NL7908729A - Voederinrichting. - Google Patents

Description

S· * -1-

Voederinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een voeder-inrichting bij een uit één of meer étages bestaande batterij voor klein- of pluimvee, waarbij elke étage is voorzien van een voergoot, en welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit 5 een parallel aan de voergoot aangebrachte geleiding en een daarlangs gevoerde voorraadhouder voor het veevoer.

De uitvinding heeft ten doel de voederinrichting te verbeteren zodanig, dat een gelijkmatige laag van veevoeder van constante samenstelling in de of elke voergoot wordt 10 gelegd, waarbij brugvorming in het veevoeder hetgeen een belangrijke storingsbron is, in het gehele voedersysteem is voorkomen.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de voorraadhouder is voorzien van een nabij de 15 bodem daarvan aangebracht doseermechanisme en een daarop aansluitende naar een voergoot leidende stortpijp.

Als doseermechanisme stelt de uitvinding verder voor om tenminste één zodanig beweegbaar element met opening . aan te brengen, dat de opening periodiek vanuit 20 de voorraadhouder tot boven de stortpijp en omgekeerd wordt gebracht. Dankzij deze beweging wordt in de voorraadhouder zelf elke brugvorming vermeden, terwijl de constante hoeveelheid veevoeder per tijdseenheid ondermeer bepaald is door de grootte van de opening.

25 Uit hoofde van een eenvoudige constructie is het element bij voorkeur een roterende plaat. In een uitvoering is volgens de uitvinding voorts in een cirkelvormige reeks geplaatste en ten opzichte van elkaar versprongen gaten daarin aangebracht, welke uitvoering geschikt is 30 voor meer dan één störtpijp aan de onderzijde van de voorraadhouder .

Voor het verkrijgen van een volumedosering is op afstand boven de ingang van de stortpijp een afschermorgaan in de voorraadhouder aangebracht. Dit afschermorgaan 35 voorkomt een direkt doorvallen van veevoeder uit de voorraadhouder via de opening in het element naar de/-stortpijp.

-2- Τ' * r 1

De dosering is thans bepaald door de afmeting van de opening en de hoogte van het afschermorgaan ten opzichte van de bodem van de voorraadbak.

In een uitvoeringsvorm is de hoogte van het 5 afschermorgaan ten opzichte van de bodem instelbaar.

In een andere uitvoeringsvorm is de regeling van de veevoeder hoeveelheid bereikt door een bij de inlaat-opening van de stortbuis aangebrachte schuif die de -doorlaatopening in het doseerelement meer of minder afdekt.

10 Teneinde een gelijkmatige 'laagdikte in de voergoten met eenvoudige middelen te verzekeren is de beweging van het doseerelement afgeleid van de voortgaande beweging van de voorraadhouder langs de batterij..

Wordt gebruikt gemaakt van een roterend doseer-15 element dan kan de rotatie van dat element tot stand gebracht worden door een op de aandrijfas daarvan bevestigde kabel-schijf voor een kabel.

Als de voorraadhouder is aangedreven door een kabel, dan verdient het.de voorkeur de aandrijf kabel over 20 de schijf van het doseermechanisme te 'slaan.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening toont: fig.l een perspectivisch aanzicht van een deel 25 van een legbatterij voorzien van de voederinrichting volgens de uitvinding, fi.g.2 een staande doorsnede van een deel van de voorraadhouder uit de voederinrichting uit fig.l.

fig.3 en 4 een' bovenaanzicht respectievelijk 30 staande doorsnede van een uitvoeringsvariant van. een schuif met sleufvormige openingen en een regelschuif.

Hoewel de uitvinding niet daartoe is beperkt is de voederinrichting toegepast bij een legbatterij voor kippen. De legbatterij zelf bestaat in hoofdzaak uit een steungeötel 35 1, waaraan op drie étages een aantal naast elkaar geplaatste kooien 2 zijn opgehangen. Aan de buitenzijde van de kooien-rijen is een voedergoot 3 aangebracht,waaronder tevens een afvoergoot 4 voor eieren is geplaatst.

