NL7909231A

NL7909231A - Lamp/reflektoreenheid.

Info

Publication number: NL7909231A
Application number: NL7909231A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1979-12-21
Filing date: 1979-12-21
Publication date: 1981-07-16
Also published as: BE886792A; US4370587A; CA1144975A; GB2066443B; GB2066443A; JPS56101817U; FR2472136A1; DE3046750A1

Description

* PHN 9662 1 "Lamp/ref lektoreenheid"

De uitvinding heeft betrekking op een lamp/reflektoreenheid voorzien van een metalen reflektor-lichaam met een halsvormig deel nabij de top van een concaaf, reflekterend deel en tevens van een elektrische lamp 5 met een glazen lampvat met een kneepafdichting waarin stroomtoevoergeleiders zijn ingebed, die van buiten het lampvat naar een binnen het lampvat opgesteld elektrisch element lopen, welke kneepafdichting in het halsvormig deel van het reflektorlichaam is vastgezet. Een dergelijke ^ eenheid is bekend uit het Britse octrooischrift 1.528.646 (PHN 8053).

Bij die bekende eenheid is de kneepafdichting van het lampvat met behulp van kit vastgezet in het halsvormig deel van het reflektorlichaam. Het gebruik van kit heeft evenwel het bezwaar, dat de lamp geruime tijd uitgericht t.o.v. het reflektorlichaam vastgehouden moet worden alvorens de kit zover doorgehard is, dat de lamp niet meer ten opzichte van het reflektorlichaam kan verschuiven. Voorts heeft kit het bezwaar, dat het gemakkelijk 20 over molybdeen kruipt. Bij toepassing van molybdeenstroom-toevoergeleiders, die voor aansluiting op de kontaktklemmen van een stroombron dienen, wordt veelvuldig een goed elektrisch kontakt door de kit belemmerd.

De uitvinding beoogt een lamp/reflektoreenheid van een konstruktie die het mogelijk maakt de eenheid snel en gemakkelijk te assembleren.

Dit oogmerk wordt bij een lamp/reflektoreenheid van de in de openingsparagraaf genoemde soort daardoor bereikt, dat de kneepafdichting van het lampvat 30 zijdelings is opgesloten tussen tenminste twee vormstukken, het oppervlak van de kneepafdichting van relief is voorzien dat in ingrijping is met kontrarelief aan tenminste een der vormstukken en de lamp tegen axiale verschuiving ge— 79 0 82 3 f ΡΠΝ 9662 2 * .*% borgd houdt, en dat het halsvormig deel van het reflek-torlichaam de lamp met de vormstukken in het reflektor-lichaam gefixeerd houdt.

De elektrische lamp is een ontladingslamp, 5 in welk geval een in het lampvat opgesteld elektroden paar het elektrische ëLement vormt, dan wel een gloeilamp, in het bijzonder een halogeengloeilamp, in welk geval het elektrische element een gloeilichaam is. Het lampvat kan bestaan uit een glassoort met een zeer hoog silicium- 1 o dioxydegehalte van minstens 95 gew.^, bijvoorbeeld kwartsglas, dan wel uit hardglas, zoals bijvoorbeeld alkalialuminoborosilicaatglas.

Het profiel op het oppervlak van de kneep- afdichting kan bestaan uit een of meer groeven, een of 15 meer nokken of een kombinatie daarvan. Het profiel kan voorkomen aan één dan wel aan verscheidene zijvlakken van de kneepafdichting. Halogeengloeilampen met een dergelijk profiel aan het kneepoppervlak zijn beschreven in het Britse octrooischrift 1.536.649 (PHN 8552) en de 20 Britse octrooiaanvrage 7923344 (PHN 9187). Bij die lampen neemt het gloeilichaam ten opzichte van het profiel op de kneepafdichting een nauwkeurig bepaalde plaats in.

De buiten het lampvat uitstekende stroomtoevoergeleiders zijn bij die lampen langs het oppervlak van de kneepaf-dichting teruggebogen, aangezien de lampen bestemd zijn zonder lampvoet in een lamphouder geplaatst te worden.

De vormstukken zijn zo gevormd dat zij samen de kneepafdichting van het lampvat zijdelings opsluiten. Zij zullen daartoe in de regel tezamen de kneepafdichting 30 over een hoek van praktisch 360° omgeven. Tussen de om de kneepafdichting aangebrachte vormstukken kunnen evenwel spleten voorkomen, die het mogelijk maken de kneepafdichting klemmend te omvatten. De vormstukken kunnen de kneepafdichting over een deel van zijn lengte in de 35 asrichting van de lamp gezien omvatten, dan wel over zijn gehele lengte. Daarbij is het mogelijk, dat de vormstukken in de geassembleerde eenheid buiten het vrije einde van het halsvormig deel van het reflektorlichaam uitsteken.

