NL7908211A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte hydraulisch gebonden voorwerpen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte hydraulisch gebonden voorwerpen. Download PDF

Info

Publication number
NL7908211A
NL7908211A NL7908211A NL7908211A NL7908211A NL 7908211 A NL7908211 A NL 7908211A NL 7908211 A NL7908211 A NL 7908211A NL 7908211 A NL7908211 A NL 7908211A NL 7908211 A NL7908211 A NL 7908211A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
networks
carrier
layer
layers
hydraulically
Prior art date
Application number
NL7908211A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Stamicarbon
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stamicarbon filed Critical Stamicarbon
Priority to NL7908211A priority Critical patent/NL7908211A/nl
Publication of NL7908211A publication Critical patent/NL7908211A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B5/00Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping
    • B28B5/02Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type
    • B28B5/026Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type the shaped articles being of indefinite length
    • B28B5/027Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type the shaped articles being of indefinite length the moulding surfaces being of the indefinite length type, e.g. belts, and being continuously fed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B23/00Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
    • B28B23/0006Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects the reinforcement consisting of aligned, non-metal reinforcing elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)

Description

4 J* ' \ STAMICARBON B.V. 3036 -1-
WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN VEZELVERSTERKTE HYDRAULISCH GEBONDEN VOORWERPEN
De uitvinding heeft betrekking op een continue werkwijze voor het vervaardigen van voorwerpen uit vezelversterkt hydraulisch gebonden materiaal door bovenop een eerste eindloze drager netwerk· en hydraulisch bindbaar materiaal aan te brengen, bovenop een tweede eindloze drager 5 eveneens netwerk en hydraulisch bindbaar materiaal, de op de tweede drager gevormde laag via een omkeerrol op de op de eerste drager gevormde laag te leggen en het samenstel van beide lagen in de gewenste vorm te brengen en te harden. Onder hydraulisch gebonden materiaal dient hier verstaan te worden materiaal dat gebonden of gehard wordt door reaktie 10 met water.
Het aanbrengen van vezels in hydraulisch gebonden massa's ter verbetering van de mechanische eigenschappen, bijvoorbeeld de slag-vastheid is bekend. De vezels kunnen van natuurlijke of synthetische, anorganische of organische aard zijn en als al of niet continue mono-15 filamenten of bundels van monofilamenten gebruikt worden. Korte vezel-stukken kunnen gemengd zijn met hydraulisch bindbaar materiaal of laagsgewijze daarin opgenomen worden. De verkregen willekeurige oriëntatie van de vezels is er mede de oorzaak van dat tot nu toe vezelversterking niet geheel aan de verwachting heeft beantwoord. Inhaerent aan de bekende 20 wijze van aanbrengen van de vezelversterkingen is het nadeel dat een deel van de vezels niet bijdraagt aan de verbetering van de eigenschappen van de hydraulisch gebonden massa's. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de genoemde willekeurige oriëntatie, maar ook door hun aanwezigheid op plaatsen in de massa waar zij niet nodig zijn, bijvoorbeeld bij buig-25 belasting op de neutrale as.
Uit het Britse octrooischrift 118.395 is een inrichting bekend voor het vervaardigen van gipsplaten waarin canvas als versterking is aangebracht ongeveer in het midden van de plaatdikte en het gips is opgesloten tussen twee lagen papier of weefsel waarbij, teneinde een 30 glad snijvlak xe verkrijgen, nog extra stroken weefsel kunnen zijn aangebracht op de papier- of weefsellagen. Het nadeel van deze opbouw 7303211 « > -2- van de gipsplaten is dat het netwerk wordt aangebracht op de bij buig-belasting neutrale as. Dit octrooischrift geeft ook geen aanwijzingen voor het vormen van twee buitenlagen waarin netwerken verdeeld worden en waarbij de netwerken zijn aangebracht op de voor het opnemen van belas-5 ting meest gunstige plaatsen.
Verder bezit de inrichting geen middelen voor het afzuigen van water en het aanbrengen van tussen- of kemlagen.
