NL7908408A - Inrichting voor het afdrukken van een bewijsstuk. - Google Patents

Description

* -1- 21018/JF/jl *

Aanvrager: Bunker Ramo Corporation, Oak Brook, Illinois, Verenigde Staten van Amerika.

Korte aanduiding: Inrichting voor het afdrukken van een bewijsstuk.

5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van bekrachtigde onderhandelbare documenten bij een transactie met een klant, alsmede op een werkwijze voor het overdragen van fondsen van een eerste partij met een rekening naar een tweede partij onder gebruikmaking van elektronische gegevensverwerkingsapparatuur.

10 In zijn algemeenheid heeft de uitvinding betrekking op drukinrich- tingen en in het bijzonder op drukkers welke worden gebruikt voor het drukken van onderhandelbare documenten bij financiële transacties en bij tijdsgetrouwe communicaties met rekeninginformatie van een klant.

Gedurende de laatste jaren zijn door verscheidene bedrijven po-15 gingen ondernomen fondsoverdracht en crediettransactie te bespoedigen.

Er zijn thans dan ook inrichtingen verkrijgbaar voor gebruik in bankinstellingen, bekend als geautomatiseerde kassiermachines (in het angel-saksische spraakgebruik: “automated teller machines”; afgekort: ATM) voor het afleveren van contant geld aan een klant. Gelijksoortig zijn er 20 verkoopuntinrichtingen (in het angel-saksische spraakgebruik: ’’point of sale devices"; afgekort: POS) beschikbaar voor het uitvoeren van crediet-transacties in kleine handelsinstellingen.Dergelijke credietbekrachti-gings- en verificatie-technieken zijn tijdverslindend. 'Doordat tussenkomst van een kassier of een klerk vereist is, gaan wezenlijke hoeveelhe-25 den personeelstijd verloren bij dergelijke transacties. De uitvinding verschaft bewijsstukken voor gebruik door klanten en elimineert het gebruik van opslag-en bankpersoneel bij credietgoedkeuring en andere gelijksoortige transacties.

Gewone POS-inrichtingen vereisen de tussenkomst van de handelaar 30 of zijn agent voor het verkrijgen van crediet-verificatie. Bovendien dient een geldigverklarings- · of bekrachtigingsformulier of een te garanderen cheque ingebracht te worden in de drukker en op de juiste wijze geplaatst te worden ten einde een bevestiging te verkrijgen. De huidige uitvinding elimineert zowel de tussenkomst van de handelaar als de nood-35 zaak voor het positioneren van een document in de drukker bij een bewijs-stuktransactie.

Op dit moment zijn ook contant geld afleverende inrichtingen bekend bij balies, loketten en dergelijke, waardoor opslag van een voorraad con-

790 84 OS

ï 'f f -2- 21018/JF/jl tant geld daarin wordt vereist. Dergelijke opslag is geassocieerd met een zeker verliesrisico. Een bewijsstukafleverinrichting zoals hierin beschreven vereist niet een dergelijke opslag van baar geld en is dan ook voordeliger en veiliger dan standaard baargeld-afleverinrichtingen.

5 Vele inrichtingen volgens de stand van de techniek berusten op in-' formatie opgeslagen op de credietkaart van de klant voor rekeningbegren-zingen, zonder dat er direct toegang mogelijk is tot de rekening van de klant. Nog andere dergelijke inrichtingen belichamen een plaatselijke processor voor opslag van dagelijkse transactiegegevens en voor het ver-schaffen van periodieke (bijvoorbeeld dagelijkse) rekeningbijwerking.

De uitvinding verschaft eén verbeterde werking van dergelijke inrichtingen door het toestaan aan de klant om rechtstreeks samen te werken met de inrichting via een 'eindstation met een toetsenbord en een indicator met aanmoedigende lichten daarop voor het richten van de handelingen van 15 de gebruiker. De transacties van de klant kunnen optreden op een station verwijderd van de controle-apparatuur van de handelaar en bewijsstukken worden gedrukt (hetzij op voorgedruktte formulieren, hetzij op blank papier) zonder dat een kassier noódzakelijk is en worden gepresenteerd aan de handelaar of zijn vertegenwoordiger en behandeld als baar geld.

20 De drukker volgens de uitvinding maakt verder gebruik van twee-laags formulieren voor het verschaffen van een bevestigingskopie aan de klant waardoor het vereisen, van inbrenging en positionering van de formulieren in de drukker wordt geëlimineerd. Zoals hiervoor opgemerkt omvat het eindorgaan volgens de uitvinding de mogelijkheid te communiceren met een 25 gegevensbasis met betrekking tot de rekeninginformatie van de klant ten einde de rekening te verifiëren, deze te debiteren en een bewijsstuk voor het gevraagde bedrag te drukken en af te leveren. De klant presenteert het bewijsstuk aan de handelaar en biedt deze aan in plaats van contacte betaling voor de koopwaar welke wordt gebracht. Het bewijsstuk is dus 30 onafhankelijk van de koopwaar welke is gekocht. De handelaar wordt na presentatie van het bewijsstuk aan een bank of een andere instelling welke toegang heeft tot de rekeningsgegevens gecrediteerd met de waarde aange -geven op het bewijsstuk alsof contact geld wordt gedeponeerd. Wanneer overeenkomstig het bewijsstuk gepresenteerd door de klant betrekking heeft . 35 op een bedrag welk groter is dan de koopprijs, dan zal de handelaar contant geld teruggeven aan de klant. De inrichting volgens de uitvinding verschaft een effectieve onderhandelbare bekrachtigde controle aan de kiant. 790 8 4 03 * 1? -3- 21018/JF/jl

Het Amerikaanse octrooischrift 3 959 773 beschrijft het gebruik van een centrale bankcomputer in communicatie met een POS-inrichting en een drukker voor het uitvoeren van een financële transactie en het verschaffen van een afdruk op een twee-laags, vooraf samengesteld met de 5 hand ingebracht formulier. De afdruk omvat een eerste formulier, welk het bedrag van de transactie aangeeft,, in essentie een geldig-verklarings-bewijs. Het tweede formulier geeft het bedrag en de rekeningbalans voor en na de transactie weer en wordt verschaft aan de klant. In werking debiteert de inrichting de rekening van de klant en het eerste formulier 10 wordt behouden door een personeelslid als een permanente registratie van de verkoop. De werking echter vereist de tussenkomst van de handelaar of zijn agent en verspeelt de tijd van het controlepersoneel. In feite werkt de inrichting als een geautomatiseerde kredietkaartslipdrukker, welke de stappen omvat van de bekrachtiging en debitering. Bovendien vereist de 15 inrichting de juiste positionering van een credietkaart tussen de trommel en de drukhamer van een drukker. Zoals hiervoor besproken bespaard de inrichting volgens de uitvinding de tijd van het controlepersoneelslid en gebruikt de klant om het uitvoeren van de verscheidene stappen voor het verkrijgen van een bewijsstuk van de drukker. Verder wordt het bewijsstuk 20 gedrukt en verschaft door de drukker en vereist geen tijdverslindende stap van het positioneren van de crediettransactieslip in de drukker.

Hoewel inrichtingen beschikbaar zijn voor het door mensen drukken van leesbare onderhandelbare items, zoals te lezen in het Amerikaanse octrooischrift 4 017 837, omvatten dergelijke chequeschrijvers geen enke-25 ie overdracht van informatie met een rekeninggegevensbasis en zijn dus verstoken van de geldigverklaringsj- of bekrachtigingsfunctie. Gelijksoortig aan de andere inrichtingen welke hiervoor zijn besproken dient het item volgens het Amerikaanse octrooischrift 4 017 837 welk dient te worden bedrukt,ingebracht te worden als een blank chequeformulier voor 30 bedrukking daarvan.

Andere referenties bekend aan aanvraagster welke betrekking hebben op credieteindorganen omvatten het Amerikaanse octrooischrift 3 931 614, welk Amerikaans octrooischrift een gegeverseindorgaan beschrijft communicerend met een centrale verwerkingseenheid (CPU) voor het verifiëren 35 en/of bekrachtigen van crediet. Een bewijs wordt verschaft met een bedrag en een bekrachtigingsnummer daarop gedrukt. Het Amerikaanse octrooischrift 3 970 992 is illustratief voor zogenaamde van-de-lijh-transactierichtin-gen, waarbij een geschreven opname van een transactie van een verbruiker 790 84 08 -4- 21018/JF/J1 • 1l f t wordt afgeleverd in responsie op de informatiekaart van de verbruiker.