790 8 7 29 -3- i

Ter hoogte van de middelste étage is buiteii de voedergoot 3 een geleiding 5 in de vorm van een rail aangebracht, waarop een brugvormig gestel 6 heen en weer langs de batterij kan rijden, middels de wielen 7.

5 De andere zijde van het brugvormig gestel 6 rust op een overeenkomstige rails 5 aan de andere zijde 'van de legbatterij .

• De heen en weer gaande beweging van het gestel 6 wordt verzekerd door een daaraan bevestigde., kabel 8, die 10 door middel van een door een elektromotor aangedreven kabelschijf 9 in de richting van de pijl PI respectievelijk P2 heen en weer wordt bewogen.

Het gestel 6 draagt aan weerszijde van de batterij een voorraadhouder 10 voor het veevoeder. De 15 voorraadhouder heeft hier een achtkantige vorm, maar kan evengoed elke willekeurige passende gestalte vertonen.

In de bodem van de voorraadhouder zijn een drietal gaten 11 aangebracht, waarop stortpijperi 12 aansluiten, die elk naar een voergoot 3 van de legbatterij 20 leiden.

In de voorraadhouder 10 is een doseermechanisme 13 aangebracht, die in hoofdzaak bestaat uit een cirkelvormige plaat 14, langs de omtrek waarvan een reeks gaten 15 is aangebracht met een bepaalde diameter. De gaten 25 zijn in radiale zin. onderling ten opzichte van elkaar versprongen.

De plaat 14 wordt rondgedraaid door een aandrijfas 16, die aan de bovenzijde is voorzien van een conisch wiel. 17, waarop een pignon 18 afrolt. Het pignon 18 30 is bevestigd op een aandrijfas 19, waarop een kabelschijf 20 is bevestigd. In de getoonde uitvoeringsvorm is de aandrijf-kabel 8 tevens om de kabelschijf 20 geslagen.

De doseerplaat 14 is voorzien van verhogingen 21 en kan zonodig van verlagingen zijn uitgevoerd.

35 Anderzijds kunnen aan de onderzijde van. de plaat 14 radiaal gerichte ribben 22 zijn aangebracht, die over de bodem van de voorraadbak 10 strijken.

790 8 7 29 * *·* -4-

Boven elke ingang 11 van de 'stortpijp 12 ia in de voorraadbak 10 een afschermorgaan 23 aangebracht, hetwelk de vorm van een plaat heeft die via een scharnier 24 met de zijwand van de voorraadhouder 10 is verbonden.

5 Op afstand van het scharnier 24 is een omhoog gerichte, staaf 25 vast aan de plaat 23 bevestigd, waarbij aan het vrije einde van de staaf 25 een trekstang 26 scharnierend is bevestigd.

De trekstang steekt door de zijwand van de voorraadhouder 10 10 naar buiten uit en eindigt in een schroefstang, waarop een moer 27 draaibaar is. Tussen de zijwand 10 en de staaf 25 • is om de stang 26 een drukveer 35 aangebracht.

De moer 27 is voorzien van maatgroeven 28, waarop een aanwijsvinger 29, die vast op het Schroefeinde 15 van de stang 26 is bevestigd is gericht.

Onder de inlaatopening 11 van de stortpijp 12 is een afsluitschuif 30 in de richting van de pijl P3 · heen en weer verschuifbaar teneinde de stortpijp 12 van de voorraadhouder 10 af te sluiten.

20 De inrichting werkt als volgt.

Na het vullen van de voorraadhouder 10, hetwelk geheel automatisch aan een einde van de legbatterij kan plaatsvinden, wordt de aandrijfmotor, voor de schijf 9 gestart, waardoor het gestel 6 langs de batterij wordt 25 voortbewogen. Doordat de kabelschijf 20 zich langs de kabel.8 afrolt zal deze de stang 19 en via de conische overbrenging 17, 18 de stang 13 doen roteren.

Daarop zal de schijf 14 in de bak 10 gaan draaien en 2al veevoeder meenemen, hetgeen wordt bevorderd door de:·; 30 meenemers 21, waarna een deel van het veevoeder onder de afschermplaat 23 wordt doorgeleid.

Zodra een gat 15 boven de invoeropening 11 terecht komt, zal de kolom veevoeder, waarvan de hoogte is bepaald door de afstand tussen de afschermplaat 23 en de bodem van de bak 10 35 omlaag vallen.

