NL7907130A - Werkwijzje voor het bedrukken van textielmateriaal. - Google Patents

Description

- V * * * -1- H.O. 28.237

Werkwijze voor het "bedrukken van textielmateriaal.

De uitvinding hesft betrekking op een werkwijze voor het bedrukken van textielmateriaal in het bijzonder van volumineus materiaal, alsmede op het volgens de werkwijze bedrukte materiaal.

Yoor het bedrukken van volumineus materiaal wordt in het alge-5 meen de spuit-drukwerkwijze toegepast, waarbij de kleurstoffen bevattende drukpap door mondstukken op het te bedrukken materiaal wordt gespoten.

Terwijl textielmateriaal met een zware kwaliteit volgens deze werkwijze kan worden bedrukt treden bij textielmateriaal met een 2 10 lichtere kwaliteit met een gewicht per m van kleiner dan 1000 g in het algemeen moeilijkheden op, omdat de omlijningen onscherp zijn. Aan de uitvinding lag derhalve het probleem ten grondslag een werkwijze voor het bedrukken van textielmateriaal te verschaffen, die ook voor het bedrukken van volumineus materiaal met een 15 lichte kwaliteit volgens de spuit-drukwerkwijze kan worden toegepast, waarbij scherpe omlijningen moeten worden verkregen. "Voorts dient de werkwijze het gebruik van synthetische verdikkingsmiddelen met alle mondstukken mogelijk te maken die aan gebruikelijke spuit-drukinrichtingen zijn aangebracht.

20 Set probleem wordt volgens de uitvinding opgelost doordat men het textielmateriaal met een basisch waterrijk bad impregneert en vervolgens met een zure waterrijke drukpap bedrukt, die een kleurstof, een synthetisch verdikkingsmiddel dat in het neutrale tot he t basische pH-gebied een hogere viscositeit heeft dan in het zure pH-25 gebied en die eventueel andere toevoegsel bevat.

Yerrassenderwijze verkrijgt men volgens de werkwijze van de uitvinding ook op volumineus materiaal met een lichte kwaliteit zeer scherpe omlijningen en er treedt geen "frosting'L-effect op. Daar de drukpap een zure pH en dus een betrekkelijk lage viscositeit heeft, 30 kunnen alle gebruikelijke mondstukken worden gebruikt. Dejwerkwijze volgens de uitvinding heeft daarnaast nog het onverwachte voordeel dat de opbrengst van de kleurstoffen en de briljantheid van de verving beter zijn dan bij. gebruik van een drukpap die een natuurlijk verdikkingsmiddel bevat. Daarnaast blijkt dat de gevoeligheid voor 35 elektrolyten van de synthetische verdikkingsmiddelen door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding geringer is, zodat ook kleurstoffen met grotere elektrolytgehalten kunnen worden gebruikt, die tot dusverre niet samen met voor elektrolyten gevoelige ver- 7907 1 30 t "3 -2- dikkingsmiddelen bij een neutrale of basische pH konden worden gebruikt .

Daar de volgens de werkwijze van de uitvinding gebruikte druk-pap ten gevolge van de zure pH betrekkelijk dun-vloeibaar is, dringt 5 de drukpap bijzonder goed en gelijkmatig in het textielmateriaal, ook bij volumineus textielmateriaal. Door de neutralisatie door het op het textielmateriaal aanwezige basische b al wordt echter bereikt, dat de drukpap een zeer hoge viscositeit heeft. Het gevolg daarvan is, dat men een zeer goede door-en-doojwe?rving'van het tex-10 tielmateriaal en gelijktijdig zeer scherpe omlijningen zonder grauwe sluiers (frosting) verkrijgt.

Het volgens de werkwijze van de uitvinding gebruikte basische waterrijke bad heeft een pH groter dan 9> in het bijzonder groter dan 12, hetgeen bijzonder doelmatig is. Deze pH wordt door toevoe-15 gen basische zouten zoals bijvoorbeeld natriumcarbönaat of kalium-carbonaat of van basen zoals bijvoorbeeld ammoniak, triethanolamine, EOH of HaOH ingesteld. Bij voorkeur wordt NaOH gebruikt.