Het Amerikaanse octrooischrift 4 068 213 verschaft een handelaren-contro-le-inrichting, waarbij rekeninginformatie wordt gedragen op een kaart, welke informatie wordt bijgewerkt in de inrichting en een gedrukte beves-5 tiging en een dagopname worden daarbij verschaft.Een andere POS-inrichtiig de zogenaamde "Financial Transactiën Termival (FTT)wordt vervaardigd door aanvragster, Information Systems Division of Bunker Ramo Corporation, Trumbull Connecticut,en is beschreven in de technische handleiding TM-3Ö9 welke door de fabriek ter beschikking wordt gesteld.Dergelijke inrichtin-10 gen worden in samenhang met een bankkaart van een klant worden gebruikt voor controle verificatie en geldig-verklaring alsmede voor krediet-be-krachtiging. Aanvullend kunnen dèposito's, terugtrekkingen, overdrachten, toenaderingen en inlichtingen worden gedaan naar en van de rekening door de klant welke gebruik maakt van de FTT.

15 De uitvinding verschaft een zogenaamde op de lijn, tijdsget-rouwe inrichting voor het drukken van bewijsstukken welke werkt op een efficiënte wijze voor het afleveren aan de klant van een formulier welk meer-laags kan zijn.

Met betrekking tot de druk> aflever-en afsnijbewerking,wordt het 20 Amerikaanse octrooischrift 3 931 761 genoemd, welk Amerikaanse octrooischrift een inrichting beschrijft welke drukt langs de gehele breedte van het papier onder gebruikmaking van een matrixdrukker voor het verschaffen van inzetkaartjes in een computer gestuurd totaliseersysteem. De kaarten worden op een band gespoeld door een spoel en afgescheurd door 25 een snijder met een beweegbaar snijorgaan samenwerkend met een vast orgaan. Een elektro-magneet bekrachtigd het beweegbare orgaan. Een synchro-nisatieschijf wordt gebruikt in samenhang met een fotocel om de plaats van de band af te tasten. Geen van de referenties of commerciële inrichtingen welke thans beschikbaar zijn,zijn in staat gebruikt te worden in 30 een inrichting waarin een onderhandelbaar bewijsstuk wordt gedrukt, een' rekening gedebiteerd en het bewijsstuk van de papiervoorraad wordt afgesneden en afgeleverd.

De uitvinding beoogt de hierboven genoemde nadelen op te heffen en voorziet daartoe in een inrichting voor het afgeven van bekrachtigde 35 onderhandelbare documenten bij een transactie met een klant, welke is gekenmerkt, doordat deze omvat: een eindorgaan voor communicatie'tussen een klant en de inrichting met een eerste ingangsorgaan voor het ontvangen van door een klant opgewente ingangsgegevens,een eerste uitgangsorgaan voor 790 8 4 03

V

-5- 21018/JF/jl % het verschaffen van aanmoedigende instructies aan de klant en voor het weergeven van informatie betrekking hebbend op de transactie, een tweede uitgangsorgaan voor het afleveren van een onderhandelbaar document voor een gespecificeerd bedrag, gevraagd door de klant, met een orgaan 5 voor het scheppen van het onderhandelbare document op voorraadmateriaal en een orgaan voor het afleveren vpn het onderhandelbare document aan de klatn,een gegevensbasisorgaan met daarin informatie met betrekking tot een rekening geassocieerd met de klant, een orgaan voor het overbrengen van informatie tussen het eindorgaan en het gegevensbasisorgaan, een 10 orgaan voor het geldig verklaren van ingangsgegevens toegevoerd door de klant en een orgaan voor het debiteren van een rekening met het bedrag waardoor het document is afgegeven, alsmede in een werkwijze voor het overdragen van fondsen van een eerste partij met een rekening naar een tweede partij onder gebruikmaking van elektronische gegevensver-15 werkingsapparatuur,welke is gekenmerkt,doordat deze apparatuur omvat: een door een microprocessor gestuurd eindstation met een eerste ingangsor-gaan voor het ontvangen van ingangsgegevens opgewekt door de eerste partij, welk eerste ingangsorgaan een toetsenbord heeft voor het met de hand invoeren van de gegevens voor de eerste partij en een tweede 20 ingangsorgaan voor het lezen van gecodeerde gegevens van een identifi-catie-inrichting verschaft door de eerste partij, een tweede uitgangsorgaan voor het afleveren van een onderhandelbaar document voor een bedrag gespecificeerd door de eerste partij, een gegevensbasisorgaan met daarin informatie met betrekking tot een rekening geassocieerd met de 25 eerste partij, een gastprocessororgaan voor communicatie tussen het eindorgaan en het gegevensbasisorgaan, een orgaan.· voor het bekrachti- ♦ gen van ingangsgegevens uitgevoerd door de eerste partij, en een orgaan voor het debiteren van de rekening van de eerste partij met het gespec-ficeerde bedrag en dat de werkwijze de volgende stappen omvat: het elektro 30 nisch afgeven van een onderhandelbaar document voor het bedrag gespecificeerd door de eerste partij, het elektronisch debiteren van de rekening van de eerste partij, het presenteren van het onderhandelbare document aan de tweede partij en het uitwisselen van het onderhandelbare instrument voor koopwaar met een eerste waarde en voor fondsen met een 35 tweede waarde, welke eerste en tweede waarde een som hebben welke gelijk is aan het gespecificeerde bedrag.

De uitvinding heft de moeilijkheden van de inrichting volgens de stand van de techniek op en verschaft een inrichting voor het drukken van 790 8 4 08 i « -6- 21018/JF/jl een bewijsstuk gebruikmakend van een door een microprocessor gestuurd toetsenbord-en weergeefeindorgaan. Het eindorgaan communiceert met een gegevensbasis door middel van een gastprocessor en een programmeerbare stuureenheid of centrale verwerkingseenheid (PCU). Alle verwerking kan 5 echter uitgevoerd worden door het eindorgaan en de gastverwerker en PCU kunnen worden weggelaten. Gebaseerd op informatie gelezen.van een kaart (in het bijzonder een plastic kaart met magnetisch gecodeerde gegevens daarop) ingebracht door een klant, alsmede rekeninginformatie opgeslagen in de gegevensbasis, doet de gastcomputer een drukker een kassabon druk-10 ken en af leveren, terwijl tegelijkertijd de rekening van de klant ten bedrage van het bewijsstuk wordt'gedebiteerd. De klant overhandigt het bewijsstuk aan een handelaar als betaalmiddel voor de koopwaar en/of voor de ontvangst van contant geld daarvoor. Gelijksoortige inrichtingen kunnen echter ook werken zonder te vertrouwen op een kaart voor welke in-15 formatie dan ook en kan zowel het rekeningnummer als een geheim nummer rechtstreeks van de toetsenbordingang door de klant accepteren, raoge-lijk met identiteitverificatie door middel van een optische vingerafdruk-aftaster of dergelijke.

Voor gebruik in meertalige omgevingen, kan informatie op de kaart 20 van de klant worden opgenomen en worden getransporteerd naar de gastcomputer voor het sturen van de taal van de transactie. Overeenkomstig kan het bewijsstuk en de aanmoedigende instructies weergegeven op het eind-©rgaan in één van een veelvoud van talen zijn, gekozen door de gastprocessor gebaseerd op informatie opgenomen op de kaart. Het drukkergedeelte 25 van het eindorgaan omvat een inwendige voeding van bedrukbaar medium, alsmede een orgaan voor het voortbewegen van het papier door het druk-station van het eindorgaan en het afscheuren van het gedrukte formulier.

De afscheurbewerking wordt uitgevoerd door een nieuwe snij-inrichting welke het gebruik mogelijk maakt van meer-laags papier als drukbaar me-30 dium, voor het verschaffen van zowel een bewijsstuk als een kopie voor de klant. Het papier kan voorgedrukt zijn met het bewijsstuksformulier en de drukker kan de informatie invullen, zoals het bedrag van het bewijsstuk, rekeningnummer, plaats van de handelaar en dergelijke of het papier kan in hoofdzaak blank zijn. In het laatste geval verschaft de drukker 35 alle uitgangsinformatie op het formulier.

In elk geval omvat het papier detecteerbare tekens daarop en de drukinrichting omvat aftasters voor het detecteren van de tekens ten einde de ligging van het bewijsstuk in het drukstation te bepalen. Optische 790 84 08 -7- 21018/JF/jl tekens zoals Witte regels op afstand van elkaar aangebracht aan één rand van het papier kunnen worden gebruikt in samenhang met foto-elektrische aftastinrichtingen. Voor variabele opmaakuitgang, kan voorzien zijn in een tel- en afstandsorgaan binnen het eindorgaan of de gastcomputer voor 5 het bepalen van de doorgang van een vooraf bepaald aantal tekens voordat de informatie pp het papier wordt gedrukt.