Uit het Franse octrooischrift 1224611 is een werkwijze en inrichting bekend voor het vervaardigen van asbestcementplaten waarbij een 10 aantal laagjes asbestcementbrei door middel van een aantal diprollen wordt aangebracht op de onderzijden van viltbanden. De brei wordt tegen de viltbanden vastgehouden door een zuigkracht aan de bovenzijden van de viltbanden uit te oefenen. De op de viltbanden gevormde breilagen worden tot een laag verenigd door het omkeren van de bewegingsrichting 15 van een der viltbanden, waarna de platen gekeerd en op maat gebracht worden. De nadelen van deze werkwijze en inrichting zijn, buiten de ongewenste toepassing van asbestvezels en de problemen die daaraan verbonden zijn, dat de vezelversterking ook aanwezig is op qua belasting neutrale plaatsen, en er geen middelen aangeduid worden om een tussen-20 of kernlaag aan te brengen. Verder zijn de werkwijze en inrichting ongeschikt om vezelversterking in continue netvorm uit polymeer materiaal toe te passen omdat het hydrofobe netmateriaal de cementbrei afstoot en de hier aangeduide zuigkracht in dit geval onbruikbaar zou zijn, als de cementmortel zonder vezels al via de diprollen zou kunnen worden t 25 aangebracht.
Uit het Amerikaanse octrooischrift 3944698 is een werkwijze bekend voor het continu vervaardigen van gipsplaten voorzien van een vezelversterking aan de buitenzijden. De vezels worden met een plakmiddel op een papierlaag gekleefd. De vezels kunnen worden toegepast in de vorm 30 van continue draden, een open vezelmat zoals visnet en vitrage of een mat van korte vezelstukjes. Op een eerste samenstel van papier en vezels wordt een laag gips aangebracht waarna, door omkeren van de bewegingsrichting, een tweede samenstel van papier en vezels .op de gipslaag wordt gelegd waarna men de gipsplaat op de gewenste breedte brengt en laat 35 harden. Het nadeel van deze werkwijze is; dat men weliswaar een vezelversterking aan beide zijden van de gipsplaat aanbrengt, maar men niet 79 0 8 2 1 t * -3- ir een samengesteld laminaat bereikt, waarbij de buitenste lagen, bestaan uit vezelversterkt met water hardend materiaal, welke lagen op dezelfde wijze kunnen zijn samengesteld en behandeld qua materiaal en afvoer van water. Het verkregen sandwichachtige laminaat is alleen symmetrisch of 5 identiek aan de uiterste buitenzijden met betrekking tot de kombinatie van papier en vezel en niet met betrekking tot het hydraulisch bindbare materiaal met de daarin aangebrachte vezelversterking.
Omdat gebleken is dat uit vezels bestaande netwerken een belangrijke vooruitgang zijn hij het verbeteren van de eigenschappen van 10 hydraulisch gebonden massa’s, mede doordat hiermee een oriëntatie en een goede verdeling van de vezels bereikt kan worden stelt de uitvinding zich als doel een werkwijze te verschaffen om op continue wijze vezelversterkte materialen te vervaardigen waarbij bovengenoemde en later te noemen nadelen vermeden worden en de relatief dure versterkende netwerken 15 efficiënter benut worden.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat op een eerste drager een aantal netwerken en het hydraulisch bindbare materiaal worden aangevoerd, hieruit een laag wordt gevormd bestaande uit hydraulisch bindbaar materiaal waarin de netwerken zijn verdeeld en een deel water 20 wordt afgezogen terwijl op de tweede drager eveneens een aantal netwerken en hydraulisch bindbaar materiaal worden aangevoerd, hieruit een laag wordt gevormd bestaande uit hydraulisch bindbaar materiaal waarin de netwerken zijn verdeeld en een deel van het water wordt afgezogen.
De lagen bestaande uit hydraulisch bindbaar materiaal waarin 25 de netwerken zijn verdeeld hebben een dikte van tenminste 1 mm, gemeten in uitgeharde toestand. In een dergelijke laag zijn tenminste 2 netwerken opgenomen.