De hoeveelheid van de; base dient zodanig te zijn, dat de hoeveelheid voldoende is voor de neutralisatie van de zure drukpap, zo-20 dat daarna op het textielmateriaal een neutrale tot basische pH heerst; ‘ afhankelijk van het substraat en de kleurstof kan deze pH tussen 7 en 11 liggen.

Daarnaast kan het waterrijke basische bad hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld schuimonderdrukkende middelen, verdikkingsmidfelen of 25 in het bijzonder bevochtigingsmiddelen bevatten. Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding die in het bijzonder de voorkeur verdient is dat het waterrijke basische bad ten minste een kleurstof of een optisbh bleekmiddel bevat, zodat men op het totale materiaal een basis ; verving verkrijgt, waarop vervigens een pa-30 troon wordt gedrukt.

Met dit basische bad wordt het textielmateriaal op gebruikelijke wijze geïmpregneerd, bijvoorbeeld door dompelen, besproeien, over het materiaal gieten of bij voorkeur door foularderen en vervolgens uitpersen tot een badopname van ongeveer 6O-I5O gew.%.

35 Yervolgens wordt het textielmateriaal met een zure^water bevat tende drukpap bedrukt, die een kleurstof, een synthetisch verdikkingsmiddel en eventueel andere toevoegsels ..bevat.

Als synthetische verdikkingsmiddelen komen volgens de uitvinding verdikkingsmiddelen in aanmerking, die in het neutrale tot ba-40 · sische pH-gebied èen hogere viscositeit hebben dan in het zure pH- 790 7 1 30 * V « -5- gebied. Het zijn in het bijzonder carboxyl/3%$fl%^fënde polymeren.

Geschikt zijn bijvoorbeeld homo- en copolymeren van onverzadigde mono- en dicarbonzuren met 3-5 koolstofatomen, zoals acrylzuur, methacrylzuur, maleinezuur, maleinezuuranhydride, fumaarzuur en 5 itaconzuur alsmede copolymeren van de vermelde carbonzuren met onverzadigde monomeren, zoals vinylesters, esters van acrylzuur, esters van methacrylzuur, etheen, styreen en vinylethers. Geschikte verdikkingsmiddelen verkrijgt men eveneens indien men de vermelde onverzadigde mono- en dicarbonzuren, eventueel bij aanwezigheid van de 10 andere vermelde onverzadigde monomeren, bij aanwezigheid van monomeren met twee dubbele bindingen polymeriseert. Dergelijke geadikte monomeren met twee dubbele bindingen zijn bijvoorbeeld/vmyldioxan, butaandioldiacrylaat, butadieen en divinylbenzeen. Deze monomeren zijn in het copolymeer in een hoeveelheid van ongeveer 0,05 tot 5 15 gew.% aanwezig. Het carbonzuurgehalte van de verdikkingsmiddelen is in het algemeen 75-99 >5 gew.%.

Bijzonder geschikt voor de werkwijze volgens de uitvinding zijn copolymeren van etheen en mal eine zuur anhydride of carboxyvinylpoly-meren, dat wil zeggen polymere acrylzuren. Daarvan is bijzonder ge-20 schikt een verknoopt carbozyvinylpolymeer met een molecuulgewicht van ongeveer 4*000.000 of een lineair carboxyvinylpolymeer met een molecuulgewicht van ongeveer 1.000.000. Bij voorkeur wordt een mengsel van deze beide polymeren gebruikt.

Deze verdikkingsmiddelen worden in de vorm van de zuren gebruikt.

25 De hoeveelheid verdikkingsmiddel wordt daarbij bij voorkeur zodanig gekozen dat de zure drukpap een viscositeit van ongeveer 200-800 cPs heeft, in het bijzonder 400-600 cPs, terwijl de viscositeit van deze drukpap in het neutrale tot basische gebied bij voorkeur groter dan 2000 cPs wordt, in het bijzonder groter dan 10.000 cPs.