De uitvinding zal nu gedetailleerd worden beschreven aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1A een eindorgaan volgens de uitvinding toont; 10 fig. ib een drukker toont voor gebruik met de eenheid van fig. IA; fig. 2 een blokschema is Welke de elementen van de uitvinding toont; fig. 3 een blokschema is van het eindorgaan volgens de uitvinding; de figuren 4A en 4B een stroomdiagram tonen van de werking van 15 het eindorgaan volgens de uitvinding; (Er.is geen fig. 5); fig. 6 een bovenaanzicht is van de drukker, welke de posities toont van de drukker, de snijder- en zwarte-stipaftaster; fig. 7A een vooraanzicht toont gedeeltelijk in dwarsdoorsnede van 20 de drukker volgens de uitvinding; fig. 7B een gedeelte toont van fig. 7A met de draaibare bevestiging van een beweegbaar mes; fig. 8 een linkeraanzicht toont, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede, welke het snijmechanisme van fig. 7 toont; 25 fig. 9 het profiel toont van het beweegbare mes van de figuren 7 ên 8; en fig. 10 het papier toont welk wordt gebruikt volgens de uitvinding met de daarop aangebrachte zwarte stippen.

In fig. 1A is het eindorgaan volgens de uitvinding in zijn alge-30 meenheid aangegeven met het verwijzingscijfer 10. Het eindorgaan omvat een twaalf-cijferigp numerieke weergever met beperkte alfabetische mogelijkheden en een decimale komma, een toetsenbord 14 met een aantal programmeerbare transactiestuurfunctietoetsen 16 en een twaalf-toetsen numeriek blok 18.. Zestien gebruiker-gespecificeerde berichtindicatoren welke vol-35 ledig interactieve aanmoediging voor de gebruiker omvat, alsmede inrich-tingsresponsie en status, zijn getoond bij 20. De weergever kan opgebouwd zijn uit vloeibare kristalweergeefelementen, lichtemitterende dioden of dergelijke, terwijl de berichtindicatoren bij v(jorkeur afzonderlijke 790 84 08 -8- 21018/JF/jl « » i licht-emitterende dioden omvatten of andere lichtindicatoren welke afzonderlijk van een aanduiding voorziene blokken verlichten. Het eindorgaan is een door een microprocessor gestuurde inrichting geïntegreerd met een transactiekaartlezer 22, welke gegevens leest van een door een gebruiker 5 verschafte kaart 24. De kaartlezer maakt het inbrengen van een rekenings-nummer mogelijk, van magnetisch gepodeerde plastic kaarten en is bij voorkeur voorzien van leesmogelijkheden voor twee sporen kaarten, gecodeerd volgens de ABA standaard, ofschoon elke standaard en opmaak duidelijk kan worden gekozen. Andere media kunnen eveneens worden gekozen als 10 dragers voor de gecodeerde gegevens.

Fig. 1B toont een drukker', in zijn algemeenheid aangegeven met het verwijzingscijfer 30. De drukker 30 is in perspectief getoond. De drukker omvat daarin een papierrol, bedekt door toegangsdeksel 32 bij voorkeur vergrendeld door middel van een slot 34. Het drukkerchassis omvat een 15 opening 36 voor het afleveren van de gedrukte formulieren. De papier-voortbeweging, het drukken ervan en snijbewerkingen treden op in het deel 38 van de drukker, hetgeen in het hiernavolgende gedetailleerder zal worden beschreven. De drukker kan monteerinrichtingen hebben, zoals verbin-dingsbouten 39 getoond in fig. 7A en fig. 8, bevestigd om daarop het eind-20 orgaan 10 te inonteren. De verbindingsbouten werken samen met niet getoonde ontvangende gaten in eindorgaan 10 voor het verschaffen van een verzekerde bevestiging en een gecombineerde eindorgaan-drukker.

• In fig. 2 is een bedieningseindorgaan 40 met daarin een toetsen- bordeindorgaan 10 en de hierboven beschreven drukker 30 getoond verbon-25 den door middel van een twee-richtingscommunicatieweg 42 met een programmeerbare stuureenheid(PCU) 44. Andere bedieningseindorganen zijn symbolisch aangegeven met het verwijzingscijfer 46 en zijn gelijksoortig verbonden met de PCU 44. De PCU 44 kan in feite communicatie sturen tussen de verscheidene bedieningseindorganen 40 ..... 46. Bedieningseindorgaan 30 40 is van het type dat bebruikt wordt voor het invoeren van financiële transacties in een computer, welke eindorganen op de markt zijn en worden vervaardigd en gedistribueerd door fabricanten zoals Bunker Ramo Corporation, Oak Brook, Illinois, en wordt in angelsaksisch sprekende landen met Financial Transaction Terminal aangeduid. De basisfunctie van een 35 dergelijk eindorgaan is het mogelijk maken van de ingang van de gegevens via toetsenbord 14. In overeenstemming met de uitvinding en in het geval dat de klant een credietbewijsstuk wil verkrijgen ten einde koopwaar te betalen aan de controletoonbank ("check out counter"), is het noodza- 790 84 08 -9- 21018/JF/jl kelijk eerst informatie in de inrichting met betrekking tot een bankreke-ningsnummer voor het debiteren van de hoeveelheid van het bewijsstuk in te brengen. Een dergelijke ingang kan worden verkregen door het lezen van een magnetisch geoodeerde streep op een credietkaart. Natuurlijk kunnen 5 de gegevens optisch,, elektrisch of mechanisch zijn gecodeerd op andere identificatie-inrichtingen gedragep door de klant. De informatie kan zelfs door de klant met de hand invoerbaar zijn.Een tweede ingang is aangebracht en heeft betrekking op het feitelijke bedrag dat dient te worden gedebiteerd. De informatie wordt via conventionele communicatielijnen naar de 10 PCU gezonden, welke als een van zijn basisfuncties heeft die van het sturen van een aantal aangesloten bèdieiiingseindorganen. De uitgang van PCU wordt via twee-richtingslijnen 48 toegevoerd aan gastcomputer 50.

Vaak zal het protocol voor de bedieningseindorgaan 40 en de gastcomputer 50 verschillend zijn. Gelijksoortige verschillen kunnen bestaan 15 tussen de geassocieerde twee-richtingscommunicatiewegen 42 en 43. Overeenkomstig is een.hoofdfunctie van de PCU 44 het heropmaken van de gegevens van de lijnen 42 in een opraaak· welke consistent is met die welke acceptabel is voor de gastcomputer 50 en optredend op de gegevensweg 48. Het omgekeerde proces is eveneens noodzakelijk wanneer gegevens worden 20 gevoed door de gastcomputer 50 aan het bedieningseindorgaan 40 via weg 48 en 42 middels PCU 44. Een verdere functie van de PCU is het uitvoeren van beperkte testen en bekrachtigen van de berichten, een dergelijke be-richtbekrachtiging omvat het testen van de veldlengte van de berichten.

De gastcomputer 50 is in het algemeen een bestaande computer, welke 25 het gehele netwerk stuurt. Daardoor is het vaak noodzakelijk te voorzien in een PCU 44 voor gegevensheropmaak. Gastcomputer 50 kan in het bijzonder een IBM serie 370 Computer zijn.Een gegevensbasis 52 is aangegeven als communicerende met de gastcomputer 50 via twee-richtingscommuni-catielijn 54. Kenmerkend bevat een dergelijke gegevensbasis 52 rekenings-30 informatie voor de klant, welke de vervaardiging van een bewijsstuk vraagt. Het is de gastcomputer 50 welke de logica van' de transactie stuurt, zoals hierna gedetailleerder zal worden uiteengezet.

Het is mogelijk prograirmateur te implementeren voor de gastcomputer 50 zodat eer PCU 44 niet noodzakelijk is. Ten einde de gastcomputer 35 50 de verscheidene functies van PCU 44 te laten uitvoeren, kan echter resulteren in een minder tijdsefficiënte werking.

Als een voorbeeld van een PCU 44 wordt verwezen naar een dergelijke eenheid vervaardigd door de Bunker Ramo Corporation, Oak Brook, 790 84 08 i « -10- 21018/JF/jl

Illinois door de fabricant aangeduid als Model 90/20C.

In fig. 3 is een bedieningseindorgaan volgens de uitvinding gedetailleerder getoond communicerend met de PCÜ over lijn 42. Het eindor-gaan is een door een klant bediende inrichting geïnstalleerd op het ver-5 koopspunt. De inrichting, verbonden met de centrale gastcomputer, zoals hiervoor beschreven, wordt slechts, bediend wanneer de communicatieweg 42 en PCÜ 44 beide functioneel zijn, dus omvattende een actieve communicatieverbinding met de gastcomputer. De communicatieverbinding kan dus bestaan uit een standaard 1200 baud telecommunicatieschakeling tussen het 10 eindorgaan en de PCÜ en een standaard telecommunicatieschakeling, welke bijvoorbeeld niet de 4800 baud overschrijdt, tussen de PCÜ en de gastcomputer. Tot en met 256 eindorganen kunnen zijn geconcentreerd in een enkele Bunker Ramo BCS-90 PCÜ ten einde de communicatienetwerken en de kosten te reduceren. De eenheden kunnen zijn geconfigureerd in verschei-15 dene combinaties van "Drop Sharers Modem Sharers" (708022) en PCÜ Concentrators, alle beschikbaar bij Bunker Ramo.

