NL7908672A - Schakeling voor het aanschakelen van een modem op een telefoonlijn. - Google Patents

Description

- t- •r

Schakeling voor het aanschakelen van een modem op een telefoon!ijn.

De uitvinding heeft betrekking op een schakeling voor het aanschakelen van een modem op een telefoonlijn na 5 het bedienen van een datatoets op een bij de modem aangebrachte telefoon, na de ontvangst van een binnenkomende oproep of na de ontvangst van een gereedheidssignaal uit een bij de modem aangebrachte dataeindinrichting, waarbij een relais aanwezig is, na bekrachtiging waarvan de telefoonlijn 10 met de modem wordt .verbonden en van de telefoon wordt gescheiden en waarbij de dataeindinrichting aan de modem het gereedheidssignaal afgeeft, dat de bedrijfsgereedheid daarvan aangeeft.

Uit het Duitse octrooi schrift 2.345.036 is een scha-15 keling bekend voor het aanschakelen van een modem op een telefoonlijn. Deze bekende schakeling bevat een relais dat met twee volgomschakelcontacten en twee werkcontacten is uitgerust. Na het bedienen van een datatoets op een bij de modem aangebrachte telefoon, na de ontvangst van een binnenkomende 20 oproep of door een door de dataeindinrichting bij bedrijfs-gereedheid afgegeven gereedheidssignaal wordt het relais bekrachtigd. De beide volgomschakelcontacten verbinden de telefoonlijn met de modem en scheiden deze van de telefoon.

Door het sluiten van het eerste werkcontact wordt op de data-25 eindinrichting een signaal afgegeven, dat de bedrijfsgereed-heid van de modem aangeeft. Door het tweede werkcontact wordt het relais ook gehouden, zelfs wanneer de bekrachtigende signalen niet meer aanwezig zijn.

Het relais in de bekende schakeling verbruikt naar 30 verhouding veel energie, zodat de momentele waarde van het gereedheidssignaal weliswaar voor het bekrachtigen van het relais voldoende is, echter niet bovendien als bedrijfsspan-ning voor de modem kan worden toegepast.

De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een 35 schakeling voor het aanschakelen van een modem op een telefoonlijn, die weinig energie nodig heeft, zodat de momentele waarde van het door de dataeindinrichting afgegeven gereedheidssignaal ook als voedingsspanning voor de modem kan worden gebruikt.

40 Dit doel wordt bij de schakeling van de in de aanhef 7908672 τ

- J

- 2 - genoemde soort volgens de uitvinding bereikt door een bista-biele trekkerschakeling, waarvan de voedingsspanning door de momentele waarde van het gereedheidssignaal wordt geleverd, die voor het aanschakelen van de modem op de telefoonlijn 5 wordt ingesteld, die bij het einde van het gereedheidssignaal wordt teruggesteld en die in zijn ingestelde toestand het relais bekrachtigt.

De schakeling volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat een relais kan worden toegepast, dat een kleinere 10 afmeting heeft, aangezien het werlccontact voor het houden van het relais niet nodig is. Tussen de dataeindinrichting en de modem zijn voor de extra voedingsspanning geen aanslui-tingsplaatslijnen noodzakelijk, aangezien de modém vanwege de geringe benodigde energie van het relais door het gereed-15 heidssignaal met energie kan worden gevoed.

Een bijzondere voordelige uitvoering van de schakeling wordt daardoor bereikt., dat parallel aan het relais een ander relais is geschakeld, na de bekrachtiging waarvan aan de dataeindinrichting een signaal wordt toegevoerd, dat de 20 bedrijfsgereedheid van de modem aangeeft. In dit geval kunnen bijzonder eenvoudige relais worden gebruikt, aangezien het eerste relais slechts twee volgomschakelcontacten moet bedienen en het andere relais slechts een werkcontact. De verdeling i.n twee relais is ook voordelig, wanneer de modem met 25 een inrichting voor het uitzenden van een antwoordtoon van 2100 Hz achteraf moet worden uitgerust en het signaal dat de bedri jfsgereedheid van* de modem aangeeft, eerst na het uitzenden van de antwoordtoon moet worden afgegeven.

