NL7908312A - Werkwijze voor het vervaardigen van een ladder. - Google Patents

Description

IN/ΔΊ . ΟΊΪ-ΐη/ XD

Werkwijze voor het vervaardigen van een ladder.

(Afsplitsing van octrooiaaanvrage nr. 68.15013)

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een ladder, waarbij een wand van de zijbalk van de ladder wordt voorzien van een opening, een huls uit vervormbaar metaal op een eind van 5 een sport wordt geschoven en de sport met de huls gedeeltelijk door de opening wordt gestoken, en waarbij een radiaal uitstekende flens uit het metaal van de huls wordt gevormd door op de huls een axiale druk uit te oefenen, waardoor tevens de huls tegen het eind van de sport wordt aangedrukt, 10 waarbij de flens, nadat de sport met de huls door de opening is gestoken en de vervormingsdruk is uitgeoefend, de wand om de opening gedeeltelijk overlapt om de wand in te klemmen.

De uitvinding vormt in het bijzonder een ver-15 betering van de werkwijze, die uit het Amerikaanse octrooi-schrift 3.039.186 bekend is.

Bij de bekende werkwijze wordt het eindgedeelte van een buisvormige sport voorzien van een betrekkelijk dunne huls uit smeedbaar metaal met kleinere binnendiameter dan 20 de sportbuitendiameter en deze huls wordt op dit uiteinde vastgeperst, alvorens de sport wordt bevestigd. De dwars-wand van een gootvormige zijbalk is van openingen voorzien, waarin een van een dergelijke huls voorzien eindgedeelte van een sport kan worden gestoken, waarna de huls in de as-25 richting wordt uitgestuikt met behulp van een geschikt werktuig, teneinde daarin dwars uitstekende flenzen te vormen, die ter weerszijden van deze dwarswand en rond de omtrek van de betrokken opening daarin zijn gelegen. Tijdens het uitstuiken gedraagt de huls zich als een aan samendrukking 30 onderworpen korte kolom, die uitknikt waarbij ringvormige uitstulpingen ontstaan.. Door een dwars inwaartse vloeiing van het metaal wordt de sport stevig vastgegrepen, terwijl de dwars buitenwaartse vloeiing ervan tot een vastklemming in de opening van de zijbalk leidt, waarbij het metaal langs 35 de vlakke oppervlaksgedeelten van de zijbalk rond de opening kan vloeien. Op d^ze wijze wordt een zeer stevige vast- 7908312 - 2 -

* A

* klemming tussen de huls, de zijbalk en de sport verkregen, waardoor een verbinding met een grote sterkte en samenhang ontstaat.

Volgens de uitvinding wordt ‘daarentegen een 5 betrekkelijk dikke huls gebruikt, die op het uiteinde van een sport los daarover kan worden geschoven en vervolgens worden vastgekrompen. Het eindgedeelte van de sport met de huls kan daarna door een opening in de zijbalk worden gestoken, en in een stempel, die t.o.v. de huls verschuifbaar 10 is, vervormd, waardoor flenzen ontstaan, die nauwsluitend met randgedeelten van de zijbalk rond de betrokken opening in aangrijping komen. De huls wordt daarbij niet uitgeknikt, hoewel de drukkrachten zowel een dwars buitenwaartse als een dwars binnenwaartse vervorming van het metaal veroorzaken.

15 Een van de voordelen van de uitvinding is, dat een huls kan worden gebruikt, waarvan het buitenoppervlak cirkelvormig, en het binnenoppervlak niet-cirkelvormig in doorsnede is, zodat een sport met een niet-cirkelvormige doorsnede in een cirkelvormig gat kan worden gestoken. Dit is een belangrijk 20 voordeel, daar een cirkelvormige opening zeer gemakkelijk ~~ ~ kan "wordën"'gëmaakt, terwijl·”sen cirk^IvörïïïÏg^^örmholte in een stempel op eenvoudige wijze kan worden verkregen.

De verbinding tussen een sport en een zijbalk volgens de uitvinding kan ook worden verkregen door op 25 de huls een flens voor te vormen, en daarna de huls op de sport te krimpen, waarbij het voorvormen van de flens ook tijdens het krimpen kan plaatsvinden. De uitvinding is voorts zowel voor gootvormen als voor gesloten holle zijbalken geschikt.