Onder uit vezels bestaande netwerken wordt verstaan een samenstel van vezels of filamenten die zodanig lang zijn en een zodanige 30 onderlinge samenhang vertonen dat zij een netwerk vormen. Dit netwerk is bij voorkeur kontinu hetgeen betekent dat het zich uitstrekt over een grote afmeting van een dit netwerk bevattend voorwerp zoals de breedte en de lengte daarvan. Een voorbeeld van een uit vezels bestaand netwerk is een net van verstrekte gefibrilleerde kunststoffolie dat ontstaat 35 door een kunststof tot een folie te extruderen, deze folie al of niet in tapes te snijden en te verstrekken waardoor het materiaal in staat van 79 0 82 1 1
•V
ρ -4- imminente fibrillatie geraakt. Door het materiaal daarna over een spijker-rol of borstel te leiden wordt de fibrillatie verkregen. Daarna wordt de gefibrilleerde folie gespreid en ontstaat een netwerk. Ook geperforeerde folies die al dan niet verstrekt zijn kunnen worden toegepast 5 indien de folie tussen de perforaties uit vezels of filamenten bestaat. Daarbij behoeven deze netwerken niet te zijn gefibrilleerd, hetgeen betekent dat de gaten onderling niet door enkel fibrillen gescheiden worden. Dit heeft tot gevolg dat deze netwerken een grote stabiliteit vertonen, in het bijzonder met betrekking tot de knooppunten.
10 De voor de bereiding van de uit vezels bestaande netwerken toegepaste kunststof kan een polyolefine zijn doch ook andere folie-en vezelvormende thermoplastische kunststoffen kunnen worden toegepast, zoals polymeren van styreen, acrylonitril of vinylchloride en copolymeren daarvan. In het bijzonder worden gedeeltelijk kristallijne polymeren 15 toegepast zoals polyamiden en polyesters. Bijzondere voorkeur hebben de polyolefinen. Een voorbeeld van een polyolefine is polyetheen of poly-propeen, De voorkeur gaat het meest uit naar propeenhomopolymeer ofschoon ook co- en blokcopolymeren, met bijvoorbeeld etheen toegepast kunnen worden. Ook mengsels van polymeren kunnen worden toegepast.
20 In de polymeren kunnen allerlei vul- en hulpstoffen worden opgenomen zoals roet, polaire stoffen, pigmenten, stabilisatoren tegen licht en warmte en antioxydantia.
Het aantal gaten in het netwerk moet men nauwkeurig instellen, evenals vorm en grootte daarvan. Dit is van groot belang aangezien 25 gebleken is dat het aantal gaten een beslissende invloed heeft op de uiteindelijke sterkte-eigenschappen van de vervaardigde voorwerpen.
Het aantal gaten in de netwerken van gefibrilleerde organische foliën per eenheid volume is afhankelijk van het aantal netwerken per dikte-een-heid, van het aantal, de grootte en de soort gaten per netwerk en de 30 mate waarin de netwerken in hun afmetingen zijn vergroot. Al deze factoren dienen derhalve zodanig te worden gekozen dat het aantal gaten in de 3 organische foliën tenminste 100 per cm gereed produkt bedraagt. Betere waarden worden verkregen indien het aantal gaten tenminste 200 bedraagt. Het is mogelijk een nog groter aantal gaten te kiezen bijvoorbeeld een 35 aantal groter als 300 of zeer in het bijzonder een aantal groter als 500. Hierdoor wordt in het bijzonder bereikt dat het buiggedrag van de gevormde 7108211 -5- voorwerpen bijzonder gunstig is. Er treedt daardoor een zeer fijne 'multiple cracking' op tijdens de pseudo-plastische vervorming.
Dit heeft als gunstig gevolg een beter herstelvermogen en een beter behouden blijven van fysische eigenschappen. Onder 'multiple cracking’ 5 hetgeen zou kunnen worden vertaald als veelvoudige scheurvorming, wordt het verschijnsel verstaan dat een voorwerp onder buig/trekbelasting discrete scheurtjes gaat vertonen waarvan de onderlinge afstand kleiner is als 10 mm. In het algemeen zijn deze scheurtjes kleiner als 0,3 mm.