78 0 9 2 3 1 ^ * PHN 9662 3

Voor de vormstukken kan uit een verscheidenheid van materialen gekozen worden bijvoorbeeld uit metalen, zoals messing, aluminium, elektrisch isolerende materialen, zoals keramische materialen, bijvoorbeeld steatiet, 5 en kunststoffen,in het bijzonder de tegen hogere temperaturen, bijvoorbeeld 200°C of hoger, bestendige kunststoffen, zoals siliconharsen, bijvoorbeeld polyfenylmethyl-siloxaan, en polyimides en polyamide-imides, bijvoorbeeld die op basis van pyromellietzuur.

10 De assemblage van de lamp/reflektoreenheid is het eenvoudigste als de lamp, nadat de vormstukken om de kneepafdichting aangebracht zijn, via het halsvormig deel van het reflektorlichaam in het concave, reflekterende deel -wordt gebracht.

15 Xn een uitvoeringsvorm heeft tenminste een der vormstukken een uitsteeksel, bijvoorbeeld een rand, die stuit tegen het vrije einde van het halsvormig deel van het reflektorlichaam, waardoor de afstand waarover de lamp, met aangebrachte vormstukken, door het halsvormig 20 deel tot in de reflektor geschoven kan worden begrensd is.

Indien het halsvormig deel van het reflektorlichaam de vormstukken klemmend omgeeft, behoeven geen additionele maatregelen genomen te worden om de lamp met de vormstukken in het reflektorlichaam gefixeerd te hou-25 den. Een gunstig alternatief is evenwel een fixering verkregen door het halsvormig deel plaatselijk in te stulpen bijvoorbeeld in uitsparingen in het buitenoppervlak van de vormstukken.

In een uitvoeringsvorm omklemmen de vormstukken 30 de stroomtoevoergeleiders van de lamp plaatselijk buiten het lampvat. Deze uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid aan de uit het lampvat tredende stroomtoevoergeleiders een elektrische kabel te bevestigen en de bevestigings-plaats met behulp van de vormstukken mechanisch te ont-35 lasten. Eveneens wordt de mogelijkheid geboden in plaats van een kabel stekerpennen te bevestigen van een diameter en/of een metaal die niet rechtstreeks in de kneep-afdichting kunnen worden opgenomen zonder tot sprong van 7903231 PHN 9662 4 de kneep afleiding te geven. Ook in dat geval is het mogelijk de bevestiging mechanisch te ontlasten. Ook de insmelting van de stroomtoevoergeleiders in de kneepaf dichting is in deze uitvoeringsvorm mechanisch ontlast. S In een speciale uitvoeringsvorm zijn de vorm- stukken onderling gekoppeld door een of* meer uitsparingen en nokken die met elkaar in ingrijping zijn.

De lamp/reflektoreenheid volgens de uitvinding kan onder meer worden gebruikt als spot-light, bijvoor-10 beeld voor het geven van accent-verlichting.

Uitvoeringsvormen van de lamp/reflektoreenheid volgens de uitvinding worden in de tekening getoond. Daarin is fig. 1 een axiale doorsnede door een eerste 15 uitvoeringsvorm van een eenheid, fig. 2 een axiale doorsnede volgens de lijn II-II van dezelfde eenheid, fig. 3 ©en deels weggebroken achteraanzicht van dezelfde eenheid, 20 fig. 4 een axiale doorsnede door een tweede uitvoeringsvorm van een eenheid, fig. 5 een dwarsdoorsnede via de lijn V-V in fig. 4, fig. 6 een achteraanzicht van de eenheid van 25 fig. 4, fig. 7 een axiale doorsnede door een derde uit voeringsvorm van een eenheid, fig. 8 en fig. 9 dwarsdoorsneden volgens lijn VIII-VIII respektievelijk IX-IX in fig. 7· 30 In figuur 1 heeft een aluminiumreflektorlichaam 1 een halsvormig deel 2 nabij de top van een concaaf, reflekterend deel 3« Een elektrische lamp 4 met een hardglazen lampvat 5 heeft een kneepafdichting 6 met daarin ingebed molybdeen stroomtoevoergeleiders J en 8, 35 die van buiten het lampvat 5 naar een daarbinnen opge steld gloeilichaam 9 lopen.

Bij gelijktijdige beschouwing van de figuren 1, 2 en 3» blijkt dat de kneepafdichting 6 opgesloten is 7909231 ^ -+ PHN 9662 5 tussen,messing, vormstukken 10 en 11. De kneepafdichting 6 heeft een relief op zijn oppervlak in de vorm van een dwars op de as van de eenheid verlopende V-vormige groef 12, terwijl het vormstuk 10 contrarelief heeft in 5 de vorm van een nok 13, die in ingrijping is met de groef 12, en de lamp 4 tegen axiale verschuiving ten opzichte van het vormstuk 10 geborgd houdt.

Nadat de vormstukken 10 en 11 op de kneepafdichting 6 van de lamp 4 waren aangebracht, is de lamp 10 4 met zijn gloeilichaam 9 via het halsvormig deel 2 over een vooraf bepaalde afstand in het reflekterend deel 3 van het reflektorlichaam 1 geschoven. Het halsvormig deel 2 van het reflektorlichaam 1 omgeeft de vormstukken 10 en 11 en de kneepafdichting 6 klemmend en houdt de vormstukken 10 en 11 en daarmee de lamp 4 in het reflektorlichaam 1 gefixeerd.