30 De uitvinding beoogt derhalve een verbeterde verbinding tussen een sport en een zijbalk van een ladder te verschaffen, alsmede een werkwijze voor het vormen van een dergelijke verbinding, waarbij slechts een deel van het hulsmateriaal wordt gebruikt om flenzen te vormen, die met 35 randgedeelten van de wand van een zijbalk rond een opening daarin in aangrijping komen.

Daarbij kan de huls aanvankelijk los op de sport zijn geschoven.

De uitvinding is daarbij zowel op cirkelronde 40 als op onronde sporten, en op enkelvoudige danwel dubbel- 7908312 * * - 3 - wandige zijbalken van toepassing.

In het bijzonder kan daarbij een onronde sport in een al dan niet cirkelvormig gat in de zijbalk worden bevestigd.

5 Bij deze werkwijze wordt het uitknikken van de huls bij het uitoefenen van een volgens de as gerichte drukkracht vermeden.

Voorts kan daarbij de verbindingshuls voor dan wel na plaatsing op de sport gedeeltelijk worden voor-10 gevormd.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont; fig. 1 een aanzicht van een laddersport met bijbehorende gedeelten van de zijbalken, gedeeltelijk in 15 aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede; fig. 2 een eindaanzicht van een sport met een daarop geschoven verbindingshuls; fig. 3 een aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van het eindgedeelte van een sport met een verbindingshuls 20 in een opening van een zijbalk; fig. 4 een zijaanzicht van een zijbalk met een bevestigingsopening, waarbij de uiteinden van een sport en een verbindingshuls met onderbroken lijnen zijn aangegeven; 25 fig. 5 een doorsnede door het eindgedeelte van de sport en de verbindingshuls volgens fig. 3 met een paar stempelonderdelen in de open stand; fig. 6, 7 en 8 overeenkomstige deeldoorsneden met de stempelonderdelen in verschillende opeenvolgende 30 standen; fig. 9 een afbeelding in perspektief van een sport met D-vormige doorsnede met een bijbehorende verbindingshuls ; fig. 10 een deelaanzicht van een zijbalk met 35 een aan de sport van fig. 9 aangepaste opening; fig. 11 een langsdoorsnede door het uiteinde van een sport en verbindingsring volgens fig. 9 met een paar bijbehorende krimpstempels; fig. 12 een langsdoorsnede door het uiteinde 40 van de sport en de huls van fig. 9 met een paar vormstempels 7908312 r « - 4 - in de gesloten stand; fig. 13 een deelaanzicht van de zijbalk van fig.

10 met de sport van fig. 9 in de uiteindelijke toestand; fig. 14 een langsdoorsnede door het eindge-5 deelte van de sport en de huls van fig. 9/met stempels voor het voorvormen van een uiteinde van de huls en voor het gelijktijdig vastkrimpen van de huls op de sport; fig. 15 het uiteinde van de voorgevormde huls van fig. 14 na het insteken in een opening van een zijbalk; 10 fig. 16 een doorsnede door een paar stempels voor het voorvormen van een verbindingshuls; fig. 17 een doorsnede door een paar stempels voor het vastkrimpen van de voorgevormde huls van fig. 16 op een sport; 15 fig. 18 een afbeelding in perspektief van een onronde sport met een ronde verbindingshuls; fig. 19 een zijaanzicht van een zijbalk met een voor de huls van fig. 18 geschikte opening; fig. 20 een afbeelding in perspektief van een 20 andere voor een onronde sport bestemde huls; fig. 21 een doorsnede door een gesloten holle zijbalk, die voor een huls volgens fig. 20 geschikt is; fig. 22 een aanzicht/ gedeeltelijk in doorsnede, van een huls volgens fig. 20 in een opening van een zijbalk 25 volgens fig. 21; fig. 23 een doorsnede door het eindgedeelte van een sport en een huls volgens fig. 22 met een paar vorm-stempels in de gesloten toestand; fig. 24 een doorsnede door een sport met een huls 30 volgens fig. 20, en een paar stempels voor het vastkrimpen van een dergelijke huls; fig. 25 een doorsnede door een sport met een huls volgens fig. 20, en een paar stempels voor het voorvor-men van een uiteinde van de huls en het gelijktijdig vast-35 krimpen daarvan op de sport; fig. 26 een doorsnede door een paar stempels voor het voorvormen van een huls volgens fig. 20; fig. 27 een doorsnede door een paar stempels voor het vastkrimpen van een voorgevormde huls volgens fig.