Het aantal foliën per cm dikte wordt bij voorkeur groter 10 als 10 gekozen, in het bijzonder groter als 25. De beste resultaten worden bereikt indien. het aantal foliën groter is als 50. Het aantal gaten in de gefibrilleerde verstrekte organische folie die eventueel op 2 vergrote afmetingen is gebracht bedraagt bij voorkeur tenminste 2 per cm , 2 in het bijzonder tenminste 3 per cm . Dit aantal wordt bepaald door de 15 openingsgraad (vergroting) die de gefibrilleerde folie ondergaat en het aantal initiële gaten zowel in breedte- als in lengterichting. De vergroting, die zowel in de breedte- als in lengterichting kan worden uitgevoerd, dient bijvoorkeur l| tot 150 maal te zijn, in het bijzonder l\ tot 50 maal. De gaten dienen een diameter of kleinste afmeting te 20 hebben die groter is als 200 μιη, in het bijzonder 300 μιη. Ook is het mogelijk een netwerk toe te passen dat is verkregen door weven van lange vezels uit gefibrilleerde organische folie, doch dit verdient niet de voorkeur. De 'vergroting is in dit geval niet sterk afwijkend van 1.
De hoeveelheid water die toegevoegd wordt aan het hydraulisch 25 bindbaar materiaal kan variëren. Er kan zowel met een waterige suspensie als met een minimaal bevochtigd hydraulisch bindbaar materiaal gewerkt worden. De minimale bevochtiging wordt bepaald door de hoeveelheid water die nodig is voor de volledige harding van het hydraulisch bindbaar materiaal door de reaktie met water en de hoeveelheid af te zuigen water 30 en de maximale hoeveelheid door eigenschappen van het geharde materiaal.
De gewichtsverhouding tussen water en hydraulisch bindbaar materiaal kan daarom liggen tussen 0,2 en 1. Met de term hydraulisch bindbaar materiaal kan ook het mengsel met water worden aangeduid, zoals door de vakman uit het zinsverband zal worden begrepen.
35 De uit vezels bestaande netwerken kunnen met voordeel gevormd zijn door kunststoffolies te verstrekken en te fibrilleren of door kunst- 7908211 -6--- stoffolies op andere wijze van gaten te voorzien. Een aantal op deze wijze bewerkte kunststoffolies kan dan samengevoegd en opgerold worden. Bij de uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding worden de opgerolde folies als banen toegevoerd door de folies af te rollen, even-5 tueel te verbreden of uit te rekken en te fixeren.
Het is van belang teneinde een goed samenspel tussen het hydraulisch bindbaar materiaal en de uit vezels bestaande netwerken te verkrijgen, om de netwerken in de lagen hydraulisch bindbaar materiaal te verdelen zonder dat er een willekeurige oriëntatie van de vezels 10 optreedt. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding worden de uit vezels bestaande netwerken op de drager toegevoerd, gezien in de bewegingsrichting van de drager, op een punt stroomopwaarts gelegen ten opzichte van het punt waar het hydraulisch bindbare materiaal op de drager wordt toegevoerd. Voor deze uitvoeringsvorm geldt dat zij optimale 15 resultaten oplevert indien de laag bestaande uit netwerken en hydraulisch bindbaar materiaal enigszins verdicht wordt door bijvoorbeeld plaatselijk druk uit te oefenen op deze laag. De samengestelde laag bestaande uit netwerken verdeeld in de waterige laag hydraulisch bindbaar materiaal, wordt, bij voorkeur door middel van walsen verdicht. Voor het probleem 20 van het aanhechten van het bindbaar materiaal, bijvoorbeeld cement aan de walsen geeft de onderhavige uitvinding een afdoende oplossing, omdat de omkeerrol daarbij mede dienst doet als verdichtingsrol.
• Verder heeft deze wijze van aanvoer van de netwerken het voordeel dat het verschil in soortelijk gewicht tussen vezels en hydraulisch bindbaar 25 materiaal meewerkt aan een zekere spontane verdeling van de vezels in de slurry van hydraulisch bindbaar materiaal en aan het aanbrengen van de grootste koncentratie van vezels op de plaats waar zij het meeste effekt sorteren dat wil zeggen aan of nabij het oppervlak.
Een grote water-bindmiddelfactor werkt ongunstig uit op de 30 eigenschappen van een hydraulisch gebonden massa. Het is derhalve belangrijk het onttrekken van eventueel overtollig water te beheersen.