30 De aard van de in de drukpap en eventueel ook in het waterrijke basische bad aanwezige kleurstoffen wordt bepaald door het te bedrukken textielmateriaal. Materiaal van natuurlijke polyamiden, zoals bijvoorbeeld wol, wordt met anionische metaalvrije kleurstoffen, met metaalcomplexkleurstoffen of reactieve kleurstoffen bedrukt. Yoor syn-35 thetische polyamiden komen dezelfde kleurstoffen en daarnaast disper-siekleurstoffen in aanmerking. Yoor het bedrukken van materiaal van natuurlijke of geregenereerde cellulose worden reactieve kleurstoffen en vooral de zogenaamde substantieve, eventueel zware metalen bevattende kleurstoffen gebruikt, en voor het verven van polyestermateria-40 len bij voorkeur de zogenaamde dispersiekleurstoffen. Textielmateriaal 790 7 1 3,0 « 5 -4- van polyacrylonitrile wordt bij voorkeur met dispersiekleurstoffen of kationische kleurstoffen bedrukt. He^zi ja kleurstoffen die tot verschillende groepen behoren, bijvoorbeeld nitro-, aminoketon-, keton-imine-, methiiB-, nitrodifenylamine-, chinoline-, aminonaftochinon-5 of cumarieukleurstcfPen en in het bijzonder antrachinon en azokleur-stoffen zoals monoazo- en disazokleurstoffen.

Onder kleurstoffen dienen ook optische bleekmiddelen te worden verstaan. Bijvoorbeeld komen optische bleekmiddelen van de volgende groepen van verbindingen in aanmerking: stilbenen, cumarhnen, benzo-10 cumariaien,. _ pyrenen, pyrazinen , pyrazolinen, oxazinen, mono- of dibenzoxazolyl- of -imidazolylverbindingen, aryltriazool-en v-triazool-derivaten alsmede naftaalzuurimiden.

Naast water, een verdikkingsmiddel en een kleurstof kan de drukpap andere toevoegsels bevatten, bijvoorbeeld bevochtigingsmid-15 delen, schuim onderdrukkende middelen of de eigenschappen van het textielmateriaal beïnvloedende middelen, zoals bijvoorbeeld week makende middelen 1 ' . toevoegsels voor het onbrandbaar- maken alsmede vuil afstotende, water afstotende en olie afstotende middelen.

20 De drukpap kan op gebruikelijke wijze op het textielmateriaal worden gebracht, bijvoorbeeld door filmdruk, rotatiefilmdruk, reliëfdruk of volgens de zogenaamde "polychromatic"- of "TAK"-werkwijze. De drukpap wordt echter bij voorkeur volgens de spuit-drukwerk-wijze opgebracht, bijvoorbeeld volgens de zogenaamde "millitron"-, 25 "chromotronic"-, "multichromat"- of "titan"-werkwijze. ^

Na het bedrukken wordt het textielmateriaal op gebruikelijke wijze tot een eindprodukt verwerkt, door eerst de kleurstof te fixeren, bijvoorbeeld door verhitten boven 100°C of door stomen. Vervolgens wordt gespeld, eventueel onder toevoegen van kleine hoeveelhe-50 den zuren voor het neutraliseren, en gedroogd. Het gebruik van synthetische verdikkingsmiddelen en de goede kleuropbrengst volgens de werkwijze van de uitvinding maken een verkort wasproces of .het gebruik van kleinere hoeveelheden water dan volgens de gebruikelijke werkwijze mogelijk.

55 Als textielmateriaal komen voor de werkwijze volgens de uitvin ding weefsels en breisels van de meest verschillende soorten in aanmerking. De werkwijze is bijzonder geschikt voor het bedrukken van volumineus mteriaal, in het bijzonder van velours- of lus-ma-teriaal of naaldvilt. De voorkeur verdienen tapijten, in het bij-40 zonder die van synthetisch polyamide. De voordelen van de werkwijze 7907130 * ** * -5- volgens de uitvinding uiten zich vooral hij materiaal met een ge-

2 I

wicht per m kleiner dan 1000 g, in hetbijzonder kleiner dan 500 g.

De uitvinding wordt door de volgende voorbeelden geïllustreerd.

Voorbeeld I.

5 Een velours-vloerkleed van polyamide 6 met een gewicht per m2 van 350-400 g werd met een klotsbad^bestaande uit 988 gew.dln water 10 gew.dln natronloog, 36°Bé en 2 gew.dln bevochtigingsmiddel 10 op een foulard geïmpregneerd en tot een badopname van 80 gew.ji uitgeperst.