40 20 op het einde van een sport; 7908312 ' t - 5 - fig. 28 het eindgedeelte van een sport met een huls volgens fig. 27 in een zijbalk volgens fig. 21; fig. 29 een doorsnede door een paar stempels voor het afwerken van een voorgevormde opgekrompen huls 5 volgens fig. 27 en 28? en fig. 30 een deelaanzicht van de zijbalk van fig. 21 met een huls volgens fig. 20 in de uiteindelijke vorm.

In fig. 1 is een buisvormige laddersport 20 af-10 gebeeld, die aan elk uiteinde met een gootvormige zijbalk 11 is verbonden. De sport 10 is voorzien van in de langs-richting verlopende uitstekende ribben 12, terwijl elke zijbalk 11 uit een middenwand 13 en naar binnen gekeerde evenwijdige flenzen 14 bestaat. De uiteinden van de sport 15 10 zijn door middel van onderling gelijke hulzen 15 met de betrokken zijbalk verbonden. Hoewel de flenzen 14 van de zijbalken in de tekening naar binnen zijn gekeerd, zal het duidelijk zijn, dat deze flenzen ook naar buiten kunnen zijn gericht.

20 De buisvormige sporten en de zijbalken kunnen daarbij uit elk geschikt materiaal zoals staal, aluminiïSïr; een aluminiumlegering, of met glasvezels versterkte kunststof bestaan. De hulzen 15 bestaan uit een geschikt smeedbaar materiaal, dat onder druk kan uitvloeien, zoals b.v. aluminium 25 of een aluminiumlegering.

Fig. 2-8 tonen verschillende stappen van een werkwijze voor het vervormen van de hulzen 15, teneinde een verbinding van een eerste uitvoeringsvorm tussen een sport en een zijbalk te verkrijgen. Zoals in fig. 2 en 3 30 is afgebeeld, wordt op elk uiteinde van de sport 10 een huls 16 geschoven, die dit eindgedeelte geheel omringt, en waarvan de wanddikte betrekkelijk groot is. De sport 10 heeft in dit geval een cirkelvormige doorsnede, doch kan ook eliptisch, rechthoekig, driehoekig of op andere wijze zijn 35 uitgevoerd. De huls 16 is eveneens cirkelvormig, en heeft een binnenmiddellijn, die iets groter is dan de grootste buitenmiddellijn van de sport. De huls 16 kan evenals de huls 36 van het tweede voorbeeld los passend op het eindgedeelte van de sport 10 worden geplaatst. De huls 16 wordt 40 dan eerst op de wijze van fig. 11 op de sport 10 gekrompen, 7908312 fi « - 6 - alvorens in de opening van de zijbalk te worden gestoken. De zijbalk 11 is, zoals uit fig. 4 blijkt, voorzien van een in hoofdzaak cirkelvormige opening 17, die iets groter is dan de buitenmiddellijn van de huls 16, welke opening van over de 5 omtrek verdeelde dwars naar buiten gerichte inkepingen 18 is voorzien. Deze inkepingen kunnen echter ook worden weggelaten.

Na het opkrimpen op de sport wordt het betrokken eindgèdeelte van de sport met een huls 16 door de opening 17 10 gestoken, tot dat ongeveer gelijke gedeelten van de huls ter weerszijden van de dwarswand 13 zijn gelegen. Een paar stempels 20 en 21 worden dan met de huls 16 in aanraking gebracht, teneinde deze in de uiteindelijke gewenste vorm te brengen, die in fig. 1 bij 15 is aangegeven. Zoals uit fig. 5 15 blijkt, komt de stempel 20 aan de binnenzijde van de zijbalk met de sport 10 in aanraking, terwijl de stempel 21 op een of andere geschikte wijze op de sport 10 en de stempel 20 wordt gericht. Daartoe kan b.v. een op de stempel 21 aangebrachte richtpen 22 worden gebruikt, die in het uiteinde 20 van de sport 10 wordt gestoken. De stempels 20 en 21 zijn met niet-afgebeelde onderdelen verbonden, waarmede deze stempels t.o.v. elkaar kunnen worden verschoven.