Het bedieningseindorgaan is getoond in fig. 3 als bestuurd door een microprocessor 60. Kenmerkend wordt een Motorola 6800 microprocessor gebruikt en bediend in overeenstemming met een programma opgeslagen in 20 het geheugen 62. Het geheugen kan een dood geheugen (ROM) zijn met een vast programma daarin opgeslagen voor het sturen van microprocessor.

Een kenmerkende transactie begint doordat een klant een bankkaart met een magnetische strook daarop inbrengt in transactiekaartlezer 64.

De informatie gecodeerd op de kaart of andere inrichting gebruikt voor 25 een dergelijk doel, wordt gelezen door de transactiekaartlezer 64 en opgeslagen in het eindorgaan. De werking gaat voort wanneer de klant een ge-' heime code inbrengt welk alleen bekend is aan de klant, via toetsenbord 66 op eindorgaan 10. De code kan zijn opgeslagen op de kaart voor het lezen door de transactiekaartlezer 64, kan opgeslagen zijn met de reke-30 ningsinformatiegegevensbasis 52 of kan aanwezig zijn in het rekeningsnum-mer zelf. De voorkeursuitvoeringsvorm maakt gebruik van de laatst genoemde benadering, door decodering en vergelijking van het geëncrypteerde getal met de toetsenbordinvoer optredend bij de gastcomputer 50. De volgende stap van de transactie vereist dat de klant het gewenste bedrag invoert 35 via toetsenbord 14, waarbij het bedrag wordt weergegeven aan de klant op weergever 68 voor toegevoegde verificatie. Gedurende de transactie wordt een aantal lichtindicatoren 70 overeenkomend met de berichtindicatoren 20 van fig. 1A gebruikt om de klant te begeleiden en aan te zetten via de 790 84 08 Μ -11- 21018/JF/jl % sequentie van toetsenborden invoeringen, zoals in het hiernavolgende zal worden beschreven.

Gegevens ingevoerd door toetsenbord 66 alsmede kaartinformatie van de transactiekaartlezer 64 worden opgemaakt in een bericht in buffer 72, 5 gebruikmakend van een vrij toegankelijk geheugen (RAM). Andere opslagin-richtingen kunnen natuurlijk gebruikt worden zoals bekend, aan vaklui op dit gebied van de techniek. Het gebufferde bericht wotfdt gezonden naar de PCU 44 via twee-richtingscommunicatieweg 42 door zendeenheid 74. De PCU zal na ontvangst van het bericht gezonden door eenheid 74 over weg 42 het 10 bericht reformeren voor zover noodzakelijk en het bericht heruitzenden naar gastcomputer 50 via weg 48.'Een applicatieprogramma opgeslagen in gastcomputer 50 verifieert het rekeningsnummer en test de overeenstemming tussen het PIN-getal en het rekeningsnummer en ondervraagt de rekening van de klant in gegevensbasis 52 op de aanwezigheid van voldoende fondsen.

15 in het geval dat alle responsies positief zijn, dat wil zeggen het rekeningnummer is geverifiëerd en overeenstemt met het door het toetsenbord ingevoerde PIN-nummer en de rekening voldoende fondsen heeft voor het dekken van het bewijsstuk, is de geldigverklaring van de gewenste transactie in orde. In dat geval construeert de gastcomputer 50 een geschikt ant-20 woordbericht voor de PCU 44 via weg 48, welke hierin informatie vervat om gedruktt$e worden op het bewijsstuk. Dergelijke informatie kan bijvoorbeeld bij wijze van illustratie en niet ter beperking de datum, eindor-gaanreferentienummer, kaartnummer, bedrag van de transactie, en de naam en het adres van de inrichting dragen. De PCU laat,mogelijk na heropmaak 25 indien noodzakelijk,het ontvangen bericht via weg 42 door naar het eindor-gaan 10 van fig. 1A voor ontvangst in de ontvanger 76 getoond in fig. 3-De ontvangen informatie na geschikte buffering door buffer 72 wordt onder besturing van microprocessor 70 overgedragen naar drukker 78, overeenkomend met drukker 30 van fig. 1B, te zamen met eenvoudige instructies voor 30 de voortgang van het papier, het aanvangen van het drukken, het drukken van de ontvangen informatie, het transporteren van het papier naar een geregistreerde positie en het bekrachtigen van een snijder voor het gedrukte bewijsstuk.

Naast de druksturing is voorzien in een foutherstellingssituatie, 35 welke foutherstellingsmodus kan worden opgeroepen wanneer geen papier wordt gedetecteerd door de aftaster,een papieropeenhoping optreedt of der-Verder kan microprocessor 70 drukker 78 aanzetten te werkenjin een diagnostische modus onder besturing van door toetsenbord ingevoerde 790 84 08 -12- 21018/JF/jl berichten door dienstpersoneel bijvoorbeeld. Gedurende een diagnostische modus is het natuurlijk gewenst dat het drukken uitgevoerd op de bewijs-stukformulieren niét zal worden geconstrueerd voor het scheppen van een feitelijk bewijsstuk. Overeenkomstig wordt gedurende diagnostische modus 5 een nutteloos bericht zoals het alfabet gedrukt door de drukker 78.

Aanvullende informatie aangpbracht op de kaart van.de klant en mogelijk inbrengbaar door het toetenbord, heeft betrekking op de taal ’ waarin instructies worden weergegeven, alsmede de taal waarin het bewijsstuk dient te worden gedrukt. Bijvoorbeeld in een meertalig land, zoals 10 België, waar Nederlands en Frans wordt gesproken, kan een kaart van een Nederlands sprekende klant worden gecodeerd om de taalstatus van de klant weer/te geven, zodat de informatie terugkerend van gastcomputer 50 via PCU 44 naar het eindorgaan 40 dusdanig wordt opgemaakt dat de drukker 78 gegevens in een Nederlandse opmaak uitvoert. Aanvullend kunnen de bericht-15 indicatoren 20 aangebracht op de voorzijde van het eindorgaan 10 dupli-caatindicatoren omvatten, geassocieerd met duplicaatberichten in de verschillende talen. Het bericht ontvangen van de gastcomputer 50 kan dus worden gebruikt om één van de stellen indicatoren 20 berichten te laten oplichten in een van de talen welke worden gebruikt in het bepaalde land. 20 In het geval dat het applicatieprogramma welk zich bevindt in de gastcomputer 50 een reden detecteert om de transactie niet te bekrachtigen, zoals een onjuist rekeningsnummer, een niet-korrelatie tussen het ingebrachte PIN-nummer en het rekeningsnummer of een te groot gevraagd bedrag met het oog op de beschikbare: fondsen in de rekening van de klant 25 in de gegevensbasis, zal een verwerpingsbericht worden geconstrueerd en gezonden naar het eindorgaan op dezelfde wijze als hiervoor beschreven bericht aangevende de acceptatie en het drukken van een bewijsstuk werd verzonden naar het eindorgaan 10. Het verwerpingsbericht wordt ontvangen door een ontvanger 76 van fig. 3 en wordt gebruikt voor het opwekken van 30 een verwerpingsbericht óm weergegeven te worden door weergever 70 of door het beriohtlicht 70 of een ongeldigheidsafdruk met de drukker 78.

Een stroomdiagram welk de werking van de inrichting volgens de uitvinding omschrijft is getoond in de figuren 4A en 4B. In het bijzonder onder.verwijzing naar fig. 4a is de begintoestand van de inrichting ge-35 toond bij dtap 126. Startend vanuit de begintoestand veroorzaakt de stap 128 de oplichting van één van de berichtindicatoren 20 op eindorgaan 10, in het bijzonder het bericht, welk de klant instrueert de bankkaart te lezen. Duidelijk is dat de meertalige situaties waarop de uitvinding even- 790 84 08 -13- 21018/JF/jl « eens toepassing heeft, kan het bericht opgelicht in stap 128 twee talen omvatten. Wanneer een klant reagerend op de berichtindicator opgelicht in de stap 128 de bankkaart trekt door de kaartlezer bij stap 130, wordt een voorlopige geldigheidstest gemaakt in stap 132. In het geval dat de 5 microprocessor 60 een voorlopige ongeldigheid of leesfout in stap 132 detecteert, zal een tweede bericht,indicator oplichten in stap 134, aangevend aan de klant dat er een "leesfout" bestaat. Het programma doet het eindorgaan terugkeren naar stap 128 via bus 135. Stap 132 kan naast het testen op voorlopige tekens van ongeldigheid en leesfouten, worden 10 gebruikt voor het detecteren van de taalvoorkeur van de klant zoals gecodeerd op de kaart. Overeenkomstig kan het bericht oplichtend in stap 134 op geschikte wijze in de taal welke de voorkeur van de klant verdient zijn. Wanneer de taalvoorkeur van de aanmoedigers wordt gestuurd door de gastcomputer zal een taalvoorkeur pas mogelijk zijn na stap 208, infra.