Indien een voergang niet van veevoeder moet worden voorzien, schuift de bedieningsman de schuif 30 dicht.

7908729 v £ -5-

Indien de hoeveelheid veevoeder1 moet worden gewijzigd, verdraait de bedieningsman de moer 27 totdat de vinger 29 op de gewenste aanwijsstreep 28 staat, waarmee de hoogte van de plaat 23 wordt ingesteld.

5 Zodra het gestel 6 het einde van de voergoot heeft bereikt, wordt de draaizin van de elektromotor omgekeerd, waardoor de schijf 14 eveneens in omgekeerde zin gaat draaien. Hierbij zij opgemerkt dat dankzij de benodigde speling in de kabel 8 ten gevolge van de tussen de horizontale balken 10 van het gestel 6 beweegbaar opgenomen en vast aan de kabel 8 bevestigde aanslagklos 31 de schijf 14 reeds zal draaien voordat het gestel 6 in beweging komt, waardoor is verzekerd dat ook het einde van de voergoot van voldoende veevoeder wordt voorzien.

15 Dankzij de roterende beweging van de plaat 14 respectievelijk de versprongen opzet van de gaten 15 en door de meenemers 21 is elke brugvorming van veevoeder in de voorraadhouder 10 uitgesloten. Zo nodig kunnen roerstaven aan de as 13 worden bevestigd.

20 Figuur 3 en 4 tonen een uitvoeringsvariant van de doseerschijf 14, die hier is voorzien van sleufvormige radiaal gerichte openingen 32. In de bodem van het reservoir is als ingang van de stortpijp een gat aangebracht dat middels een met de schuif 30 vergelijkbare regëlgschuif 33 25 meer of minder afsluitbaar is, waardoor tevens .opening 32 meer of minder wordt afgedekt als deze strookt met het gat in de bodem.

In deze uitvoering kan het afschermorgaan 23 vast zijn opgesteld. Het buiten het reservoir uitstekende deel van de 30 schuif 33 is voorzien van merkstrepen 34.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.

790 8 7 29

Claims (12)

1. Voederinrichting bij een uit éën of meer étages bestaande batterij voor klein- of pluimvee, waarbij elke étage is voorzien van een voergoot, en welke inrichting in hoofdzaak bestaat uiteen parallel aan de 5 voergoot aangebrachte geleiding en een daarlangs gevoerde voorraadhouder voor het veevoeder, met hét kenmerk, dat de voorraadhouder is voorzien van een nabij de bodem, daarvan aangebracht doseermechanisme en een daarop aansluitende naar een voergoot leidende stortpijp.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het doseermechanisme bestaat uit tenminste één zodanig beweegbaar element met doorgaand gat, dat het gat periodiek vanuit de voorraadhouder tot boven de stortpijp en omgekeerd wordt gebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het element een roterende plaat is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de plaat is voorzien van in een cirkelvormige reeks geplaatste en ten opzichte van elkaar 20 versprongen gaten.

5. Inrichting volgens conclusie 3 en 4, met het kenmerk, dat de plaat is voorzien van ribben respectievelijk verhogingen of verlagingen.

6. Inrichting volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat op afstand boven de-ingang van de stortpijp een afschermorgaan in de voorraadhouder is aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het afschermorgaan qua hoogte boven de 3Ó bodem van de houder instelbaar is.

8. Inrichting volgens conclusie 1-6, met het k e n m e r k, dat'bij de inlaatopening van de stortbuis 'een regelschuif . is aangebracht.

9. Inrichting volgens éën der voorgaande conclu- 35 sies, met het kenmerk, dat de beweging van het doseer- -— element is afgelied van de voortgaande beweging van de voorraadhouder langs de batterij. 70Π ft 7 29 ' * »- ^ -7-

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de rotatie van het doseerelement tot stand is gebracht door een aan de aandrijfas daarvan bevestigde kabelschijf voor een kabel.

11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de kabel de aandrijf kabel van de voorraadhouder is.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de aandrijfkabel is voorzien van een 10 aanslagklos die tussen twee aan het gestel bevestigde aanslagen vrij beweegbaar is. 790 8 7 29