De stempel 20 heeft een ringvormige getrapte holte, die in fig. 5 bij A is aangeduid, die een ondiep ge-25 deelte 23 en een dieper gedeelte 24 omvat. De overgang tussen de beide gedeelten is tamelijk scherp, waardoor een snijkant 25 wordt verschaft, die ongeveer halverwege tus- ’’ sen de buitenste en binnenste begrenzing van de huls 16 is gelegen. De stempel 21 is eveneens van een getrapte holte 30 voorzien, die bij B is aangegeven, en die uit een ondiep gedeelte 26 en een diep gedeelte 27 bestaat. Tussen de beide gedeelten 26 en 27 bevindt zich een snijkant 28, die in hoofdzaak met de snijkant 25 overeenkomt, en ongeveer dezelfde middellijn bezit.

35 Fig. 6-8 tonen drie opeenvolgende stappen bij het sluiten van de stempels 21 en 20 voor het vormen van de uiteindelijke verbindingskraag 15. Zoals in fig. 6 is af geheeld, snijden de snijkanten 25 en 28 het buitengedeelte van de betrekkelijk dikke huls 16 van de rest van de huls 40 af, waarbij het vervormbare materiaal ervan vóór de snijkan- 7908312 1 t - 7 - ten opwaarts wordt opgestuwd. Wegens de betrekkelijk grote dikte van de huls 16 kan de volgens de as gerichte druk van de snijkanten 25 en 28 niet tot het uitknikken of plooien van de huls aanleiding geven. Het vervormbare materiaal van de huls, 5 dat tussen de snijkanten 25 en 28 is gelegen, wordt aanmerkelijk samengedrukt, waardoor het opwaarts in de ondiepe gedeelten 23 en 26 en tegen de binnenrand van de opening 17 en de inkepingen 18 daarvan kan vloeien. Tevens ontstaat een naar binnen gerichte kracht tegen het uiteinde van de sport 10, 10 waardoor het materiaal van de huls 16 tussen de langsribben 12 van de sport vloeit, terwijl tevens de sport enigszins naar binnen toe wordt vervormd, zoals bij 29 is aangeduid, welke binnenwaartse vervorming door de richtpen 22 wordt begrensd .

15 Bij een verdere verplaatsing van de stempels 21 en 20 wordt het materiaal van de huls 16 nog verder naar buiten geperst, zoals in fig. 7 is aangeduid, waarbij bovendien materiaal langs de buitenoppervlakken van de wand 13 rond de opening 17 gaat vloeien. Tegelijkertijd wordt de ring-20 vormige instulping 29 van de sport nog verder verbreed, zoals bij 29' is aangegeven.

Fig. 8 toont de stempels 20 en 21 in de gesloten stand, waarbij het materiaal van de huls 16, de ondiepe holten 23 en 26 van de stempels geheel vult, en daarbij 25 over een aanmerkelijke afstand langs het oppervlak van de wand 13 is gevloeid, waardoor flenzen 15' ontstaan. Tegelijkertijd is het meer naar binnen gelegen gedeelte van het materiaal van de huls geheel in de diepe holten 24 en 27 van de stempels gedrongen, waardoor de uiteindelijke vorm van de 30 verbindingskraag wordt verkregen. De binnenwaartse instulping van de sport is nog verder verbreed, zoals bij 29'' is aangegeven, terwijl de kraag 15 het eindgedeelte van de sport over een aanmerkelijk oppervlak stevig vastgrijpt. De aldus verkregen verbinding verschaft een aanmerkelijke dwarse 35 binnenwaartse en buitenwaartse druk tussen de sport en de zijbalk, terwijl de mechanische sterkte aanmerkelijk wordt verbeterd door de aanwezigheid van de flenzen 15', die de dwarswand van de zijbalk ter weerszijden omgeven, en door de ringvormige instulpingen 29*1 van de sport.

790 83 12 * ♦ - 8 -

Bij een tweede uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 9-14 wordt een sport 30 met D-vormige doorsnede met een zijbalk 31 verbonden, welke zijbalk een middenwand 33 en evenwijdige zijflenzen 34 omvat. De sport 30 is evenals de 5 sport 10 van fig. 1 van langsribben 32 voorzien.

Zoals uit fig. 9 blijkt, is op het eindgedeelte van de sport 10 een los passende D-vormige huls 36 geplaatst, die door een opening 37 met overeenkomstige vorm in de dwars-wand 33 past. De omtrek van de opening 37 kan weer van uit-10 sparingen 38 zijn voorzien.