15 In het geval dat de kaartlezing in stap 130 door een kaartlezer 64 de geldigheidstest doorstaat, wordt een indicator opgelicht in stap 136, waardoor de klant wordt verzocht het PIN-nummer in te brengen. Stap 138 stelt de PIN-opslag terug, waardoor deze wordt schoongeveegd door de ingang van het PIN-nummer van een klant. Mogelijk kan een vertragingsstap 20 worden gebruikt na stap 136 om te verzekeren dat de "PIN-nummer invoeren" indicator niet onbepaald blijft branden. Wanneer de klant het eindorgaan verlaat, zal de indicator dus afschakelen na een vooraf bepaalde vertraging. De vertragingsstap kan zijn geassocieerd met of worden vervangen door een terugsteltoets, hetgeen het de klant mogelijk maakt om gestuurd 25 het programma terug te stellen op een bepaald punt, zoals de PIN-opslag-terugstelling bijvoorbeeld. Het toetsenbord wordt geactiveerd in stap 140 é ten einde toetsslagen, welke het PIN-nummer van de klant vertegenwoordigd te accepteren. Na activatie van het toetsenbord, wordt een aanbal stappen gebruikt voor het accepteren van vier toetsaanslagen van de klant, alsmede 30 het nemen van corrigerende maatregelen in het geval van een fout.

In het bijzonder detecteert stap 140 het indrukken van een toets op het toetsenbord. In stap 142 wordt het indrukken van de "correctie"-toets gedetecteerd. De correctietoets wordt aangeslagen door de klant in het geval van een onjuiste inbreng van het PIN-nummer in stap 140. Wanneer 35 het indrukken van de correctietoest wordt gedetecteerd, veroorzaakt lus 144 het terugkeren naar de terugstelstap 138 voor ontvangst van het juiste PIN-nummer. Wanneer de correctietoets niet is ingedrukt, wanneer de klant om één of andere reden de "stop"-toets in stap 146 aanslaat, heeft dit 790 84 08 * r « -14- 21018/JF/jl tot gevolg dat het programma de inrichting onderbreekt bij de stap 148 door terug te keren naar de begintoestand van de inrichting in stap 126. Zodra een toets wordt ingedrukt en noch gecorrigeerd, noch gestopt is, wordt stap 150 gebruikt voor het determineren of vier toetsaanslagen 5 zijn verschaft en geaccepteerd door de klant. In het geval dat het aantal toetsaanslagen minder is dan vier, wordt het tot dan toe ontvangen nummer opgeslagen en weergegeven in stap 152,hetgeen eveneens het programma doet terugkeren via een lus 154 naar de stap 140 voor ontvangst van de volgende toetsaanslag. Zodra vier toetsaanslagen zijn geaccepteerd, 10 verschaft de stap 150 een uitvoer voor het programma via punt 156 naar stap 158.

In stap 158 wordt een verdere indicator ontstoken, welke de klant aangeeft dat hij een transactiebedrag dient in te voeren en de bedrag-opslaggebied wordt teruggesteld of schoon geveegd, in stap 160, voor 15 ontvangst van het bedrag van het toetsenbord. Stap 162 verschaft de ge-voeligmaking van het toetsenbord voor het ontvangen van een toetsaanslag gekoppeld met een zeven seconden tijdtelstap 164. Zodra de zeven seconden vertraging is verstreken, bestaat het programma via stap 166 op punt B van fig. 4b voor bekrachtiging. In het geval dat een correctie- of stop-20 toets wordt ingedrukt getoond In de stappen 168 en 172, keert het programma terug om het gecorrigeerde bedrag te ontvangen via lus 170 of onderbreekt via stap 174 op een wijze welke gelijksoortig is aan die hiervoor beschreven voor het invoeren van het PIN-nummer. De stappen 162, 164, 168, 172 en 176 worden dus gebruikt voor het accepteren van de toetsaanslagen 25 van de klant totdat een volledig hedrag is ontvangen. In het geval dat de invoertoets op een willekeurig tijdstip wordt ingedrukt, veroorzaakt stap 178 dat het programma de lus verlaat en voortgaat naar punt B in fig. 4b voor bekrachtiging. Wanneer noch de correctier,stop-noch ingangs-toets worden ingedrukt, veroorzaakt stap 178 opslag en weergeving van de 30 bedraggegevens welke tot dah toe zijn ingeslagen en keert dan via lus 180 terug voor het verkrijgen van een verdere toets van de klant. De be-dhaginvoer wordt dus als compleet beschouwd door of een overschrijding van een vertraging van zeven seconden na het indrukken van een toets of door het indrukken van de "invoer,,-toets. Natuurlijk kan de zeven secon-35 den vertraging worden gebruikt om de transactie te onderbreken of over te brengen naar een ander punt is het programma.

Het programma gaat voort bij 184 naar fig. 4B, startend bij 186.

Stap 188 heeft de verlichting van één van de berichtindicatoren 20 tot 790 84 08 * -15- 21018/JF/jl gevolg, welke in het bijzonder de klant vragen of het weergegeven bedrag geschikt kenmerkend is voor het gewenste bedrag van het bewijsstuk. Er is dan voorzien in verscheidene stappen en lussen om de klant het weergegeven bedrag te .laten verifiëren. In het bijzonder wacht in stap 190 de 5 inrichting op een toetsenaanslag door de klant. In het geval dat de eorrectietoest wordt ingedrukt, veroorzaakt de stap 192 het overbrengen van het programma van invoerpunt 194 naar stap 156, ten einde het bedrag-inbrengproces opnieuw te starten. In het geval dat de eorrectietoest niet is ingedrukt, gaat het programma verder met de stap 196 om te bepalen 10 of de stoptoets is ingedrukt. Wanneer de stoptoets was ingedrukt, onderbreekt het programma bij stap 198 door overdracht naar de begintoestand van de inrichting in de stap 126. Wanneer noch de correctietoets noch de stoptoets was ingedrukt, bepaald het programma in stap 200 of de in-gangstoets is ingedrukt. Wanneer het resultaat van de inlichting negatief 15 is, dat wil zeggen wanneer de invoertoets niet was ingedrukt, keert lus 202 het programma terug naar de stap 190 ten einde een toetsaanslag van de klant te verkrijgen. De stappen 190 tot en met 200 worden dus in een lus 202 doorlopen,terwijl het aanslaan van de correctie-,stop- of invoertoets wordt afgewacht.Een correctie vereist het opnieuw inbrengen van het 20 bedrag door de klant,terwijl de stoptoets de procedure onderbreekt en het indrukken van de invoertoets maakt het het programma mogelijk de lus te verlaten en een indicator in stap 204 te verlichten, hetgeen de klant vertelt dat de transactie wordt verwerkt en-gevraagd wordt of de klant wil wachten totdat het verwerken is volbracht. In stap 206 construeert de 25 eindorgaan microprocessor de verscheidene klantingangen in een bericht, in het bijzonder de informatie gelezen van de kaart, het ingevoerde PIN-nummer en het gevraagde bedrag worden opgemaakt in een bericht voor overdracht naar de PCU 44, Stap 208 is een overdrachtsstap naar PCÜ 44 en in stap 210 wacht het eindorgaan op een antwoord op het bericht overgedragen 30 in stap 208.

Na ontvangst van een afdrukbericht van het PCU 44 ondervraagd het eindorgaan het ontvangen bericht in de stappen 212 en 224. In stap 212 ondervraagt .het eindorgaan het bericht om te bepalen of het PIN-nummer ingebracht door de klant correct en acceptabel is. In het geval dat de 35 pcu een indicatie verschaft dat het PIN-nummer fout is geeft het eindorgaan in stap 214 adn'dat een onjuist PIN-nummer is ingevoerd door het oplichten van één van de berichtindicatoren 20. In stap 218 wacht het eindorgaan op het indrukken van een willekeurige toets door de klant om 790 84 08 * » « -16- 21018/JP/jl aan te geven dat het bericht met betrekking tot een niet accepteerbaar PIN-nummer is ontvangen. Wanneer zeven seconden verstrijken zonder in-drukking van een toets door de klant, zal stap 220 het programma via stap 222 terug brengen naar de begintoestand 126, waardoor dus effectief de 5 werking wordt onderbroken. Wanneer de klant een toets indrukt, gaat de eindorgaanmicroprocessor voort met, stap 222 naar beginstap 126. De werk-sequentie zal de inrichting ook naar stap 138 kunnen terugbrengen, waardoor de PIN-invoerroutine opnieuw wordt gestart na indicatie van een toetsaanslag in stap 218 hetgeen aangeeft dat de klant bewust is van een PIN-10 probleem.