Het is bekend om aan zich op een bewegende drager bevindende waterige lagen hydraulisch bindbaar materiaal water door afzuigen te onttrekken. Indien de buitenste lagen van het te vormen voorwerp beide op dezelfde 35 drager zouden zijn gevormd zou de ontwatering moeilijk en langdurig zijn en bovendien niet in gelijke mate plaatsvinden, waardoor verschillen in 7103211 * i- -7- eigeaschappen zouden optreden tussen deze lagen. Het is derhalve van groot belang dat de ontwatering van de buitenste lagen van de te vormen laag afzonderlijk plaatsvindt.
Hit konstruktieve overwegingen is het van voordeel om konstruk-5 tie-elementen symmetrisch uit te voeren. Om deze symmetrie te bereiken wordt volgens de uitvinding op een tweede bewegende drager eveneens een laag bestaande uit een of meer lagen hydraulisch bindbaar materiaal, water en uit vezels bestaande netwerken gevormd. Door nu de bewegingsrichting van de tweede drager tegengesteld aan die van de eerste drager te maken 10 en de beweging van de tweede drager om te keren kan deze laag ondersteboven op de laag of lagen gelegd worden die op de eerste drager gevormd zijn.
De werkwijze volgens de uitvinding is derhalve uitermate geschikt voor het bereiken van symmetrie door het op continue wijze aanbrengen van uit vezels bestaande netwerken op daartoe geschikte plaat-15 sen en het uniform onttrekken van overtollig water. Hierdoor kan worden bereikt dat de configuraties van de buitenste lagen van het gevormde voorwerp nagenoeg identiek zijn.
Afhankelijk van de eisen die aan het te vormen voorwerp als geheel gesteld worden kan de sterkte van de buitenste lagen aangepast 20 worden door het vezelgehalte en de laagdikten te variëren. Het vergroten van het vezelgehalte en de laagdikte geschiedt bij voorbeeld door de laagvorming op de bewegende dragers te repeteren. De opbouw van de lagen kan zodanig zijn dat het gehalte aan vezels in de dikterichting naar het midden toe afneemt.
25 Het Hydraulisch bindbaar materiaal dat als waterige suspensie toegepast wordt volgens de werkwijze van de uitvinding kan zijn een hydraulische, anorganische cement, zoals Portland cement, aluminium cement, Roman-cement, magnesia houdende cement, gips, kalk of mengsels hiervan. Verder kunnen hierin vulstoffen worden opgenomen zoals zand, steen, perliet, 30 houtchips, verschuimde polymeerkorrels, vermiculiet, rubberkorrels en andere dergelijke produkten en andere additieven zoals vloeimiddelen, hardingsversnellers en dergêlijke.
Zoals reeds is vermeld verdient het de voorkeur om continue netwerken uit polypropeen of polyetheen toe te passen ter verkrijging 35 van ondermeer een hoge sterkte. Deze netwerken kunnen worden vervaardigd door bv. polypropeenfolies te verstrekken en te fibrillëren of te 7 S 0 8 2 1 t Λ 2 -8- perforeren waarbij bij voorkeur het aantal gaten per cm netwerk tenmin- 3 ste twee bedraagt en dat het aantal gaten per cm gereed produkt tenminste 200 bedraagt in het bijzonder tenminste 300. Uiteraard hebben deze waarden betrekking op dat gedeelte van het gerede produkt waarin de 5 vezels zijn aangebracht. Een tussenlaag waarin geen vezels zijn opgenomen wordt voor de bepaling van deze waarden buiten beschouwing gelaten. Verder kunnen ter verbetering van de hechting tussen de polypropeenvezels en het hydraulisch bindbaar materiaal zuurgroepen in het polymeer ingebouwd zijn in hoeveelheden van 0,01-25 gew.% berekend op de polymere stof.
10 Naast de netwerken kunnen ook losse vezels worden gebruikt.''
Deze vezels kunnen anorganische vezels zijn zoals asbest, glasvezel, staalvezel of synthetische vezels van polypropyleen, polyetheen, nylon, acrylvezel, of natuurlijke organische vezels zoals katoen, sisal of jute.