Voor het bekrachtigen van het relais na de bediening 30 van de datatoets is bij de schakeling geen extra relais nodig, wanneer een opto-electronisch koppel element aanwezig is, waarvan de ingangen na het bedienen van de datatoets met de telefoonlijn worden verbonden en dat aan zijn uitgang een de bistabiele trekkerschakeling instellend signaal afgeeft. Het 35 opto-electronische koppel element heeft een hoge spanningsvastheid die voor een galvanische scheiding van de telefoonlijn van het signaal wordt geëist, dat het aanschakelen tot stand brengt. Een vergelijkbare spanningsvastheid is bij de toepassing van het extra relais slechts met zeer hoge kosten 40 7 9 0 8 6 7 2 • - * -3-.

moge!ijk.

Om een van de richting van de lusstroom onafhankelijk oplichten van een in het opto-electronische koppelelement aanwezige licht emitterende diode te bereiken is het gunstig, 5 wanneer een uit dioden opgebouwde brugschakeling aanwezig is, waarvan de eerste diagonaal na het bedienen van de .datatoets met de telefoonlijn is verbonden en waarbij in de tweede diagonaal da-arvan de ingangen van het opto-el ectronische koppelelement zijn aangebracht.

10 Om een verwoesting van de licht emitterende diode in het opto-electronische koppelelement door een te grote lusstroom in de telefoonlijn te verhinderen verdient het de voorkeur parallel aan de ingangen van het opto-electronische koppelelement een transistor aan te brengen, die de door de 15 ingangen van het opto-electronische koppelelement vloeiende stroom begrenst.

Om door de schakeling ook de bedrijfswijze te kunnen uitvoeren, waarbij de modem op de telefoonlijn wordt geschakeld, zodra de dataeindinrichting het gereedheidssignaal af-20 geeft, is het voordelig wanneer een eerste schakelaar aanwezig is, waarbij na het sluiten daarvan de bistabiele trekker-schakeling wordt ingesteld, wanneer het gereedheidssignaal optreedt.

Om ook de modem te kunnen aanschakelen wanneer een 25 binnenkomende oproep wordt ontvangen en de dataeindinrichting bedrijfsgereed is, is het gunstig wanneer een tweede schakelaar aanwezig is, na het sluiten waarvan de bistabiele trek-kerschakel ing wordt ingesteld wanneer een oproep wordt ontvangen. Hierbij is het voordelig wanneer in serie met de 30 tweede schakelaar een contact van een oproeprelais is geschakeld, dat bij een binnenkomende oproep wordt bekrachtigd.

Om de modem in vele gevallen te kunnen toepassen is het voordelig, wanneer andere schakelaars zijn aangebracht, na de bediening waarvan de voedingsspanning van de modem naar 35 keuze plaatsvindt door het gereedheidssignaal,door de lusstroom van de telefoonlijn of door een in de dataeindinrichting aanwezige spanningsbron.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een schema van de schakeling 40 79 0 8 6 7 2 > r 1 - 4 - is getoond.

Bij de in de tekening getoonde schakeling is op de aansluitingen a en b de telefoonlijn aangesloten. De aansluitingen La en Lb zijn met een telefoon verbonden, die is voor-5 zien van een datatoets. De aansluitpunten a en b zijn met de aansluitpunten La resp. Lb via volgomschakelcontacten ul en u2 van een relais U verbonden, wanneer het relais U niet is bekrachtigd. De telefoon is in dit geval op de telefoonlijn aangesloten.

10 Een scheiding van de telefoonVijn van de telefoon en een verbinding van de telefoonlijn met de modem kan plaatsvinden, wanneer bij de telefoon de datatoets wordt bediend en een met de modem verbonden dataeindinrichting een gereedheids-signaal B afgeeft, dat de bedrijfsgereedheid daarvan aangeeft, 15 of wanneer in de modem een binnenkomende oproep wordt ontvangen, of wanneer de dataeindinrichting een signaal afgeeft, dat verzoekt om een aanschakeling van de modem op de telefoonlijn en dat identiek kan zijn aan het gereedheidssignaal B.