Wanneer het PCU-antwoord Bericht een indicatie omvat dat het bedrag.' ingevoerd door de klant onjuist is, neemt de stap 224 het eindor-gaan naar stap 226, waar een indicator tonend dat een onjuist bedrag was ingevoerd, wordt geactiveerd om de klant te informeren. Kenmerkend worden 15 bedragen welke de beschikbare fondsen overschrijden gebruikt voor het activeren van de indicator in stap 226, De stappen 228, 230 en 232 werken op een identieke wijze als de stappen 218, 220 en 222.

In het geval dat het bericht ontvangen door de PCU 44 geen indicatie verschaft van een onjuist PIN-nummer of een onjuist bedrag, gaat 20 het eindorgaan verder naar stap 234 voor het verschaffeh van een indicatie aan de klant dat het gevraagde bewijsstuk wordt gedrukt. In segment 236 wordt het bewijsstuk feitelijk gedrukt in de drukker en omvat de fei-feelijke stappen voor het doen drukken door een stipmatrixdrukhoofd op het papier, het voortbewegen van het formulier naar de juiste locaties voor 25 het drukken, het voortbewegen van het formulier naar vooraf bepaalde posities voor activatie van een snijder, activatie van de snijder voor aflevering. Aanvullend kunnen foutherstellings- en diagnostische routines aangebracht zijn. Wanneer dus het -papier niet wordt afgetast als zijnde in de vooraf bepaalde positie, of door een papierophoping, gebrek aan 30 papier of een andere slechte werking, kah een foutindicatie worden gegeven. Natuurlijk kan voorzien zijn in een zelfdiagnostische procedure, waarbij verschillende aftasters kunnen worden ondervraagd om de exacte status van de drukker te bepalen. Gelijksoortig kan voorzien zijn in een diagnostische modus om het onderhoudspersoneel mogelijk te maken de 35 inrichting te ondervragen en deze te onderzoeken via de verschillende functies ervan. Aangezien echter onderhandelbare formulieren worden verschaft door de drukker, dient elke diagnostische stap stappen te omvatten om te verzekeren dat geldige bewijsstukken niet worden gedrukt gedu- 790 8 4 08 J» -17- 21018/JF/jl rende de diagnose. Aan onderhoudspersoneel kan het dus worden toegestaan het eindorgaan te instrueren om te drukken, maar de inhoud van het gedrukte bericht kan worden bepaald door het programma om bijvoorbeeld het volledige alfabet of een niets betekenende tekst of dergelijke te omvatten.

5 Overeenkomstig is het?segment 236 getoond met de substap 238, welke de voortbeweging van het papier veroorzaakt, 240, welke de drukkop activeert, 242, welke het papier transporteert tot de snijplaats, 244, welke registratietekens aangebracht op het'papier aftast, 246 welke het papier-transporteermechanisme stopt en 248, welke het snijmechanisme bekrach-10 tigd.

Na volbrenging van segment 236 en de verscheidene substappen daarvan, inclusief de foutherstellings- en diagnostische modi welke hiervoor zijn beschreven maar niet getoond, brengt stap 250 het eindorgaan naar de begintoestand in stap 126 voor het afwachten van het begin van 15 een nieuwe transactie.

PCU 44 dient zoals hiervoor beschreven in wezen als een concentrator en bericht de handelaar. Inrichtingen zoals de Bunker Ramo PCU of andere minicomputers zoals de Digital Equipment Corporation PDP 11 kunnen eveneens worden gebruikt.

20 Ten einde de functies vereist in de segmenten 236 van het program ma in fig. 4b uit te voeren, is de drukker 30 voorzien van een voorraad-rol documenten en heeft de mogelijkheid de documenten onder programmastu-ring te voeden. De mogelijkheid de documenten naar relatief vooraf bepaalde posities te voeden, en in het bijzonder onder gebruikmaking van regis-25 tratietekens geassocieerd met.de documenten is vereist voor de' drukker, zelfs de mogelijkheid de documenten te snijden en afleveren onder pro-grammasturing. Zoals hiervoor besproken geeft de drukker eveneens de mogelijkheid alfa-nuraerieke karakteris in één van een aantal talen te drukken, onder sturing van de gastcomputer.

30 Ten einde de hierboven beschreven functies uit te voeren, zijn in de drukker verscheidene maatregelen getroffen zoals getoond in de figuren 6 tot en met 8.

In de figuren 6 tot en met 9 is een rol voor het materiaal 300 gemonteerd op een spoel 302 binnen de drukkerbehuizing 304. De rol 300 be-35 vindt zich in een uitsparing in de behuizing 304 welke toegankelijk is door een halstoegangsdeksel. 306 welke op zijn plaats kan worden afgesloten door sleutelslot 308. Een snijmechanisme bevindt zich bij 310 en wordt gedetailleerder beschreven in samenhang met de figuren 7 790 84 08 « -18- 21018/JF/jl tot en met 9. Een drukkop, bij voorkeur een stipmatrixdrukkop, beschikbaar als Model 7040T door LRC Corporation, in Riverton, Wyoming, Verenigde Staten van Amerika is in zijn algemeenheid getoond bij 312, en een papiertransportorgaan zoals een door een motor aangedreven frictie-aan-5 drijfrol is getoond bij 314 samenwerkend met een bovendruktrommel 313.

Een papiervrijmaakhefboom 315 kan ?ijn aangebracht voor het met de hand vrijmaken van de papierweg om een vereenvoudigde herlading en spoeling van de drukker mogelijk te maken met een nieuwe papiervoorraad. Een aftaster 316 is aangrenzend aan de weg gevolg door het voorraadmateriaal 10 aangebracht, welke voorraadmateriaal papier kan zijn, zoals dit wordt afge-röld van rol 300 voor het detectêren van registratietekens daarop. De tekens kunnen elektro-statisch, magnetisch of optisch detecteerbaar zijn. Zoals getoond in fig. 10 heeft papier 318 (of met of zonder een gedrukt formulier daarop) daarop optisch detecteerbare tekens 320, waarna in het 15 hiernavolgende zal worden verwezen als: "zwarte stippen". De signalen' opgewekt door aftaster 316 na detectie van de zwarte stippen 320 worden gezonden naar microprocessor 60 welke op zijn beurt stuursignalen verschaft aan een motor voor het aandrijven van de trommel 314, en naar drukkop 312, alsmede aan de solenoïde geassocieerd met het snijmechanisme 310 20 Gebruikmaking van tekens op het papier maakt het gebruik van de uitvinding voor het drukken van bewijsstukken met variërende fysische afmetingen mogelijk, dat wil zeggen de werking van de inrichting getoond in de figuren 4A en 4B kan eenvoudig worden gewijzigd om een stap te omvatten welke de breedte aangeeft van het gedrukte formulier en een tweede stap 25 waarbij een telling tot stand wordt gebracht welke overeenkomst met de gewenste breedten. De telling wordt elke keer dat een zwarte stip wordt afgetast gedecrementeerd totdat een nultelling wordt verkregen, op welk tijdstip de druk en/of afleveringswerkwijze gelijksoortig kan voortgaan zoals de situatie beschouwd in de figuren 4A tot en met 4B waarbij voor-30 gedrukte formulieren met een vaste breedte worden gebruikt. Fig. 6 toont de inrichting van de elementen zoals van boven af gezien en omvat een net-spanningsaansluitdraad 322 en een communicatieverbindingsklem 324 voor gebruik met de microprocessor van het eindorgaan. Eveneens getoond in fig. 6 is een druklint 326 voor gebruik met drukkop 312.Het lint 326 35 is gewonden tussen twee spoelen getoond bij 328 en 330.

Het snijmechanisme welk zich bevidt bij 5310 in fig. 6 is gedetailleerder getoond in de figuren 7 en 8.