Aan de volgens de werkwijze van de uitvinding vervaardigde 15 voorwerpen kan een grote veelzijdigheid in toepassingen worden gegeven door tussen de twee vezelversterkte lagen een derde, zogenaamde tussenlaag aan te brengen, die op de eerste bewegende drager wordt gevórmd, zodanig dat zij op de laag gevormd door uit vezels bestaande netwerken en hydraulisch bindbaar materiaal komt te liggen. De tussenlaag kan bestaan 20 uit vulstoffen en/of hydraulisch bindbaar materiaal (cement, gips, kalk) of anderszins gebonden materiaal, zoals polyesterhars gebonden zand.
Verder kan in of op de tussenlaag een hechtmiddel aangebracht worden waarmee lagen gevormd door uit vezels bestaande netwerken en hydraulisch bindbaar materiaal gehecht worden aan het overige materiaal van de tussen- 25 laag. Het hechtmiddel kan bestaan uit hydraulisch bindbaar materiaal, thermohardende lijmen, met vocht hardende adhesieven etc. De funktie van de tussenlaag is bepalend voor het materiaal dat in deze laag wordt toegepast. In het geval dat de tussenlaag moet bijdragen tot de sterkte van het te vormen voorwerp kan zijn bestaan uit hydraulisch bindbaar 30 materiaal en vulstoffen, waarbij als vulstoffen zowel zwaar (zand, grind) als licht (geëxpandeerde kleikorrels) materiaal kunnen worden toegepast.
Indien'het te vormen voorwerp naast een konstruktieve tevens een isolerende funktie heeft worden daartoe geschikte stoffen in de tussenlaag opgenomen (schuimmiddelen, kunststofschuim of kunststofschuimkorrels, perliet, 35 steenwol en andere stoffen).
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening.
J8 0 8 2 1 t -9-
De tekening geeft een schematische voorstelling van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. De zich synchroon bewegende eindloze dragers 1 en 2 hebben een aanvankelijk tegengestelde bewegingsrichting en zijn op zich bekende inrichtingen. De mortel wordt via doseer-5 apparaten bij 3 en 5 op de dragers gebracht, waarbij de laagdikte tenminste 1 mm bedraagt en kan in samenstelling variëren. Bij voorkeur worden bij 6 en 7 de uit vezels bestaande netwerken aan de dragers toegevoerd. De toevoer van de vezels kan ook stroomafwaarts van de morteltoevoerplaatsen 3 en 5 plaats vinden al of niet tezamen met de 10 eerstgenoemde vezeltoevoer. Hoewel de voorkeur bij de toegepaste uit vezels bestaande netwerken uitgaat naar netwerken uit verstrekte en gefibrilleerde polypropeen folies, zijn ook andere uit vezels bestaande netwerken bruikbaar. De bij 6 en 7 toegevoerde vezelbanen kunnen bestaan uit pakketten van tenminste twee netlagen en worden toegevoerd vanaf 15 de rollen 20 en 21. Bij 4 kan een tussenlaag 12 op drager 1 gedoseerd worden. Samenstelling en dikte van de laag 12 hangen af van aan de voorwerpen te stellen eisen die bepaald worden door het toepassingsgebied.
Het afzuigen van overtollig water vindt plaats bij 14 en 15 door middel van bekende apparatuur. Bij 16 vindt het samenvoegen van de lagen 10, 12 20 en 11 plaats door omkeren van de bewegingsrichting van de drager 2, waardoor laag 11 ondersteboven op laag 12 komt te liggen. Tussen de omkeerrol 8 en een draagrol 9 wordt de gecombineerde laag 17 verdicht en vervolgens met de dragers 1 en 2 door een persinrichting 18 gevoerd.
Hierna wordt laag 17 van drager 1 afgenomen achter omkeerrol 19 en toege- .
25 voerd aan een niet getekende inrichting waarin de laag haar definitieve vorm krijgt bijvoorbeeld door snijden, eventueel na te zijn getrild en een oppervlakte behandeling te hebben verkregen. De gerede groene vorm-ling wordt ten laatste via een hardingsinrichting naar de opslag afgevoerd.