Op het op deze wijze voorbehandelde vloerkleed werd door middel van een mondstuk een kleurstoffen bevattende drukpap met de volgende samenstelling in een patrom, gespoten: 15 942 gew.dln water 50 gew.dln verdikkingsmiddel 3 gew.dln schuim onderdrukkend middel 3 gew.dln van de gele kleurstof met de formule 1, 1 gew.dl van de rode kleurstof met de formule 2 en 20 1 gew.dl van de blauwe kleurstof met de formule 3·

Het gebruikte verdikkingsmiddel had de volgende samenstelling: 240 gew.'dln lakbenzine, 50 gew.dln water/olie-emulgeermiddel 20 gew.dln olie-in-water-emulgeermiddel 25 20 gew.dln schuim onderdrukkend middel 50 gew.dln verknoopt car-b oxyvinylpolymeer met een molecuul-gewicht van ongeveer 4«000.000 70 gew.dln lineair carboxyvinylpolymeer met een molecuulge-wicht van ongeveer 1.000.000 en 30 550 gew.dln water, waarvan de pH met azijnzuur op 4»5 was ingesteld.

Het met de kleurstoffen bevattende drukpap bespoten materiaal werd vervolgens § minuten met verzadigde stoom van 101°C behandeld voor het fixeren van de kleurstoffen, gespoeld, geneutraliseerd en opnieuw gespoeld en gedroogd.

35 Men verkreeg een velours-vloerkleed met een donkerbruin pa troon met zeer scherpe omlijningen, dat een zeer goede penetratie en geen "frosting" vertoonde.

Even goede resultaten werden bereikt door in plaats van het velours-vloerkleed een polyamide-6 of polyamide-6.6-vloerkleed van 2 40 lusmateriaal met een gewicht per m van 300-550 g of van naaldvilt 7907130 2 —6— met aai gewicht per m van 300-350 g op de beschreven wijze te be handelen.

Yoorbeeld II.

Een vloerkleed van polyamide-6 werd met een klotsbad, bestaan-5 <ie uit 907,25 gew.dln water 10 gew.d n natronloog 36°Bé, 2 gew.dln bevochtigingsmiddel en 0,75 gew.dl van de rose kleurstof met de formule 4» 10 op een foulard geïmpregneerd en tot een badopname van 80 gew.% uit-geperst.

Op het op deze wijze voorbehandelde vloerkleed werd met een filmdruks jablone een drukpap met de volgende samenstelling gedrukt: 942 gew.dln water 15 50 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld I, 3 gew.dln schuim onderdrukkend middel en 5 gew.dln van een bruin kleurstofmengsel, bevattend de.1:2-chroomcomplexverbinding van de kleurstoffen met de formules 5 en 6, 20 de 1:2 -chloorcomplexverbinding van de kleurstoffen met /&§rmul® 7 en 8 en de 1:2-kobaltcomplexverbinding van de eerste van de aangegeven vier kleurstoffen. ,

Eet bedrukte vloerkleed werd vervolgens 5 minuten met verzadigde stoom van 101°C behandeld voor het fixeren van de kleustof-25 fen, gespoeld, geneutraliseerd, opnieuw gespoeld en gedroogd.

Men verkreeg een vloerkleed met daarop een zeer scherp omlijnde donkerbruine druk op een rose gekleurde ondergrond.

Yoorbeeld III.

Door zoals in voorbeeld II te werk te gaan en voor de voorbe-30 handeling echter een klotsbad te gebruiken bestaande uit: 983 gew.dln water 10 gew.dln natronloog 3é°Bé 2 gew.dln bevochtigingsmiddel en 5 gew.dln van de gele 1:2-chroomcomplexverbinding van de 35 kleurstof met de formule 9 en door het materiaal vervolgens zoals in voorbeeld II verder te verwerken werd een vloerkleed met daarop een zeer scherp omlijnde donkerbruine druk op een gele ondergrond verkregen.

Yoorbeeld IY.

2 40 Een katoen-pluche-materiaal (Henkelpluche, gewicht per m 7907130 «r ** -7- 3jO g ) werd zoals in voorbeeld I met een basisch, klotsbad voorbehandeld.