In figuur 4 en figuur 5 heeft de kneepafdichting 6 een profiel op zijn oppervlak in de vorm van groeven 24 en 25· De kneepafdichting 6 wordt omgeven 20 door keramische vormstukken 20 en 21, die een contra-profiel hebben in de vorm van nokken 22 en 23 respek-tievelijk. Deze nokken grijpen elk in een respektieve groef 24,25 van de kneepafdichting 6.

De vormstukken 20 en 21 (fig. 4) hebben een 25 rand 28 respektieveli'jk 29 die stuit tegen het halsvormige reflektordeel 2. In het buitenoppervlak van vormstuk 21 is een uitsparing 26 aanwezig, waarin het halsvormig reflektordeel 2 ingedrukt is. Aldus houdt het halsvormig reflektordeel 2 de vormstukken 20 en 21 en de lamp 4 30 gefixeerd.

Aan de stroomtoevoergeleiders 7 en 8 van de lamp 4 is een elektrische kabel 27 bevestigd. De vormstukken 20 en 21 klemmen de kabel in en ontlasten daardoor de stroomtoevoergeleiders 7 er 8 (Fig. 6).

35 In figuur 7 heeft een reflektorlichaam 4l een halsvormig deel 42 nabij de top van een concaaf, reflekterend deel 43. Een ontladingslamp 44 heeft een kwartsglazen lampvat 45 met een kneepafdichting 46 en / 9 U y l 5 ! PHN 9662 6 stroomtoevoergeleiders 47» 47a» 47¾ respektievelijk 48, 48a en 48b, ten dele ingebed in de kneepafdichting 46, die naar een elektrodenpaar 49 lopen.

Bij gelijktijdige beschouwing van de 5 fig. 7, 8 en 9 blijkt, dat de kneepafdichting 46 is opgesloten tussen twee keramische vormstukken 50 en 5^· De kneepafdichting heeft op zijn oppervlak relief in de vorm van een nok 52 (Fig. 9) dia in ingrijping is met contrarelief aan vormstuk 51 in de vorm van een uitsparing 10 53» waardoor de lamp 44 tegen verschuiving is geborgd.

Het vormstuk 51 heeft nog een uitsparing 56 (Fig. 9)> waarin het halsvormig deel 42 van het reflektorlichaam 41 is ingestulpt, tengevolge waarvan het halsvormig deel 42 de lamp 44 met de vormstukken 50 en 51 gefixeerd houdt.

15 Het vormstuk 51 heeft een nok 55 (Fig. 7»8) die steekt in een uitsparing 54 in vormstuk 50· De vormstukken zijn daardoor onderling gekoppeld. Om de stroomtoevoergeleiders 47 en 48 is een isolatiekous 61 respek-tievelijk 60 aangebracht, waar de vormstukken 50 en 51 20 klemmend omheengrijpen. De las tussen de stroomtoevoerge-leiderdelen 47» 48 en de folies 47a respektievelijk 48a wordt daardoor mechanisch ontlast.

25 30 35 79 Q §23 t

Claims

1. Lamp/reflektoreenheid voorzien van een metalen reflektorlichaam met een halsvormig deel nabij de top van een concaaf, reflekterend deel en tevens van een elektrische lamp met een glazen lampvat met een kneepafdichting waarin stroomtoevoergeleiders zijn ingebed, die van buiten het lampvat naar een binnen het lampvat opgesteld elektrisch element lopen, welke kneepaf-dichting in het halsvormig deel van het reflektorlichaam 10 is vastgezet, met het kenmerk, dat de kneepafdichting van het lampvat zijdelings is opgesloten tussen tenminste twee vormstukken, het oppervlak van de kneepafdichting van relief* is voorzien dat in ingrijping is met contra- relief* aan tenminste een der vorms tukken en de lamp tegen 15 axiale verschuiving geborgd houdt en dat het halsvormig deel van het reflektorlichaam de lamp met de vormstukken in het reflektorlichaam gefixeerd houdt.

2. Lamp/reflektoreenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tenminste een der vormstukken 20 een uitsteeksel heeft dat aanligt tegen het vrije einde van het halsvormig deel van het reflektorlichaam.

3. Lampreflektoreenheid volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het halsvormig deel van het reflektorlichaam ingestulpt is in een uitsparing in ten-25 minste een der vormstukken.

4. Lamp/reflektoreenheid volgens een der voorgaande conclusies, met hetkenmerk, dat de vormstukken bestaan uit een elektrisch isolerend materiaal.

5· Lamp/reflektoreenheid volgens conclusie 30 , 4, met het kenmerk, dat de vormstukken bestaan uit keramiek.

6. Lamp/reflektoreenheid volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de vormstukken de stroomtoevoer-geleiders van de lamp klemmend omvatten.

7· Lamp/reflektoreenheid volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vormstukken onderling zijn gekoppeld door tenminste een uitsparing en een nok die met elkaar in ingrijping zijn. 793923!