Zoals in fig. 11 is aangegeven, wordt de lospassende huls 36 bij voorkeur eerst aan de uiteinden op het betrokken eindgedeelte van de sport 30 vastgeklonken met behulp van een paar stempels 39 en 40. Deze zijn voorzien van afge-15 schuinde ringvormige holten 41 resp. 42, die zodanig zijn gevormd, dat bij het sluiten van de stempels de uiteinden van de huls 36 binnenwaarts worden gevormd tot ze stevig tegen de sport 30 drukken. Deze krimpbewerking zorgt ervoor, dat het ene uiteinde van de huls 36 glad op het uiteinde van 20 de sport aansluit, en ook tijdens de in fig. 12 aangegeven uiteindelijke vervorming in die stand blijft. Bij de uiteindelijke vervorming wordt het eindgedeelte met de opgekrompen huls 36 door de opening 37 in de dwarswand 33 gestoken, waarna een paar stempels 43 en 44 tegen de huls wordt gedrukt 25 om de uiteindelijke verbindingskraag 35 te vormen. De buitenste stempel 44 is van een geschikte richtpen 45 voorzien.

De binnenste stempel 43 en de buitenste stempel 44 zijn voorts van ringvormige getrapte holten A resp. B voorzien, waarvan de vorm overeenkomt met die bij de eerste uitvoeringsvorm, 30 welke holten ondiepe gedeelten 23 resp. 26 en diepe gedeelten 24 resp. 27 omvatten. De holten van de stempels zijn voorts van snijkanten 25 resp. 28 voorzien, die op dezelfde wijze als bij het vorige uitvoeringsvoorbeeld werken.

Fig. 13 toont een aanzicht van de uiteindelijke 35 verkregen D-vormige verbindingskraag in de opening van een zijbalk 31. De D-vormige sport 30 is enigszins t.o.v. de balk 31 gedraaid, zodat het vlakke bovenonnervlak 46 van de sport althans ongeveer horizontaal staat,, wanneer de ladder in de hellende gebruiksstand staat.

7908312 - 9 -

Fig. 14-17 tonen andere vormen van de werkwijze volgens de uitvinding, die in het kort zullen worden besproken. In fig. 14 is het uiteinde van een sport 50 met een willekeurige doorsnedevorm voorzien van een aanvankelijk los 5 passende huls 51. De stempels 52 en 53 worden gebruikt om de huls op de sport 50 vast te krimpen. De binnenste stempel 52 is echter al van de voornoemde getrapte holte A voorzien, die een ondiep gedeelte 23 en een diep gedeelte 24 met een tussengelegen snijkant 25 omvat. Derhalve wordt tij-10 dens het vastkrimpen van de huls 51 op de sport 50 tegelijkertijd de ene helft van de uiteindelijke verbindingskraag met een flens 54 voorgevormd. Fig. 15 toont de wijze, waarop het eindgedeelte van de sport 50 door een opening 55 in een zijbalk 56 wordt gestoken, waarbij de flens 54 tegen het bin-15 nenoppervlak van de dwarswand 57 van deze zijbalk komt te rusten. De verbinding wordt dan voltooid met behulp van een paar stempels, die met de stempels van fig. 12 overeenkomen.

Fig. 16 toont een huls 61, die rond een richt-pen 62 tussen t.o.v. elkaar verschuifbaar stempel 63 en 64 20 wordt voorgevormd. Alleen de stempel 63 is van de voornoemde getrapteholte A voorzien, terwijl de binnenmiddellijn van de voorgenoemde huls zodanig is, dat deze huls los op de sport 50 van fig. 17 past, zodat de huls op dit eindgedeelte kan worden vastgekrompen door middel van geschikte stempels 65 25 en 66, zoals in fig. 17 is aangegeven.

Bij een derde uitvoeringsvorm volgens fig. 18 wordt een huls 71 met een cirkelvormige buitenomtrek gebruikt, die van een D-vormige opening 72 is voorzien, die los rond het eindgedeelte van een overeenkomstige gevormde 30 sport 30 past. Fig. 19 toont een zijbalk 73, waarvan de dwarswand 74 een cirkelvormige opening 75 bezit, die iets groter is dan de opening volgens fig. 4, en waarin een cirkelvormige huls 71 past. Deze huls wordt op dezelfde wijze als de in het voorgaande beschreven hulzen gebruikt. Wanneer de 35 sport 30 los in de huls past, wordt de huls 71 eerst op het eindgedeelte van de sport vastgekrompen. De stempels voor het verder afwerken van de verbinding zijn uiteraard voorzien van cirkelvormige getrapte holten A en B van de voornoemde vorm.