Wanneer de dataeindinrichting bedrijfsgereed is, 20 geeft deze via de aansluitingen 24 en 25 het gereedheidssignaal B aan de modem af. In-de dataeindinrichting is een spanningsbron SP aanwezig, die voor hetopwekken van het gereedheidssignaal B door de schakelaar SI met de aansluitingen 24 en 25 wordt verbonden- 25 Wanneer bij de telefoon de datatoets wordt, bediend, worden de aansluitingen wen g met de telefoonlijn verbonden en een lusstroom vloeit afhankelijk van zijn richting over de dioden Dl en D2 of D3 en D4 van een brugschakeling door een in een opto-electronisch koppel element K aangebrachte 30 licht emitterende diode. Het opto-electronische koppel element K geeft daardoor aan zijn uitgang een signaal SI af. Ter bescherming van de licht emitterende diode tegen een te hoge lusstroom is parallel aan de ingang van het opto-electronische koppel element K een transistor Tl aangebracht, die met behulp 35 van een weerstand R1 in de geleidende toestand wordt gebracht, wanneer de lusstroom een voorafbepaal de waarde overschrijdt, en die daardoor een deel van de lusstroom opneemt.

Het signaal SI wordt via een weerstand R2 aan de in-stelingang van een bistabiele trekkerschakel ing toegevoerd., 40 7 9 0 8 6 7 2 - 5- die twee transistoren T2 en T3 bevat. De bedrijfsspanning van de bistabiele trekkerschakeling wordt door de momentele waarde van het gereedheidssignaal B geleverd. Bij het optreden van het signaal SI wordt de transistor T2 geleidend. Door de 5 spanning op de middenaftakking van een uit twee weerstanden R3 en R4 gevormde spanningsdeler wordt ook de transistor T3 geleidend en door de spanningsval over een weerstand R6 zal via een weerstand R5 de geleidende toestand van de transistor T2 ook worden gehandhaafd, wanneer het signaal SI niet meer 10 aanwezig is. Door het geleiden van de transistor T3 worden ook het relais U en een ander relais DSR bekrachtigd. Daarbij wordt aangenomen, dat tussen twee aansluitpunten c en d een brug aanwezig is.

Bij de bekrachtiging van het relais U worden de 15 volgomschakelcontacten ul en u2 gesloten en de telefoonlijn wordt met de modem verbonden en van de telefoon gescheiden. Over een transformator UB kunnen daardoor gegevens van of naar de telefoonlijn worden overgedragen.

De voeding van de modem kan over de telefoonlijn 20 plaatsvinden door het gereedheidssignaal B of door een in de dataeindinrichting aanwezige spanningsbron. Indien de voeding door de telefoonlijn plaatsvindt, zijn twee schakelaars S2 en S3 gesloten, terwijl -vijf andere schakelaars S4 tot en met S8 geopend zijn. In dit geval vloeit de lusstroom van de 25 telefoonlijn over een uit dioden gevormde brugschakeling en de schakelaars S2 en S3 naar een spanningsregelaar SR, die de voedingsspanning van de modem opwekt en op een constante waarde houdt.

Indien de voeding van de modem door de in de data-30 eindinrichting aanwezige spanningsbron plaatsvindt, is deze spanningsbron met extra aansluitpunten 1 en 2 van de modem verbonden en de schakelaars S4, S5 en S6 zijn gesloten, terwijl de schakelaars S2, S3, S7 en S8 geopend zijn. Via een beschermingsweerstand R7 wordt dan de spanningsbron met de 35 spanningsregelaar SR verbonden en op deze wijze wordt de voedingsspanning van de modem opgewekt.