De uitvinding wordt verder toegelicht met een niet beperkend 30 voorbeeld. Op de dragers 1 en 2 met een breedte van 1800 mm, bestaande uit een filterdoek werd bij 3 en 5 een slurry van Portland cement, zand en water in een verhouding van 1:0, 2:0,7 toegevoerd. De watercementfactor van deze slurry bedroeg 0,7. Bij 6 en 7 werden uit vezels bestaande netwerken, gevormd uit verstrekte, gefibrilleerde en gespreide polypropeen-35 folies, toegevoerd zodanig dat het vezelgehalte 7 vol.-% bedroeg in het gedeelte van hét eindprodukt waarin vezels zijn aangebracht. Het verstrek- 7908211 -loken, fibrilleren en spreiden van de polypropeenfolies geschiedde zodanig 2 dat er per cm 4 gaten ontstonden en door kombinatie van een aantal 3 netwerken 500 gaten per cm aanwezig waren in het gedeelte van het gerede produkt waarin vezels zijn aangebracht. Het spreiden van laatstgenoemde 5 folies geschiedde op een wijze als beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 7809679. De dikte van elk der gevormde lagen 10 en 11 bedroeg 6 mm. De dragers bewogen zich met een snelheid van 10 m/min. en de toevoer van de uit vezels bestaande netwerken werd hiermee gesynchroniseerd. Overtollig water werd bij 14 en 15 door afzon-10 derlijke afzuiging verwijder#. Bij 4 werd een laag 12 bestaande uit voorgemengd cement, zand en water in een verhouding van 1:0, 2:0,4 op laag 10..aangebracht. De dikte van laag 12 bedroeg 1 mm. De aanvankelijke bewegingsrichting van drager 2 is tegengesteld aan die.van drager 1. De bewegingsrichtingen van de dragers 1 en 2 zijn, nadat de drager 2 om een 15 omkeerrol 8 is gevoerd, gelijk. Met behulp van een draagrol 9 en de omkeerrol 8 wordt de samengestelde laag 17 verdicht. Van de uit de persinrichting 18 komende continue plaat 17 werden platen vervaardigd van 1250 x 3000 x 7 mm met een buigtreksterkte van 30 MPa.
7 © 0 8 2 1 1

Claims (9)

1. Continue werkwijze voor het vervaardigen van voorwerpen uit vezel-' versterkte hydraulisch gebonden materiaal door bovenop een eerste eindloze drager netwerk en hydraulisch bindbaar materiaal aan te brengen, bovenop een tweede eindloze drager eveneens netwerk en 5 hydraulisch bindbaar materiaal, de op de tweede drager gevormde laag via een omkeerrol op de op de eerste drager gevormde laag te leggen, het samenstel van beide lagen in de gewenste vorm te brengen en te harden, met het kenmerk, dat op de eerste drager (1) éen aantal netwerken (6) en het hydraulisch bindbare materiaal (3) worden aange-10 voerd, hieruit een laag (10) wordt gevormd bestaande uit hydraulisch bindbaar materiaal waarin de netwerken zijn verdeeld en een deel van het water wordt afgezogen (14) terwijl op de tweede drager eveneens een aantal netwerken (7) en hydraulisch bindbaar materiaal (5) worden aangevoerd, hieruit een laag (11) wordt gevormd bestaande uit hydrau-15 lisch bindbaar materiaal waarin de netwerken zijn verdeeld en een deel van het water wordt afgezogen (15).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op de eerste drager, na het afzuigen van een deel van het water een materiaal wordt toegevoerd waaruit een tussenlaag (12) wordt gevormd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de netwerken bestaan uit verstrekte, gefibrilieerde en gespreide kunststoffoliën.
4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, met het kenmerk,· dat de op de eerste en tweede drager resp. (11 en 12) gevormde lagen (10 en 11) uit netwerken en hydraulisch bindbaar materiaal nagenoeg identiek 25 zijn.
5. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de gevormde lagen tenminste 1 mm dik zijn en tenminste 2 netwerken bevatten.
