NL7909053A

NL7909053A - MOUNTING PITCH COVER.

Info

Publication number: NL7909053A
Application number: NL7909053A
Authority: NL
Original assignee: Rhein Bayern Fahrzeugbau Gmbh
Priority date: 1979-10-16
Filing date: 1979-12-14
Publication date: 1981-04-22
Also published as: CH644426A5; SE432626B; IT7983501A0; JPS5664069A; FR2467943B1; ATA721779A; SE7910173L; BE880563A; DE2941755A1; DE2941755C2; IT1126166B; GB2060754B; FR2467943A1; AT376746B; GB2060754A

Description

VO 881ΤVO 881Τ

Titel: montagekuilafdekkingTitle: mounting pit cover

De uitvinding heeft "betrekking op een afdekking voor montage-kuilen in 'werkplaatsen,."bestaande uit een rij evenwijdige, scharnierend met elkaar verbonden draagelementen, die steeds aan de uiteinden ervan in de langsrichting verschuifbaar geleid zijniover 5 aan de langsranden van de kuil aangebrachte horizontale geleidings— rails en met een aandrijfmotor voor de uit elementen bestaande band.The invention relates to a cover for mounting pits in workshops, consisting of a row of parallel, hingedly connected supporting elements, which are always slidably guided in longitudinal direction at their ends, arranged on the longitudinal edges of the pit horizontal guide rails and with a drive motor for the element belt.

Dit het Duitse octrooischrift 26 b6 395 is een afdekking voor montagekuilen bekend, die bestaat uit een band uit draagelementen, 10 die op geleidingsrails aan de horizontale bovenranden van de kuil ligt en door middel van een aandrijf inrichting in tegengestelde richtingen motorisch bewogen kan worden. De draagelementen zijn noodzakelijkerwijze langer dan de binnenwijdsë maat van de kuil, zodat aan het uiteinde van de kuil voor de verticale neerwaartse t 15 baan voor de draagelementen de binnenwijdte van de kuil vergroot moet worden. Dit is echter bij reeda. bestaande.montagekuilen, die naderhand uitgerust moeten worden met de afdekking die bestaat uit de band uit elementen, niet mogelijk.This German patent specification 26 b6 395 discloses a cover for mounting pits, which consists of a band of supporting elements, which lies on guide rails at the horizontal top edges of the pit and can be motorized in opposite directions by means of a drive device. The support elements are necessarily longer than the interior dimension of the pit, so that at the end of the pit for the vertical downward path for the support elements, the inner width of the pit must be increased. However, this is with reeda. existing mounting pits, which must be retrofitted with the cover consisting of the band of elements, not possible.

De uitvinding heeft derhalve tot doel de afdekking zo te 20 vormen, dat deze ook voor reeds bestaande montagekuilen met een constante breedte geschikt is.The object of the invention is therefore to form the cover in such a way that it is also suitable for already existing mounting pits with a constant width.

Een inrichting van bovengenoemde soort wordt daartoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat op de horizontale geleidingsrails aan een kuiluiteinde verticale geleidingsbanen aansluiten, waarvan 25 de onderlinge afstand kleiner is dan die tussen de verticale vlakken van de geleidingsrails, en dat de draagelementen teiescoopachtig inschuifbaar uitgevoerd zijn.To this end, a device of the above-mentioned type is characterized according to the invention in that vertical guide tracks, the mutual distance of which is less than that between the vertical surfaces of the guide rails, are connected to the horizontal guide rails at a pit end, and that the supporting elements are designed to be telescopic.

De draagelementen schuiven derhalve in elkaar, verkrijgen dus een kleinere breedte, wanneer zij de horizontale geleidingsrails 30 verlaten en in het gebied van de verticale geleidingsbanen komen. Daardoor is het mogelijk om de nieuwe afdekking in reeds bestaande 790 90 53 * * - 2 - t montagekuilen met een constante "breedte ook. naderhand in te bouwen, zonder dat er op enigerlei wijze in de maten van de kuil veranderingen aangebracht moeten worden.The supporting elements therefore slide into each other, thus obtaining a smaller width when they leave the horizontal guide rails 30 and enter the region of the vertical guide tracks. As a result, it is also possible to retrofit the new cover in existing 790 90 53 * * - 2 - t mounting pits with a constant width, without having to make any changes in the dimensions of the pit.