40 In fig. 20-23 is nog een andere uitvoeringsvorm 790 83 12 ♦ « ,- •v.

v - 10 - van de uitvinding afgeheeld, waarbij een sport 30 met D-vormige doorsnede met een gesloten holle zijbalk volgens fig. 21 moet worden verbonden. Daarbij wordt een langere huls 80 gebruikt, die een cilindervormig lichaamsgedeelte 5 81 en een versmald uiteinde 82 omvat. Tussen de gedeelten 81 en 82 bevindt zich een ringvormige schouder 83. Hierbij kan ook een losse passing worden toegepast tussen de huls en de sport.

Fig. 21 toont een dwarsdoorsnede door een holle 10 zijbalk 86 met vlakke zijwanden 87 en 88, die door gebogen gedeelten 89 met elkaar zijn verbonden. Het zal duidelijk zijn, dat de vorm van de gedeelten 89 op zichzelf onbelangrijk is, en dat deze vlak, afgeschuind, gegolfd of anders gevormd kunnen zijn.

15 De zijwand 87 is voorzien van een cirkelvormige opening 90, waarin het lichaamsgedeelte 81 glijdend past.

De andere zijwand 88 is eveneens van een cirkelvormige opening 91 voorzien, waarin het versmalde eindgedeelte 82 past. De huls 80, die op een sport 30 is vastgeklemd, 20 wordt dan door de opening 90 en 91 gestokent zoals in fig.

--22—is—afgeheeld, waarbij de schouder 83 tegen het binnen- oppervlak van de zijwand 88 komt te rusten, die de openingen 91 omgeeft. De huls 80 wordt dan tot een verbindingskraag 92 gevormd met behulp van een paar met elkaar samenwerkende 25 stempels 93 en 94 volgens fig. 23. De stempel 93 is in aanraking met de sport 30, terwijl de stempel 94 van een richtpen 95 is voorzien, die in de sport past. Bij het naar elkaar ' toe bewegen van de stempels dringt de richtpen 95 verder in de opening van de sport 30. De stempel 93 bezit een ring-30 vormige getrapte holte A, terwijl de stempel 94 van een ringvormige getrapte holte B is voorzien, zoals in het Voorgaande is beschreven, met behulp waarvan de kraag 92 wordt gevormd.

De uiteindelijke kraag heeft een binnenflens 96, die zich langs het buitenoppervlak van de wand 87 rond de opening 90 35 uitstrekt, terwijl het andere einde van de huls tot een flens 97 is gevormd, die zich langs het buitenoppervlak van de wand 88 uitstrekt. De gevormde kraag 92 bezit twee hoofdgebieden van dwarse druk in de vlakken van de zijwanden 87 en 88, hetgeen tot vorming van instulpingen 98 en 99 in de 40 sport 30 leidt. Het middengedeelte 81' van de kraag 92 over- 7908312 * - 11 - brugt de afstand tussen de beide zijwanden 87 en 88, waardoor wordt verhinderd, dat deze tijdens het vormen van de kraag plat worden gedrukt. De zijwand 88 is immers in aanraking met de ringvormige schouder 83, en kan dus niet naar de 5 zijwand 87 bewegen. De enige naar binnen gerichte druk op de zijwand 87 is die van de flens 96, die echter onvoldoende is om de holle balk 86 plat te drukken.

Fig. 24-29 tonen nog andere wijzen voor het vormen van een verbindingskraag van een bij 92 in fig. 23 aan-10 geduide vorm, welke verschillende uitvoeringen overeenkomen met die volgens fig. 14-17.

Fig. 24 toont de wijze, waarop een los passende huls 80 aan de uiteinden op het eindgedeelte van een sport 30 wordt vastgekrompen met behulp van stempels 103 en 104.

15 Daardoor wordt de huls 80 voorbereid voor de eindbewerking op de wijze van fig. 23.

Fig. 25 toont de wijze, waarop een los passende huls 80 tegelijkertijd wordt vastgekrompen en wordt voorgevormd met behulp van stempels 105 en 106. De stempel 105 20 is weer van een getrapte holte A voorzien, waarmede de binnenflens 96 van de verbindingskraag wordt gevormd, terwijl de stempel 106 een holte bezit met een afgeschuinde binnenwand 108, waarmede het getrapte gedeelte 82 van de huls op de sport wordt vastgekrompen.