6. Werkwijze zoals in hoofdzaak beschreven in de beschrijving en/of toegelicht in de voorbeelden.
7. Voorwerp vervaardigd volgens de werkwijze van de conclusies 1-6.
8. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de conclusies 1 t/m 6, met het kenmerk, dat zij omvat twee bewegende dragers (1, 2), met aanvankelijk tegengestelde bewegingsrichting, tenminste een toevoerplaats (3) voor hydraulisch bindbaar materiaal en water, 35 tenminste één toevoerplaats (6) voor uit vezels bestaande netwerken en 7903211 -12- tenminste een toevoerplaats (4) voor het materiaal van de tussenlaag (12) boven de eerste drager (1), tenminste één toevoerplaats (5) voor hydraulisch bindbaar materiaal en water en tenminste één toevoerplaats (7) voor netvormige vezels boven de tweede drager (2), een 5 omkeerrol (8) en een draagrol (9) om de op de drager gevormde lagen te verenigen en te verdichten, afzuigorganen (14) en (15) voor het afzonderlijk ontwateren van resp. de lagen (10) en (11).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de toevoerplaatsen van de netwerken (6) en (7) stroomopwaarts van de toevoerplaatsen (3) 10 en (5) van hydraulisch bindbaar materiaal liggen. 7108211
NL7908211A 1978-11-21 1979-11-09 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte hydraulisch gebonden voorwerpen. NL7908211A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7908211A NL7908211A (nl) 1978-11-21 1979-11-09 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte hydraulisch gebonden voorwerpen.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7811434 1978-11-21
NL7811434 1978-11-21
NL7908211 1979-11-09
NL7908211A NL7908211A (nl) 1978-11-21 1979-11-09 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte hydraulisch gebonden voorwerpen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908211A true NL7908211A (nl) 1980-05-23

Family

ID=26645467

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908211A NL7908211A (nl) 1978-11-21 1979-11-09 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte hydraulisch gebonden voorwerpen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7908211A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0021362A1 (en) * 1979-06-21 1981-01-07 Montedison S.p.A. Process and device for the manufacture of reinforced concrete slabs

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0021362A1 (en) * 1979-06-21 1981-01-07 Montedison S.p.A. Process and device for the manufacture of reinforced concrete slabs

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4344804A (en) Process and apparatus for the manufacture of fiber-reinforced hydraulically bound articles such as cementitious articles
FI77815C (fi) Foerfarande foer framstaellning av en fiberfoerstaerkt, haerdbart bindemedel innehaollande, plan produkt.
US4133928A (en) Fiber reinforcing composites comprising portland cement having embedded therein precombined absorbent and reinforcing fibers
EP0148760B1 (en) Improvements in fibre reinforced plastics structures
US4076884A (en) Fibre reinforcing composites
CA1190463A (en) Method and apparatus for making reinforced cement board
IE47688B1 (en) Process for the manufacture of articles of water-hardening material
US3903879A (en) Fibre reinforcing composites
NL8003121A (nl) Werkwijze voor het vervaarigen van een bouwplaat.
NO322023B1 (no) Sementpanel med forsterkede kanter
US6841230B2 (en) Long-fiber-reinforced thermoplastice resin sheets, production process thereof, and composite structures reinforced by the sheets
NO801811L (no) Fremgangsmaate og apparat for fremstilling av bjelker, plater eller lignende gjenstander av armert betong
US4345001A (en) Process for the manufacture of water-hardening material reinforced with open meshed films
EP0192208B1 (en) Device for the continuous production of manufactured articles reinforced with hydraulic binders mixes and the corresponding process
FI84843C (fi) Foerfarande foer framstaellning av fiberfoerstaerkt raomaterial foer plast.
NL7908211A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van vezelversterkte hydraulisch gebonden voorwerpen.
FI58324B (fi) Kontinuerligt foerfarande foer framstaellning av konstruktionsplattor
US4436564A (en) Reinforcement product for use in cement boards and a method of manufacturing said product and boards
US4981636A (en) Fibre reinforced plastics structures
RU2247179C1 (ru) Нетканый материал для армирования дорожных покрытий и способ его изготовления
US4373981A (en) Process for the manufacture of objects from water-hardened material
RU2062701C1 (ru) Способ непрерывного формования армированных сетчатым полотном листов
RU2750283C1 (ru) Устройство для изготовления многослойного чистящего средства и способ изготовления этого средства
SU1217672A1 (ru) Способ формовани бетонных изделий
EP0382181A2 (en) Concrete tubing reinforced with glass fibres and plastic material nets

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: REDLAND TECHNOLOGY LIMITED

BV The patent application has lapsed