Bij voorkeur is tussen iedere horizontale geleidingsrail en 5 een verticale geleidingsbaan een overgangshelling op zodanige wijze ingebouwd, dat de.binnenwijdse afstand tussen de beide overgangs-hellingen geleidelijk vermindert vanaf de afstand tussen de verticale vlakken van de geleidingsrails tot de kleinere afstand tussen de- geleidingsbanen.Preferably, between each horizontal guide rail and a vertical guide track, a transition ramp is built in such that the inner distance between the two transition slopes gradually decreases from the distance between the vertical planes of the guide rails to the smaller distance between the guide tracks .

10 Een belangrijke eigenschap is nog dat de beide uiteinden van de band uit' draagelementen elk met een motorische aandrijf inrichting verbonden zijn, zodat de band uit draagelementen aan êên uiteinde van de kuil opgewikkeld kan worden en derhalve bij geopende kuil. ruimtebesparend ondergebraeht kan worden.An important feature is that the two ends of the belt from supporting elements are each connected to a motor-driven device, so that the belt can be wound from supporting elements at one end of the pit and thus with an open pit. can be used in a space-saving manner.

15 De uitvinding zou in het hiernavolgende aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven worden, onder verwijzing naar de tekening. Hierin toont fig. 1 een aanzicht in perspectief van de kuilafdekkingen, fig. 2 een aanzicht in perspectief van een telescoopachtig draag-20 element en fig- 3 tot en met 5 aanzicht in doorsnede van de kuil langs respectievelijk de lijnen A-A, B-B en C-C.The invention would be described in more detail below with reference to an exemplary embodiment, with reference to the drawing. Fig. 1 shows a perspective view of the silage covers, Fig. 2 shows a perspective view of a telescopic carrier element and Figs. 3 to 5 are sectional views of the silage along lines AA, BB and CC respectively .

De kuil 10 bezit een constante breedte, die in fig. 3 met 12 aangegeven is. Aan de beide bovenlangsranden zijn in dwarsdoor-25 snede L-vormige geleidingsrails 1H, 16 tenminste gedeeltelijk, echter bij voorkeur in êên vlak liggend met de werkplaatsbodem ingelaten. Een draagelementenband 18 bestaat uit een aantal scharnierend met elkaar verbonden draagelementen 20, die telescoopachtig uitgevoerd zijn en elk uit een middengedeelte 22 en twee vanaf tegenge-30 stelde zijde naar binnen geschoven eindgedeelten 2h, 26 bestaan, die aan de naar elkaar toegekeerde zijde voorvlakken hebben, waartussen een drukveer 28 gelegen is. De buitenste voorvlakken van de eindgedeelten 2k, 26 zijn open en tussen de bovenwand en de onder- 790 9 0 53 — ~sf - 3 - wand is een as voor een draaibare looprol 30 bevestigd, die aan de zijde van bet voorvlak uit het eindgedeelte 2h resp. 26 naar buiten steekt.The pit 10 has a constant width, which is indicated by 12 in Fig. 3. L-shaped guide rails 1H, 16 are provided at least partly in cross-section at the two top longitudinal edges, but are preferably recessed in one plane with the workshop bottom. A support element belt 18 consists of a number of support elements 20 hingedly connected to each other, which are of telescopic design and each consist of a central part 22 and two end parts 2h, 26 which are pushed in from opposite sides and which have front surfaces on the facing side between which a compression spring 28 is located. The outer front surfaces of the end portions 2k, 26 are open and between the top wall and the bottom 790 9 0 53 - ~ sf - 3 - wall is mounted a shaft for a rotatable track roller 30, which is on the side of the front face from the end portion 2h resp. 26 protrudes.

Aan het uiteinde van de kuil zijn verticale geleidingsrails 5 32 in de vorm. van dunvandige platen (zie fig. 5) aan de kuilwanden bevestigd- !Pussen de geleidingsbanen 32 voor de elementenband 18 is ongeveer de afstand 12 (fig. 3) aanwezig, terwijl tussen de verticale benen van de geleidingsrails 1b, 16 de grotere afstand 11 aanwezig is, zodat de draagelementen 20 telescopisch naar buiten 10 getrokken zijn, wanneer zij op de rails 1 h-, 16 liggen en tot een kleinere breedte samengeschoven zijn, wanneer zij zich uitstrekken tussen de verticale banen 32.Vertical guide rails 532 are in the form at the end of the codend. of thin-walled plates (see Fig. 5) attached to the silage walls. Between the guide tracks 32 for the element belt 18 there is approximately the distance 12 (Fig. 3), while between the vertical legs of the guide rails 1b, 16 the greater distance 11 is present. is present, so that the supporting elements 20 are telescopically pulled out when they are on rails 1 h, 16 and are pushed together to a smaller width when they extend between the vertical tracks 32.