25 Fig. 26 toont een huls 80, die op een richtpen 109 met behulp van stempels 110 en 111 wordt voorgevormd.

Deze voorgevormde huls kan op de wijze van fig. 27 met be-'· hulp van stempels 112 en 113 op de sport worden vastgekrompen.

30 Fig. 28 toont de wijze, waarop een voorgevorm de huls 80 in een holle zijbalk 86 wordt gestoken. De binnenflens 96 rust daarbij tegen het buitenoppervlak van de wand 87 rond de opening 90, terwijl de ringvormige schouder 83 tegen het binnenoppervlak van de wand 88 rond de opening 35 91 komt te rusten. De eindbewerking geschiedt op de wijze van fig. 29 met behulp van een vasthoudstempel 115 met een eenvoudige afgeschuinde holte 116, die voldoende ruimte vrijlaat voor het voorgevormde uiteinde van de huls, en met een vormstempel 117 met een getrapte holte B en een richtpen 40 118. De stempel 117 vormt het uiteinde van de huls 80 tot 790 83 12 * <

V

- 12 - de buitenflens 97 van de gerede verbindingskraag 92.

Fig. 30 toont een met fig. 13 overeenkomend aanzicht van een gerede kraag 92, zoals deze aan de buitenzijde van de holle zijbalk 86 zichtbaar is. Bij elk van de aan 5 de hand van fig. 20-29 beschreven verbindingswijzen heeft de kraag dit uiterlijk. Er wordt opgemerkt, dat de buitenflenzen, die door de afschuifbewerking ontstaan, cirkelvormig zijn, zelfs wanneer de sport niet-cirkelvormig van doorsnede is. Voorts wordt opgemerkt, dat het buitenaanzicht van een derge-10 lijke verbinding bij de uitvoering volgens fig. 18 en 19 in hoofdzaak met die van fig. 21 overeenkomt.

Uit het voorgaande blijkt, dat de uitvinding een werkwijze voor het vormen van een verbinding tussen een sport en een zijbalk van een ladder verschaft, waarbij een 15' gedeelte van een betrekkèlijk dikke huls door afschuiving en samendrukking tot flenzen wordt vervormd, die de buitenzijden van de zijbalk stevig omgrijpen, waarbij een aanmerkelijke naar binnen en naar buiten gerichte dwarse druk ontstaat, waarmede de sport krachtig met de zijbalk wordt 20 verbonden. De aldus verkregen verbindingskraag omgrijpt de beide zijden van de rand van het gat in de zijbalk. De opening in de zijbalk kan daarbij van naar buiten gerichte inkepingen zijn voorzien, terwijl de sporten naar buiten uitstekende langsribben kunnen bezitten. Deze inkepingen en rib-25 ven verschaffen een mechanische vergrendeling van de kraag op de sport en de zijbalk, door dat het metaal van de huls tussen deze ribben en in de inkepingen vloeit. Het is echtér gebleken, dat een dergelijke verbinding met grote sterkte en samenhang ook zonder een dergelijke vergrendeling 30 kan worden verkregen.

7908312

Claims (3)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een ladder, waarbij een wand van de zijbalk van de ladder wordt voorzien van een opening, een huls uit vervormbaar metaal op een eind van een sport wordt geschoven en de sport met de huls 5 gedeeltelijk door de opening wordt gestoken, en waarbij een radiaal uitstekende flens uit het metaal van de huls wordt gevormd door op de huls een axiale druk uit te oefenen, waardoor tevens de huls tegen het eind van de sport wordt aangedrukt, waarbij de flens, nadat de sport met de huls door de 10 opening is gestoken en de vervormingsdruk is uitgeoefend, de wand om de opening gedeeltelijk overlapt om de wand in te klemmen, met het kenmerk, dat wordt uitgegaan van een huls met een zodanig grote wanddikte, dat geen uitknikken kan optreden ten gevolge van de vervormings-15 druk en met een binnendiamater, die groter is dan de buitendiameter van het einddeel van de sport, zodat de huls los op dit einddeel past, waarbij de uiteinden van de huls dwars naar binnen toe op de sport worden gekrompen, voordat de sport met de huls in de opening van de zijbalk wordt gestoken.---------—

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdens het opkrimpen van de huls op de sport tegelijk ëën flens op de huls wordt voorgevormd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ëën flens op de huls wordt voorgevormd, 25 voordat de huls op de sport geschoven wordt. % 7908312