Op dit materiaal werd een kleurstof bevattende drukpap met de volgende samenstelling met een filmdruksjablone gedrukt: 5 300 gew.dln koud water 50 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld I 12 gew.dln van de groene kleurstof met de formule 10 100 gew.dln ureum 300 gew.dln warm water 10 3 gew.dln schuim onderdrukkend middel 235 gew.dln koud water.

Yoor het fixeren van de kleurstof werd het materiaal vervolgens 12 minuten met verzadigde stoom van 101°C behandeld, daarna gespoeld en gedroogd.

15 Op het pluche-materiaal werd een groene druk met scherpe omlijningen verkregen.

Yoorbeeld 7.

Een katoen-pluche-materiaal (Henkelpluche, gewicht, per m 370 g) werd op epn foulard met een klotsbad geïmpregneerd, bestaande uit 20978 gew.dln water, 20 gew.dln natronloog, 36°Bé en 2 gew.dln bevoch-tigingsmiddel, en tot een badopname van 80 geν·% uitgeperst. Het materiaal werd vervolgens met een drukpap bedrukt, bestaande uit 300 gew.dln koud water, 50 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld I 25 5 gew.dln van de violette kleurstof met de formule 11, waarin H gemengd groepen CgH^O- en -Mg voorstelt, 100 gew.dln ureum 300 gew.dln warm water 5 gew.dln schuim onderdrukkend middel en 30 242 gew.dln koud water.

Ha 10 minuten behandelen met verzadigde stoom van 101°C verkreeg men een violette druk met scherpe omlijningen en een goede doordruk.

Yoorbeeld 71.

35 Ben dralon-meubelstof (Dralon-pluche met katoen-fond, gewicht 2 per m 465 S) werd zoals in voorbeeld I met een basisch bad voor*: behandeld. Het materiaal werd onder toepassing van een filmdruk-s lablone met een kleurstof bevattende drukpap met de volgende samenstelling bedrukt: 40 300 gew.dln koud water 7907130 -8- 50 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld I 5 gew.dln schuim onderdrukkend middel, 1,5 gew.dl van de kleurstof met de formule 12 100 gew.dln lauw warm water 5 545,5 gew.dln koud water.

Vervolgens werd de kleurstof zoals in voorbeeld I gefixeerd , waarna de meubelstof werd gespoeld en gedroogd.

Men verkreeg een blauwe druk met scherpe omlijningen en met e'en goede penetratie.

10 Voorbeeld VII.

Dralon-meubelbekledingsstof (dralon-pluohe met katoen fond met een gewicht per m van 4^5 g) werd zoals in voorbeeld I met een klotsbad bestaande uit 990 gew.dln water en 10 gew.dln natronloog van 56°Bé aan een voorbehandeling onderworpen. Vervolgens werd op 15 de stof een drukpap gebracht, bestaande uit 500 gew.dln koud water, 1,5 gew.dl bevochtigingsmiddel, 50 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld I, 3 gew.dln van de rode kleurstof met de formule 13, 250 gew.dln warm water en 395,5 gew.dln koud water.

Vervolgens werd de stof zoals in voorbeeld X verder behandeld.

20 Men verkreeg een rode druk. meir scherpe omlijningen en met een goede penetratie en een zachte greep.

Een even goede druk werd verkregen door zoals tevoren is vermeld tewerk te gaan, als substraat echter een polyacrylonitrile- 2 pool-tapijt (Acribel 370, gewicht per m 900 g) te gebruiken.

25 Voorbeeld VIII.

2

Een wollen pool-tapijt ( lusmateriaal, gewicht per m 1200 g) werd met een klotsbad bestaande uit 983 gew.dln water en 15 gew.dln triethanolamine en 2 gew.dln bevochtigingsmiddel op een foulard geïmpregneerd.

30 Op he.t tapijtmateriaal werd met behulp van een film-druk- s:j ablone een drukpap met de volgende samenstelling gedrukt: 300 gew.dln water, 30 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld I 3 gew.dln schuim onderdrukkend middel

35 5 gew.dln van dë rode kleurstof uit voorbeeld I

662 gew.dln water.

Vervolgens werd het materiaal 12 minuten met verzadigde stoom bij 101°C behandeld, daarna gegpeld, geneutraliseerd, gespoeld en gedroogd.