Indien de voedingsspanning van de modem door de momentele waarde van het gereedheidssignaal B moet worden opgewekt, zijn de schakelaars S4, S7 en S8 gesloten, terwijl 40 7 9 0 3 6 7 2

V

- 6 - de schakelaars S2, S3, S5 en S6 zijn geopend. In dit geval wordt het gereedheidssignaal B over een diode D5 en een be-schermingsweerstand R8 aan de spanningsregelaar SR toegevoerd.

Bij het bekrachtigen van het relais DSR wordt een 5 contact dsr gesloten en de modem geeft een zijn bedrijfsge-reedheid aangevend signaal D over de aansluitingen 22 en 23 aan de dataeindinrichting af. Daarna kunnen gegevens van of naar de dataeindinrichting worden overgedragen.

Het contact dsr kan ook als ander contact in het 10 relais U worden aangebracht. In dit geval is het relais DSR niet nodig. De verdeling in twee relais U en DSR is echter voordelig gebleken, wanneer de modem voor het uitzenden van een antwoordboon van 2100 Hz achteraf moet worden ingericht en het contact DSR eerst na het uitzenden van deze antwoord-15 toon moet worden gesloten. In dit geval wordt de brug tussen de aansluitingen c en d geopend en een overeenkomstige inrichting aangesloten.

Indien de modem steeds dan op de telefoonlijn moet worden aangeschakeld, wanneer de dataeindinrichting voor het 20 overdragen van gegevens gereed is, wordt het gereedheidssignaal B tegelijkertijd als aanschakel signaal geïnterpreteerd. Voor deze bedrijfswijze wordt een schakelaar S9 gesloten en door de toepassing van een weerstand R9 wordt bij het optreden van het gereedheidssignaal B en daardoor van de voedings-25 spanning van de bistabiele trekkerschakeling deze direct ingesteld. Daardoor worden ook de relais U en DSR bekrachtigd, zodat de telefoonlijn op dezelfde wijze als hierboven beschreven met de modem wordt verbonden en van de telefoon wordt gescheiden en het signaal D wordt afgegeven.

30 Indien de modem op de telefoonlijn moet worden aan geschakeld, wanneer de dataeindinrichting bedrijfsgereed is en een binnenkomende oproep wordt ontvangen, wordt de schakelaar S9geopend en de schakelaar S10 gesloten. Bij een binnenkomende oproep wordt over een condensator Cl, een weerstand R10 en 35 een uit dioden opgebouwde brugschakeling een oproeprelais RF bekrachtigd. Dit oproeprelais RF bevat twee werkcontacten rfl en rf2. Bij het sluiten van het contact rfl geeft de modem via de aansluitingen 14 en 15 een oproepsignaal R aan de dataeindinrichting af, waarmee d*e binnenkomende oproep 40 1 9 0 8 δ 7 2 - 7 - V» wordt aangegeven. Bij het sluiten van het contact rf2 wordt via de weerstand R9 de bistabiele trekkerschakeling ingesteld en op dezelfde wijze als in de reeds toegelichte gevallen worden de relais U en DSR bekrachtigd om de telefoonlijn met 5 de modem te verbinden en aan de dataeindinrichting de bedrijfs-gereedheid van de modem te melden.

Het terugstellen van de bistabiele trekkerschakeling vindt in elk geval plaats bij het einde van het gereedheids-signaal B dat tegelijkertijd voor de voedingsspanning van de 10 bistabiele trekkerschakeling dient. Na het einde van het gereedheidssignaal B wordt daardoor de bekrachtiging van de relais U en DSR beëindigd, zodat de contacten ul en u2 en dsr worden geopend. Daardoor wordt enerzijds de telefoonlijn weer van de modem gescheiden en met de telefoon verbonden en ander-15 zijds wordt het signaal D beëindigd, dat dan aan de dataeindinrichting meldt, dat de modem, niet meer gereed is voor de overdracht van gegevens.

20 .....

