opzichte van het richtpunt van het wapen op het tijdstip van afvuren voorstelt.

2. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het orgaan dat de plaats van de eerste lichtbundel gebruikt als uitgangspunt voor het bewegen van de tweede lichtbundel automatisch het volgorgaan buiten werking stelt bij het af vuren van het wapen.

3. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens conclusie 1 of conclusie 2, met het kenmerk dat het scherm (10) doorschijnend is en de projector (lij het beeld projecteert op de achterzijde van het scherm.

4. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens 30 één of meer der conclusies 1 tot en met 3, gekenmerkt door een orgaan voor het simuleren van het geluid van het afvuren van het wapen.

5. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste lichtbundel een bundel onzichtbare straling is.

6. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat het orgaan voor het projecteren van de tweede lichtbundel in werking wordt gesteld nadat het wapen is afgevuurd.en de gecorrigeerde plaats is bepaald.

7. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting.volgens 791 50 18 * - 11 - één of meer der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk dat het orgaan voor het projecteren van de tweede lichtbundel in werking wordt gesteld op het tijdstip van afvuren van het wapen.

8. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens 5 één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat het orgaan voor het projecteren van de tweede lichtbundel is aangebracht op een kantelbare drager, zodat het trefpunt van de tweede lichtbundel op het scherm vertikaal en horizontaal kan worden bewogen.

9. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens 10 één.of. meer der conclusies 1 tot en met 7, gekenmerkt door een beweeglijk spiegelstelsel voor het vertikaal en horizontaal bewegen van het trefpunt van de tweede lichtbundel op het scherm.

10. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat het 15 stuurorgaan een orgaan bevat voor het bewaren of berekenen voor elk van een reeks verschillende typen wapen of projectiel van de vluchttijden, baandaling en zijdelingse baanafwijking van een projectiel of raket voor een reeks verschillende afstandinstellingen van het wapen, welk orgaan tijdens het gebruik van de inrichting elektrische uitgangssignalen opwekt 20 afhankelijk van de vluchttijd en de baandaling en zijdelingse baanafwijking, een orgaan voor het kiezen van de bewaarde of berekende informatie betrekking hebbende op een bepaald wapen of projectiel, een orgaan voor het verkrijgen van de afstand overeenkomstig de gesimuleerde afstand van het doelbeeld dat op het scherm wordt geprojecteerd, een orgaan voor het 25 detecteren van het afvuren van een wapen en het opwekken van een start-signaal, een detectie-orgaan voor het detecteren van de plaats waar de eerste lichtbundel op het scherm valt, een orgaanvoor het zodanig instellen van het detectie-orgaan dan het detectie-orgaan de plaats waar de eerste lichtbundel op het scherm valt in het midden van het blikveld van het 30 detectie-orgaan houdt en een orgaan dat als reaktie op het opgewekte elektrische uitgangssignaal van het geheugenorgaan of rekenorgaan afhankelijk van de baandaling en zijdelingsebaanafwijking van het projectiel of de raket de plaats waar de tweede lichtbundel op het scherm valt vertikaal en horinzontaal beweegt over het scherm. 35

11· Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het geheugenorgaan of rekenorgaan een eerste informatiegeheugen of rekentuig bevat voor het leveren van een elektrisch uitgangssignaal dat afhangt van de baan van een projectiel voor een gekozen afstand, alsmede een tweede informatiegeheugen of rekentuig 7915018 - 12 - voor het leveren van een elektrisch . uitgangssignaal afhankelijk van de vluchttijd van het projectiel voor de gekomen afstand.

12. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens conclusie 10 of conclusie 11, met het kenmerk dat het stuurorgaan een 5 orgaan bevat voor het automatisch terugstellen van de stuurinrichting voor het opnieuw centreren van de plaats waar de eerste lichtbundel op het scherm valt in het blikveld van het detectie-orgaan nadat een voorafbepaalde periode is verlopen na het tot stand brengen van de ingestelde plaats waar de tweede lichtbundel op het scherm valt teneinde een 10 beoordeling van het resultaat van het afvuren van het wapen mogelijk te maken.

13. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens conclusie 10, 11 of 12, met het kenmerk dat het stuurorgaan is voorzien van een orgaan dat als reaktie op het opgewekte elektrische uitgangssignaal 15 van het geheugenorga'an of rekenorgaan afhankelijk van de vluchttijd van het projectiel of de raket, de beweging van het beeld op het scherm tot stilstand brengt voor de beoordeling van het schot.

14. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het terugstelorgaan de beweging van de 20 film door de projector opnieuw op gang brengt na de bedoelde voorafbepaalde periode.

15. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk dat de gecorrigeerde plaats van de tweede lichtbundel geleidelijk tot stand 25 wordt gebracht terwijl de tweede lichtbundel bestaat, ter simulering van het zichtbare effekt van een dalende en zijdelings afwijkende baan van een lichtspoorprojectiel.

16. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 15, met het kenmerk dat de 30 tweede lichtbundel in afmetingen wordt gestuurd tijdens de vluchttijd van het gesimuleerde projectiel of de gesimuleerde raket, teneinde de illusie te verschaffen dat het projectiel of de raket zich van de waarnemer af beweegt.

17. Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting als hier-35 boven beschreven onder verwijzing naar en als afgebeeld in de bijgaande tekeningen. 791 50 18 -/3- Μ UITREK S-E L: , . MET EEN'.GEPROJECTEERD'.BEELD WERKENDE. .DOELRIGHTINRICHTING Met een geprojecteerd beeld werkende doelrichtinrichting voor de opleiding van schutters en raketwerper-bedieners, gekenmerkt door een scherm (19) waarop een gefilmd doel wordt geprojecteerd door een projector (11) , een lichtbundelprojector (15) op het wapen die op het scherm (10) een onzichtbare lichtbundel projecteert langs de richtlijn van het wapen, een lichtbundelprojector (.27) die op het scherm (10) een zichtbare lichtbundel projecteert en een stuurorgaan voor het sturen van de projector (11) en de lichtbundelprojectoren (15) en (17), welk stuurorgaan een orgaan (20) (22-26) bevat voor het volgen van de beweging van de bundel onzichtbaar licht en een orgaan dat bij het afvuren van het wapen automatisch het volgen beëindigt en de stand die de onzichtbare lichtbundel had op het afvuurtijdstip gebruikt als uitgangspunt ten opzichte waarvan de zichtbare lichtbundel automatisch wordt bewogen overeenkomstig de ballistische eigenschappen van het projectiel, ter simulering van de zijdelingse baanafwijking en baandaling van het projectiel over de gesimuleerde afstand van het doel dat op het scherm (10) wordt geprojecteerd, waarbij de film in de projector (11) tot stilstand kan worden gebracht gedurende een voorafbepaalde periode na het afvuren van het wapen teneinde de vluchttijd van het projectiel over de gesimuleerde afstand te simuleren, waarbij de bundel zichtbaar licht op het scherm (10) het inslagpunt ten opzichte van het geprojecteerde doelbeeld aangeeft. 791 50 18