De fysische omgeving van de drukker plaatst dimensioneringsbeper- 790 8 4 08 -19- 21018/JF/jl « kingen op alle daarin aangebrachte apparatuur. Spoelen geschikt voor gebruik binnen de beperkt beschikbare ruimte zullen overeenkomstig een beperkt beschikbare werkuitgang hebben. Het is dus noodzakelijk dat maximaal snijrandement kan worden verkregen van elk snijmechanisme geacti-5 veerd door de spoel en dat verlies vanwege wrijving tussen de snijmessen en dergelijke wordt geminimaliseerd· De uitvinding verschaft een dergelijk verbeterd rendement door gebruikmaking van puntcontact , in plaats van lijn- of oppervlaktecontact, tussen de snijmessen. Toepassing van de snijkracht tussen de bladen op een punt resulteert in een grotere druk en 10 dus betere papierscheiding, in tegenstelling tot de toepassing van dezelfde kracht op een verlengde punt,lijn of oppervlak.De messen volgens de uitvinding zijn verder voorzien van geschikte krommingen ten einde te resulteren in een reeks puntpenetraties, ten einde de gewenste snijactie te leveren.

15 Ten einde het hierboven genoemde resultaat te verkrijgen, wordt een bewegend mes op geschikte wijze gemonteerd met betrekking tot een vast mes, ten einde een puntcontact tussen de messen te verschaffen. Omdat het gewenst is het snijmechanisme te gebruiken met een bewegend papier en dat het papier wordt gedacht als hebbende een aafttal lagen, is 20 bepaald dat een guillotine-achtige snijder ongeschikt is aangezien het ' afgescheurde papier een afbuiging neigt te hebben aan de snijrand, welke afbuiging vaak ophoopt tegen één van de messen. Derhalve wordt volgens de uitvinding een draaibaar snijmes gebruikt.

Bij dergelijke draaiende snijmessen, welke een "schaar”, werking 25 hebben, resulteert de draaiing van het bewegende mes rond het draaipunt dat het snijpunt voortschrijdt naar het veraf gelegen uiteinde van het mes. Bij een dergelijk voortschrijden neigt het punt verlengd te worden in het geval van toepassing van twee rechte messen. Overeenkomstig is het bewegende mes volgens de uitvinding gekromd ten einde een beperkt 30 contactgebied te houden tussen de messen en een snijpunt te verschaffen in plaats van een snijlijn of oppervlak. Een verdere kromming is aange -' bracht op de snijrand zelf ten einde de snijhoek tussen de messen over de hele snijstrook in hoofdzaak constant te houden.

Zoals in het bijzonder in de figuren 7 en 8 is getoond, omvat het 35 snijmechanisme volgens de uitvinding een gestelorgaan 332 met een vast mes 334 daarop gemonteerd. Een bewegend mes 336, draaibaar gemonteerd bij 338 aan een uitsteeksel 335 aan 332 wordt bekrachtigd door een solenoïde 340 werkend via een verbinding.De verbinding tussen de solenoïde 340 en het 790 84 08 ... *· I ~ -20- 21018/JF/jl mes 336 omvat een verbinding 342 en een krukas 344, welke druk uitoefent op een verbreed horizontaal gedeelte van de benedenzijde van mes 336, bij contactgebied 346.

Het mes wordt verder beïnvloed door veren 348 en 350. Veer 348 5 voert twee functies uit , in het bijzonder voor het terugvoeren van het bewegende snijmes 336 naar de ruststand ervan na bekrachtiging door 340 en verder voor het verschaffen van een belastingsvoorspanning op bewegend mes 336 tegen vast mes 334. Veer 350 werkt als een klemkracht tegen mes 336.

10 In werking loopt het papier welk,dient te worden afgescheurd langs een weg 352 tot een zwarte'stip door aftaster 316 wordt gedetecteerd. Detectie van de zwarte stip en overbrenging van die informatie * naar de microprocessor 60 resulteert in afgifte van een commando van de microprocessor naar de motor van aandrijfrol 314 om de papiertransport-15 beweging te stoppen en een opvolgende instructie om de solenoïde 340' te bekrachtigen.De papierweg 352 loopt onder het vaste mes 334 en over de siijrand 354 van het mes 336.Bekrachtiging van de solenoïde 340 veroorzaakt overeenkomstig naar boven draaiing met de wijzers van de klok mee van mes 336 zoals te zien in fig. 7A. De beweging naar boven van de snijrand 20 354 doet het papier snijden tussen de messen 334 en 336. Een eerste rub ber stootkussen 356 gemonteerd op gestelorgaan 332 beperkt geluidloos de baan van het mes 336 en het anker van de solenoïde 340.Een tweede stootkussen 358 beperkt de beweging naar beneden van het mes en overeenkomstig de beweging van het anker van de elektro-magneet 340. Instelling van de 25 plutferslag is begrensd door elektromagneetbevestigingshaak 360.

Mes 336 is draaibaar rond punt 338 door een montage welke gedetailleerder is getoond in fig. 7B. In het bijzonder monteerd een drager 362 het mes los op een kolom 364, bevestigd aan een gedeelte 365 van gestelorgaan 332 door een schroef 366 en een contramoer 368. Schroef 366 30 en moer 368 werken samen om de klemkracht van veer 350 tegen het mes in te stellen. Een nylon half-rond draaipunt werkt samen met de cohtact-kracht tussen de messen.

Zoals hierboven is opgemerkt, is het bewegende mes 336 voorzien van een transversale kromming, wélke hol is naar het vaste mes 334, ten 35 einde de snijwerking op een punt te houden gedurende· het bewegen van het mes 336. De kromming is geprononceerd naar het veraf gelegen uiteinde zoals duidelijk is aan de hand van fig. 8.

Bovendien is de snijrand 354 voazien met een bolle kromming naar 790 84 08 * -21- 21018/JF/jl het vaste mes, ten einde de snijhoek in hoofdzaak hetzelfde te houden langs de baan van mes 336. De kromming van het mes is getoond in fig. 9 en wordt beschreven door de vergelijking Y = AX(2X + 1) 5 waarin X en Y zijn gemeten langs de coördinaten aangegeven in fig. 9 en A een constante is welke de krommeyeranderingssnelheid bepaald. Een geschikte waarde voor A is 0,025 cm gebleken.

De veer 3^8, welke de messen in contact houdt, en welke het bewegende mes en het anker van de elektromagneet en de vermogenstrein na hun rustpositie doet terugkeren is dusdanig ingericht dat deze geen trek op het bewegende mes vergroot,zowel naar het vaste mes als naar de rustpositie, naarmate het snijden voortschrijdt. Deze toegenomen trek naar het vaste mes is noodzakelijk om verlies van de hefboomwerking te compenseren naarmate het snijden voortschrijdt naar het veraf gelegen 15 uiteinde van het mes. Vergrote trek naar de ruststand is noodzakelijk c«n de wrijving tussen de bladen te overtreffen en het bewegende mes te laten beginnen met de terugkeer naar de russtand.

In overeenstemming met de figuurbeschrijving verschaft de inrichting volgens de uitvinding een inrichting voor het drukken en afleveren 20 van een bewijsstuk, voor gebruik op plekken welke zijn verwijderd van een rekeninginformatiegegevensbank. De inrichting kan zijn aangebracht in winkels, plekken voor het afleveren van handelsartikelen, zoals benzinestations, banken etc, en kan een orgaan omvatten voor het bekrachtigen van een transactie en voor het debiteren van een rekening van een klant. 25 Natuurlijk is het mogelijk dat de inrichting eveneens programmastappen kan omvatten voor het krediteren van de rekening van een handelaar, of-schoon deze eigenschap het plaatsen van de bedieningseindorganen aan de balie of toonbank nodig maakt en zal daardoor de noodzaak doen toenemen voor het besteden van tijd door personeel.

30 De figuurbeschrijving beschrijft bij wijze van voorbeeld en niet als beperking de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Equivalente variaties van de gewenste uitvoeringsvorm zullen blijken aan vaklui op dit gebied van de techniek. Dergelijke variaties, modificaties en equivalenten liggen binnen de strekking van de uitvinding zoals deze is weer-35 gegeven in het bijzonder in de volgende conclusies, wanneer deze worden geïmplementeerd voor het verkrijgen van de voordelen van alle equivalenten waarop de uitvinding betrekking heeft.