Overgangshellingen 37, die uit een gebogen L-vormig profiel 36 en een ongeveer wigvormig vulstuk 38 bestaan, vormen een gelijk-15 matige overgang tussen de geleidingsrails 1h, 16 en de geleidingsbanen 32. Aan het einde van de hellingen 3^ is een omkeerwals 4o draaibaar gelagerd, die. de draagelementen steunt, zodat vanaf dit gebied oplegbenen voor de draagelementen niet aanwezig behoeven te zijn.Transition ramps 37, which consist of a curved L-shaped profile 36 and an approximately wedge-shaped filler piece 38, form an even transition between the guide rails 1h, 16 and the guide tracks 32. At the end of the slopes 3 ^ there is a reversing roller 40 rotatably mounted, which. supports the supporting elements, so that from this area bearing legs for the supporting elements need not be present.

20 Aan het, in de openingsrichting h2 van de afdekking geziene, acht er kuil einde is onder de omkeerrol ko een opwikkeltrommel 4I+ voor de band uit draagelementen motorisch aandrijfbaar draaibaar in verlengingen van de baanplaten 32 gelagerd. Het andere uiteinde van de band uit draagelementen is via trekkettingen hé en omkeer-25 rollen 48 met een eigen aandrijfinrichting verbonden, om de band uit draagelementen in de richting van de pijl 50 te trekken, wanneer de kuil gesloten moet worden.At the rear end, seen in the opening direction h2 of the cover, a winding drum 4I + for the belt from supporting elements can be rotated motor-driven in extensions of the web plates 32 under the reversing roller ko. The other end of the belt from supporting elements is connected via pulling chains to reversing rollers 48 with its own driving device, in order to pull the belt from supporting elements in the direction of the arrow 50 when the pit is to be closed.

In afwijking van de getoonde uitvoering kunnen de aan beide uiteinden van de band 18 uit draagelementen aangebrachte kettingen 30 met elkaar verbonden worden tot een eindloze ketting, die door middel van een enkele, in tegengestelde richtingen aan te drijven motor bewogen kan worden.Contrary to the embodiment shown, the chains 30 arranged on both ends of the belt 18 of supporting elements can be connected to each other into an endless chain, which can be moved by means of a single motor which can be driven in opposite directions.

790 90 53790 90 53

Claims

1. Cover for mounting pits in workshops, "consisting of a row of parallel, hingedly connected supporting elements, - which are always slidably guided lengthwise at their ends on horizontal guide rails arranged on the longitudinal edges of the pit and with a drive motor for the belt elements, characterized in that on the horizontal guide rails (1k, 16.), a pit end connects vertical guideways (32, 32), the mutual distance of which (12) is smaller than that (11) between vertical surfaces of the guide rails, and that the supporting elements (20) are telescopically retractable.

Cover, according to claim 1, characterized in that a rotatable roller (30), which is partly outward, is always built into the two front surface ends of each support element (20).

Cover according to claim 1 or 2, characterized in that each support element (20) consists of a central section (22) and two end sections (2k, 26) pushed in from opposite sides, between which a compression spring (28) is incorporated. . Cover according to any one of claims 1 to 3, characterized in that between each horizontal mounting rail (1 h, 16) and a vertical one. guide track (32) has a transition ramp (3 ^) built in, and that the inner distance between the two transition ramps is gradually from the distance (11) between the vertical planes of the guide rails (1 ^, 16) to the smaller distance (12) between the guideways (32) decreases. Cover according to claim k, characterized in that the transition ramps (3M consist of bent or inclined ^ L profiles (36).

Cover according to any one of claims 1 to 5, not characterized in that the vertical guideways consist of flat plates (32). Cover according to any one of claims 1 to 6, characterized in that the two ends of the strap (18) consist of supporting elements via 790 9 0 53 - 5 - 'V' pull chains (U6) or the like. are connected to a motorized driving device.

Cover as claimed in claim 7, characterized in that at the rear end 5 of the hole, viewed in the opening direction of the cover, a winding device (Wf ·) for the element belt (18) is provided.

Cover according to any one of claims Ί -6, characterized in that - the two ends of the belt are made of supporting elements by means of idler pulleys - (UO, 48} '' lined pull chains (k6) or the like to form an endless device which has a motor which can be driven in both directions