P

7908672

Claims (9)

1. Schakeling voor het aanschakelen van een modem op een telefoonlijn na het bedienen van een datatoets op een bij de modem aangebrachte telefoon, na de ontvangst van een binnenkomende oproep, of na de ontvangst van een gereedheids- 5 signaal uit een bij de modem aangebrachte dataei ndi nri chti ng , waarbij een relais aanwezig is, na de bekrachtiging waarvan de telefoonlijn met de modem wordt verbonden en van de telefoon wordt gescheiden en waarbij de dataeindinrichting aan de modem het gereedheidssignaal afgeeft, dat de bedrijfsge- 10 reedheid daarvan aangeeft, gekenmerkt d o o r een bistabiele trekkerschakeling (T2, T3, R3 t/m R6), waarvan de voedingsspanning door de momentele waarde van het gereedheidssignaal (B) wordt geleverd, die voor het aanschakelen van de modem op de telefoonlijn wordt ingesteld, die bij het 15 einde van het gereedheidssignaal (B) wordt teruggesteld en die in zijn ingestelde toestand het relais (U) bekrachtigt.

2. Schakeling volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat parallel aan het relais (U) een .ander relais (DSR) is a-angebracht, na bekrachtiging waarvan aan de 20 dataeindinrichting een signaal (D) wordt toegevoerd, dat dé bedrijfsgereedheid van de modem aangeeft.

3. Schakeling volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat een opto-electronisch koppelele-ment (K) aanwezig is, waarvan de ingangen na het bedienen 25 van de datatoets met de telefoonlijn worden verbonden en dat aan zijn uitgang een signaal (SI) afgeeft, dat de bistabiele trekkerschakeling (Tl, T2, R3 t/m R6) instelt.

4. Schakeling volgens conclusie 3, m et het kenmerk, dat een uit dioden (Dl t/m D4) gevormde brug- 30 schakeling aanwezig is, waarvan een eerste diagonaal na het bedienen van de datatoets met de telefoonlijn is verbonden en waarbij in de tweede diagonaal daarvan de ingangen van het ppto-electronische koppel element (K) zijn aangebracht.

5. Schakeling volgens conclusie 3 of 4, m e t 35 het kenmerk, dat parallel aan de ingangen van het opto-electronische koppel element (K) een transistor (Tl) is geschakeld, die de door de ingangen van het opto-electronische koppel element (K) vloeiende stroom begrenst. 7908672 - g .

6. Schakeling volgens een van de conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat een eerste schakelaar (S9) aanwezig is, na het sluiten waarvan de bistabiele trekker-schakeling (T2, T3, R3 t/m R6)wordt ingesteld, wanneer het 5 gereedheidssignaal (B) optreedt.

7. Schakeling volgens een van de conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat een tweede schakelaar (S10) aanwezig is, na het sluiten waarvan de bistabiele trek-kerschakeling wordt ingesteld, wanneer een binnenkomende op- 10 roep wordt ontvangen.

8. Schakeling volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat in serie met de tweede schakelaar (S10) een contact (rf2) van een oproeprelais (RF) is geschakeld, dat bij een binnenkomende oproep wordt bekrachtigd. 15

9. Schakeling volgens een van de voorafgaande con clusies, met het kenmerk, dat andere schakelaars (S2 t/m SS) aanwezig zijn, na bediening waarvan de voeding van de modem naar keuze plaatsvindt door het gereedheidssignaal (B) door de lusstroom van de telefoonlijn, of 20 door een in de dataeindinrichting aanwezige spanningsstroom. 7908672 * O.A. nr. ' ' ' 1 blad UB h ,1 -1 ui I La —R \rf1 ] L>ü=d__a 15-—* !]!_, »—Π. : r-1 Λ I-Γ —i ysr ]j |->j=--b ^ssji r-rrn^" s6 F1 “ rSi 1¾ ^—*ί __sJ_J -^-LW---w L 53 01¾ s7> γ8 qk) H\ L·^K R8Q ' Y L—Lal·-......I—H J—g S1 42 2t 05 L!-:-, . rr-*H--T--1 i T Γ ® y 1R2 +Sp i ά ά ί°τγ I >si I I ,f f · ! c ** [t3 R30 K~ 1 Γ~ΊΊ /59 I - I_l T \<2l 25 7908672