_ _ Λ , , Λ Λ -CONCLUSIES- 790 3 4 03

Claims (23)

1. Inrichting voor het afgeven van bekrachtigde onderhandelbare documenten bij een transactie met een klant, met het kenmerk, dat deze 5 omvat: een eindorgaan voor communicatie tussen een klant en de inrichting met een eerste ingangsorgaan voor Jiet ontvangen van door een klant opgewekte ingangsgegevens, een eerste uitgangsorgaan voor het verschaffen van aanmoedigende instructies aan de klant en voor het weergeven van informatie betrekking hebbend op de transactie, een tweede uitgangsorgaan voor 10 het afleveren van een onderhandelbaar document voor een gespecificeerd bedrag, gevraagd door de klant, met een orgaan voor het scheppen van het onderhandelbare document op voorraadmatèriaal en een orgaan voor het afleveren van het onderhandelbare document aan de klant, een gegevensbasis-orgaan met daarin informatie met betrekking tot een rekening geassocieerd 15 met de klant, een orgaan voor het overbrengen van informatie tussen het eindorgaan en het gegevensbasisorgaan, een orgaan voor het geldigverkla-ren van ingangsgegevens toegevoerd door de klant en een orgaan voor het debiteren van een rekening met het bedrag waarvoor het document is afgegeven.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eind orgaan verder een microprocessorstuurorgaan daarvoor omvat, en dat het orgaan voor het overbrengen van informatie een gastprocessororgaan omvat voor communicatie met het gegevensbasisorgaan voor het aanmoedigen van de klant en voor het verschaffen van informatie door het gegevensbasisorgaan 25 voor weergave op het eerste uitgangsorgaan.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste uitgangsorgaan omvat: een eerste gedeelte voor het weergeven van de informatie met betrekking tot de transactie en een tweede gedeelte voor het verschaffen van de aanmoedigende instructies aan de klant.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eerste ingangsorgaan een toetsenbord omvat, voor het met de hand invoeren van de gegevens door de klant en dat de inrichting verder een tweede ingangsorgaan omvat voor het lezen van de gecodeerde gegevens van een door de klant verschafte identificatie-inrichting.

5. inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de door de klant verschafte identificatie-inrichting een credietkaart omvat met magnetisch gecodeerde informatie daarop.

6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat d?ze ver- 790 34 08 -23- 21018/JF/jl der een orgaan omvat voor het detecteren van een fout in het uitlezen van de gecodeerde gegevens.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het orgaan voor het geldig verklaren van ingangsgegevens een orgaan omvat voor het 5 verifiëren van een persoonlijk identificatienummer geassocieerd met de rekening van de klant. ,

8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het orgaan voor het geldig verklaren een orgaan omvat voor het verifiëren van een rekeningsbalans welke uitgaat boven het bedrag gevraagd door de klant.

9. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het orgaan voor het scheppen van het onderhandelbare document een orgaan omvat voor het schrijven op het voorraadmateriaal en dat het orgaan voor het afleveren ervan omvat:een snijorgaan voor het snijden van het voorraadmateriaal met een vast mes en een beweegbaar mes samenwerkend met het vaste mes,· 15 welk bewegend mes draait rond een draaipunt,een orgaan voor het voortbewegen van het voorraadmateriaal en een orgaan voor het detecteren van de voortbeweging van het voonaadmateriaal tot aan een vooraf bepaalde plek.

10.Inrichting volgens conclusie 9,met het kenmerk,dat het voorraad-matieraal papier omvat,dat het orgaan voor het afleveren van het ondehhar-20 delbare document verder een orgaan omvat voor het opslaan van een papierrol in het eindorgaan en dat het orgaan voor'het schrijven erop een drukorgaan omvat.

. 11.Inrichting volgens conclusie 10,met het kenmerk,dat het voorraad materiaal meer-lagig papier omvat,waarüj op een eerste laag wordt gedrukt 25 door het drukorgaan voor het vormen van het onderhandelbare document en waarüj de andere lagen beelden ontvangen van net onderhandelbare document voor het verschaffen van afschriften van het onderhandelbare document.

12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat deze verder omvat:een solenoïde gekoppeld aan het beweegbare mes, een solenoide-30 bekrachtigingsorgaan voor het bedienen van de solenoïde en een krukorgaan voor het koppelen van de solenoïde met net beweegbare mes, welk solenoïde-bekrachtigingsorgaan reageert op signalen van het microprocessorstuuror- . gaan en waarbij het drukorgaan reageert op informatie vervat in de signalen van het gastprocessororgaan.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het eerste uitgangsorgaan reageert op de signalen van het gastprocessororgaan.

14. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het gastprocessororgaan verder signalen verschaft welke tot gevolg hebben dat 790 84 08 -24- 21Ö18/JF/J1 het drukorgaan en het eerste uitgangsorgaan informatie uitvoeren in één van een aantal talen in overeenstemming met de informatie verkregen van een identificatie.-inrichting door de klant verschaft aan het eerste in-gangsorgaan.

15. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk,dat het be weegbaar mes een eerste orgaan omvat voor het handhaven van een minimaal snijgebied terwijl het beweegbare mes draait rond het draaipunt.

16.Inrichting volgens conclusie 15,met het kenmerk,dat het beweegbare mes een tweede, orgaan omvat voor het compenseren van een verlies aan 10 hefboomwerking wanneer het beweegbare mes draait rond het draaipunt.

17. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het beweegbare mes een overlangse snijrand heeft en dat het eerste orgaan een eerste kromming van de snijrand omvat, welke eerste kromming bol is met betrekking tot het vaste mes.

18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat'het twee de orgaan een tweede kromming op de snijrand omvat, welke tweede kromming een boog omvat welke loodrecht staatoop de snijrand, welke snijrand verder weg ligt van het vaste mes op punten dichter bij het draaipunt dan op punten verder verwijderd van het draaipunt door de tweede kromming.

19. Werkwijze voor het overdragen van fondsen.van een eerste partij met een rekening naar een tweede partij onder gebruikmaking van elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, met het kenmerk, dat deze apparatuur omvat: een door een microprocessor gestuurd eindstantion met , een eerste ingangsorgaan voor het ontvangen van ingangsgegevens opgewekt 25 door de eerste partij, welk eerste ingangsorgaan een toetsenbord heeft voor het met de hand invoeren van de gegevens door de eerste partij en <-een tweede ingangsorgaan voor het lezen van gecodeerde gegevens van een identificatie-inrichting verschaft door de eerste partij, een tweede uitgangsorgaan voor het afleveren van een onderhandelbaar document voor 30 een bedrag gespecificeerd door de eerste partij, een gegevensbasisor-gaan met daarin informatie met betrekking tot een rekening geassocieerd met de eerste partij, een gastprocessororgaan voor communicatie tussen het eindorgaan en het gegevensbasisorgaan, een orgaan voor het bekrachtigen van ingangsgegevens toegevoerd door de eerste partij, en 35 een orgaan voor het debiteren van de rekening van de eerste partij met het gespecificeerde bedrag en dat de werkwijze de volgende stappen omvat: het elektronisch afgeven van een onderhandelbaar document voor het bedrag gespecificeerd door de eerste partij, het elektronisch 790 8 4 08 -25- 21018/JF/J1 debiteren van de rekening van de eerste partij, het presenteren van het onderhandelbare document aan de tweede pahtij en het uitwisselen van het onderhandelbare instrument voor koopwaar met een eerste waarde en voor fondsen met een tweede waarde, welke eerste en tweede waarde een som heb-5 ben welke gelijk is aan het gespecificeerde bedrag.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de af-leverstap verder de volgende stappen omvat: het inbrengen van de identi-ficatie-inrichting verschaft door de eerste partij in het tweede ingangs-orgaan, het verschaffen van ingangsgegevens door de eerste partij aan 10 het eerste ingangsorgaan, het geldig verklaren van de ingangsgegevens onder gebruikmaking van het gastprócessororgaan, het debiteren van de reke-' ning van de eerste partij onder gebruikmaking van het gastprocessororgaan, het drukken van het onderhandelbare document op meer-laags papier, het voortbewegen van het meer-laags papier, het detecteren van de voortbe-15 weging van het meer-laags papier totaan een vooraf bepaalde plek en het afscheuren van het onderhandelbare document.

21. Werkwijze volgens conclusie 20,met het kenmerk, dat de af-scheurstap de volgende stappen omvat: het bekrachtigen van een solenolde, het draaien van een beweegbaar mes vanuit een ruststand en het terugbren- 20 gen van het beweegbare mes naar de rudstand.

22. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de ver-schafifingsstap en de geldigverklaringsstap de volgeride stappen omvatten: (a) het invoeren van een geheim nummer door de eerste partij, (b) het verifiëren van het geheime nummer, ingebracht door de eerste partij aan 25 de hand van informatie geassocieerd met de rekening geassocieerd met de eerste partij, (c) het invoeren van het gespecificeerde bedrag in het eerste ingangsorgaan, (d) het verifiëren door het gastprocessororgaan of de rekening voldoende fondsen bevat voor het dekken van het gespecificeerde bedrag,en (e) het weergeven aan de eerste pahtij van enig falen van 30 de verificatiestappen (b) en (d).

23. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de afle-verstap verder de volgende stappen omvat: (a) het detecteren van een code op een idefttificatie.-inrichting ingebracht in het tweede ingangsorgaan door de eerste partij, (b) het zenden van de gedetecteerde code naar 35 het gastprocessororgaan, (c) het kiezen van één van een aantal talen door het· gastprocessororgaan in responsie op de gedetecteerde code en (d) het drukken van het onderhandelbare document in die ene taal in responsie op signalen verschaft door het gastprocessororgaan. 79Ü 84 08