40 Men verkreeg een rode druk met scherpe omlijning.

7907130 -9- 2 5- *

Yoorbeeld IX.

Een polyester-velours tapijt (Du Pont Carrierless, gewicht per m 700 g) werd op een ibulard met het volgende klotsbad geïmpregneerd: 988 gew.din water 5 10 gew.dln natronloog, 36°Bé 2 gew.dln bevochtigingsmiddel.

Het voorbehandelde materiaal werd met een drukpap bedrukt, bestaande uit 300 gew.dln water, 20 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld I, 3 gew.dln schuim onderdrukkend middel, 5 gew.dln 10 van de oranje kleurstof met de formule 14 in een nagenoeg elektro-lytvrije samenstelling en 672 gew.dln water.

Vervolgens werd het materiaal 12 minuten in verzadigde stoom van 101°C gefixeerd, gespoeld, geneutraliseerd, opnieuw gespoeld en gedroogd.

15 Verkregen werd een oranje gekleurde druk met scherpe omlijningen en met een goede penetratie.

Voorbeeld X.

2

Een velours-vloerkleed van polyamide-6 met een gewicht per m van 350 g werd op een foulard met een klotsbad bestaande uit 988 20 gew.dln water, 10 gew.dln natronloog 36°Bé en 2 gew.dln bevochtigingsmiddel geïmpregneerd en tot een badopname van 80 gew.% uitgeperst.

Op het voorbehandelde vloerkleed werd door middel van een mondstuk een kleurstoffen bevattende drukpap met de volgende samenstel-25 ling onder toepassing van een s jablone ter verkrijging van een patroon gespoten: 957 gew.dln water 3 gew.dln schuim onderdrukkend middel, 30 gew.dln verdikkingsmiddel

30 3 gew.dln van de gele kleurstof uit voorbeeld I

1 gew.dl'van de rode kleurstof uit voorbeeld I 1 gew.dl van de blauwe kleurstof uit voorbeeld I 5 gew.dln 80-gew.procents- azijnzuur.

Het gebruikte verdikkingsmiddel had de volgende samenstelling: 35 65 gew.dln oliezuur 25 gew.dln lineair carboxyl-vinylpolymeer met een molecuul-gewicht van ongeveer 1.000.000 5 gew.dln verknoopt carboxylvinylpolymeer met een molecuul-gewicht van ongeveer 4*000.000 40 3 gew.dln olie-in-water-emulgeermiddel 7907130 -10- 2 g w.dln water-in-olie-emulgeermiddel.

Het met de kleurstoffen bevattende drokpap bespoten materiaal werd vervolgens 5 minuten met verzadigde stoom van 101°C behandeld voor de fixering van de kleurstoffen, gespoeld, geneutraliseerd, 5 opnieuw gespoeld en gedroogd.

Men verkreeg een velours-vloerkleed met een ,donkerbruin:.:.patroon met zeer scherpe omlijningen en een zeer goede penetratie en geen "frosting"-effect.

Voorbeeld XI.

10 Ben tapijtmateriaal van polyamide-6 werd op een foulard met een klotsbad geïmpregneerd, bestaande uit 989 gew.dln water, 10 gew.dln natronloog, 36°Bé en 1 gew.dl bevochtigingsmiddel, en tot een bad-opname van 80 gew.% uitgeperst.

Op het voorbehandelde tapijtmateriaal werd met een druks-jiablone 15 een drukpap met de volgende samenstelling gedrukt: 961 gew.dln water 3 gew.dln schuim onderdrukkend middel 30 gew.dln van het verdikkingsmiddel uit voorbeeld X 5 gew.dln van de blauwe kleurstof uit voorbeeld I 20 1 gew.dl 80-gew.procents azijnzuur..,

Het bedrukte materiaal werd vervolgens 5 minuten met verzadigde stoom van 101°C behandeld voor de fixering van de gedrukte kleurstof, gespoeld, geneutraliseerd, opnieuw gespoeld en gedroogd.

Het tapijtmateriaal had een blauwe druk met scherpe oplijnin-25 gen en met een goede penetratie en zonder ,,frosting,,-effect.

(conclusies) 7907130

Claims (14)

1. Werkwijze voor het bedrukken van textielmateriaal, met het kenmerk, dat men het textielmateriaal met een basisch waterrijk bad impregneert en vervolgens met een zure waterrijke drukpap 5 bedrukt, die een kleurstof, een synthetisch verdikkingsmiddel dat in het neutrale tot basische pH-gebied een hogere viscositeit heeft dan in het zure pH-gebied, alsmede eventueel andere toevoegsels bevat.

2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat men als textielmateriaal volumineus mhterihal in het bijzondér 10velours- of lusmateriaal of naaldvilt bedrukt.

3. Werkwijze volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat men als textielmateriaal tapijten, in het bijzonder tapijten van synthetisch polyamide bedrukt. 4* Werkwijze volgens conclusies 1-3,met het ken- 15. r k, dat men als textielmateriaal textielmateriaal gebruikt met 2 een gewicht per m van kleiner dan 1000 g, bij voorkeur kleiner dan 500 g.

5· Werkwijze volgens conclusies 1-4» met het kenmerk, dat men textielmateriaal van synthetisch polyamide met an-20ionische kleurstoffen bedrukt.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat men het textielmateriaal met een basisch waterrijk bad impregneert dat ten minste een kleurstof of optisch bleekmiddel bevat.

7. Werkwijze volgens conclusies 1-6,met het ken-25m e r k, dat men het textielmateriaal met een basisch waterrijk bad impregneert waarvan de pH groter dan 9 is, bij voorkeur groter dan 12.

8. Werkwijze volgens conclusies 1-7» met het kenme rk, dat men het textielmateriaal met een basisch waterrijk bad in een 30zod*nige hoeveelheid impregneert, dat na het bedrukken met een zure. water bevattende drukpap op het textielmateriaal een neutrale tot basische pH heerst.

9· Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenme rk, dat men het materiaal met een zure water bevattende drukpap bedrukt, 35 die als synthetisch verdikkingsmiddel een carboxyl-vinylpolymeer bevat. 10. Werkwijze volgens conclusie 9» m e t het kenmerk, dat men als synthetisch verdikkingsmiddel een verknoopt carboxyl-vinylpolymeer met een molecuulgewicht van ongeveer 4*000.000 of een lineair carboxyl-vinylpolymeer met een molecuulgewicht van ongeveer 40 1.000.000 of bij voorkeur een mengsel van beide carboxyl-vinylpolyme” 7907130 -12- re η gebruikt.

11. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat men het materiaal met een zure^water bevattende drukpap bedrukt, die als synthetisch verdikkingsmiddel een copolymeer van etheen en • > 5 maleinezuuranhydride bevat.

12. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat men het materiaal met een zure^ water bevattende drukpap bedrukt^, die een viscositeit van 200-800 cPs heeft, bij voorkeur 400-600 cPs. 1J. Werkwijze volgens cönclusie 1,met het kenmerk, 10 dat men het materiaal met een zure,water bevattende drukpap bedrukt, die een synthetisch verdikkingsmiddel in een zodanige hoeveelheid bevat, dat de viscositeit in het neutrale tot basische gebied groter dan 2.000 cPs wont bij vQarkeur groter dan 10.000 cPs.

14· Werkwijze volgens conclusie 1,met het' kenmerk, 15 dat men de drukpap volgens de methode van het. spuitdrukken opbrengt.

15. Textielmateriaal, bedrukt volgens de werkwijze van een of meer der conclusies 1—14· 7907130 — NH 50¾ Η

3. H°-V> — <©^1 S03H 8Γ* S%H CH3 CJCJ1J S02NHCH2CH20H A- o NH-/7-CH, 0 nh2 N=/ 3 U 1 * 0CH2CHz0H oh “ — 0 OH J. ycH3 ?H 7 qVn=^Y Λ-ν=ν^Ο ?h ?h 50* CH- X I λίΓ^λΠ * 3 <X S0H ry ci cooch3 1 3. OH OH --

1. COOH (far· 0$ 6 7907130 10. COOH yO—Cu OH—N=N·—^"7— N = N ““V^3"”S03H SOaH N-C — 0 — Cu-O-CO j 11 / \C/C-N=N- CH- H - oir SO-Να SOjNa SOjNa 0 NHCjH4OH JL ^V-C-N I II V NsA \K™*> ^ Cl <4. N=^ nC2H4CN 7907130